„DE EEMLANDER". Dinsdag 2 Mei 1916. BUITENLAND. FEUILLETON. DE TREKVOGELS N* 259 14" Jaargang. iHoofdredacteur: Mr. D. J. VAN SCHAARDENBURG. Uitgevers: VALKHOFF Co. ABONNEMENTSPRIJS: Per S maanden voor Amersfoortf l.OO. Idem franco per post1*50* Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - O. ÏO. Afzonderlijke nummers Ö.05. Wekelijksch byvoetrsef „Da Hollandscha Huisvrouw" (onder redaotie van Thérèae Hoven) per 3 mnd. «50 cis. Wekelyksch bijvoegsel „Pak ma mae*' per 8 mncL 40 ctfl* Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT I. Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—5 regelsf 0.50. Elke regel moor-0.10. Dionstaanbiedingon 25 cents bij vooruitbotnling. Grooto lettors naar plaatsruimte. Voor handel en bodrijt bestaan zoor voordooligo bepaling n tot het herhaald adverteoron in dit Blad, bij abonnem it Eono circulaire, bevattonde do voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Politiek Overzicht De opstand In Ierland. De wereldstrijd had ons nog geene too- neelen van burgeroorlog te zien gegeven. Maar ook dat wordt ons niet bespaard, want wat wij nu in Ierland zien gebeuren komt overeen met een burgeroorlog en kan er al- titans toe leiden wanneer de opstand, die in de Paaschdagen in de hoofdstad Dublin het hoofd opstak, niet spoedig wordt be dwongen. De eerste berichten, die over de in Ier land uitgebroken beweging ons bereikten, bevatten de verzekering, dat maatregélen waren genomen om het buitenland op de hoogte te brengen van de ware beteekenis van die beweging. Wij krijgen dus te hoo- ren wat de Britsche regeering als de waar heid beschouwd wil zien. Daarmee is echter niet gezegd, dat dit d e waarheid is. De of- flcieele waarheid en de werkelijke waarheid staan dikwijls ver van elkaar af. Wij hebben in de eerste plaats vernomen van eene door de waakzaamheid van de geheime politie mislukte poging om aan de westkust van Ierland wapenen aan den wal te brengen, en van de arres tatie in verband daarmee van Sir Ro ger Casement. Diens naam is in den loop van dezen oorlog reeds dikwijls ge noemd. Hij is vroeger in Britschen staats dienst geweest en heeft in die hoedanigheid goede diensten bewezen, laatstelijk als con sul-generaal in Rio de Janeiro, waar hij in 1912 op last van de regeering het onder soek heeft geleid naar de gruwelen, die door gcwetenlooze handelaars werden gepleegd tegen de inlandsche bevolking van Putu- mayo, in het bronnengebied van de Ama zone. Als erkenning van zijne verdiensten werd hij verheven tot ridder (knight). In 1913 nam hij ontslag uit den rijksdienst en genoot rijkspensioen tot einde 1914, toen het door de regeering werd ingetrokken in verband met de in den wereldstrijd door hem aan genomen houding. In het begin ven den oor log begaf hij zich naar Amerika en daar deed hij zich spoedig kennen als een bittere vij and van Engeland. Den 5en October 1914 plaatste de Irish Independent een schrijven van hem, waarin werd gezegd: „Laat de ler- sche mannen en de Iersche jonsrens in Ier land blijven. Hun plicht is duidelijk voor God en de menschen. Wij hebben als volk geen twist met het Duitsche volk. Duitschland heeft nooit Ierland kwaad gedaan. Wij heb ben aan Duitschland meer dan één schuld der dankbaarheid." Het doel, dat hem in de politiek voor oogen stond, heeft hij uiteengezet in een boek, ge titeld: „The Keeper of the Seas" (de beheer- «cher der zeeën.) Men kan het leeren ken nen uit deze aanhaling: „Heden is er waarschijnlijk geen Euro- peesche denker, die, wanneer hij ziet de overweldigende overmacht van Groofc®rit- tannië's invloed in de zaken der wereld en de betrekkelijke ondergeschiktheid van de rechten van Europa aan de beweerde rech ten van dat eiland, eene gedochte schenkt aan het andere kleinere eiland, buiten zijne kusten. En toch ligt daar de sleutel van de Britsche oppermacht. Het Britsche rijk is gegrondvest niet op den Britschen bijbel of den Britschen dread- nougt, maar op Ierland. Het rijk, dat begon op een eiland, verwoestte, verbrandde en plunderde, zal eindigen op een eiland. Engeland van Ierland beroofd, keert terug tot zijn natuurlijken omvang, dien van een machtig koninkrijk. Zoolang het Ierland be zit, is het altijd een keizerrijk. Want even zeer als Groot-Brittannië de poorten van noordelijk en westelijk Midden-Europa ver spert om naar willekeur den handel op te houden en de havens te blokkeeren van iedere kust van de Oostzee tot de golf van Biscaye, zoo staat Ierland tusschen Groot- Brittannië en de grootere zeeën van het wes ten, en verspert voor Groot-Brittannië de heirwegen van den Oceaan. De macht van de Britsche vloot kan nooit blijvend worden beperkt, dan wanneer Ier land is teruggegeven aan Europa. Duitsch land is noodwendig de kampioen geworden voor de Europeesche belangen, als tegen stander van de wereldoverheersching van Engeland en de Engelsch sprekende elemen ten." Waar Sir Robert Casement heen wilde, is duidelijk: hij wilde Ierland maken tot basis voor den strijd tegen Engeland's wereld macht. Om daarvoor werkzaam'te zijn, heeft hij zich van Amerika naar Duitschland be geven. Daar heeft hij met woord en daad voor zijne ideeën gewerkt. Zonderlinge ver halen zijn rondgegaan over hem en zijn werk. Er is bericht, uit een complot was be raamd om hem te vermoorden; de Britsche gezant te Christiania zou daarin de hand ge had hebben en getracht hebben zich in be trekking te stellen met zijn huisknecht, die voor een Judasloon hem uit den weg moest ruimen. Een paar weken geleden werd be richt, dat hij in Duitschland gevangen was genomen. Dit is waarschijnlijk een valsch bericht geweest, dat is verspreid met de be doeling het spoor te bedekken van den tocht, dien hij beraamd had naar Ierland, om daar met de daad den strijd tegen -het Britsche rijk te beginnen en de oproervaan uit te ste ken. Het eerste bericht, dat het groote publiek van die onderneming vernam, bracht tevens de tijding, dat zij was mislukt. De poging om in Ierland aan de kust van Kerry wapenen aan land te brengen, bestemd om in den strijd tegen de Britsche macht te worden gebruikt, is mislukt; en het slachtoffer daarvan is Sir Roger Casement zelf geworden, die nu te Londen in den Tower is opgesloten in afwachting, dat de rechter vonnis over hem zal vellen. Een voorproef wat dit vonnis zal zijn, geeft de mededee- ling, dat hem als verblijf is aangewezen de cel, waar een veroordeelde spion den nacht voor zijne terechtstoHing heeft doorgebracht. Maar daarmee was de beweging nog niet overwonnen, waarvan Sir Roger Casement een der voorvechters is en waarvan hij wel dra een der slachtoffers zal zijn. Die bewe ging heeft in Dublin gedurende eene volle week door strijd tegen de organen van het gezag volgehouden. Een hier beneden opge nomen telegram spreekt van de „finale over gave" van de rebellen te Dublin. Maar het blijft nog eene vraag of daarmee de bewe ging in het geheele land is bedwongen. De oorlog. B er 1 ij n, 1 Mei. (W. B.) Bericht van het opperste legerbestuur uit het groote hoofd kwartier van heden voormiddag. Over 't algemeen is de toestond onveran derd. Aan de hoogte Mort-homme werd ook gisteren hevig gestreden. Ons vliegtuigeska der bewierp de vijandelijke troepenverblijven bewesten Verdun en de magazijnen ten zui den van die vesting overvloedig met bom men. Een Fransche tweedekker werd ten oos ten van Noyon in een luchtstrijd neerge schoten. De leden van de bemanning waren dood. P a r ij s, 1 Mei. (Havas). Namiddagcom muniqué. Ten westen van de Maas richtten de Duit- schers gisteren, na een hevig bombardement, tegen het einde van den dag een kraohtigen aanval in dichte formatiën op de door de Franschen ten noorden van den Mort- homme veroverde loopgraven. Het spervuur en machinegeweervuur van de Franschen berokkende enorme verliezen aan de Duit- «chers, wier aanvallen allen gebroken wer den. Ten noorden van Cumjères werden op het zelfde uur twee Duitsche tegenaanvallen op een loopgraaf, die gisteren door de Fran schen veroverd was, teruggeslagen. In den loop van een derden aanval konden de Duit- schers, die voet hadden gekregen in de Fransche linie, zich daar niet handhaven; rij werden dadelijk met zware verliezen terug gedreven. Er was een voortgezet bombardement op hoogte 304 en in de streek van Vaux. De nacht was rustig in de Woëvre. In den nacht van 29 op 30 April wierpen Fransche luchteskaders talrijke projectielen op het munitie- en levensmiddelstation Se- bastopol (ten zuiden van Thiaucourt), op den spoorweg bij Etain, op de bivaks bij Spin- court, en op de stations Apremont, Grandpré, Challerayes en Vouziers. Er werden talrijke beschadigingen aangericht en verscheidene branden braken uit in den loop van deze operatiën. Avondcommuniqué. Er wordt mijnenstrijd bericht in de Argon- ne in de streek van Fillemorte. Onze stellin gen links van de Maas, in den omtrek van Verdun, werden hevig gebombardeerd. De artillerie-arbeid aan den rechter Maasoever was geconcentreerd op den Peperheuvel en op Douaumont. Gedurende de maand April waren de Fran sche strijdvliegtuigen bijzonder actief in de streek van Verdun. Zij brachten 31 vijande lijke vliegtuigen naar den grond. Van onze machines werden in hetzelfde tijdperk zes vernield. B e r 1 ij n I Mei. (W.-B.). Bericht van het opperste legerbestuur uit het groote hoofdkwartier van heden voormiddag. In het oosten geene gebeurtenissen van bijzonder belang. We enen, 1 Mei. (W .B.) Officieel bericht van heden middag. Van het Russische en het zuid-oostelijk oorlogstooneel niets nieuws. Op het Italiaansche oorlogstooneel is de toestand onveranderd. In het Adamelloge- bied weren onze troepen vijandelijke aan vallen af, die zich voornamelijk richten te gen den Fargoridapas, onder aanmerkelijke verliezen van de Alpini. Petersburg, 1 Mei. (Tel.-agentschap.) Communiqué van den grooten generalen staf. In de streek van Poelkarn, ten zuidoosten van Riga, kanonneerde onze artillerie met succes eene vijandelijke batterij. De Duit sche artillerie bombardeerde het station en het brughoofd Ikskul. In een sector van de stellingen van Dwinsk verwekte onze artille rie een brand in de vijandelijke loopgraven. Ten zuidoosten van het Naroczmeer trachtten de Duitschers uit hunne loopgraven te komen; maar door ons vuur ontvangen, moesten zij er aanstonds terugkeeren. Ten zuidwesten van het station Olyk van den spoorweg RownoKowel trachtte de vijand tot drie malen toe het dorp Khromia- kowo in te sluiten en aan te vallen; maar hij werd telkens teruggeslagen door ons ar tillerie-, infanterie- en machinegeweervuur. Berlijn, 1 Mel. (W. B.) Bericht van het opperste legerbestuur uit het groote hoofdkwartier van heden voormiddag. In het Balkangebied niets bijzonders. Athene, 29 April. (R.) De kwestie van het vervoer der Servische troepen over Grieksch grondgebied vormt het onderwerp van alle gesprekken. Op de verdere ontwik keling der gebeurtenissen wordt met onge duld gewacht. De „non possumus"-taktiek van de Grieksche regeering is blijkbaar het gevolg van de verklaring der centrale mogendhe den, dat het de plicht van Griekenland is den doortocht der Serviërs te beletten" en dat zij anders niet aansprakelijk kunnen zijn voor schade en vernieling aan de Grieksche spoorwegen en landstreken, waar de Ser viërs passeeren, door bommen van de vlieg tuigen en Zeppelins. De Grieksche regee ring heeft te kennen gegeven, dat zij nooit de spoorwegen zou afstaan en geen toe stemming zou geven tot den doortocht der Serviërs. Petersburg, 1 Mei. (Tel.-agentschap). Communiqué van den grooten generalen staf. Aan het front in de richting van Diarbekir dieven onze kozakken de Turken terug naar het westen. In de richting van Bagdad wier pen wij een belangrijk vijandelijk detache ment naar het westen terug; wij ontnamen het een deel van zijn artillerie en talrijke caissons. S t o c k ho l m, 3 0 April. (W. B.) O e» de Engelsche nederlaag bij Koet el Amarn schrijft Svensko Dagbladet Het kuo, :ita- tieve verlies is groot, moor he t moreel e on getwijfeld nog grooter. Het presitge van En geland en van Asquith krijgen daardoor zwa re schokken. In de mohammedaonsche wereld kan zulk eene nederlaag, slechts een half jaar na die van Gallipoli, aan het aan zien aan Groot-Brittannië geen goed doen. Bij de bondgenooten in Europa zal zii ook ontstemming te weeg brengen. In Enge land zelf moet zij nog bitterder kritiek ver- wekken, vooral omcfat van de verzuimen in het oosten de gevolgen aan den dag l omer tegelijk.met die van de in Ierland gepleegde verzuimen. Londen, t Mei. (R.) Officieel bericht. Het bewapende jacht Aegusa en de mij nenveger Nashurtium zijn in de Middellond- sche zee op mijnen geloopcn en gezonken. De officieren van de beide schepen zijn ge« red, maar van de bemanning worden ver mist zes man van de Aegusa en zeven man van de Nashurtium. Kopenhagen, 29 April. (Havas). Het Zweedsche schip Niola, dot met eene lading hout naar Dundee onderweg was, is door een Duitsche duikboot getorpedeerd. Londen, 1 Mel. (R.) Bericht vaa Lloyds. Het Britsche stoomschip City of Lucknour en het In Harflipool thuisbehoorend vis- schersvaartuig Blessenk, Is in den grond geboord. Londen, 1 Mei. (R.) Bericht van Lloyds. Het Britsche stoomschip Leudonhal) is in den grond geboord; de geheele bemanning Is gered. B e r 1 ij n, I M e f. (W. B.) Officieel b#» richt. De ambassadeur van de Vereenigde Sfa- tén van Noord-Aiherika, die in het groote hoofdkwartier door den keizer in audienti» werd ontvangen, reist heden naar Berlijn terug. P a r IJ s, 1 Mei. (Havas). Volgens tele grammen uit Keulen zou de gezant van da Vereenigde Staten gisteren opnieuw een on derhoud met den keizer hebben gehad en na de conferentie een lang draadloos cijfer telegram naar Washington hebben gezonden» Van den anderen kant moeten er dooi Bernstorff twee cijfertelegrammen aan der kanselier gezonden zijn. Washington, 1 Mei. (R.) President Wilson heeft het woord gevoerd bij de ope ning van het oefeningskamp van vrouwen* bestemd tot opleiding van verpleegsters in, den oorlog, hetgeen wordt beschouwd als. een teeken van den volkswensch om militair toegerust U zijn. Hij zeide: God bei.uede. Waarom zoudt gij de menschen zelfs uw bitterste grieven niet om de ooren smij ten? Spreek slechts „den goeden niet te na" en elk zal u zonder ergernis aanhooren. door ANNA HUBERT VAN BEUSEKOM. 8 „Spektakels" natuurlijk, dat zijn handboeien, Waarmee de „payging guests" worden vastge legd," riep Jaap en Vlc weerlegde, terwijl ze auw een Engelsch woordenboek van de boe enplank greep en snel opzocht: „Hè jongen, wat ben jij intèns flauw Vanavond, natuurlijk is 't een bril," waarop ïaap een schermutseling beginnen wou, die ik nog tijdig wist te voorkomen door te presen teeren uit de groote doos bonbons, die Lida en Adé me voor de reis zijn komen brengen en die onder 't motto: „op je gezondheid en goede reis," met koortsachtige haast werd leeggegeten. Ik ben wèl bedorven. Ada gaf me een eigen gemaakte portefeuille van bruin linnen met een zelfontworpen en geborduurd vlinder- fnotief; Vic heeft al haar weekgeld en krach- Jen besteed aan een keurig geel-zijden toilet kussen, Ien kreeg een rose van haar en «e broers begiftigden ine met een reusachtige familielijst, waarin alle mogelijke kiekjes ge vat zijn. Ik ben van plan dit gevaarte boven mijn Fransche sponde te hangen om het heim wee dat me bekruipen gaat, te bezweren... Van Otto van Eeck kreeg ik Daudet's Tartarin de Tarascon „voor reislectuur en om vast wat in de stemming te komen," zooals hij in een begeleidend briefje schreef. Nu „in de stem ming" ben ik niet. Afscheid nemen, zelfs in 't vooruitzicht een prettigen tijd tegemoet te gaan, zal nooit tot mijn liefste bezigheden be- hooren, dat begin ik wel in te zien. 't Gezang van Charles en Jaap, die al op hun slaap kamer hun lievelingslied hebben aangeheven: Nach Frankreich zogen zwei Grenadier' en dat telkens weer beginnen, omdat nota bene: de eerste regel op In a en mij van toepassing is, irriteert me tenminste grenzenloos. „GewShr mir Brüder eine Bitt" en schei er alsjeblieft mee uit, heb ik verzocht, maar ze kunnen 't niet laten, zelfs nu we aan 't ont bijt zitten. „Kom Willy eet nog 'n stukje Toe, 'n be schuit dan. Je kunt niet met een bijna leege maag op reis," dringt moeder aan en hoewel ik niets geen trek heb, doop ik om haar plezier te doen nog maar een beschuit in 't voor me slaande kopje thee en werk mijn ontbijt traagjes naar binnen. Vic heeft met veel goeden wil voor alles ge zorgd, maar de thee pepersterk gemaakt en mijn ei zoo dun gekookt, dat 't bijna rauw is. „Heb je genoeg klein geld bij je," informeert moeder. „En je bankuauicr? Zit dal goed wegge- Alopl „Ja, vader, ik heb 't aan in een zakje onder mijn blouse." „Ilier is je trommeltje met sandwiches," zegt Vic bedrijvig. „En hier de courant en Tartarin," en Jaap legt de reislectuur boven op 't trommeltje, ter wijl moeder mijn paraplu cn parasol bij elkaar bindt en dan een paar briefkaarten en haar eigen flaconnetje met Eau de Cologne In mijn reistaschje steekt „Denk je er aan vanavond uit Parijs een briefkaart te zenden hoe jullie reis geweest is," vraagt moeder. „Laat Willy liever van uit haar hötel tele- grafecren," vindt vader. „Maar vergeet 't dan niet kind, anders zitten wij hier in onrust." „Ik zal er stellig aan denken," beloof ik, ,en morgenavond ook dadelijk uit Valence een telegram sturen, 'k Ben benieuwd of we dan erg gaar zullen zijnl" „Och welnee. Dan heb je den Franschen draai pas goed beet," verzekert Charles en Vic zucht: 'k Wou dal ik mee mocht! Tegen dat jij de grenzen passeert hebben wij repetitie Duitsch. 'k Weet geen raad." ,,'k Zal aan je denken," beloof ik opstaande om eens voor 't raam uit te kijken of er al iets van mijn reisgenoolc te ontdekken valt, maar er is nog niets te zien aan den overkant. Dan wordt er gebeld. „Daar is de dienstman zeker voor je koffer," en Vic vliegt overeind. „Nee 't is Ada g'loof ik, roet een van de kinderen," en juist als ze de kamerdeur opent stuift Pepl binnen, regel recht op mij af. „Hier, dat is voor Jou, tante "WIL Ik mocht 't geven, maar ie hebt 't van vader en moeder." en hij biedt me een allersmakelijkst mandje vruchten aan. „O, dank je tveL Hoe heerlijk," zeg ik, maar Pepi ontworstelt zich ijlings aan mijn om arming en vertelt opgewonden met een blik naar Ada, die juist binnenkomt: „Wc gaan allemaal behalve Sijs want die is te klein tante Willy wegbrengen. Moes en ik waren t' eerste klaar, maar vader heeft zóó geteut, die komt met Joos aan 't station." „Zoo slachtoffer, hoe voel je Je", en Ada trekt een stoel bij en gaat even naast me zit ten, maar 't is niet van langen duur, want al spoedig komen ze hcusch om mijn koffer en vind ik 't oogenblik aangebroken me geheel reisvaardig te maken. We hebben nog zeeën van tijd, maar dat gehang in huls benauwt me en voor 't inschrijven van de bagage is 't wel goed wat vroeg te zijn. Bovendien ls 't prach tig weer en hebben we dus geen „Jan-Plezier" of. een rijtuig met volgkoetsen van noode om ons allen naar 't station te vervoeren, zooals de jongens hebben voorgesteld in geval van regen te bezigen. Nun zu guter Letzt Geben wir dir jetzt Auf die Wand'rung das Geleite zingt Jaap luidkeels als we eindelijk twee aan twee stappend in de maat door de gang naar buiten wandelen, tot uitbundig plezier van Pepi, die me stevig bij een hand vasthoudt en in zijn andere handje de vruchten draagt, die hij volstrekt onder zijn beheer wil houden. Jaap heeft mijn reistaschje, Charles de sand wiches, Ada mijn regenmantel, Vic de para plu-en-parasol en vader „Tartarin." Moeder en ik zijn de eenigen, die met Leege handen lofl- pen, maar 't mag nu eenmaal niet ander- Bij de van Bevelandts staat 't rijtuig voor, maar van Ina. is nog niets te bekennen. We hebben dan ook nog ruim drie kwartier vcor den boeg, dus behoef Ik me niet te agiicerei» en in gematigden pas gaat 't station-waart^ Toch schijn ik iets slachtofferachtigs over me te hebben, want een slagersjongen met ("-'is groote mand blijft stil staan en roept met uit- gestrekten vinger naar mij wijzend: „Kaik, die mot na' Amerika!" Iede»reen lacht en Pepi schatert 't uit: „O, weet je nog wel tante, van Prikkcbeent Lieve zuster Ursula, ik ga naar Amerika?" Voor 't stationsgebouw vinden we Paul cn Joosje; ook den dienstman met de koffer, dia vader zal laten inschrijven, terwijl wij allen doorloopen naar 't perron, waar we tol onze groote verwondering het dienstmeisje van tante Hermien aantreffen, dat me plechtig uil naam van meneer en mevrouw een doos ge-* confijte vruchten komt brengen en zich, na me goeie reis gcwenscht te hebben, snel uit t voeten maakt ,,'n Cadeau van tante Hermien! Zoo'n buitet* sporigheid ls mc na ra'n veertienden verjaar* dag niet meer te beurt gevallen," ontsnapt m* en de anderen, dlc om me heen dringen ver* klaren er evenmin lets van te begrijpen. ,,'t Is 'n gróóte doos. IMe kost minstens e«t rijksdaalder," schat Vic. „Kijk maar een* +f x* wel vól is," adviaeeri Charles wantroum*). (Wordt vervotgÜj

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1916 | | pagina 1