binnenland"
„DE EEMLANDER".
Zaterdag 13 Mei 1916.
FEUILLETON.
DE TREKVOGELS
N* 269 Tweede Blad.
14-* Jaargang.
Uitgevers: VALKHOFF Co,
Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1.
KOLONIËN.
Berichten.
Hoofdredactie t
Mr. D. J. VAN SCHAARDENBURO.
OORTSCH
ABONNEMENTSPRIJS:
far 8 maanden voor Amersfoort l.OO.
Idem franoo per post1.50.
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - 0.10.
Aiionderlijke nummert 0.05.
Wekelfyksoh bijvoegsel „De Hollandache Ruiavrouuf* (onder
redactie van Tliérèae Hoven) per 3 mod. 50 ets.
frekelgksch bijvoegsel „Pak me muf* per 8 mnd 40 ets.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 rogels f 0.50.
Elke regol moor- 0.10.
Dienstaanbiedingen £5 cents bij vooruitbotaling.
Groote lettors naar plaatsruimte.
Voor handel en bedryt bestaan zeer voordeel i^o bopalinqen
tot het herhaald advorteeren in dit Blad, bij abonnement.
Eone circulaire, bevattende de voorwaarden, weidt op
aanvraag toegezonden.
Oost-lndlë.
Restgevallen op Java.
Regecringstelegrsm betreffende pestge-
fallen op Java van 720 April:
Paioeroean 3 nieuwe gevallen, 2 dooden;
Soerabaja (stad) 12 nieuwe gevallen, 11
dooden;
Soerakarta 10 nieuwe gevallen, 11 doo
den;
Kedlrl 1, Toeloengagoeng 1, Blitar 5 en
Soerabaja (afdeeling)( 1 doodelijke gevallen.
Totaalcijfers over bovenbedoeld tijdvak
33 gevallen, 32 dooden; over nagenoeg
overeenkomstige veertiendaagsche tijdvak
van het vorige Jaar (9—22 April 1915): 119
gevallen, 103 dooden.
Kameroverzicht
tweede Kamer
Vergadering van Vrijdag 12 Mei.
OORLOGSWINSTBELASTING.
Aan de orde is de voortzetting van de be
handeling van het wetsontwerp tot heffing
eener oorlogswinstbelasting en wel van art.
7.
De heer F o c k (U. L.) deelt de bezwaren,
geopperd betreffende de voorgestelde rege
ling (der gemiddelde winst over drie jaar),
welke regeling ook hem te omslachtig voor
komt. Spr. hoopt echter ernstig, dat de Mi
nister het amendement-Van Vuuren, waar
mede hij zich niet kan vereenigen, niet zal
overnemen.
Het amendement-Tydeman acht Spr. in
derdaad een verbetering.
De heer Gerretson (C. H.) vreest, dat
de verbetering van redactioneelen aard, die
de heer Tydeman wil aanbrengen, in de
piactijk bezwaren zal medebrengen.
Ook tegen het amendement-Van Vuuren
ontwikkelt spreker bezwaren.
De Minister van Financiën, de heer Van
G ij n, wijst er op, dat in de wet is opgeno
men, dat als een grootere winst niet het
gevolg is van den oorlog, deze niet onder
deze belasting valt. Spr. bestrijdt het amen-
el cment-van Vuuren. Het amendement-Tyde
man Is in zijn oogen een vooruitgang. Spr.
stelt volstrekt niet den eisch van dubbele
boekhouding; een eenvoudige kasboekhou
ding is hem voldoende. Het amendement-
Tydeman neemt Spr. over.
De heer Kolkman (R. K.) betreurt dat
de Minister niet het rekening houden met de
accressen heeft afgewezen, waardoor de be
lasting niet onbelangrijk minder zal opbren
gen. De Minister is een grooten stap tegen
over de klachten te gemoet gekomen door
de voorgestelde wijziging en de gemiddel
de winst over drie jaar te nemen. Verder
gaan acht spreker niet noodig en hij hoopt,
det de wet zal worden toegepast zooals ze
luidt, zonder speciale wenken van den Mi
nister aan de ambtenaren.
De heer Van Vuuren repliceert.
Tegenover den heer Fock ontkent Spr.,
dat hij hier met zijn amendement het oog
had op de belangen van belanghebbenden.
Hij dacht slechts aan de billijkheid. Spr.
trekt zijn amendement in.
De heer Ter Laan (S. D., Rotterdam)
'betoogt, dat de minister met het in rekening
brengen van bet accrès voorzichtig moet
zijn. Naar het toenemen van het aantal werk
lieden bijv. mag niet het normale accrès
worden berekend.
Daarna wordt het artikel z. h. s. aangeno
men, evenals de art. 820.
Bij art. 21 oppert de heer Van Vuuren
(R. K.) bezwaren tegen de uitzondering voor
„lieden in dienst van den Staat". Spr. vraagt
stemming en zal tegen het artikel stemmen.
De Minister verdedigt de voorgestelde
regeling en na repliek van den heer Van
Vuuren en dupliek van den Minister
wordt het artikel aangenomen met 546
stemmen.
Bij art. 54 verdedigt de heer N i e r-
strasz (V. L.) zijn amendement, strekken
de om' mildere bepalingen te doen gelden
voor winst reeds in het buitenland belast
(vermindering der belasting in zoodanig ge
val op de helft).
De Minister wijst op de groote moei
lijkheid om uit te maken wat voor het bui
tenland als oorlogswinst moet worden be
schouwd. Bovendien, waarom een dergelijk
recht verleend wèl aan vennootschappen,
doch niet aan personen?
Artt. 24 en 25 worden daarna z. h. s. aan
genomen.
De heer Ankerman (C.-H.) licht toe
zijn amendement, strekkende om de oor
spronkelijke redactie van art 26 te herstel
len (vermindering boven de ƒ2000).
De heer Merchant (V. D.) is niet bang
dat een dergelijke belasting de animo om
oorlogswinsten te maken zou wegnemen.
Daar het ontwerp echter zoo laat is inge
diend, kon er niet zooveel worden uitge
haald als wanneer het vroeger zou zijn in
gediend. Veelal toch zal men belasting^hef-
fen van winst die reeds is verteerd in den
loop van de jaren. Daarom is spr. tegen het
denkbeeld Ter Laan om de belasting te ver-
hoogen van 30 tot 50
De heer Snoeck Henkemans
(C. H.) verdedigt het mede door hem onder-
teekende amendement-Ankerman.
De heer Duymaer vanTwist (A. R.)
betoogt dat de bedragen van de winsten te
heffen toch van weinig beteekenis zullen
zijn. Ook acht spreker heffing onbillijk.
De Minister erkent geen gelukkig
moment te hebben gehad toen hij het bedrag
van 1000 door de Staatscommissie aange
geven, veranderde in 2000. Oo dit jaar
wordt er nog oorlogswinst gemaakt en het
zal z. i. niet zoo moeielijk vallen deze belas
ting te betalen. Met den heer Ter Lean is
Spr. het niet eens, dat de billijkheid zou
meebrengen-de belasting zoo hoog mogelijk
op te coeren. Spr. herinnert er aan, dat o.a.
de scheepvaartmaatschappijen er al niet zoo
heel happig op bleken om te blijven door
varen. Dat men in deze niet te veel naar
het buitenland moet kijken, geeft Spr. toe.
De heer Ankermans repliceert.
Na repliek van de heeren De Monté Ver
loren en Ter Laan en dupliek van den minis
ter wordt de beraadslaging verdaagd tot
Donderdagochtend 11 uur.
Beëediging Mr. Van Groenendaal.
Na de pauze had de beëediging plaats van
het nieuw gekozen lid voor Weert, mr. Groe
nendaal. Deze legde in handen van den
voorzitter de gebruikelijke eeden af.
Regeling van werkzaamheden.
De Voorzitter stelt voor de tweede
lezing van het Ouderdomsrente-ontwerp te
doen plaats hebben Donderdag na de pauze.
Aldus besloten.
Spr. meent, dat de Kamer wel twee da
gen in de afdeelingen zal moeten vergade
ren. De volgende vergadering zal dan plaats
hebben Donderdag (11 uur).
De heer Duymaer van Twist infor
meert naar de juistheid van het gerucht, dat
de Kamer einde Mei van hier zou gaan en
half Juni zou terugkomen.
De heer Schaper (S.-D.) dringt aan op
eenigen spoed bij het aan de orde stellen
van zijn interepellatie inzake de duurte van
levensmiddelen, en de heer Knobel
(V. L.) van het wetsontwerp betreffende den
Kolonialen Raad van Ned.-Indië.
De Voorzitter antwoordt nog niet te
kunnen mededeelen hoe lang nog na het
reces zal worden doorgewerkt. In verband
met de Belasting-ontwerpen zal het een lang
zittingjaar worden.
In verband met de vraag van den heer
Schaper is het Spr.'s voornemen met de
Centrale sectie overleg te plegen, wanneer
het afdeelingsonderzoek over het ontwerp
tot verstrekking van goedkoope levensmid
delen zal kunnen beginnen.
Het ontwerp Koloniale Raad is zeker van
groot belang, maar niet-urgenter dan ver
schillende andere ontwerpen.
Z. K. H. de Prins der Nederlanden Is
Donderdagavond van zijn verblijf op 't Loo
in de Residentie teruggekeerd.
De Prins naar Amster
dam. Z. K. H. de Prins der Nederlanden
was heden te Amsterdam ter bijwoning van
eene vergadering van het hoofdbestuur van
de vereeniging <ie Nederlandsche Padvin
ders.
De nieuw benoemde tijdelijke zaakge
lastigde von Denemarken te 's Gravenhage,
die wijlen den heer de Grevenkop-Castens-
kjold zal vervangen als diplomatiek vertegen
woordiger van dat Rijk bij Hr. Ms. Hof,
is in hotel des Indes te Den Haag aangeko
men.
Ou d-g ouverneur-gene r a al
Idenburg. De afgetreden gouverneur-
generaal van Nederlandsch Indië, de heer
Idenburg, is gisteren ochtend met het
stoomschip „Goentoer' te Rotterdam aan
gekomen, waar hij namens den minister
van koloniën, die wegens particuliere aan
gelegenheden in het buitenland vertoeft,
werd welkom geheeten door den secretaris
generaal van het departement van koloniën
den heer Staal. Verder werd de heer Iden
burg begroet door zijn echtgenoote, door
den burgemeester van Rotterdam en de di
rectie van de Rotterdamsche Lloyd. De heer
Idenburg is dadelijk doorgereisd naar den
Haag.
Wijziging wetboek van
strafvordering. De Commissie van
Voorbereiding der Tweede Kamer voor het
wetsontwerp tot wijziging van het wetboek
van strafvordering kwam gistermiddag bij
een tot het plegen van overleg met den
minister van Justitie.
Het voorloopig verslag omtrent dit om
vangrijke ontwerp is echter nog niet zoo
spoedig te verwachten.
De heer E. van Dijk heeft als ridecteur
van het gemeentelijk electrioiteitsbedrijf te
Leeuwarden eervol ontslag aangevraagd.
H. C. L. V e g t e 1. - De toestand van
het lid van Gedeputeerde Staten van Zuid-
Holland, den heer Vegtel, die vooral in de
laatste dagen sterk achteruitgaande is,
wordt zeer zorgwekkend geacht.
C. C. van Schoonhoven. De toe
stand van den acteur Van Schoonhoven is
thans zoo ernstig dot hij gisterochtend van
de laatste H. H. Sacramenten der Stervenden
is voorzien.
Nederland en de oorlog*
De „2aanstroom" verbeurd verklaard
Aan belanghebbenden van de „Zaan-
stroom", die, zooals men zich zal herinne
ren, indertijd naar Zeebrugge werd opge
bracht, is thans medegedeeld, dat de uit
spraak van het prijsgerecht te Berlijn vroe
gere uitspraken heeft bevestigd. Het schip
is verbeurd verklaard met het grootste ge
deelte der lading; een klein gedeelte der
lading is nog vrijgegeven.
Opgelegde schepen.
Naar men uit Amsterdam meldt, zal de
Koningin der Nederlanden, van de Mij. Ne
derland, bij terugkeer in de Amsterdamsche
haven worden opgelegd, zoodat dan vier
schepen dezer Maatschappij, n.l. de Prinses
Juliana, de Prins der Nederlanden, de Jan
Pietersz. Coen en de Koningin der Neder
landen uit de vaart zullen zijn genomen.
Beschikbaarstelling
van
goedkoope levensmiddelen.
Het aangekondigde wetsont
werp, waarbij 20 millioen worden aange
vraagd voor de beschikbaarstelling van le
vensmiddelen, is in den vorm eener
aanvulling en verhooging van het Hoofd
stuk Landbouw der Staatsbegrooting 1916
bij de Tweede Kamer ingekomen.
Uitvoer slachtvee.
Door de vereeniging „Belangen van de
Vereenigde Mestere in het Spoelingsdis
trictgevestigd te Overschie, is een ad et
tot den minister van Landbouw gericht,
waarin o.a. wordt aangevoerd, dat door de
algeheele sluiting der grenzen voor den
uitvoer van slachtvee en van rundervlecsch
het den veehouders onmogelijk wordt ge
maakt hun veestapel aan te houden.
Dat immers geen fabrikant op den duur
met verlies kan werken en dnt ieder fabri
kant, wiens afgewerkte producten alleen een
prijs kunnen behalen die lager is don de
kosten van grondstoffen en van productie,
gedwongen wordt zijn productie in te krim
pen en eindelijk geheel te staken.
Dat het met de veehouders, die het vea
vetmesten om het vetgemest ann de slagers
te verkoopen, en die dus feitelijk de vleesch-
fabrikanten zijn, niet anders gelegen kan
wezen.
Dat ook zij gedwongen worden hun pro
ductie in te krimpen en hun bedrijf te sto
ken, zoodra de priizen van het afgewerkte
product beneden de kosten van productie en
grondstof dalen, m. a. w. zoodra de prijzen,
die de slagers voor het vetgemeste fee go-
ven, minder bedragen dan hun kosten tot
aankoop van het magere vee en hun kosten
van vetmesting.
Dat nu dit geval zich voordoet door da
tegenwoordiger abnormaal hogge prijzen van
het veevoeder en door het gesloten houden
der grenzen.
Immers zoo wordt in het adres verder aan
gevoerd, is de prijs dien de slagers thans
voor het vee betalen gemiddeld 0.55 per
pond, (welke prijs, indien er geen uitvoer
meer wordt toegelaten, eerder neiging tot
daling dan tot stijging zal vertoonen), ter
wijl echter de kostprijs van het vleesch voor
de veehouders thans gemiddeld 0.75 per
pond is.
Requestrante verklaart bereid te zijn da
boeken van al haar leden door of van wege
's ministers departement te doen onderzoe
ken, waardoor naar de meening van re
questrante de waarheid te dezen opzichte
onomstootelijk zal komen vast te staan.
Requestrante zegt niet zoo onredelijk te
zijn om algeheele vrijheid van uitvoer,
waarvan zij ten koste der burgerij zou profi-
teeren, te vragen, maar dat zij alleen er de
aandacht op heeft willen vestigen, dat de
tegenwoordige toestand (algeheel verbod van
uitvoer) niet alleen haar leden ten zeerste
benadeelt, maar ook de vleeschverbruiker»
in de verdrukking zal brengen.
Om al deze redenen verzoekt requestrante
den minister weder tot het verleenen ven
consenten tot vleeschuitvoer te willen over
gaan, opdat de hooge prijzen voor één deel
van het vee in het buitenland te behalen hef
mogelijk zullen blijven maken het grootsté
gedeelte in Nederland voor lagere prijzen
te blijven verkoopen.
Misbruiken In den
veehandel.
De Leldsche Vleeschhouwers vereenl»
ging heeft In haar gisteren avond gehoi*}
den vergadering besloten, zich met eei>
adres tot den minister van Landbouw, Ni)*
door
ANNA HUBERT VAN BEUSEKOM.
ld
Monsieur is en blijft een goedzak, zit danig
onder de plak van „dear Emily" en sjouwt de-n
heelen dag in zijn moestuin en op zijn land
rond, verzorgt zelf zijn dieren en heeft slechts
ééns In de week een arbeider om hem met
't allerruwste werk te helpen. Madame be
houdt 't pcnsiongeld geheel voor zich en hij
verkoopt te Chabeuil zijn mooiste asperges,
groenten en later in den tijd ook vruchten cn
geeft, behalve het Zondagsche godsdienst
onderwijs (dat Ien en ik niet meer bijwonen
omdat we zoo zenuwachtig worden van het
▼alsche gezang), nog Engelsche les aan de kin
deren van den notaris te Montvendre.
Wij zijn er nu pas achter, dat Emilytje zijn
tweede vrouw is en dat Germaine en Jeanne
de.dochters uit z'n eerste huwelijk zijn. De
xoon Victor stierf vijf jaar geleden.
Hij was al achttien toen zijn vader her
trouwde, maar omdat zijn stiefmoeder en hij
elkaar gedurig in de haren zaten is hij toen
't huis uitgestuurd en alleen in den vreemde
gestorven, ergens op een farm in Amerika, ge
looft Evodie, die ons van de familie-relatie op
de hoogte bracht. Met de meisjes kan madame
®ok slecht overweg. Germaine. de verpleegster,1
is nogal zacht, maar Jeanne durft goed van
zich af te spreken, zoodat er dikwijls splinters
vielen en 't een zegen is voor die twee, dat ze
te Marseille een werkkring gevonden hebben,
't Leelijke van 't geval bestaat hierin, dal
monsieur en madame schijnen te leven van
't moederlijk erfdeel der meisjes, die beiden
meerderjarig, haar geld zouden kunnen op-
cischen, maar te goedhartig zijn om haar
vader, die zeer ongelukkig in geldzaken ge
weest is, daarom te manen, hetgeen niet weg
neemt, d3t 't een hard ding voor de arme kin
deren moet wezen, de weinig sympathieke
stiefmoeder, welke ze „tante Emily," noemen,
op deze wijze te laten meegenieten van het
kleine vermogentje.
,,'t Zijn werkelijk lieve meisjes cn ik hoop
dat u ze allebei ontmoeten zult tijdens uw ver
blijf op les Calvaux. Als ik niet zooveel van ze
hield en hier niet zulke goede vrienden had,
waar ik Zondags heen kan gaan, was i;k al
lang gevlogen, dat verzeker ik u," heeft Evodie
ons medegedeeld en wij bewonderen haar
werkelijk om deze toewijding en zijn vertrou
welijker met haar, dan we in een ander geval
zijn zouden.
„Je ne suis qu'une pauvre petite servante,
mais 5a n' empêche pas "que nous pouvons nous
aimer n' est-ce-pas," zei ze met zoo'n schat
tig snuitje, dat we er werkelijk door geroerd
waren en 't er allebei over eens zijn, dat we
van Evodie en Quenoppe 't meest houden...
Quenoppe is in zijn soort een voorbeeldig
dier, slim, trouw en sterk en zeer op ons ge
steld ,wat ons zeer te pas komt op onze wan
delingen. 's Morgens na het ontbijt doen Ien en
ik samen onze kamer aan kant, waar ik dan
ga werken tot ?t fameuse diner, terwijl Ien
beneden in 'l salon piano studeert, voorname
lijk om haar vingers los te houden, want 't is
een waar jammerhout.
Verder leest ze, schrijft brieven of borduurt
op 't grasveldje onder dep iep, zoodat wc
's middags na gedanen arbeid er zeer genist
óp uit kunnen trekken, vergezeld van Quen
oppe en met stokken gewapend, die ons goede
diensten bewijzen bij 't klimmen en dalen,
waar we met den dag behendiger in worden.
Zalige tochten maken we op deze wijze.
Soms geven we ons „goütcr" er aan en komen
niet voor zeven uur naar huls, waar toch nie
mand zich om ons bekommert, want monsieur
heeft werkelijk geen tijd ons te begeleiden en
madame zou 't niet kunnen, gesteld dat ze cr
lust in had.
Wat ik gedaan zou hebben als ik hier zón
der Ien beland was, weet ik waarlijk niet cn
dat het kind Förster zich 'hier in den afgeloo-
pen winter niet doodgekniesd heeft, lijkt me
eenvoudig onbegrijpelijk. De beide Amerikaan-
tjes, die op dezelfde wijze als wij hier den
vorigen zomer doorbrachten, verveelden zich
af en toe gruwelijk en zijn van hier uit een
reisje door de Midi gaan knaken... Ien en ik
hebben dan ook afgesproken heel voorzichtig
te zijn in onze uitlatingen omtrent den duur
van ons verblijf hier en maand voor maand
tc zien wat ons te doen staat. Voorloopig ech
ter genieten we met volle teugen van de heer
lijke, hooge lucht en onze zalige wandeltoch
ten. „O, als we maar schilderen konden," zeg
gen we telkens tegen elkaar, maar Ien heeft
haar kodak gelukkig bij zich en kiekt er lustig
op los, eoodat we toch i c t s al is 't dan ook
gebrekkig van al 't mooie om ons heen be
waren kunnen.
De laatste week Is 't weer vast en helder en
de nachtegalen cingea dag en nacht, terwijl
de lucht vol is van den geur van seringen, mei-
doom en jasmijn. In huis is 't ook dragelijker
nu we overal bouquetten neerzetten van wilde
appel- en perebloesem cn daartoe madame's
leege inmaakpotten cn flesschen mogen ge
bruiken. Onze eigen kamer lijkt wel een lust
hof en ik heb moeite mijn oogen van de bloe
men af te houden, als ik thema's en vertalin
gen zit te maken. De berghellingen zitten dik
in 't Jonge groen en de grijze sfinxenkop van
den Chalamel teekent zich scherp af tegen den
diepblauwen hemel. Prachtig bloeit de „sain
foin" met zijn pluimen van purpere vlinder
bloempjes. 't Is veevoer, zooals bij ons de kla
ver, maar zoo'n glooiend velJ in de zon la een
rijk, een prachtig gezicht. Op de boerderijen
zijn ze druk met de zijwormen in de weer. In
iedere woning staat in een veilig hoekje, waar
't niet tochten kan, een groot houten stellage,
een soort van reuzen-étagère met drie, vier,
viif verdiepingen, waar de jonge „vers a sole"
liggen te wriemelen op de pas geheel ontloken
moerbeiblaren. De heele ontwikkeling van uit
komend eitje tot dikke geel-flossig ingespon
nen rups duurt ongeveer zes weken en gedu
rende dien tijd zijn vooral de vrouwen en kin
deren druk bezig de schrale moerbeiboom»*,
die op hun erfje of langs hun akkers geplant
zijn, van de blaren te berooYen om daarmee
den steeds aangroeienden honger van de zij-
rupsten te stillen. Je hóórt ze eten en de reuk,
dien ze verspreiden, is vooral als ze niet héél
goed verzorgd en verschoond worden, bijna
ondragelijk. Met onze zakdoeken voor ontze
neuzen gedrukt gaan we af en toe eens kijken,
verwonderd dat de menschen in zoo'n verstik
kende lucht leven kunnen, maar ze zijn er
zoo aan gewend, dat ze ar Biets fieeü binder
van schijnen 4e hebben.
Als alles goed gaat en de rupsen hun pilch*
gedaan hebben, brengt 't heele gedoe zooveel
op, dat ze er de pacht of een groot deel cr
mee kunnen betalen.
La mère Monat heeft gewoonlijk d«8
grootsten oogst. Ze woont op de kleinste hoevé
van t gehucht met haar getrouwden zooi
schoondochter en kleinkinderen cn we loopeo
cr nogal eens dikwijls binnen, omdat 't zoo'4
aardig huishouden is en de boel er ondanks d*j
zijwormendrukte zoo keurig uitziet. Werkelijk*
madame Bertrands zou hier aan de zindelijk?
heid en ordo een voorbeeld kunnen nemen!
Mes vers soie so nt toujour» les plui
avancés. Au commencement de juin lis seront
montés," blufte ze den vorigen Zondag toeni
Ien en ik er even aanliepen* „Ziet u, als ze
noeg gegeten hebben en heelemaal dik en
rond zijn, steken wo overal takjes hel tusschea»
de blaren en dan klimmen ze er tegen op en
gaan zich inspinnen, «oodat we na enkelq
dagen aan 't afwinden van de cocons kunnen
gaan, die dan eerst In den oven gedroogd wor^
den. Kom ons maar meehelpen als we aan
't afwinden gaan. Nous appelon» ?a: décocou^
ner. C'est bi en intéressant," verzekerde zy
haar Zondagsche muts van witte tulle rechtzet}
tend voor 't kleine gebarsten spiegeltje, terwij^
Simoue, de twaalf-Jarige kleindochter, vers^
blaren aan de wriemelende rupsen ga!
Lu den, het jongere broertje, met van
fonkelende oogen een dikke rups op mijn 1
wilde zetten, zoodat ik van louter
hoid een zacht gilletje uitstiet,