binnenland" „DE EEMLANDER". Zaterdag 13 Mei 1916. FEUILLETON. DE TREKVOGELS N* 269 Tweede Blad. 14-* Jaargang. Uitgevers: VALKHOFF Co, Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1. KOLONIËN. Berichten. Hoofdredactie t Mr. D. J. VAN SCHAARDENBURO. OORTSCH ABONNEMENTSPRIJS: far 8 maanden voor Amersfoort l.OO. Idem franoo per post1.50. Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - 0.10. Aiionderlijke nummert 0.05. Wekelfyksoh bijvoegsel „De Hollandache Ruiavrouuf* (onder redactie van Tliérèae Hoven) per 3 mod. 50 ets. frekelgksch bijvoegsel „Pak me muf* per 8 mnd 40 ets. Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 15 rogels f 0.50. Elke regol moor- 0.10. Dienstaanbiedingen £5 cents bij vooruitbotaling. Groote lettors naar plaatsruimte. Voor handel en bedryt bestaan zeer voordeel i^o bopalinqen tot het herhaald advorteeren in dit Blad, bij abonnement. Eone circulaire, bevattende de voorwaarden, weidt op aanvraag toegezonden. Oost-lndlë. Restgevallen op Java. Regecringstelegrsm betreffende pestge- fallen op Java van 720 April: Paioeroean 3 nieuwe gevallen, 2 dooden; Soerabaja (stad) 12 nieuwe gevallen, 11 dooden; Soerakarta 10 nieuwe gevallen, 11 doo den; Kedlrl 1, Toeloengagoeng 1, Blitar 5 en Soerabaja (afdeeling)( 1 doodelijke gevallen. Totaalcijfers over bovenbedoeld tijdvak 33 gevallen, 32 dooden; over nagenoeg overeenkomstige veertiendaagsche tijdvak van het vorige Jaar (9—22 April 1915): 119 gevallen, 103 dooden. Kameroverzicht tweede Kamer Vergadering van Vrijdag 12 Mei. OORLOGSWINSTBELASTING. Aan de orde is de voortzetting van de be handeling van het wetsontwerp tot heffing eener oorlogswinstbelasting en wel van art. 7. De heer F o c k (U. L.) deelt de bezwaren, geopperd betreffende de voorgestelde rege ling (der gemiddelde winst over drie jaar), welke regeling ook hem te omslachtig voor komt. Spr. hoopt echter ernstig, dat de Mi nister het amendement-Van Vuuren, waar mede hij zich niet kan vereenigen, niet zal overnemen. Het amendement-Tydeman acht Spr. in derdaad een verbetering. De heer Gerretson (C. H.) vreest, dat de verbetering van redactioneelen aard, die de heer Tydeman wil aanbrengen, in de piactijk bezwaren zal medebrengen. Ook tegen het amendement-Van Vuuren ontwikkelt spreker bezwaren. De Minister van Financiën, de heer Van G ij n, wijst er op, dat in de wet is opgeno men, dat als een grootere winst niet het gevolg is van den oorlog, deze niet onder deze belasting valt. Spr. bestrijdt het amen- el cment-van Vuuren. Het amendement-Tyde man Is in zijn oogen een vooruitgang. Spr. stelt volstrekt niet den eisch van dubbele boekhouding; een eenvoudige kasboekhou ding is hem voldoende. Het amendement- Tydeman neemt Spr. over. De heer Kolkman (R. K.) betreurt dat de Minister niet het rekening houden met de accressen heeft afgewezen, waardoor de be lasting niet onbelangrijk minder zal opbren gen. De Minister is een grooten stap tegen over de klachten te gemoet gekomen door de voorgestelde wijziging en de gemiddel de winst over drie jaar te nemen. Verder gaan acht spreker niet noodig en hij hoopt, det de wet zal worden toegepast zooals ze luidt, zonder speciale wenken van den Mi nister aan de ambtenaren. De heer Van Vuuren repliceert. Tegenover den heer Fock ontkent Spr., dat hij hier met zijn amendement het oog had op de belangen van belanghebbenden. Hij dacht slechts aan de billijkheid. Spr. trekt zijn amendement in. De heer Ter Laan (S. D., Rotterdam) 'betoogt, dat de minister met het in rekening brengen van bet accrès voorzichtig moet zijn. Naar het toenemen van het aantal werk lieden bijv. mag niet het normale accrès worden berekend. Daarna wordt het artikel z. h. s. aangeno men, evenals de art. 820. Bij art. 21 oppert de heer Van Vuuren (R. K.) bezwaren tegen de uitzondering voor „lieden in dienst van den Staat". Spr. vraagt stemming en zal tegen het artikel stemmen. De Minister verdedigt de voorgestelde regeling en na repliek van den heer Van Vuuren en dupliek van den Minister wordt het artikel aangenomen met 546 stemmen. Bij art. 54 verdedigt de heer N i e r- strasz (V. L.) zijn amendement, strekken de om' mildere bepalingen te doen gelden voor winst reeds in het buitenland belast (vermindering der belasting in zoodanig ge val op de helft). De Minister wijst op de groote moei lijkheid om uit te maken wat voor het bui tenland als oorlogswinst moet worden be schouwd. Bovendien, waarom een dergelijk recht verleend wèl aan vennootschappen, doch niet aan personen? Artt. 24 en 25 worden daarna z. h. s. aan genomen. De heer Ankerman (C.-H.) licht toe zijn amendement, strekkende om de oor spronkelijke redactie van art 26 te herstel len (vermindering boven de ƒ2000). De heer Merchant (V. D.) is niet bang dat een dergelijke belasting de animo om oorlogswinsten te maken zou wegnemen. Daar het ontwerp echter zoo laat is inge diend, kon er niet zooveel worden uitge haald als wanneer het vroeger zou zijn in gediend. Veelal toch zal men belasting^hef- fen van winst die reeds is verteerd in den loop van de jaren. Daarom is spr. tegen het denkbeeld Ter Laan om de belasting te ver- hoogen van 30 tot 50 De heer Snoeck Henkemans (C. H.) verdedigt het mede door hem onder- teekende amendement-Ankerman. De heer Duymaer vanTwist (A. R.) betoogt dat de bedragen van de winsten te heffen toch van weinig beteekenis zullen zijn. Ook acht spreker heffing onbillijk. De Minister erkent geen gelukkig moment te hebben gehad toen hij het bedrag van 1000 door de Staatscommissie aange geven, veranderde in 2000. Oo dit jaar wordt er nog oorlogswinst gemaakt en het zal z. i. niet zoo moeielijk vallen deze belas ting te betalen. Met den heer Ter Lean is Spr. het niet eens, dat de billijkheid zou meebrengen-de belasting zoo hoog mogelijk op te coeren. Spr. herinnert er aan, dat o.a. de scheepvaartmaatschappijen er al niet zoo heel happig op bleken om te blijven door varen. Dat men in deze niet te veel naar het buitenland moet kijken, geeft Spr. toe. De heer Ankermans repliceert. Na repliek van de heeren De Monté Ver loren en Ter Laan en dupliek van den minis ter wordt de beraadslaging verdaagd tot Donderdagochtend 11 uur. Beëediging Mr. Van Groenendaal. Na de pauze had de beëediging plaats van het nieuw gekozen lid voor Weert, mr. Groe nendaal. Deze legde in handen van den voorzitter de gebruikelijke eeden af. Regeling van werkzaamheden. De Voorzitter stelt voor de tweede lezing van het Ouderdomsrente-ontwerp te doen plaats hebben Donderdag na de pauze. Aldus besloten. Spr. meent, dat de Kamer wel twee da gen in de afdeelingen zal moeten vergade ren. De volgende vergadering zal dan plaats hebben Donderdag (11 uur). De heer Duymaer van Twist infor meert naar de juistheid van het gerucht, dat de Kamer einde Mei van hier zou gaan en half Juni zou terugkomen. De heer Schaper (S.-D.) dringt aan op eenigen spoed bij het aan de orde stellen van zijn interepellatie inzake de duurte van levensmiddelen, en de heer Knobel (V. L.) van het wetsontwerp betreffende den Kolonialen Raad van Ned.-Indië. De Voorzitter antwoordt nog niet te kunnen mededeelen hoe lang nog na het reces zal worden doorgewerkt. In verband met de Belasting-ontwerpen zal het een lang zittingjaar worden. In verband met de vraag van den heer Schaper is het Spr.'s voornemen met de Centrale sectie overleg te plegen, wanneer het afdeelingsonderzoek over het ontwerp tot verstrekking van goedkoope levensmid delen zal kunnen beginnen. Het ontwerp Koloniale Raad is zeker van groot belang, maar niet-urgenter dan ver schillende andere ontwerpen. Z. K. H. de Prins der Nederlanden Is Donderdagavond van zijn verblijf op 't Loo in de Residentie teruggekeerd. De Prins naar Amster dam. Z. K. H. de Prins der Nederlanden was heden te Amsterdam ter bijwoning van eene vergadering van het hoofdbestuur van de vereeniging <ie Nederlandsche Padvin ders. De nieuw benoemde tijdelijke zaakge lastigde von Denemarken te 's Gravenhage, die wijlen den heer de Grevenkop-Castens- kjold zal vervangen als diplomatiek vertegen woordiger van dat Rijk bij Hr. Ms. Hof, is in hotel des Indes te Den Haag aangeko men. Ou d-g ouverneur-gene r a al Idenburg. De afgetreden gouverneur- generaal van Nederlandsch Indië, de heer Idenburg, is gisteren ochtend met het stoomschip „Goentoer' te Rotterdam aan gekomen, waar hij namens den minister van koloniën, die wegens particuliere aan gelegenheden in het buitenland vertoeft, werd welkom geheeten door den secretaris generaal van het departement van koloniën den heer Staal. Verder werd de heer Iden burg begroet door zijn echtgenoote, door den burgemeester van Rotterdam en de di rectie van de Rotterdamsche Lloyd. De heer Idenburg is dadelijk doorgereisd naar den Haag. Wijziging wetboek van strafvordering. De Commissie van Voorbereiding der Tweede Kamer voor het wetsontwerp tot wijziging van het wetboek van strafvordering kwam gistermiddag bij een tot het plegen van overleg met den minister van Justitie. Het voorloopig verslag omtrent dit om vangrijke ontwerp is echter nog niet zoo spoedig te verwachten. De heer E. van Dijk heeft als ridecteur van het gemeentelijk electrioiteitsbedrijf te Leeuwarden eervol ontslag aangevraagd. H. C. L. V e g t e 1. - De toestand van het lid van Gedeputeerde Staten van Zuid- Holland, den heer Vegtel, die vooral in de laatste dagen sterk achteruitgaande is, wordt zeer zorgwekkend geacht. C. C. van Schoonhoven. De toe stand van den acteur Van Schoonhoven is thans zoo ernstig dot hij gisterochtend van de laatste H. H. Sacramenten der Stervenden is voorzien. Nederland en de oorlog* De „2aanstroom" verbeurd verklaard Aan belanghebbenden van de „Zaan- stroom", die, zooals men zich zal herinne ren, indertijd naar Zeebrugge werd opge bracht, is thans medegedeeld, dat de uit spraak van het prijsgerecht te Berlijn vroe gere uitspraken heeft bevestigd. Het schip is verbeurd verklaard met het grootste ge deelte der lading; een klein gedeelte der lading is nog vrijgegeven. Opgelegde schepen. Naar men uit Amsterdam meldt, zal de Koningin der Nederlanden, van de Mij. Ne derland, bij terugkeer in de Amsterdamsche haven worden opgelegd, zoodat dan vier schepen dezer Maatschappij, n.l. de Prinses Juliana, de Prins der Nederlanden, de Jan Pietersz. Coen en de Koningin der Neder landen uit de vaart zullen zijn genomen. Beschikbaarstelling van goedkoope levensmiddelen. Het aangekondigde wetsont werp, waarbij 20 millioen worden aange vraagd voor de beschikbaarstelling van le vensmiddelen, is in den vorm eener aanvulling en verhooging van het Hoofd stuk Landbouw der Staatsbegrooting 1916 bij de Tweede Kamer ingekomen. Uitvoer slachtvee. Door de vereeniging „Belangen van de Vereenigde Mestere in het Spoelingsdis trictgevestigd te Overschie, is een ad et tot den minister van Landbouw gericht, waarin o.a. wordt aangevoerd, dat door de algeheele sluiting der grenzen voor den uitvoer van slachtvee en van rundervlecsch het den veehouders onmogelijk wordt ge maakt hun veestapel aan te houden. Dat immers geen fabrikant op den duur met verlies kan werken en dnt ieder fabri kant, wiens afgewerkte producten alleen een prijs kunnen behalen die lager is don de kosten van grondstoffen en van productie, gedwongen wordt zijn productie in te krim pen en eindelijk geheel te staken. Dat het met de veehouders, die het vea vetmesten om het vetgemest ann de slagers te verkoopen, en die dus feitelijk de vleesch- fabrikanten zijn, niet anders gelegen kan wezen. Dat ook zij gedwongen worden hun pro ductie in te krimpen en hun bedrijf te sto ken, zoodra de priizen van het afgewerkte product beneden de kosten van productie en grondstof dalen, m. a. w. zoodra de prijzen, die de slagers voor het vetgemeste fee go- ven, minder bedragen dan hun kosten tot aankoop van het magere vee en hun kosten van vetmesting. Dat nu dit geval zich voordoet door da tegenwoordiger abnormaal hogge prijzen van het veevoeder en door het gesloten houden der grenzen. Immers zoo wordt in het adres verder aan gevoerd, is de prijs dien de slagers thans voor het vee betalen gemiddeld 0.55 per pond, (welke prijs, indien er geen uitvoer meer wordt toegelaten, eerder neiging tot daling dan tot stijging zal vertoonen), ter wijl echter de kostprijs van het vleesch voor de veehouders thans gemiddeld 0.75 per pond is. Requestrante verklaart bereid te zijn da boeken van al haar leden door of van wege 's ministers departement te doen onderzoe ken, waardoor naar de meening van re questrante de waarheid te dezen opzichte onomstootelijk zal komen vast te staan. Requestrante zegt niet zoo onredelijk te zijn om algeheele vrijheid van uitvoer, waarvan zij ten koste der burgerij zou profi- teeren, te vragen, maar dat zij alleen er de aandacht op heeft willen vestigen, dat de tegenwoordige toestand (algeheel verbod van uitvoer) niet alleen haar leden ten zeerste benadeelt, maar ook de vleeschverbruiker» in de verdrukking zal brengen. Om al deze redenen verzoekt requestrante den minister weder tot het verleenen ven consenten tot vleeschuitvoer te willen over gaan, opdat de hooge prijzen voor één deel van het vee in het buitenland te behalen hef mogelijk zullen blijven maken het grootsté gedeelte in Nederland voor lagere prijzen te blijven verkoopen. Misbruiken In den veehandel. De Leldsche Vleeschhouwers vereenl» ging heeft In haar gisteren avond gehoi*} den vergadering besloten, zich met eei> adres tot den minister van Landbouw, Ni)* door ANNA HUBERT VAN BEUSEKOM. ld Monsieur is en blijft een goedzak, zit danig onder de plak van „dear Emily" en sjouwt de-n heelen dag in zijn moestuin en op zijn land rond, verzorgt zelf zijn dieren en heeft slechts ééns In de week een arbeider om hem met 't allerruwste werk te helpen. Madame be houdt 't pcnsiongeld geheel voor zich en hij verkoopt te Chabeuil zijn mooiste asperges, groenten en later in den tijd ook vruchten cn geeft, behalve het Zondagsche godsdienst onderwijs (dat Ien en ik niet meer bijwonen omdat we zoo zenuwachtig worden van het ▼alsche gezang), nog Engelsche les aan de kin deren van den notaris te Montvendre. Wij zijn er nu pas achter, dat Emilytje zijn tweede vrouw is en dat Germaine en Jeanne de.dochters uit z'n eerste huwelijk zijn. De xoon Victor stierf vijf jaar geleden. Hij was al achttien toen zijn vader her trouwde, maar omdat zijn stiefmoeder en hij elkaar gedurig in de haren zaten is hij toen 't huis uitgestuurd en alleen in den vreemde gestorven, ergens op een farm in Amerika, ge looft Evodie, die ons van de familie-relatie op de hoogte bracht. Met de meisjes kan madame ®ok slecht overweg. Germaine. de verpleegster,1 is nogal zacht, maar Jeanne durft goed van zich af te spreken, zoodat er dikwijls splinters vielen en 't een zegen is voor die twee, dat ze te Marseille een werkkring gevonden hebben, 't Leelijke van 't geval bestaat hierin, dal monsieur en madame schijnen te leven van 't moederlijk erfdeel der meisjes, die beiden meerderjarig, haar geld zouden kunnen op- cischen, maar te goedhartig zijn om haar vader, die zeer ongelukkig in geldzaken ge weest is, daarom te manen, hetgeen niet weg neemt, d3t 't een hard ding voor de arme kin deren moet wezen, de weinig sympathieke stiefmoeder, welke ze „tante Emily," noemen, op deze wijze te laten meegenieten van het kleine vermogentje. ,,'t Zijn werkelijk lieve meisjes cn ik hoop dat u ze allebei ontmoeten zult tijdens uw ver blijf op les Calvaux. Als ik niet zooveel van ze hield en hier niet zulke goede vrienden had, waar ik Zondags heen kan gaan, was i;k al lang gevlogen, dat verzeker ik u," heeft Evodie ons medegedeeld en wij bewonderen haar werkelijk om deze toewijding en zijn vertrou welijker met haar, dan we in een ander geval zijn zouden. „Je ne suis qu'une pauvre petite servante, mais 5a n' empêche pas "que nous pouvons nous aimer n' est-ce-pas," zei ze met zoo'n schat tig snuitje, dat we er werkelijk door geroerd waren en 't er allebei over eens zijn, dat we van Evodie en Quenoppe 't meest houden... Quenoppe is in zijn soort een voorbeeldig dier, slim, trouw en sterk en zeer op ons ge steld ,wat ons zeer te pas komt op onze wan delingen. 's Morgens na het ontbijt doen Ien en ik samen onze kamer aan kant, waar ik dan ga werken tot ?t fameuse diner, terwijl Ien beneden in 'l salon piano studeert, voorname lijk om haar vingers los te houden, want 't is een waar jammerhout. Verder leest ze, schrijft brieven of borduurt op 't grasveldje onder dep iep, zoodat wc 's middags na gedanen arbeid er zeer genist óp uit kunnen trekken, vergezeld van Quen oppe en met stokken gewapend, die ons goede diensten bewijzen bij 't klimmen en dalen, waar we met den dag behendiger in worden. Zalige tochten maken we op deze wijze. Soms geven we ons „goütcr" er aan en komen niet voor zeven uur naar huls, waar toch nie mand zich om ons bekommert, want monsieur heeft werkelijk geen tijd ons te begeleiden en madame zou 't niet kunnen, gesteld dat ze cr lust in had. Wat ik gedaan zou hebben als ik hier zón der Ien beland was, weet ik waarlijk niet cn dat het kind Förster zich 'hier in den afgeloo- pen winter niet doodgekniesd heeft, lijkt me eenvoudig onbegrijpelijk. De beide Amerikaan- tjes, die op dezelfde wijze als wij hier den vorigen zomer doorbrachten, verveelden zich af en toe gruwelijk en zijn van hier uit een reisje door de Midi gaan knaken... Ien en ik hebben dan ook afgesproken heel voorzichtig te zijn in onze uitlatingen omtrent den duur van ons verblijf hier en maand voor maand tc zien wat ons te doen staat. Voorloopig ech ter genieten we met volle teugen van de heer lijke, hooge lucht en onze zalige wandeltoch ten. „O, als we maar schilderen konden," zeg gen we telkens tegen elkaar, maar Ien heeft haar kodak gelukkig bij zich en kiekt er lustig op los, eoodat we toch i c t s al is 't dan ook gebrekkig van al 't mooie om ons heen be waren kunnen. De laatste week Is 't weer vast en helder en de nachtegalen cingea dag en nacht, terwijl de lucht vol is van den geur van seringen, mei- doom en jasmijn. In huis is 't ook dragelijker nu we overal bouquetten neerzetten van wilde appel- en perebloesem cn daartoe madame's leege inmaakpotten cn flesschen mogen ge bruiken. Onze eigen kamer lijkt wel een lust hof en ik heb moeite mijn oogen van de bloe men af te houden, als ik thema's en vertalin gen zit te maken. De berghellingen zitten dik in 't Jonge groen en de grijze sfinxenkop van den Chalamel teekent zich scherp af tegen den diepblauwen hemel. Prachtig bloeit de „sain foin" met zijn pluimen van purpere vlinder bloempjes. 't Is veevoer, zooals bij ons de kla ver, maar zoo'n glooiend velJ in de zon la een rijk, een prachtig gezicht. Op de boerderijen zijn ze druk met de zijwormen in de weer. In iedere woning staat in een veilig hoekje, waar 't niet tochten kan, een groot houten stellage, een soort van reuzen-étagère met drie, vier, viif verdiepingen, waar de jonge „vers a sole" liggen te wriemelen op de pas geheel ontloken moerbeiblaren. De heele ontwikkeling van uit komend eitje tot dikke geel-flossig ingespon nen rups duurt ongeveer zes weken en gedu rende dien tijd zijn vooral de vrouwen en kin deren druk bezig de schrale moerbeiboom»*, die op hun erfje of langs hun akkers geplant zijn, van de blaren te berooYen om daarmee den steeds aangroeienden honger van de zij- rupsten te stillen. Je hóórt ze eten en de reuk, dien ze verspreiden, is vooral als ze niet héél goed verzorgd en verschoond worden, bijna ondragelijk. Met onze zakdoeken voor ontze neuzen gedrukt gaan we af en toe eens kijken, verwonderd dat de menschen in zoo'n verstik kende lucht leven kunnen, maar ze zijn er zoo aan gewend, dat ze ar Biets fieeü binder van schijnen 4e hebben. Als alles goed gaat en de rupsen hun pilch* gedaan hebben, brengt 't heele gedoe zooveel op, dat ze er de pacht of een groot deel cr mee kunnen betalen. La mère Monat heeft gewoonlijk d«8 grootsten oogst. Ze woont op de kleinste hoevé van t gehucht met haar getrouwden zooi schoondochter en kleinkinderen cn we loopeo cr nogal eens dikwijls binnen, omdat 't zoo'4 aardig huishouden is en de boel er ondanks d*j zijwormendrukte zoo keurig uitziet. Werkelijk* madame Bertrands zou hier aan de zindelijk? heid en ordo een voorbeeld kunnen nemen! Mes vers soie so nt toujour» les plui avancés. Au commencement de juin lis seront montés," blufte ze den vorigen Zondag toeni Ien en ik er even aanliepen* „Ziet u, als ze noeg gegeten hebben en heelemaal dik en rond zijn, steken wo overal takjes hel tusschea» de blaren en dan klimmen ze er tegen op en gaan zich inspinnen, «oodat we na enkelq dagen aan 't afwinden van de cocons kunnen gaan, die dan eerst In den oven gedroogd wor^ den. Kom ons maar meehelpen als we aan 't afwinden gaan. Nous appelon» ?a: décocou^ ner. C'est bi en intéressant," verzekerde zy haar Zondagsche muts van witte tulle rechtzet} tend voor 't kleine gebarsten spiegeltje, terwij^ Simoue, de twaalf-Jarige kleindochter, vers^ blaren aan de wriemelende rupsen ga! Lu den, het jongere broertje, met van fonkelende oogen een dikke rups op mijn 1 wilde zetten, zoodat ik van louter hoid een zacht gilletje uitstiet,

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1916 | | pagina 5