N' 271 14d> Jaarganq. DE EEMLAN DER' Dinsdag 16 Mei 1916. BUITENLAND. FEUILLETON. DE TREKVOGELS hoofdredactie: Mr. D. J. VAN SCHAARDENBURG. Uitgevers: VALKHOFF Co.' W= ABONNEMENTSPRIJS: PRIJS DER AD VERTEN.TIËN: Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - O.IO. Afzonderlijke nummers 0.05. Wekeljjksch byvoegsel „De Hollarxdsche Huievroute" (onder redactie van Thérès# Hoven) per 8 mnd. ÖO cta. Wekelyksch by voegsel „Paktne mef' per 8 mnd. 40 ets. Elke rogol meer>0.10. Dienstaanbiedingon 25 cents b\j vooruitbetaling. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handol on bedryf bostaan zoor voordeolige hopaliuLjon tot hot horhaald advertoeron in dit Blad, bij abonnomont. Eene oirculairo, bevattende do voorwaarden, wordl ep aanvraag toegezonden. Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1. Intercomm. Telefoonnummer 66. De „Zomertijd". Heel veel pennen heeft de zomertijd reeds bi beweging gebracht, zonder eigenlijk de rechte snaar te treffen, den toon gevend die dit storing brengen en een juiste tijdsbere kening wettigt. Tal van „witzen", leuke en vervelende, alle echter recht aan de opper vlakte blijvend en van weinig diep-denken getuigend, zijn reeds aan dit onderwerp ge wijd. Er wordt echter wel meer in de richting, welkè in mijn denken is, gedacht; dit blijke uit volgend citaat uit een van Carry van Bruggen's gedachtenulting in Groot-Neder land: „Dat we een nieuw tijdperk tegemoet faan, is duidelijk." Dit woord klinke als een Üfde boodschap. De oorlog dus doet, wat ook voor kwaads stichtte, óók zijn goed v/ork. Hij brengt dus ook nieuw leven, nieu- vc versche gedachten en nieuw intellect en dr een goed einde. De band tusschen de volkeren moge nog zoo zijn verstoord, ten Blote moeten zij toch wederom in 't gareel, door de natuur hun opgelegd. Die band heelt zich immers „vanzelf4'. In dien het overtollige der beschaving, van de voortbrengselen van het menschelijk econo misch leven, zal zijn verdreven, zullen de elkander in haat en nijd vernietigende vol keren elkander wederom de broederhand geven en beseffen, dat zij zich willoos heb ben doen medesleepen door een natuur macht buiten en niet minder in ons, beerschende. Het is echter hiermede mijn doel niet, om aan te toonen de mechanische werking van dit wreed gebeuren, doch na te gaan, een der vele factoren die tot dezen oorlog hebben medegewerkt en daaruit verschillende ga*- volgtrekkingen te maken. Gaan wij eens 't economisch leven na, vóór den oorlog, in vergelijking met 't hui dige, dan komen we aldra tot de overtui ging, dat groote verschillen zijn vast te stel len, dat wij vóór den oorlog een weelde- tijdperk doorleefden, wat wij, omdat wij de tegenstelling niet kenden, niet konden waar- deeren. Wij waren zóó in die gemakzucht gegroeid en zoo verwend door alles, wat ons denken slechts vermocht voort te brengen, dat wij indolent dit alles tot ons namen. Niettegenstaande dat, werkte alles, wat werken kon, mede, tot een nog grooteren bloei van 't economisch bestaan, meenende daardoor een nóg grootere bestaanszeker heid te verweryen. Hoe anders dit alles is uitgekomen, be hoef ik niet te constateeren. Voordien scheen men wel te voelen, dat bij een derge lijke uitbreiding conflicten komen moesten, lioch de maatregelen, daartegen genomen, waren zóó luttel, dat men wel tot de overtui ging komen moest, dat die vrees toch niet zéér groot was. Men heeft geheel weggecij ferd de eerzucht, die in ieder van ons is nedergelegd en niet wijkt voor wat aan onze frootwording in den weg staat. Had men én absolute macht in 't leven geroepen, die alle geschillen zoude oplossen en in der minne schikken* wellicht ware véél, wat nu langs den zuiver-natuurlijken weg wordt op gelost, voorkomen. Doch de mensch wilde dat schijnbaar niet inzien, alhoewel wél op 't bestaan van dit ge vaar gewezen is. Toen eenmaal de kogel door de kerk was, begreep men eerst en werd men wakker geschud uit dezen door ons zelf gewilden slaap. Een tijd als de onze moest namelijk, dit begreep men ontegenzeggelijk een langdu rig verloop der queestie brengen. De tijd, dat alleen hij, die op 't slagveld de sterkste is, de beslissing in handen heeft, is alreeds lang voorbij. Des menschen hand zelf heeft dit omgewerkt en voelt dus dubbel dezen wijzigenden toestand. Ook economische invloeden beheer- schen die. De machten zijn militairistisch gelijk door de moderne hulpmiddelen, die geen onmiddellijk succes kunnen brengen en de voorzorgsmaatregelen, die op dit ge bied door alle Rijken zijn getroffen. Eén weg staat dus open om het conflict op te lossen, nml. economische uitputting. Dtit zien de verschillende Rijken in en de meest begunstigde naar zijn ligging bedient er zich in alle opzichten van. Dat neemt niet weg, dat elk Rijk voor zich poogt, die werking van weerszijden zoo lang mogelijk tegen te gaan, aldus ieder voor zich de meest verstrekkende maatregelen nemen, om het economisch leven zoo weinig moge lijk in eigen land te verslappen. Ook de neutrale landen, die als van zelf de nadee- lige gevolgen van dit proces ondervinden, doen 't «elfde. Ik geloof daarom, dat de Zomertijd mag worden opgevat als een verschijnsel, het doet zich toch ln de verschillende Rijken voor dat een naderende oplossing van het conflict doet vermoeden; ln leder geval een vermindering van 't te overvoerd econo misch bestaan doet vaststellen en daarom een verblijdend verschijnsel is. Moge daar om 't instituut volgend jaar een ander dag licht mogen aannemen en een einde van den oorlog mogen vieren. A., 12/5 '16. H. E. v. V. De oorlog. B e r lij n, 15 Mel. (W. B.) Bericht van het opperste legerbestuur uit het groote hoofdkwartier van heden voormiddag. In vele frontsectoren was de wederzijdsche artillerie- en patrouillewerkzaamheid leven dig. Pogingen van den tegenstander om onze pas gewonnen stelling bij Hulluch weder te nemen, werden, voor zoover zij niet in ons artillerievuur ineen vielen, in een bajonetstrijd verijdeld. In het strijdgebied aan de Maas werden aanvallen van de Fianschen aan de weste lijke helling van den Mort-homme en bij het Ceillettefcoach zonder moeite afgeslagen. P a r ij s15 Mei. (Namiddag-communi qué). Ten Zuiden van de Somme nabij Vermandevillerts zijn de Fransc'nen geslaagd in een coup de main, die hen in staat stelde een Duitsohe loopgraaf der eerste linie van vijanden te zuiver&n. In Champagne was eene groote werkzaamheid van de beide ar- tilleriën in den sector van Maison de Cham pagne en de Butte de Mesnil. Een. inval in een Duitsch versterkingswerk ten Westen van den Mon Tetu stelde de Franschen in staat een vijftigtal gevangenen te maken. Nabij Verdun was een bombardement in de streek van het bosch van Avocourt en heu vel 304. Londen, 1 5 M e i. (R.) Er was gisteren avond en gisterennacht een aanmerkelijke activiteit op ons front tusschen Loos en het kanaal van Bethune naar La Bassée. De vijand bombardeerde hevig kleine gedeelten van een loopgraaf ten oosten van Bethune; een aantal hunner slaagde er in binnen te dringen, doch werd er binnen weinige mi nuten weer uitgeworpen. Wij hebben met succes Duitsohe stellingen gebombardeerd ten noorden van het Hohenzollern-werk. In den avond deden wij, meer naar het noor den, juist ten zuiden van het kanaal een mijn springen, op 25 yards afstand van het front onzer loopgraven, hetgeen een krater deed ontstaan. Na een kort bombardement maalden wij ons meester van den rand van den krater, waarbij wij gevangenen mtakten en ver scheidene doode Duitschers vonden. Aan belde kanten ontploften mijnen ten noord westen van Hulluch. Er waren geen infan- terie-gevechten. Wij bombardeerden met succes de vijandelijke posities tegenover Fauquisart en brachten een loopgraafmor tier der Duitschers bij Stebon tot zwijgen. B e r 1 ij n, 15 Mei. (W. B.) Bericht van het opperste legerbestuur uit bet groote hoofdkwartier van heden voormiddag. Er is niets bijzonders gebeurd. Petrograd, 15 Mel. (P. T. A.) Offi cieel. De groote generale staf deelt mede: Op het front van het leger van generaal Evert was de Duitsche artillerié op sommige plaatsen zeer bedrijvig. Weenen, 15 Mel. (W. B.) Stafbericht. Gisteren ontwikkelden zich ln verschillende sectoren levendige artillerie-geveohten, die ook heden nog voortduurden. In den loop van den nacht hebben onze vliegeniers overvloedig bommen geworpen op de Adria-versterklngen bij Monfalcone, het station Corsignano en nog enkele mili taire werken. Alle vliegtuigen zijn onge deerd teruggekeerd. Ten westen van San Martino heeft onze infanterie den vijand uit zijne vooruitge schoven loopgraven geworpen en tal van tegenaanvallen afgeslagen. Aanvallen der Italianen ten Noorden van den Monte St. Michele zijn mislukt. De stad Görz is 's avonds beschoten. Ook ten Noorden van het bruggehoofd van Tolmein zijn de Oos- tenrijksche troepen herhaaldelijk in de Ita- liaansche loopgraven gedrongen. Rome, 1 5 M e I. (Stefani.) Officieel staf- bericht. In de streek van Adamello voltooiden on ze Alpenjagers de inbezitneming van de heuvelkam ten westen van de gletschers van Fargonda en van Lanes en bezetten ze een deel van het gebied tusschen Brozzon di Fargerida en Brozzon di Lanes. Ook werd door een aanval bezit genomen van de stel ling van Brozzon del Diavolo, ter hoogte van 3015 meters, waar een twintigtal gevange nen gemaakt werden. In de vallei van Ledro wordt melding gemaakt van nieuwe vorde ringen van onzen opmarsch op de Monte Merone. Na een hevig artillerievuur op onze stel lingen ten noorden van de vallei, ondernam de vijand een aanval teggen Comadelle ten noorden van Lenzumo, doch hij werd onmid dellijk teruggeslagen. Op het front van de vallei van Lugama tot aan het begin van de vallei van Assa onder hield de vijand gisteren een hevig geschut- vuurt, waarop onze batterijen krachtig ant woordden. Een projectiel van groot kaliber viel op Asagio, onder de bevolking weinig gewonden makende. Eveneens had een he vig artillerie-bombardement plaats aan het Isonzofront vanaf den Monte Nero tot aan zee. Gedurende den nacht werden kleine vijandelijke aanvallen ondernomen in de streek van Plava en San Martino op het Carsoplateau, die onmiddellijk afgeslagen werden. B e r I ij n 15 Mel. (W. B.) Bericht van het opperste legerbestuur uit het groote hoofdkwartier van heden voormiddag. Er zijn geene bijzondere gebeurtenissen te vermelden. SalonikI, 13 Mei. (Havas). De ver- eenigde Duitsche en Bulgaarsche artillerie heeft Mayes gebombardeerd, waarbij alleen slachtoffers werden gemaakt onder de bur gerlijke bevolking. Men schat dat er 19 per sonen getroffen werden, waarvan 14 zijn ge storven. B e r lij n15 Mei. (K. N.) Uit Athene wordt aan de Voss. Ztg. geseind, dat de bla den dagelijks berichten Inhouden over troe pen-verplaatsingen in Macedonië. Er wordt bevestigd, dat de Serviërs den linkervleugel zullen Innemen van de troepen der geal lieerden. Voortdurende cavallerie-operatiën langs het geheele front moeten vermoede lijk de bewegingen der tToepenafdeelingen bedekken. Petrograd, 15 Mel. (P. T. A.) Offi cieel. De groote generale staf deelt mede: Bij Mamachatoen streden Russische ver kenners met goeden uitslag. Bij Diar Bekir sloegen de Russen door hun vuur een offensief van Koerden af. Petersburg, 15 Mei. (Tel.-agent- schap.) Stafbericht. In de richting van Mos- soul hebben onze tToepen een inval gedaan in de stad Revandouze, waarbij ze zich mees ter hebben gemaakt van de munitie-opslag plaatsen. De vijand nam overhaast de vlucht, onder achterlating van convooïen levensmid delen en oorlogsmateriaal. Onze cavalerif zit den tegenstander op de hielen. Konstantlnopel, 14 Mei. (\V, B.) Communiqué van het hoofdkwartier Aan het Irakfront is geen verandering. Aan het Kaukasusfront was een onbedui dend vuurgevecht in eenige sectoren. Van de overige fronten is geen tijding van nif gewicht. Weenen, 15 Mei. (W. B.) Stafbericht In den namiddag van 13 Mei heeft een eska der van onze marine-vliegtuigen met succes bommen geworpen op de verdedigingswer ken van Walona en het eilandje Saseno. Her vliegeskader is niettegenstaande het heftige afweervuur, behouden weergekeerd. Belgrado, 15 Mei. (W. B.) De Hon- gaarsche minister-president graaf Tiszn i« gisteren te Sabac aangekomen. Hij werd aan de grens verwelkomd door den militairen gouverneur graaf Salis Sevis. Graaf Tisza begaf zich vervolgens van Sa bac naar Waljewo. B e r 1 ij n, 1 5 M e i s. (K. N.) De officieuze inlichtingendienst betreffende de voedings kwestie deelt over de vooruitzichten betref fende den oogst in dit jaarmede: De nieuwe oogst biedt in vergelijking met 't vorige jaar veel gunstiger vooruitzichten. Onvergelijke lijk veel beter dan het vorige jaar zijn de winterzaden in het voorjaar uitgekomen De zaadstond is uitstekend. De weide- en kla vervelden vertoonen een niet minder verblij dend beeld dan de groentelanderijen en oofttuinen. Hierbij komt de waardevolle on dersteuning door de uitbreiding van terrein ontginningen, waardoor waardevolle graan-, aardappelen- en groenten-oogsten te wach ten zijn. Ook de ln het vorige jaar verwoeste stre ken in het oosten zullen normale oogsten en zaadrendementen geven. Wat de rijke koren schuren van Koerland, Litauen, Polen, Bel gië en Noord-Frankrijk zullen opleveren, be- teekent een aanmerkelijke ontlasting van de binnenlandsche voorraadschuren. Het jaar 1915 was het critieke keerpunt voor den overgangstijd van normale vredes toestanden tot volslagen nieuwe en on bekende voortbrengingsvoorwaarden. De oorlogstoestand kon van zelf sprekend ge- vaarlijke verrassingen brengen en heeft zeer zeker zorgen en nooden gebracht. Doch deze werden overwonnen. Het nieuwe jaar vindt ons georganiseerd. Wij kunnen met vertrou wen zeggen: Hoe langer de oorlog duurt, des te beter organlseeren wij ons, indien slechts de vastbesloten wil en de opgewektheid voor het werk behouden blijven. Petersburg, 15 Mei. (P. T. A.). De Roeskoje SIowo publiceert een memorie van den minister van financiën betreffende den invloed van den oorlog op verschillende tok ken van het maatschappelijke leven in Rus land. Het blad doet vooral uitkomen de ge volgen van het verbod van spiritualiën en wijnen en doet in dit verband het lioht vol len op de volgende feiten: Het verbod van Ondervinding is de naam dien men aan ®'n misstappen geeft. door 'ANNA HUBERT VAN BEUSEKOM. 20 „Mind your horse, Samuel," was alles wat ee zei en ze schikte ondanks het warme weer, inet onheilspellend gelaat de oude reisdeken Jover hare knieën. „Mind yourself," gaf hij daarop voor zijn Hoen, met ongepaste vrijmoedigheid terug en toen, zeker om een eind te maken aan de dis- jcussie, begon monsieur oen deuntje te fluiten, Jiet vroolijk de zweep kbppen en in vluggen iÜr^f daalden we den witten weg af, waar de /wind in de hooge popels ruischte en de bloei ende meidoornhagen hun zoet-prikkelenden igeur uitzonden. Verderop tusschen de rotsen (kleurden de goudgele bremstruiken als leven- fde zonneplekjes tegen de grijsgroene hellin gen. De zon scheen helder aan den wolkeloo- teen hemel, de vogels zongen lustig en de tt)lauwc bergen der Cevennen lokten zoo ver- geldelijk uit de verte, dat 't zelfs madame Ber- trands te zwaar viel zichzelf gelijk te blijven Wi haar rol-vanjboos-zijn voort te zetten. cn ik keken onze oogen uit en spraken 0een woord, hoewel ik voor mij er niets tegen jgehad zou hebben een deuntje mee te fluiton mot monsieur, die genoot, omdat wii cenolen. en omdat zijn vrouw zoo „ziender-wijze" bij trok. „N e&t-ce-pas que la France eot belle," riep hij vol vuur zijn zweep zwaaiend naar de vlie gen, die den armen Aiglon teisterden en vóór we Montvendre met zijn „Porte du moyenóge (waar men jammer genoeg allerlei reclame's opgeplakt had) geheel doorgereden waren, was Emily bijgedraaid en begon ze over de iukoopen, die ze te Valence doen wilde. We hadden nog meer dan een kwartier voor 't vertrek van de stoomtram, toen we eenmaal te Chabeuil waren, zoodat de manden groen ten nog afgeleverd en Aiglon naar hehooren gestald kon worden. Madame, die er wel wat vreemd uitzag met haar hoed-met-sluier en haar buitenmodelsch beige manteltje, ging op de houten bank voor T slationsgebouwtje een paai' vuile glacétjes zitten aanwurmen en dischte ons even later in de tram allerlei bi/onderheden op over madame Rouehaud. Zij kon zich maar niet begrijpen, dat iemand, die 't zóó goed in de wereld hebben kon als Marie Rouchand, 't zichzelf zóó moeilijk maakte met altijd maar voor alle arme menschen klaar te staan. Zij madame Bertrands zou een heel ander leventje lelden in haar plaats! 't Was waar, Marie had heel veel verdriet ge had: eerst haar eenig kind, een jongetje van zes jaar, verloren en een paar jaar later haar man. Doch dat was nu al bijna vijftien jaar geleden en een mensch kan toch niet altijd door blqven treuren! Als hóór zooiets getrof fen had en ze was zoo rijk als Marie, "nu dan zou ze gaan reizen en den tijd, dien ze thuis doorbracht, slijten fn een mooi ingericht en gemakkelijk huis met veel bediening. Een auto zou ze zich aanschaffen om dikwijls met vrien den uit rijden te gaan en natuurlijk zou ze altijd lekker willen eten, veel uitgaan en zich stellig een pianola aanschaffen, want o, ze hield toch zooveel van muziek! Vroeger had ze net zoo goed gespeeld als mademoiselle Ina en ook heel mooi gezongen en ze weidde weer uit over haar meisjesjaren, terwijl monsieur verdiept zat ln een krantje, dat hij nog gauw te Chabeuil gekocht had. Blijkbaar haalde hij zijn schade in, want op les Calvaux wordt geen krant gelezen. Madame Cébléracque krijgt af en toe een blaadje, „Le Progrès", dat haar dochter uit Montvendre wel eens voor haar meebrengt als ze haar moeder komt bezoeken. Het bevat veel fijn-uitgeplozen moorden en kippevelaanjagende sensatiever halen, die Zebbel-Tnaar-raakje op klaaglijken toon drie, viermaal achtereen pleegt voor te lezen. Indien Ien en ik dus niet geregeld onze Hollandsche couranten ontvingen, zouden we van toeten noch blazen weten. „Als er iets bizonaers gebeurt hooren we 't hier toch wel", zei monsieur toen er on langs over gesproken werd, maar de belang stelling, waarmee hij nu dit kleine prulleblad 2at te lezen, bewees wel dat de wereldsche zaken hem niet geheel koud lieten. Twee boerenvrouwtjes over ons zaten in een onverstaanbaar dialect druk te rede neeren en begonnen na een oogenblikje zoo smakelijk hompjes brood en kaas naar bin nen te werken, dat Ien me zachtjes aanstiet en zei„Daar krijg ik nou heusch honger van." „Wacht maar tot we in Valence zijn I Daar zullen we in een van de beroemde ban ketbakkerswinkels onze holle maagjes eens te goed doen l" „Dan fuif ik ie," beloofde Ien met haar beursje rammelend en we zagen elkaar met vraatzuchtige blikken van verstandhouding aan. De tram reed nu de stad binnen door de „Allée de Chabeuil" een reeks huizen met groote tuinen. De meeste tuinen waren ech ter met hooge ijzeren hekken en poorten van de sbaat gescheiden, zoodat we er slechts af en toe eén verkwikkend kijkje in konden slaan. Nooit zag ik zulke prachtige zwaar ge troste blauwe regens en zulke sneeuwwitte meidoorns 1 Op de „Place de Ia République" een der drukste stadsgedeelten, verlieten we de tram om den goeden Samuel eendrachtig aan een nieuwen stroohoed te gaan helpen. We volgden het echtpaar Bertrands daartoe ln een nauwe zijstraat, en met on9 vieren traden we binnen in een klein winkeltje, waar een viezig mannefje-in-hemdsmouwen een stapel witte stroohoeden met donkergroene donkerblauwe en zwarte lintjes ter keuze voor ons op de toonbank legde. Monsieur zette ze een voor een op en keek dan telkens hulpeloos eerst in den spiegel en dan naar ons, maar na eenig gewik en ge- weeg besliste madame, dat 't er een met een zwart lintje zijn zou, als zijnde 't meest ge past voor een man van Samuel Bertrands' waardigheid, hoewel Ien en Ik allebei dui delijk meenden te bespeuren, dat monsieur een verliefden blik naar een exemplaar met groen lintje geworpen had a s Doch hij zei enkel „Allons done. Ce que femme veut zette gelaten den nieuwen hoed op en be taalde, terwijl het winkelmeneertje den ouden in een papieren zak deed en met een grijns het pakje over de toonbank aanreikte Ik zag zijn leelijk tronietje nog naar ons gluren toen we gevieren 't sombere straatje door gingen en was 't geheel met Ina eens, die zachtjes mompelde „Hè, wat een onguur manne-menschje V' Monsieur, onbewust tóch gewichtiger dan anders met zijn chique hoofddeksel, stelde nu voor dat ieder zijns weegs zou gaan, om elkaar dan tegen half vier bij madame Rou ehaud, Avenue Victor Hugo 12, te ontmoe ten. Hij moest tuingereedschappen hebben, waar Emily toch geen verstand van had en er waren altijd zooveel boodschappen te doen dat we 't was al bij half drie on zen tijd wel noodig zouden hebben en hof felijk groetend verdween monsieur, vóór ma dame iets in 't midden gebracht had. Ik bevond me in de treurige noodzake lijkheid nieuwe huispanloffeltjes te moeten koopen, daar ik met mijn oude paartje een middag, toen lk geen zin had eerst laarzen te gaan aantrekken, een klauterpartij op de rotsen ondernomen had, waardoor ik bij manier van spreken op mijn kousen naar huls gekeerd was. Ina moest fotografie-be- noodigdheden hebben en madame allerlei huishoudelijke artikelen, maar zóó verschil lend konden onze behoeften niet zijn, of in den „Bazar de la Croix d'or" een soort Wa^ renhuis, zouden we alles kunnen krijgen^ goed en niet duur, .erzekerde madame erf wij besloten dus daar eerst een kijkje tf nemer\. (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1916 | | pagina 1