"BINNENLAND.
reene bijzondere gebeurtenissen te vermel
den
v S a 1 o n i k i2 4 M e 1. (Haves). De over
brenging van de Servische troepen ge
schiedt in volmaakte orde; zij nadert nu het
•inde.
Konstantlnopel, 23 Mei. (W. B.)
Communiqué van het hoofdkwartier.
Er is niets van belang gebeurd op de ver
schillende fronten.
Petersburg, 24 Mei. (Tel.-agent-
schap). Communiqué van den grooten ge-
nersiar. staf.
Aan het Kaukasische front viel niets bij
zonders voor.
Parijs, 2 4 Mei. (Havas). Het Noor-
weegsche stoomschip Tjorno is getorpe
deerd.
f. onden, 24 Mei. (R.) Bericht van
Lloyds. Een nlet-officieel bericht houdt in,
'dat het Russische schip Regina en de fta-
Hennsche schepen Roberto en Genista door
duikbooten in aangevallen.
Chris:, n i a, 23 Mei. (hlavas.) De
Duitsche ie, ering heeft de Noorwecgsche
laten weten, daj zij alle verantwoordelijkheid
In zake de Pans, de Kamik en de Silius van
zich wijst, daar het verlies dezer schepen
slechts beschouwd kan worden als een ge
volg van de operatiën, door Duitschland te
gen de haven van Le Hêvre gevoerd. De
Noorsche regeering antwoordde, dat zij zich
het recht voorbehield een eisch tot schade
vergoeding in te dienen, wanneer bewezen
wordt, dat deze schepen het slachtoifer zijn
geworden van een aanval, door Duitsche
Schepen gedaan, zonder rekening te houden
met de teekenen, die hunne nationaliteit aan
gaven.
Washington, 24 Mei. (R.) President
Wilson is gisteren gereed gekomen met de
nota aan Groot-Brittannië over de kwestie
van de Amerikaansche post. De nota is
gezonden aan het staatsdepartement. Men
verwacht, dat staatssecretaris Lansing haar
heden zal onderteekenen. Zij zal dan dade
lijk naar Londen overgeseind worden.
B e r 1 ij n2 4 Mei. (W.-B.). In het begin
van de ritting van den rijksdag roemde de
nieuwe strntssecretaris van binnenlandsche
zaken Helfferlch de verdiensten van zijn
voorganger Delbrtlck. Hij ging daarna al
dus voortMij werd het afscheid van mijn
vroeger arbeidsveld vergemakkelijkt door het
bewustzijn, dat het bestuur van de rijks
financiën in goede krachtige handen ligt en
dat 90 pet. van onze oorlogsuitgaven door
leeningen op langen termijn gedekt zijn, ter
wijl in Engeland meer dan de helft, in
Frankrijk driekwart door credieten met kor
ten omlooptijd gedekt zijn. De behandeling
van de aanhangige belastingvoordrachten op
den uitgebreideren grondslag, die door de
betrokken commissie is gelegd, voegt een
nieuwen vasten steen in het fundament van
'de rijksfinanciën. Door eendrachtig samen
werken zullen wij met Gods hulp den oorlog
uithouden en in den vrede economisch
voortbestaan en een vrij veld voor de her
vatting v|i den vredesarbeid verkrijgen.
(Luide instemming).
Londen, 24 Mel. (R.) In het Lager
huis hebben de pacifisten Ponsonby en Ram
say Macdonaid de aandacht gevestigd op de
laatste gesprekken, die Grey en Von Beth-
mann Hollweg voerden met Amerik. dagblad
schrijvers. Zij betoogden, dat niets in de
woorden van den Duitschen rijkskanselier in
Strijd is met Grey's verklaringen en dat er
derhalve geen onoverkomelijk beletsel be
staat tegen vredesonderhandelingen.
Grey antwoordde: Indien ik geloofde dat
'de Duitsahe regeering, de openbare mee
ning in Duitschland en de oorlog in een
stadium waren gekomen, waarin de regee
ringen der geallieerden een vrede, die be
staanbaar is met hunne oogrtterken, konden
bevorderen door het houden van redevoe
ringen over vrede, zou ik dozijnen zulke re
devoering! ;n houden. Die tijd is echter nog
niet gekomen. Alle geallieerden zijn gehou
den geene vredesvoorwaarden kenbaar te
maken, anders dan gemeenschappelijk, en
wij kunnen geene verklaring afleggen over
voor ons zelf en onze bondgenooten aanne
melijke vredesvoorwaarden, dan na raadple
ging met onze bondgenooten.
Ponsonby zoo ging Grey voort
beeft er op aangedrongen dat de Duitsche
rijkskanselier en ik ons niet zullen begeven
In wederzijdsche beschuldigingen over de
oorzaken van den oorlog, maar ik herhaal
wat ik reeds zoo vaak heb gezegd: Deze
oorlog had voorkomen kunnen worden als
Duitschland de voorgestelde conferentie
had aanvaard. Waarom is zij niet aanvaard?
Omdat de goede wil ontbrak. Slechts kort
te voren was de conferentie over de Balkan
kwestie gehouden. Ik wilde dat de Duitsche
en de O, H. regeeringen de aan hen uit
gebrachte rapporten over de rol, .die wij
in die conferentie hebben gespeeld, publi
ceerden. Ik heb ze nooit gezien, maar ik ben
er zeker van dat ieder, die de conferentie
heeft bijgewoond, bereid zou zijn te verkla
ren, dat de houding der Engelsche regeering
steeds volkomen te goeder trouw is ge
weest.
Grey legde er den nadruk op dat rijn
persgesprek geen nieuwe verklaring bevat-
te
Wanneer de rijkskanselier zegt, dat eene
nieuwe conferentie tegen Duitschland zou
zijn gebruikt, dat men zich den tijd ten nutte
zou hebben gemaakt om zich tot den oorlog
voor te bereiden enzoovoorts (wat hij des
tijds niet heeft gezegd), dan zeg ik, dat de
houding, die wij hadden in acht genomen
tijdens de pas afgeloopen conferentie, ons
aanspraak gaf te zeggen, dat eene conferen
tie zooals aan den vooravond van dezen oor
log is voorgesteld, eene was, welke zij, die
do ondervinding hadden van de voorafge
gane conferentie, moesten hebben aange
nomen met verhouwen en goeden wil. (In
stemming).
Ik kan het niet eens zijn met Ponsonby,
dat het interview van den Duitschen kanse
lier of de rede, die in de vorige maand door
den Duitschen kanselier is gehouden, die
geneigdheid tot den vrede aanduiden, die
hij er in scheen te vinden. Wanneer Duitsch
land bereid is al de voorwaarden, die Pon
sonby noemt, aan te nemen, waarom zegt
Duitschland dit dan niet?
Berlijn, 24 Mei. (W.-B). De rijkskan
selier heeft bij de ontvangst van de leden
van het Turksche parlement eene rede ge
houden, waarin hij hulde bracht aan de
Turksche dapperheid, waarop het dogma van
de Britsche onoverwinnelijkheid in stukken
brak, en wees op de beteekenis van het
Duitsch-Turksche bondgenootschap, dat zich
niet uitput in roemrijke daden van het
zwaard. Het is voor het Duitsche volk eene
zaak des harten, na den voltooiden wapen-
arbeid ook in de werken des vredes trouw
elkaar bij te staan. Duitschland en Turkije
hebben elkaar veel te bieden. Op den ge
zonden grondslag van een geven en nemen
in wederkeerige aanvulling en elkaar achten
de gelijkgerechtigdheid rijn de beide volken
geroepen op het gebied van economie, kui
tuur en recht nieuwe waarden in 't leven te
roepen. Om dit doel te bereiken, moet men
elkaar steeds beter leeren kennen en ver
staan en daarvoor kan dit bezoek goede
diensten bewijzen.
B e r I ij n, 23 Mei. (K. N.) De juist versche
nen of[icleele statistiek over 1915, toont aan
dat Duitschland 't vorige jaar een misoogst
heeft doorgemaakt, gelijk die in tientallen
van jaren niet voorgekomen is. De reden
daarvan was het buitengewoon slechte we
der In het voorjaar en in den zomer van
1915. Daardoor werden in 1915 slechts
9,152,402 ton rogge en 3,855,841 ton tar
we, totaal dus 13,008.243 ton broodkoren
geoogst. In het vredesjaar 1913 wer
den daarentegen 4,655,956 respectievelijk
12,222,934 ton, totaal derhalve 16,878,350
ton geoogst, bovendien werd nog ongeveer
een millioen ton ingevoerd. Een vergelijking
der cijfers wijst uit met welke moeilijkheden
de levensmiddelenvoorziening van Duitsch
land het vorige jaar te kampen heeft gehad.
De geringere opbrengst van veevoedergraan
was nog grooter.
De haveroogst bedroeg 5,986.034 ton
tegen rond 9,000,000 ton in 1914 en on
geveer 10,000,000 ton in 1913. De zomer-
gerst bracht 2,483,752 ton op. of rond IK
millioen ton minder dan in 1913. Telt men
de opbrengsten van tarwe, rogge, gerst en
haver bij elkander, dan bedraagt de min
dere opbrengst in 1915 tegenover 1913,
rond 9,000,000 ton. Ook in andere op
zichten waren de oogstuitkomsten van vee
voeder verre van overvloedig; de klaveroogst
was in de laatste tien jaren op een na de
slechtste, en de weidevoortbrengselen op
twee na de slechtste. De misoogst van het
vorige jaar, die gepaard ging met het stop
zetten van de geregelde invoeren van vee
voeder, oefende uit den aard van de zaak
den meest nadeeligen invloed uit op den
veestapel die met geweld belangrijk vermin
derd moest worden. De vleeschvoorziening
heeft ongetwijfeld nog langen tijd te wen-
schen overgelaten.
Voor den oogst 1916 zijn de vooruitzich
ten zeer goed.
Berlljn,24 Mei. (W. B.) In de begroo-
tingscommissie van den rijksdag deelde de
onderstaatssecretaris in het rijksdepartement
van binnenlandsche zaken Michaelis, voor
zitter van de directie van het rijksgraanbu-
reau, mede, dat uit het onderzoek naar de
voorraden broodgraan is gebleken, dat niet
alleen de voor den overgang in het nieuwe
oogstjaar vereischte 400,000 ton aanwezig
zijn, maar bovendien nog 102,000 ton. Er
zijn daarom nog 100,000 ton broodgraan
beschikbaar gesteld boven en behalve het
opgemaakte verdeelingsplan, om in de eerst
volgende weken een buitengewoon brood
rantsoen te kunnen verleenen aan de bevol
kingskringen, die onder de bestaande om
standigheden meer bijzonder op broodvoe
ding zijn aangewezen.
Verspreids Berichten.
Belgen ingelijfd In Kei
Duitsche leger.
Men schrijft van Belgische zijde:
De Belgische regeering staat op hef punt
bij de neutrale staten een protest In te stu
ren tegen een nieuwe schending van het
volkenrecht, die door de Duitsche regeering
zou bedreven zijn. Deze zou bij haar leger
hebben ingelijfd de weerbare Belgen, die
sedert jaren in Duitschland woonden en er,
bij het uitbreken van den oorlog, niet bui
ten konden.
De Duitsche regeering acht zich gerech
tigd tot die daad Ingevolge de bepalingen
van het Burgerlijk Wetboek van België,
waardoor het Belgische burgerschap ontno
men wordt aan alle uitgeweken Belgen,
welke bij de mobilisatie zich niet tijdig aan
melden.
Het moet echter de Duitsche regeering
niet onbekend zijn dat die bepalingen afge
schaft werden door de nieuwe legerwet van
1909, welke Leopold II op zijn sterfbed nog
onderteekende.
Dit zal nog herinnerd worden in de pro
testnota der Belgische regeering.
Kameroverzicht
Tweede Kamer.
De Kamer besloot in de ritting van
Woensdag het ontwerp tot het aangaan van
een Indische 5 pet. geldleening van 80 mil
lioen onmiddellijk te behandelenvooral had
de heer Van Yuur en beewaar gemaakt
tegen btfiandling tijdens de afwezigheid van
den minister van koloniën.
Dezelfde afgevaardigde klaagt ernstig
over de toelichting, speciaal wat betreft den
koers en de wijze van uitgifte en het rente
type, terwijl de heer De Meester, even
als de heeren Fock en Bogaard t, be
denkingen opperden tegen de guiahelcom-
misste waardoor sommige bankiers K pet.
boven de gewone provisie zullen ontvangen.
Hij zou ook de aflossing liever in 40 dan in
25 jaar zien geschieden.
De heer Boissevain zou den koers
van uitgifte gaarne in de wet zien vastge
legd en de heer Ter Laan zou een rente
van 4M pet. voldoende hebben geacht.
Minister van Gijn verklaart, dat 't
de bedoeling is, dat de Staat zelf de leening
zal uitgeven, evenwel moet de mogelijkheid
van uitgifte door een consortium open blij
ven. In het laatste geval zal echter klere
wijn moeten worden geschonken omtrent de
preferentie. De minister zelf is geen bewon
deraar van de guichetcommissie, in dit ge
val evenwel nuttig als de Staat zelf tot uit
gifte besluit.
Het ontwerp wordt zonder stemming aan
genomen, waarna wordt voortgegaan met de
behandeling van het Buitengewone Oorlogs-
crediet van 100 millioen.
De heer Ter Laan ('s-Gravenhage)
(S. D.) heeft groote grieven tegen het beleid
van het Departement van Oorlog. De toe
stand in de hospitalen is slecht. Ernstig
protesteert spr. tegen het opleggen door den
opperbevelhebber van bijkomende straffen
aan hen, die eigenmachtig Paasclwerlof
namen.
Hij klaagt voorts over gebiek aan waar
deering jegens de mobilisatieclubs en dient
een motie in, waarin wordt uitgesproken,
dat grondige verbetering van den genees
kundigen dienst dringend noodzakelijk is.
Dee heer Van der Voort van Zijp
(A.-R.) klaagt over schrielheid ten aanzien
van de vergoedingen en deelt in de grieven
van den heer Soheurer tegen den genees
kundigen dien6t Hij dient een motie in,
waarin onderzoek door een staatscommissie
naar de noodtoestanden bij den geneeskun
digen dienst wordt gevraagd.
Te halfvijf worden de beraadslagingen
verdaagd tot morgen elf uur.
Berichte».
De Staatscourant van heden 24 Mei
bevat o. a. de volgende Koninklijke be
sluiten:
op verzoek eervol ontslagen wegens ge
zondheidsredenen J. Z. Risch Czn. als agent
der Rijksverzekeringsbank;
op non-activiteit gesteld wegens tijdelijke
ongesteldheid de majoor P. Aronstein, van
het 4e regiment veld-artillerie;
benoemd bij de bereden artillerie tot kapi
tein de le luitenant jhr. F. S. Op ten Noort,
van het 2e regiment veld-artillerie en bij
het 4e regiment veld-artillerie tot majoor de
kapitein G. F. baron van Till, adjudant van
het korps;
benoemd bij de cavalerie tot luitenant
kolonel de majoor J. M. baron van Boecop
van het wapen, commandant van het inter-
neerings-depot te Wierickerschans;
benoemd tot adjudant bij de jagers de le
luitenant H. W. B. Croiset van Uchelen van
het korps;
benoemd tot reserve-kapitein de gepen-
sionneerde kapitein der infanterie C. J. Ipen-
burg van het Indische leger;z
benoemd bij de militaire administratie tot
reserve 2e luitenant voor speciale diensten
de dienstplichtige sergeanten M. H. Kleijn,
van de grenadiers en J. Delsman, van het
7e regiment infanterie en mr. J. E. van der
Meulén, van het 20e regiment infanterie;
benoemd tot burgemeester vqn Nieuwer
Amstel A. Colijn;
op verzoek eervol ontslagen J. E. van Re-
nesse als schoolopziener in het district Arn
hem; idem H. Linthout als directeur van het
post- en telegraafkantoor te Uitgeest;
eervol ontheven van het tegenwoordig be
heer als directeur van het post- en telegraaf,
kantoor te Helmond D. B. Jochems, zullende
hij tijdelijk met een anderen werkkring wor
den belast;
benoemd tot opzichter 2e klasse bij het
stoomwezen G. J. Both, le machinist bij de
Ned.-Indische Tankstoomboot-Maatschappij
te Amsterdam;
op verzoek wegens volbrachtejjl diensttijd
eervol ontslagen uit den militairen dienst
met behoud van recht op pensioen, onder
dankbetuiging voor de langdurige diensten
den lande bewezen en toekenning van den
titulairen rang van luitenant-generaal de ge-
neraai-rqajoor der artillerie van het Indische
leger H. C. Kronouer.
eervol ontslag verleend, op zijn verzoek, aan
den heer J. D. Viruly, uit zijne betrekkingen van
kanselier bij Hr. Ms. gezantschap te Partje en
van consul der Nederlanden aldaar.
De waarneming van het consulaat is opgedra
gen aan den vice-consul, den heer J. ten Cote,
aan wicn in het Nederlandsch kan worden ge
schreven
eervol ontslag verleend, op zijn verzoek, aan
L. C. baron van der Feltz, uit zijne betrekking
van lid van. het college van regenten over de
gevangenissen te Leeuwarden, onder dankbetui
ging voor de als zoodanig bewezen diensten;
eervol ontslag verleend, overeenkomstig zijn
wensch, aan den gepensionneerden luitenent-
kolonel van den provincialen staf J. 5. Tromp,
als plaatsvervangend voorzitter van den keu
ring sraad voor de lichting 1917 in het eerste
militiedistrict van Limburg;
benoemd tot plaatsvervangend voorzitter van
dien keuringsraad, de gepensionneerde luitenant
kolonel F. J. A. H. Hendriksz, die met ingang
van 1 Juli 1916 is benoemd tot militieoosnmie*
saris in genoemd district;
benoemd tot leeraar aan den Rijkstuinbouw-
winterschool te Naaldwijk, met Ingang van den
datum waarop hij zijne betrekking zol aanvaar
den. M. G, Visser, te Heerhugowaard,
H. M. de Koningin is voornemens oen
bezoek te brengen aen de Marine- en Ma-
rine-HuisvlijttentoonsïelIing, welke a.s. Vrij
dag te Den Haag geopend wordt, ter ge
legenheid van het 10-jarig bestaan der Ne-
derlandsche Vereeniging „Onze Vloot".
Ook heeft H. M. het voornemen een gedeel
te bij te wonen van den herdenkingsavond
in het Kurhaus te Scheveningen.
Afwezige Kamerleden.
Naar men verneemt, zal Jhr. J. W. J. C. M
van Nispen tot Sevenaer, lid der Tweede
Kamer voor Rheden, voor eenige weken
naar het zuiden des lands vertrekken, in ver
band met zijn gezondheidstoestand.
Van het Tweede Kamerlid voor Rotterdam
I, den heer Gerritson, was in de Kamerver
gadering van heden bericht ingekomen, dat
hij wegens gezondheidsredenen voorsba. ds
de Kamervergaderingen niet kan bijwonen.
Kamerverkiezing Winscho
ten. De Chr.-Hist. zullen voor de verkie
zing van een lid van de Tweede Kamer in
het district Winschoten, vac.-dr. Bos, geen
candidaat stellen.
Mr. H. J. ten Bruggencate, wethouder,
heeft wegens aanstaand vertrek, ontslag ge
nomen als lid van den gemeenteraad van
Almelo.
J. Giunta d'Albani. In den
ouderdom van 92 jaren overleed te 's Gra-
venhage waar hij 7 Mei 1824 werd gebo
ren de heer Jacob Giunta d'Albani, een
der oudste boekdrukkers van het oude type
van ons land. Hij kwam op T8-jarigen leeftijd
in Juli 1842 als leerling in de bekende druk
kerszaak van Gebroeders Giunta d'Albani,
welke zaak op 1 October 1809 was opge
richt door zijn vader Pierre Frédéric Giunta
d'Albani en diens broeder Nicolas Henry
Giunta d'Albani.
Na zich in het drukkersvak bekwaamd te
hebben, kreeg bij later met den heer W. J.
van Zeggelen, die van 1840 tot aan zijn
dood in 1879 aan de zaak verbonden was,
de leidingy en in dien tijd kwam de zaak tot
haren grootsten bloei.
Nadat in 1894 de drukkerij in eene
Naamlooze Vennootschap (de 's Graven-
baagsche Boek- en Handelsdrukkerij v.h.
Gebr. Giunta d'Albani) was overgegaan,
werd de nu overledene directeui er van,
hetgeen hij tot aan zijn dood is gebleven.
Nederland en de oorlog.
De Tubantia-torpedo.
Men schrijft aan de N. R. Ct. nog van
deskundige zijde:
Bij de beoordeeling, of de Duitsche regee
ring moreel verplicht is de torpedeering van
de Tubantia te erkennen en de consequen
ties hiervan te dragen, kén nog het volgen
de worden opgemerkt.
Bewezen is, dat de torpedo, die de Tuban
tia 16 Maart heeft in den grond geboord,
6 Maart is gelanceerd door een Duitsch
vaartuig. De beëedigde verklaringen van
twee getuigen, die de beliebaan gezien heb
ben, en de nagenoeg absolute onmogelijk
heid, dat een stiiligende, drijvende vischtor-
pedo de nagenoeg stilliggende Tubantia
heeft kunnen raken, ter plaatse
waar het gat in den romp
door duikers is geconsta
teerd, leveren het bewijs, dat de Tuban
tia i s getorpedeerd, zoodat dus de op 6
Maart afgeschoten torpedo ten tweede male
moet zijn gelanceerd.
Nemen wij aan, dat een Duitsch vaartuig
de torpedo heeft opgepikt en na eenigen tijd
opnieuw heeft gelanceerd, dan doet zich de
vraag voor, waarom de torpedo niet gezon
ken is, zooals zij behoorde te doen. Een
leek zal dit kunnen wijten aan een foutieve
werking van het mechanisme, maar deskun
digen zullen wel niet van meening verschil
len, dat hier opzettelijk de zinkinrich
ting buiten werking is gesteld. Daar elke
vischtorpedo voor oorlogsdoeleinden wordt
geconstrueerd, is het normaal, dat na
het afloopen van de baan de zlnkklep geo
pend wordt. Wil men dit bij vredesoefenin-
gen of bij beproevingen niet, dan is een bij
zondere manipulatie noodig, om die inrich
ting buiten werking te stellen, waardoor de
torpedo aan de oppervlakte komt. H e t
buiten werking stellen van
die inrichting kan du» geen
nalatigheid s IJ n. Ten overvloede
is dit nog te constateeren, omdat een soort
gelijke torpedo, die geleld heeft tot de toe
vallige ontdekking, dat de schuldige torpe
do van Duitsche origine was, In haar geheel
is aangespoeld en wel in een van onze tor-
pedowerkplaatsen zal zijn gedeponeerd.
Is dus van nalatigheid geen sprake, dan
kan het niet anders, dan dat o r d e r is ge
geven, af te wijken van hetgeen internatio
naal is overeengekomen, omdat de wil heeft
voorgezeten, dat de torpedo zou blijven
drijven. Het motief hiertoe ligt voor de hand.
Ten eerste spaart het arbeidskracht en ma
teriaal, daar het groote gebruik van torpa
do's in het afgeloopen stadium nn den duik
bootoorlog natuurlijk veel arbeid vergt w>r
aanmaak van vervangend materiaal, exploi-
siestof'en enr. Maar wat ons an veel meer
belang voorkomt, is, dot een torpedevaar-
tuig langer in zee kan blijven, door de ge
bruikte torpedo's opnieuw te gebruiken; als
het doel gemist werd. De tijd toch, dat een
duikboot of torpedoboot In zee kan blijven,
wordt bepaald door den medegevoerden
voorraad brandstoffen, levensmiddelen enz.
Maar als de irit den aard der zaak beperkte
torpedovoorraad is uitgeput, is de boot als
torpedovaartuig doelloos en moet zij naar
haar haven terugkeeren om andere te halen.
Hoe langer dus de boot buiten kan blijven,
hoe beter zij aan haar doel beantwoordt.
Een order, om de torpedo zoo mogelijk op
nieuw te gebruiken, berust dus sulver op
utiliteitsgronden.
(In de illustratlepers kwam deur dagen
toevaij'g juist .'e.- foto o.-.- L
(torpedojagers bezig ztjnde me: t on
schen van niet-ontploite to ir-V ped
D.)
Is het na de gegevens, die w ij m e I
zekerheid weten, en na boven aange
geven beschouwingen, in verband met de:
weigering van de Duitsche regeering om
volledige inzage te geven van alles waf
van belang kan zijn, nog twijfelachtig, wia
de Tubantia heeft getorpedeerd?
Het eenige wat ons nog onbegrijpelijk
voorkomt is, dat de Duitsche regeering ep
niet de voorkeur aan geeft, een handeling
van een harer commandanten te desavouee-
ren, schuld te erkennen en de consequen
ties van die handeling te aanvaarden, boven
een gedeeltelijke erkenning van de waar
heid, waardoor de zaak geenszins wordt op
gelost, doch welke niet zal beletten, dat zoo
wel leeken als deskundigen overtuigd blij
ven, dat een Duitsche commandant van een
onderzeeboot of torpedoboot de Tubantia
vernietigd heelt.
Moge het aan onze krachtige regeering
gelukken de Duitsche regeering hiervan te
overtuigen.
De Berkelstroom.
De directie van de Hollandsche Stoom
bootmaatschappij heeft, naar wij in het Hbld.
lezen, aan den Minister van Buitenlandscha
Zaken een nota doen toekomen betreflende
de vernieling van het s.s. „Berkelstroom" op
24 April j.l.
Bij deze nota zijn gevoegd afdrukken of
schriften van:
a. h'et manifest van het s.s. „Berkelstroom"*
over de op 23 April 1916 te Amsterdam
aangevangen reis naar Londen;
b. de scheepsverklaring, door den gezag
voerder en een gedeelte der bemanning van
de „Berkelstroom" op 26 April 1916 voor
den Nederlandschen consul-generaal te Lon
den afgelegd;
c. de verbalen door de directie opgemaakt
van een door haar zoo spoedig mogelijk na
de terugkomst van gezagvoerder en beman
ning van de „Berkelstroom" ln Nedexland
van allen afgenomen verhoor;
d. verklaringen van alle inladers (op éér
na) omtrent de waarde en den eigendom var
de op gezegde reis ingeladen goederen;
e den zeebrief van het schip.
Uit deze stukken blijkt, aldus vangt de no
ta aan, dat een Duitsche onderzeeboot op
24 April 1916 het aan onze Maatschappij
behoorende, onder onze reederij en onder
Nederlandsche vlag varende stoomschip
„Berkelstroom", met de lading, op de reis
van Amsterdam naar Londen opzettelijk
heeft doen zinken, na vooraf, zonder de
voorgeschreven waarschuwing en zostder
aanleiding, op het schip met scherp te heb
ben laten schieten, na bevolen te hebben dat
de scheepspapieren door de bemanning van
de „Berkelstroom" aan boord van den on
derzeeër zouden worden gebracht, nd gela^
te hebben dat de commandant van één Duit
schen onderzeeër door genoemde beman
ning werd gebracht naar en gehaald van een
anderen onderzeeër en zonder dat maatre
gelen waren genomen, waardoor de veilig
heid der bemanning werd verzekerd.
Wij tijn van oordeel, dat hierdoor gehan
deld is in strijd met de rechten der neutra
len in den tegenwoordigen oorlog, welke
rechten volgens de bladen nog kort geleden
de Duitsche Regeering beloofde te sullen
eerbiedigen, en in strijd met de rechten der
menscheiijlcheid en met die van het volken-
recht.
De directie van de Hollandsche Stoom
boot Maatschappij licht dit oordeel toe door
uitvoerig uiteen te zetten, dat et geen recht
bestond om de „Berkelstroom" te doen sfn-
ken, waarnaast zij zich over nog meer dan
één onrechtvaardige handeling van de bi) de
zaak betrokken duikbootcommandanten be-
klaagt. r
De directie verzoekt den minister ook lM
haar belang, maar bovenal in het belang der
neutrale scheepvaart, tegen vorenbedoelde
onrechtmatige handelingen bij de Duitsche
regeering te protesteeren en te vorderen:
lo. Eene volledige vergoeding der door
het doen zinken der „Berkelstroom" geladen
schade.
2o. Waarborgen, dat niet weder DuftscK*
commandanten van oorlogsschepen:
a. neutrale schepen zonder recht ln das
grond boren op de enkele bewering, dat A
les wat naar Engeland vervoerd wordt, co»
trabande is;
b. neutrale schepen in den grond boren',
vóórdat de bemanning in volkomen veilig
heid is gebracht;
c. medewerking bevelen aan neutrale be
manningen tot onderzoek van papieren of
aanhouding;
d. zonder een sein om te stoppen te ge
ven en zonder aanleiding, op neutrale sché
pen met scherp te schieten.
Engelaehe dwangmaatregelen.
Naar aanleiding van de tegenspraak wel
ke een vorig bericht heeft gevonden voor
zoover 't betreft de mededeeling dat de En
gelsche autoriteiten den uitvoer naar Ne
derland van scheepsonderdeelen niet toe
staan dan onder voorwaarde dat deze sché
pen voor den duur van den oorlog aan En
gelsche firma's worden verhuurd, merkt men
ons op, dat aan maatschappijen ais de Ne*
derl. Scheepsbouw-Maatschappij, de Rotten-
damsche Lloyd en andere, die reed9 aen ge
deelte lading voor Engeland vervoeren etl
aan zekere andere voorwaarden door Engsk
land gesteld voldeden, vergunning kan ztirt
verleend om scheepsonderdeelen uit te voe
ren uit Engeland. Maar men hield vol dal
andere reederijen, waaronder dia van ga-
broeders van Uden, ta Rotterdam, eigena
ren van de Maashaven, da uitvoer ww
wordt toegestaan als onder de voorvast^,
den ln het bericht vermeld.
De Prinses Jultana.
Naar men meldt »al het s-s. „Prinsa^
JuHana van de M'j. Nederland, dat flg -fë?