„DE EEMLANDER". Dinsdag 6 Juni 1916. B U ITEN LANDT" FEUILLETON. DE TREKVOGELS u ia A MARIE VAN VERSENDAAL. Hoofdredactie. M(. Q j yAN SCHAARDENBURO. ABONNEMENTSPRIJS: (far 8 maanden voor Amersfoort f l.dO. Idem franco per post1.50. Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - O.IO. Afzonderlijke nummers 0.05. Ifekelijksoh byvoegsel nDe HoUanJtch» Buitvrmiut" (onder redactie van Thérèae Hoven) per 3 mnd. 30 ets, (ffekelflkoeh bijvoegsel Pak nu m«" per 8 mnd. 40 ets. Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT 1. Intercomm. Telefoonnummer 66. Uitgevers: VALKHOFF Co. PRIJS DER ADVERTENTIËN. Van 1—6 regelsf 0.50. Eikeregel meer *0.10. Dienstaanbiedingen 25 cents by vooruitbetaling. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bostuan zeor voordoeligc bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Btad, bi) abonnoment. Eene oirculnire, bevattonde do voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Bericht* In verband met den oorlogstoestand en 'de daaruit voortvloeiende belangrijke stij ging van alle grondstoffen, in de eerste plaats van papier, tot 250 p.Ct. van den normalen prijs, wordt, in overeenstemming met besluiten van de Vereeniging „De Ne- "derlandsche Dagbladpers" het navolgende bericht te. Met ingang van 1 Juli a.s. zullen alle groote en kleinere Dagbladen, die hun abon nementsprijs nog niet verhoogd hebben, dien verhoogen. Het Amersfoortsch Dag blad heeft, waar elders vele plaatselijke Dagbladen er reeds toe overgingen, tot heden de abonné's niet met verhooging las tig gevallen. Wij zijn thans echter genood zaakt den abonnementsprijs op f 1,30 per 3 maanden te brengen, idem franco per post f 1.80. Per week ,(met gratis ver zekering tegen ongelukken) f 0.12*4. 2e. De regelprijs der advertenties wordt met 15 Juni a.s. als volgt: 15 regels f 0.70, elke regel meer f 0.15. Dienstaanbiedingen 15 regels f 0.50. De tarieven voor den handel blijven, al thans voorloopig, onveranderd. 3e. Per kwitantie zullen voortaan 5 cents incasso-kosten in rekening worden gebracht. Wij betreuren het, tot deze maatregelen te moeten overgaan, doch de opbrengst van dit alles te zamen dekt nog slechts een ge deelte van de meerdere papierkosten en volstrekt niets van de verhooging van alle ciJcre grondstoffen. Door onze aanzienlijk grootere oplage, waardoor de advertentiën een zooveel rui mere verspreiding genieten, is ook de prijs- verhooging voor advertentiën zeker gewet tigd te achten. De Directie van het „AMERSFOORTSCH DAGBLAD" („De Eemlander.") Politiek Overzicht De wereldstrijd op zee. De stroom van berichten over den zee- slag van 31 Mei/1 Juni vloeit nog onver poosd voort. Beide partijen overstroomen ons met mededeelingen over de uitkomsten van den strijd. Maar een helder inzicht, hoe de strijd verloopen is, krijgt men daardoor niet. Men kan die ook op deze wijze niet krijgen, want die berichten worden niet ver spreid met het doel het publiek juist en vol ledig in te lichten. Zij dragen den stempel van hunne strekking, die is om te verkondi gen, dat de overwiniving is behaald. Belde partijen maken er aanspraak op, dat zij de overwinning hebben behaald. Dat wordt ons hetoogd met een grooten omhaal van dikke woorden. Maar voor den nuchteren beoor- deelaur hebben woorden weinig bewijs kracht; zij zijn een prachtig wapen in den strijd, maar overtuigend kunnen woorden slechts werken, wanneer zij steunen op be hoorlijk gestaafde feiten. En die worden hier gemist Er is tot de Duitschers de uitnoodiging gericht, hunne bewering, dat zij dezen strijd gewonnen hebben, waar te maken, door de schepen van de Hamburg—Amerika-lijn te 'aten uitgaan. Aan die uitnoodiging zal wel geen gevolg gegeven worden, want als zij dat deden, zouden de Duitschers spoedig merken, dat zij in hun strijd voor de vrij heid der zee nog niets vooruit gekomen zijn. Aan de Britsche vloot zou men de uitnoodi ging kunnen doen, na de nederlaag, die zij zegt aan de Duitsche zeemacht te hebben toegebracht, nu eens het bewijs van hare overmacht te leveren, door te gaan ageeren tegen de Duitsche kusten. Maar op die uit noodiging zal zij geen klank geven; zij zal zich wijselijk er voor wachten den tegen stander op te zoeken in zijne schuilhoeken in de Deutsche Bucht, waarvan Helgoland, dat men in 1890 in een onberaden oogen- blik van Britsch in Duitsch bezit heeft laten overgaan, een steunnpunt van on schatbare waarde vormt. De Duitsche vloot moge, volgens de Britsche voorstelling, de nederlaag geleden hebben in den slag van 31 Mei, zij is altijd nog volledig in staat hare taak als beschermer der Duitsche kus ten te vervullen. Daartegen hc de Brit sche vloot gedurende de 22 maanden van dezen oorlog niets ondernomen. Zij zal zich ook verder wel niet daaraan wagen. De Britsche admiraliteit heeft een waar woord gezegd, door te verklaren, dat zoo lang niet de opperbevelhebber den tijd heeft gehad de in het gevecht betrokken officie ren te raacjplegen en een volledig rapport op te stellen, elke poging om de geschiedenis van dezen zeeslag te schrijven voorbarig zou zijn. In dat rapport en in dat van den Duit- schen opperbevelhebber zal men de £e- gevens bezitten, die noodig zijn om zich een beeld te kunnen vormen hoe de strijd is verloopen. Maar men behoeft die rapporten niet af te wachten om te constateeren wat de uitkomst van den strijd is geweest. Dat is in twee woordén te doen: de toestand is on veranderd gebleven; na den slag staan de partijen precies zoo tegenover elkaar als te voren. Daaraan kunnen geene overwinnings fanfares iets veranderen. In die fanfares is een ondertoon van droefheid duidelijk te hooren. Dat is waar lijk geen wonder, als men zich de ontzet tende verliezen voor den geest brengt, die deze ééne zeeslag van weinige uren aan beide partijen heeft berokkend. Over den omvang van die verliezen is men 't volstrekt niet eens. Van Duitsche zijde wordt offi cieel verklaard, dat in den slag drie grootere eenheden zijn gezonken, en verder wil men wel erkennen, dat kort oaarna nog een vier de schip opgeblazen is moeten worden. De Britsche admiraliteit heeft berekend, dat de Duitschers moeten hebben verloren twee slagschepen, twee slagkruisers, drie lichte kruisers; dus zeven eenheden in plaats van vier. Ook al neemt men de Duitsche opgaaf als juist aan, hoe zwaar is dan nog het ver lies! Vooral als men er bijtelt de schepen, die in den strijd gehavend zijn, zonder dat zij tot zinken zijn gebracht. De Britsche ad miraliteit bluft er op, dat hare vloot reeds Zondagavond weer klaar wAs om zee te kie zen. Dat kan echter alleen gelden van de schepen, die zeewaardig gebleven zijn. Hoe de Britsche vloot in algemeene gevechts- waarde is achteruit gegaan, blijkt uit de op merking van den Franschen admiraal De- gouy, dat zij door de groote averij, die zij heeft bekomen, waarschijnlijk geruimen tijd tot onbewegelijkheid gedoemd zal zijn. Voor de verliezen, die het personeel van de vloot heeft geleden, heeft men een maat staf ter beoordeeling in het bericht, dat van de bemanning van den Britschen kruiser In defatigable twee zijn overgebleven en dat van de Invincible de commandant en een luite nant de eenige overlevenden zijn. Dat wa ren kruisers, die eene bemanning hadden van 700 man. Inderdaad er is reden om in rouw het hoofd te buigen bij het lezen van deze don kerste bladzijde der geschiedenis van den zeeslag van 31 Mei. Toch is hier een licht punt. Juist de ontzettende zwaarte van de aan beide zijden geleden verliezen kan aan leiding zijn, dat er eene nieuwe aansporing in wordt gevonden tot het aanwenden van pogingen om tot het herstel van den vrede te komen. Het werd algemeen als eene leemte gevoeld, dat in den zee-oorlog zoo weinig actie was. Nu is die leemte aange vuld; de beide vloten 7»in slaags geweest en hebben hunne krachten gemeten en hebben dat gedaan met eene uitwerking, die den lust kan benemen om 't nog eens weer te doen. Het resultaat is op nieuw geweest, gelijk tot dusver steeds in den landoorlog, dat de on dervinding is bevestigd, dat deze wereldstri jd niet kan eindigen met overwinning van de eene partij, of nederlaag van de andere. En met nieuwen aandrang komt de vraag op: Zal niet eindelijk het oogenblik komen, waarop de oorlogvoerenden voor het inzicht ontvan kelijk worden, dat het eenige wat zij kun nen bereiken is elkaar te vernietigen? Dan zal de dag zijn aangebroken, vaerop van pogingen, om den wede tot stand te bren gen, succes kan worden verwacht. Oe oorlog. B e r 1 ij n, 4 Juni. (W.B.) Van bevoegde zijde wordt over het verloop van den zeeslag tegen de Engelsche vloot voor het Skager- rak, in aansluiting met de vnr" - ^richten, nog het volgende rncldp•'^", V: De Duitsche hoogzee-strijd krachten waren uitgeloopen om Engelsche vlootdeelen, die den laatsten tijd meermalen aan -de Noor- sche zuidkust waren gemeld, in een slag te betrekken. De Engelschen kwamen op 31 Mei, des namiddags te 4 uur 30 min., ongeveer op 70 K.M. voor het Skagerr&k, eerst met een sterkte van 4 kleine kruisers van het Cal- liopo-type in het gezicht De Duitsche krui sers begonnen onmiddellijk de vervolging der Engelschen, die met de snelste vaart noordwaarts gingen. Om 5 uur 20 min. kre gen de Duitsche kruisers in westelijke rich ting twee Engelsche colonnes in zicht, die uit 6 slagkruisers bleken te bbestaan. De Engelschen ontplooiden zich naar het zui den. De Duitsche kruisers naderden tot on geveer 19 K.M. en openden in zuidelijke tot zuidoostelijke richting een zeer krachtig vuur. In den loop van het gevecht werden 2 Engelsche slagkruisers en een torpedoja ger vernield. Na een half uur te hebben ge vochten, kwamen in het noorden meer zwa re Engelsche strijdkrachten in zicht, die la ter werden vastgesteld als bestaande uit vijf schepen van de Queen Elisabeth-klasse. Spoedig daarop begon de Duitsche vloot den strijd. De Engelschen draaiden dadelijk noordwaarts; vijf schepen van het Queen Elisabeth-type voegden zich bij de Engel sche slagkruisers. De Engelschen trachtten, door zich in de snelste vaart te verspreiden, zich aan ons zeer werkzaam vuur te onttrek ken en daarbij met oostelijken koers om de Duitsche spits heen te varen. De Duitsche vloot volgde de bewegingen der Engelschen met de snelste vaart. Gedurende dit deel van het gevecht werden 1 :*Pr van het Achilles- of het Shannon-type en twee tor pedojagers vernield. Het achterste deel van onze linieschip eskaders kon op dit tijdstip wegens zijn achterwaartsche opstelling nog niet het ge vecht beginnen. Spoedig daarna verschenen uit het noorden nieuwe zware Engelsche strijdeenheden. Het waren, zooals spoedig kon worden vastgesteld, meer dan 30 En gelsche linieschepen van de nieuwste con structie. Daar de spits der Duitsche linie van tijd tot tijd van beide kanten vuur kreeg, werd de linie omgeworpen in westelijke koers. Tegelijkertijd werden torpedo-flottil- les tot den aanval tegen de Engelschen uit gezonden. Zij deden tot driemalen toe met groote kracht en waarneembaar succes een aanval. In dit deel van het gevecht werd een Engelsch groot slagschip vernield, ter wijl een reeks andere schepen beschadigin gen moeten hebben geleden. De dagstrijd tegen de Engelsche over macht duurde totdat de nacht inviel. Hierbij stonden afgezien van t 1 b'chte een heden ten slotte minstens 25 Engelsche groote slagschepen 6 Engelsche slagkrui sers en minstens 4 pantserkruisers tegen over 16 Duitsche groote slngschepen, 5 slag kruisers, 6 oudere linieschepen en geene p - s Bij het invallen van de duisternis gingen 0P7e flottillns tot een n "-kte* -n nanvnl over. Ge^'u-ardo de-1 nu ?en nacht vonden kruiser-aanvallen en talrijke torpe- doboot-aanveüen plaats. H' rden een t -MiseT van het Achilles- of Shannon-tyoe. één, waarschijn':'!: echter t m-V *- s r-" mS 10 torpedojagers (alle nan r lsrhe int) vernield; door het schip op de spits van onze hoogzee-vloot alleen 6. Daar onder bevonden zich de beide geheel nieu we torpedojagers-Pührerschiffe, de Turbu lent en de Tipperary. Een eskader van oudere Engelsche linie schepen, dat uit het zuiden was toegesneld, kwam eerst In den morgen van 1 Juni na het einde van den slag en wendde den ste ven, zonder in te grijpen of ook slechts in zicht van het Duitsche hoofdgedeelte te komen. Wilhelmshafen, 5 Juni. (W. B.) De Keizer heeft den bevelhebber der hoogzee- vloot, vice-admiraal von Scheer, tot admi raal benoemd; hem en den bevelhebber der verkenningseskaders, vice-admiraal von Hip per, is de orde Pour la Mérite verleend. Een aantal officieren en manschappen, die zich bijzonder hebben onderscheiden bij den zeeslag, kregen eervolle vermeldingen. De Keizer heeft op het garnizoenskerkhof op de graven der gevallenen in den strijd voor het vaderland een krans doen neer leggen. In den namiddag hebben Keizer en Kei zerin de gewonden in de lazaretten bezocht. Wilhelmshaven, 5 Jun i. (W. B.) Gisteren werden de in den Noordzeeslag gevallenen plechtig bijgezet. Geestelijken van de belde hoofdkerkgenootschappen voerden het woord. Tot besluit werden eere salvo's gelost. Londen, 5 Juni. (R.) Uit gezagheb bende bron heeft Reuter's Agentschap eeni ge nadere bizonderheden over den zeeslag vernomen, welke de onjuistheid van de be weringen in de Duitsche officieele berich ten bewijzen. Ten aanzien van 's vijands be wering, dat de Duitsche vloot de overwin ning zou hebben behaald, is het slecht» noodig op te merken, dat blijkens den af loop van het gevecht, de Duitsche vloot fei telijk de Duitsche havens is ingedreven, dicht achtervolgd door de Engelsche. De vlucht der Duitsche slagvloot is verhaast door den vastberaden aanval der Engelsche torpedojagers. De Engelsche vloot is tot 't einde toe meester van het slagveld ge bleven en heeft dat veld niet minder dan vier malen doorkruist, totdat ze, geen vijand meer vindende om aan te vallen, kalm naar haar basis terugkeerde. Vijf uur na aan komst van de „verslagen" Engelsche vloot meldde ze zich weer als gevechtsklaar. De Duitsche verliezen zijn blijkens stel lige bewijzen opzettelijk vervalscht. Het is bekend dat de Derfflinger, de Lützow en de Hindenburg volslagen zijn vernietigd, terwijl één (waarschijnlijk twee) slagschepen, vier lichte kruisers, vier torpedojagers en een duikboot eveneens verloren zijn gegaan. De Duitschers beweren, dat de rest van het Duitsche slagkruiser-eskader is terugge keerd. Deze schepen waren echter even eens zwaar beschadigd, evenals de schepen van de König-klasse, die onder vuur van een deel der Engelsche slagvloot zijn ge raakt. Treurig is bijgeloof in 't groot, bemin- nelijk in 't klein. door ANNA HUBERT VAN BEUSEKOM. 35 Madame zei niets, vroeg ook niet naar onze bevindingen tijdens 't onweer, maSr liep kwaadaardig in zichzelf Engelsch te mur melen. Toen, terwijl we bij den gootsteen een voor een onze handen waschten, infor meerde ze ineens woedend wanneer we ein delijk dachten te gaan „goüteeren". Monsieur, madame Cébléracque en zij hadden dit zooals afgesproken was om vijf uur gedaan en wij waren bijna drie kwartier te laat. „Maar 't onweerde en regende zoo. We konden heusch niet eerder komen", weer legde Jeanne en Nini verbaasd. „Jullie hadden er best door gekund. Zoo erg was 't heelemaal niet en nu ben je tóch nat en vuil", bromde madame en ze klaagde dat niemand ooit dacht aan den huishóude- iijken regel en dat zoo vervelend voor haar als huisvrouw was, altijd te moeten wachten, t Was onze eigen schuld, nu moesten we maar onder elkaar ons goüter gebruiken. Ze ihad nog wat thee voor ons -warm gehouden en met een zegepralenden blik naar Jeanne, die ze zeker wist gruwelijk te ergeren, ging ze naar de kachel, nam er een gebarsten trekpotje zonder oor af, roerde er met haar vinger in en zette het met een plof op de keukentafel zeggende: „Tiens, voila, e'est encore assez chaudf" Toen konden we geen van allen langer ons fatsoen houden. Yvonne en Nini proestten 't uit, Ien en ik trokken gezichten tegen el kaar en zelfs Evodie, die Loulou met den keukenhanddoek bewerkte, kon een glimlach niet onderdrukken. Jeanne alleen lachte niet.Ze was aschgrauw geworden en ter wijl haar donkere oogen vlammen schoten, greep - ze 't onooglijke potje en "smeet 't met inhoud en al door de open keukendeur naar buiten, waar 't op de steenen in grui- zels viel. Toen wendde ze zioh hijgend van drift tot madame: „Voila, tante Emily T Ma in tenant vous aurez fini de me taquiner f Prenez garde, vous. dis-je „Quoi I Vous avez l'audace C'est trop fort," brabbelde madame tot haar lippen toe wit en wie weef, waartoe deze scène ge leid zou hebben als monsieur, die zooals later bleek van de gang uit alles gezien en gehoord had, de keuken niet was binnenge komen. „Come along Emily," zei hij zóó gebie dend als we 't nog nooit gehoord hadden en hij liet zijn vrouw voor zich uit naar de bibliotheek gaan en sloot de deur Terwijl we daarachter madame in presto- Engelsch'te keer hoorden gaan, viel Jeanne snikkend op den kapotten keukenstoel neer, totaal over stuur van de scène en schreide of haar hart zou breken. „Ma demoiselle, ma chérie. calmez-vousP Evodie. met oogen vol tranen, knielde naast den stoel op de steenen en, lei licfkoozend haar hand op Jeanne's knieën. Jeanne, Jeanne, ne pleurez pas!" Ien en ik klopten haar ieder op een schouder en Yvonne en Nini verzekerden met bewonde ring in haar stem, dat ze groot gelijk had gehad dat vieze trekpotje te breken. „Vraiment, c'était chic", betuigde Nini en Loulou met z'n armpjes om Jeanne's hals vleide: „.Te t'aime tant Jeanne! T'es si gcntille," maar Jeanne liet zich zoo gauw niet troosten. Het was de tweede maal al vandaag dat tante Emily zoo deed. De maat was nu vol en als zij-Jeanne-haar zin deed. zou zc liefst weer 'zoo gauw mogelijk naar Marseille gaan. Op Les Calvaux kon ze toch geen*goed doen en 't lustte haar niet zich nog langer door la maïtresse de la maison" te laten plagen. Dal was veel slechter voor haar gezondheid dan hard werken op haar kantoor... Of Evodie nu maar dadelijk voor nieuwe thee wou zorgen, dan konden we eindelijk ons goüter krijgen, vroeg ze toen, maar niemand had trek. „We hebben zooveel kersen gehad! Laten we liever nog een eindje gaan wandelen. Om 8 uur soupeeren we weer," riep Yvonne. „Oui, jouer i\ cache cache dans les Breaux," stelde Loulou voor, die zich 't Ravijn met 't beekje herinnerde en Jeanne werd meege troond en was tegen souper-tijd weer heel gewoon. Madame ging voor onze thuiskomst met hoofdpijn naar bed en liet zich boven door Evadie bedienen... Niemand was daar natuurlijk rouwig omi en toen Loulou er in lag, bleven we nog spel- leites doen onder, 't genot van limonade en cake, die monsieur mee uit Chabeuil gebracht] had. Ina speelde de Marseillaise en onze vaderlandsche liederen op de plano, waarbij Zcbbcl-maar-raakje eigenwijs de maat zat te slaan. Op een oogenblik waren we zelfs allen aan 't dansen door de keuken en de gang. Monsieur met Yvonne, Nini met mij en Evodie met den keukenbezem, dien ze echter dadelijk in den steek liet toen Jeanne haar opeischle Ina speelde onvermoeid 't eene walsje naar 't andere en zelfs Zebbel- maar-raakje werd zóó uitgelaten, d'at ze geestdriftig met haar vuilwitte linnen schoe nen haar stoof betrappelde en voor 't naar bed gaan er werd geen „culte" gehouden om de Rouleautjes, die Roomsch zijn ver zekerde ze in lang niet zoo'n vroolijken avond te hebben meegemaakt. Den volgenden dag 't was iondag en Evodié's uitgaansdag zorgde madame, genezen van haar hoofdpijn en zich blijkbaar wel wat schamend over 't gebeurde van den vorigen dag. eigenhandig voor 't diner, dat vrij goed uitviel ondanks de aangebrande doperwtjes, die ze zélf opat, stijfhoofdig vol houdend ..dat ze toch héél goed smaakten." „Wel moge 't haar bekomen." fluisterde ik tot Ien, die in stomme verbazing gadesloeg hoe madame in minder dan geen tijd alles had opgegeten en toen onverwijld tot 't des sert overging; het dessert bestaande uit cake en kersen, dat we met 't oog op het vele vaatwerk verzocht werden van onze reeds gebruikte borden te nuttigenl Zélf nam madame echter als bij toeval een schoon bord en Nini en ik, die naast haar zaten, moesten zóó lachen om de „nihilistische" wijze, waarop ze 't zich toeeigende, toen ze meende dit onbespied te kunnen .waarnemen. dat we, om een houding aan te nemen, alg dwazen giebelden om Loulou, die met zijm beker morste en er niets van begreep, dat wet hem zoo aardig vonden. Toen madame even later een toespeling waagde op onze hulpvaardigheid bij 't vaten? wasschen zc wist niet boe ze klaar zou komen voor de „école du dimanchc," die om twee. uur begon ging niemand er op in en maakten we ons allen onmiddellijk klaar itot een tochtje naar „Les Chevaux rouges." ..Door de week voert ze niets uit Laat iz{ nu maar eens werken," fluisterde Yvonne ctf haar blauwe oogen tintelden van pret, tcr< wijl ze brutaal om het hoekje der keukendeur riep: „Au revoir, madame! Nous reviendronf quatre heures pour goüter!" Ter eere der gasten onttrok Jeanne zicK zelfs aan het valsche gezang in de biblio« Iheek, dat zc anders zoo trouw trachtte te overzingen, maar 't werd toch „une parlio manquée."... We lagen juist heerlijk in de schaduw van het populieren boschje bij dert ruischcnden waterval en amuseerden oni kostelijk om Yvonne, die allerkomfekst met' rollende oogen en drukke gebaren een detee/ tive-verhaal voordroeg, waar wij om schatcr< den en Loulou -van rilde, toen er even alf den vorigen dag een onweersbul kwam op< zetten en we weer op een holletje naar hfeU moesten waar de Zondagsschool ln vollef gang bleek. (Wordt yeffoigdj)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1916 | | pagina 5