„DE EEMLANDER".
Dinsdag 6 Juni 1916.
B U ITEN LANDT"
FEUILLETON.
DE TREKVOGELS
u ia A MARIE VAN VERSENDAAL.
Hoofdredactie. M(. Q j yAN SCHAARDENBURO.
ABONNEMENTSPRIJS:
(far 8 maanden voor Amersfoort f l.dO.
Idem franco per post1.50.
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - O.IO.
Afzonderlijke nummers 0.05.
Ifekelijksoh byvoegsel nDe HoUanJtch» Buitvrmiut" (onder
redactie van Thérèae Hoven) per 3 mnd. 30 ets,
(ffekelflkoeh bijvoegsel Pak nu m«" per 8 mnd. 40 ets.
Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT 1.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
Uitgevers: VALKHOFF Co.
PRIJS DER ADVERTENTIËN.
Van 1—6 regelsf 0.50.
Eikeregel meer *0.10.
Dienstaanbiedingen 25 cents by vooruitbetaling.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bostuan zeor voordoeligc bepalingen
tot het herhaald adverteeren in dit Btad, bi) abonnoment.
Eene oirculnire, bevattonde do voorwaarden, wordt op
aanvraag toegezonden.
Bericht*
In verband met den oorlogstoestand en
'de daaruit voortvloeiende belangrijke stij
ging van alle grondstoffen, in de eerste
plaats van papier, tot 250 p.Ct. van den
normalen prijs, wordt, in overeenstemming
met besluiten van de Vereeniging „De Ne-
"derlandsche Dagbladpers" het navolgende
bericht
te. Met ingang van 1 Juli a.s. zullen alle
groote en kleinere Dagbladen, die hun abon
nementsprijs nog niet verhoogd hebben,
dien verhoogen. Het Amersfoortsch Dag
blad heeft, waar elders vele plaatselijke
Dagbladen er reeds toe overgingen, tot
heden de abonné's niet met verhooging las
tig gevallen. Wij zijn thans echter genood
zaakt den abonnementsprijs op f 1,30 per
3 maanden te brengen, idem franco
per post f 1.80. Per week ,(met gratis ver
zekering tegen ongelukken) f 0.12*4.
2e. De regelprijs der advertenties wordt
met 15 Juni a.s. als volgt:
15 regels f 0.70, elke regel meer f 0.15.
Dienstaanbiedingen 15 regels f 0.50.
De tarieven voor den handel blijven, al
thans voorloopig, onveranderd.
3e. Per kwitantie zullen voortaan 5 cents
incasso-kosten in rekening worden gebracht.
Wij betreuren het, tot deze maatregelen
te moeten overgaan, doch de opbrengst van
dit alles te zamen dekt nog slechts een ge
deelte van de meerdere papierkosten en
volstrekt niets van de verhooging van alle
ciJcre grondstoffen.
Door onze aanzienlijk grootere oplage,
waardoor de advertentiën een zooveel rui
mere verspreiding genieten, is ook de prijs-
verhooging voor advertentiën zeker gewet
tigd te achten.
De Directie van het
„AMERSFOORTSCH DAGBLAD"
(„De Eemlander.")
Politiek Overzicht
De wereldstrijd op zee.
De stroom van berichten over den zee-
slag van 31 Mei/1 Juni vloeit nog onver
poosd voort. Beide partijen overstroomen
ons met mededeelingen over de uitkomsten
van den strijd. Maar een helder inzicht, hoe
de strijd verloopen is, krijgt men daardoor
niet. Men kan die ook op deze wijze niet
krijgen, want die berichten worden niet ver
spreid met het doel het publiek juist en vol
ledig in te lichten. Zij dragen den stempel
van hunne strekking, die is om te verkondi
gen, dat de overwiniving is behaald. Belde
partijen maken er aanspraak op, dat zij de
overwinning hebben behaald. Dat wordt ons
hetoogd met een grooten omhaal van dikke
woorden. Maar voor den nuchteren beoor-
deelaur hebben woorden weinig bewijs
kracht; zij zijn een prachtig wapen in den
strijd, maar overtuigend kunnen woorden
slechts werken, wanneer zij steunen op be
hoorlijk gestaafde feiten. En die worden hier
gemist
Er is tot de Duitschers de uitnoodiging
gericht, hunne bewering, dat zij dezen strijd
gewonnen hebben, waar te maken, door de
schepen van de Hamburg—Amerika-lijn te
'aten uitgaan. Aan die uitnoodiging zal wel
geen gevolg gegeven worden, want als zij
dat deden, zouden de Duitschers spoedig
merken, dat zij in hun strijd voor de vrij
heid der zee nog niets vooruit gekomen zijn.
Aan de Britsche vloot zou men de uitnoodi
ging kunnen doen, na de nederlaag, die zij
zegt aan de Duitsche zeemacht te hebben
toegebracht, nu eens het bewijs van hare
overmacht te leveren, door te gaan ageeren
tegen de Duitsche kusten. Maar op die uit
noodiging zal zij geen klank geven; zij zal
zich wijselijk er voor wachten den tegen
stander op te zoeken in zijne schuilhoeken
in de Deutsche Bucht, waarvan Helgoland,
dat men in 1890 in een onberaden oogen-
blik van Britsch in Duitsch bezit heeft
laten overgaan, een steunnpunt van on
schatbare waarde vormt. De Duitsche
vloot moge, volgens de Britsche voorstelling,
de nederlaag geleden hebben in den slag
van 31 Mei, zij is altijd nog volledig in staat
hare taak als beschermer der Duitsche kus
ten te vervullen. Daartegen hc de Brit
sche vloot gedurende de 22 maanden van
dezen oorlog niets ondernomen. Zij zal zich
ook verder wel niet daaraan wagen.
De Britsche admiraliteit heeft een waar
woord gezegd, door te verklaren, dat zoo
lang niet de opperbevelhebber den tijd heeft
gehad de in het gevecht betrokken officie
ren te raacjplegen en een volledig rapport op
te stellen, elke poging om de geschiedenis
van dezen zeeslag te schrijven voorbarig zou
zijn. In dat rapport en in dat van den Duit-
schen opperbevelhebber zal men de £e-
gevens bezitten, die noodig zijn om zich
een beeld te kunnen vormen hoe de strijd is
verloopen. Maar men behoeft die rapporten
niet af te wachten om te constateeren wat
de uitkomst van den strijd is geweest. Dat is
in twee woordén te doen: de toestand is on
veranderd gebleven; na den slag staan de
partijen precies zoo tegenover elkaar als te
voren. Daaraan kunnen geene overwinnings
fanfares iets veranderen.
In die fanfares is een ondertoon van
droefheid duidelijk te hooren. Dat is waar
lijk geen wonder, als men zich de ontzet
tende verliezen voor den geest brengt, die
deze ééne zeeslag van weinige uren aan
beide partijen heeft berokkend. Over den
omvang van die verliezen is men 't volstrekt
niet eens. Van Duitsche zijde wordt offi
cieel verklaard, dat in den slag drie grootere
eenheden zijn gezonken, en verder wil men
wel erkennen, dat kort oaarna nog een vier
de schip opgeblazen is moeten worden. De
Britsche admiraliteit heeft berekend, dat de
Duitschers moeten hebben verloren twee
slagschepen, twee slagkruisers, drie lichte
kruisers; dus zeven eenheden in plaats van
vier. Ook al neemt men de Duitsche opgaaf
als juist aan, hoe zwaar is dan nog het ver
lies! Vooral als men er bijtelt de schepen,
die in den strijd gehavend zijn, zonder dat
zij tot zinken zijn gebracht. De Britsche ad
miraliteit bluft er op, dat hare vloot reeds
Zondagavond weer klaar wAs om zee te kie
zen. Dat kan echter alleen gelden van de
schepen, die zeewaardig gebleven zijn. Hoe
de Britsche vloot in algemeene gevechts-
waarde is achteruit gegaan, blijkt uit de op
merking van den Franschen admiraal De-
gouy, dat zij door de groote averij, die zij
heeft bekomen, waarschijnlijk geruimen tijd
tot onbewegelijkheid gedoemd zal zijn.
Voor de verliezen, die het personeel van
de vloot heeft geleden, heeft men een maat
staf ter beoordeeling in het bericht, dat van
de bemanning van den Britschen kruiser In
defatigable twee zijn overgebleven en dat van
de Invincible de commandant en een luite
nant de eenige overlevenden zijn. Dat wa
ren kruisers, die eene bemanning hadden
van 700 man.
Inderdaad er is reden om in rouw het
hoofd te buigen bij het lezen van deze don
kerste bladzijde der geschiedenis van den
zeeslag van 31 Mei. Toch is hier een licht
punt. Juist de ontzettende zwaarte van de
aan beide zijden geleden verliezen kan aan
leiding zijn, dat er eene nieuwe aansporing
in wordt gevonden tot het aanwenden van
pogingen om tot het herstel van den vrede
te komen. Het werd algemeen als eene
leemte gevoeld, dat in den zee-oorlog zoo
weinig actie was. Nu is die leemte aange
vuld; de beide vloten 7»in slaags geweest en
hebben hunne krachten gemeten en hebben
dat gedaan met eene uitwerking, die den lust
kan benemen om 't nog eens weer te doen.
Het resultaat is op nieuw geweest, gelijk tot
dusver steeds in den landoorlog, dat de on
dervinding is bevestigd, dat deze wereldstri jd
niet kan eindigen met overwinning van de
eene partij, of nederlaag van de andere. En
met nieuwen aandrang komt de vraag op: Zal
niet eindelijk het oogenblik komen, waarop
de oorlogvoerenden voor het inzicht ontvan
kelijk worden, dat het eenige wat zij kun
nen bereiken is elkaar te vernietigen? Dan
zal de dag zijn aangebroken, vaerop van
pogingen, om den wede tot stand te bren
gen, succes kan worden verwacht.
Oe oorlog.
B e r 1 ij n, 4 Juni. (W.B.) Van bevoegde
zijde wordt over het verloop van den zeeslag
tegen de Engelsche vloot voor het Skager-
rak, in aansluiting met de vnr" - ^richten,
nog het volgende rncldp•'^", V:
De Duitsche hoogzee-strijd krachten waren
uitgeloopen om Engelsche vlootdeelen, die
den laatsten tijd meermalen aan -de Noor-
sche zuidkust waren gemeld, in een slag te
betrekken.
De Engelschen kwamen op 31 Mei, des
namiddags te 4 uur 30 min., ongeveer op 70
K.M. voor het Skagerr&k, eerst met een
sterkte van 4 kleine kruisers van het Cal-
liopo-type in het gezicht De Duitsche krui
sers begonnen onmiddellijk de vervolging
der Engelschen, die met de snelste vaart
noordwaarts gingen. Om 5 uur 20 min. kre
gen de Duitsche kruisers in westelijke rich
ting twee Engelsche colonnes in zicht, die
uit 6 slagkruisers bleken te bbestaan. De
Engelschen ontplooiden zich naar het zui
den. De Duitsche kruisers naderden tot on
geveer 19 K.M. en openden in zuidelijke
tot zuidoostelijke richting een zeer krachtig
vuur. In den loop van het gevecht werden
2 Engelsche slagkruisers en een torpedoja
ger vernield. Na een half uur te hebben ge
vochten, kwamen in het noorden meer zwa
re Engelsche strijdkrachten in zicht, die la
ter werden vastgesteld als bestaande uit vijf
schepen van de Queen Elisabeth-klasse.
Spoedig daarop begon de Duitsche vloot den
strijd. De Engelschen draaiden dadelijk
noordwaarts; vijf schepen van het Queen
Elisabeth-type voegden zich bij de Engel
sche slagkruisers. De Engelschen trachtten,
door zich in de snelste vaart te verspreiden,
zich aan ons zeer werkzaam vuur te onttrek
ken en daarbij met oostelijken koers om de
Duitsche spits heen te varen. De Duitsche
vloot volgde de bewegingen der Engelschen
met de snelste vaart. Gedurende dit deel
van het gevecht werden 1 :*Pr van het
Achilles- of het Shannon-type en twee tor
pedojagers vernield.
Het achterste deel van onze linieschip
eskaders kon op dit tijdstip wegens zijn
achterwaartsche opstelling nog niet het ge
vecht beginnen. Spoedig daarna verschenen
uit het noorden nieuwe zware Engelsche
strijdeenheden. Het waren, zooals spoedig
kon worden vastgesteld, meer dan 30 En
gelsche linieschepen van de nieuwste con
structie. Daar de spits der Duitsche linie
van tijd tot tijd van beide kanten vuur kreeg,
werd de linie omgeworpen in westelijke
koers. Tegelijkertijd werden torpedo-flottil-
les tot den aanval tegen de Engelschen uit
gezonden. Zij deden tot driemalen toe met
groote kracht en waarneembaar succes een
aanval. In dit deel van het gevecht werd
een Engelsch groot slagschip vernield, ter
wijl een reeks andere schepen beschadigin
gen moeten hebben geleden.
De dagstrijd tegen de Engelsche over
macht duurde totdat de nacht inviel. Hierbij
stonden afgezien van t 1 b'chte een
heden ten slotte minstens 25 Engelsche
groote slagschepen 6 Engelsche slagkrui
sers en minstens 4 pantserkruisers tegen
over 16 Duitsche groote slngschepen, 5 slag
kruisers, 6 oudere linieschepen en geene
p - s
Bij het invallen van de duisternis gingen
0P7e flottillns tot een n "-kte* -n nanvnl
over. Ge^'u-ardo de-1 nu ?en nacht
vonden kruiser-aanvallen en talrijke torpe-
doboot-aanveüen plaats. H' rden een
t -MiseT van het Achilles- of
Shannon-tyoe. één, waarschijn':'!: echter
t m-V *- s r-" mS
10 torpedojagers (alle nan r lsrhe int)
vernield; door het schip op de spits van
onze hoogzee-vloot alleen 6. Daar
onder bevonden zich de beide geheel nieu
we torpedojagers-Pührerschiffe, de Turbu
lent en de Tipperary.
Een eskader van oudere Engelsche linie
schepen, dat uit het zuiden was toegesneld,
kwam eerst In den morgen van 1 Juni na
het einde van den slag en wendde den ste
ven, zonder in te grijpen of ook slechts in
zicht van het Duitsche hoofdgedeelte te
komen.
Wilhelmshafen, 5 Juni. (W. B.) De
Keizer heeft den bevelhebber der hoogzee-
vloot, vice-admiraal von Scheer, tot admi
raal benoemd; hem en den bevelhebber der
verkenningseskaders, vice-admiraal von Hip
per, is de orde Pour la Mérite verleend.
Een aantal officieren en manschappen, die
zich bijzonder hebben onderscheiden bij den
zeeslag, kregen eervolle vermeldingen.
De Keizer heeft op het garnizoenskerkhof
op de graven der gevallenen in den strijd
voor het vaderland een krans doen neer
leggen.
In den namiddag hebben Keizer en Kei
zerin de gewonden in de lazaretten bezocht.
Wilhelmshaven, 5 Jun i. (W. B.)
Gisteren werden de in den Noordzeeslag
gevallenen plechtig bijgezet. Geestelijken
van de belde hoofdkerkgenootschappen
voerden het woord. Tot besluit werden eere
salvo's gelost.
Londen, 5 Juni. (R.) Uit gezagheb
bende bron heeft Reuter's Agentschap eeni
ge nadere bizonderheden over den zeeslag
vernomen, welke de onjuistheid van de be
weringen in de Duitsche officieele berich
ten bewijzen. Ten aanzien van 's vijands be
wering, dat de Duitsche vloot de overwin
ning zou hebben behaald, is het slecht»
noodig op te merken, dat blijkens den af
loop van het gevecht, de Duitsche vloot fei
telijk de Duitsche havens is ingedreven,
dicht achtervolgd door de Engelsche. De
vlucht der Duitsche slagvloot is verhaast
door den vastberaden aanval der Engelsche
torpedojagers. De Engelsche vloot is tot
't einde toe meester van het slagveld ge
bleven en heeft dat veld niet minder dan
vier malen doorkruist, totdat ze, geen vijand
meer vindende om aan te vallen, kalm naar
haar basis terugkeerde. Vijf uur na aan
komst van de „verslagen" Engelsche vloot
meldde ze zich weer als gevechtsklaar.
De Duitsche verliezen zijn blijkens stel
lige bewijzen opzettelijk vervalscht. Het is
bekend dat de Derfflinger, de Lützow en de
Hindenburg volslagen zijn vernietigd, terwijl
één (waarschijnlijk twee) slagschepen, vier
lichte kruisers, vier torpedojagers en een
duikboot eveneens verloren zijn gegaan.
De Duitschers beweren, dat de rest van
het Duitsche slagkruiser-eskader is terugge
keerd. Deze schepen waren echter even
eens zwaar beschadigd, evenals de schepen
van de König-klasse, die onder vuur van
een deel der Engelsche slagvloot zijn ge
raakt.
Treurig is bijgeloof in 't groot, bemin-
nelijk in 't klein.
door
ANNA HUBERT VAN BEUSEKOM.
35
Madame zei niets, vroeg ook niet naar
onze bevindingen tijdens 't onweer, maSr
liep kwaadaardig in zichzelf Engelsch te mur
melen. Toen, terwijl we bij den gootsteen
een voor een onze handen waschten, infor
meerde ze ineens woedend wanneer we ein
delijk dachten te gaan „goüteeren".
Monsieur, madame Cébléracque en zij
hadden dit zooals afgesproken was om vijf
uur gedaan en wij waren bijna drie kwartier
te laat.
„Maar 't onweerde en regende zoo. We
konden heusch niet eerder komen", weer
legde Jeanne en Nini verbaasd.
„Jullie hadden er best door gekund. Zoo
erg was 't heelemaal niet en nu ben je tóch
nat en vuil", bromde madame en ze klaagde
dat niemand ooit dacht aan den huishóude-
iijken regel en dat zoo vervelend voor haar
als huisvrouw was, altijd te moeten wachten,
t Was onze eigen schuld, nu moesten we
maar onder elkaar ons goüter gebruiken. Ze
ihad nog wat thee voor ons -warm gehouden
en met een zegepralenden blik naar Jeanne,
die ze zeker wist gruwelijk te ergeren, ging
ze naar de kachel, nam er een gebarsten
trekpotje zonder oor af, roerde er met haar
vinger in en zette het met een plof op de
keukentafel zeggende:
„Tiens, voila, e'est encore assez chaudf"
Toen konden we geen van allen langer ons
fatsoen houden. Yvonne en Nini proestten
't uit, Ien en ik trokken gezichten tegen el
kaar en zelfs Evodie, die Loulou met den
keukenhanddoek bewerkte, kon een glimlach
niet onderdrukken. Jeanne alleen lachte
niet.Ze was aschgrauw geworden en ter
wijl haar donkere oogen vlammen schoten,
greep - ze 't onooglijke potje en "smeet 't
met inhoud en al door de open keukendeur
naar buiten, waar 't op de steenen in grui-
zels viel. Toen wendde ze zioh hijgend van
drift tot madame:
„Voila, tante Emily T Ma in tenant vous
aurez fini de me taquiner f Prenez garde,
vous. dis-je
„Quoi I Vous avez l'audace C'est
trop fort," brabbelde madame tot haar lippen
toe wit en wie weef, waartoe deze scène ge
leid zou hebben als monsieur, die zooals
later bleek van de gang uit alles gezien en
gehoord had, de keuken niet was binnenge
komen.
„Come along Emily," zei hij zóó gebie
dend als we 't nog nooit gehoord hadden
en hij liet zijn vrouw voor zich uit naar de
bibliotheek gaan en sloot de deur
Terwijl we daarachter madame in presto-
Engelsch'te keer hoorden gaan, viel Jeanne
snikkend op den kapotten keukenstoel neer,
totaal over stuur van de scène en schreide of
haar hart zou breken.
„Ma demoiselle, ma chérie. calmez-vousP
Evodie. met oogen vol tranen, knielde naast
den stoel op de steenen en, lei licfkoozend
haar hand op Jeanne's knieën.
Jeanne, Jeanne, ne pleurez pas!" Ien en ik
klopten haar ieder op een schouder en
Yvonne en Nini verzekerden met bewonde
ring in haar stem, dat ze groot gelijk had
gehad dat vieze trekpotje te breken.
„Vraiment, c'était chic", betuigde Nini en
Loulou met z'n armpjes om Jeanne's hals
vleide:
„.Te t'aime tant Jeanne! T'es si gcntille,"
maar Jeanne liet zich zoo gauw niet troosten.
Het was de tweede maal al vandaag dat
tante Emily zoo deed. De maat was nu vol
en als zij-Jeanne-haar zin deed. zou zc liefst
weer 'zoo gauw mogelijk naar Marseille gaan.
Op Les Calvaux kon ze toch geen*goed doen
en 't lustte haar niet zich nog langer door
la maïtresse de la maison" te laten plagen.
Dal was veel slechter voor haar gezondheid
dan hard werken op haar kantoor... Of
Evodie nu maar dadelijk voor nieuwe thee
wou zorgen, dan konden we eindelijk ons
goüter krijgen, vroeg ze toen, maar niemand
had trek.
„We hebben zooveel kersen gehad! Laten
we liever nog een eindje gaan wandelen. Om
8 uur soupeeren we weer," riep Yvonne.
„Oui, jouer i\ cache cache dans les Breaux,"
stelde Loulou voor, die zich 't Ravijn met
't beekje herinnerde en Jeanne werd meege
troond en was tegen souper-tijd weer heel
gewoon.
Madame ging voor onze thuiskomst met
hoofdpijn naar bed en liet zich boven door
Evadie bedienen...
Niemand was daar natuurlijk rouwig omi
en toen Loulou er in lag, bleven we nog spel-
leites doen onder, 't genot van limonade en
cake, die monsieur mee uit Chabeuil gebracht]
had. Ina speelde de Marseillaise en onze
vaderlandsche liederen op de plano, waarbij
Zcbbcl-maar-raakje eigenwijs de maat zat te
slaan. Op een oogenblik waren we zelfs allen
aan 't dansen door de keuken en de gang.
Monsieur met Yvonne, Nini met mij en
Evodie met den keukenbezem, dien ze echter
dadelijk in den steek liet toen Jeanne haar
opeischle Ina speelde onvermoeid 't eene
walsje naar 't andere en zelfs Zebbel-
maar-raakje werd zóó uitgelaten, d'at ze
geestdriftig met haar vuilwitte linnen schoe
nen haar stoof betrappelde en voor 't naar
bed gaan er werd geen „culte" gehouden
om de Rouleautjes, die Roomsch zijn ver
zekerde ze in lang niet zoo'n vroolijken
avond te hebben meegemaakt.
Den volgenden dag 't was iondag en
Evodié's uitgaansdag zorgde madame,
genezen van haar hoofdpijn en zich blijkbaar
wel wat schamend over 't gebeurde van den
vorigen dag. eigenhandig voor 't diner, dat
vrij goed uitviel ondanks de aangebrande
doperwtjes, die ze zélf opat, stijfhoofdig vol
houdend ..dat ze toch héél goed smaakten."
„Wel moge 't haar bekomen." fluisterde ik
tot Ien, die in stomme verbazing gadesloeg
hoe madame in minder dan geen tijd alles
had opgegeten en toen onverwijld tot 't des
sert overging; het dessert bestaande uit
cake en kersen, dat we met 't oog op het vele
vaatwerk verzocht werden van onze reeds
gebruikte borden te nuttigenl Zélf nam
madame echter als bij toeval een schoon
bord en Nini en ik, die naast haar zaten,
moesten zóó lachen om de „nihilistische"
wijze, waarop ze 't zich toeeigende, toen ze
meende dit onbespied te kunnen .waarnemen.
dat we, om een houding aan te nemen, alg
dwazen giebelden om Loulou, die met zijm
beker morste en er niets van begreep, dat wet
hem zoo aardig vonden.
Toen madame even later een toespeling
waagde op onze hulpvaardigheid bij 't vaten?
wasschen zc wist niet boe ze klaar zou
komen voor de „école du dimanchc," die om
twee. uur begon ging niemand er op in en
maakten we ons allen onmiddellijk klaar itot
een tochtje naar „Les Chevaux rouges."
..Door de week voert ze niets uit Laat iz{
nu maar eens werken," fluisterde Yvonne ctf
haar blauwe oogen tintelden van pret, tcr<
wijl ze brutaal om het hoekje der keukendeur
riep:
„Au revoir, madame! Nous reviendronf
quatre heures pour goüter!"
Ter eere der gasten onttrok Jeanne zicK
zelfs aan het valsche gezang in de biblio«
Iheek, dat zc anders zoo trouw trachtte te
overzingen, maar 't werd toch „une parlio
manquée."... We lagen juist heerlijk in de
schaduw van het populieren boschje bij dert
ruischcnden waterval en amuseerden oni
kostelijk om Yvonne, die allerkomfekst met'
rollende oogen en drukke gebaren een detee/
tive-verhaal voordroeg, waar wij om schatcr<
den en Loulou -van rilde, toen er even alf
den vorigen dag een onweersbul kwam op<
zetten en we weer op een holletje naar hfeU
moesten waar de Zondagsschool ln vollef
gang bleek.
(Wordt yeffoigdj)