DE EEMLANDER".
Maandag 26 juni 1916.
buTténland.
FEUILLETON.
DE TREKVOGELS
N° 304
i4 Jaargang.
BERICHT.
ERSFOORTSCH DAGRL
Hoofdredactie:
MARIE VAN VERSENDAAL.
Mr. D. J. VAN SCHAARDENBURG.
Uitgevers: VALKHOFF Co.>
ABONNEMENTSPRIJS:
^er 8 maanden voor Amersfoort f 1.00b
Idem franco per post- 1.50*
Per week (met gratis verzekering Ugen ongelukken) O.IO.
(Afzonderlijke nummers 0.05*
\Vekelijksch bijvoegsel nDe Hottandicht Huuvronw" (onder
redactie van Thérèse Hoven) per 3 mnd. 50 els.
Wekelijksch bijvoegsel Pak me mei' per 8 mnd. 40 cts*
Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT I.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIE^
f 0.80*
0.15*
0.50*
Van 1—B regels.»
Elke regel meer
Dienstaanbiedingen 1—5 regels
Groots letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen
tot het herhaald advarteeren in dit Blad, bü abonuomout.
Eeue oirculaire, bovattendo de voorwaarden, wordt op
aanvraag toegezonden.
IC ZU, iil« zich nn reed. opeeven
«1» nbotmé op het ,,Ainerstoorlsch
Dagblad", met Ingang tob 1 JULI.
ontTttugen «1c tot dien Datum Ter-
schijnende nummers GRATIS.
Politiek Overzicht
De stand van den wereld-
strijd.
De Fransche Kamer heeft aan het einde
van een debat in geheime zitting, waaraan
zeven vergaderingen zijn besteed en waar
in. naar men mag aannemen, de zaak van
alle kanten is bekeken, een besluit genomen,
waai in zij verklaart in nauwe samenwerking
met de regeering een krachtiger impulsie
van de landsverdediging te willen voortzet
ten. Zij heeft het vertrouwen uitgedrukt,
dat de regeering al hare energie in de oor
logvoering zal aanwenden, en ten slotte uit
gesproken, dat haar vertrouwen in de over
winning is versterkt.
Het vertrouwen in de eindoverwinning van
de geallieerden vindt men ook van Russi
sche zijde uitgedrukt in interviews, waarin
de meeningen zijn weergegeven van gene
raal Broessilow, den opperbevelhebbel aan
het front, waar de Duitsch-Oostenrijksche
en Russische legers sints den 4en Juni in
een nieuwen, zwaren strijd zijn gewikkeld,
en van den Rrrssischen minister van buiten-
londsche zaken Sazonow. Generaal Broes
silow verwacht, dat de nu begonnen zomer-
veldtocht de eindoverwinning aan de gealli
eerden zal brengen; hij geeft toe, dat de
Duitschers en Oostenrijkers misschien nog
enkele successen zullen behalen, maar het
einde zal toch zijn hunne nederlaag. Minis
ter Sazonow blaast in denzelfden horen; hij
ziet de macht van Duitschland zichtbaar ver
minderen, terwijl de hulpmiddelen van Rus
land en zijne bondgenooten stijgende zijn.
Hij verwacht eene volkomen overwinning,
want hij verklaart, dat het einde van den oor
log slechts mogelijk zal zijn, wanneer de vij
and al de door hem bezette streken weder
zal hebben ontruimd, en zegt, dat de gealli
eerden wenschen een werkelijken, eervoeren
vrede, waarvan het gevolg zal moeten zijn
het verdwijnen van het Pruisische militaris
me.
Dergelijke uitingen moet men niet al te
letterlijk opnemen. Men zou zich er over
kunnen verbazen, dat thans nog, nu de 23e
maand van den wereldstrijd ten einde gaat,
dergelijke verwachtingen, die zoo vierkant
in strijd zijn met 'den werkelijken toestand
op de verschillende oorlogstooneelen, wor
den geuit door mannen, die vooraan staan
in den strijd. Maar de verklaring daarvan is
niet ver te zoeken. Wij bevinden ons thans
in het stadium van den oorlog, waarin de
beslissing nadert. De uiterste krochten wor
den ingespannen, om te trachten in den
strijd, die nu op de beide hoofdtooneelen,
in het westen en in het oosten
aan den gang is, de schaal te doen
overslaan. Don is het verklaarbaar, dot
de leiders woorden bezigen, die den toets
van een kalm, onbevooroordeeld onderzoek
niet kunnen doorstaan. Het komt er nu op
aan, den moed er in te houden, de hoop op
de overwinning levendig te houden, want als
die hoop de strijdenden niet bezielt, dan is
de kans op de overwinning reeds half ver
loren.
Intusschen worden er ook stemmen ver
nomen, die van een meer nuchter oordeel
getuigen en de goede kansen tegenover de
kwaden afwegen. Een voorbeeld daarvan le
vert de hier volgende beschouwing van de
Manchester Guardian, die geschreven is in
den tijd, nadat het eerste onstuimige offen
sief van de Russen in het oosten zijne wer
king had gedaan. De schrijver doet uitko
men, dat men den toestand op tweeërlei wij
ze kan opvatten, en stelt de beide opvat
tingen aldus tegenover staan:
De sanguinicus zou zich aldus uitlaten:
Er is eene krisis gekomen. De Duitsch-Oos
tenrijksche strategie is in haar verband ge
schokt, en de vijand staat tegenover een
ernstig gevaar. De Oostenrijksche verster
kingen brokkelen af, vóórdat Verdun geval
len is. De Duitschers kunnen bij hunne voor-
uitgebrachte stelling in Rusland de Oosten
rijksche verdedigingslinie niet zóó ver aan
onF'^ting blootstellen als in den winter
van 1914/15. Als zij dit deden en Galicië
weer verloren ging, zouden de Duitschers in
het noorden naar twee fronten moeten strij
den en gedwongen zijn terug te gaan. Nog
eene week van Oostenriiksch onheil, en zij
moeten de Oostenrijkers te hulp komen. Dot
zou het voorbarige gebruiken van hunne op
drogende reserve beteekenen en mogelijk
het wegnemen van manschappen uit het
westen. Bij Verdun zijn zij te zeer gebonden;
zij moeten met hunne aanvallen voortgaan
en groote reserves in het vuur kunnen wer
pen. Indien dus de toestand aan het Rus
sische front erger mocht worden, zouden zij
troepen moeten wegnemen, die tegenover
de Engelschen liggen. Dan zou de gelegen
heid k ..„n komen waarop het Britsche le
ger heeft gewacht. Dat zou het keerpunt
van den oorlog kunnen zijn, want in het
westen is de kwetsbaarste plek in de Duit-
sche verdediging, de kwetsbaarste en daar
om ook hare gewichtigste.
De skepticus zou daarop kunnen antwoor
den: Vertrouw niet te zeer op de uitkomsten
van een paar weken. Toen de Duitschers het
besluit namen hunne grootste krachts
inspanning naar het westen te richten,
moeten zij met de mogelijkheid heb
ben gerekend van een tijdelijken tegen
slag van de Oostenrijkers. De Rus^
sen hebben prachtige uitkomsten ver
kregen. Maar het bezwaar om dag aan dag
snel vooruit te gaan, kan niet overschat wor
den. Zwaar zijn de Oostenrijksche verliezen
geweest, maar de Oostenrijkers zijn aan ne
derlagen gewend en zij toonen in zulke da
gen hunne beste eigenschappen. De schit
terende aanval ontbreekt hen; maar zij we
ten nooit wanneer zij geslagen zijn. Zou één
ander leger ter wereld de nederlaag heb
ben uitgehouden, die zij in het begin van
den oorlog hebben geleden? Ook mogen wij
de ellendige verbindingen en het bezwaar
om snel vooruit te komen in zulk een land
niet vergeten. De energie van de Russen
is boven eiken lof verheven; maar het feit,
dat niemand hen tot zulke daden in staat
achtte, waarschuwt tegen de verwachting,
dat zij ze zullen voortzetten. Met hun voor
uitgaan zullen de nadeelen van hunne or
ganisatie meer aan den dag komen, terwijl
de Oostenrijkers steeds sterker worden,
naarmate zij bekomen van de aanvankelijke
verrassing en versterkingen krijgen.
Dit zijn de opvattingen, die tegenover
elkaar staan. De volgende weken, die zoo
kritiek zijn als nog nooit in den oorlog, zul
len tusschen hen beslissen
De oorlog.
P a r ij s 2 4 J u n i. (Hevas). Namiddag
communiqué.
Op den linkeroever van de Maas bleef de
artillerie-werkzaamheid intens in het bosch
van Avocourt, op hoogte 304 en den Mort-
Homme. Een Duitsche. granaataanval tegen
de Fransche stellingen op hoogte 304 werd
afgeslagen.
Op den rechteroever van de Maas duurde
de strijd den geheelen nacht met verbitte
ring voort op het westelijke deel van het
aanvalsfront.
Fransche tegen-aanvallen, met kracht on
dernomen in de streek van de hoogten 321
en 320, stelden hen in staat, een groot deel
van het verloren terrein te heroveren en de
Duitschers terug te drijven tot den rand van
het verdedigingswerk van Thiaumont, dat zij
nog bezetten. De strijd kreeg een buitenge
woon hevig karakter in den omtrek van het
dorp Fleury.
De tegen het bosch van Fumin en het
bosch van Chenois geriohte tegen-aanvallen
brachten de Franschen weder in het bezit
van alle loopgraaf-elementen, welke de Duit
schers in den nacht van den 21 sten Juni ver
overd hadden.
Het Duitsche bombardement, met kracht
door de Fransche batterijen beantwoord,
werd met gelijke hevigheid voortgezet van
de Maas af tot ten oosten van Chenois.
Uit de laatste inlichtingen blijkt, dat de
aanvalshandelingen op den rechteroever
verricht werden door Duitsche, strijdkrach
ten, sterk naar schatting zes divisiën.
Bij Les Esparges lieten de Duitschers drie
mijnen springen, die in 't geheel geene
schade aanrichtten.
Op de Engelsche en Belgische frontge
deelten was eene groote werkzaamheid in
de lucht en artillerie-, mijnen- en patrouille-
strijd.
Avondcommuniqué.
De dag was betrekkelijk rustig aan den
linker Maasoever, behalve op hoogte 304,
waar onze stellingen langzaam maar aanhou
dend worden gebombardeerd. Onze Iiniën
rechts van de Maas op hoogte 321, ten
noordoosten van Froide Torre an In de Cha-
pitre- en Chenois-bosschen werden intens
gebombardeerd. De worsteling werd heden
morgen voortgezet. Aan den rand van het
dorp Fleury, waar de vijand eenige huizen
bezette, ls geene verandering. In de andere
sectoren was geene infanterie-actie.
Londen, 24 Juni. (R.). Communiqué
van het Britsche hoofdkwartier.
De vaijndelijke vliegers waren gisteren
werkzaam. Onze verkenners vielen zes ma
chines aan, die trachtten in eene verken
ning over onze liniën te komen. Onze artil
lerie was heden meer werkzaam op het ge-
heele front.
Parijs, 25 Juni. (Havas). Namiddag
communiqué;
Links van de Maas is een aanval der Duit
schers op de zuidelijke helling van den Mort
Homme door het vuur van de Franschen
tegengehouden.
Op den rechteroever van de Maas hebben
in den loop van den nacht de gevechten in
den sartor van het werk van Thiaumont
voortgeduurd, waar tegenaanvallen de Fran
schen weder in staat stelden, eenige stukken
loopgraaf ten westen van het werk te bezet
ten. In het dorp Fleury hebben de Fran
schen met handgranaten eenigen vooruit
gang bereikt. In de overige sectoren aan
de rechterzijde van de rivier houdt het
hevige bombardement aan, maar hadden
geen infanteriegevechten plaats.
In Lotharingen is een sterke verkenning
van de Duitschers in het Cheminotbosch, ten
noordoosten van Pont-5-Mousson verstrooid.
In de Vogezen is een poging, om de Fran
sche stellingen in het Savedal aan te vallen,
volslagen mislukt.
In den nacht van 23 op 24 Juni hebben
Duitsche vliegers bommen geworpen op Lu-J
néville. Baccarat en St. Dié. De schade is
gering. Te St. Dié zijn kinderen gewond.
Hiervan is kennis genomen, zulks met het
oog op weerwraak.
P a r ij s, 2 5 Juni. (R.) Avond-commu
niqué.
Aan weerszijden van de Maas was heden
geen infanterie-actie, maar wel een intens
artillerie-werkzaamheid in de omgeving .an
hoogte 305, den Mort Homme, Chattan-
court, Froide Terre en Fleury. Op de rest
van het front de gebruikelijke kanonnade.
Londen, 25 Juni. (R.). Haig meldt,
dat de vijand gisteravond een aanval heeft
ondernomen ten noordoosten van Loos,
doch afgeslagen is. Onze artillerie zette
haar intense werkzaamheid heden over het
geheele front voort; het vuur was het hevigst
in de buurt van Neuville, ten Zuiden van
Woilly en ten Noorden van Yperen. Op den
weg naar Meenen wonnen wij terrein. Elders
gevechten met loopgraafmortieren,
Bern, 25 Juni. (W. B.) In de Zwitser-
sche bladen doet een verhaal de ronde, dat
een der hoogere Fransche officieren in een
diplomatiek gezelschap zich heeft uitgelaten
over de verliezen bij Verdun. Hij verklaar
de, dat het waar was, dat de Franschen bff
den aanval tegen Verdun tot dusver
400.000 man hebben verloren.
H*t Aargauer Volksblott, dat niet gewoon
is in pro-Duitschen zin te schrijven, merkt
bij het vermelden van dit verhaal op, dat
dit geene verrassing is, want in de Fransche
pers is onlangs naar aanleiding van de En
gelsche verliezen in den zeeslag voor het
Skagerrak geschreven, dat iedere dag
bij Verdun aan de Franschen 5000 map
kost.
Weenen, 24 Juni. (W.-B.). Officieel
bericht van heden middag.
Bij Kimpolung (in het zuiden van Boeko-
wina, aan de Moldau) werd gisteren hevig
gestreden. In het Czaramocsz-dal drongen
de Oostenrijk-Hongaarsche troepen den vij
and door een omtrekkende beweging terug
uit de stad Kuty.
Ten noordwesten van Tornopol mislukte
een nachtelijke aanval van de Russen door
ons gesohutvuur.
Bij Radziwilof werden gistermorgen op
nieuw stormaanvallen van de Russen afge
slagen. Bij de gevechten van eergisteren ten
noorden vèn deze stad, legde de eerste, uit
Neder- en Opper-Oostenrijk en Salzburg
aangevulde landstormbrigade opnieuw proe
ven van haar flinkheid af.
De in Wolhynië strijdende Duitsche en
O.-H. strijdkrachten ontnamen den vijand
ten noorden van de Lipa, ten noordoosten
van Gorochow, en ten noordwesten van
Tortsjin stap voor stop terrein. Alle tegen
aanvallen, door de Russen met ten deele
versche strijdkrachten ondernomenbleven
zonder succes voor den vijand.
Petersburg, 24 Juni. (Tel.-Agenfc*
schap). Communiqué van den grooten gene-
ralen staf.
De vijandelijke artillerie concentreerde
haar vuur op het brughoofd van Ikskul. In
de streek van IJIukst deden wij bij verrassing
een 6toutmoédigen aanval op de Duitsche
loopgraven. De vijand beproefde een tegen
aanval, maar werd door ons geweer- en mi*
trailleur-Aruur teruggedreven. Na dit échea
openden de Duitschers met vèr dragend g&.
schut een ongeregeld vuur uit talrijke hntte>
njen.
In den avond van den 22sten Juni opendo.
de vijand een hevig artillerievuur in den seo
tor van de hoeve Berezina, het dorp Kiby,
aan de rivier Berezina en ten oosten van
Bogdanof. Hij liet een witte rookwolk op*
gaan, welke wij door tijdig genomen maat
regelen verspreidden. Tegen den nacht deed
de vijandelijke infanterie met een aanzienlijk
effectief een aanval tegen de hoeve Bere
zina, maar zij werd in onzen tegenaanval met
de bajonet in wanorde naar hare loopgra
ven gedreven en liet talrijke lijken voor
onze draadversperringen achter.
Ten westen van Tortsjin duren de verbit
terde gevechten zonder ophouden voort-
Dank zij de samenwerking tusschen infan
terie en artillerie, werden alle aanvallen van
den vijand in de streek van Zoebilno afge
slagen.
De voorname ziel heeft eerbied voor zich
«elven.
door
ANNA HUBERT VAN BEUSEKOM.
51 - i
Evodie was opgestaan om thee voor ons te
zetten en liet Quenoppe uit zijn hok „om hem
een prettig dagje te bezorgen." Zij bleef thuis,
hoewel Germaine er den vorigen avond
tegen madame een balletje van had opge
gooid. om Evodie, die zóó weinig heeft, mee
te laten gaan.
Wat? Evodie ging Zondag weer den heelen
dag uitl Had die geen pretjes genoeg? Méér
dan genoeg voor 'n meisje van haar stand en
bovendien was er „grande lessive." Die een
dag verzetten? Madame dócht er eenvoudig
hiel over.
„Cc serait ridicule, Evodie dolt faire son
devoir," hield ze vol, alsof ze zelf 't strengste
principenmensch was.
Daarmee was de zaak afgeloopen, maar we
vonden 't toch alle vier ln-zielig, toen Evodie
in de grauwe schemering de poort van 't erf
achter ons sloot met een vriendelijk: „Au
*"evoir,-xnesdemoiselle8, amusez-vous blenl"...
Geen drie minuten van huis kwamen ons
Monsieur Claude en .Lolotte tegeinogt ge wan'.
deld, evenals wij voorzien van proviand en
bergstokken; monsieur Claude zelfs nog met
een rugzak, waarin allerlei rammelend
keukengerei zat. In opgewekte stemming
sloegen we den weg naar „Les Chevaux
rouges" in en begonnen van daaraf onze klim—
partij van 1500 meter. Het had sterk ge
dauwd, maar we hadden stevige laarzen en
oude rokken aan, zoodat 't er niet op aan
kwam of we wat nat werden. Koud was
t hcelemaal niet; toch huiverden we een wei
nig in den lichten nevel en hielden onze
sjaaltjes het eerste half uur om. Toen begon
de zon op te komen, een schouwspel om nooit
te vergeten I
Prachtig waren de tinten van Het steeds
blauwer wordende berglandschap, waarvan
de fijne nevelsluiers al meer en meer ver
vaagden.
„Het is toch" dwaasheid, dat wij domme
menscben ons leven zóó hebben ingericht, dat
we dit bijna nooit zien," riep monsieur
Claude, geestdriftig zijn stok zwaaiend en
hij wees voor zich uit: „Regardez mesde-
moisèlles, ces montagnes lfl*bas! Le „Grand-
Nez" et les „Trois Becsi" Comme elles sont
belles sous ce ciel rosel"
Beneden ons In 't dal Graasde een kudde
geiten, wier belletjes helder klingelden in do
ijle lucht.
Ik voelde een soort van dronkenschap
over me komen, een gevoel of ik zou'kunnen
vliegen!
Germaine en Eolotte werdeii er uitgelaten
van, zaten elkaar met een kever achterna en
toen we ons bij een paar groote rotsblokken
even neerzetten om te rusten, begon Jeanno
haar geliefd Dalcroze-liedje te zingen,
wee iedereen jan harte, instemde: y'
Par le chemin grimpant, brimbelle brimbant,
Montons, montons la montagnel
Par le chemin grimpant
Je me grise d'air et de ventl
Et je plains les gens de la plaine
Ló, lè, qui sont dans la peine
Tout en bas.
Twee-en-een-half uur deden we er over voor
we het breede, zacht-afglooiende plateau van
den Chalamel bereikt hadden.
Een kudde schapen door een verwilderden
hond en een kousen-breiend meisje vergezeld,
kwam langzaam de helling af, die bedekt was
met stug, grijs-groen gras. 't Kind groette
schuw, dreef haar kudde langzaam bergaf en
wij stegen zoo hoog mogelijk, zagen toen van
af den sfinxenkop, die ons uit 't dal altijd
schijnt aan te staren, naar beneden en von
den met moeite 't kleine stipje: Les Calvaux.
Monsieur Claude kwam tusschen Ien en mij
instaan en zei, dat hij voor schoolmeester
spelen ging en de beide ITollandaises „unc
petite le?on de géographie" geven zou als ze
er niets tegen hadden.
„De Chalamel is een uitlooper van de
Alpen," vertelde hij, „en 't mooie is, dat hij
zoo loodrecht uit de vlakte oprijst aan de
eene zijde. In den geheelen omtrek is er geen
enkele berg of heuvel, die dat doet en van
hieraf kunt u een aardig stuk van Dauphiné
overzien. Ziet u dat kronkelende stroompje in
de verte? Dat is de rivier de Dróme, die ver
derop in de Rhöme uitstroomt en ginds hebt
u de bergen van Ardêche en de Cévennes en
als u zich mi omkeert, kunt u aan de andere
zijde le Vercors zien."
Een oógenblik bleven we allen in bewon
dering at aan. O, de blauwe lucht en de zon
in 't dal en op de verre bergtoppen en die
doodsrhe stilte om ons heen! Het was bijna
hetzelfde gevoel van verrukking, dat me
doorstroomde toen ik naast Otto op 't terras
van Notre-Dame-de-la-Garde de Middelland-
sche zee zagl
Maar Lolotte zuchtte ineens, dat ze zoo'n
honger had en van onze verheffende natuur
beschouwing in 't materialisme tuimelend,
begonnen we onder uitbundig plezier, want
èlles was prettig en grappig, monsieur
Claude's rugzak uit te pakken.
Jeanne en Ina spreidden op 't gras 't oude
tafellaken uit door madame Henriette mee
gegeven; daarop werden de trommels en
kopjes neergezet, henevens 't spiriluslichtje
met 't blikken koffiekcteltje en in minder dan
geen tijd was 't maal gereed. Nog nooit heeft
een ontbijt van croissants, koude harde
eieren en koffie zoo heerlijk gesmaakt als
daarboven op den Chalamel in die zonnige,
zuivere atmosfeer!
Ien en ik kiekten ora beurten 't gezelschap
en zongen op verzoek tweestemmig het oude
Wilhelmus. Zóó prachtig vonden ze dit, dat
monsieur Claude In vervoering zijn gebarsten
koffiekopje ophief om met ons tc klinken:
„A la gloire du grand Guillaume le Tacl-
turnekA votre gracieuse reine "Wilhelminel"
En wij. klonken terug op „la belle France
et votre aimable président" en stemden geest
driftig in met de Marseillaise, door Lolotte
met hel stemmetje aangeheven.
Heel den verderen ochtend brachten we
zalig luierend door ln „le salon de verdure,"
zooals Germaine en Jeanne het boschje kreu
pelhout betitelden, dat tegen een der hellingen
opgroeide.
Monsieur Claude was onuitputtelijk in yer-
lialen, vroeg ons allerlei over ons reisjo,
waarvoor hij zich zeer interesseerde en be
jammerde 't, dat we Pont du Gard en Aigucs-
Mortes niet zagen. Doch er was altijd
„quelque chose regretler" en we hadden 't
er met ons beidjes maar wót kranig afge*
bracht vond hij. Hij hoopte, dat 't in Frank
rijk ook meer en meer gebruik zou worden,
dat jonge meisjes haar eigen weg gingen,
zonder te veel te worden aangegaapt. Ta
Lolotte huisde nu al die moderne geest van
iets te willen worden en hoewel hij 't hard
vond, zijn eenig kind misschien niet lang
meer bij zich te houden, zou hij haar daarin
toch niet tegenwerken.
„Bravo mon père! Oh, comine tu es gentil,"
en Lolotte, die zich met Jeanne en Quenoppe
een beétje hoogcr tegen de helling genesteld
had, bukte zich om haar vader te kussen voor
deze woorden, die een belofte inhielden.
Tegen twaalven begon het warm te won
den, zoodat we nog wat lager afzakten naar
een eikcnboschje, waar wat mee^*/schaduw
was. Daar werden op 't splritusliclitjc door.
Germaine, de handigste, van 't gezelschap,
ommelctten gebakken. „Des ommeletles vol*
caniques," zooals monsieur Claude ze noen*»
de, omdat 't beslag in 't pannetje zóó spatt*
dat 't wel kleine uitbarstingen leken. Zt
smaakten echter goed, evenals de koude kipt
en de heerlijke gateau, door madame Ilen*
rlette meegegeven. Quenoppe mocht de pait
ultlikken en kreeg de restjes brood en kippe*
kluifjes en zelfs 't overschot van de „café
nolr."
(Wordt vcrvolgd.J