I4d" Jaargang. 'I „DE E EM LAN D E R". Dinsdag 27 Juni 1916. BUITENLAND. FEUILLETON. DE TREKVOGELS N* 305 BERICHT. RSFOORTSCK DAGBLAD. hoofdredactie: MARIE VAN VERSENDAAL. Mr. D. J. VAN SCHAARDENBURG. Uitgevers: VALKHOFF Co. ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Amersfoort f 1.00. Idem franco per post1-50. Per week (met gratis vorxekering tegen ongelukkou) - 0.10. Afzonderlijke nummers 0.05. Wekelijkscb bijvoegsel nD$ Bolkmfitch* HufsvroHtv" (onder redactie van Thérèae Hovon) per 8 mnd. 5© cts. fTekelijksoh byroegsel „Pak m# m«T per 8 mnd. 40 eta. -r Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT I. Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 15 regels f 0.80* Elke rogol meer - 0.15, Dienstaanbiedingen 1—5 regols0.50. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedryt bestaan zeer voordeolige bopaliugen tot het herhaald adverteoren in dit Blad, bij abonnooiont. Eone oirculairo, bovattondo do voorwaarden, wordt of* aanvraag toegezonden. BV ZIJ, die zich nn reeds opgeTeu »ls alionné op het „Amersfoorlsch Dagbhxl", met Ingan, r.a 1 JULI, ontvuugen de tot dien Datum Ter- ichljnende nnmmer. GRATIS, Kennisgeving. HINDERWET. Burgemeester en Wethouders van Amers foort, Gelet op artt. G en 7 der Hinderwet, Brengen ter kennis vem het publiek, dat e*n door de firma H. W. Verloop Co. ingediend "verzoek, met bijlagen, om vergunning tot het uit breiden von eene stoomolieslagerij, door plaat sing van een nieuwen stoomketel van 30 M*. verwarmend oppervlak met een overthitte van 20 M-. verwarmend oppervlak met een stoom machine van 60 tot 95 P.K. voor het drijven hun ner olieslagerij in het peroeel aöiier gelagen den Meinerr Koppel bij he* Kadaster beikend onder sectie D No. 833 op óe Secretarie der gemeenre ter visie ligt, en dat op Woensdag dan 5. Juli aanstaande, des voormiddags te 'half elf uren gelegenheid ten Raadhui»» wordt ge geven om, ten overstaan van het Gemeente bestuur of van één of meer zijner ledan, bezwa ren tegen het uitbreiden van de inrichting in te brengen. Tot ho beroep, bedoeld in art. 15, le lid dar Hindemv. t, zijn volgens de bestaande jurispru dentie, alleen zij gerechtigd, dl» overeenkom stig artikel 7 der Hinderwet voor h»t Gemeen- ♦«bestuu. of één of meer zijner leden.zijn ver schenen, teneinde hunive bezwaren mondeling toe te lirhtan. Amersfoort, den 21 Juni 1916. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Secretaris, Do Burgemeester, A. R. VFENSTRA. v. RANDWUCK. Politiek Overzicht 'Het einde nog niet in het gezicht. De Fransche Kanier, die na in zeven ge heime zittingen de regeering aan den tand te hebben gevoeld, in een votum heeft uitge drukt, dat zij haar vertrouwen blijft schen ken, heeft daarop een daadwerkelijk blijk van vertrouwen laten volgen: met 513 tegen 3 stemmen is eene credietwet aangenomen voor het derde kwartaal van het jaar 1916. De drie tegenstemmers hebben hunne af wijzende stem gemotiveerd; de afgevaardig de Brizon is uit hun naam op de tribune komen verklaren, dat zij geen oorlogscrediet konden toestaan, omdat zij verlangden vre- Üe zonder gebiedsinlijving en onmiddellijken wapenstilstand. De stem van dit drietal Is in de protesten van de vergadering gesmoord. De voorzitter van de Kamer heeft onder toejuichingen ge zegd, dat geen Franschman een onmiddel lijken wapenstilstand kon toelaten of een vrede, die-zou zijn eene abdicatie tegenover de herhaalde schendingen der gerechtig heid. Deze woorden en de terstond daarop gevolgde stemming, waarbij de door de re geering ingediende credietwet werd toege staan, leveren het bewijs, dat in Frankrijk regeering en Kamer beiden op het stand punt staan, dat het nu nog niet de tijd is om over den vrede te spreken Dat is hetzelfde standpunt, dat de Rus sische minister Sasonow inneemt blijkens zijne verklaring aan den vertegenwoordiger van het Amerikaansche nieuwsagentschap United Press, dat de Russen nu op weg zijn naar de overwinning en dat het dus voor barig voor hen is over den vrede te spre ken. Ook de nieuwe regeering, die in Italië is opgetreden, staat op dat standpunt. De eerste regeeringsdaad van den nieuwen minister-president Boselli is geweest het brengen van een groet aan generaal Ca- dorna, „den uitnemenden veldheer, die de soldaten van Italië naar de overwinning leidt." En ook van een lid van de Britsche regeering hebben wij nog juist betzelfde vernomen. De minister Henderson, de ver tegenwoordiger van de arbeidspartij in het kabinet, heeft het land gewaarschuwd, dat men op zijne hoede moet zijn tegen een vrede, niet gegrond op rechtvaardigheid en eer. Hij heeft gezegd: „Wij moeten als steen zijn tegen een vernederend, roemloos com promis. Het einde is nog niet in het ge- zioht. De vijand bluft, dat wij overwonnen zijn, maar wij weten het anders. Wij heb ben den vijand steviger beet dan ooit door de zee." Er is in deze redeneering eene feitelijke onjuistheid. Men kan daarop niet beter den nadruk leggen, dan door tegenover de woor den van den Britschen bewindsman te stel len die van den minister van bultenlandsche zaken van Oostenrijk-Hongarije baron Bu- rian in zijn exposé van den toestand, waar van in de zitting ven den Hongaarschen rijksdag van 14 Juni mededeeling werd ge daan. Daarin werd, ter beantwoording van de vraag wie voor de verdere voortzetting van den oorlog verantwoordelijk is, het woord aangehaald van den staatsman, die belast is met de leiding van de Britsche buitenlandsche politiek. Sir Edward Grey. Die heeft toen gezegd, wat nu zijn ambtge noot Henderson herhaalt, dat de oorlog hierom nog geen einde neemt, omdat de centrale mogendheden zich voor de over winnaars en de Entente voor de overwon nenen houden, terwijl toch de Entente niet overwonnen is en niet overwonnen kan worden. Baron Burian stelde hier tegenover, dat wanneer Sir Edward Grey meent, dat de Entente niet overwonnen is, de centrale mo gendheden er op kunnen wijzen, dat zij 't nog veel minder zijn. Inderdaad daarmee is de toestand met juistheid aangeduid. Wij naderen het einde van het tweede jaar van den wereldstrijd. Nog enkele dagen en de 23e maand van de worsteling is voorbij. Beide partijen ge raken uitgeput, maar beide staan onoverwon nen, en voor ieder, die onbevangen den strijd gadeslaat, is het duidelijk, dat van bei den gelijkelijk geldt, dat zij niet kunnen worden overwonnen. Wanneer de strijdende partijen tot het inzicht zijn gekomen, dat hunne krachten tegen elkaar opwegen, dat de voortzetting van den strijd er slechts toe kan leiden, dat zij elkaar vernietigen, maar niet tot gevolg kan hebben, dat de een over wint en de ander wordt verslagen, dan zal het spoedig uit zijn met den strijd. Maar zoo ver zijn wij thans nog "niet. Nog geeft de Entente de hoop niet op als overwin naar uit den strijd te treden. Zij spant al hare krachten in om de ongunstige kansen in het strijdperk ten haren gunste te keeren. „Wij naderen de krisis van den oorlog", schrijft de senator Beranger in Paris-Midi. Nooit waren de woorden „Overwinnen of sterven" meer het wachtwoord voor de le gers, regeeringen en volken." Daarom zijn wij nog niet aan het einde. De Entente wil de voortzetting van den strijd. Aan haar is daarvoor de verantwoordelijkheid. De oorlog. B e r 1 ij n, 2 6 Juni. (W. B.) Het groote hoofdkwartier deelt mede: De gevechtswerkzaamhe'rd op ons naar het. westen gericht front tegenover de En- gelschen en den westelijken vleugel van het Fransche leger was, evenals de belde vorige dagen, belangrijk. Ten Westen van den Mort-Homme mislukte een nachtelijke aanval des vljands door ons geschut- en machinegeweervuur. Rechts Yan de Maas eindigde des avonds een aanval van zeer sterke strijdkrachten op de'Duitsche stellin gen van Froide Terre met een volkomen mislukking voor de Franschen. Zij zijn met groote verliezen, gedeeltelijk na een hand gemeen in onze linie, overal teruggeslagen. Duitsche vliegtuigeskaders vielen met bommen een Engelsch kamp aan bij Pas, ten oosten van Doullens. P a r ij s, 2 6 Juni. (Hovas). Namiddag communiqué. In de Argonne is een Duitsche poging, die gericht was tegen een van de kleine Fransche posten bij Fille morte, met gra- naatvuur afgeslagen. Aan den linker Maasoever was artillerie vuur, dat bijzonder levendig was in de buurt van den Mort-homme. Aan den rechter oever mislukte een Duitsche aanval, die heden nacht werd ondernomen op de Fran sche stellingen ten westen van het werk Thiaumont, geheel onder het spervuur en het infantenevuur van de Franschen. Tus- schen de Fumin- en Chenoisbosschen na men de Franschen in den loop van plaat selijke operatiën eenige Duitsche loop graaf-elementen. In de andere sectoren wor den slechts artillerie-actiën bericht. Op het geheele Engelsche front was de Engelsche artillerie bijzonder actief. Het wederzijdsche bombardement was bijzonder sterk in de streek van Neuville—St. Vaast en ten zuiden van den weg YperenMenin. De Duitschers verrichtten een zeer hevig vuur met loopgraaf-mortieren en kanonnen ia de streek van het bosch van Thiepvai Hamel. Avondcommuniqué. De strijd bij Verduft werd voortgezet met verminderde artillerie-actie aan beide zij den van de Maas voor het eerst sedert we ken. Behalve bij hoogte 304 was er heden geene infanteriè-actie. Onze artillerie in Champagne vernielde vijandelijke werken in Vllle-sur-Tourbe. Onze batterijen in de Vogeezen brachten twee munitie-bergplaatsen in Chapelotte tot ontploffing. Karlsruhe, 26 Juni. (W.-B.) Den 22en Juni werd des namiddags om 3 uur te Karlsruhe bekendgemaakt, dot er een vijan delijk vliegeskader in aantocht was. Even wel kon men geen vliegers aan den hemel bespeuren. Plotseling werden er echter om 3.10 uur in het Westelijk deel van de stad twee ontploffingen gehoord. Even daarna ontdekte men met behulp van sterke verre kijkers verscheidene vijandelijke vliegers boven de stad. Zij kruisten een kwartier bo ven Karlsruhe, wierpen 29 bommen en ver trokken daarna naar het Zuidwesten. Twee vliegtuigen werden later gedwongen, links van den Rijn te landende inzittenden, twee Franschen en twee Engelschen, wer den gevankelijk naar Straatsburg gevoerd. De materieele schade is niet zeer groot wel zijn er vele ruiten gesprongen. Door de bommen zijn echter 110 menschen gedood, n.I. 30 mannen, 5 vrouwen en 75 kinderen, en 147, n.I. 48 mannen, 20 vrouwen een 79 kinderen gewond. De verwondingen zijn over het algemeen van ernstigen aard, zoo dat het aantal dooden nog wel vermeerderd zal worden. De bevolking vierde dien dag juist feest. Toen men van de vijandelijke vliegers ge hoord had, stroomde hef Hagenbeck-circus, dat dicht bij de Ettlingerstrasse stond, leeg met het gevolg, dat in die straat alleen on geveer 100 menschen gedood werden. Den 24en Juni zijn 98 slachtoffers In -tegen woordigheid van den groothertog en leden van de groothertogelijke familie begraven. De verbittering over dezen wreeden, mili tair doelloozen aanval op de stad Karls ruhe is algemeen en diep. B e r 1 ij n, 26 Juni. (W. B.) Bericht van het groote hoofdkwartier. Afgezien van nu en dan levendige artil lerie-werkzaamheid en eenige gevechten van kleinere afdeelingen op het Noorder front, is er niets belangrijks gebeurd. Legergroep Linsingen Ten Westen van Sokul en bij Saturcy duren de voor ons succesvolle gevechten voort. Het aantal ge vangenen is sinds 16 Juni gestegen tot 61 officieren en 11097 manschappen, terwijl 7 kanonnen en 54 machinegeweren werden buitgemaakt. Bij het leger van Von Bothmer is de toe stand in het algemeen onveranderd. Peters burg, 2 6 Juni. (Tel .-agent schap). Communiqué van den grooten gene- ralen staf. In de streek van Kimpolung heeft onze cavalerie na een gevecht de vijandelijke stel ling bij Pozorit, 8 10 werst ten Westen van Kimpolung bezet. Volgens nadere bericti» ten hebben wij op het spoorwegtraject Gura* humora-Rasjkn ten Noordwesten van Gura- humora en de stations van Molit en Fru- mossa (15 K.M. ten N. van KimpoLungs Red.) groote hoeveelheden hout en 31 wa gons, die door den vijand achtergelaten wa ren, buitgemaakt. Eveneens in Zuidelijke richting terrein winnende, zijn wij de passen van de vegen, die naar Transylvanië leiden, genaderd. In verschillende sectoren bij Jacobstadt en Dwinsk was het artillerievuur zeer hevig. Ten Oosten van het vlek Gorodistsjec ten Noorden van Baranowitsji zijn de Duitschers in den nacht van 25 Juni, na een hevig bombordem*»nt van onze loopgraven bij de boerderij van Serobof tot den aanval o cr- gegaan, doch werden afgeslagen. Tegelijker tijd is aan den weg naar Lutzk een vijande lijke afdeeling, die onze loopgraven aan de Sjara trachtte te naderen,, door ons vuir teruggeworpen. Ten Noordoosten van het Nygonofsmecr hebben de Duitschers gisteren de boerderij Sise, 5 werst ten Noordoosten van het ge hucht Linsk, aangevallen, doch werden af gewezen. Des middags hernam de vijand daar het offensief en strekte dit onder bescherming van het zwoor en licht geschut over een groot gedeelte van het front uit. Gistermorgen is de onder-luitenant van 't vllcgercorps, Wladimirof, den heldendood gestorven. In de streek van de Styr van Kolki of tol aan Sokoul gaan de Duitschers voort mei onze loopgraven te bombardeeren met zwaar geschut; hier en daar gingen zij tot een plaatselijk offensief over, dat wij overal met succes afsloegen. Herhaalde aanvallen mei gesloten colonnes in de streek van Lincska bij de Stochod werden door ons vuur afge slagen. Gedurende <ie*e operatie vervolgde een van onze compagniën den vijand over een afstand van een half werst en nam 45 Duitschers, waaronder één officier, gevan gen. In de richting van Lutzk en meer Zui delijk daarvan bleef de toestand onver» anderd. Wij sloegen een plaatselijken aanval van den vijand op Zatourzk af. Bij de bosschen van de Dnjestr ten Zuiden van Soutsjat, bezetten Donsche kozakken, die over de rivier waren getrokken en die slaags raakten met afdeelingen van de vijan delijke voorhoede, de dorpen Soekerghine en Petrouve. Hierbij nomen zij 5 officieren en 350 soldaten gevangen. Rome, 26 Juni. (Stefani). Officieel communiqué. Na een intense en krachtige actie van onze artillerie gedurende den dag van den 24en, volgde gisteren een krachtige voor- waartsche beweging der infanterie van de Val Carsa tot aan het plateau der Sette Communi. Ten gevolge von onze krachtige agressieve houding trekt de vijand snel te rug, op gunstige punten tegenstand bie dend, maar overal moest hij wijken door Het is zwaar met menschen te leven, om- Öat zwijgen zoo zwaar is. door ANNA HUBERT VAN BEUSEKOM. 52 Na 't maal werd de hitte echter zóó tro pisch, dat monsieur Claude, vreezend voor zonnesteken, voorstelde 't plateau aan de a. re zijde af te loopen en naar dé boer derij te gaan, die zoowat tien minuten van den top verwijderd ligt en puffend en blazend begonnen we alles in te pakken en de lading te verdeelen. Lolotte, die naar ze zeide, niets om de warmte, gaf, liep niet eenige ramme lende blikjes vooruit en wij volgden voetje voor voetje door de barre zon. In 't gras snerpten de krekels oorverdoo- vend, „Lou souleu me fai-canta," spotte Germaine en Jeanne zuchtte: „Pauvre nous! Nous n'en pouvons plu:!" Zelfs Quenoppe kón niet meer en uitgeput bereikten we eindelijk de boerderij, waar wo ons onder de „hangar" aan 't gemtl-clde bassin, naar hartelust konden verfrisschen. Ina en Jeanne zagen er uit alt kreeften, ■veerden zich zuchtend de glimmende gezich ten af on monsieur Claude beweerde, dat hij •ód wel in 't bassin zou willen springen en besproeide Ouenopoe geheel met water. ,wa 't dier zich kwispelend van genot liet welge vallen. „Ja, ja, de dieren zijn er beter aan toe dan de menschen met die hitte," zei 't hek- sigc oude vrouwtje, dat de geilen in den anderen hoek der schuur stond te voeren. „Ik raad u aan het bergpad links liever te nemen om naar beneden te'gaan, dan bent u er eerder en hebt meer schaduw. Hot is wel steiler, maar voor jonge menschen is dat niets. Pour une vieille comme moi, tant pis!" Wij volgden den raad van 't oude menschje, maar o wót een tocht was dat! Over leisteenachlige rotsen, die onder onze voeten afbrokkelden, voerde 't bij gedeelten bijna loodrecht naar omlaag, zoodat we tel kens met vaartjes achter elkaar aaijikker- den door de zengende zon, te willoos, te slap om te lachen om de dolle sprongen, die we maakten. Een innig mal gezicht was 't, monsieur Claude met z'n korte beentjes, die wanhopige reuzenpassen te zien maken 1 Er bleef niets dominée-ath'iigs of plechtigs meer aan hem, maar hij gedroeg er zich tenminste goed moedig onder en spotte af en toe: „La Hollande périt!" waarop Ien en ik, om dat we voelden de eer van ons lieve v ui er- land te moeten ophouden, slapjes weerleg den: „Oh, que nonl C'est bien amusant," Hoewel wc Vheelemaal niet aardig vonden op lat oogenblik. Amechtig lagen we dan ook na een- Half uur allen naast elkaar op een harde rots, in de schaduw van een eikenboschje, te luisteren naar 't ruischen van een bergstroompje bene den ons, dat lustig dalwaarts huppelde. „Oh que la donee France est dure." zuchtte Ien, die schuin oyer, een rotsblok lag ea ik kreunde in 't Hollandsch: „'t Is om dood te gaan. Ileusch, ik leg 't af." Doch zóó ver kwam 't gelukkig niet, want na een goed uur belandden we werkelijk op les Calvaux en sleepten ons met onze geknak te beenen en ruggen naar Le Merle, waar madame Henrictle ons met thee en heerlijke sandwiches weer tot onszelf bracht. Geslapen dat we vannacht hebben! Een os is er niets hij en een pijn dat mijn beenen me vandaag doen! Toch voel ik een zekere vol doening telkens als ik naar den verren sfinxenkop opzie, daarginds zóó hoog ge weest te zijn. Jeanne is half ziek van 't tochtje en houdt haar kamer, waar tante Emily haar !n een bezorgde bui koppen vol tisane de frêne" en kamillenthee gebracht heeft, die Germniue telkens grinnikend uit 't raam gooit als madame verdwenen is. „Goed versterkend voedsel moet Jeanne hebben. Melk en vleesch en eieren en af :en toe een kop sterke bouillon. Dót zal haar meer goed doen," zei ze vanmiddag aan 't diner, toen madame Evodie gelastte mademoiselle Jeanne inplaats van soep weer een kop „tisane" boven te brengen. Madame Cébléracque en monsieur beaam den Germaine's bewering. „Yes Emily, substantial food will He the best of all," waagde monsieur zachtzinnig aan te merken, doch de vuurspuwende oogen, waarmee zijn vrouw hem tóen aanzag waren niet voor de poes! Wóederid werd ze. Met een ruk sch5of ze haar stoel achteruit... "We zaten ademloos, een vreeselijke uitbarsting vreezend, maar ze zei niets, stond op en verliet spierwit van woede de kamer, om zich den geheelen verde ren dag onzichtbaar te houden. Aan 't souper verscheen ze ook niet, zeker om ons te straffenI Wij vonden 't echter ailcn een feest Germaine met haar lief, opgewekt ge zicht aan 't hoofd der tafel le zien cn ondanks liet karige" menu, was de stemming opge wekt en brachten we verder een gezclligcn avond door bij de jonge Bertrands. Sinds de laatste dagen is de hitte werkelijk tropisch en bijna zouden we er toe komen 1 plan van monsieur Claude in praktijk te brengen en overdag te slapen, om 's nachts 't gewone dagleven te leiden! En dan de vliegen-plaagl Alles klééft letter lijk van de vliegen, die niet te verdrijven zijn. Eiken dag zijn er méér. „Voor iedere tien."die men verjaagt, krijgt men er minstens drie Rozijn terug. Quelle pénitence." zuchl telkens het arme, zwaar- geleisterde Zehbcl-maar-raakje, wier zwarte muls een geliefde pleisterplaats schijnt te zijn voor „ces vilaincs mouches," zoodat ze soms alle zclfbehcersching verliezend, haar muts afzet en deze woedend rondzwaait, zonder zich te geneeren voor haar kale knikkertje, waar ongelogen geen pluisje meer opzit. Toen ik voor 't eerst dit manuaal gade sloeg moest ik, flauw van den lach, de kamer uit, maar nu ben ik er zóó aan gewend, dat 't me zelfs geen glimlach meer ontlokt. Alleen toen ze het eens in monsieur Claude's bijzijn deed. hadden Ien en ik pret om zijn innig-verbouwereerd gezicht. We maken 's avonds, zoo goed en zoo kwaad 't gaat, nogal eens muziek bij de ram melpiano. De Dalcroze-liedjes worden dan tot in 't oneindige gezongen en onze vaderlandsche liederen hebben ook veel aftrek, vooral 't Wilhelmus. Piel II- in is cellier hel lijf- eii lievelingslied van Lolóltc, die uit den In ure zingt van: „Eb je wal chechoord van de zicl-vei-vloot.r 'l Woord „ziel-ver-vloot" spreekt ze /ter nuffig uit cn het refrein: Piel Ein, Piet I>in, Zijn name iss k-lein, wordt dan door alle aanwezigen nu ur ge n. Evodie dwéépt er mee en zingt 't onder haar werk. „C'est chic," zegt ze dan als 't uil is. Germaine en Jeaune zijn zeer in haar nop jes over een heerlijk buitenkansje, dal haar ten deel is gevallen. Een oude neef van moeders-zijde slierf dezer dagen te Marseille, zonder kind of kraal in de wereld achter te laten en heeft aan zijn nichtjes, die hem bijna nooit gezien heb* ben, doch wier moeder hij goed gekend heeft, een legaat vermaakt, dat het tweetal in staat stelt, een langgekoesterd lievelingsplan te verwezenlijken en zich samen le Parijs lo vestigen. Germaine stelt zich voor, daar als „soeur laique" uit verplegen te gaan euf Jeanne zal 't huishouden tijdens haar af we* zigheid bestulen en de woning zóó in rich* ten, dat er plaats is, om een of twee school* kinderen uit den gegoeden stand als pension- naires bij zich te nemen. Ze is alleraardigst met kinderen, zal er zeker als een mocderlje. voor zorgen en geeft er met vreugde haaf saaie betrekking tc Mars aan. £Wor<it vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1916 | | pagina 1