DE EEMLANDER".
Woensdag 28 juni 1916.
BUITENLAND.
FEUILLETON,
DE TREKVOGELS
N° 306
marie van versendaal.
flooiareaactie. mf d van schaardenburo.
Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
BERICHT.
i*»
oaaryang.
AHIERSFOORTSCH DAGBLAD.
Uitgevers: VALKHOFP Co.1
ABONNEMENTSPRIJS:
Hr, 8 maanden roor Amersfoortt l-OO.
Idem franco per poet1.50.
Por week (met gratie Terzekering tegen ongelukken) - 0.10.
^fzonderiyke nummer» - 0.05.
Wekelijkaoh bijvoegsel „D$ HoïlandschHuisvrouw" (onder
redactie van Thérèa» Hoven) per 3 mnd. 50 cis.
Wekelgkseh bijvoegsel nw nwf* per 8 mnd. 40 ets.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—5 regels0.80.
Elke rogol meer0.15.
Dienstaanbiedingen 1—5 regels.. 0.50.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor liandel en bedrtyf bestaan zeor voordoelige bepalingen
tot het herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnement.
Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt
aanvraag toegezonden.
op
IV* ZIJ, die zich nn-reeds opeeven
.Is t»l>oiiné op het „Amerafoorlech
Dagblad", met Ingang ran 1 JDLI,
ontvangen de lot dien Datum ver
schijnende nnminera GRATIS.
Kennisgevingen.
INKWARTIERING.
De Burgemeester van Amersfoort maakt bo-
kend, dat de uitbetaling dor schoddoossteÖing
voor de ink\varlieriiy*en van militairen op 8, 22,
28, 21 en 25 Juni 1910, tegen overlegging der
verstrekte lastgevingen, zal plaats hebben op
Vrijdag, den 30 Juni 191(5, des namiddags tvs-
»chen 1—4 uur ten Raadhui ze .Bureau Militaire
balken) aan den Westsingel te Amersfoort.
Amersfoort, 27 Juni 1916.
De Bungemoestetr voornoemd,
VAN RANDWUCK.
burgemeester en Wethouders van Amers
foort,
Gelezen het verzoek, d.d. 7 April 1916, ven
de Naamlooze Vennootschap JParbwerk" .fa
briek ter bereidii>g van verfstoffen) te Amers
foort, om vergunning tot het uitbraden van
hare inrichting ter bereiding van verfstoffen en
chemische produkten, door plaatsing van een
Conxwall-stoomketel met een verwarmingsop
pervlak van 40 M2. en voor een stoomdruk van
10.3 K.G. op den c.M.' ter vervanging van den
«hans be staan den stoomketel in het perceel, al
hier gelegen aan den Kleinen Koppel, bij het
kadaster bekend onder sectie D. No. 1630/1631.
Besluiten:
De beslissing op voormeld verzoek te verda
gen, op grond, dat hét ingesteld onderzoek nog
niet is beëindigd.
Amersfoort, 15 Juni 1916.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
De Secretaris, De Burgemeester,
K. KAAN Jzn v. RANDWUCK.
Politiek Overzicht
De Mexicaansche crisis.
De wereld staat altijd door onder het tee-
k'en van den oorlog. Nog zijn er geene aan
wijzingen, waaruit men hoop kan putten,
'dat het eind van den grooten strijd, die se
dert de eerste Augustusdagen van 1914
woedt, in 't gezicht komt En terwijl in de
oude wereld de brand blijft voortwoeden,
pakken in %de nieuwe wereld aan de grens
tusschen de Vereenigde Staten en Mexico
steeds dreigender zich onweerswolken sa
men, waaruit nieuwe oorlogsvlammen kun
nen en waarschijnlijk zullen voortkomen.
De schermutselingen, die sints lang reeds
plaats hebben in deze grensstreek tusschen
Amerikaansche en Mexicaansche krachten,
hebben thans den toestand tot de krisis ge
bracht. Eenige dagen geleden heeft gene
raal Carranza, de man die feitelijk het regee-
ringsgezag in Mexico uitoefent, van de
Amerikaansche regeering verlangd, dat zij
hare troepen die omstreeks 300 mijlen door
gedrongen zijn in het Mexicaansche ge
bied bij de vervolging van Villa, binnen eene
week zou terug nemen. Villa is _Car-
ranza's mededingermaar tegenover de
Vereenigde Staten trekken, alle Mexicanen
ééne lijn. Het antwoord van president Wil
son houdt feitelijk een ultimatum inhet
weigert de troepen terug te nemen, somt de
barbaarschheden op, die aan de grens door
de troepen van Carranza zijn bedreven, en
verklaart, dat verdere daden van geweld de
ernstigste gevolgen zullen hebben. Met an
dere woorden president Wilson heeft de
beslissing van de vraagOorlog of vrede
uit de hand gegeven. Hij heeft die beslis
sing gelegd in de handen van Carranza.
Ondere deze omstandigheden zal de be
slissing wel niet uitvallen ten gunste van den
vrede. Men verheelt zich in Washington niet,
dat de oorlog zoo goed als zeker is. Men
handelt in ieder geval daarnaar. De staats-
militie is onder de wapenen geroepen om
dienst te dpen aan de Mexicaansche grens.
Dit zijn burger-soldaten, die alleen zich heb
ben verbonden om voor de landsverdediging
op te komen. Het congres kan echter tij
eene bijzondere wet hen opdragen voor den
dienst In den vreemde zich te verbinden.
Dat is ook geschied in den Spaansch-Ameri-
kaanschen oorlog van 1898. Maar het is niet
zeker, dat deze stap zal worden gedaan,
want wanneer de grensdienst aan de militie
wordt opgedragen, dan komen voor den
veldtocht in Mexico 30.000 man geregelde
troepen vrij. Het hangt er nu maar van af,
of men meent daardoor voor dien veldtocht
eene voldoende macht beschikbaar te krij
gen, want op den voorgrond staat, dat de
veldtocht in Mexico niet anders dan na
deugdelijke voorbereiding moet worden on
dernomen, opdat men van het succes ver
zekerd zij.
Over de vraag of de Vereenigde Staten
verantwoord zijn dezen oorlog te beginnen,
schreef de Londensche Spectator ruim twee
jaren geleden, den 7en Maart 1914: „Wij
kunnen ons niet ontveinzen, dat de tijd
gekomen is voor de Vereenigde Staten
om te erkennen, dat de interventie onver
mijdelijk is en dat het beter is, -dat zij vroe
ger plaats heeft dan laterStel dat tot in
terventie was besloten en dat de Vereenig
de Staten door krachtig handelen zich op
eenvoudige en rechtstreeksche manier
van de verplichtingen van de Monroe-leer
hadden geweten. Dan zou het kunnen
zijn, dat wanneer den Mexicaanschen re
bellen aan 't verstand was gebracht, dat
vreemde burgers niet kunnen worden ver
moord zonder dat straf is toegepast op
hen, die zich aan misdrijf schuldig heb
ben gemaakt, de heer Wilson verontrust
werd door twijfel of de -interventie
werkelijk noodig was geweest en of de za
ken niet zonder interventie in 't reine zou
den zijn gekomen. Maar in dat geval zou
geen zedelijk kwaad zijn veroorzaakt. Er zou
niets zijn wat het geweten van den heer
Wilson drukt. Wanneer men daarentegen
plundering, moord en brandstichting liet
voortgaan totdat een kreet van afgrijzen ten
hemel steeg, zou hij niet in staat zijn, zijn
geweten te bevrijden van het gevoel, dat
met zijne sanctie een groot zedelijk kwaad
is verricht."
Dit werd ruim twee jaren geleden gezegd.
Thans spreekt de noodzaak om tegen Mexi
co op te treden, nog luider dan destijds. Het
lange uitstel heeft een handelend optreden
nog dringender gemaakt.
De oorlog.
B e r 1 ij n, 2 7 Juni. (W. B.) Bericht van
het opperste legerbestuur uit het groote
hoofdkwartier van heden voormiddag.
Aan het Engelsche en den noordelijken
vleugel van, het Fransche front is het meer
malen tot patrouille-gevechten gekomem
Talrijke gas- en rookwolken kwamen tot ons
over; zij benadeelden de Duitsche troepen
niet, maar dreven gedeeltelijk terug in de
Fransche loopgraven.
Het vijandelijke vuur richtte zich met bij
zondere hevigheid tegen onze stellingen aan
beide zijden van de Somme. Door de be
schieting van Mesle door de Franschen zijn
23 van hunne landslieden gedood of ge
wond.
Rechts van de Maas bleven Fransche aan
vallen ten noordwesten en ten westen van
het pantserwerk Thiaumont en ten zuiden
van het fort Vaux zonder uitwerking. In het
Chapitrebosch werd eene vijandelijke afdee-
ling van twee officieren en een dozijn man
schappen verrast en gevangen genomen.
Een Engelsche tweedekker werd ten oos
ten van Atrecht in een luchtstrijd neerge
schoten; de bemanning werd gewond en ge
vangen genomen.
P a r ij s, 2 7 Juni. (Havas). Namiddag
communiqué.
Op den linker Maasoever is een nachte^
lijke granaataanval, die door de Duitschers
gericht werd tegen een Fransche loopgraaf
ten westen van hoogte 304, met gemak te
ruggeslagen. Op den rechteroever waren
de Franschen door plaatselijke operatiën in
staat hunne vorderingen in de streek van
het pantserwerk Thiaumont uit te breiden.
Er was een vrij levendige strijd in het dorp
Fleury, waar de toestand niet veranderd is.
Op de Maashoogten mislukte eene gra-
naataanvalspoging op de Fransche stellingen
te Nouilly in het Fransche vuur.
In België wierpen in den loop van eene
verkenning drie Fransche vliegtuigen 65
granaten op Duitsche schepen bij de Belgi
sche kust.
Avondcommuniqué.
Er was een gematigd bombardement aan
de beide Maasoevers. De Duitschers deden
om twee uur namiddags een aanval op ons
deel van Fleury; zij werden volledig terug
geslagen.
Londen, 27 Juni. (R.) Communiqué
van het Britsche hoofdkwartier.
Ten Ariden van de uitspringende stelling
bij Yperen werd een Duitsche aanval te
ruggeslagen. Onze patrouilles waren zeer
werkzaam op het geheele front; zij drongen
op talrijke punten in de vijandelijke iiniën en
berokkenden menige schade. Er was mijnon-
strijd bij Loos, waarin de Duitschers zwaar
geteisterd werden. Talrijke vijandelijke vlieg
tuigen werden gisteren ontmoet aan den
vijandelijken kant van de linie. Vijf van onze
machines voerden strijd met vier Fokkers,
waarvan twee naar beneden gebracht en de
twee anderen verjaagd werden. Het verlies
aan onze zijde was, dat ééne machine ver
mist wordt.
Berlijn,27 Juni. (W. B.) Bericht van
het opperste legerbestuur uit het groote
hoofdkwartier van heden voormiddag.
Legergroep Hindenburg. Duitsche af-
deelingen, die in Russische stellingen dron
gen, brachten ten zuiden van Kekkau thuis
26 gevangenen, 1 machinegeweer en 1 mijn-
werper, ten noorden van het Miadslolmeer
1 officier, 188 manschappen, 6 machinege
weren en 4 mijnwerpers. Het goederensta
tion Dunaburg werd ruimschoots met bom
men beworpen.
Legergroep Leopold van Beieren. De
toestand is onveranderd.
Legergroep Linsingen. Ten zuidwesten
van Sokul bestormden onze troepen de Rus
sische liniën en maakten eenige honderden
gevangenen. Vijandelijke tegenaanvallen
hadden geen succes.
Weenen, 27 Juni. (Corr.-bureau). De
oorlogscorrespondent van het Fremdenblatt
constateert, dat de ontruiming van eenige
stellingen in de Boekowina vrijwillig, zonder
druk en geheel zonder strijd is geschied.
Weenen, 27 Juni. (W. B.) Officieel
'bericht van heden middag.
Bij Jakobeny, ten noorden van Kuty en
ten westen van Nowo Poczajew, werden
Russische aanvallen afgeslagen. De vijand
leed overal groote verliezen. Bij Sokul gaat
de aanval van de Duitschers verder. Overi
gens is er bij onveranderden toestand niets
van belang gebeurd.
Petersburg, 27 Juni. (Tel.-agent-
schap.) Communiqué van den grooten ge-
neralen staf.
Aan het front bij Riga en bij het brug-
hoofd van Ikskul was een artillerieduel.
Pogingen van de vijandelijke infanterie
om in eenige sectoren het offensief te ne
men, zijn gemakkelijk gestuit.
Bij Dwinsk heeft de vijand op verschillen
de punten een hevig vuur ontwikkeld.
Ten noorden van het Sventenmeer trad hij
te vergeefs aanvallend op.
Vijandelijke vliegmachines wierpen bom
men op verschillende plaatsen, o.a. op de
stad Dwinsk. Gisteravond bombardeerden de
Duitschers in de streek ten noorden van het
meer Miadziol met zwaar en licht geschut
onze loopgraven tusschen de meren Dolja
en Voltchino, waarna zij tot het offensief
overgingen. Dit mislukte echter door ons
vuur. Een herhaald offensief van de Duit
schers mislukte eveneens. De vijand werd
wederom teruggeworpen naar de loopgra
ven, van waaruit hij den aanval begonnen
was, en de aanval werd daarna gestaakt. x
In de streek van den weg naar IHukst be*
proefden de Duitschers In den nacht van
den 26en na eene korte artillerievoorberel-
ding het offensief te nemen. Zij werden dooa
ons vuur teruggeworpen.
De vijand hervatte het offensief in de
streek van de hofsteden ten zuidwesten van
Lipsk, noordwestelijk van het Vygenovskoje-
meer; hij dr<#\g door naar onzen oever van
de Schara, maar werd er weer vandaan ge
dreven en ging terug. Wij bezettert onze.
oude stelling weer.
Op het front KolkiBogacschierka aan
de Stochod gaat de vijand voort onze liniën
met zware kanonnen te bombardeeren.
Op het front meer naar het zuiden toe was
artillerie- en Infanterievuur. In de 9treek van
Neswicz, ten zuidoosten van Luzk, viel een
Oostenrijksch vliegtuig neer, dat door onze
artillerie was neergeveld; de bestuurder en
de waarnemer vielen gewond in onze han
den.
Aan de Midden-Strypa werkte de vijand
op vele plaatsen met zwaar geschut. Onze
vliegerluitenant Orloff verjoeg eene vijan»
delijke machine bij het dorp Podgaitsky.
In de richting van Czernowitz dreven onze
elementen den vijand terug tot over de Doe-
donetz, een zuidelijke zijstroom van de
Proeth, en wierpen hem terug bij Zoklotow.
Volgens het laatste rapport, dat van het
leger van generaal Broessilow ontvongen.
werd, is de totale oorlogsbuit, die gemaakt
is in den tijd tusschen 4 en 23 Juni: 4031
generaals, officieren en dokters en 194,041
soldaten, 219 kanonnen, 644 machinegewe
ren, 196 bomwerpers, 146 artillerie-caissons
en 38 zoeklichten.
Weenen, 27 Juni. (W.-B.). Officieel
bericht van heden middag.
De ontruiming van het aanvalsveld tus
schen de Brenta en de Etsch is gisteren vol
tooid. Alle naar aanleiding hiervan van ïta-
liaansohe zijdo verspreide berichten over
veroveringen en verdere successen zijn, zoo
als de volgende mededeeling bewijst, die
om militaire redenen eerst heden kon wor
den gedaan, volkomen onwaar. In den nachl
van den 25en Juni begon de sedert eene
week voorbereide gedeeltelijk# ontruiming
van de door onzen aanval gewonnen eerste
linie, die in het terrein echter ongunstig was.
Den volgenden voormiddag zette de vijand
de beschieting voort van de door onze troe
pen verlaten stellingen. Eerst des middags
begonnen Italiaansche afdeelingen enkele
frontdeelen tusschen het Astach- en het
Suganadal aarzelend te verkennen. In den
sector tusschen de Etsch en het Astachdal
hield de reeds vermelde beschieting tegen
de reeds lang verlaten stellingen den ge-
heelen dag aan en ook den volgenden nacht
en hier en daar nog gister morgen. Op deze
beide dagen werd er aan het geheele front
niet gestreden. Onze troepen verloren even
min gevangenen als kanonnen en machine
geweren of ander oorlogsmaterleel. De Itali
anen rukken thans op tegen onze nieuwe
stellingen. Eerst heden morgen vielen zij de
Monte Festo aan, waar zij onder zware ven
Eigen kunst is eigen leven.
door
ANNA HUBERT VAN BEUSEKOM.
53
Monsieur Is wel met 't plan Ingenomen.
*t Is hem een pak van 't hart. dat zijn dochters
op deze wijze toch een prettig leven zullen
hebben, maar madame vindt t onbekookt en
belachelijk. Waarom blijven ze niet op les
Calvnux? Daar zouden ze de rente van hun
kapilaaltje heel kalmpjes kunnen verteren
«onder zich af te sjouwen.
Enfin de meisjes moeten haar gang maar
gaan. Naar héér wordt toch nooit geluisterd
en dan haalt ze haar schouders op ed zucht
hoogst verongelijkt, met een weemoedigen
blik naar 't 'door de vliegen getatouëerde
plafond.
Ten en ik leven echt mee in 't Parij'sche
ï>lan en hebben er een avond op onze kamer
met de meisjes Bertrands over zitten confe-
reeren.
Wind en weder dienende zullen we ..grande
réunion" op de Place ,de la Concorde houden
i,tin jour ou 1'autre," want we móeten elkaar
terugzien en zullen zeker blijven correspon
deer en, als we over twee weken den aftocht
geblazen hebben.
29 Juli vertrekken we. Dan zijn onze drJe
SBJfcanden om. JVè kunnen ons bijna niet
voorstellen, maar beginnen toch wel te ver
langen. Ik vooral nu de postbode me gisteren
een zeer lange brief van Otto bracht...
„Willy, kind, wat héb je?" vroeg Ina, die
me hij 't raam.zag staan en verwonderd van
haar krant opkeek.
„Niets, 'n brief van Van Eeck!"
„O," was alles wat ze zei, maar haar oogen
lachten en neuriënd lien ze de kamer uit.
Ze snapt er alles van natuurliik, maar
vraagt nooit iets en ik. ik zeg ook niets... We
begrijpen elkaar toch wel
Het was juist le quatorze juillet en
iedereen verkeerde, zelfs hier op Les Cal-
vaux, In zóó'n geestdriftige stemming, dat 't
me bepaald goed deed, mijn eigen opwinding
daardoor ongemefkt te kunnen botvieren.
Wij hadden met Germaine, Jeanne, Zebbel-
maar-raakje en Evodie 't rijk alleen, daar
monsieur en madame met de jonge Bertrands
èn Lolotte 's morgens vroeg al naar Valence
reden, waar ze hij vrienden den dag zouden
gaan doorbrengen. Tegen soupertijd werden
ze pas terug verwacht, dus begon Jeanne na
hun vertrek al dadelijk 'de Marseillaise op de
piano te trommelen, waar we allen, zelfs
Zebbel-maar-raakje, luidkeels mèe instemden.
Minuten lang déverde 't huis van 't gezang,
maar de feeststemming zakte eenigszins toen
Evodie met bezorgd gezichtje vragen kwam:
„Wat willen de dames straks eten? Madame
ne m'a donné aucune instruction."
„En 't 1» al bij twaalven! Er is toch wel wat
De Rationale feestdag in Frankrijk', 'de
herinneringsdag van de inneming der
Bastille, waarmee 't sein tot 4c Revolutie
gegeven werd,
in huis! Wat staat er nog in de „dépense,"
vroeg Germaine, opstaan do om te gaan
kijken, doch Evodie zei:
„Rien, mademoiselle, absolument ricn!"
„De grace!" Germaine sloeg haar handen
samen en keek diep-verslagen, maar Jeanne
legde troostend een arm om haar schouders:
„Chérie, maak je niet bezorgd! We zijn
onder vriendinnen en dat tante Emily zoo
vlecht voor alles gezorgd heeft, nemen zij ons
niet kwalijk."
„Ecoutez, écoutez, mes chères enfants, we
gaan pic-nicken! Ina en lk hebben eieren en
biscuits," stelde ik voor.
„Ja, ja, pic-nicken," riep Ien. Dans le
Ra vin!"
„En madame Cébléracque dan? Die zal niet
willen."
„O, die wil wel! Nietwaar madame, we
gaan niet ver en dan kan Evodie ook mee,"
zei Ien, die nogal een yrft voetje bij Zebbel-
maar-raakje heeft en tegen mijn verwachting
in, betuigde 't oudje, van haar breikous op
ziende:
„Moi, je veux bien! C'est un jour de fête
aujourd 'hui."
„Vive madame Cébléracque! Vive la Répu-
bliquè," gilden wc daarop allen door elkaar,
zoodat ze lachend haar ooren dicht hield.
Toen liepen we mee met de meisjes
Bertrands om keuken en kasten te inspec-
teeren en konden werkelijk niets anders ont
dekken, dan een stuk oud brood .en een
mandje aardappelen. Geen boter, geen drup
pel melk voor Üiee of koffie, geen confituren,
niets!
„Ah. la vilaine! Efle a tout enfermé! Ze ver
gaat van jaloezie, omdat wij zulke goede
vriendinnen ziim
Nu zien jullie eens wat een feeks „tante
Emily is! Heb ik er iets te veel van gezegd,"
lachte Jeanne en ze vervolgde: „Ik ga bij de
buren meel en melk halen, dan bakken we zelf
broodjes en ik vraag meteen ham en iboter.
Dan kan „tante Emily" dat morgen betalen,
en ze liep terug naar de keuken om een
mand.
„En ik ga bij de Pellatz wijn halen en
vruchten! Ze hebben daar massa's perziken
en verkoopen ze anders toch op de markt. Ga
je mee Willy," riep Ien, opgewonden met
haar beursje rommelend, hoewel Germaine
protesteerde.
Bij gebrek aan een tweede mand namen
we toen maar gauw Evodie's schort van den
deurknop en holden er mee den zonnigen
weg af.
Een kwartier later waren we terug, bela
den met buit Ina droeg twee flcsschen wijn
en ik, die de schort had voorgebonden, torste
hierin een vracht arbrikozen, perziken, warm
uit de zon en een meloentje.
't Werd een echte feestdag! De eigenhandig
bereide broodjes van meel, water en krenten
vielen goed uit en werden gauw gaar in den
kacheloven, door Evodie in een ommezien
gloeiend heet gestookt en na 't huis gesloten
te hebben, namen we zelfs Quenoppe mee
naar 't Ravijn, waar 't heerlijk koel was aan
de beek.
Germaine. Jeanne en lk sleepten er alles
heen en Zebbel-maar-raakje werd met groote
voorzichtigheid tusschen Ina en Evodie, langs
't vrij steile rotspaadje naar beneden gehol
pen en op 't gras tusschen kussens neergezet.
Ze was in geen jaren in 't Ravijn geweest en
vond 't een heerlijke gebeurtenis.
Het was er zoo koel. je hadt er bijna geen
vliegen, de beek kabbelde roo prettig en wij
waren allemaal zoo aardig voor haar, prees
ze en terwijl we haar bordje optastten met
vruchten, riep ze dankbaar als een kind:
„N'est-ce-pas que tout le monde me g4te
aujourd'huil"
Nadat ze wat van den wrangen wijn ge
dronken had volgens Jeanne was het
„piquette," 't allerlaatste sap, dat uit de drui
ven geperst wordt zakte ze langzaam aan
achterover en viel in slaap en om haar zoete
rust niet te storen, schoven we toen maar
wat verder van haar af.
Evodie, hcelemaal loskomend, begon ons
een grapje van madame Bertrands te vertel
len, dat nog al vermakelijk was, vooral om
de wijze, waarop ze 't meedeelde.
Onlangs op een snikheeten dag Ien cn ik
waren op reis was madame met een erg
lijdend gezicht in de. keuken gekomen om
een warme kruik.
„Une bouillotte bien, bien cbaude, Evodie!"
Toen Evodie een oogenblik later een door-
en-door gloeiende kruik boven bracht, be
weerde madame echter boos, dat deze niet
warm was.
„Elle est liède," hield ze vol en zond er
Evodie, die overkropt was met strijkgoed»
weer mee naar beneden.
„Ileusch, toen was ik toch kwaad en ik
dacht: wacht maar, madame Bertrands, ik
zal u wel krijgen en zette de kruik vijf minu
ten op de koude steenen, bracht ze daarna
terug, et figurez-vous, mesdemoiselles, toen
was madame tevreden en zei, dat ze nu pas
was, zooals 't behoorde!" en Evodie had nog
zóó'n uitbundige pret om de herinnering
alleen, dat we 't ook uitschaterden.
'Wordt vervolgd.)