DE TREKVOGELS
N# 3.
1öde Jaargang.
marie van versendaal.
u
„DE EEMLANDER".
Dinsdag 4 Juli 1916.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
Hoofdredactie, j Mf D j van schaardenburg.
Uitgevers: VALKHOFF Co.
ABONNEMENTSPRIJS:
8 maanden voor Amersfoortf 1.80e
Idem franco per postl.SO»
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) 0.125,
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Wekelijksoh bijvoegsel „Be HollandscJie Huiscrouio" (onder
redactie van Thérèse Hoven) per 8 mndL. 50 ets.
(Wekelyksoh bijvoegsel „Pak me meeper 8 mnd. 52 Ct8.
Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER AD VERTEN TIEN:
Van 1—5 regelsf 0.80.
Elkeregpl meer- 0.15,
Dienstaanbiedingen 15 regols., - 0.5O,
Grooto lettors naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordoolige bepalingen
tot het herhaald adverteeron in dit Blad, by abonnement.
Eono circulaire, bevattondo de voorwaarden, wordt op
aanvraag toegozondon.
Kennisgeving.
VISCH VERKOOP.
De Burgemeester van Anwslooi t maakt be
ttend, dal de verkoopsprijzen dor visohsoorten
yeAodht van gemeentewege, met ingang van
1 Juli 1016 bedragen j
Schelvisch per pond 12 cent.
Wijting- 11
Sdhol 14
Poon/ en Pieterman m 11
Kabeljauw 11
Horsmokreel O
Makreel 1
Amersfoort, 3 Juli 1016.
De Burgemeester voornoemd,
VAN RANDWIJCK.
Politiek Overzicht
De wereldstrijd in het
westen.
D« strijd op het nieuwe frontgedeelte in
het westen, waarover het eerste bericht ons
den len Juli heeft bereikt, is niet onver
wacht gekomen. Sedert weken reeds is er
veel gesproken en geschreven over het
groote Engelsche offensief, dat in- voor
bereiding was. Als voorbode daarvan
kunnen de verkenningsaanvallen worden
aangemerkt, die aan het front tusschen het
kanaal van La Bassée en de Somme door
Engelsche afdeelingen werden ondernomen
er die door artillerievuur en gasaanvallen
Ondersteund werden. In de laatste week van
Juni ging het op dit omstreeks 70 KM.
breede frontgedeelte levendig toe. Maar te
recht spreekt het Duitsche hoofdkwartier van
eene voorbereiding, die maanden achtereen
heeft geduurd.
Het is bekend, dat in den tijd, waarin de
aperatlën vielen, die tot den zeeslag bij het
Skagerrak hebben geleid, belangrijke Engel
sche transporten naar het vasteland zijn ver
voerd. Sedert is er nog eene groote maand
verloopen, waarin de aan land gebrachte di-
visiën zich tot den aanval, gereed gemaakt
hebben. Men neemt aan, dat het Engelsche
operatieleger zijne sterkte tot ongeveer een
millioen manschappen heeft aangevuld. Ook
aan de uitrusting met artillerie en munitie
Is de noodige zorg besteed om een offensief
van breeden opzet te kunnen ondernemen.
Het is inmiddels bekend geworden, dat
generaal Joffre, de Fransche opperbevel
hebber, het recht van besohikking heeft ver
kregen over de wijze en het tijdstip der
aanwending van de Britsche strijdmacht. Uit
'de in het Britsche parlemènt afgelegde ver
klaringen hebben wij vernomen, dat Enge
land aan het bij Verdun strijdende Fransche
leger zijn steun heeft aangeboden. Dit aan
bod is niet afgewezen; alleen schijnt de di
recte deelneming van de Bngelschen aan den
slag bij Verdun niet te zijn aangenomen. De
door de laatstelijk op den oostelijken Maas
oever bij Verdun behaalde Duitsche voor-"
deelen ingetreden ernstige krisis kan voor
Joffre een spoorslag geweest zijn om zijn be
sluit te verhaasten. Ook de toestand op het
oostelijke oorlogstooneel zal hierop invloed
gehad hebben. In de mededeelingen van den
Russischen generalen staf kwam in den laat-
sten tijd meermalen de opmerking voor, dat
het leger van Broessilow gestuit was op
Duitsche krachten, die van het Fransche
front waren afgezonden. Dit klonk als eene
waarschuwing aan Joffre om niet langer te
dralen met het geven \an het sein tot den
aanval. Langer wachten zou mogelijk den
toestand erger maken in plaats van beter.
Nu is het groote ollensief begonnen. Den
len Juli hebben wij de eerste berichten ont
vangen over den strijd in het gebied tus
schen de Somme en de Ancre en ten noor
den van de Ancre, waarop de gecombineer
de aanval van de Engelsche en Fransche
legers tegen de Duitsche strijdmacht is be
gonnen. De aanval is nog slechts in het al
lereerste begin, en het zou voorbarig zijn
verwachtingen vast te knoopen aap de be
richten, die tot dusver zijn ontvangen. Er is
op sommige punten eene merkwaardige te
genstrijdigheid in de mededeelingen, die ons
van beide zijden zijn gedaan. Zoo hebben wij
over de verliezen vernomen van de gealli
eerden, dat de Duitschers groote verliezen
hebben geleden en dat de eigen verliezen
gering zijn, waartegenover van Duitsch»
zijde de mededeeling staat, dat de Fransche
en Engelsche verliezen zeer zwaar zijn.
Daaraan is nog toegevoegd, dat de verbon
den legers geene noemenswaardige voor-
deelen hebben behaald. Dat is natuurlijk
eene kwestie van appreciatie, wo'bibij het
standpunt, waarop men zich plaatst bij de
beoordeeling der feiten, van grooten
Invloed is. Van Duitsch» zijde wordt
erkend, dal de in de beide aan de
Somme grenzende sectoren geleger
de divisiën uit de voorste loopgraven
zijn terug getrokken naar meer achterwaarts
gelegen stellingen. Die loopgraven zijn ge
heel in elkaar geschoten, hetgeen getuigt
van de kracht van het bombardement, waar
mee de aanval is ingeleid. De opmerking
is overigens juist, dat de eerste teruggang
op zich zelf weinig beteekent. In het begin
is de aanvaller altijd in het voordeel. De
verdediger heeft altijd groote moeite om den
schok van den eersten aanval door te staan,
en moet In den regel een deel van zijne stel
lingen opgeven, om zich in de rest te kunnen
handhaven. De vraag is echter of het verde
digingsfront voldoende veerkracht heeft om
den eersten schok te kunnen uithouden en
het gevaar af te wenden, dat de linie wordt
doorgebroken. Wanneer eenmaal het kri
tieke moment voor de verdediging voorbij
is, dan herstelt het evenwicht zich, en met
het verflauwen van den aanval stijgt de kans,
dat hij zal worden afgeweerd.
Die ondervinding is tot dusver in dezen
oorlog opgedaan bij ieder offensi^, waarvan
wij getuige zijn geweest. Het zal de
vraag zijn, of ook ditmaal dezelfde er
varing zich zal herhalen. De begeerte om
tot eene beslissing te komen, spoort op alle
oorlogstooneelen de partijen aan tot de
uiterste krachtsinspanning. De geesten der
vernieling zijn overal in beweging, en bij
de macht der gebeurtenissen, welker zwaar
tepunt nu weer naar het westen zich schijnt
te verplaatsen, kan men zich moeielijk voor
stellen, dat de krisis nog ernstiger zou kun
nen worden.'
De oorlog.
B e r 1 ij n, 3 Juli. (W.-B.) Bericht van
het opperste legerbestuur uit het groote
hoofdkwartier van heden voormiddag.
De voortzetting van de Engelsche en
Fransche aanvallen aan beide zijden van
de Somme heeft ten Noorden van de rivier
over het algemeen geen voordeelen opgele
verd. De vijand heeft hier buitengewoon
zware verliezen aan dooden en gewonden
geleden.
Ten Zuiden van de rivier hebben wij gis
ternacht de naar de tusschenstelling terug
getrokken divisie naar de tweede stelling
teruggenomen.
De gevechtsactie op de niet aangevallen
fronten is dezelfde gebleven.
Ten Westen van de Maas hebben pogin
gen der Franschen, om de door ons bij
hoogte 304 veroverde stukken loopgraaf
te hernemen, tot kleine infanterle-gevech-
ten geleid.
Op den Oostelijken Maas-oever heeft de
vijand zijne vruchteloozë aanvallen op het
werk Thiaumont en de hoogte van de
Froide Terre nog eens herhaald. Bij een
dezer aanvallen is hij ten Zuidwesten van
genoemd werk tijdelijk onze voorste loop
graaf over een afstand van 600 meter bin
nengedrongen, doch werd onmiddellijk weer
verdreven.
Ten Zuidwesten van het fort Vaux is 'de
hoogte-batterij van Damloup sedert heden
nacht in onze handen. Wij hebben hier 100
man gevangengenomen en verscheidene
machinegeweren buitgemaakt.
Tegen de Duits..-.a stellingen in het Bols
Ie Prêtre (ten Noordwesten van Pont 6
Mousson) oprukkende Fransche afdeelin
gen zijn gemakkelijk afgeslagen.
In de vele luchtgevechten, die gisteren
geleverd werden, zijn zes vijandelijke vlie
gers neergeschoten, van wie vier in onze
llniën terechtkwamen. Door het afweervuur
is een vijandelijke tweedekker boven Douai
en eergisteren een andere ten Oosten van
Peroqyss (Yserfront) naar beneden ge
haald."
Twee Fransche kabelballons zijn bij Ver-
du door onze vliegers neergeschoten.
Par ij s, 3 Juni (Havas). Namiddag
communiqué.
Ten noorden van de Somme deden de
Duitschers geen enkele poging in den loop
van den nacht tegen de stellingen, die wij
hebben veroverd en die wij versterken. Ten
zuiden van de Somme werd de strijd giste
ren over dag en gedurende den nacht met
volledig succes voor de Franschen voortge
zet. Wij bezetten geheel op een front van
meer dan 5 Kilometers twee loopgraatli-
niën van de Duitsche stellingen aan het
bosch van Meracouit, dat in ons bezit is,
tot aan de onmiddellijke omgeving van
Asservillers. Tusschen die twee stellingen
veroverden wij in een schitterend gevecht
het door de Duitschers voor verdediging in
gerichte dorp Herbicourt. Verder naar het
zuiden maakten wij vordering naar Asser
villers, waarvan de noordelijke en de zuide
lijke zoom in onze handen zijn. Ten noor
den van het dorp Estrades en tusschen Es
trades en Asservillers maakten de Fran
schen gewichtige vorderingen.
Nieuwe gevangenen en stukken zware
artillerie, waarvan de telling nog niet is af-
geloopen, zijn in den loop van de laatste
actie door de Franschen genomen.
Volgens de berichten, die ons hebben be
reikt, hebben wij op het aanvalsfront van
1 Juli 39 Duitsche bataillons onderkend.
Naar het «eggen van gevangenen zijn 31
van die bataillons, die zware verliezen heb
ben geleden, geheel gedesorganiseerd. De
meesten van de door ons op den eersten en
den tweeden dag gemaakte gevangenen zijn
zeer jonge menschen. De Fransche artil-
lerie-voorbweiding was zeer krachtig; zij
vernielde niet alleen de verdedigingswerken,
maar maakte ook alle dwarsgangen naar
aohteren onbruikbaar en belette daardoor
de levensmiddelenverzorging en maakte de
uitoefening van de bevelvoering onmogelijk.
Terwijl de artillerie aan het werk was, stak
de Fransche luchtvloot 13 Duitsche kabel
ballons in brand. Gedurende den aanval wa
ren de Fransche vliegtuigen meester van
het front. Slechts negen Duitsche machines
vertoonden zich, van wie één vernietigd
werd.
Ten zuiden van de Avre, in de «streek van
Baucourt en in het Bois des Loges drongen
Fransche verkenningstroepen in Duitsche
loopgraven, die zij met granaten schoon
veegden. In de streek van Lassigny slaagde
een Fransche aanval op een Duitsche loop
graaf in het bosch van Werlot bij Canny-
sur-Metz. Eene andere Fransche patrouille
maakten eenige gevangenen in den omtrek
van Branay en bracht een machinegeweer
terug.
Aan den linker Maasoever was de nacht
betrekkelijk rustig; alleen werden de Fran
sche stellingen ten westen van hoogte 304
gebombardeerd. Aan den rechteroever werd
heden morgen om half vier, na een hevig
bombardement, een sterke aanval gedaan op
het werk Damloup, dat de Duitschers ver
meesterden. Een Fransche tegenaanval, die
kort daarna werd ondernomen, dreef den
tegenstander geheel terug en heroverde
het werk.
Avondcommuniqué.
Er was geen infanterieactie ten noorden
van de Somme, waar de toestand onveran
derd is. De Franschen zetten hun succes
voort ten zuiden van den Somme. Zij
veroverden het Chapitreboschhet dorp
Feuillere en bestormden verder naar het
zuiden schitterend Assevillers tegen eene
krachtige verdedigingsorganisatie. Wij ver
overden ten zuiden van Assevillers eene
tweede Duitsche stelling in' de buurt van
Estrées. In den namiddag gingen wij verder
en namen Busicourt ten posten van Feullère
en Flancourt. Hier werd grond gewonnen lot
een diepte van vijf kilometers. Vijandelijke
versterkingen werden gemeld in de streek
van Belloy-en-Sgnterre, anderen ten oosten
van Flancourt; zij werden verstrooid door
artillerievuur.
De ongewonde gevangenen zijn gestegen
tot ruim 8000. Tot dusver zijn zeven batte
rijen, waaronder drie vare, geteld.
Er was geen infanterie-actie aan beide
zijden van de Maas. De artillerie-actie wns
matig aan den linkeroever. Er was hevig
bombardement op de Cote de Poivre. het
werk Thiaumont en de batterij Damloup
aan den rechteroever, maar de vijand viel
Damloup niet aan.
Londen, 3 Juli. (R.) Communiqué
van het Britsche hoofdkwartier.
Langs het geheele Britsche front wordt de
strijd verwoed voortgezet. Boven de Ancre
valt geen belangrijke verandering te mel
den. Wij hebben Thiepval en de streek bij
La Boiselle hevig beschoten. Er wordt hevig
gestreden. Ten Noorden van Fricourt heb
ben wij onze stellingen op het hooger gele
gen terrein voorultgebracht; de kansen statut
hier goed voor ons. Het hevige bombarde
ment der Duitschers bij Montauban duurt
voort, maar wij hebben ons hier goed ver
schanst. Het aantal Duitsche krijgsgevan
genen dat wij in het Zuiden gemaakt heb
ben, is hooger dan 4000. Het weer blijft
gunstig voor onze operaties.
Londen, 3 Juli. (R.) Communiqué
van het Britsche hoofdkwartier van heden
namiddag half drie.
De slag ten Zuiden van de Ancrê" woedt
hevig voort. Alle stellingen, die wij gisferen
genomen hebben, zijn in ons bezit geble
ven. Bij La Boiselle (3 K.M ten Noordoos
ten van Albert) en Avlllers (1,5 K.M. ten
Noorden van La Boiselle) wordt buitenge
woon hevig gestreden.
Gisteren zijn de Engelschen het dorp La
Boiselle binnengedrongen; In het dorp
wordt nog gevochten.
Bij Avillers wordt met wisselende kansen
gestreden.
Vanmorgen vroeg hebben wij door een
aanval een gedeelte der vijandelijke verdo
digingswerken genomen.
Wij hebben 400 gevangenen geteld.
Onze vliegers zijn gisteren zeer actief ged
weest. Verschillende sterke vijandelijke
vlieg-eskaders, die tot den aanval wilden
overgaan, zijn ver achter de eigen linies te
ruggedreven. Elf vijandelijke vliegtuigen
zijn neergeschoten.
Kwart voor vijf uur namiddags.
Hedennnamiddag duren de hevige gevech
ten voort en hebben een voor ons bevredi
gend verloop, vooral bij La Boiselle, waar
het overschot van de bezetting zich heaft
overgegeven. Op andere gedeelten van het
slagveld hebben wij opnieuw eenige vorde
ringen gemaakt en nog eenige vijandelijke
verdedigingswerken genomen.
B e r 1 ij n, 3 J u 1 i. (W. B.) Bericht van het
opperste legerbestuur uit het groote hoofd
kwartier van heden voormiddag.
door
ANNA TTUBERT VAN BEUSEKOM.
58
We zijn er je allebei zoo dankbaar voor,
.want het is en blijft voor ons een van de
zaligste Fransche herinneringen en als we
trouwen, doen we op onze huwelijksreis
stellig &n zeker Marseille aan, om nog eens
dezelfde gevoelens over ons te laten komen
van Notre-Dame-de-la-Garde en den tram-
tocht langs die heerlijke, blauwe zee! Otto
zegt weL dat je eigenlijk nooit iets in je leven
over doet <^n dat ben ik ook wel met hem
eens, maar „la Méditerrané-e" lokt ons toch
onweerstaanbaar, hoewel we ons eveneens
veel voorstellen van ons eerstdaags verblijf
aan onze goede Noordzee, tvant a.s. Dinsdag
trekken we allen naar Domburg en Otto gaat
dan natuurlijk ook mee! Receptie houden we
maar niet. Dat doen we later wel bi onze
bruidsdagen. We tluren nu netje» kaartjes
rond, al§ we veilig t« Domburg zitten en ont
duiken zoo allo druk gedoe. Tante Hermien
•n Oei» Dofiiél weten er zelfs nog niets van,
maar w* .noetea eerst allebei nog wat van
de» *ehTik lwkonjeu. Ik schrijf t jou* omdat
ruin-beste vriendin bent en ik zeker
weet, dat je je hartelijk In mijn geluk ver
heugen zult. En r.u zal ik je zoo n beetje ver-
■it.e.'j, hoe ahc» in zun y. eik is gegaan.
Eergisteren heeft hij me gevraagd en mei
de oudertjes gesproken Ientjelief, voor je
vertrek naar Oldenhoven vond-je me zoo stil
hè, maar kind, ik was ook eigenlijk zoo ver
drietig. Bijna veertien dagen thuis en nog
niets, absoluut niets van Otto gehoord, die
wist dat ik terug wasr! Ik lag er 's nachts uren
en uren over te tobben, voor ik den slaap
kon vatten en thuis begon iedereen te zeu
ren, dat ik er zoo slecht uitzag. Vadem, zeker
denkend dat 't „de Fransche knak" was, die
ik te boven moest komen, wou me aan de
staalpillen hebben. Ik heb ze dan ook zoet
ingenomen, maar nu, nu alles tusschen Otto
en mij in 't reine gekomen is, zie ik er zónder
staalpillen tien procent beter uit.
Eergislcren-ochlend ik zat juist lande
riger dan ooit in de serre alle Calvausche
kiekjes op te plakken stond-hij ineens voor
ons en vroeg, of hij mocht blijven koffiedrin
ken.
„Natuurlijk Otto! Toe, zeilen jullie 's gauw
een bordje bij," zei moeder, 'die bezig was
voor de koffie te zorgen en ze plaagde hem.
dat hij zeker op den macaronischotel
afkwam, waar hij zooveel van houdt.
Ik hield me taal. Niemand, zelfs Otto niet,
heeft Iets aan me gemerkt, maar achteraf
vonden ze mij wel nogal druk en Otto stiller
dan anders. Ik ratelde maar over onze Fran
sche avonturen, ofschoon ik voelde, dat hij er
j maar half naar luisterde. Alleen om de ge
schiedenis van die onweersbui, toen we samen
onder een paraplu in jou twijfelaar kropen,
had hij even pret.
"Na de koffie vroeg hij, of ik een eindje met
hem wandelen ging, heel gewoon, zooals we
zoo dikwiils doen in spilt van sommige mén-
scHen hier in de stad, die dat ongepast vin-
denl
En op den buitenweg achter ons huis bij
defl spoordijk is toen tusschen ons uitge
sproken, wat we ieder al lang voor ons zelf
wisten...
's Avonds kwam Otto met vader en moede*
spreken en werd toen plechtig als aanstaan
den schoonzoon in onzen kring opgenomen.
„Och," zei Jaap toen hij ons broederlijk
gelukwerrechte, „nu heb ik afgedaan, nu is
voortaan het motto: Otto!"
Beste len, ik eindig dezen haastig geschre
ven brief. Je mag alles aan je moeder voor
lezen, maar verklap ons nieuwtje verder niet,
voor wV veilig in Domburg zitten! De aller
eerste weken van onze verloving zijn we 200
vrij voor onszelf te reserveeren. Na de vacan-
tie gaan wc pleahtstatig 'visites maken en de
burgerlijke beleefdheden in acht nemen.
Otto laat je hartelijk groeten en ik ben en
hoop altijd te blijven:"
je dóór-en-dóór gelukkige vriendin
Willy,
die nu haar rol van Trekvogel verwisselen
gaat voor die van Huismusch!
1
N a s c h-r i f t.
Wat er in vier jaren al niet gebeuren kan
in een familie als de onze, want vier jaren zijn
er voorbij gegaan sinds den gedenkwaardi-
gen Augustusdag, waarop Otto me gevraagd
heeft.
Behalve Vic, die nu bijna negentien is en
voor haar toonkunst-diploma studeert, zijn
we allemaal successievelijk 't huis uit en liet
Huwelijksbootje ingestapt.
Eerst Otto en ik, toen korl daarop Jaap;
en... Ina, die 't geen drie maanden na ons
engagement samen eens waren en verleden
jaar trouwde Charles met een Haagsch
meisje, Lucie, van Hoven, die te Leiden in de
letteren studeerde. Allemaal zijn we in de
stad gebleven. Charles heeft, nadat vader de
praktijk neerlegde, zijn plaats ingenomen en
Jaap en Otto zijn geassocieerd met mr. van
der Straten, een bekend advocaat alhier.
Vader en moeder wonen met Vic nog ln
ons huis ea. genieten volop van de kleinkin
deren, die op 't oogenblik met Joos en Pcpie
er natuurlijk bij, reeds het getal acht bereikt
hebben en wier portretjes den heelen schoor
steenmantel in onze goede, oude huiskamer
in beslag nemen.
Paul en Ada hebben.er een dochtertje bij-
gekregen, kleine Vic ,die sprekend op Sijs
lijkt en nu ruim drie is. Dan komen Otto en
ik met Tony, onzen jongen van twee jaar en
Lottie, ons dochtertje van drie maanden. Ver
volgens Jaap en Ina met Mela, grootmoeder
van Bevelandt's oogappel, die nu ruim ander
half jaar is en eindelijk Charles en Lucie met
hun nog heel kleine zoontje van twee maan
den, den kleinen ..dokter Frits Westhoff",
zooals zijn grootvader en vader hopen, dal
hij mettertijd worden zal!
Kleine tegenspoeden daargelaten is 't ons
wel zeer goed gegaan.
Vader is heelemaal grijs geworden en een
echt gezellige „Opa", voor zijn zestig jaren
flink en sterk en moeder ziet er nog precies
eender uit en is nog altijd even opgewekt.
Eens in de maand Is er „familie-dag" in ons
ouderlijk huis, of bij mevrouw Aan Beve
landt, die zich ook tot de familie rekent
en er als „Oma van Bevclandt bepaald een
sport van maakt, alle kleinkinderen te ver*
wennen.
In het voorjaar hebben Gcrmaine en Jeanne
Bertrands, met wie Ina cn ik geregeld zijn
blijven correspondeeren, een heel poosje bij
haar gelogeerd, zoodat we toen alle Calvau
sche herinneringen nog eens heerlijk hebben
opgehaald.
Een jaar na ons vertrek zoowat is Zcbbcl-
maar-raakje gestorven. Evodie vond haar
op een morgen bewusteloos te bed cn 'diciH
zelfden dag nog liep 't zonder ecnigen strijd
met haar af. Kort daarop overleed monsicuft
Bertrands aan een beroerte. De bezitting „Lef
Calvaux" is toen verkocht, zoodat -de meisje!
eindelijk het geld, waarop ze recht hadden,
in handen kregen...
„Tante Emily" woont nu in Ierland bij ccft
van haar getrouwde zusters in. Ze schrijft
den meisjes vrij geregeld en heeft beloofd
eens tc komen kijken in dc villa tc Mcudon bij
Parijs, waar Germaine en Jeanne een klein
herstellingsoord voor ziekelijke kinderen hcb<
ben opgericht. Een vriendin van Germaire,
eveneens verpleegster, heeft zich bij haar
aangesloten en Evodie, die haar „chèrcs
demoiselles" niet in den steek heeft willen
laten, bestuurt er met Jeanne de huishom
ding. De villa, die ze „Les Calvaux gc*
noemd hebben, is nu gehéél haar eigendom
en zal 't volgend jaar vergroot worden, zoo*
dat ze dan veertig patiëntjes kunnen herben
gen en meer personeel zullen moeten nemen#
Mevrouw van Bevclandt heeft heel "Neder*
land met de meisjes Bertrands doorgereisd -«
't was juist zoo'n prachtige Meimaand eA
bezocht verschillende ziekeninrichtingen mef
zc, wat ze heel interessant vonden.
Germaine cn Jeanne zijn net zoo door onl