DE TREKVOGELS N# 3. 1öde Jaargang. marie van versendaal. u „DE EEMLANDER". Dinsdag 4 Juli 1916. BUITENLAND. FEUILLETON. Hoofdredactie, j Mf D j van schaardenburg. Uitgevers: VALKHOFF Co. ABONNEMENTSPRIJS: 8 maanden voor Amersfoortf 1.80e Idem franco per postl.SO» Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) 0.125, Afzonderlijke nummers- 0.05. Wekelijksoh bijvoegsel „Be HollandscJie Huiscrouio" (onder redactie van Thérèse Hoven) per 8 mndL. 50 ets. (Wekelyksoh bijvoegsel „Pak me meeper 8 mnd. 52 Ct8. Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1. Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER AD VERTEN TIEN: Van 1—5 regelsf 0.80. Elkeregpl meer- 0.15, Dienstaanbiedingen 15 regols., - 0.5O, Grooto lettors naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordoolige bepalingen tot het herhaald adverteeron in dit Blad, by abonnement. Eono circulaire, bevattondo de voorwaarden, wordt op aanvraag toegozondon. Kennisgeving. VISCH VERKOOP. De Burgemeester van Anwslooi t maakt be ttend, dal de verkoopsprijzen dor visohsoorten yeAodht van gemeentewege, met ingang van 1 Juli 1016 bedragen j Schelvisch per pond 12 cent. Wijting- 11 Sdhol 14 Poon/ en Pieterman m 11 Kabeljauw 11 Horsmokreel O Makreel 1 Amersfoort, 3 Juli 1016. De Burgemeester voornoemd, VAN RANDWIJCK. Politiek Overzicht De wereldstrijd in het westen. D« strijd op het nieuwe frontgedeelte in het westen, waarover het eerste bericht ons den len Juli heeft bereikt, is niet onver wacht gekomen. Sedert weken reeds is er veel gesproken en geschreven over het groote Engelsche offensief, dat in- voor bereiding was. Als voorbode daarvan kunnen de verkenningsaanvallen worden aangemerkt, die aan het front tusschen het kanaal van La Bassée en de Somme door Engelsche afdeelingen werden ondernomen er die door artillerievuur en gasaanvallen Ondersteund werden. In de laatste week van Juni ging het op dit omstreeks 70 KM. breede frontgedeelte levendig toe. Maar te recht spreekt het Duitsche hoofdkwartier van eene voorbereiding, die maanden achtereen heeft geduurd. Het is bekend, dat in den tijd, waarin de aperatlën vielen, die tot den zeeslag bij het Skagerrak hebben geleid, belangrijke Engel sche transporten naar het vasteland zijn ver voerd. Sedert is er nog eene groote maand verloopen, waarin de aan land gebrachte di- visiën zich tot den aanval, gereed gemaakt hebben. Men neemt aan, dat het Engelsche operatieleger zijne sterkte tot ongeveer een millioen manschappen heeft aangevuld. Ook aan de uitrusting met artillerie en munitie Is de noodige zorg besteed om een offensief van breeden opzet te kunnen ondernemen. Het is inmiddels bekend geworden, dat generaal Joffre, de Fransche opperbevel hebber, het recht van besohikking heeft ver kregen over de wijze en het tijdstip der aanwending van de Britsche strijdmacht. Uit 'de in het Britsche parlemènt afgelegde ver klaringen hebben wij vernomen, dat Enge land aan het bij Verdun strijdende Fransche leger zijn steun heeft aangeboden. Dit aan bod is niet afgewezen; alleen schijnt de di recte deelneming van de Bngelschen aan den slag bij Verdun niet te zijn aangenomen. De door de laatstelijk op den oostelijken Maas oever bij Verdun behaalde Duitsche voor-" deelen ingetreden ernstige krisis kan voor Joffre een spoorslag geweest zijn om zijn be sluit te verhaasten. Ook de toestand op het oostelijke oorlogstooneel zal hierop invloed gehad hebben. In de mededeelingen van den Russischen generalen staf kwam in den laat- sten tijd meermalen de opmerking voor, dat het leger van Broessilow gestuit was op Duitsche krachten, die van het Fransche front waren afgezonden. Dit klonk als eene waarschuwing aan Joffre om niet langer te dralen met het geven \an het sein tot den aanval. Langer wachten zou mogelijk den toestand erger maken in plaats van beter. Nu is het groote ollensief begonnen. Den len Juli hebben wij de eerste berichten ont vangen over den strijd in het gebied tus schen de Somme en de Ancre en ten noor den van de Ancre, waarop de gecombineer de aanval van de Engelsche en Fransche legers tegen de Duitsche strijdmacht is be gonnen. De aanval is nog slechts in het al lereerste begin, en het zou voorbarig zijn verwachtingen vast te knoopen aap de be richten, die tot dusver zijn ontvangen. Er is op sommige punten eene merkwaardige te genstrijdigheid in de mededeelingen, die ons van beide zijden zijn gedaan. Zoo hebben wij over de verliezen vernomen van de gealli eerden, dat de Duitschers groote verliezen hebben geleden en dat de eigen verliezen gering zijn, waartegenover van Duitsch» zijde de mededeeling staat, dat de Fransche en Engelsche verliezen zeer zwaar zijn. Daaraan is nog toegevoegd, dat de verbon den legers geene noemenswaardige voor- deelen hebben behaald. Dat is natuurlijk eene kwestie van appreciatie, wo'bibij het standpunt, waarop men zich plaatst bij de beoordeeling der feiten, van grooten Invloed is. Van Duitsch» zijde wordt erkend, dal de in de beide aan de Somme grenzende sectoren geleger de divisiën uit de voorste loopgraven zijn terug getrokken naar meer achterwaarts gelegen stellingen. Die loopgraven zijn ge heel in elkaar geschoten, hetgeen getuigt van de kracht van het bombardement, waar mee de aanval is ingeleid. De opmerking is overigens juist, dat de eerste teruggang op zich zelf weinig beteekent. In het begin is de aanvaller altijd in het voordeel. De verdediger heeft altijd groote moeite om den schok van den eersten aanval door te staan, en moet In den regel een deel van zijne stel lingen opgeven, om zich in de rest te kunnen handhaven. De vraag is echter of het verde digingsfront voldoende veerkracht heeft om den eersten schok te kunnen uithouden en het gevaar af te wenden, dat de linie wordt doorgebroken. Wanneer eenmaal het kri tieke moment voor de verdediging voorbij is, dan herstelt het evenwicht zich, en met het verflauwen van den aanval stijgt de kans, dat hij zal worden afgeweerd. Die ondervinding is tot dusver in dezen oorlog opgedaan bij ieder offensi^, waarvan wij getuige zijn geweest. Het zal de vraag zijn, of ook ditmaal dezelfde er varing zich zal herhalen. De begeerte om tot eene beslissing te komen, spoort op alle oorlogstooneelen de partijen aan tot de uiterste krachtsinspanning. De geesten der vernieling zijn overal in beweging, en bij de macht der gebeurtenissen, welker zwaar tepunt nu weer naar het westen zich schijnt te verplaatsen, kan men zich moeielijk voor stellen, dat de krisis nog ernstiger zou kun nen worden.' De oorlog. B e r 1 ij n, 3 Juli. (W.-B.) Bericht van het opperste legerbestuur uit het groote hoofdkwartier van heden voormiddag. De voortzetting van de Engelsche en Fransche aanvallen aan beide zijden van de Somme heeft ten Noorden van de rivier over het algemeen geen voordeelen opgele verd. De vijand heeft hier buitengewoon zware verliezen aan dooden en gewonden geleden. Ten Zuiden van de rivier hebben wij gis ternacht de naar de tusschenstelling terug getrokken divisie naar de tweede stelling teruggenomen. De gevechtsactie op de niet aangevallen fronten is dezelfde gebleven. Ten Westen van de Maas hebben pogin gen der Franschen, om de door ons bij hoogte 304 veroverde stukken loopgraaf te hernemen, tot kleine infanterle-gevech- ten geleid. Op den Oostelijken Maas-oever heeft de vijand zijne vruchteloozë aanvallen op het werk Thiaumont en de hoogte van de Froide Terre nog eens herhaald. Bij een dezer aanvallen is hij ten Zuidwesten van genoemd werk tijdelijk onze voorste loop graaf over een afstand van 600 meter bin nengedrongen, doch werd onmiddellijk weer verdreven. Ten Zuidwesten van het fort Vaux is 'de hoogte-batterij van Damloup sedert heden nacht in onze handen. Wij hebben hier 100 man gevangengenomen en verscheidene machinegeweren buitgemaakt. Tegen de Duits..-.a stellingen in het Bols Ie Prêtre (ten Noordwesten van Pont 6 Mousson) oprukkende Fransche afdeelin gen zijn gemakkelijk afgeslagen. In de vele luchtgevechten, die gisteren geleverd werden, zijn zes vijandelijke vlie gers neergeschoten, van wie vier in onze llniën terechtkwamen. Door het afweervuur is een vijandelijke tweedekker boven Douai en eergisteren een andere ten Oosten van Peroqyss (Yserfront) naar beneden ge haald." Twee Fransche kabelballons zijn bij Ver- du door onze vliegers neergeschoten. Par ij s, 3 Juni (Havas). Namiddag communiqué. Ten noorden van de Somme deden de Duitschers geen enkele poging in den loop van den nacht tegen de stellingen, die wij hebben veroverd en die wij versterken. Ten zuiden van de Somme werd de strijd giste ren over dag en gedurende den nacht met volledig succes voor de Franschen voortge zet. Wij bezetten geheel op een front van meer dan 5 Kilometers twee loopgraatli- niën van de Duitsche stellingen aan het bosch van Meracouit, dat in ons bezit is, tot aan de onmiddellijke omgeving van Asservillers. Tusschen die twee stellingen veroverden wij in een schitterend gevecht het door de Duitschers voor verdediging in gerichte dorp Herbicourt. Verder naar het zuiden maakten wij vordering naar Asser villers, waarvan de noordelijke en de zuide lijke zoom in onze handen zijn. Ten noor den van het dorp Estrades en tusschen Es trades en Asservillers maakten de Fran schen gewichtige vorderingen. Nieuwe gevangenen en stukken zware artillerie, waarvan de telling nog niet is af- geloopen, zijn in den loop van de laatste actie door de Franschen genomen. Volgens de berichten, die ons hebben be reikt, hebben wij op het aanvalsfront van 1 Juli 39 Duitsche bataillons onderkend. Naar het «eggen van gevangenen zijn 31 van die bataillons, die zware verliezen heb ben geleden, geheel gedesorganiseerd. De meesten van de door ons op den eersten en den tweeden dag gemaakte gevangenen zijn zeer jonge menschen. De Fransche artil- lerie-voorbweiding was zeer krachtig; zij vernielde niet alleen de verdedigingswerken, maar maakte ook alle dwarsgangen naar aohteren onbruikbaar en belette daardoor de levensmiddelenverzorging en maakte de uitoefening van de bevelvoering onmogelijk. Terwijl de artillerie aan het werk was, stak de Fransche luchtvloot 13 Duitsche kabel ballons in brand. Gedurende den aanval wa ren de Fransche vliegtuigen meester van het front. Slechts negen Duitsche machines vertoonden zich, van wie één vernietigd werd. Ten zuiden van de Avre, in de «streek van Baucourt en in het Bois des Loges drongen Fransche verkenningstroepen in Duitsche loopgraven, die zij met granaten schoon veegden. In de streek van Lassigny slaagde een Fransche aanval op een Duitsche loop graaf in het bosch van Werlot bij Canny- sur-Metz. Eene andere Fransche patrouille maakten eenige gevangenen in den omtrek van Branay en bracht een machinegeweer terug. Aan den linker Maasoever was de nacht betrekkelijk rustig; alleen werden de Fran sche stellingen ten westen van hoogte 304 gebombardeerd. Aan den rechteroever werd heden morgen om half vier, na een hevig bombardement, een sterke aanval gedaan op het werk Damloup, dat de Duitschers ver meesterden. Een Fransche tegenaanval, die kort daarna werd ondernomen, dreef den tegenstander geheel terug en heroverde het werk. Avondcommuniqué. Er was geen infanterieactie ten noorden van de Somme, waar de toestand onveran derd is. De Franschen zetten hun succes voort ten zuiden van den Somme. Zij veroverden het Chapitreboschhet dorp Feuillere en bestormden verder naar het zuiden schitterend Assevillers tegen eene krachtige verdedigingsorganisatie. Wij ver overden ten zuiden van Assevillers eene tweede Duitsche stelling in' de buurt van Estrées. In den namiddag gingen wij verder en namen Busicourt ten posten van Feullère en Flancourt. Hier werd grond gewonnen lot een diepte van vijf kilometers. Vijandelijke versterkingen werden gemeld in de streek van Belloy-en-Sgnterre, anderen ten oosten van Flancourt; zij werden verstrooid door artillerievuur. De ongewonde gevangenen zijn gestegen tot ruim 8000. Tot dusver zijn zeven batte rijen, waaronder drie vare, geteld. Er was geen infanterie-actie aan beide zijden van de Maas. De artillerie-actie wns matig aan den linkeroever. Er was hevig bombardement op de Cote de Poivre. het werk Thiaumont en de batterij Damloup aan den rechteroever, maar de vijand viel Damloup niet aan. Londen, 3 Juli. (R.) Communiqué van het Britsche hoofdkwartier. Langs het geheele Britsche front wordt de strijd verwoed voortgezet. Boven de Ancre valt geen belangrijke verandering te mel den. Wij hebben Thiepval en de streek bij La Boiselle hevig beschoten. Er wordt hevig gestreden. Ten Noorden van Fricourt heb ben wij onze stellingen op het hooger gele gen terrein voorultgebracht; de kansen statut hier goed voor ons. Het hevige bombarde ment der Duitschers bij Montauban duurt voort, maar wij hebben ons hier goed ver schanst. Het aantal Duitsche krijgsgevan genen dat wij in het Zuiden gemaakt heb ben, is hooger dan 4000. Het weer blijft gunstig voor onze operaties. Londen, 3 Juli. (R.) Communiqué van het Britsche hoofdkwartier van heden namiddag half drie. De slag ten Zuiden van de Ancrê" woedt hevig voort. Alle stellingen, die wij gisferen genomen hebben, zijn in ons bezit geble ven. Bij La Boiselle (3 K.M ten Noordoos ten van Albert) en Avlllers (1,5 K.M. ten Noorden van La Boiselle) wordt buitenge woon hevig gestreden. Gisteren zijn de Engelschen het dorp La Boiselle binnengedrongen; In het dorp wordt nog gevochten. Bij Avillers wordt met wisselende kansen gestreden. Vanmorgen vroeg hebben wij door een aanval een gedeelte der vijandelijke verdo digingswerken genomen. Wij hebben 400 gevangenen geteld. Onze vliegers zijn gisteren zeer actief ged weest. Verschillende sterke vijandelijke vlieg-eskaders, die tot den aanval wilden overgaan, zijn ver achter de eigen linies te ruggedreven. Elf vijandelijke vliegtuigen zijn neergeschoten. Kwart voor vijf uur namiddags. Hedennnamiddag duren de hevige gevech ten voort en hebben een voor ons bevredi gend verloop, vooral bij La Boiselle, waar het overschot van de bezetting zich heaft overgegeven. Op andere gedeelten van het slagveld hebben wij opnieuw eenige vorde ringen gemaakt en nog eenige vijandelijke verdedigingswerken genomen. B e r 1 ij n, 3 J u 1 i. (W. B.) Bericht van het opperste legerbestuur uit het groote hoofd kwartier van heden voormiddag. door ANNA TTUBERT VAN BEUSEKOM. 58 We zijn er je allebei zoo dankbaar voor, .want het is en blijft voor ons een van de zaligste Fransche herinneringen en als we trouwen, doen we op onze huwelijksreis stellig &n zeker Marseille aan, om nog eens dezelfde gevoelens over ons te laten komen van Notre-Dame-de-la-Garde en den tram- tocht langs die heerlijke, blauwe zee! Otto zegt weL dat je eigenlijk nooit iets in je leven over doet <^n dat ben ik ook wel met hem eens, maar „la Méditerrané-e" lokt ons toch onweerstaanbaar, hoewel we ons eveneens veel voorstellen van ons eerstdaags verblijf aan onze goede Noordzee, tvant a.s. Dinsdag trekken we allen naar Domburg en Otto gaat dan natuurlijk ook mee! Receptie houden we maar niet. Dat doen we later wel bi onze bruidsdagen. We tluren nu netje» kaartjes rond, al§ we veilig t« Domburg zitten en ont duiken zoo allo druk gedoe. Tante Hermien •n Oei» Dofiiél weten er zelfs nog niets van, maar w* .noetea eerst allebei nog wat van de» *ehTik lwkonjeu. Ik schrijf t jou* omdat ruin-beste vriendin bent en ik zeker weet, dat je je hartelijk In mijn geluk ver heugen zult. En r.u zal ik je zoo n beetje ver- ■it.e.'j, hoe ahc» in zun y. eik is gegaan. Eergisteren heeft hij me gevraagd en mei de oudertjes gesproken Ientjelief, voor je vertrek naar Oldenhoven vond-je me zoo stil hè, maar kind, ik was ook eigenlijk zoo ver drietig. Bijna veertien dagen thuis en nog niets, absoluut niets van Otto gehoord, die wist dat ik terug wasr! Ik lag er 's nachts uren en uren over te tobben, voor ik den slaap kon vatten en thuis begon iedereen te zeu ren, dat ik er zoo slecht uitzag. Vadem, zeker denkend dat 't „de Fransche knak" was, die ik te boven moest komen, wou me aan de staalpillen hebben. Ik heb ze dan ook zoet ingenomen, maar nu, nu alles tusschen Otto en mij in 't reine gekomen is, zie ik er zónder staalpillen tien procent beter uit. Eergislcren-ochlend ik zat juist lande riger dan ooit in de serre alle Calvausche kiekjes op te plakken stond-hij ineens voor ons en vroeg, of hij mocht blijven koffiedrin ken. „Natuurlijk Otto! Toe, zeilen jullie 's gauw een bordje bij," zei moeder, 'die bezig was voor de koffie te zorgen en ze plaagde hem. dat hij zeker op den macaronischotel afkwam, waar hij zooveel van houdt. Ik hield me taal. Niemand, zelfs Otto niet, heeft Iets aan me gemerkt, maar achteraf vonden ze mij wel nogal druk en Otto stiller dan anders. Ik ratelde maar over onze Fran sche avonturen, ofschoon ik voelde, dat hij er j maar half naar luisterde. Alleen om de ge schiedenis van die onweersbui, toen we samen onder een paraplu in jou twijfelaar kropen, had hij even pret. "Na de koffie vroeg hij, of ik een eindje met hem wandelen ging, heel gewoon, zooals we zoo dikwiils doen in spilt van sommige mén- scHen hier in de stad, die dat ongepast vin- denl En op den buitenweg achter ons huis bij defl spoordijk is toen tusschen ons uitge sproken, wat we ieder al lang voor ons zelf wisten... 's Avonds kwam Otto met vader en moede* spreken en werd toen plechtig als aanstaan den schoonzoon in onzen kring opgenomen. „Och," zei Jaap toen hij ons broederlijk gelukwerrechte, „nu heb ik afgedaan, nu is voortaan het motto: Otto!" Beste len, ik eindig dezen haastig geschre ven brief. Je mag alles aan je moeder voor lezen, maar verklap ons nieuwtje verder niet, voor wV veilig in Domburg zitten! De aller eerste weken van onze verloving zijn we 200 vrij voor onszelf te reserveeren. Na de vacan- tie gaan wc pleahtstatig 'visites maken en de burgerlijke beleefdheden in acht nemen. Otto laat je hartelijk groeten en ik ben en hoop altijd te blijven:" je dóór-en-dóór gelukkige vriendin Willy, die nu haar rol van Trekvogel verwisselen gaat voor die van Huismusch! 1 N a s c h-r i f t. Wat er in vier jaren al niet gebeuren kan in een familie als de onze, want vier jaren zijn er voorbij gegaan sinds den gedenkwaardi- gen Augustusdag, waarop Otto me gevraagd heeft. Behalve Vic, die nu bijna negentien is en voor haar toonkunst-diploma studeert, zijn we allemaal successievelijk 't huis uit en liet Huwelijksbootje ingestapt. Eerst Otto en ik, toen korl daarop Jaap; en... Ina, die 't geen drie maanden na ons engagement samen eens waren en verleden jaar trouwde Charles met een Haagsch meisje, Lucie, van Hoven, die te Leiden in de letteren studeerde. Allemaal zijn we in de stad gebleven. Charles heeft, nadat vader de praktijk neerlegde, zijn plaats ingenomen en Jaap en Otto zijn geassocieerd met mr. van der Straten, een bekend advocaat alhier. Vader en moeder wonen met Vic nog ln ons huis ea. genieten volop van de kleinkin deren, die op 't oogenblik met Joos en Pcpie er natuurlijk bij, reeds het getal acht bereikt hebben en wier portretjes den heelen schoor steenmantel in onze goede, oude huiskamer in beslag nemen. Paul en Ada hebben.er een dochtertje bij- gekregen, kleine Vic ,die sprekend op Sijs lijkt en nu ruim drie is. Dan komen Otto en ik met Tony, onzen jongen van twee jaar en Lottie, ons dochtertje van drie maanden. Ver volgens Jaap en Ina met Mela, grootmoeder van Bevelandt's oogappel, die nu ruim ander half jaar is en eindelijk Charles en Lucie met hun nog heel kleine zoontje van twee maan den, den kleinen ..dokter Frits Westhoff", zooals zijn grootvader en vader hopen, dal hij mettertijd worden zal! Kleine tegenspoeden daargelaten is 't ons wel zeer goed gegaan. Vader is heelemaal grijs geworden en een echt gezellige „Opa", voor zijn zestig jaren flink en sterk en moeder ziet er nog precies eender uit en is nog altijd even opgewekt. Eens in de maand Is er „familie-dag" in ons ouderlijk huis, of bij mevrouw Aan Beve landt, die zich ook tot de familie rekent en er als „Oma van Bevclandt bepaald een sport van maakt, alle kleinkinderen te ver* wennen. In het voorjaar hebben Gcrmaine en Jeanne Bertrands, met wie Ina cn ik geregeld zijn blijven correspondeeren, een heel poosje bij haar gelogeerd, zoodat we toen alle Calvau sche herinneringen nog eens heerlijk hebben opgehaald. Een jaar na ons vertrek zoowat is Zcbbcl- maar-raakje gestorven. Evodie vond haar op een morgen bewusteloos te bed cn 'diciH zelfden dag nog liep 't zonder ecnigen strijd met haar af. Kort daarop overleed monsicuft Bertrands aan een beroerte. De bezitting „Lef Calvaux" is toen verkocht, zoodat -de meisje! eindelijk het geld, waarop ze recht hadden, in handen kregen... „Tante Emily" woont nu in Ierland bij ccft van haar getrouwde zusters in. Ze schrijft den meisjes vrij geregeld en heeft beloofd eens tc komen kijken in dc villa tc Mcudon bij Parijs, waar Germaine en Jeanne een klein herstellingsoord voor ziekelijke kinderen hcb< ben opgericht. Een vriendin van Germaire, eveneens verpleegster, heeft zich bij haar aangesloten en Evodie, die haar „chèrcs demoiselles" niet in den steek heeft willen laten, bestuurt er met Jeanne de huishom ding. De villa, die ze „Les Calvaux gc* noemd hebben, is nu gehéél haar eigendom en zal 't volgend jaar vergroot worden, zoo* dat ze dan veertig patiëntjes kunnen herben gen en meer personeel zullen moeten nemen# Mevrouw van Bevclandt heeft heel "Neder* land met de meisjes Bertrands doorgereisd -« 't was juist zoo'n prachtige Meimaand eA bezocht verschillende ziekeninrichtingen mef zc, wat ze heel interessant vonden. Germaine cn Jeanne zijn net zoo door onl

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1916 | | pagina 1