"BTNNENlXNDr Verspreide Berichten. Sugana-dal hebben wij gisteren ons offen- tief voortgezet. In het Adige-dal en het bekken van de Boven-Astico hrekt de vijand onder onzen druk langzaam terug. In beheerschende 6tellingen, "bij voorbaat reedis voor de ver dediging ingericht, heeft hij nieuwe batte rijen geplaatst. Op het Asiago-plateau was eene intense artillerie-actie tegen de vijandelijke liniën. In het Campelle-dal heeft de vijand de nog door hem op de Prima Lunetta bezette stellingen inderhaast ontruimd; wapenen, munitie en levensmiddelen gaf hij aan ons prijs. Aan het overige front tot aan de zee is de artillerie met tusschenpoozen in actie. In den San Martino-sector verspreidde de /ijand verstikkende gassen, zonder ons «enig nadeel toe te brengen. Ten Oosten van Selz hebben wij een aan val op de onlangs door ons veroverde stel lingen afgeslagen. Berlijn, 6 Juli. (W. B.) Bericht van het opperste legerbestuur uit het groote hoofdkwartier van heden voormiddag. De toestand aan den Balkan is onveran derd. Weenen, 6 Juli. (W. B.) Officieel be licht van heden middag. Aan den benedenloop van de Vojusa had den schermutselingen plaats. Pe tersburg, 6 Juli. (Tel -agentschap) Namiddag communiqué van den grooten generalen staf. Aan het Kaukazische front winnen in de streek van Plantana onze troepen opnieuw yeld. Tusschen den Taurus en de Tsjorokh sloegen wij tegenaanvallen van den vijand af. Wij wezen ook een aanval af aan de •Tsjorokh, waar wij ons van een hoogte-stek- ling meester maakten. Bij hunne aanvallen maakten de Turken gebruik van bommen met verstikkende gassen. Bij de verovering van gedeelten van de vijandelijke stelling in de streek van Bay- burt maakten wij ons meester van een groo te hoeveelheid wapenen, patronen, grana ten en ander materieel. In de richting van Diarbekir in het Euphraat-dal, gingen onze troepen de Tur ken, die tot den aanval overgegaan waren, met de bajonet te lijf en wierpen hen ver In Westelijke richting terug. De vijand liet meer dan 100 dooden achter. Konstantinopel, 6 Juli. (W. B.) .Communiqué van het groote hoofdkwartier. Aan het Kaukasus-front werden op den rechtervleugel en in het centrum patrouille gevechten geleverd. In den sector bij den Tsjorok maakten wij, na een voor ons gunstig verloopen ge vecht, 100 gevangenen, waaronder een ka pitein; onder de gesneuvelden bevindt zich een Russische majoor. Ten Noorden van den Tsjorok bleef de toestand onveranderd. Op den linkervleu gel sloegen wij fn het kustgebied verschei dene aanvallen af. Verder niets nieuws. Konstantinopel, 6 Juli. (W. B.) Communiqué van het groote hoofdkwartier. Van het Lrakfront en uit Perzië zijn geene berichten ontvangen, die wijzen op veran dering. B e r 1 ij n, 6 Juli. (W. B.) Officieel be richt Zondag 2 Juli werd een groep van negen handelsschepen, »op reis naar Swinemtinde, len zuiden van het eiland Oeland door een vijandelijke duikboot onder water aangeval len zonder voorafgaande waarschuwing. Het •chot ging tusschen de handelsschepen" en de escorteschepen; deze gingen terstond op de plaats af, waar de duikboot werd vermoed, en verjoegen het. De handelsschepen zijn be houden in Swinemünde binnengeloopen. Londen, 6 Juli. (R.) De stoomslee- pers Peepoday en Annie Anderson zijn in den afgeloopen nacht in de Noordzee'tot zinken gebracht door een Duitsche duik boot. Aan de bemanningen werd toegestaan zich in booten te begeven, die later opge pikt werden. Londen, 6 Juli. (R.) De admiraliteit bericht, dat een van onze mijnvegers den 4en Juli in de Noordzee getroffen is door een torpedo, afgeschoten door een vijande lijke duikboot, en licht beschadigd is. Zij Is nu in de haven teruggekeerd. Lowestoft, 6 Juli. (R.) De stoom- sleeper Queen Bee is door een duikboot in den grond geboord. De schipper is gedood, twee man van de bemanning zijn gewond. Er werden vijf schoten gelost op het schip. De duikboot sleepte de bemanning naar een kleine haven aan de Engelsche kust en gaf haar zwart brood en water. Later werd de bemanning door een treiler opgepikt. Stockholm, 6 Juli. (Telegram-bu reau). De Nederlandsche kof Neerlandia, thuis behoorende in Groningen, is in de haven Delaroe, in den Stockholm-archipel, gebracht. De bemanning verklaart, dat het schip gekanonneerd is door eene Russische duikboot op 15 minuten afstand van Huf- vudskaer. De Neerlandia was op reis naar Rotterdam; zij was met hout geladen en had aan boord den kapitein met vrouw en kind en drie man van de bemanning; zij voerde de Neder landsche vlag en had de nationale kleuren duidelijk geschilderd op de beide zijden. Het schip is vrij 'wat beschadigd, maar niemand Is gedood of gewond. Chris tiania, 6 Juli.. (W. B.) De Duitsche regeering heeft aan de Noorweeg- Xhe regeering haar leedwezen uitgedrukt j>ver het in den grond boren van het Noor- iweegsche zeilschip Glendoon op 16 April idoor een Duitsche U-boot. De Glendoon was van Iquique naar Calais onderweg met salpe- Jer. De Duitsche regeering heeft zich bereid yerklaard eene beslissing door deskundigen le laten nemen over het bedrag van de scha- üeyerfioeding, Budapest, 6Juli. (W. B.) In het Hul6 van afgevaardigden stelde graaf Julius An- drassy (oppositie) den minister-president de vraag, of deze bereid was, mogelijk te ma ken, dat door de oppositie aangewezen ver trouwensmannen systematisch ingelicht zou den worden over dén politieWn en militairen toestand; verder, of de minister-president ge neigd was het daarheen te sturen, dat de leiders der oppositie door den koning In par ticuliere audiëntie ontvangen .zouden wor den, opdat zij hun standpunt zouden uiteen zetten. Graaf Tisza antwoordde, dat hij de oppo sitie hulde bracht voor haar vaderlandslie vende houding, sedert het begin van den oorlog getoond, en dat haar onder vermij ding van openlijke besprekingen gelegen heid gegeven zou worden om hare meening en haren invloed te doen gelden bij het ne men van beslissingen over gewichtige kwes- tiën. Wat de audiëntie der oppositie-leiders bij den koning betrof, zou hij het een noodlot tige fout achten, als een lid van de regeering wilde tTachten de leiders der oppositie van den koning verwijderd te houden. Het antwoord van den minister-president werd met algemeene stemmen goedgekeurd. Londen, 7 Juli. (R.) Sir Edward Grey is tot peer verheven. Tot minister van oorlog is benoemd Lloyd George en tot onder-staatssecretaris van oorlog lord Derby. Petersburg, 7 Juli. (Tel.-agcnt- schap). Eene politieke overeenkomst, be staande uit twee artikelen, tusschen Rusland en Japan werd hier onderteekend door mi nister Sazonow en door den Japanschen ge zant Motono. Het doel van de overeenkomst is de handen ineen te slaan tot handhaving van een vasten vrede in het uiterste oosten. Art. 1 brengt eene verbintenis mee voor het geval vart eorve politieke combinatie, gericht tegen de andere contracteerende partij. Artikel 2 houdt in, dat in het geval, dat de gebiedsrechten of bijzondere belangen van de eene contracteerende partij, die door de andere erkend zijn, worden bedreigd. Rus land en Japan zich met elkaar zullen ver staan over de maatregelen, die moeten geno men tot het verleenen van steun of mede werking voor de bescherming en verdedi ging van die rechten en belangen. Londen, 6 Juli. (R.) Het Home Office deelt het volgende mede: In Schotland is het gewoonte, dat de mijnwerkers en de arbei ders in de ijzer-, staal- en andere industrieën hun jaarlijksche vacantie in Juli krijgen. De vTaag werd besproken in een vereenigde ver gadering van een comité uit de mijnwerkers- organisatie, vertegenwoordigers van het mi nisterie van munitie en Schotsche kolenmijn- bezitters, die heden in het ministerie van Binnenlandsche Zaken gehouden werd. Men is eenstemmig tot het besluit gekomen, dat met het oog op de dringende behoeften van het oogenblik in het belang van het land de Jitli-vacantie moet worden uitgesteld. Verder is besloten, dat dadelijk stappen zullen wor den gedaan door de organisatiën van de werkgever en werknemers om aan dit be sluit uitvoering te geven. Berlijn, 6 Juli. (K. N.) De „Voss. Ztg." zegt dat het regenweer mogelijk de rijpheid van het graan nog meer zal vertra gen. Ook koestert men bezorgdheid over den graanvoorraad. B e r lij n, 6 Juli. (W. B.) In het proces tegen den afgevaardigde Liebknecht hebben de veroordeelde en ook de „Gerichtsherr" hooger beroep aangeteekend. Waarschijnlijk zal de zaak begin Augustus in tweede in stantie behandeld worden. Zweden. Stockholm, 6 Juli. (W. B.) Naar Svenska Dagbladet mededeelt, inspecteerde de koning van Zweden Dinsdag en Woens dag j.l. de noordelijke grensvesting Boden. Woensdag inspecteerde hij, nadat de troe pen parade hadden gehouden, het militaire hospitaal/ de intendance-voorraden en te vens de verdedigingswerken. Des avonds is hij vertrokken. Stockholm, 6 Juli. (W. B.) Gisteren avond verliet het schip Ran met eene Zweedsche expeditie naar Spitsbergen aan boord de haven van Stockholm. De expedi tie is uitgezonden door de naamlooze ven nootschap Laflorde Belsund om de ontgin ning voor te bereiden van de door deze maatschappij in eigendom verkregen steen kolenvelden. Men hoopt reeds in het na jaar van 1917 met de exploitatie van het mijnbedrijf te beginnen en in het voorjaar van 1918 de eerste kolen te kunnen leve ren. Kameroverzicht. Tweede Kamer. Na verdaging der vergadering wegen6 on voltalligheid tot halftwaalf, werd Donderdag voortgegaan met de behandeling van de wijziging der Successiewet. Het amendement-Tydemanom alle, schenkingen van ouders aan kinderen bene den het wettelijk maximum, dus niet alleen beneden 2000, maar ook die welke tot een maximum van 5000 van het inkomen niet te boven gaan, van aangifte vrij te stel len, werd door den Minister overge nomen. De heeren Van Nispen tot Seve- naer De Monté Verloren en L o h m a n verzetten zich tegen handha ving van den successiewed nu de verleiding tet meineed door de verhooging van het ta rief zooveel sterker wordt en de mogelijk heid om in plaats van een eed eene verkla ring flf te leggen fifiD bedriegers gelegen* heid geeft om aan den eed te ontkomen, waarop de Minister betoogt, dat door versterking van de verleiding de waarborg van den eed juist te meer noodig wordt. De heer Kolkman verklaart zich tegen afschaffing van den eed, omdat de op brengst der successiebelasting daardoor zeer zou worden geschaad. De heer De Monté Verloren dient een amendement in om den successie eed steeds te vervangen door een plechtige verklaring, welk amendement in behandeling komt, nadat met 36 Je?en 24 stemmen ver worpen is een voorstel-Lohman om de be spreking van deze quaestie uit te stellen tot morgen. Het wijzigingsvoorstel werd bestreden door de heeren De Meester, Lim burg Minister Orten nader verde digd door den heer L o h m a n, waarna het verworpen werd met 43 tegen 17 stemmen. Een amendement-Ter Laan (Rotterdam) om naast de voorgestelde heffing'van erf- deelen een heffing van nalatenschappen in te voeren van 1 tot 10 pCt., waardoor de op brengst met 7Yi millioen zou stijgen, werd door den minister onaannemelijk verklaard, terwijl het amendement-de Monté Verloren: om verkrijging in rechte lijn tot 2 ton minder zwaar, die boven 5 ton zwaarder te belasten, dan woriït voorgesteld, eveneens door den minister wordt afgewezen. Ook het amendement-A. 'de Monté Ver- Loren, dat de opbrengst van de wet met 1.8 millioen zou doen dalen, wordt door den Mi nister afgewezen. Na repliek van de heeren Ter Laan en Dé Monté VerLoren, deelt de heer Teenstra mede, alleen om de onaan nemelijke verklaring tegen het amendement Ter Laan te zullen stemmen, wat de heer Duys onbegrijpelijk noemt. Te half vijf wordt de vergadering ver daagd tot morgen half twaalf. Het ontwerp in zake de volksvoeding en de levenamiddelendistributie. Ingediend is een wetsontwerp tot vaststelling van bepalingen in het belang van de volksvoe ding en van een doelmatige distributie van goe deren. In de Memorie van Toelichting wordt omtrent dit wetsontwerp o.a. het volgende gezegd: Uit het Voorloopig Verslag betreffende de suppl. Landbouwbegrooting 1916, inzake de be schikbaarstelling vnn levensmiddelen, alsmede uit het. debat in de Tweede Kamer op 15 Juni genoemd, naar aanleiding van de interpellatie van den heer Schaper, is gebleken, dat van ver schillende zijde een wettelijke regeling noolig wordt geacht om tet verzekeren-, dat de bedoe ling der regeering, blijkende uit het bovenver meld wetsontwerp, behoorlijk tot haar recht komt, en de beoogde maatregelen in samenwer king tusschen Rijk en gemeente op doeltreffen de worden genomen. De regeering heeft aanvankelijk een bijzon dere wettelijke regeling onnoodig geacht, om dat, naar zij meende, het beginsel, waarvan zij uitging, reeds in de aanvulling der Onteigenings wet na 3 Augustus 1914 was neergelegd, en overigens alleen een krediet noodig was. Dat be ginsel is, dat de zorg voor de volksvoeding in de eerste plaats rust op de gemeenten en dat het Rijk slechts steunend en aanvullend heelt op te treden, zooals dan ook in de aanvulling der Onteigeningswet, het initiatief om tot onteige ning van levensmiddelen over te gaan in de eerste plaaats wordt verwacht van den burge meester, en slechts in de tweede plaats van de regeering. Nu echter blijkbaar een wettelijke regeling' wordt gewenscht, en ook uit de jongste ge beurtenissen volgt, dat nadere regeling van de verschillende bevoegdheden en- verplichtingen en versterking van het centrale gezag wensche- lijk is, acht de regeering den tijd gekomen zulk een wettelijke regeling aanhangig te maken en in die regeling tevens op te nemen eenige voor schriften, die niet uitsluitend op de volksvoe ding, maar meer in het algemeen belang op de distributie van goederen betrekking hebben. De gebrekkige aanvoer, de beperktheid van -oor- raden, met als gevolg ongelijksoortige verdee ling, vasthouding en prijsopdrijving, doen zich ook bij andere voor den geregelden voortgang van het economische leven hoogst Belangrijke goederen gevoelen, en het is wenschelijk ook ten aanzien van zulke goederen thans maatregelen te treffen. Het wetsontwerp bevat in hoofdzaak, behalve de artikelen van meer formeelen aard, die groe pen van bepalingen. Ten eerste wordt in de artikelen 1—5 een regeling getroffen ten aanzien van de taak der gemeente met betrekking tot de volksvoeding en de voorziening met brandstoffen. Ten tweede wordt in de artikelen 6, 7 en 11 de gelegenheid geopend verbodsbepalingen uit te vaardigen, teneinde te bevorderen, dat het be lang van de voeding von den mensch of dier niet wordt geschaad door het telen van minder wenschelijke gewassen of door een minder wen schelijk gebruik van voedingsmiddelen of grond stoffen. Ten derde wordt in artikel 8 de mogelijkheid geopend distributieregellng, die nu een publiek rechterlijk karakter verkrijgen, voor bepaalde goederen vast te stellen en worden daarmede in verband de artikelen 911 de noodige bepalin gen voorgesteld. In dit ontwerp worden de gemeentebesturen verplicht te zorgen, dat van de levensmid delen en brandstoffen, die de minister van Land bouw zal aanwijzen, steeds voldoende hoeveel heden in de gemeente aanwezig zullen zijn en ten behoeve van de minvermogenden beschik baar zullen worden gesteld. De minister stelt voor die levensmiddelen en -brandstoffen de maximumprijzen vast. Van de .kosten der be schikbaarstelling betaalt het rijk drie kwart cn de betrekken gemeente één kwart. De gemeente besturen moeten de uitgaven, die daarvoor ge daan worden, als verplichte uitgaven op de be grooting der gemeenten brengen. Artt. 10 tot en met 15 vermeldden de straf bepalingen op overtreding: het nalaten van een opgave als bedoeld bij art. 5 met ten hoogste 3 maanden hechtenis, of geldboete van ten hoogste 3000; hij die een onjuiste opgave doet. wordt, tenzij blijkt dat de onjuistheid aan een te verontschuldigen onnauwkeurigheid is te wijten, wordt gestraft met hechtenis- van ten hoogste zes maanden of geldboete van ten hoogste 6000. De goederen, met betrekking tot welke het feit wordt gepleegd, kunnen worden verbeurd yerklftftrs}* Overtreding van de verbodsbepalingen, be doeld in de artikelen 6 en 7, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste zes maanden of geld boete van ten hoogste tien duizend gulden. Hij, die eenige verplichting, voortvloeiende uit een distributieregeling als in artikel 8 be doeld, opzettelijk niet nakomt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaar of geldboete van ten hoogste tien duizend gul den. Indien het niet-nakomen van zoodanige ver plichting aan schuld is te wijten, wordt hechte nis van ten hoogste één jaar of geldboete van ten hoogste zes duizend gulden opgelegd. Voorwerpen, door middel van het feit verkre gen, of waarmede of met betrekking tot welke het feit is gepleegd, kunnen worden verbeurd verklaard. Hij, die aan een schriftelijke vordering, als bedoeld bij artikel 9, opzettelijk niet voldoet, of die op zoodanige vordering een opzettelijk on juiste opgave doet, wordt gestreft met gevan genisstraf van ten hoogste één jaor of geldboete van ten hoogste tien duizend gulden. Indien het niet-voldoen aan de vordering of het doen van een onjuiste opgave aan schuld is te wijten, wordt hechtenis van ten hoogste zes maanden of geldboete van ten hoogste zes dui zend gulden opgelegd. De goederen, met betrekking tot welke het feit is gepleegd, kunnen worden verbeurd ver klaard. Hij, die opzettelijk niet voor gebruik van hem zelf of zijn gezin bestemde goederen laat be derven, vernielt, beschadigt onbruikbaar maakt of wegmaakt, wordt, indien het belang der volksvoeding of der voorziening met brand stoffen of de goede werking eener distributie regeling, als bedoeld in artikel 8, daardoor is of kan worden geschaad, gestraft met gevan genisstraf van ten hoogste zes duizend gulden. Hij, aan wiens schuld te wijten is, dat goe deren, als in het voorgaande lid bedoeld, be derven of worden vernield, beschadigd, onbruik baar gemaakt of weggemaakt, wordt, indien hét belang der volksvoeding of der voorziening met brandstoffen of de goede werking eener distributieregeling, als bedoeld in artikel 8, daardoor is of kan worden geschaad, gestraft met hechtenis van ten hoogste zes maanden of geldboete van ten hoogste drie duizend gulden. Hij, die opzettelijk maatregelen, door of van wege den minister van Landbouw, Nijverheid en Handel, of het bestuur of den burgemeester eener gemeente genomen in het belang der distributie van goederen, belet, belemmert of verijdelt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jnar of geldboete van ten hoogste zes duizend gulden. Deze wet kan worden aangehaald als „Distri- butiewet 1916." Zoodra de tegenwoordige buitengewone om standigheden hebben opgehouden te bestaan, zal aan de Staten-Generaal een voorstel van wet worden gedaan, waarbij de intrekking van deze wet zoomede de overgang tot den nor malen toestand wordt geregeld. Uit de Pen De uitslag der Statenverkiezingen* In de Juli-aflevering van Vragen des T ij d s schrijft Mr. Marchant aldus over de Statenverkiezingen „Over de veranderende positie der vrij zinnigen in hunne verschillende schakeering zal te zijner tijd nog een en ander zijn te zeggen. Ditmaal zijn zij, afgezien van de politieke verschuivingen in het groot, in het nadeel geweest doordat meer dan ooit deze verkiezing werd geleid door demagogische manoeuvres. En het is geen oneer voor de vrijzinnige groepen, dat zij, indien daarvoor de wind gunstig is, voor rechts en links de vlag strijken. De belangstelling voor de politiek was verdrongen door den alles beheerschenden indruk van het economisch beleid der Re geering. Ondankbaarder taak, dan de Regeering in deze dagen torst in hare leiding van het maatschappelijk leven, laat zich niet den ken. Hoe zij ook handelt, niemand is te vreden. Zij die geld verdienen, klagen, omdat zij minder winst maken dan zij meenen dat hun recht is. Zij die geen voordeel of louter na deel hebben van den buitengewonen toe stand. klagen natuurlijk ook. En het meest van allen zijn de verbruikers ontevreden, die hooge prijzen moeten betalen en voor het overgroote deel geen gelegenheid hebben voor extra profijt. Aldus is, op enkele uit zonderingen na, niemand tevreden. In normale tijden zal men van den slech ten loop der economische omstandigheden niet licht aan de Regeering de schuld geven. Toch heeft een eenigszins langdurige de pressie ook dan grooten Invloed op het poli tieke leven,- en menige kiezer meet de deug delijkheid van de Regeering af naar den voorspoed in zijn zaken. Thanse chter/in den tijd van Staatsbemoeiing met het economi- scho leven, wordt de Regeering aansprake lijk gesteld voor alles wat naar wensch is. Vooral de minister Posthuma heeft het zwaar te verantwoorden. De debatten, in de Tweede Kamer gevoerd over de interpellatie-Schaper betreffende de levensmiddelenvoorziening leerden, hoe het bij de verkiezingen toeging. De interpellant sprak zijn afkeuring uit over de demagogie van de christelijke partijenwilde men goedkoope aardappelen, dan moest men rechts stemmen. Maar hij ontving zijn ant woord van de overzijde, toen de heer Snoeck Henkemans zijnerzijds een strooibil jet produceerde van de sociaal-democraten, dezelfde verleidelijke heerlijkheden in-"het verschiet brengende. Deze ballen werden over de vrijzinnige hoofden heen gekaatst tot hunne eer, maar niet tot hun politiek profijt. Demagogie is element in eiken verkie zingsstrijd. In normale dagen is daarmede slechts een begrensd succes te behalen. Thans echter vond het zaad een ontvanke- lijken bodem. De geopende uitzichten en de aangeboden recepten tegen de tijdeb'jke nooden werden niet critisch beschouwd. Daarvoor is trouwens kennis noodig en er varing. De ontevredenheid over het be staande was voldoende, en grif werd aange nomen, dat tegen zoo iets wel kruid moest zijn gewassen. Als men de remedie maar wilde toepassen. De Regeering, die ons de misère met hare maatregelen had gebracht, was vrijzinnig, derhalvewie aan de lin kerzijde behoorde en ook wie geen vertrou wen meer had in de staatkunde der rechter zijde, wA&r de ouderdomsrente figfi pesth lentie werd gescholden, zij stemden roo^»' En vele vrijzinnigen bleven thuis. Niet om» dat zij onverschillig waren, maar omdat Posthuma niet begeerden te steunen. Men kan veilig zeggen, dat zondc-r da complicatie van de economische crisis deze verkiezingen voor de rechterzijde een dép b&cle waren geworden." Politiek vraagstuk. De „Standaard" schrijft: "s, Met het oog op 1917 begint zich thans reeds een politiek probleem op te dringen. Hel eerste is, of men met de revisie van' art. 80 en 192 der Grondwet door zal gaai^ dan wel, of de partijen van Rechts het veilt» ger zullen vinden, voorshands noch met de revisie van het eetste, noch met die vart het tweede artikel door te gaan. Beide revi sies zou men dan verwerpen, om schoon schip te moken. Zoo zou er bij gunstiger^ uitslag van de verkiezing in 1917, nogmaals een Rechtsch Kabinet kunnen optreden. En dit Kabinet, dot niet, gelijk het Kabinet-Cort van der Linden, door een abnormaal karakter gedrukt werd, zou aan onmiddellijk een an» dere revisie van beide urtikelen kunnen voorstellen, conform onze beginselen. Zooels 't nu loopt, belooft een revisie van art. 192 slechts -vn schoonen schijn, en de revisie van art. 80 weinig anders, dan he? straks optreden van een socialistisch Kabl» net. Zal men zich onzerzijds daaraan wagei willen? We zouden hierop niet nu reeds wijzen Indien men ven liberale zijde niet reeds eer voorslag gedaan had, om zonder veel ge-« harrewar door de Grondwetsrevisie heen te komen. De idee was dan, dat men geen slagl zou leveren, maar, bij afspraak, over djB revisie zonder polirieken strijd bij de stem bus heen zou glijden. Met het oog hierop zal 't ongetwijfeld ge wenscht zijn, dat de dri<* partijen van Rechts zich over dit gewichtige vraagstuk mei elkander verstaan. Treedt elk der drie partijen naar eigefl inval op, dan ontstaat er aanstonds eert minder gewenschte schermutseling; Links trekt daar 't profijt van; en niet lang meel of er zit een socialistisch Kabinet. Zelfs hangt hiermeê reeds aanstonds d* vraag sa&m, wat de Eerste Kamer met dl Ouderdomsrente doen zal. O. i. kan er van een meegaan met df ontwerp geen oogenblik sprake zijn. Het komt hierbij op een kiezen of deelerï aan. Maar hoe ook bezien, de quaestie van '1 al of niet méégaan met do Grondwetsher» ziening zit er achter. Berichte». De Staatscourant van heden 6 Jul, bevat o.a. de volgende Koninklijke be' sluiten benoemd tot inspecteur In algemeenert dienst bij de spoorwegende districts In specteur der spoorwegenA. M. Heuff, ci viel ingenieur te Breda eervol ontheien van het bevel over ds „Wodan" en geplaatst bij de marine kazerne te Amsterdam de luitenant ter zee 1ste klas. se H. van Eeghen en belast met het bevel over de „Wodan" de luitenant ter zee 2de klasse A. C. Wëkerlin; benoemd tot notaris te Slochteren, P. Denijs, candidaat notaris aldaar. benoemd bij het reserve-personeel der landmacht, met bestemming voor den dienst bij de landweer tot reserve-tweede-luitenant kwartiermeester, bij het 36e bataljon land. weer-infanterie de reserve-sergeant-majoor- administrateur J. W. M. Gorter, van het 37e bat. landweer-inf.; bij het 39e bat. landweer- Inf. de reserve-serg.-majoor-administrateui G. M. van Rossum, van het reg. gren.; bi} het 7e bat. landi^er-infanterie de reserve sergeant-majoor-administrateur J. A. Arnol- dus, van het le bat. iandweer-infanterie; bij het 46e bat. landweer-inf. de reserve-ser geant-majoor-administrateur C. J. Mutsaers, van het 43e bat. landweer-inf.; bij het 44e bat. landweer-inf. de reserve-sergeant-ma- joor administrateur J. L. Thissen, van hel 40e bat. landweer-inf.; bij het 17e bat. land weer-inf. de reserve-sergeant-majoor-admini strateur F. Swart, van het 47e bat. landweer- fnf.; bij het 22e bat. landweer-inf. de reserve, sergeant-majoor-administateur S. C. Fran ken, van het 3e bat. landweer-inf.; bij het 27o bat. landweer-inf. de reserve-sergeant-ma. joor-administrateur D. J. Woldendorp van de artillerie der landweer; bij het 8e baf, Iandweer-infanterie de reserve-sergeant-ma joor-administrateur G. van Steenbeëk, van het 4de bataljon Iandweer-infanterie; bij hef 47o bataljon Iandweer-infanterie de reserve-sergeant-majoor-administrateur J. W, M. Maagdenberg, van de artillerie der land weer; bij het 3e bataljon Iandweer-infanterie de res erve-sergeant-majoor-administrateur J, de Jong, van het 36e bataljon landweer-ir fanterie; bij het 40 bataljon Iandweer-infan terie, de reserve-sergeant-majoor-administra teur J. C. Verbraaken, van het 41e bataljon Iandweer-infanterie; bij het 4e bataljon iand weer-infanterie de reserve-sergeantmajoor- administrateur J. R. de Boer, van de artillerie der landweer; bij het 6e bataljon landweer- Infanterie de Teserve-sergeant-majoor-admi. nistrateur T. Kingma, van de artillerie def landweer; bij het 34e bataljon Iandweer-in fanterie de reserve-sergeant-majoor-admf. nistrateur F. A. M. C. Verheyden, van det artillerie der landweer; bii het 20e bataijon Iandweer-infanterie de reserve-seigeant-ma- Joor-administrateur F. Rinsma, van het 4a bataljon Iandweer-infanterie; bij het 13e ba- taljon iandweer-infanterie de reserve-ser. geant-majoor-administrateur J. P. H. Po' sse, van het 7e bataljon Iandweer-infanterie; bi} Het 38e bataljon landweerrinfanterie de re- serve-sergeant-majoor-administrateur C. Punt van bet 5e bataljon Iandweer-infanterie; bi) het 5e bataljon Iandweer-infanterie de re. serve-sergeant-ma joor-3dministrateuT N. J. van der Wal, van het le bataljon landweer, infanterie; bij het 48e bataljon Jandween. infanterie de reserve-sergeant-majoor-admf. nistrateur F. J. L. Vuilingns. van het 30* bataljon landweec-infanterie; bii tiet 12e b®"

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1916 | | pagina 2