"BINNENLAND."" KOLONIËN; als contrabande rust op den staat die in be- jlag neemt. Het beginsel van de voortgezette leis is op het oogenblik nog het_ onderwerp jynn bespreking. De inbeslagneming van blok- fcadebrekers na beëindiging van den tocht, Xerd door Amerika nooit erkend. Het recht o Je lading te confiskeeren, waarvan meer tian de helft contrabande is, wordt eveneens betwist. Washington, 13 Juli. (R.). De diplo matieke vertegenwoordigers der entente ontvingen een bericht, waarin werd mede gedeeld, dat de Deutschland vanaf Bremen tot aan Norfolk in Virginia is geconvoyeerd door neutrale koopvaarders, vermoedelijk Noorweegsche, Zweedsche of Hollandsche, die de duikboot tegen ontdekking moesten 'beschermen en als lichterschepen fungeer den. Gelijkluidende berichten werden ook ontvangen door het staatsdepartement. Inmiddels is een telegram gezonden naar dan Arfierikaanschen consul in Bremen met de vraag waarom hij niet vertrouwelijk de regeering te Washington van de let ver wachten komst van Deutschland op de hoog te heeft gesteld. Londen, 13 Juli. (R.) De vertrekken de Japansche ambassadeur Inouge zegt in een vaarwel-telegram tot Reuter gericht, dat hij zijn vertrek in dezen gewichtigen tijd be treurt, maar geen twijfel koestert aan den uitslag van den grooten strijd. Het schitte rend offensief van het dappere Britsche leger heeft den vijand reeds moreel en materieel een slag toegebracht, en dit is een zeker teeken dat wijst naar den weg der over winning. De geest van vastberadenheid, die in het Britsche Rijk overheerscht, is het bol werk der geallieerden. Japan is besloten de geallieerden te steunen zoover het mogelijk is, ter bereiking van de volledige overwin ning en tot herstel van een duurzamen vrede. Japan stelt alles in het werk om den vrede en de stabiliteit in het verre oosten te hand haven. Inouge hoopt en gelooft oprecht, dat niets zich zal voordoen, dat noodig zal maken maatregelen te nemen ter verdediging van de Japansche belangen daar. De nieuwe Russisch-Japansche overeenkomst mag wor den beschouwd met het Engelsch-Japansche verbond als een factor die den algemeenen vrede in het Oosten consolideert. Londen, 13 J u 1 i. (R.) Vanochtend is hier op het departement van oorlog een con ferentie gehouden betreffende de uitrusting van de legers der geallieerden. Lloyd Geor ge zat voor. Tot de aanwezigen behoorden Thomas, namens de Fransche regeering, ge neraal Belyaef, namens de Russische, gene raal dall' Olio, namens de Italiaansche. Lloyd George verwelkomde de vertegen woordigers der bondgenooten namens zijn collega's in het Kabinet en noodigde hen uit, de behoeften van hun land mee te dee- len. Sedert de laatste munitie-conferentie te Londen zeide Lloyd George is er een aanmerkelijke wijziging in de sterkte der ge allieerden gekomen; ik behoef wel niet 'uit te wijden over de verbeteringen die zijn verkregen De overweldigende overwinnin gengen, door de dappere Russische solda ten bevochten, hebben onzen vijanden de schrik om het hart doen slaan. Die overwin ningen, gepaard aan de onsterfejijke verde diging van Verdun door onze onverwinne- lijke Fransche kameraden, de dappere weer stand van Italiaansche rtoepen tegen een overweldigende overmacht, al deze dingen hebben het aspect van het landschap ge heel veranderd. Het thans gecombineerde offensief van Oost en West heeft het initiatief aan de hand des vijands ontrukt en ik geloof dat de macht daartoe bij hem nimmer zal terug- keeren. Wij hebben de rollen omgekeerd en thans begint de overwinning van onzen kant. Het houdt verband met het doel dezer conferentie, na te gaan waardoor onze voor uitzichten verbeterd zijn. Het antwoord be staat hierin, dat de uitrusting van onze le gers enorm verbeterd is. Lloyd George ging voort met te zeggen dat de vloot tot kort geleden nog meer dan de helft der metaal bewerkers van Engeland voor zich opge- ëischt teneinde nieuwe schepen aan te bou wen en oude te herstellen. Om deze reus achtige zeemacht tot stand te brengen en uit te rusten moest de werkkracht van een millioen menschen in beslag worden geno men. In het begin van den oorlog telde het Britsche leger een paar honderdduizend menSchen en de voorraad in de arsena len en de uitrusting van dat leger was daar mede in overeenstemming. Daarom moesten wij arsenalen oprichten om munitie te ver vaardigen voor het kolossale leger dat thans in het veld is. Het grootste deel onzer nieu we inrichtingen daartoe is thans voltooid en het meerendeel onzer nijverheid is er voor in dienst gesteld. Honderd duizend mannen en vrouwen, die tot dusver niets van de werkzaamheden ln de metaal- en chemische industrie afwisten, zijn thans in de munitie- nijverheid onderricht. Elke maand worden •door hen honderden kanonnen, houwitsers van licht en zwaar kaliber afgeleverd. Londen, 1 3 J u 1 i. (R.) In het Lagerhuis verklaarde minister Asquith, dat met het oog op de behoeften van leger en vloot, In het (bijzonder met het ontzaglijk dagelijksch ver bruik van munitie noodig voor het zoo schit terend ingezette offensief, dat echter nog slechts In den aanvang was, de regeering besloot dat tot nadere kennisgeving geen algemeene of plaatselijke vacanties zullen ijvorden verleend. Minister Asquith deelde nog mede, dat Onderhandelingen met de arbeiders waren gevoerd om dit resultaat te verkrijgen. As quith bracht hulde aan de arbeiders voor het Schitterend antwoord op 2ijn vorig beroep tot het opgeven van de vacanties en hij twij felde niet of het resultaat zou thans even groot zijn. Er .was een zeer gunstige wij at ging verkregen door het offensief der geal lieerden.'Dit offensief was nog slechts in den aanvang. Voor het succes was een groote, voortdurende toevoer van munitie noodig en voldoende toevoer was nu gelukkig te be werkstelligen. (Toejuichingen.) Ze moest worden gehandhaafd, niet voor de eerste komende weken, maar tot het doel volkomen was bereikt. Door de Britsche arbeiders kon den troepen te velde geen grooter dienst worden bewezen, dan door hun de aanmoe diging te verschaffen van de zekerheid dat de tegenwoordige intensiteit van beschie ting en aanval, zoo noodig, onbepaald kan voortduren. (Toejuichingen.) Budapest, 1 2 J u 1 i. (W. B.) In het Huis van afgevaardigden verkreeg in den loop der beraadslaging over het ontwerp eener oor- logswinsfbelasting'de minister van 'inanciën Teleszky het woord, teneinde mededeeling te doen over de tot dusver gemaakte oorlogs kosten. De minister zeide: De oorlog kostte in de afgeloopen 23 maanden aan den Hon- gaarschen staat gemiddeld 450 tot 470 mil lioen kronen. Deze som steeg natuurlijk tij dens den loop van den oorlog; in het begin was zij kleiner; thans varieert zij tussc'nen de 560 en 600 millioen. In deze oorlogskosten zijn natuurlijk in de eerste plaats begrepen de 'behoeften van het leger, in de tweede plaats de in groote mate aan familiebetrek kingen van de soldaten verleenden steun, in de derde plaats de steun -aan landgenoo- ten, die zich in het buitenland bevinden, wat eveneens een belangrijke som vertegen woordigt. Verder de dekking van de noodig e renten van de tot dusver uitgevoerde crediet- operaties en ten slotte de oorlogsondersteu ningen van beambten in openbaren dienst. Wat de loopende inkomsten en uitgaven van den Staat betreft, de ontvangsten wij zen ondanks den oorlog zeer gunstige cij fers aan, zoodat daaruit de loopende uitgaven, ja zelfs de oorlogsondersteuning aan de ambtenaren en beambten van den Staat konden worden gedekt. De oorlogsuit gaven moesten natuurlijk door credietope- raties gedekt worden. Hiertoe dienden in de eerste plaats vier oorlogsleeningen. Niet door leening gedekte bedragen echter wer den deels gedekt door bij sommige finan- cieele instellingen opgenomen rekening- courantleeningen, deels door schatkistbiljet ten, deels door een beroep te doen op de Oostenrijksch-Hongaarsche bank. Dit kan een ieder er van overtuigen, dat eenerzijds onze oodogsuitgaven zeer belangrijk zijn, an derzijds echter dat ze, wanneer men de zeer aanzienlijke krachtsontplooiing van den Staat in oogenschouw neemt, met de oorlogsuit gaven der andere staten in overeenstem ming zijn, ja dat ze, vergeleken met de oor logsuitgaven der Entente voor zoover we daarover onderricht zijn, een veel gunstiger indruk maken en dat onze uitgaven ook in evenredige verhouding staan tot die van onzen grooten bondgenoot Duitschland. Die uitgaven kunnen het Huis er van overtui gen, dat wij in de toekomst een zeer aan zienlijke vermeerdering van onze staatsin komsten noodig hebben, teneinde die uitga ven te kunnen dragen, en dat de belasting- ontwerpen, welke de regeering heeft inge diend en welke althens de dekking der renten behoefte, voortvloeiende uit oorlogsleenin gen, in het kader der loopende inkomsten ten doel hebben, onvoorwaardelijk noodig zijn. Bukarest, 12 Juli. (W. B.) Volgens berichten uit Belgrado is de militaire gou verneur-generaal in Servië van zijn ambt ontheven en in afwachting van nadere in- dienststelling met verlof gegaan. Ook zal de chef van den generalen staf binnenkort wor den vervangen. In een afscheidsorder, tot zijn onderge schikten gericht, verklaart de gouverneur met voldoening op de tot heden bereikte re sultaten terug te zien en zegt hij dat de scha de, door den oorlog aan het land berokkend, grootendeels hersteld is. Nergens heerscht nood. De bevolking is tevreden en zal met dankbaarheid aan de rechtvaardigheid en voorzienigheid van Het militaire bestuur te rug denken. Kopenhagen, 13 Juli. (W. B.) De Na tional Tidende meldt uit Stockholm: De bla den blijven levendige commentaren leve ren op de neutraliteitsschendingen door de Russen bij de inbeslagneming van twee Duitsche schepen in de Zweedsche territo riale wateren. De Aftonbladet schrijft: Dit is I de grootste inbreuk op Zweden's onzijdig heid, welke tot dusver is gepleegd. De regee ring moet van Rusland onvoorwaardelijk ver ontschuldigingen en onmiddellijke invrjj- heidsstelling van den Zweedschen loods eischen, die met een deel der bemanning gevangen werd genomen. Washington, 13 Ju li. (R.) De Ver- eenigde Staten hebben krachtig bij Turkije geprotesteerd tegen het optreden van den gouv.-gen. van Syrië, die de Britsche en Fran sche consulaten liet openbreken en de ar chieven wegvoerde, nadat de Amerikaan- sche consul de deuren dier consulaten had verzegeld. Officieel wordt vernomen, dat vele voor name Syriërs onlangs ter dood gebracht, omdat hun namen voorkwamen in rapporten die in de geschonden consulaten waren ge vonden. Alleen dit feit was voldoende voor hun doodvonnis, zonder dat eenig bewijs werd gezocht van hun vijandschap jegens de Turksche regeering. Londen, 13 Juli. (R.) Bericht wordt, dat de Iersche kwestie zich makkelijk zal laten afhandelen, nu de Iersche leiders gis terenavond met enkele ministers eene be spreking hebben gehad. Redmond's verkla ring is blijkbaar uitgelokt door eene duis tere zinsnede in Lord Lansdowne's rede, welke hij uitlegde als een maatregel dat de uitsluiting der Ulstergraafschappen van de regeling permanent zou zijn. Men hoopt dat Asquith eeine geruststellende verklaring ■al afleggen. Kopenhagen, 13 Juli. (W.B.) De Deensche postdirectie deelt mede, dat van de Deensche op -Amerika varende stoom schepen Frederik VIII en Oscar II van de eerste op de uit-, van de tweede op de thuis reis, door de Engelschen te Kirkwall de complete brief- en pakketpost in beslag ge nomen is. Van het Noorweegsche bestuur der posterijen is bericht ontvangen, dat op de Noorsche paketboot Bergensfjord, op reis van New-York naar Bergen, door de Britsche overheden in Kirkwall drie en der- -tig voor Denemarken bestemde postzakken zijn in beslag genomen. Bukarest, 11 Juli. (W. B.) Liaptsjeff, de leider der Bulgaarsche democraten, die artikelen gepubliceerd heeft waarin kritiek werd uitgeoefend op de begrooting, speciaal op de enorme uitgaven, is op bevel van de regeering gearresteerd daags vóórdat over de begrooting zou worden gestemd. Daarna heeft de Sobranje de begrooting zonder dis cussie aangenomen. De democraten hebben naar aanleiding, van de arrestatie een inter* pellatie ingediend. P a r ij s13 Juli. (Havas). Nauwelijks heeft het bondsgerechtshof Hermann Behr- mann, directeur van het officieele inlichtin gen-bureau te Bern en zijn medeplichtigen wegens spionnage gevonnist of men ver neemt dat de Zwitsersche politie te Locarno een nieuw spionnen-agentschap ontdekt heeft, dat door de Duitschers was ingesteld. Deze poogden hunne medewerkers te wer ven onder de jongelui van Tessino. Dit spionnenbureau had vertakkingen tot diep in Italië. De politie arresteerde een inwoner van Tessino, die sinds eenigen tijd te Locar no was gevestigd. Door de militaire over heden wordt een onderzoek ingesteld. Spanje. Madrid, 15 Juli. (R.) Als gevolg eener spoorwegstaking heeft de regeering in de provincie Madrid de krijgswet uitge vaardigd. Yersprelös Berichten. Athene, 13 Juli. (R.) Een telegram meldt, dat het Tatoi-bosch sedert verschei dene uren in brand staat. In den avond breid de zich het vuur uit. tot het k o n i n k 1 ij k paleis, dat met de naburige kazernes vernield werd. Naar gemeld wordt zijn er verscheidene personen omgekomen, waaronder officieren. De koning, de ko ningin en de koninklijke familie ziin onder gebracht in de residentie van Prins Nicoloas te Kaphisshia. Oost-lndlë. Arrestatie van prinses Adjo. Uit "Weltevreden wordt aan de Telegraaf geseind: Prinses Adjo, die op trouwelooze en gevaar lijke wijze tegen de Ncderlandsche autoritei ten kuipte, is te Macassar gearresteerd. Yoor- loopig zal zij daar gevangen worden gehou den, totdat over hare verbanning een beslis sing is genomen. Kameroverzicht Tweede Kamer. De zitting van Donderdag werd begonnen met eene Regeling van werkzaamheden. Besloten werd Dinsdag half twee eind stemming te houden over de Successiewet. De Voorzitter wil de levensmiddelen wet niet aan dë orde stellen, omdat deze verband houdt met het distributieontwerp, dat heden in de afdeelingen wordt onder zocht; hij hoopt e\ enwel dat beide als nood- ontwerpen, bijvoorbeeld over een week, zul len kunnen worden afgedaan. Op voorstel der commissie van rappor teurs is voorts zonder stemming besloten de dividend- en tantièmebelasting voorloopig van de agenda af te doen, terwijl het voor- stel-Tydeman, om ook het ontwerp betref fende uitbreiding van de economische voor lichting in het buitenland hedën in de af deelingen te behandelen, wordt aangenomen met 48 tegen 18 st. De V.oorzitter huldigt de nagedachte nis van den oud-minister Talma. Hij wijst op de groote kennis, slagvaardigheid, werk kracht en het volhardingsvermogen, zonder weerga van den overledene. Talma kende geen rust, al was hij partijman, den grond slag van zijn geloof heeft hij ook in de Ka mer nooit verloochend. Hij was loyaal tegen over tegenstanders, had fouten als iedereen, doch was een krachtige en sympathieke fi guur. Hij zal onder de staatslieden van den lateren tijd een eereplaats innemen. Minister Cortvan der Linden sluit zich namens de regeering bij de woorden van den voorzitter'aan. Het wetsontwerp betreffende de oprich ting van eene school voor adspiranten-adelborsten te Dordrecht werd bestreden door de h.h. Van Voort van Zijp, Bichon erf D u y s. Minister Rambonnet betoogt evenwel dat het voorstel de eenig logische oplossing is voor de quaestie der opleiding van zee officieren. Het ontwerp adspirantenschool voor de marine te Dordrecht werd verworpen met 32 tegen 24 stemmen, bij gemengde stem ming. Aan de orde kwam daarna het wetsont werp op de Wet Brievenposterij. De neer Boissevain heeft niets tegen de voorgestelde tariefverhoogingen, doch wil ook bezuiniging op den dienst, spoed met de inrichting van de draadlooze telegrafie en verbetering van den onhoudbaren toe stand ten aapzien van de telefonische ver binding Amsterdam—Den Haag—Rotter dam. De heer Van Doorn wil meer reclame gemaakt zien voor de gemakken van den postdienst. Minister L e I y deelt mede, dat men bezig is bezuinigingsmaatregelen in te voeren. Verbetering van de telefoon is reeds gerui- men tijd een punt van overweging. Hij zal de mogelijkheid van meer reclame over wegen, al gelooft hij dat het niet gebruiken van verschillende nieuwigheden meer een gevolg is van het feit dat er geen behoefte aan wordt gevoeld. De heer Bichon van IJsselmon d e licht het amendement toe, om 5 cent extra port te heffen van brieven, briefkaarten, drukwerken, kranten, monsters en postwis sels, waarvan bestelling op Zondag wordt verlangd. De heer De Wijkerslooth kan zich niet vereenigen met dit systeem, dat ieder gelegenheid geeft, tegen betaling van 5 ct., de Zondagsrust, die door den Staat inge voerd werd, weer te niet te doen. De heer De Visser heeft eveneens be zwaar een ethisch beginsel te propageeren door financieele middelen. Te kwart over 4 wordt de vergadering verdaagd tot Dinsdag half 12. CJIt de Pert fi? Juister Talma. f De Nieuwe Courant herdenkt den oud-minister Talma aldus „Talma dood. Het is een tijding die nauwelijks minder diep treft dan, nog zoo kort geleden, het overlijden van Bos. Is het jongere politieke geslacht minder krachtig van gestel dan het oudere, waarvan zoovele korypheeën, hoog bejaard, nog in ons midden overeind staan? Een bruisende jntrede, als van een berg stroom, de verschijning van Talma bij den aanvang van het nieuwe tijdperk dat met Kuyper's ministerie "scheen aangebroken, in ons parlement. Er is moed toe noodig, repliceerde Van der Vlugt op een der eerste politieke redevoeringen van den jongen afgevaardigde, Jupiter tonans tegemoet te treden. Hen predikant, die in het veld der staatkunde, het tweehands-zwaard han teerde met gemak, met geweld, en met edelen moed. Het was een lust hem te zien strijden. Een zware en dapper doorvochten maatschappelijke worsteling lag reeds ach ter hem, toen hfj de politieke kampplaats binnentrad. Het was het geloof dat zijn geest staalde, het gemoed dat hem welspre kend maakte gelukkig hij, ondanks al zijn levensmoeilijkheden, die met zoo veel- zijdigen geest toegerust, zoo welbewust in de eens gekozen richting voortschreed. De kracht van aanval is voor het minis terschap niet zooveel waard als het talent van verdediging. Toen kwamen zijn verba zend arbeidsvermogen, zijn vlug begrip en zijn geestelijke spankracht hem vooral te stade. Wat hij in het tijdperk zijner sociale wetgeving gedaan en doorstaan heeft, is ontzaglijk geweest. Misschien te veel voor zijn lichamelijken weerstand. Na het ministerschap trad hij terug een eerlijk man gebleven, een populair man geworden, voor roem niet onverschillig, eenvoudig nochtans van gemoed naar het predikambt. De liefde daarvoor had hem nooit verlaten, vaak leidde hij des Zondags in het drukst van zijn ministerieelen tijd, de godsdienstoefening. Rust zocht hij niet, maar heeft hij ook niet gevonden vóór gisteren. Toen de mobilisatie kwam, stond hij gereed, als veldprediker. In de politiek is hij een tegenstander ge weest, met wien het een eer was te strijden, een partijman die zijn land goed gediend heeft Als mensch bezat en verdiende hij veler genegenheid en bewondering. Herdenkt hem met eerbied F Het Vaderland schrijft o. m. dat: „Talma was geen man van onze geestes richting. Streng anti-revolutionnair heeft hij als Kamerlid en Minister steeds scherp tegenover de vrijzinnigen gestaan. Maar dit sluit gelukkig niet uit, dat wij van harte gaarne een eerbiedigen groet brengen aan dc nagedachtenis van dezen man van be- teckenis, man van sterke overtuiging, groo te eloquentie en werkkracht en liefde voor alles wat hij op zich nam. Als Minister zijn hem de teleurstellingen niet bespaard gebleven. Staande voor de moeilijke taak van het tot stand brengen van sociale wetten, heeft de heer Talma door de wijze waarop hij de sociale vraag stukken aanvatte, niet alleen veel strijd moeten voeren tegen de toenmalige oppo sitie, maar ook tegen eigen vrienden, het geen hem veel leed heeft gedaan. Wij herinneren slechts aan het gebeurde met de Verzekeringswetten, de Bakkerswet en de Stuwadoorswet. Zijn hartstochtelijk beroep, toen in de Tweede Kamer op zijn vrienden gedaan, om hem te steunen, kwam uit het hart en sprak boekdeelen. Is zijn heengaan in 't bijzonder voor zijn partij een groot verlies, ook anderen zullen het betreuren, dat deze man, van wien nog zooveel te wachten was, te vroeg van ons is weggenomen/' De N. R. C t. noemt hem een politieke figuur van beteekenis, een man zooals men ze gaarne in het leven ziet: met kracht en overtuiging, is ons en vooral de rechterzijde ontvallen, ver van het politieke arena, waarin de strijd om ziin nalatenschap nog niet ge ëindigd is", en schrijft o. m. het volgende over hem: „Na zeven jaren Kamerlidmaatschap viel hem de portefeuille van landbouw, nijver heid en handel in het ministerie-Heemskerk dan ook als vanzelf toe. Zijn voorganger aan dit departement, den minister Veegens, Had hij het niet gemakkelijk gemaakt. Zelfstan dige denkbeelden had hij ontwikkeld over het verband van de invaliditeits- en de ouderdomsverzekering en zelfs over de in richting van de organisatie der arbeidswet geving aan het departement had hij bij het openbare debat zijn gedachten laten gaan. In een kabinet, dat in den aanvang slechts op halve politieke kracht kon stoomen, was deze minister van 43 jaren en partijman een van de markante persoonlijkheden. Hoe hij toen aan zijn departement een reusachtige werkkracht heeft betoond, is bekend. Ook dat de vruchten van dien ar beid zich in niet geringe mate door een la weinig aan gezonde levenssappen kenmerk» ten. De heilige bureaucratie vierde hoogtij? de organisatie, welke de minister in zijfi fnvaliditeitswetgeving verdedigde nam zij* oorsprong in een ambtenarendom en een systeem van dwong, dat zich paarde aan de omslachtige wijze, waarop de uitvoering was ontworpen. Dat Talma ook als minister zijn politieleen knobbel niet verloren had» bleek uit zijn tegemoetkomende houding ten aanzien .van het bekende amendement' Duys, waaraan het verder weinig voorspoe* dige lot van de door hem ter hand genomen wetgeving zith gewroken heeft. Tijdens zijfl ministerschap had trouwens reeds de Ka mer, waarin de rechterzijde sedert de ver kiezing van T9C9 over de meerderheid be schikte, door de verwerping van de Bak kerswet een veroordeeling over Talma's wetgevende methode met haar bemoeizieÉ staatssocialisme, een strijd tusschen vrij* heid en dwang, die in anderen vorm bij' de Ziektewet eveneens gestreden is, uitgespro ken. Toch is hij sedert zijn aftreden als mi nister door de rechterzijde om het lot van de door hem nagelaten wetten veel be* klaagd en bij de te wachten behandeling van de Ouderdomswet in de Eerste Kamer zul len ongetwijfeld de reeds bij de behande- Hng van de begrooting geuite klachten van dien aard herhaald worden.'' De hoefijzer-correspondent van het Han delsblad schrijft over hem „Een nationaal minister is Talma niet kunnen worden. Ook hem zijn de par tijprograms te machtig geweest. Het „haas ten heeft hij zoo weinig gedaan dot er ten slotte, aan het einde van een vijf-jarige periode, eigenlijk geen tijd meer was voor het behoorlijk behandelen van zijn groots werk de sociale wetten. Zóó weinig ook, dat toen het populaire getij voor de dwang verzekering was verloopen en Talma, aU man rechts gekluisterd in de programs van rechts, een stelsel stond te verdedigen dat, althans zeker ten aanzien van de Ouder domsvoorziening, in den geest van een groot deel, vermoedelijk wel van de meerderheid des volks, reeds door een onder was ver» vangen. En zoo werd Talma's groote werk helaas een partijwerk. Hij heeft dat werk met een taaie volhar» ding en vaak met een groot talent ver richt. die zijn tegenstanders destijds niet voldoende hebben gewaardeerd. De politie ke partijstrijd was, over en weer, daarvoor t© fel. En toch, hoeveel eerbied men moet hebben (wij hebben daarvan destijds aan het slot der behandeling van de sociale wetten in de Tweede Kamer getuigd) voor den omvang van dien arbeid en voor dc be kwaamheid waarmee de verdediging door den Minister was gevoerd, Talma heeft zijn talent, zonderling genoeg, niet het meest doen uitkomen als Minister van Ar» beid, doch als Minister van Landbouw. Zijn verdediging van sociale onderwerpen was# evenals zijn wettelijke constructie daarvan, niet zelden te ingewikkeld en onklaar. Hfj scheen meer midden-in zulke onderwerpen te staan dan er boven. Maar had hij een Landbouw- of een Nijverheids- of een Han- delsonderwerp te behandelen, dan was het altijd een lust om te hooren. Zijn Boterwet, zijn Visscherijwet, zijn Vogelwet, zijn Sche penwet enz., dat zijn eigenlijk de gedenk- teekenen van zijn beste ministericele kun nen al herinnert het groote publiek, waarvoor de sociale wetgeving veel belang rijker is, zich die onderwerpen nauwelijks meer. Het is zonderling, zeiden wij, dat Talma juist in die zaken het meest uitblonk als Minister terwijl hij daarvan toch niet de minste speciale-studie had gemaakt en van sociale zaken wel, zelfs vóór zijn Kamerlid maatschap. Was het misschien.... juist ten gevolge daarvan? Vermocht hij wellicht niet, eigen gedachten in een ietwat groot complex (als 't kleiner was, zooals bij de wijziging der Arbeidswet, ging het zeer wel) tot klaarheid te brengen en was het hem gemakkelijker, reeds klaar gemaakte gedachten van anderen want in zaken van specialen aard op 't stuk van landbouw, nijverheid en handel zal hij wel door ambte naren zijn voorgelicht tot duidelijke uiting te brengen7 Hoe dat zij, wij hebben de beste heugenis aan den niet-soclalen Talma, terwijl diens strijd voor zijn sociale wetten toch eigenlijk vooral een groote wor steling was, niet alleen met zijn tegenstan ders, maar ook met het onderwerp. Met dat al was Talma een man van onge- meene gaven. Een politiek strijder van ge ducht kaliber. Maar van voorname allure. Een man van temperament doch van zelf bedwang tevens." BTrtctttea. De Staatscourant van Donderdag 13 Tufl bevat o. m. de volgende Kon. Besluiten: op verroek eervol ontslagen met dank J. Eekhof te Zutfen als ingenieur-verificateur van het kadaster; benoemd tot belasting-ontvangers te Simpol- feld H. \V. J. Scheepstra thans te Koudum; te Bussum J. C. L. C. v. Hulst thans te Voorburg; te Zaandam A A. Vreede Jan. thans te Raaltet •definitief benoemd tot belasting-ontvanger te Vercray L. F- J. M. La Rose thans waarne mend; benoemd tot scheikundige aan het Labora torium van het Departement van Financien te Amsterdam dr. J. Th. Bornwatcr, assistent aan het anorganisch laboratorium der Rljka- Universiteit te Lelden; met ingang van t September gesteld ondei de bevelen van den hoofdingenieur-directeur in de 9e directie, met standplaats IJmuiden, teneinde te worden belast met hem door dien hoofdambtenaar op te dragen werkzaamheden de ingenieur van den Rijks-Waterstaat 3e klasse H. B. Bakker, thans toegevoegd aan den inspecteur-generaal in de le inspectie in Den Haag. H. M. de Koningin-Moeder zal a. s. Zater dagochtend per Staatsspoor te 8.53 uit de Residentie vertrekken om eenige weken te Soestdijk te gaan verblijven. De gezant der Fransche Republiek te 's-Gravenhage, de heer Allizé, die enkele weken in Frankrijk verbleef, is gisteravond op zijn post teruggekeerd. Naar wij vernemen zal de Portuge^ sche gezant bij het Nederlandscha hof, d®

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1916 | | pagina 2