"BINNENLAND.""
KOLONIËN;
als contrabande rust op den staat die in be-
jlag neemt. Het beginsel van de voortgezette
leis is op het oogenblik nog het_ onderwerp
jynn bespreking. De inbeslagneming van blok-
fcadebrekers na beëindiging van den tocht,
Xerd door Amerika nooit erkend. Het recht
o Je lading te confiskeeren, waarvan meer
tian de helft contrabande is, wordt eveneens
betwist.
Washington, 13 Juli. (R.). De diplo
matieke vertegenwoordigers der entente
ontvingen een bericht, waarin werd mede
gedeeld, dat de Deutschland vanaf Bremen
tot aan Norfolk in Virginia is geconvoyeerd
door neutrale koopvaarders, vermoedelijk
Noorweegsche, Zweedsche of Hollandsche,
die de duikboot tegen ontdekking moesten
'beschermen en als lichterschepen fungeer
den. Gelijkluidende berichten werden ook
ontvangen door het staatsdepartement.
Inmiddels is een telegram gezonden naar
dan Arfierikaanschen consul in Bremen met
de vraag waarom hij niet vertrouwelijk de
regeering te Washington van de let ver
wachten komst van Deutschland op de hoog
te heeft gesteld.
Londen, 13 Juli. (R.) De vertrekken
de Japansche ambassadeur Inouge zegt in
een vaarwel-telegram tot Reuter gericht, dat
hij zijn vertrek in dezen gewichtigen tijd be
treurt, maar geen twijfel koestert aan den
uitslag van den grooten strijd. Het schitte
rend offensief van het dappere Britsche leger
heeft den vijand reeds moreel en materieel
een slag toegebracht, en dit is een zeker
teeken dat wijst naar den weg der over
winning. De geest van vastberadenheid, die
in het Britsche Rijk overheerscht, is het bol
werk der geallieerden. Japan is besloten de
geallieerden te steunen zoover het mogelijk
is, ter bereiking van de volledige overwin
ning en tot herstel van een duurzamen vrede.
Japan stelt alles in het werk om den vrede
en de stabiliteit in het verre oosten te hand
haven. Inouge hoopt en gelooft oprecht, dat
niets zich zal voordoen, dat noodig zal maken
maatregelen te nemen ter verdediging van
de Japansche belangen daar. De nieuwe
Russisch-Japansche overeenkomst mag wor
den beschouwd met het Engelsch-Japansche
verbond als een factor die den algemeenen
vrede in het Oosten consolideert.
Londen, 13 J u 1 i. (R.) Vanochtend is
hier op het departement van oorlog een con
ferentie gehouden betreffende de uitrusting
van de legers der geallieerden. Lloyd Geor
ge zat voor. Tot de aanwezigen behoorden
Thomas, namens de Fransche regeering, ge
neraal Belyaef, namens de Russische, gene
raal dall' Olio, namens de Italiaansche.
Lloyd George verwelkomde de vertegen
woordigers der bondgenooten namens zijn
collega's in het Kabinet en noodigde hen
uit, de behoeften van hun land mee te dee-
len.
Sedert de laatste munitie-conferentie te
Londen zeide Lloyd George is er een
aanmerkelijke wijziging in de sterkte der ge
allieerden gekomen; ik behoef wel niet 'uit
te wijden over de verbeteringen die zijn
verkregen De overweldigende overwinnin
gengen, door de dappere Russische solda
ten bevochten, hebben onzen vijanden de
schrik om het hart doen slaan. Die overwin
ningen, gepaard aan de onsterfejijke verde
diging van Verdun door onze onverwinne-
lijke Fransche kameraden, de dappere weer
stand van Italiaansche rtoepen tegen een
overweldigende overmacht, al deze dingen
hebben het aspect van het landschap ge
heel veranderd.
Het thans gecombineerde offensief van
Oost en West heeft het initiatief aan de
hand des vijands ontrukt en ik geloof dat de
macht daartoe bij hem nimmer zal terug-
keeren. Wij hebben de rollen omgekeerd en
thans begint de overwinning van onzen
kant. Het houdt verband met het doel dezer
conferentie, na te gaan waardoor onze voor
uitzichten verbeterd zijn. Het antwoord be
staat hierin, dat de uitrusting van onze le
gers enorm verbeterd is. Lloyd George ging
voort met te zeggen dat de vloot tot kort
geleden nog meer dan de helft der metaal
bewerkers van Engeland voor zich opge-
ëischt teneinde nieuwe schepen aan te bou
wen en oude te herstellen. Om deze reus
achtige zeemacht tot stand te brengen en
uit te rusten moest de werkkracht van een
millioen menschen in beslag worden geno
men.
In het begin van den oorlog telde het
Britsche leger een paar honderdduizend
menSchen en de voorraad in de arsena
len en de uitrusting van dat leger was daar
mede in overeenstemming. Daarom moesten
wij arsenalen oprichten om munitie te ver
vaardigen voor het kolossale leger dat thans
in het veld is. Het grootste deel onzer nieu
we inrichtingen daartoe is thans voltooid en
het meerendeel onzer nijverheid is er voor
in dienst gesteld. Honderd duizend mannen
en vrouwen, die tot dusver niets van de
werkzaamheden ln de metaal- en chemische
industrie afwisten, zijn thans in de munitie-
nijverheid onderricht. Elke maand worden
•door hen honderden kanonnen, houwitsers
van licht en zwaar kaliber afgeleverd.
Londen, 1 3 J u 1 i. (R.) In het Lagerhuis
verklaarde minister Asquith, dat met het oog
op de behoeften van leger en vloot, In het
(bijzonder met het ontzaglijk dagelijksch ver
bruik van munitie noodig voor het zoo schit
terend ingezette offensief, dat echter nog
slechts In den aanvang was, de regeering
besloot dat tot nadere kennisgeving geen
algemeene of plaatselijke vacanties zullen
ijvorden verleend.
Minister Asquith deelde nog mede, dat
Onderhandelingen met de arbeiders waren
gevoerd om dit resultaat te verkrijgen. As
quith bracht hulde aan de arbeiders voor het
Schitterend antwoord op 2ijn vorig beroep
tot het opgeven van de vacanties en hij twij
felde niet of het resultaat zou thans even
groot zijn. Er .was een zeer gunstige wij at
ging verkregen door het offensief der geal
lieerden.'Dit offensief was nog slechts in den
aanvang. Voor het succes was een groote,
voortdurende toevoer van munitie noodig en
voldoende toevoer was nu gelukkig te be
werkstelligen. (Toejuichingen.) Ze moest
worden gehandhaafd, niet voor de eerste
komende weken, maar tot het doel volkomen
was bereikt. Door de Britsche arbeiders kon
den troepen te velde geen grooter dienst
worden bewezen, dan door hun de aanmoe
diging te verschaffen van de zekerheid dat
de tegenwoordige intensiteit van beschie
ting en aanval, zoo noodig, onbepaald kan
voortduren. (Toejuichingen.)
Budapest, 1 2 J u 1 i. (W. B.) In het Huis
van afgevaardigden verkreeg in den loop der
beraadslaging over het ontwerp eener oor-
logswinsfbelasting'de minister van 'inanciën
Teleszky het woord, teneinde mededeeling te
doen over de tot dusver gemaakte oorlogs
kosten. De minister zeide: De oorlog kostte
in de afgeloopen 23 maanden aan den Hon-
gaarschen staat gemiddeld 450 tot 470 mil
lioen kronen. Deze som steeg natuurlijk tij
dens den loop van den oorlog; in het begin
was zij kleiner; thans varieert zij tussc'nen de
560 en 600 millioen. In deze oorlogskosten
zijn natuurlijk in de eerste plaats begrepen
de 'behoeften van het leger, in de tweede
plaats de in groote mate aan familiebetrek
kingen van de soldaten verleenden steun,
in de derde plaats de steun -aan landgenoo-
ten, die zich in het buitenland bevinden,
wat eveneens een belangrijke som vertegen
woordigt. Verder de dekking van de noodig e
renten van de tot dusver uitgevoerde crediet-
operaties en ten slotte de oorlogsondersteu
ningen van beambten in openbaren dienst.
Wat de loopende inkomsten en uitgaven
van den Staat betreft, de ontvangsten wij
zen ondanks den oorlog zeer gunstige cij
fers aan, zoodat daaruit de loopende
uitgaven, ja zelfs de oorlogsondersteuning
aan de ambtenaren en beambten van den
Staat konden worden gedekt. De oorlogsuit
gaven moesten natuurlijk door credietope-
raties gedekt worden. Hiertoe dienden in de
eerste plaats vier oorlogsleeningen. Niet
door leening gedekte bedragen echter wer
den deels gedekt door bij sommige finan-
cieele instellingen opgenomen rekening-
courantleeningen, deels door schatkistbiljet
ten, deels door een beroep te doen op de
Oostenrijksch-Hongaarsche bank. Dit kan
een ieder er van overtuigen, dat eenerzijds
onze oodogsuitgaven zeer belangrijk zijn, an
derzijds echter dat ze, wanneer men de zeer
aanzienlijke krachtsontplooiing van den Staat
in oogenschouw neemt, met de oorlogsuit
gaven der andere staten in overeenstem
ming zijn, ja dat ze, vergeleken met de oor
logsuitgaven der Entente voor zoover we
daarover onderricht zijn, een veel gunstiger
indruk maken en dat onze uitgaven ook in
evenredige verhouding staan tot die van
onzen grooten bondgenoot Duitschland. Die
uitgaven kunnen het Huis er van overtui
gen, dat wij in de toekomst een zeer aan
zienlijke vermeerdering van onze staatsin
komsten noodig hebben, teneinde die uitga
ven te kunnen dragen, en dat de belasting-
ontwerpen, welke de regeering heeft inge
diend en welke althens de dekking der renten
behoefte, voortvloeiende uit oorlogsleenin
gen, in het kader der loopende inkomsten ten
doel hebben, onvoorwaardelijk noodig zijn.
Bukarest, 12 Juli. (W. B.) Volgens
berichten uit Belgrado is de militaire gou
verneur-generaal in Servië van zijn ambt
ontheven en in afwachting van nadere in-
dienststelling met verlof gegaan. Ook zal de
chef van den generalen staf binnenkort wor
den vervangen.
In een afscheidsorder, tot zijn onderge
schikten gericht, verklaart de gouverneur
met voldoening op de tot heden bereikte re
sultaten terug te zien en zegt hij dat de scha
de, door den oorlog aan het land berokkend,
grootendeels hersteld is. Nergens heerscht
nood. De bevolking is tevreden en zal met
dankbaarheid aan de rechtvaardigheid en
voorzienigheid van Het militaire bestuur te
rug denken.
Kopenhagen, 13 Juli. (W. B.) De Na
tional Tidende meldt uit Stockholm: De bla
den blijven levendige commentaren leve
ren op de neutraliteitsschendingen door de
Russen bij de inbeslagneming van twee
Duitsche schepen in de Zweedsche territo
riale wateren. De Aftonbladet schrijft: Dit is
I de grootste inbreuk op Zweden's onzijdig
heid, welke tot dusver is gepleegd. De regee
ring moet van Rusland onvoorwaardelijk ver
ontschuldigingen en onmiddellijke invrjj-
heidsstelling van den Zweedschen loods
eischen, die met een deel der bemanning
gevangen werd genomen.
Washington, 13 Ju li. (R.) De Ver-
eenigde Staten hebben krachtig bij Turkije
geprotesteerd tegen het optreden van den
gouv.-gen. van Syrië, die de Britsche en Fran
sche consulaten liet openbreken en de ar
chieven wegvoerde, nadat de Amerikaan-
sche consul de deuren dier consulaten had
verzegeld.
Officieel wordt vernomen, dat vele voor
name Syriërs onlangs ter dood gebracht,
omdat hun namen voorkwamen in rapporten
die in de geschonden consulaten waren ge
vonden. Alleen dit feit was voldoende voor
hun doodvonnis, zonder dat eenig bewijs
werd gezocht van hun vijandschap jegens de
Turksche regeering.
Londen, 13 Juli. (R.) Bericht wordt,
dat de Iersche kwestie zich makkelijk zal
laten afhandelen, nu de Iersche leiders gis
terenavond met enkele ministers eene be
spreking hebben gehad. Redmond's verkla
ring is blijkbaar uitgelokt door eene duis
tere zinsnede in Lord Lansdowne's rede,
welke hij uitlegde als een maatregel dat de
uitsluiting der Ulstergraafschappen van de
regeling permanent zou zijn. Men hoopt
dat Asquith eeine geruststellende verklaring
■al afleggen.
Kopenhagen, 13 Juli. (W.B.) De
Deensche postdirectie deelt mede, dat van
de Deensche op -Amerika varende stoom
schepen Frederik VIII en Oscar II van de
eerste op de uit-, van de tweede op de thuis
reis, door de Engelschen te Kirkwall de
complete brief- en pakketpost in beslag ge
nomen is. Van het Noorweegsche bestuur
der posterijen is bericht ontvangen, dat op
de Noorsche paketboot Bergensfjord, op
reis van New-York naar Bergen, door de
Britsche overheden in Kirkwall drie en der-
-tig voor Denemarken bestemde postzakken
zijn in beslag genomen.
Bukarest, 11 Juli. (W. B.) Liaptsjeff,
de leider der Bulgaarsche democraten, die
artikelen gepubliceerd heeft waarin kritiek
werd uitgeoefend op de begrooting, speciaal
op de enorme uitgaven, is op bevel van de
regeering gearresteerd daags vóórdat over
de begrooting zou worden gestemd. Daarna
heeft de Sobranje de begrooting zonder dis
cussie aangenomen. De democraten hebben
naar aanleiding, van de arrestatie een inter*
pellatie ingediend.
P a r ij s13 Juli. (Havas). Nauwelijks
heeft het bondsgerechtshof Hermann Behr-
mann, directeur van het officieele inlichtin
gen-bureau te Bern en zijn medeplichtigen
wegens spionnage gevonnist of men ver
neemt dat de Zwitsersche politie te Locarno
een nieuw spionnen-agentschap ontdekt
heeft, dat door de Duitschers was ingesteld.
Deze poogden hunne medewerkers te wer
ven onder de jongelui van Tessino. Dit
spionnenbureau had vertakkingen tot diep in
Italië. De politie arresteerde een inwoner
van Tessino, die sinds eenigen tijd te Locar
no was gevestigd. Door de militaire over
heden wordt een onderzoek ingesteld.
Spanje.
Madrid, 15 Juli. (R.) Als gevolg
eener spoorwegstaking heeft de regeering
in de provincie Madrid de krijgswet uitge
vaardigd.
Yersprelös Berichten.
Athene, 13 Juli. (R.) Een telegram
meldt, dat het Tatoi-bosch sedert verschei
dene uren in brand staat. In den avond breid
de zich het vuur uit. tot het k o n i n k 1 ij k
paleis, dat met de naburige kazernes
vernield werd. Naar gemeld wordt
zijn er verscheidene personen omgekomen,
waaronder officieren. De koning, de ko
ningin en de koninklijke familie ziin onder
gebracht in de residentie van Prins Nicoloas
te Kaphisshia.
Oost-lndlë.
Arrestatie van prinses Adjo.
Uit "Weltevreden wordt aan de Telegraaf
geseind:
Prinses Adjo, die op trouwelooze en gevaar
lijke wijze tegen de Ncderlandsche autoritei
ten kuipte, is te Macassar gearresteerd. Yoor-
loopig zal zij daar gevangen worden gehou
den, totdat over hare verbanning een beslis
sing is genomen.
Kameroverzicht
Tweede Kamer.
De zitting van Donderdag werd begonnen
met eene Regeling van werkzaamheden.
Besloten werd Dinsdag half twee eind
stemming te houden over de Successiewet.
De Voorzitter wil de levensmiddelen
wet niet aan dë orde stellen, omdat deze
verband houdt met het distributieontwerp,
dat heden in de afdeelingen wordt onder
zocht; hij hoopt e\ enwel dat beide als nood-
ontwerpen, bijvoorbeeld over een week, zul
len kunnen worden afgedaan.
Op voorstel der commissie van rappor
teurs is voorts zonder stemming besloten de
dividend- en tantièmebelasting voorloopig
van de agenda af te doen, terwijl het voor-
stel-Tydeman, om ook het ontwerp betref
fende uitbreiding van de economische voor
lichting in het buitenland hedën in de af
deelingen te behandelen, wordt aangenomen
met 48 tegen 18 st.
De V.oorzitter huldigt de nagedachte
nis van den oud-minister Talma. Hij wijst
op de groote kennis, slagvaardigheid, werk
kracht en het volhardingsvermogen, zonder
weerga van den overledene. Talma kende
geen rust, al was hij partijman, den grond
slag van zijn geloof heeft hij ook in de Ka
mer nooit verloochend. Hij was loyaal tegen
over tegenstanders, had fouten als iedereen,
doch was een krachtige en sympathieke fi
guur. Hij zal onder de staatslieden van den
lateren tijd een eereplaats innemen.
Minister Cortvan der Linden sluit
zich namens de regeering bij de woorden
van den voorzitter'aan.
Het wetsontwerp betreffende de oprich
ting van eene
school voor adspiranten-adelborsten
te Dordrecht werd bestreden door de h.h.
Van Voort van Zijp, Bichon erf
D u y s.
Minister Rambonnet betoogt evenwel
dat het voorstel de eenig logische oplossing
is voor de quaestie der opleiding van zee
officieren.
Het ontwerp adspirantenschool voor de
marine te Dordrecht werd verworpen met
32 tegen 24 stemmen, bij gemengde stem
ming.
Aan de orde kwam daarna het wetsont
werp op de
Wet Brievenposterij.
De neer Boissevain heeft niets tegen
de voorgestelde tariefverhoogingen, doch
wil ook bezuiniging op den dienst, spoed met
de inrichting van de draadlooze telegrafie
en verbetering van den onhoudbaren toe
stand ten aapzien van de telefonische ver
binding Amsterdam—Den Haag—Rotter
dam.
De heer Van Doorn wil meer reclame
gemaakt zien voor de gemakken van den
postdienst.
Minister L e I y deelt mede, dat men bezig
is bezuinigingsmaatregelen in te voeren.
Verbetering van de telefoon is reeds gerui-
men tijd een punt van overweging. Hij zal
de mogelijkheid van meer reclame over
wegen, al gelooft hij dat het niet gebruiken
van verschillende nieuwigheden meer een
gevolg is van het feit dat er geen behoefte
aan wordt gevoeld.
De heer Bichon van IJsselmon d e
licht het amendement toe, om 5 cent extra
port te heffen van brieven, briefkaarten,
drukwerken, kranten, monsters en postwis
sels, waarvan bestelling op Zondag wordt
verlangd.
De heer De Wijkerslooth kan zich
niet vereenigen met dit systeem, dat ieder
gelegenheid geeft, tegen betaling van 5 ct.,
de Zondagsrust, die door den Staat inge
voerd werd, weer te niet te doen.
De heer De Visser heeft eveneens be
zwaar een ethisch beginsel te propageeren
door financieele middelen.
Te kwart over 4 wordt de vergadering
verdaagd tot Dinsdag half 12.
CJIt de Pert
fi? Juister Talma. f
De Nieuwe Courant herdenkt den
oud-minister Talma aldus
„Talma dood.
Het is een tijding die nauwelijks minder
diep treft dan, nog zoo kort geleden, het
overlijden van Bos. Is het jongere politieke
geslacht minder krachtig van gestel dan het
oudere, waarvan zoovele korypheeën, hoog
bejaard, nog in ons midden overeind staan?
Een bruisende jntrede, als van een berg
stroom, de verschijning van Talma bij den
aanvang van het nieuwe tijdperk dat met
Kuyper's ministerie "scheen aangebroken, in
ons parlement. Er is moed toe noodig,
repliceerde Van der Vlugt op een der eerste
politieke redevoeringen van den jongen
afgevaardigde, Jupiter tonans tegemoet te
treden. Hen predikant, die in het veld der
staatkunde, het tweehands-zwaard han
teerde met gemak, met geweld, en met
edelen moed. Het was een lust hem te zien
strijden. Een zware en dapper doorvochten
maatschappelijke worsteling lag reeds ach
ter hem, toen hfj de politieke kampplaats
binnentrad. Het was het geloof dat zijn
geest staalde, het gemoed dat hem welspre
kend maakte gelukkig hij, ondanks al
zijn levensmoeilijkheden, die met zoo veel-
zijdigen geest toegerust, zoo welbewust in de
eens gekozen richting voortschreed.
De kracht van aanval is voor het minis
terschap niet zooveel waard als het talent
van verdediging. Toen kwamen zijn verba
zend arbeidsvermogen, zijn vlug begrip en
zijn geestelijke spankracht hem vooral te
stade. Wat hij in het tijdperk zijner sociale
wetgeving gedaan en doorstaan heeft, is
ontzaglijk geweest. Misschien te veel voor
zijn lichamelijken weerstand.
Na het ministerschap trad hij terug
een eerlijk man gebleven, een populair man
geworden, voor roem niet onverschillig,
eenvoudig nochtans van gemoed naar
het predikambt. De liefde daarvoor had hem
nooit verlaten, vaak leidde hij des Zondags
in het drukst van zijn ministerieelen tijd,
de godsdienstoefening. Rust zocht hij niet,
maar heeft hij ook niet gevonden vóór
gisteren. Toen de mobilisatie kwam, stond
hij gereed, als veldprediker.
In de politiek is hij een tegenstander ge
weest, met wien het een eer was te strijden,
een partijman die zijn land goed gediend
heeft Als mensch bezat en verdiende hij
veler genegenheid en bewondering.
Herdenkt hem met eerbied F
Het Vaderland schrijft o. m. dat:
„Talma was geen man van onze geestes
richting. Streng anti-revolutionnair heeft
hij als Kamerlid en Minister steeds scherp
tegenover de vrijzinnigen gestaan. Maar dit
sluit gelukkig niet uit, dat wij van harte
gaarne een eerbiedigen groet brengen aan
dc nagedachtenis van dezen man van be-
teckenis, man van sterke overtuiging, groo
te eloquentie en werkkracht en liefde voor
alles wat hij op zich nam.
Als Minister zijn hem de teleurstellingen
niet bespaard gebleven. Staande voor de
moeilijke taak van het tot stand brengen
van sociale wetten, heeft de heer Talma
door de wijze waarop hij de sociale vraag
stukken aanvatte, niet alleen veel strijd
moeten voeren tegen de toenmalige oppo
sitie, maar ook tegen eigen vrienden, het
geen hem veel leed heeft gedaan. Wij
herinneren slechts aan het gebeurde met de
Verzekeringswetten, de Bakkerswet en de
Stuwadoorswet. Zijn hartstochtelijk beroep,
toen in de Tweede Kamer op zijn vrienden
gedaan, om hem te steunen, kwam uit het
hart en sprak boekdeelen.
Is zijn heengaan in 't bijzonder voor zijn
partij een groot verlies, ook anderen zullen
het betreuren, dat deze man, van wien nog
zooveel te wachten was, te vroeg van ons
is weggenomen/'
De N. R. C t. noemt hem een politieke
figuur van beteekenis, een man zooals men
ze gaarne in het leven ziet: met kracht en
overtuiging, is ons en vooral de rechterzijde
ontvallen, ver van het politieke arena, waarin
de strijd om ziin nalatenschap nog niet ge
ëindigd is", en schrijft o. m. het volgende
over hem:
„Na zeven jaren Kamerlidmaatschap viel
hem de portefeuille van landbouw, nijver
heid en handel in het ministerie-Heemskerk
dan ook als vanzelf toe. Zijn voorganger aan
dit departement, den minister Veegens, Had
hij het niet gemakkelijk gemaakt. Zelfstan
dige denkbeelden had hij ontwikkeld over
het verband van de invaliditeits- en de
ouderdomsverzekering en zelfs over de in
richting van de organisatie der arbeidswet
geving aan het departement had hij bij het
openbare debat zijn gedachten laten gaan.
In een kabinet, dat in den aanvang slechts
op halve politieke kracht kon stoomen, was
deze minister van 43 jaren en partijman een
van de markante persoonlijkheden.
Hoe hij toen aan zijn departement een
reusachtige werkkracht heeft betoond, is
bekend. Ook dat de vruchten van dien ar
beid zich in niet geringe mate door een la
weinig aan gezonde levenssappen kenmerk»
ten. De heilige bureaucratie vierde hoogtij?
de organisatie, welke de minister in zijfi
fnvaliditeitswetgeving verdedigde nam zij*
oorsprong in een ambtenarendom en een
systeem van dwong, dat zich paarde aan de
omslachtige wijze, waarop de uitvoering
was ontworpen. Dat Talma ook als minister
zijn politieleen knobbel niet verloren had»
bleek uit zijn tegemoetkomende houding
ten aanzien .van het bekende amendement'
Duys, waaraan het verder weinig voorspoe*
dige lot van de door hem ter hand genomen
wetgeving zith gewroken heeft. Tijdens zijfl
ministerschap had trouwens reeds de Ka
mer, waarin de rechterzijde sedert de ver
kiezing van T9C9 over de meerderheid be
schikte, door de verwerping van de Bak
kerswet een veroordeeling over Talma's
wetgevende methode met haar bemoeizieÉ
staatssocialisme, een strijd tusschen vrij*
heid en dwang, die in anderen vorm bij' de
Ziektewet eveneens gestreden is, uitgespro
ken. Toch is hij sedert zijn aftreden als mi
nister door de rechterzijde om het lot van
de door hem nagelaten wetten veel be*
klaagd en bij de te wachten behandeling van
de Ouderdomswet in de Eerste Kamer zul
len ongetwijfeld de reeds bij de behande-
Hng van de begrooting geuite klachten van
dien aard herhaald worden.''
De hoefijzer-correspondent van het Han
delsblad schrijft over hem
„Een nationaal minister is Talma niet
kunnen worden. Ook hem zijn de par
tijprograms te machtig geweest. Het „haas
ten heeft hij zoo weinig gedaan dot er
ten slotte, aan het einde van een vijf-jarige
periode, eigenlijk geen tijd meer was voor
het behoorlijk behandelen van zijn groots
werk de sociale wetten. Zóó weinig ook,
dat toen het populaire getij voor de dwang
verzekering was verloopen en Talma, aU
man rechts gekluisterd in de programs van
rechts, een stelsel stond te verdedigen dat,
althans zeker ten aanzien van de Ouder
domsvoorziening, in den geest van een groot
deel, vermoedelijk wel van de meerderheid
des volks, reeds door een onder was ver»
vangen. En zoo werd Talma's groote werk
helaas een partijwerk.
Hij heeft dat werk met een taaie volhar»
ding en vaak met een groot talent ver
richt. die zijn tegenstanders destijds niet
voldoende hebben gewaardeerd. De politie
ke partijstrijd was, over en weer, daarvoor
t© fel. En toch, hoeveel eerbied men
moet hebben (wij hebben daarvan destijds
aan het slot der behandeling van de sociale
wetten in de Tweede Kamer getuigd) voor
den omvang van dien arbeid en voor dc be
kwaamheid waarmee de verdediging door
den Minister was gevoerd, Talma heeft
zijn talent, zonderling genoeg, niet het
meest doen uitkomen als Minister van Ar»
beid, doch als Minister van Landbouw. Zijn
verdediging van sociale onderwerpen was#
evenals zijn wettelijke constructie daarvan,
niet zelden te ingewikkeld en onklaar. Hfj
scheen meer midden-in zulke onderwerpen
te staan dan er boven. Maar had hij een
Landbouw- of een Nijverheids- of een Han-
delsonderwerp te behandelen, dan was het
altijd een lust om te hooren. Zijn Boterwet,
zijn Visscherijwet, zijn Vogelwet, zijn Sche
penwet enz., dat zijn eigenlijk de gedenk-
teekenen van zijn beste ministericele kun
nen al herinnert het groote publiek,
waarvoor de sociale wetgeving veel belang
rijker is, zich die onderwerpen nauwelijks
meer.
Het is zonderling, zeiden wij, dat Talma
juist in die zaken het meest uitblonk als
Minister terwijl hij daarvan toch niet de
minste speciale-studie had gemaakt en van
sociale zaken wel, zelfs vóór zijn Kamerlid
maatschap. Was het misschien.... juist ten
gevolge daarvan? Vermocht hij wellicht
niet, eigen gedachten in een ietwat groot
complex (als 't kleiner was, zooals bij de
wijziging der Arbeidswet, ging het zeer
wel) tot klaarheid te brengen en was het
hem gemakkelijker, reeds klaar gemaakte
gedachten van anderen want in zaken van
specialen aard op 't stuk van landbouw,
nijverheid en handel zal hij wel door ambte
naren zijn voorgelicht tot duidelijke
uiting te brengen7 Hoe dat zij, wij hebben
de beste heugenis aan den niet-soclalen
Talma, terwijl diens strijd voor zijn sociale
wetten toch eigenlijk vooral een groote wor
steling was, niet alleen met zijn tegenstan
ders, maar ook met het onderwerp.
Met dat al was Talma een man van onge-
meene gaven. Een politiek strijder van ge
ducht kaliber. Maar van voorname allure.
Een man van temperament doch van zelf
bedwang tevens."
BTrtctttea.
De Staatscourant van Donderdag 13 Tufl
bevat o. m. de volgende Kon. Besluiten:
op verroek eervol ontslagen met dank J.
Eekhof te Zutfen als ingenieur-verificateur
van het kadaster;
benoemd tot belasting-ontvangers te Simpol-
feld H. \V. J. Scheepstra thans te Koudum; te
Bussum J. C. L. C. v. Hulst thans te Voorburg;
te Zaandam A A. Vreede Jan. thans te Raaltet
•definitief benoemd tot belasting-ontvanger
te Vercray L. F- J. M. La Rose thans waarne
mend;
benoemd tot scheikundige aan het Labora
torium van het Departement van Financien te
Amsterdam dr. J. Th. Bornwatcr, assistent
aan het anorganisch laboratorium der Rljka-
Universiteit te Lelden;
met ingang van t September gesteld ondei
de bevelen van den hoofdingenieur-directeur
in de 9e directie, met standplaats IJmuiden,
teneinde te worden belast met hem door dien
hoofdambtenaar op te dragen werkzaamheden
de ingenieur van den Rijks-Waterstaat
3e klasse H. B. Bakker, thans toegevoegd aan
den inspecteur-generaal in de le inspectie in
Den Haag.
H. M. de Koningin-Moeder zal a. s. Zater
dagochtend per Staatsspoor te 8.53 uit de
Residentie vertrekken om eenige weken te
Soestdijk te gaan verblijven.
De gezant der Fransche Republiek te
's-Gravenhage, de heer Allizé, die enkele
weken in Frankrijk verbleef, is gisteravond
op zijn post teruggekeerd.
Naar wij vernemen zal de Portuge^
sche gezant bij het Nederlandscha hof, d®