DE EEMLANDER".
Zaterdag 22 Juli 1916.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
DE EERSTE MEI.
N* 19. Tweede Blad.
15da Jaargang.
Uitgevers: VALKHOFF Co,
Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT 1.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
Verspreide Berichten.
RSFOORT
Hoofdredactie:
MARIE VAN VERSENDAAL.
Mr. O. J. VAN SCHAARDENBURG.
ABONNEMENTSPRIJS:
'Per 8 maanden voor Amersfoort f 1»30«
Idem franco per poet1.80.
i Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) »*0.1
Lkfzonderlijke nummers0.05.
Wekelijksch bijvoegsel nD» Hollandtcht Huisvrouw** (onder
redaotie van Thérèae Hoven) per 3 mnd. 50 ets.
(Wekelijksoh bijvoegsel 9Pah m* tnsi* per 8 mnd. 52 Cis.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 1—5 regels f 0.80.
Elke regel meer 0.15.
Dienstaanbiedingen 1—5 regels.. 0.50,
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel on bedrijf bestaan zeer voordoolige bepalingen
tot het herhaald adverteeren in dit Blad, b(j abonnement.
Eone circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op
aanvraag toegezonden.
De oorlog.
Berlijn, 21 Juli. (W. B.) Bericht uit
Ket groote hoofdkwartier van heden voor
middag.
De gisteren gemelde Engelsche aanval in
'de streek van Fromelles op den lOen werd,
zooals nader is gebleken, door twee sterke
'divisiën gevoerd. De Beiersche divisie, voor
welker front hij tot staan is gekomen, telde
meer dan 2000 vijandelijke lijken in het
voorterrein; zij leverde tot dusver af 461 ge
vangenen, waaronder 10 officieren, en 16
machinegeweren.
Aan beide zijden van de Somme haalde
de vijand, overeenkomstig de verwachting,
gisteren uit tot een hoofdslag. Die is mis
lukt. De aanvallen werden, na krachtigste
voorbereiding op een front van nagenoeg 40
Kilometers ten zuiden van Pozières tot ten
westen van Vermand—Ovillers aangezet.
Meer dan 17 divisiën met ruim 200.000
'man namen er aan deel. Het armzalige re
sultaat voor den tegenstander is, dat de
eerste linie van eene* Duitsche divisie op
eene breedte van 3 Kilometers ten zuiden
van Hardecourt uit de voorste in de 800
Meter daarachter liggende volgende loop
graven gedrukt werd en dat vijandelijke
afdeelingen in het vooruitspringende
boschje van Vermand-Ovillers drongen.
Op het geheele overige front braken de
woedende aanvallen op de doodverachtende
plichtgetrouwheid van onze troepen, onder
buitengewone verliezen voor den vijand. Tot
dusver zijn 17 officieren en 1200 man ge
vangen genomen.
Op het overige front zijn geene bijzondere-
gebeurtenissen voorgekomen. De artillerie-
en mijnwerkersarbeid was ten zuiden van
het La Bassée-kanaal en in de Argonne, als
mede aan beide zijden van de Maas nu en
dan krachtiger. Ten noorden van Vendresse
(in het Aisne-gebied) gingen kleine Fran-
sche afdeelingen, na eene ppblazing, die
zonder resultaat bleef, vooruit. Zij werden
afgewezen en de trechter werd door ons be-
zef
Petersburg, 2 0 Juli. (Tel.-agent-
sohap). Avondcommuniqué van den grooten
generalen staf.
Op het Dwinafront was een hevig artillerie-
gevecht op vele plaatsen. Ook ln Wolhynie
waren op vele plaatsen artillerieduels. De
vijandelijke artillerie bombardeerde krach
tig den omtrek van het dorp Zwiniatsjie, ten
oosten van Gorohoff en onze meer naar het
zuidoosten gelegen liniën aan de Lipa en de
Styr.
B e r 1 ij n, 2 1 Juli. (W. B.) Bericht uit
het groote hoofdkwartier van heden voor
middag.
Legergroep Hindenburg. Ten zuiden van
Riga ondernam de vijand slechts een zwakke
aanvalspoging, die in de kiem verstikt werd.
Russische pogingen om aan beide zijden van
Friedrichstadt over de Duna te gaan, wer
den verhinderd. Ten- noorden van Sventen
bereikte eene kleine afdeeling den westelij
ken oever.
Ten noordoosten van Smorgon zijn de
vooruitgebrachte veldwachten voor de over
machtige vijandelijke aanvallen terugge
gaan.
Legergroep Leopold van Beieren. Nadat
tusschen Werben en Korsow de Russische
aanvallen tot staan waren gebracht, werd
een naar Werben vooruitspringende boog
voor de insluitende aanvallen, die werden
verwacht, teruggenomen.
Bq het leger van Bothmer is niets gebeurd,
afgezien van kleine schermutselingen in
voorveld-gevechten.
Petersburg, 2 0 Juli. (Tel.-agent-
schap). Avondcommuniqué van den grooten
generalen staf.
Aan het Kaukazische front duurt het offen
sief op den rechtervleugel van het Kaukazi
sche leger met succes voort. Eenigen van
onze troepenelementen gingen den 18en, al
strijdenden, meer dan 15 werst vooruit; zij
maakten gevangenen.
B e r 1 ij n, 2 0 Juli. (W. B.) Een nauw
keurig onderzoek van het bericht door ad
miraal Jellicoe uitgegeven, over den zeeslag
bij het Skagerrak van 31 Mei en 1 Juni, heeft
tot uitkomst gehad, dat wij niets meer toe te
voegen hebben aan onze officieele mededee-
lingen. Het rapport van Jellicoe is zoo alge
meen gehouden, dat het moeilijk kan door
gaan voor een dienstverslag van een admi
raal aan het hoogste gezag^ Het maakt den
indruk, met opzet voor het publiek opgesteld
en met moedwil gekleurd te zijn, om het pu
bliek den omvang van het Duitsche succes
niet te laten bemerken.
Gezien echter de waarde van dit officieele
rapport als historisch document, welke de
Engelsche regeering er om pqlitieke redenen
blijkbaar aan hecht, is het goed dat wij
voor nei heden en de toekomst het volgen
de nogmaals constateeren:
Ten eerste. De Duitsche „Hochsee-
flotte'^is niet, zooals de Engelschen bewe
ren, tot den slag gedwongen. Zij is dadelijk
en ook gedurende den ganschen loop van
het gevecht de aanvalster geweest.
Ten tweede. De bewering van het
rapport, dat de Duitsche taktiek zich, na aan
komst van de Britsche slagvloot, er toe be
paald zou hebben den strijd te ontgaan,
wordt door Jellicoe's eigen en juiste mede-
deelingen tegengesproken, volgens welke de
strijd tusschen de beide slagvloten meer
dan twee uur, n.l. vón 8 uur 17 tot 10 uur 20
(omgezet in Duitschen zomertijd) duurde.
Ten derde. In het Engelsche rapport
staat, dat het 't plan was, om de Duitsche
„Hochseeflotte" den eersten Juni bij het aan
breken van den dag nogmaals slag te leve
ren, hetgeen niet gelukt zou zijn, omdat de
Duitsche strijdkrachten zich daaraan ont
trokken hadden. Daar tegenover zijn wij in
staat, op grond van de waarnemingen onzer
strijdkrachten ter zee en op grond van de
mededeelingen onzer den eersten Juni
's morgens opgestegen luchtschepen, vast te
stellen dat de Engelsche zware strijdkrach
ten in den nacht van 31 Mei op 1 Juni niet
slechts de voeling met onze vloot verlóren
hadden, doch ook hun eigen samenhang.
Den eersten Juni, om vijf uur 's morgens, be
vond zich een deel van het Britsche slag
eskader in de noordelijke Noordzee, in de
Jammerbocht, terwijl de rest zich in het zui
den der Noordzee bevond, midden op. de lijn
TerschellingHornsriff; de pantserkruisers
en de lichte strijdkrachten van admiraal
Beatty kruisten rond in het midden der
Noordzee, ver ten noordwesten van Horns
riff.
De beweringen in het Engelsche rapport
over de manoeuvres van de vlootgedcelten
van Jellicoe en de aanspraak die hij maakt
op het behouden van het terrein, zijn der
halve niet te begrijpen. Voor de bewegingen
van de Duitsche vloot was er om strategische
en tactische redenen slechts één gedragslijn
mogelijk wat den nacht betreft. Zij was
gezien den korten duur van den nacht en
den grooten afstand tusschen het gevechts
terrein en de basis, bij het aanbreken
van den dag in de Noordzee te vinden.
Daarbij kwam, dat het geschutvuur van het
onafgebroken nachtelijk gevecht en de gloed
van de brandende Engelsche kruisers en
torpedojagers aan iederen zoekende den
weg moest wijzen. Het is dan ook niet te
begrijpen hoe Jellicoe in deze omstandighe
den en tegen zijn wil geen voeling meer met
onze vloot heeft kunnen krijgen, als de zaak
niet deze is, dat hij, na de des daags gele
den verliezen en na de beriohten over de
verliezen der Engelsohen in de nachtelijke
gevechten, en door het inzicht, dat hij de
verschillende smaldeelen na het gevecht
over dag niet meer in de hand had, begre
pen heeft, dat hij beter deed nieuwe ge
vechten te ontwijken. Dat blijkt ook hieruit,
dat hij, toen hij den len Juni in de vroegte
met een deel zijner oorlogsschepen door een
onzer luchtschepen ontdekt werd, naar het
westen, dus naar de Engelsche kust koerste.
Ten vierde. Alle opgaven in het En
gelsche rapport omtrent het vernielen van
Duitsche linieschepen, kruisers en duikboo-
ten ^ijdens den slag over dag, zijn onjuist.
Tijdens dezen slag zijn slechts de kleine
kruiser Wiesbaden en vier onzer torpedo
booten vernield. Duikbooten zijn in het ge
heel niet op het gevechtsterrein geweest.
Daarentegen verzwijgt het Engelsche rap
port alle Engelsche verliezen op sommige
punten geleden. Zoo hebben b.v. onze vijf
pantserkruisers bij het kruiser-gevecht, dat
aan het optreden van de hoofdmacht voor
afging, ofschoon zij elf der beste Engelsche
slagschepen waarbij vijf met 38 cM. ka
nonnen bewapend tegenover zich had
den, twee der Engelsche slagkruisers in kor
ten tijd dermate stuk geschoten, dat zij na
geweldige ontploffingen met hun geheele
bemanning zonken. Onze kruisers zijn in
staat gebleven, tot den afloop van het ge
vecht van dien dag, dus nog langer dan 3
uur, en met nieuw groot succes vooraan in
den strijd mede te vechien.
Voorts keerden van den eersten Engel
schen torpedojager-aanval op onze kruisers
niet, gelijk Jellicoe en Beatty beweren, alle
Engelsche torpedojagers terug, maar er wer
den 4 torpedojagers geheel vernietigd. Van
twee dier schepen hebben wij de bemannin
gen gevangen genomen. De bemanningen
der beide andere torpedojagers zijn omge
komen.
Ten vijfde: De aan het slot van het En
gelsche rapport opgegeven Engelsche ver
liezen zijn onvolledig en de Duitsche ver
liezen zijn gefantaseerd. Wij stellen de ver
liezen nog eens als volgt vast.
De vijand verloor, als wij onze waarnemin
gen voorzichtig gebruiken: een groot slag
schip van het Queen Elisabeth-type (28500
ton); drie slagkruisers (Queen Mary, Inde
fatigable en Invincible, 63000 ton); vier
pantserkruisers (Black Prince, Defence, War
rior en een van het Cressy-type, 53,700
ton); twee kleine kruisers (0000 ton); 13
torpedojagers (15000 ton). In totaal 160200
ton.
- Wij verloren: een slagkTüiser (Lützow,
26700 ton); een oud linieschip (Pommern,
13,200 ton); vier kleine kruisers (Wiesba
den, Elbing, Rostock en Frauenlob, 17,150
ton); vijf torpedobooten (3670 ton). In to
taal 60,720 ton.
De verliezen van den vijand zijn alle vol
strekte verliezen, terwijl wij de.helft van de
bemanningen der 5 torpedobooten en de
bemanningen van de Lötzow, Elbing en
Rostock volledig hebben kunnen redden.
Toulon, 21 Juli. (R.) De officieren en
de bemanning van het Britsche stoomschip
Silverton, dat acht dagen geleden is getor
pedeerd, 2fjn heden hier aan land gebracht.
B e r 1 ij n, 21 Juli. (K. N.) Uit Londen
wordt aan de National Tidende geseind, dat
volgens aldaar uit New-York ontvangen tele
grammen kapitein Koenig van de Ameri-
kaansche marine-overheid opdracht heeft
ontvangen, zoo lang hij ln Amerikaansche
territoriale wateren is, niet onder water te
varen, ten einde de scheepvaart niet in ge
vaar te brengen. De secretaris van het de
partement van Marine gaf ter eere van de
manschappen van de Deutschland een ont
bijt.
B e r 1 ij n, 2 1 J u 11. (K. N.) De Voss. Ztg.
verneemt uit Lugano, dat de interventionis
tische bladen in Italië voortdurend op een
oorlogsverklaring aan Duitschland aandrin
gen. De Popoio d'Italia wil uit de woorden
door Boselli op 19 Juli uitgesproken bij ge
legenheid van de ontvangst van vertegen
woordigers van de buitenlandsche pers, ver
wachtingen putten. De regeeringsgezinde
bladen, die overigens gematigd zijn, zwijgen
of vertegenwoordigen een tegenovergestel
de meening. De Italia heeft een staatsman,
dien het blad echter niet noemt, geraad
pleegd, die-de meening verkondigde, dat het
niet onmogelijk is dat ten slotte Duitschland
of Italië den oorlog verklaren; doch de beide
staten zouden naar alle waarschijnlijkheid
tot op het laatste oogenblik daarmede tal
men. De gevolgen zouden in elk geval nau
welijks de moeite Ioonen. De Italia en de
Ora te Palermo zijn verontwaardigd over het
bericht, dat de regeering van Italië met be
trekking tot het nemen van vergeldingsinaat-'
regelen eerst de bondgenooten zou hebbenJ
geraadpleegd, aangezien daardoor de schijn
geboren wordt, dat Italië afhankelijk is van
zijne bondgenooten.
Sofia, 20 Juli. (W.-B.). Minister-pre-
sident Radeslawow heeft in de Sobranje verj,
klaard, dat hij het voorstel aanneemt van
den leider van de volkspartij Taodorow, in-,
houdende dat thans slechts een credietwet
voor drie maanden zal worden toegestaan,
mot uitdrukkelijke verbintenis om in de na
jaarszitting de volledige begrooting in te
dienen. Reeds nu zal, na de tweede lezing
van de credietwet, een wetsontwerp aan de
orde worden gesteld tot wijziging van de wet
over de sociale verzorging en regeling van
den bondel in levensmiddelen in het binnen
land en den uitvoer naar het buitenland.
De minister-president beloofde bovendien
een parlementair onderzoek te zullen'laten
instellen over verscheidene in de Sobranje
ter sprake gebrachte gevallen van misbruf-
ken.
B e r 1 ij n21 Juli. (K. N.) De Lokoi
Anzeiger ontleent aan de Berlinske Tiden
de het bericht uit Parijs, dot de uitvoering
van het tunnelplan tusschen Engeland en
Frankrijk definitief verzekerd is. Aan de
zijde van Frankrijk komt de tunnel uit bij
Sangatte (bij Kaap Grisrtez) en aan de zijde
van Engeland-rien .zuiden van Dover. De
tunnel zal een lengte hebben van 60 K.M.,
waarvan 39 K.M. onder water. De tunnel zal
den vorm hebben van een dubbelen tunnel.
De afstand tusschen de beide spoorrails
bedraagt 15 meter.
De Kanaaltunnel. De „Daily
Chronicle" wijst opnieuw op de noodzake
lijkheid om de Kanaal-tunnel tusschen
Frankrijk en Engeland te bouwen. Het blad
zegt:
„Als de tunnel er nu geweest ware, had
den onze gewonde soldaten, die thans met
lang oponthoud en niet zonder risico van
Frankrijk komen, de reis van Calais naar
Dover onder het Kanaal door, in veertig
minuten en in volkomen veiligheid naar Eni
geland kunnen maken.
Er zou geen „Susséx"-ramp plaats gehad
hebben en ook andere betreurenswaardige
ongevallen waren voorkomen geworden. De
aanvoer van voedsel zou gemakkelijker ge
weest zijn. Wij hooren, dat er thans duizen-
de kilo's groenten op weg van Frankrijk
naar hier bederven, omdat zij, wat onvermij
delijk is bij het vervoer ter zee, te lang on
derweg blijven. Die groenten zouden in een
uur door de tunnel van Frankrijk naar En
geland overgebracht kunnen worden.
Wat echter van nog grooter beteekenis
is: ons groote leger zou naar Frankrijk en
België kunnen vervoerd worden in veel min
der tijd, met veel grooter zekerheid en met
oneindig minder kosten dan thans, want de
vloot zou daarbij geene hulp of bescherming
hebben behoeven te verleenen.
Geen zin zonder onzin.
Roman door
Mr. L. H. J. LAMBERTS HURRELBRINCK
Deze brief werd beantwoord 'door een
barer broers, dat vader heel erg ziek was, dat
zij echter niet hoefde over te komen, omdat
hij toch niemand meer kende en dat hij zelf
en ook zijn broer nog immer hetzelfde dach
ten als vroeger, op eene ontnfoeting derhalve
niet gesteldi waren* zoolang zij bij dien man
.was.
Enkele dagen later ontving zij werkelijk het
bericht van zijn dood; ook ditmaal met ver-
tnelding, dat het niet noodig was, dat zij en
haar man overkwamen; zij konden zich die
moeite en kosten besparen, als zij maar inge
sloten op gezegeld papier geschreven stuk
.wilden teekenen, eerst zij, dan haar man,
waar de potloodkruisjes stonden; it was een
.volmacht voor den notaris om haar bij de
boedelscheiding te vertegenwoordigen; zij
«noesten niet al te groote verwachtingen
Omtrent de erfenis koesteren; vader had wel
«ltijd een goede bezoldiging genoten van de
fnrjn, maar daar hij zijn kinderen een
goede opvoeding had laten geven, waarvan zij
a«L&§ KBÊ&fcen pluktes s nooit yeel kunnen
sparen; hij wenscht haar geluk, dat zooals
bleek uit haar schrijven zij daar geen reke
ning mee heeft te houden, dat zij dus ook
wel veel geld konden kapitaliseeren en het
haar dan ook onverschillig zou zijn hoeveel
zij uit den boedel zou krijgen; ze zouden het
haar toekomend deel in elk geval eerlijk over
zenden.
Zij verfrommelt den brief met driftige hand,
werpt neer als verkreukelde prop, dat papier,
dat vuile vod.
Zelfs bij den dood, bij het lijk van hun vader
hebben zij nog uiting moeten geven aan hun
haat tegenover haren Nol hoe is het in
Godsnaam mogelijk, dat iemand zoo hard,
zoo wreed kan zijn bah, dat zijn geen men-
schen met een ziel en die verbeelden zich dan
nog, dat zij zooveel hoogcr staan, dat zij zich
zouden encanailleeren door met hen aan
dezelfde tafel le zitten, zamen met hen te
treuren over den dood van hun vader.
Geheel anders is hel geweest bij het sterf
bed van den ouden Peters.
Niettegenstaande het herhaald aandringen
van Nol en van haar zelve heeft de vader
immer geweigerd zijn armzalige hut te verla
ten, zijn intrek te nemen in hunne woning.
Neen, heeft hij steeds geantwoord, in dat
krot is hij geboren, hij is er groot geworden,
hij is er in getrouwd, zijn kinderen zijn er
ook allen geboren, zijn vrouw is er in ge
storven; hij zal er ook in sterven.
Zij was een engel voor hem, dat Gretchen
van zijn Nol daar niet van 't is waar,
een beetje dankbaar mocht ze Hem ook wel
zijn, want z'n jongen was goed voor haar;
zon'der hem zou ze 't nooit zoo hebben als nu,
zou ze niet in dat mooie huis wonen, niet
tiüks fijne kleeren drageih niil .eiken jdag
vleesch cn eieren kunnen eten, zooveel als
ze lustte, haar kinderen zou ze niet kunnen
laten rijden in zoo n duren wagen, met gom-
mclastieke banden onder de ijzeren wielen;
't was toch ook heel iets anders zelf eigen
spul te hebben dan voor winkelmamsel te
moeten spelen, iets anders je eigen baas te
zijn dan ondergeschikte.
't Deed hem pleizier dat alles te zien,
teeken, dat het hun goed ging, maar daarin
te leven, altijd daar midden 'in te zijn,
neen, dat zou hem niet lijken; hij zou zich
geneeren met z'n kaal versleten buis, met z'n
gerafelde broek, met z'n boerenpet op z'n kop
bij al die rijk-dom en deftigheid als zij hem
kwamen opzoeken, a la bonne heurè, want
hij hield van zijn zoon, den eenigen van al
zijn kindereh, die in Roosdaal was gebleven,
een beste, brave kerel, altijd goed, affabel
voor hem geweest, nooit geen minuut chagrijn
over hem geliad en z'n vrouw ook, 't beste
wijf van de wereld, die zich nooit had laten
voorstaan op haar deftige komaf, en z'n kleln-
kinders je zoudt er zoo inbijten, net perzi
ken en ze kwamen dikwijls, bijna eiken
Zondag ^ia de Mis en dan zorgde hij wel, dat
z'n armoedzoodje er toch netjes uitzag, dat
er geen stofje op de tafel of stoel lag, dat de
vloer proper was gekeerd, dat er geen spin-
nedraadje in den hock of aan de zoldering
hing en dan gevoelde hij zich op z'n gemak,
ongegeneerd, geheel bij z'n eigen zeivers
zie je dat was nou z'n grootste pleizier, daar
had hij nou lol in, drie dagen voor dat ze
kwamen en drie dagen, nadat zc er geweest
waren.
Toch heeft hij niet kunnen volharden in
dat eenmaal genomen besluit.
Eens Is er ccn boer ain de smidse gnomen
en heeft Nol gezegd, dat hij wel eens naar
zijn vader mocht komen kijken, dat, toen hij
zoo even casueel langs z'n huisje ging, hij
den armen kerel heeft gevonden, achterover
voor zijn deur liggend, geheel huiten kennis,
dat hij hem toen heeft opgenomen, naar bin
nen gedragen en op z'n bed gelegd, dat, toen
hij wegging, hij nog niet bij z'n positieven
was gekomen, dat hij alzoo geloofde, dat het
niet bestig met hem ging.
Nol heeft terstond den dokter gehaald en
deze heeft hem verleid, dat de oude het niet
meer lang zou maken; de arme kerel was op
na 't leven van hard werken en zwoegen:
d'r zat geen kracht meer in, er was geen olie
meer in de lamp en hij mocht absoluut niet
alleen blijven; hij moest verzorging hebben
dag en nacht.
Toen heeft Nol den vader gezegd, dat hij
hem met een voiture zou komen halen en naar
zijn huis brengen en dat hij zich daar nou
niet legen moest opponeeren, dat hij dat niks
complaisant van hem zou vinden, want dat
hij daardoor zijn vrouw zou dwingen om bij
hem te komen en ook den nacht te blijven en
dat dat toch beroerd lastig zou zijn voor haar
met haar twee kleine kinders en hij zelf, z'n
eigen zoon zou hem niet zoo dikwijls kunnen
zien; hij kon hem niet eens verassurecren
eiken dag, want 't zou hem onmogelijk zijn
zoo dikwijls van z'n werk weg te gaan
dat zou hij toch wel begrijpen, niet waar?
Jawel, jawel, dat begreep hij ook wel; 't was
waar, wat hij zeide; daar viel niks tegen te
redeneeren, maar 't was toch niet noodig, dat
Gretchen of hij eiken dag bij hem zouden
komen niet, dat hij het niet pleizierig zou
vinden dat wist NoJ wel beter, nietwaar,
maai: zoo exigent zou hij niet duryen ziju«
„Zoo vader," heeft Nol hem geantwoord,
„en als 't nou gebeurt, dat jc in eens veel
erger wordt, wie moet dan den pastoor gaan
halen of maak jij je d'r niks uit om zonder.
Sacramenten te sterven?"
„Ja, dat wel, hij was altijd een Christeiï-
mensch geweest, altijd z'n plichten trouw
nagekomen; hij zou ook gaarne als Christen,
sterven."
„Nou dan, als dat dan zoo is, wat heb jo
dan nog le reclameeren vader?"
„Ik zal me gegeneerd voelen, Nol, 'n simpele
boerenknecht en dan opgepast door zoo'n
deftige vrouw als die van jou."
„Allo, allo vader, houd op met dien bazel,
Gretchen is nu ook jouw dochter cn daarmee
is alles gezegd cn nu rcdenceren wij d'r niet
langer over, nou ga ik sebicl e voilurc halen
cu jij gaat mee hoor."
Dc goede zorgen, de leederc verpleging
hebben het leven van den ouden Peters niet
kunnen redden.
Na enkele weken is hij gestorven, omringd
door Nol, door Gretchen, door z'n oudere
zoons met hunne vrouwen, door z'n dochters,
met hunne mannen, allen eenvoudige
ambachtslieden, boerenknechten en meiden.
En allen hebben samen gebeden voor het
zieleheil van den doode, samen hebben zi|
beweend den eenvoudigen, nederigen man*'
den trouwen, liefhebbenden vader.
Dc broeders hebben hun zuster de hand
gedrukt, vast, stevig; dc vrouwen hebben haa®
gekust, uitend zonder woorden hun dankbaars
zijn voor de vriendelijke hartelijkheid vai^
de deftige vrouw tegenover hen, de simpefc
bocfg* en hoer^jinen.
'ffi'ordt ïetïojgdl