DE EEMLANDER". Zaterdag 22 Juli 1916. BUITENLAND. FEUILLETON. DE EERSTE MEI. N* 19. Tweede Blad. 15da Jaargang. Uitgevers: VALKHOFF Co, Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT 1. Intercomm. Telefoonnummer 66. Verspreide Berichten. RSFOORT Hoofdredactie: MARIE VAN VERSENDAAL. Mr. O. J. VAN SCHAARDENBURG. ABONNEMENTSPRIJS: 'Per 8 maanden voor Amersfoort f 1»30« Idem franco per poet1.80. i Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) »*0.1 Lkfzonderlijke nummers0.05. Wekelijksch bijvoegsel nD» Hollandtcht Huisvrouw** (onder redaotie van Thérèae Hoven) per 3 mnd. 50 ets. (Wekelijksoh bijvoegsel 9Pah m* tnsi* per 8 mnd. 52 Cis. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van 1—5 regels f 0.80. Elke regel meer 0.15. Dienstaanbiedingen 1—5 regels.. 0.50, Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel on bedrijf bestaan zeer voordoolige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad, b(j abonnement. Eone circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. De oorlog. Berlijn, 21 Juli. (W. B.) Bericht uit Ket groote hoofdkwartier van heden voor middag. De gisteren gemelde Engelsche aanval in 'de streek van Fromelles op den lOen werd, zooals nader is gebleken, door twee sterke 'divisiën gevoerd. De Beiersche divisie, voor welker front hij tot staan is gekomen, telde meer dan 2000 vijandelijke lijken in het voorterrein; zij leverde tot dusver af 461 ge vangenen, waaronder 10 officieren, en 16 machinegeweren. Aan beide zijden van de Somme haalde de vijand, overeenkomstig de verwachting, gisteren uit tot een hoofdslag. Die is mis lukt. De aanvallen werden, na krachtigste voorbereiding op een front van nagenoeg 40 Kilometers ten zuiden van Pozières tot ten westen van Vermand—Ovillers aangezet. Meer dan 17 divisiën met ruim 200.000 'man namen er aan deel. Het armzalige re sultaat voor den tegenstander is, dat de eerste linie van eene* Duitsche divisie op eene breedte van 3 Kilometers ten zuiden van Hardecourt uit de voorste in de 800 Meter daarachter liggende volgende loop graven gedrukt werd en dat vijandelijke afdeelingen in het vooruitspringende boschje van Vermand-Ovillers drongen. Op het geheele overige front braken de woedende aanvallen op de doodverachtende plichtgetrouwheid van onze troepen, onder buitengewone verliezen voor den vijand. Tot dusver zijn 17 officieren en 1200 man ge vangen genomen. Op het overige front zijn geene bijzondere- gebeurtenissen voorgekomen. De artillerie- en mijnwerkersarbeid was ten zuiden van het La Bassée-kanaal en in de Argonne, als mede aan beide zijden van de Maas nu en dan krachtiger. Ten noorden van Vendresse (in het Aisne-gebied) gingen kleine Fran- sche afdeelingen, na eene ppblazing, die zonder resultaat bleef, vooruit. Zij werden afgewezen en de trechter werd door ons be- zef Petersburg, 2 0 Juli. (Tel.-agent- sohap). Avondcommuniqué van den grooten generalen staf. Op het Dwinafront was een hevig artillerie- gevecht op vele plaatsen. Ook ln Wolhynie waren op vele plaatsen artillerieduels. De vijandelijke artillerie bombardeerde krach tig den omtrek van het dorp Zwiniatsjie, ten oosten van Gorohoff en onze meer naar het zuidoosten gelegen liniën aan de Lipa en de Styr. B e r 1 ij n, 2 1 Juli. (W. B.) Bericht uit het groote hoofdkwartier van heden voor middag. Legergroep Hindenburg. Ten zuiden van Riga ondernam de vijand slechts een zwakke aanvalspoging, die in de kiem verstikt werd. Russische pogingen om aan beide zijden van Friedrichstadt over de Duna te gaan, wer den verhinderd. Ten- noorden van Sventen bereikte eene kleine afdeeling den westelij ken oever. Ten noordoosten van Smorgon zijn de vooruitgebrachte veldwachten voor de over machtige vijandelijke aanvallen terugge gaan. Legergroep Leopold van Beieren. Nadat tusschen Werben en Korsow de Russische aanvallen tot staan waren gebracht, werd een naar Werben vooruitspringende boog voor de insluitende aanvallen, die werden verwacht, teruggenomen. Bq het leger van Bothmer is niets gebeurd, afgezien van kleine schermutselingen in voorveld-gevechten. Petersburg, 2 0 Juli. (Tel.-agent- schap). Avondcommuniqué van den grooten generalen staf. Aan het Kaukazische front duurt het offen sief op den rechtervleugel van het Kaukazi sche leger met succes voort. Eenigen van onze troepenelementen gingen den 18en, al strijdenden, meer dan 15 werst vooruit; zij maakten gevangenen. B e r 1 ij n, 2 0 Juli. (W. B.) Een nauw keurig onderzoek van het bericht door ad miraal Jellicoe uitgegeven, over den zeeslag bij het Skagerrak van 31 Mei en 1 Juni, heeft tot uitkomst gehad, dat wij niets meer toe te voegen hebben aan onze officieele mededee- lingen. Het rapport van Jellicoe is zoo alge meen gehouden, dat het moeilijk kan door gaan voor een dienstverslag van een admi raal aan het hoogste gezag^ Het maakt den indruk, met opzet voor het publiek opgesteld en met moedwil gekleurd te zijn, om het pu bliek den omvang van het Duitsche succes niet te laten bemerken. Gezien echter de waarde van dit officieele rapport als historisch document, welke de Engelsche regeering er om pqlitieke redenen blijkbaar aan hecht, is het goed dat wij voor nei heden en de toekomst het volgen de nogmaals constateeren: Ten eerste. De Duitsche „Hochsee- flotte'^is niet, zooals de Engelschen bewe ren, tot den slag gedwongen. Zij is dadelijk en ook gedurende den ganschen loop van het gevecht de aanvalster geweest. Ten tweede. De bewering van het rapport, dat de Duitsche taktiek zich, na aan komst van de Britsche slagvloot, er toe be paald zou hebben den strijd te ontgaan, wordt door Jellicoe's eigen en juiste mede- deelingen tegengesproken, volgens welke de strijd tusschen de beide slagvloten meer dan twee uur, n.l. vón 8 uur 17 tot 10 uur 20 (omgezet in Duitschen zomertijd) duurde. Ten derde. In het Engelsche rapport staat, dat het 't plan was, om de Duitsche „Hochseeflotte" den eersten Juni bij het aan breken van den dag nogmaals slag te leve ren, hetgeen niet gelukt zou zijn, omdat de Duitsche strijdkrachten zich daaraan ont trokken hadden. Daar tegenover zijn wij in staat, op grond van de waarnemingen onzer strijdkrachten ter zee en op grond van de mededeelingen onzer den eersten Juni 's morgens opgestegen luchtschepen, vast te stellen dat de Engelsche zware strijdkrach ten in den nacht van 31 Mei op 1 Juni niet slechts de voeling met onze vloot verlóren hadden, doch ook hun eigen samenhang. Den eersten Juni, om vijf uur 's morgens, be vond zich een deel van het Britsche slag eskader in de noordelijke Noordzee, in de Jammerbocht, terwijl de rest zich in het zui den der Noordzee bevond, midden op. de lijn TerschellingHornsriff; de pantserkruisers en de lichte strijdkrachten van admiraal Beatty kruisten rond in het midden der Noordzee, ver ten noordwesten van Horns riff. De beweringen in het Engelsche rapport over de manoeuvres van de vlootgedcelten van Jellicoe en de aanspraak die hij maakt op het behouden van het terrein, zijn der halve niet te begrijpen. Voor de bewegingen van de Duitsche vloot was er om strategische en tactische redenen slechts één gedragslijn mogelijk wat den nacht betreft. Zij was gezien den korten duur van den nacht en den grooten afstand tusschen het gevechts terrein en de basis, bij het aanbreken van den dag in de Noordzee te vinden. Daarbij kwam, dat het geschutvuur van het onafgebroken nachtelijk gevecht en de gloed van de brandende Engelsche kruisers en torpedojagers aan iederen zoekende den weg moest wijzen. Het is dan ook niet te begrijpen hoe Jellicoe in deze omstandighe den en tegen zijn wil geen voeling meer met onze vloot heeft kunnen krijgen, als de zaak niet deze is, dat hij, na de des daags gele den verliezen en na de beriohten over de verliezen der Engelsohen in de nachtelijke gevechten, en door het inzicht, dat hij de verschillende smaldeelen na het gevecht over dag niet meer in de hand had, begre pen heeft, dat hij beter deed nieuwe ge vechten te ontwijken. Dat blijkt ook hieruit, dat hij, toen hij den len Juni in de vroegte met een deel zijner oorlogsschepen door een onzer luchtschepen ontdekt werd, naar het westen, dus naar de Engelsche kust koerste. Ten vierde. Alle opgaven in het En gelsche rapport omtrent het vernielen van Duitsche linieschepen, kruisers en duikboo- ten ^ijdens den slag over dag, zijn onjuist. Tijdens dezen slag zijn slechts de kleine kruiser Wiesbaden en vier onzer torpedo booten vernield. Duikbooten zijn in het ge heel niet op het gevechtsterrein geweest. Daarentegen verzwijgt het Engelsche rap port alle Engelsche verliezen op sommige punten geleden. Zoo hebben b.v. onze vijf pantserkruisers bij het kruiser-gevecht, dat aan het optreden van de hoofdmacht voor afging, ofschoon zij elf der beste Engelsche slagschepen waarbij vijf met 38 cM. ka nonnen bewapend tegenover zich had den, twee der Engelsche slagkruisers in kor ten tijd dermate stuk geschoten, dat zij na geweldige ontploffingen met hun geheele bemanning zonken. Onze kruisers zijn in staat gebleven, tot den afloop van het ge vecht van dien dag, dus nog langer dan 3 uur, en met nieuw groot succes vooraan in den strijd mede te vechien. Voorts keerden van den eersten Engel schen torpedojager-aanval op onze kruisers niet, gelijk Jellicoe en Beatty beweren, alle Engelsche torpedojagers terug, maar er wer den 4 torpedojagers geheel vernietigd. Van twee dier schepen hebben wij de bemannin gen gevangen genomen. De bemanningen der beide andere torpedojagers zijn omge komen. Ten vijfde: De aan het slot van het En gelsche rapport opgegeven Engelsche ver liezen zijn onvolledig en de Duitsche ver liezen zijn gefantaseerd. Wij stellen de ver liezen nog eens als volgt vast. De vijand verloor, als wij onze waarnemin gen voorzichtig gebruiken: een groot slag schip van het Queen Elisabeth-type (28500 ton); drie slagkruisers (Queen Mary, Inde fatigable en Invincible, 63000 ton); vier pantserkruisers (Black Prince, Defence, War rior en een van het Cressy-type, 53,700 ton); twee kleine kruisers (0000 ton); 13 torpedojagers (15000 ton). In totaal 160200 ton. - Wij verloren: een slagkTüiser (Lützow, 26700 ton); een oud linieschip (Pommern, 13,200 ton); vier kleine kruisers (Wiesba den, Elbing, Rostock en Frauenlob, 17,150 ton); vijf torpedobooten (3670 ton). In to taal 60,720 ton. De verliezen van den vijand zijn alle vol strekte verliezen, terwijl wij de.helft van de bemanningen der 5 torpedobooten en de bemanningen van de Lötzow, Elbing en Rostock volledig hebben kunnen redden. Toulon, 21 Juli. (R.) De officieren en de bemanning van het Britsche stoomschip Silverton, dat acht dagen geleden is getor pedeerd, 2fjn heden hier aan land gebracht. B e r 1 ij n, 21 Juli. (K. N.) Uit Londen wordt aan de National Tidende geseind, dat volgens aldaar uit New-York ontvangen tele grammen kapitein Koenig van de Ameri- kaansche marine-overheid opdracht heeft ontvangen, zoo lang hij ln Amerikaansche territoriale wateren is, niet onder water te varen, ten einde de scheepvaart niet in ge vaar te brengen. De secretaris van het de partement van Marine gaf ter eere van de manschappen van de Deutschland een ont bijt. B e r 1 ij n, 2 1 J u 11. (K. N.) De Voss. Ztg. verneemt uit Lugano, dat de interventionis tische bladen in Italië voortdurend op een oorlogsverklaring aan Duitschland aandrin gen. De Popoio d'Italia wil uit de woorden door Boselli op 19 Juli uitgesproken bij ge legenheid van de ontvangst van vertegen woordigers van de buitenlandsche pers, ver wachtingen putten. De regeeringsgezinde bladen, die overigens gematigd zijn, zwijgen of vertegenwoordigen een tegenovergestel de meening. De Italia heeft een staatsman, dien het blad echter niet noemt, geraad pleegd, die-de meening verkondigde, dat het niet onmogelijk is dat ten slotte Duitschland of Italië den oorlog verklaren; doch de beide staten zouden naar alle waarschijnlijkheid tot op het laatste oogenblik daarmede tal men. De gevolgen zouden in elk geval nau welijks de moeite Ioonen. De Italia en de Ora te Palermo zijn verontwaardigd over het bericht, dat de regeering van Italië met be trekking tot het nemen van vergeldingsinaat-' regelen eerst de bondgenooten zou hebbenJ geraadpleegd, aangezien daardoor de schijn geboren wordt, dat Italië afhankelijk is van zijne bondgenooten. Sofia, 20 Juli. (W.-B.). Minister-pre- sident Radeslawow heeft in de Sobranje verj, klaard, dat hij het voorstel aanneemt van den leider van de volkspartij Taodorow, in-, houdende dat thans slechts een credietwet voor drie maanden zal worden toegestaan, mot uitdrukkelijke verbintenis om in de na jaarszitting de volledige begrooting in te dienen. Reeds nu zal, na de tweede lezing van de credietwet, een wetsontwerp aan de orde worden gesteld tot wijziging van de wet over de sociale verzorging en regeling van den bondel in levensmiddelen in het binnen land en den uitvoer naar het buitenland. De minister-president beloofde bovendien een parlementair onderzoek te zullen'laten instellen over verscheidene in de Sobranje ter sprake gebrachte gevallen van misbruf- ken. B e r 1 ij n21 Juli. (K. N.) De Lokoi Anzeiger ontleent aan de Berlinske Tiden de het bericht uit Parijs, dot de uitvoering van het tunnelplan tusschen Engeland en Frankrijk definitief verzekerd is. Aan de zijde van Frankrijk komt de tunnel uit bij Sangatte (bij Kaap Grisrtez) en aan de zijde van Engeland-rien .zuiden van Dover. De tunnel zal een lengte hebben van 60 K.M., waarvan 39 K.M. onder water. De tunnel zal den vorm hebben van een dubbelen tunnel. De afstand tusschen de beide spoorrails bedraagt 15 meter. De Kanaaltunnel. De „Daily Chronicle" wijst opnieuw op de noodzake lijkheid om de Kanaal-tunnel tusschen Frankrijk en Engeland te bouwen. Het blad zegt: „Als de tunnel er nu geweest ware, had den onze gewonde soldaten, die thans met lang oponthoud en niet zonder risico van Frankrijk komen, de reis van Calais naar Dover onder het Kanaal door, in veertig minuten en in volkomen veiligheid naar Eni geland kunnen maken. Er zou geen „Susséx"-ramp plaats gehad hebben en ook andere betreurenswaardige ongevallen waren voorkomen geworden. De aanvoer van voedsel zou gemakkelijker ge weest zijn. Wij hooren, dat er thans duizen- de kilo's groenten op weg van Frankrijk naar hier bederven, omdat zij, wat onvermij delijk is bij het vervoer ter zee, te lang on derweg blijven. Die groenten zouden in een uur door de tunnel van Frankrijk naar En geland overgebracht kunnen worden. Wat echter van nog grooter beteekenis is: ons groote leger zou naar Frankrijk en België kunnen vervoerd worden in veel min der tijd, met veel grooter zekerheid en met oneindig minder kosten dan thans, want de vloot zou daarbij geene hulp of bescherming hebben behoeven te verleenen. Geen zin zonder onzin. Roman door Mr. L. H. J. LAMBERTS HURRELBRINCK Deze brief werd beantwoord 'door een barer broers, dat vader heel erg ziek was, dat zij echter niet hoefde over te komen, omdat hij toch niemand meer kende en dat hij zelf en ook zijn broer nog immer hetzelfde dach ten als vroeger, op eene ontnfoeting derhalve niet gesteldi waren* zoolang zij bij dien man .was. Enkele dagen later ontving zij werkelijk het bericht van zijn dood; ook ditmaal met ver- tnelding, dat het niet noodig was, dat zij en haar man overkwamen; zij konden zich die moeite en kosten besparen, als zij maar inge sloten op gezegeld papier geschreven stuk .wilden teekenen, eerst zij, dan haar man, waar de potloodkruisjes stonden; it was een .volmacht voor den notaris om haar bij de boedelscheiding te vertegenwoordigen; zij «noesten niet al te groote verwachtingen Omtrent de erfenis koesteren; vader had wel «ltijd een goede bezoldiging genoten van de fnrjn, maar daar hij zijn kinderen een goede opvoeding had laten geven, waarvan zij a«L&§ KBÊ&fcen pluktes s nooit yeel kunnen sparen; hij wenscht haar geluk, dat zooals bleek uit haar schrijven zij daar geen reke ning mee heeft te houden, dat zij dus ook wel veel geld konden kapitaliseeren en het haar dan ook onverschillig zou zijn hoeveel zij uit den boedel zou krijgen; ze zouden het haar toekomend deel in elk geval eerlijk over zenden. Zij verfrommelt den brief met driftige hand, werpt neer als verkreukelde prop, dat papier, dat vuile vod. Zelfs bij den dood, bij het lijk van hun vader hebben zij nog uiting moeten geven aan hun haat tegenover haren Nol hoe is het in Godsnaam mogelijk, dat iemand zoo hard, zoo wreed kan zijn bah, dat zijn geen men- schen met een ziel en die verbeelden zich dan nog, dat zij zooveel hoogcr staan, dat zij zich zouden encanailleeren door met hen aan dezelfde tafel le zitten, zamen met hen te treuren over den dood van hun vader. Geheel anders is hel geweest bij het sterf bed van den ouden Peters. Niettegenstaande het herhaald aandringen van Nol en van haar zelve heeft de vader immer geweigerd zijn armzalige hut te verla ten, zijn intrek te nemen in hunne woning. Neen, heeft hij steeds geantwoord, in dat krot is hij geboren, hij is er groot geworden, hij is er in getrouwd, zijn kinderen zijn er ook allen geboren, zijn vrouw is er in ge storven; hij zal er ook in sterven. Zij was een engel voor hem, dat Gretchen van zijn Nol daar niet van 't is waar, een beetje dankbaar mocht ze Hem ook wel zijn, want z'n jongen was goed voor haar; zon'der hem zou ze 't nooit zoo hebben als nu, zou ze niet in dat mooie huis wonen, niet tiüks fijne kleeren drageih niil .eiken jdag vleesch cn eieren kunnen eten, zooveel als ze lustte, haar kinderen zou ze niet kunnen laten rijden in zoo n duren wagen, met gom- mclastieke banden onder de ijzeren wielen; 't was toch ook heel iets anders zelf eigen spul te hebben dan voor winkelmamsel te moeten spelen, iets anders je eigen baas te zijn dan ondergeschikte. 't Deed hem pleizier dat alles te zien, teeken, dat het hun goed ging, maar daarin te leven, altijd daar midden 'in te zijn, neen, dat zou hem niet lijken; hij zou zich geneeren met z'n kaal versleten buis, met z'n gerafelde broek, met z'n boerenpet op z'n kop bij al die rijk-dom en deftigheid als zij hem kwamen opzoeken, a la bonne heurè, want hij hield van zijn zoon, den eenigen van al zijn kindereh, die in Roosdaal was gebleven, een beste, brave kerel, altijd goed, affabel voor hem geweest, nooit geen minuut chagrijn over hem geliad en z'n vrouw ook, 't beste wijf van de wereld, die zich nooit had laten voorstaan op haar deftige komaf, en z'n kleln- kinders je zoudt er zoo inbijten, net perzi ken en ze kwamen dikwijls, bijna eiken Zondag ^ia de Mis en dan zorgde hij wel, dat z'n armoedzoodje er toch netjes uitzag, dat er geen stofje op de tafel of stoel lag, dat de vloer proper was gekeerd, dat er geen spin- nedraadje in den hock of aan de zoldering hing en dan gevoelde hij zich op z'n gemak, ongegeneerd, geheel bij z'n eigen zeivers zie je dat was nou z'n grootste pleizier, daar had hij nou lol in, drie dagen voor dat ze kwamen en drie dagen, nadat zc er geweest waren. Toch heeft hij niet kunnen volharden in dat eenmaal genomen besluit. Eens Is er ccn boer ain de smidse gnomen en heeft Nol gezegd, dat hij wel eens naar zijn vader mocht komen kijken, dat, toen hij zoo even casueel langs z'n huisje ging, hij den armen kerel heeft gevonden, achterover voor zijn deur liggend, geheel huiten kennis, dat hij hem toen heeft opgenomen, naar bin nen gedragen en op z'n bed gelegd, dat, toen hij wegging, hij nog niet bij z'n positieven was gekomen, dat hij alzoo geloofde, dat het niet bestig met hem ging. Nol heeft terstond den dokter gehaald en deze heeft hem verleid, dat de oude het niet meer lang zou maken; de arme kerel was op na 't leven van hard werken en zwoegen: d'r zat geen kracht meer in, er was geen olie meer in de lamp en hij mocht absoluut niet alleen blijven; hij moest verzorging hebben dag en nacht. Toen heeft Nol den vader gezegd, dat hij hem met een voiture zou komen halen en naar zijn huis brengen en dat hij zich daar nou niet legen moest opponeeren, dat hij dat niks complaisant van hem zou vinden, want dat hij daardoor zijn vrouw zou dwingen om bij hem te komen en ook den nacht te blijven en dat dat toch beroerd lastig zou zijn voor haar met haar twee kleine kinders en hij zelf, z'n eigen zoon zou hem niet zoo dikwijls kunnen zien; hij kon hem niet eens verassurecren eiken dag, want 't zou hem onmogelijk zijn zoo dikwijls van z'n werk weg te gaan dat zou hij toch wel begrijpen, niet waar? Jawel, jawel, dat begreep hij ook wel; 't was waar, wat hij zeide; daar viel niks tegen te redeneeren, maar 't was toch niet noodig, dat Gretchen of hij eiken dag bij hem zouden komen niet, dat hij het niet pleizierig zou vinden dat wist NoJ wel beter, nietwaar, maai: zoo exigent zou hij niet duryen ziju« „Zoo vader," heeft Nol hem geantwoord, „en als 't nou gebeurt, dat jc in eens veel erger wordt, wie moet dan den pastoor gaan halen of maak jij je d'r niks uit om zonder. Sacramenten te sterven?" „Ja, dat wel, hij was altijd een Christeiï- mensch geweest, altijd z'n plichten trouw nagekomen; hij zou ook gaarne als Christen, sterven." „Nou dan, als dat dan zoo is, wat heb jo dan nog le reclameeren vader?" „Ik zal me gegeneerd voelen, Nol, 'n simpele boerenknecht en dan opgepast door zoo'n deftige vrouw als die van jou." „Allo, allo vader, houd op met dien bazel, Gretchen is nu ook jouw dochter cn daarmee is alles gezegd cn nu rcdenceren wij d'r niet langer over, nou ga ik sebicl e voilurc halen cu jij gaat mee hoor." Dc goede zorgen, de leederc verpleging hebben het leven van den ouden Peters niet kunnen redden. Na enkele weken is hij gestorven, omringd door Nol, door Gretchen, door z'n oudere zoons met hunne vrouwen, door z'n dochters, met hunne mannen, allen eenvoudige ambachtslieden, boerenknechten en meiden. En allen hebben samen gebeden voor het zieleheil van den doode, samen hebben zi| beweend den eenvoudigen, nederigen man*' den trouwen, liefhebbenden vader. Dc broeders hebben hun zuster de hand gedrukt, vast, stevig; dc vrouwen hebben haa® gekust, uitend zonder woorden hun dankbaars zijn voor de vriendelijke hartelijkheid vai^ de deftige vrouw tegenover hen, de simpefc bocfg* en hoer^jinen. 'ffi'ordt ïetïojgdl

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1916 | | pagina 5