„DE EEMLANDER". Maandag 24 |uli 1916. BUITENLAND. FEUILLETON, DE EERSTE MEI. N' 20. 15d* Jaargang. ERSFOORTSCH DAGRLAD. (Hoofdredactie: MARIE VAN VERSENDAAL. Mr. D. J. VAN SCHAARDENBURO. Uitgevers: VALKHOFF Co» ABONNEMENTSPRIJS: flPêf 8 maanden voor Amersfoort f 1.30. - Idem franco per post1*80. V Per week (met gratie verzekering tegen ongelukken) - 0.12®. jAfzonderlyke nummers- 0.05. vjVekelijksoh bjjvoegsel DHollandtchs Huisvrouw?* (onder redactie van Thórèae Hoven) per 8 mnd. 50 ets. jflTekelgksob bijvoegselPak nu nuf per 8 mnd. 03 Cts» PK IJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—5 regels f 0.80. Elke regel moer- 0.15. Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1. Intercomm. Telefoonnummer 66. Groote lettors naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tot het herhaald advorteeren in dii Blad, bij abonnoniont. Eene circulaire, bévattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Politiek Overzicht Rumenit en de wereld' strijd. De houding van Rumenië in den wereld- •frijd heeft in de twee jaren, die verloopen «ijn sints deze strijd uitbrak, steeds een onderwerp van belangstelling uitgemaakt. Tot dusver heeft Rumenië vastge houden aan de politiek van waakzame Onzijdigheid, die het van den beginne als richtsnoer voor zijn beleid heeft aangeno men. Het heeft anders niet ontbroken aan pogingen om het daarvan of te brengen. Van de zijde der Entente zijn aanhoudend pogingen in het werk gesteld om Rume nië naar hare zijde over te halen. Er is aon- Hrang uitgeoefend rechtstreeks op de re geering en men heeft ook indirect getracht druk op haar uit te oefenen door steun te verleenen aan de binnenlandsche elemen ten, die aan hunne voorliefde voor de En tente met groote kracht van longen uiting geven. Onlangs nog berichtte de corres pondent van de Giornale d'Italia te Peters- burg, dat de czaar den Rumeenschen minis ter-president Bratianu heeft geseind, dat een gewapend ingrijpen van .den strijd thans zeer gelegen zou komen. Later echter zou zulk een ingrijpen van Rumenië van geen belang meer zijn voor Rusland. Aan dit telegram werd, volgens dezen berichtgever, groot gewicht gehecht, omdat men er eene aanwijzing in zag, dat de Rumeensche in terventie, als zij nog verder werd uitgesteld, als waardeloos beschouwd en door Rus land geweigerd zou worden. Ook uit apdere aanwijzingen blijkt, dat in den laatsten tijd weer in versterkte mate aandacht wordt geschonken aan de hou ding van Rumenië in den wereldstrijd. In de Victoire drukt Gustave Hervé de ver wachting uit, dat Rumenië nu weldra uit zijne onzijdigheid zal treden. Hij beschouwt het als van zelf sprekend, dat Rumenië de zijde van de Entente zal kiezen; hij ver heelt ook niet hoe aangenaam het hem zou zijn als de Rumeniërs dit spoedig deden. fWel kunnen zij aan den uitslag van den Strijd niets veranderen, want die staat reeds vast; het is voor Hervé eene uitgemaakte zaak, dat de Entente 't moet winnen. Maar zij kunnen er toe bijdragen, dat de duur van nden strijd wordt bekort en den geallieerden een dozijn milliarden worden bespaard. Wat de redenen betreft, die Rumenië tot dusver hebben weerhouden van deelneming aan den oorlog, die zijn volgens Hervé voornamelijk te zoeken in het gebrek aan oorlogsmaterieel en munitie. Vroeger heb ben Engeland en Frankrijk aan Rumenië geen materieel kunnen leveren. Nu zouden zij dat wel kunnen als de Bulgaren hun niet voor Saloniki den weg versperden. Op Rus sische hulp kan Rumenië niet rekenen, want iedereen weet, dat de Russen voor zich zelf niet te veel hebben. Het eenige jniddel is Servië te hèroveren en zoo de verbinding met Rumenië te herstellen. Maar om Servië te heroveren, heeft generaal Sar- rail 500,000 man noodig. Wanneer Rume nië de zijde van de Entente kiest en aan hare zijde in den oorlog treedt, dan zijn die 500,000 man gevonden. De toestand op den Balkan krijgt dan een geheel ander aanzien en men zal dan van dat oorlogs- tooneel zeker wel iets anders te hooren krij gen, dan het stereotiepe „Van den Balkan niets nieuws", dat sedert weken en maanden dagelijks terugkeert. Het is nu maar de vraag of Rumenië be reid is aan de Entente-mogendheden de zen dienst te bewijzen. Men mag aannemen, dat Rumenië bij het bepalen van zijne hou ding zich niet laat beinvloeden door voor liefde voor de eene of de andere der oor logvoerende partijen, maar uitsluitend zijn eigen belang laat wegen. Van dat stand punt beschouwd, is het wel te verklaren, dat Rumenië geen klank geeft op het zoet ge fluit van den vogelaar en ook door meer of minder verholen bedreigingen zich niet van zijn stuk laat brengen. Rumenië heeft vón de Russische vriendschap geenszins aange name herinneringen. De hulp, die Rumenië in de zeventiger jaren van de vorige eeuw aan Rusland in zijn oorlog tegen Turkije heeft verleend, is met ondank vergolden; bij de nieuwe regeling, die aan het einde van dien oorlog tot stand is gekomen, heeft Rumenië aan Rusland verloren Bessarabië, dat het bij het Parijsche verdrag van 1856 had gekregen. Die herinnering maakt .het verklaarbaar, dat Rumenië zich tot dubbele waakzaamheid 'verplicht rekent tegenover een bondgenootschap, dat tot eerste en voornaamste doel heeft aan Rusland voor goed en onbetwist de heerschappij in het Oosten te verzekeren. Rusland in het bezit van de verbinding van de Zwarte zee met de Middellaridsche zee beteekent voor de andere oeverstaten van de Zwarte zee de sluiting van de doorvaart, die deze verbin ding verzekert. Men behoeft zich dat slechts voor te stellen om het begrijpelijk te vin den, dat het hoofd der regeering van Ru menië blijft vasthouden aan de verklaring, die hij eenige maanden geleden tot een leider van de conservatieve oppositie heeft afgelegd: „Ik geloof ook nu nog, dat het oogenblik, waarop Rumenië zijne houding zou kunnen veranderen, niet gekomen is." De oorlog. Be r 1 ij n, 2 3 Juli. (W. B.) Bericht uit het Duitsche hoofdkwartier van heden voor middag. Tusschen de zee en de Ancre hebben in eenige sectoren nóg al levendige artillerie gevechten plaats gehad; in de streek van Richebourg is een sterke vijandelijke ver- kenningsafdeeling afgeslagen. Tusschen de Ancre en de Somme is het, nadat over dag de artilleriebedrijvigheid toe genomen was, des avonds en des nachts aan het front Thiepval-Guillemont opnieuw tot infanteriegevechten gekomen. Hoevele manschappen de Engelschen ook in den strijd wierpen, toch bleven hunne aanvallen zonder succes. Bij en ten Westen van Po- zières, bij het bosch van Foureaux en aan den Westelijken rand van Longueval leidde deze strijd tot hevige gevechten van man tegen man. Tusschen Guillemont en de Somme wer den de aanvallen van den vijand, onmiddel lijk nadat hij zijn loopgraven verlaten had, door óns versperringsvuur gestuit. Ten zuiden van de Somme volgden op een van tijd tot tijd zeer hevig geschutvuur, dat door ons met gelijke kracht beantwoord werd, slechts op zich zelf staande Fransche aanvallen, die mislukten. Meer dan 100 ge vangenen, onder wie eenige officieren, wer den binnengebracht. In het Maas-gebied was de artilleriestrijd soms zeer hevig. Ten Oosten van de rivier zijn in den sector van Fleury vijandelijke troepen, die met handgranaten werkten, en in het bergbosch (ten Noorden van het fort Tavannes) verkenningstroepen afgeslagen. Ten Zuiden van Damloup hebben wij in de richting van de hofstede Dicourt terrein ge wonnen, gevangenen en buit gemaakt. De stad Müllheim (Baden) en de dorpen in de buurt zijn gisteren door een Fransch eskader gebombardeerd. Twee der vlieg tuigen hebben wij in een luchtgevecht ge veld en wij hebben den aanval dadelijk met een hevig bombardement van de stad Bel fort beantwoord. P a r ij s, 2 3 Juli. (Havas). Namiddag communiqué. Aan het Somme-front had een artillerie- duel plaats. Ten Zuiden van Soyecourt mis lukte een nachtelijke aanval op de nieuwe Fransche stellingen, ten gevolge van ons vuur. Op den rechter-Maasoever had een bom bardement plaats, in den sector van Fleury gevechten met handgranaten, terwijl hij Chapelle Saint-Fine en Sparges een aanval der Duitschers op onze loopgraven door ons machinegeweervuur gestuit werd. In hunne berichten van 21 en 22 Juli trachtten de Duitschers van de resultaten van den Franschen aanval op 20 Juli ten Noorden en ten Zuiden van de Somme een verkeerde voorstelling te geven. Het beoogde resultaat werd bij dezen aan val, evenals bij de vorige,.bereikt; ten Noor den van de Somme was het doel van den staf alle vijandelijke loopgraven tusschen den heuvel van Hardecourt en de rivier te vermeesteren en onze stelling tot den spoor weg en den nauwen weg tusschen Combles en Fleury vooruit te brengen, hetgeen ge schied is. De aanval ten Zuiden van de rivier was gericht tegen de liniën, grenzen de aan het tevoren aangevallen front en had ten doel den uitspringenaen hoek- van de Duitsche linie ten Westen van Vermand— Ovillers te doen verdwijnen. Het krachtig versterkte Bois d'Etoile en de geheele eerste Duitsche linie van Ver mandOvillers tot Estreés werden geno men, waarmede ons doel hier eveneens be reikt was. In dit gevecht van eenige uren namen wij bijna 3000 ongewende manschappen ge vangen. Zonder in bijzonderheden omtrent de sterkte onzer troepen te treden, kunnen wij toch mededeelen, dat hun aantal veel geringer was dan het door de Duitschers genoemde. Uit het Engelsche communiqué van den namiddag van 20 Juli blijkt vol doende, dat de vijand zeer zware verliezen leed. De Duitschers geven, wat de dien dag door hen gemaakte krijgsgevangenen be treft, een getal op, dat men nog niet ver krijgt, wanneer men de Engelsche en Fran sche valiede krijgsgevangenen telt bij het cijfer van de dooden en gewonden. Avondcommuniqué. Er was eene tamelijk levendige canon- nade ten noorden van de Somme. De Fransche luchtvloot bombardeerde den 21 en Juli het station Vigneulles en den zelfden nacht Thionville, waar drie groote branden uitbraken, Annaville, Laon en Sain- terme. In den volgenden nacht werden op Thionville weer bommen geworpen, in 't ge heel 115 stuks. In den mórgen van den 22en bombardeerden 12 Fransche vliegtuigen het station en de kazerne te Mulheim; op den terugtocht werd met een Duitsch eskader een gevecht gevoerd. Vier Duitsche machi nes werden naar beneden gebracht; twee Fransche machines moesten binnen de Duitsche liniën naar den growl gaan. Duit sche vliegtuig-artillerie wierp bommen neer op Belfort; er werd slechts materieele schade aangericht. Londen, 23 Juli. (R.) Communiqué van het Britsche hoofdkwartier. Aan het geheele front van Pozières tot Guillemont is de strijd vandaag hervat. Het gevecht was vooral zeer hevig bij het dorp Pozières, waar de Duitschers een geduchten tegenstand boden met vele machinegewe ren. Aan andere gedeelten van het front werd eveneens verwoed gestreden, doch bepaal de vorderingen werden nog niet gemeld. Heden morgen hebben wij Longueval ge heel heroverd, maar de vijand slaagde er in het noordelijk einde van het dorp wederom te bezetten. De buitenwijken van Guille mont gingen eveneens tweemaal van de eene hand in de andere over. Tweede telegram. Onze troepen maakten opnieuw vorderingen in de streek van Pozières, waar een aantal gevangenen werden gemaakt. Op de rest van het front tusschen Poziè res en Guillemont duurt de strijd met groote hevigheid voort. B e r 1 ij n, 2 3 Juli. (W. B.) Bericht uit het groote hoofdkwartier van heden voor middag. Ten Zuid-Oosten van Riga werd gisteren avond laat een aanval van den vijand door ons spervuur verijdeld. Pogingen van de Russen om bij Zahatka (ten Zuid-Oosten van Beresteczko, bij de Galicische grens) over de Styr te trekken, werden door de Duitsche batterijen ver hinderd. Weenen, 2 3 Juli. (W. B.) Officieel bericht van heden middag. Ten Zuid-Oosten van Tartarof (circa 45 K.M. ten Z.-W. van Kolomen) door een krachtigen aanval der Russen bedreigd, ver plaatsten wij het front van de op de Magura strijdende troepen naar den hoofdkam der Karpathen. Overigens viel er niets nieuws voor en bleef de toestand onveranderd. Petersburg, 23 J u II. (Tel.-agenf- schap). Namiddag-communiqué van den grooten generalen staf. In de stellingen van Riga was een hevig artillerie-duel. Ten Noord-Oosten van Smorgon, bij het. dorp Martysji beproefden de Duitschers in de loopgraven en verblndingsloopgraven troepen samen te trekken, met de bedoe ling, het gedeelte van de stelling, dot wij hiin den Vorigen avond ontnomen hadden, ie heroveien, maar onder het vuur onzer bat terijen moesten zij terugkeer en. Alle ver dere pogingen van den vijand om een tegen aanval te ondernemen, werden door ons ar tillerie-en infanterievuur verijdeld. Aan de Stochod, in de streek van Za- retsjie Beresnitza viel de vij^id ons gister avond tegen negen uur aan, doch werd te ruggeworpen. In de streek van Vorokhty en Tartarow, op de wegen van Delatyn naar Marmaros SI» get, hebben wij gisteren vijf officieren, on der wie een bataljons-commandant en 483 soldaten gevangen genomen, drie kanonnen en vier machinegeweren werden buitge maakt. In de Karpathen regent en sneeuwt het. Noot. Den 20sten en 21 sten Juli heb ben wij 370 officieren, onder wie een gene raal en een kolonel, en 13.700 soldaten ge vangen genomen en tien kanonnen ver- meesterd Hierdoor is het totaal aatal krijgs gevangenen, dat gisteren werd opgegeven als 26.000, tot 27.000 gestegen met 40 kanonnen. Weenen, 23 Juli. (W. B.) Officieel - bericht van heden middag. Na eenige dagen van betrekkelijke rus! werden gisteren aan het front ten Zuiden van het Sugana-dal wederom zeer hevig# gevechten geleverd. De aanvallen der Italianen op verscheide ne punten, die gèsteund werden door een zeer hevig artillerievuur, werden overal on der zeer zware verliezen voor den vijand afgeslagen. Het 7de bataljon jagers en ge deelten van het 17de infanterie regiment, die den hoofdaanval der Italianen hadden door te staan, hebben zich in dez^ gevech ten bijzonder onderscheiden. Ook in de streek van Panereggio nemen de gevechten in omvang toe. Een aanval van een Italiaansche brigade op de hoogten ten Zuid-Westen van Panereggio werd met zware verliezen voor den vijand afgeslagen. Op de hoogten ten Noorden van dezo plaats mislukte een terzelfdertijd onder nomen aanval van een vijandelijk bataljon. Gedeelten van ons front in Tirol, waar gisteren niet gevochten werd, stonden heden Dankbaarheid is een bloemke, dat in Weinig hoven bloeit; Roman door Mr. L'. H. J. LAMBERTS HURRELBRINCK. J5 En op dit oogenblik ziet Gretchen duidelijk de gestalte van haar eigen broers bij het lijk van haar eigen vader... zonder haar... en knellender de handdruk, die ook zij de man nen geeft, inniger haar kus aan de vrouwen. Nog anderen zijn heengegaan in den loop 3er jaren. Manchy heeft slechts enkele jaren mogen genieten van zijn rust; ook Habeeks is gestor ven; de mooie bloeiende zaak is door diens erfgenamen aan een vreemde verkocht. De oude Kerkhofs is hun spoedig in het graf gevolgd. Gretchen is erg geschrokken als zij diens dood heeft vernomen. „Nu zullen wij wel niet lang meer hier kun- tocn wonen" heeft zij angstig gezegd „die Kobus zal ons wel gauw op straat zetten en {Waar moeten wij dan naar toe; waar vinden wij dan zoo gauw weer een smederij?" „Wees daar maar niet bang over vrouwtje", fceeft Nol haar geantwoord; „ik heb pas een »euw contract jget den oud$ gemaakt voqs tien jaren en dat moet de zoon houden daar kan hij niet van af daarvoor ben ik al bij een advocaat geweest en wat daarna ge beurt, daarover moeten wij ons maar niet den kop breken ik hoop, dat wij dan binnen zijn." En inmiddels steeds grooler, wijder de kring, waarin zijn klanten wonen, hooger de stapeltjes thalers en vijffrancstukken in de achterste la van de mooie chiffonière, die hij expres als bewaarplaats voor z'n schatten voor een prikje had kunnen koopen op een vendutie in deftig huis. Een kinderlijk genot, een uitbundige vreug de, wanneer Nol en Gretchen des Zondags avonds, als de kleinen reeds in bed zijn, zit ten voor de tafel, waarop een kan bier, een stuk vla of mik, tellend, hertellend de zilver stukken, de grosschen en pfenningen, deze week verdiend; een gejuich bij het zien van een bankbiljet. ,,'t Is weer goed gegaan, vrouw; wij kunnen weer content zijn; als dat zoo continueert dan zal het zoo, lang niet meer duren, dat Jeangske en Marieke rijkeluiskinderen zijn." „Dat heeft den tijd nog Nol; zoo ver zijn wij nog niet, op geen stukken na." „Je hebt gelijk vrouw; zoo ver zijn we nog niet en 't zou ook niet goed zijn; we zijn nog allebei te jong om niks te doen te hebben en we zouden het ook niet willen, hè ik ten minste niet, al was de heele kast ook stikkend vol met bankbiljetten; we hebben allebei nog veel te veel ploizier in 't werk wat jij vrouw?'1 „Ja... wat zal ik je daarop nou zeggen Nol pleizier in 't werk heb ik ook dat gaat er zoo opeens niet uit, maar zie je daar valt #oo .weinig vfipr ras te werken, nu de kinde ren me niet meer zoo noodig hebben, nu ze al naar school gaan. Als het huis is gedaan en het eten gekookt dan kan ik soms uren zitten met m'n armen over elkaar en dat gaat me niet Nol dat gaat me niet, dat chagrincerl me, dat niks doen ben ik nooit gewend ge weest. Zie je Nol, ik zou zoo graag van al dien vrijen tijd profiteeren, ook iets in 't laadje brengen en zoo lang ik m'n oogen ifi m'n hoofd heb en m'n armen aan liet lijf voer ik mij daartoe in staat." „Wat wil je nu eigenlijk met dat alles zeg gen Gretchen; ik kan jou toch niet als knecht in dc smederij gebruiken?" „Neen natuurlijk niet, daar zou niet veel van terecht komen, als ik met die hamers moest werken, maar ik heb iets anders ge- prakkescerd." „Nou, laat eens hooren, daar ben ik be nieuwd naar." „Ik heb de vorige week in het advertentie blad gelezen, dat het huisje van Bovens naast de smederij publiek zal verkocht worden zie je, heb ik toen bij me eigen gedacht, dat zou nu net iets voor ons zijn, dat moesten wij koopen." „Zeg Gretchen, neem mij nou niet kwalijk, maar is het wel recht goed met je waar voor zouden wij dat koopen de smidse is toch groot genoeg en ons huis ook?" „Je vergeet Nol, dat het huurcontract over enkele jaren vervalt cn zal Kobus 't jou dan nog willen verhuren?" „Daar ben ik nou niet meer bang voor; ik heb er altijd voor gezorgd, 'dat hij altijd precies op tijd z'n duiten krijgt, laat hem nou maar eens zien, dat hij een anderen zoo prompten betaler krijgt en zooveel liefhebbers voor een smederij zijn er -ook niet, dat huisje van Bovens hebben wij alzoo niet noodig 't zou geld wegsmijten zijn." „Toch niet Nol toch niet." „Maar wat heb jij dan toch in je hoofd Gretchen?" „Dat zal ik je nou eens klaar en duidelijk expllcecrcn; wij koopen dat huisje en dan begin Ik er een winkel in, net als die \an Habeeks; de brave man is nu toch dood cn voor die vreemden heb ik mij niet te genec- ren om tegen hen te concurreeren ik weet waar hij al de goederen kocht, ik ken de goed koopste adressen, ik ben altijd een •goede ver koopster geweest, en misschien zouden d'r ook wel veel Roosdalers bij ons komen vanwege de vroegere vriendschap; ze mochten ons allebei nog al graag lijden, al zeg ik het zelve." „Da's waar." „En op de vreemden, die zomers hier lcomcn, daar reken ik ook op; ik verzeker je, dat Habeeks daar elk jaar een aardige duit aan verdiende, en zie je, zoo zou het mes van twee kanten snijden, jij in de smidse en ik in den winkel en wat wij verdienen allemaal bijeen in 't laadje." „Je bent een pienter wijfje, dat moet men je nageven." „Alzoo afgesproken hè, wij doen het; wij koopen het huisje niet waar?" „Mij goed Gretchen, als 't maar niet te duur gaat." f „Dat zal niet, als jij je maar koescht houdt, aan niemand iets vertelt, dat wij er genieïg- heid in hebben, dan zal niemand er veel geld voor bieden." Enkele weken later is Arnold Peters1 eigenaar van het huisje van Bovens cn heeft Gretchen feestelijk, met veel lichtglans haar winkel, geopend. Ilaar verwachtingen zijn niet beschaamd; de vroegere vrienden en- vriendinnen, nu ook vaders en moeders, bewijzen haar niet le hebben vergeten, zijn haar trouw gebleven. Weldra is haar winkel een der meest be klante zaken van Roosdaal. Boven de deur prijkt een lang uithangbord, waarop in groote letters ..Peters—Dculzmanu." Ecii iiere trots in haar, als zij die namen .ziel, hun beider namen, van Nol cn van haar; zij gluurt er naar met glunder oog, met tevreden, blijden glimlach, telkens bij het gaan der enkele stappen uit hare woning naar, den winkel; zij bewondert de hooge stapels stoffen, door haar zelve voor dc spiegelruiten gestapeld; zij geniet van haar eigen smaak vol schikken der kleurige linten te midden der witte, fijnbewerkte kinderklcedjes. Een drang in haar om in haar handen te klappen, te dansen van vreugde voor haar eigen arbeid* Een koude Novemberavond. Wille huizendaken, hoog en laag naast den blauwigcn kerktoren, donkere kegel, te mid-» den van de sneeuw, warrelend uit de wolken, als zwarte golven rollend langs den hemel. De groote vijver van het kasteel, bedekt mei witbemantekleIjslaag, zwart bevlekt door, enkele kraaien, de koppen vast geduwd tegeoi de borstvederen. Dc kale, naakt# takken, de beenderarmaa der skelctboomen» buigen onder den zwarc^ donsvracht. (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1916 | | pagina 1