N* 21. 15d' Jaaraang „DE E EM LAN DER". Dinsdag 25 )uli 1916. BUITENLAND. FEUILLETON. DE EERSTE MEI. Hoofdredactie: MARIE VAN VERSENDAAL. Mr. t>. J. VAN SCHAARDENBURG. ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Amersfoort f 1.30. Idem franco per postl.SO. Per weck (met gratis verzekering tegen ongelukken) - 0.125. Afzonderlijke nummers0.05. Wekelijksoh bijvoegsel „De Hollandses Huisvrouw(onder redactie van Thérèse Hoven) per 8 mnd. 50 cis. Wekelijksoh bijvoegsel aPak me meeper 8 mnd. 53 ets. Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1. Intercomm. Telefoonnummer 66. Uitgevers: VALKHOFF Co, PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—5' regelsf 0.80, Dike regel moer O. 15. Dienstaanbiedingen 1—5 rogcis., 0.50, Grooto lettors naar plaatsruiuito. Voor handel en bedryi beslaau zeor voordoeligo bepalingen tot hot herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnomont. Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Politiek Overzicht De kosten van den wereldstrijd. Het is reeds eene oude ervaring, dat de kosten, die aan het voeren van den oorlog verbonden zijn, in klimmende mate stijgen naarmate de oorlog langer duurt. Maar nog nooit is dat zoo sprekend aan den dag ge komen als door de mededeeling, die in de vorige week in het Britsche lagerhuis door <len kanselier der schatkist werd gedaan, dat de in April j.l., bij het begin van het loopen- de dienstjaar, opgemaakte raming van de oorlogskosten te laag is geweest. Men had toen gerekend op eene uitgave voor Groot- Brittannië van 5 millioen per dag; maar het is gebleken, dat men daarmee bij lange na niet uitkomt. Door oorzaken, die men niet had kunnen voorzien en waarop men ook niet getracht had invloed uit te oefenen is de dagelijksche uitgave gestegen tot over de 6 millioen. Dat bedrag wordt nu reeds gedurende zeven weken iederen dag uitge geven en men zal daarmee voortaan hebben te rekenen. Het gevolg daarvan is, dat de limiet, waartoe de aan de Britsche regeering verleende machtiging om zich door leening geld te verschaffen, is bereikt, zoodat eene nieuwe machtiging door de regeering moet worden aangevraagd. Dat is geschied door het verleden Zaterdag ingediende wetsont werp, waarbij een nieuw oorlogscrediet van 450 millioen wordt aangevraagd. De gevolgen van deze klimmende stijging der oorlogsuitgaven op het loopende dienst jaar van de Britsche staatshuishouding wor-, den door de Daily News als volgt berekend: Op de basis van vijf millioen per dag heeft 'de kanselier der schatkist eene totale uit gave van 1825'5 millioen geraamd, waar onder begrepen zijn de bij wijze van voor schot aan de bondgenooten verstrekte gel den. Na aftrek van de inkomsten ad 502 mil lioen, zou er een nadeelig saldo van 1323 millioen overblijven, dat door leening moet worden gedekt. Een millioen per dag aan uitgaven meer sedert 1 Juni beteekent ech ter, dat over tien maanden 300 millioen meer geleend moet worden, zoodat het totale bedrag zou worden 1623 millioen. Het verleden Zaterdag aangevraagde cre- diet is het grootste, waarvoor machtiging is verzocht door de Britsche regeering. De vóór 1 April 1916 gevoteerde bedragen zijn: 1914/15. Augustus 100.000.000 November 225.000.000 Maart 37.000.000 r 1915/16. Maart 250.000.000 Juni 250.000.000 Juli 150.000.000 September 250.000.000 November 400.000.000 Februari 120.000.000 Totaal 1.782.000.000 Voor dit jaar zijn gevraagd twee maal 300.000.000. Daar komt nu als derde vo tum bij 450.000.000, zoodat het geheele votum 1916 17 tot dusver bedraagt 1.050.000.000, waardoor het algemeene totaal stijgt tot 2.832.000.000. Dit cijfer betreft de uitgaven van Groot- Britannië alleen. Een Russisch blad, de No- wy* Economist, heeft eene berekening ge maakt van de oorlogsuitgaven voor alle oor logvoerenden gedurende de 23 eersten maanden van den wereldstrijd. Die bedra gen worden aldus opgegeven in roebels: voor Duitschland 20 milliard, Oostenrijk- Hongarije 11 milliard, Turkije en Bulgarije 2 milliard. Dat maakt te zamen 33 milliard. De uitgaven van de Entente-mogendheden zijn dubbel zoo hoog, namelijk 60 milliard roebels: Rusland 18, Engeland 22, Frank rijk 17 en Italië 3 a 4 milliard. De dagelijksche uitgaven worden bere kend in Engeland 48 millioen, Rusland 35, Frankrijk 31, Italië 25 millioen roebel, waar tegenover deze cijfers staan: Duitschland 31 millioen, Oosteniijk-Hongarije 20, Turkije en Bulgarije 10. Hoe langer de oorlog duurt, des te ongun stiger wordt de verhouding voor de Entente- mogendheden. Als redenen waarom de ooi- logsuitgaven in Duitschland stabiel blijven, terwijl zij bij de Entente-mogendheden aanhoudend stijgenworden genoemd 1. betere oorlogsvoorbereiding van Duitschland en grootere voorraden aan gewerenmachinegewerenkanonnen en munitie2. Duitschland is tengevolge van de blokkade genoodzaakt uit eigen grond stoffen en met de grootste spaarzaamheid te produceeren, terwijl de Entente-mogendhe den onzinnige prijzen betalen voor al het noodige in neutrale staten3. Duitschland betrekt door rekwisitiën zonder kosten vele artikelen uit het bezette gebied4. Duitsch land heeft de verzorging van zijne industrie voor de bereiding van oorlogsmaterieel ge organiseerd op eene wijze, die de mogelijk heid verschaft góedkooper te produceeren dan de Entente-landen. Het zijn leerzame cijfers, die hier zijn ge geven. Of de leering, die zij bevatten, er uit getrokken wordt, is eene andere vraag. De oorlog. B e r 1 ij n, 2 4 Juli. (W. B.) Bericht uit het groote hoofdkwartier van heden voor middag. Het is gebleken, dat de gister gemelde Engelsche aanvallen tegen het front Thiep- valRougemont uitgevoerd werden door gedeelten van elf Engelsche divisiën, waar van eenige haastig van andere fronten wa ren ontboden. Het eenige voordeel, dat de vijand op de geheele linie kon bereiken en dat wij nog niet hebben hersteld, was het binnendringen in eenige huizen van Poziè- res en dat heeft hij met buitengewoon zwa re bloedige verliezen moeten betalen. In Longuayal werd hij teruggeslagen in een met kracht uitgevoerden tegenstoot van de Brandenburgsche grenadiers. Uit een grintgroeve, waarin de tegenstander zich tij delijk had genesteld, haalden wij 3 officie ren en 141 man ongewond te voorschijn. Ten westen van de Somme mislukten kleinere Fransche ondernemingen bij Soye- court en ten westen van Vermand-Ovillers in ons vuur. De artilleriestrijd verflauwde slechts tij delijk. Onze buit uit de gevechten sedert 15 Juli bedraagt, vooi zoover tot heden is vastgesteld, 68 machinegeweren. Rechts van de Maas steeg de wederzijd- sche artilleriestrijd tot eene groote hevig heid. Infenterie-actie was hier niet. P a r ii s, 2 4 J u 1 i. (Havas). Namiddag- communiqué. Op het Sommefront was de nacht rustfg. 1 Het weder blijft slecht. Ten noorden van de Aisne drongen Fiansche verke~.ningstrp^pëh in de loopgra ven van den tegenstander bij Vailly en brachten gevangenen terug. Aan den rechter Maasoever was eene kleine detailactie in den omtrek van de kapel Sainte Fine; wij namen-daar 33 personen ge vangen. Volgens nader-ontvangen berichten is het totale cijfer van de door ons sedert tien dagen in dien sector gemaakte gevan genen meer dan 800. Heden nacht wierp een Duitsch vliegtuig j bommen op Luneville, waardoor een persoon gewond werd." Een Duitsch vliegtuig werd neergeveld bij Fresnes-en-Woëvre, een an der bij het fort Vaux. Fransche vliegtuigen wierpen bommen op net station Conflans, op barakken bij Vigneulles' en op de kazernes en de luchtschiohal te Dieuze. Avond-communiqué. Ten noorden van de Somme en ten zui den van het dorp Destrées namen wij eene vijandelijke batterij. Sedert den 20en Juli nomeh wij over de Somme meer dan 60 machinegeweren. Onze infanterie nam eene redoute onmid dellijk ten westen van Thiaumont; daarbij werden 40 gevangenen en 5 machinegewe ren buit gemaakt. Londen, 24 Juli..(R.) Officieel be richt van het Britsche hoofdkwartier. Afgezien van het aanhoudende hevige ge schutvuur nan beide zijden, volgde er een betrekkelijk rustige nacht op den zwaren strijd van gisteren. De herhaalde tegenaan vallen van den vijand brachten hem gisteren geen voordeel, maar er werden hem zware verliezen toegebracht door ons artillerie- en machinegeweervuur. Wij wónnen eenigen grond bij het bosch van Foureaux en in de richting van Guillemont. In de buurt van Pozières verschaften onze troepen zich be langrijke voordeelen ondanks de hardnek kige verdediging van den vijand. Een groot deel ven het dorp is nu in onze handen. In die streek namen wij twee kanonnen en nog 60 gevangenen mee. B e r I ij n, 2 4 Juli. (W. B.) Officieel bericht. In den nacht van 22 op 23 Juli onderna men Duitsche torpedobooten van Vlaande ren uit een tocht tot in de nabijheid van den Theemsmond, zonder daar vijandelijke zee- strijdkrachten aan te treffen. Op den terug tocht stuitten zij in den .morgen van den 23en op verscheidene Engelsche kleine kruisers van de Aurora-klasse en torpedo jagers. Er volgde een kort artilleriegevecht, in den loop waarvan de tegenstander eeni ge malen getroffen werd. Onze torpedoboo ten keerden onbeschadigd naar hunne basis terug. Londen, 24 Juli. (R.) De admiraliteit bericht, dat den 22en te middernacht bij het vuurschip op de Noordhinder eenige van onze lichte strijdkrachten drie vijande lijke torpedojagers in' het gezicht kregon, die terug gingen zonder dat hun schade kon worden toegebracht. Later werden ter hoog te van den Schouwenbank zes vijandelijke torpedobooten in een loopend gevecht ge wikkeld. De vijand kreeg herhaalde trefscho- ten, maar kon de Belgische kust bereiken. Een van onze schepen werd éénmaal ge troffen, waardoor een officier en een ma troos licht gewond werden. Andere schade was er niet. B e r 1 ij n, 2 4 Juli. (W. B.) Oïficieel bericht. De keizer heeft zich van het westelijke naar het oostelijke oorlogflooneH begeven. De chef van den .generalen staf van het veldlegër vergezelde hem. B e r 1 ij n, 2 4 Juli. (W. B.) Bericht uit het groote hoofdkwartier van heden voor middag. Op het noordelijke gedeelte van het front en hij het leger van Bothmer is niets ge beurd, behölve patrouillegëvechten. Ten noordwesten van Beresjhsjenko zijn krach tige Russische aanvallen glad algeslagen. W e e n e n, 2 4 Juli. (W. B.) Officieel bericht van heden middag. Aan het Oostelijk front, bleef de toestand op de hoogten ten Noorden van den Prislop- kam en bij Lobaczinka onveranderd. In Wolhynië werden Russische aanvallen afgeslagen. In Oost-Galicië, ten Zuiden van de Dnjestr, werd het oprukken van vijandelijke afdeelingen belet door ons artillerievuur. Ten Noorden van de Dnjestr deden qr.ze troepen met succes nachtelijke aanvallen. Petersburg, 24 Juli. (Tel.-agent- schap). Communiqué van den grooten geue- ralen staf. Aan de Lipa verdreven wij gisteren de Duitschers uit het dorp Galitsjanicwij maakten gevangenen en veroverden een machinegeweer. Den 2Ien j.l. heeft een Oostenrijksche compagnie, bestaande uit 193 man, zich in haar geheel aan onze troepen overgegeven bij het dorp Kolmoff aan de Lipa. Avondcommuniqué. In den loop van den dag is niets bijzonders te vermelden. W e e n e n, 2 4 J u 1 i. (W. B.) Officieel be richt van heden middag. Tegen onze stallingen ten Zuiden van de Val Sitgana en op die in de buurt van Pane- reggio en Pellegrino ging de vijand voort met zijne hevige aanvallen, die echter geen suc ces hadden. In de ochtenduren gingen ver scheidene Italinansche bataljons bij de Coï Mora langs den gTenskam tweemaal tot den' aanval over. Beide keeren moest de vijand met zware verliezen terugvluchten. In het gebied van den Monte Zebio mis lukten in den loop van den morgen vier vijandelijke aanvallen. In den namiddag de den de Italianen nogmaals twee aanvallen op den Noordelijken vleugel van ons front, maar ook deze werden met groote verliezen voor den vijand afgeslagen. Drie aanvallen op de hoogten ten Noorden en ten Zuiden van Panereggio werden even eens afgeslagen. Gedurende den nacht mis lukten een aanval op Fedaja en een op de hoogten ven Pellegrino door ons vuur. An het Isonzo-front en aan het front in Karintië hadden geen bijzondere gebeurte nissen plaats. Rome, 24 JuJi. (Stefani). Officieel communiqué. Van de streek van de Stelvio tot het La- garina-dol heerschte levendige artillerie- actie. In de Astio-streek zetten wij onze om- singelingsaanvallen tegen den Monte Ci- mone voort, waardoor wij er gisteren in slaagden een groote verschansing even on der den top te vermeesteren. Op het plateau van de Sette Communi deed de vijand twea aanvallen op de verdedigingswerken, die door ons den 22en Juli veroverd waren, en op hellingen van den Monte Zebio; hij werd onder zware verliezen teruggeworpen. Tusschen Cismore en Aviso hebben onze troepen hun vproveiingswerk voltooid in do dalen van Travignolo en San Pellegrino, de Cime Stradone bezet ten noorden van de Col Brican en zich van nieuwe stellingen mees ter gemaakt op de hellingen ten Noorden van de Cime Boche. Het vijandelijke artillerievuur op Cortina en Ampezzo en dat van onze artillerie op de dorpen in het Dravadal werd voortgezet. In de Boven Fella en in de streek van den Monte Nero toonde de vijandelijke artillerie eene bijzondere werkzaamheid. Konsta'ntinopel, 23 Juli. (\V. B.) Communiqué van het hoofdkwartier. Aan het Irakfront viel in den Eupniaat- sector een van onze monitors twee vijande lijke monitors aan en veroorzaakte op een van dezen brand. Onze vrijwilligers vuur den van den oever uit en doodden eenigen van de bemanning. De vijandelijke moni tors moesten teruggaan. Op het Perzische front is in de buurt van Kermansjah de toestand onveranderd. Wij dreven door een krachtigen aanval de vijandelijke strijdmacht in de streek van Bane naar het oosten. 35 K.M. ten oosten van Revanduz, acht K.M. aan deze zijde van de grens, zijn onze troepen gestuit op de Russische achterhoe den; zij namen ze onder een hevig vuur cn brachten hun ernstige verliezen toe. Van het "Kaukasus- en de andere fronten zijn geene gewichtige berichten. Roman door Mr. L. H. J. LAMBERTS HURRELBRINCK. 16 Puntige ijsdolkcn, gehecht aan de dakpan nen en vensterkozijnen. Achter de ramen, hangende lichtblokken in het zwarte nacht duister. een enkele maal een wazige schim; 'f geprevel van rozenkrans biddende mon den. de eenige teekens van menschelijk leven. Een Mierpe, snijdende vlaag van Noorden wind als een rilsiddcring door de natuur; de droge aan nog vczelstengclljes gehechte dorre bladeren ritsclklappcren; de takken kraken; ■de heesters buigen omlaag, hunne kruinen vegend over den witten grond; de sneeuw stuift op in razenden drift, in woest gefladder warrelend naar alle kanten door de lucht; dc vensters rinkelen, trillend in de houten omlijstingen. Erger, onstuimiger, loeiender het wind- rumoer, dat van de heuvelen komt aanzwellen met bange sissende fluitgeluiden; nu breken de takken af met knetterend gekraak en slln- gei en draaiwentelend door het ruim; dakpan nen ploffen neer, gruisverpletterd op straat jC huizen de st'he van den dood; geen biddend stemmengezoem meer; geen licht»- glans achter de neergelaten venstergordijnen. Eensklaps een flauw, ro^e schijnsel in den roetzwarten nacht; enkele vonken, woest voortgejaagd door den immer gierenden orkaan; een kort geknetter en dan meer, oneindig \eel meer, duizenden van die nietige, goudfonkelende puntjes, dansvliegend om hoog, verlichtend met helderen gloed hel donkere sneeuwgordijn. Dunne, spitse, blauwe kronkelende vuur tong; weldra grooter, hooger, breeder, dc punt roodgeel; andere vlammen wringen op waarts, schuiven voort, naderen elkaar, ver- cenigen zich tot één reusachtig gloeiende zuil; de gesmolten sneeuw stroomt in snelle beken omlaag door de pannengleuvcn. „Brand, brand," woest angstgeschrei, wan hoopskreet uit een "venster; „brand, brand, andere stemmen uit andere huizen; deuren, die openknarsen, klompen, die klepperen op straat; „brand, brand bij de smeed" harder, krijschender het gegil van de dorpelingen, die komen aanhollen, voortduwend het gebogen lijf tegen den bulderenden storm. De bloole voeten in de pantoffels, de beenen slechts bedekt met de broek, de borst nog bloot onder het hemd, heeft Nol Peters zijne kinderen uit hunne bedjes gerukt,, getild op zijne armen en is mei hen op straat gespron gen, onmiddellijk gevolgd door zijn vrouw. Een oogenblik blijft hij staan, verdoofd, plompslijf op dc looden beenen, met lamheid geslagen, als zijn groote, krankzinnig wilde oogen het pas gekochte huisje aanschouwen, de winkel van Gretchen, slechts één bewe gende vuurkolom, spuwend, uitbrakend de sissende, knapperende kolosvlammen. „Pakt em de keenders aof, erm schaöp, bringt Gretchen vort" roepen enkele vrou- \scn en tegelijkertijd trachten zij uit de armen, yan den vader de kleinen te rukken. „"Want waal wilt geer" niet beseffend in zijn stomme dofheid. „Mè Peters, laot de kcender toch los, zuusle uan neet, dat ze bickans naakt zien, dat ze mörge doedkrank zulle zien mil zoe'n kaai." „Jao, jao da's woer, dao höbt geer geliek in, bringt ze nier vort en m'n vrouw ouch, bringt ze vort. „En dich Nol, gank dich ene jas aonlrekkc" een zijner buren. Hij hoort het echter niet; door hunne stem men gewekt uit ziine verdoovingf ijlt hij naar de naastgelegen smidse, grijpt den hamer en verbrijzelt met enkelen slag een der nog niet door den gloed gesprongen straatvensters. Hij wil binnendringen om te redden, zoo veel mogelijk, de stapels goederen, duizenden waard, al zijn spaarpenningen van zooveel jaren bolzware rookwolken, die hem terug duwen; nieuwe poging weer stormt hij voort, bedekkend het gelaat met de hand palmen, bukkend het geheele lijf, maar weer werpen ze hem lerug de rookende massa's, die hem dreigen te verstikken; toch versaagt hij niet; 't is allemaal van Gretchen; haar goed, dat daar verbranden zal, als hij het niet redden kan en weer voort, de oogen vast dicht genepen, de mond gesloten, de lippen vast op elkander geperst te vergeefs, slechts enkele slappen een niéuwe rooken de, dampende golf, die hem tegenslaat; hij kan niet meer ademen; zijn ooren, zijn oogen, zijn neus zijn vol van den verstikkenden walm. Dan op eens een ontzettend gekraak, als doffe donderslag; het geheele dak is ingeval len, tegelijkertijd vlammeiigevaarten, voorlge- zweept door den orkaan, .warrel-vliegen naar de smederij, j Ook" deze weldra in brand. En weer Peters, die zich wil storten in zijn nog niet door de vlammen aangegrepen werk plaats. Mannen, die hem tegenhouden met forsche armen „mè bos te noc gek Nol" een hunner „dao kin toch niks verbrande, 't is toch alles van iezer". „Jao... jao... van iezer..«van iezer... mè de hamers... dc blaosbalk." „AUè... allé, daoveur allein geiste toch neet rislteere, dat et daak dich op dene kop vült." In de verte het geluid van paardengetrap pel. het geratel en gerammel van snel nade renden wagen. „De brandspuit, de brandspuit" schreeuwen de stemmen. „Goddank de brandspuit 't waor lied, nom-de-domme." Tal van rappe handen, die de paaiden ont spannen, anderen, die de buizen in de put ten leggen, weer anderen, die de slingers grijpen, pompen met snelle lijibuigingen. Weldra de eerste straal, die, smal nog, nauw den schokkendcn muur bevochtigt. „Goddank" uit enkele kelen en krachtiger, sneller het op en neer der armen, der rom pen. Andere mannen, die ter hulp snellen, die de vermoeiden aflossen, hunne plaatseu Inne men. Flauwer, zwakker, kleiner allengskens de vlammen, die geen prooi vinden in de smidse, machteloos de ijzeren werktuigen te verslin den. Nieuwe moed, die allen bezielt; driftiger, doller hun werken; arbeid van reuzen in hun strijd tegen het verdelgende vuur. Ze winnen* winnen: niet lang meer. ala nog slechts sissende, blazende rookpluimen* waarin enkel nog eenige gouden stipjes glinsteren. Een treurige, droeve morgen den volgenden dag. In starre onbeweeglijkheid slaan Peters eh zijn vrouw voor de verbrokkelde, bruingc- roosterde muren, zonder date; hij. bleekwil, de handen in de zakken: zij tegen hem leunend, snikhuileud In droef gekerm. Zonder een enkel woord staren zij naar dio ruïnes, die puinhoopen, waarin hun schallen begraven, hun rijkdommen, hun loon van noesten arbeid en vlijt van vele jaren. Aan den gevel, schuin, als vod neerhangend hel bord met hunne namen dc trots, dc hoogmoed van Gretchen nu niet meer lees baar, slechts enkele schilferige, geblakerde slreepen. Te midden van den chaos der neergestorte steenen en dakpannen enkele rollen laken, geheel verzengd, waarin groote gaten met nog flauw smeulende randen; een weinig ver der papperige massa's wit en zwart, doozcu gedeeltelijk door het vuur, gedeeltelijk door het water vernield, waarin dc stinkende, ver-» schroeide sprieten der gisteren nog fraaie veeren kleven; de stapels linten en banden iiv vele kleuren, niets meer dan een hoopje grijs poeder. (Wordt vcrvolgd.jl

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1916 | | pagina 1