"binnenland" Verspreide Berichten. Stafcn-Üeneraaf. De kruiser Midilli trof den 22en Juli ten Juiden van Sebastopol sterke vijandelijke «eestrijdkrachten aan, die hem den weg pachtten af te snijden. De Midilli had ge- vurende vier uren strijd te voeren, maar kon ^ide vijandelijke insluiting doorbreken en keerde behouden terug, t In een strijd ten oosten van de stad Suez jsn in de buurt van het kèneal tegen twee (vijandelijke cavalleriekorpsen ontsnapte de Ar ij and met achterlating van e enige dooden in de richting van het kanaal. Onze afdee- iingen vervolgen hem. In de streekvan Pomana verjoegen wij pene vijandelijke afdeeling, die ten westen yan Katla verschenen was. Petersburg, 24 Juli. (Tel.-agent- pchap). Communiqué van den grooten gene talen staf. Aan het Kaukasische front wordt ons of fensief met succes voortgezet. In de richting Mossoel vielen numeriek eterkere Turksche troepen gedurende den geheelen dag van den 22sten j.l. onze afdee ling bij Rayat aan; zij combineerden daar een front-aanval met een omtrekkende be weging aan onze flanken. Ons vuur en onze tegenaanvallen dwongen den vijand echter gijn offensief te staken. Avondcommuniqué. Op den weg naar Erzindtan sloegen onze troepen in de streek Ziaret Tapusi twee Turksche tegenaanvallen af en bezetten de hoogte bij Aglik. Ons offensief duurt voort. Ten oosten van den weg naar Erzindjan bezetten wij eene linie Doeroemrivier Dupasi, nadat wij verscheidene Turksche aanvallen hadden teruggeslagen. Onze caval- leiie bereikte de linie BosTapaMertekli. L o n d ej>, 2 4 Juli. (R.) Lloyds bericht uit Tynemouth van den 22en, dat het Deen- sche motorschip Samsoe, dat door een 'Duitsche duikboot beschoten werd, in de Tyne is gesleept; de bemanning werd ge red. Het Noorweegsche zeilschip Bams en rle Zweedsche zeilschepen Juno en Ida zijn, naar gemeld wordt, in brand geschoten en in zinkenden toestand gebracht. De Britsche stoomschepen Llongwen en Knutsford zijn in den grond geboord; de bemanningen zijn gered. Kopenhagen, 24 Juli. (W. B.) Het Deensche stoomschip Cite met ruwe papier massa is gisteren in de Sond door een Duit sche duikboot aangehouden en naar het zuiden gebracht. Baltimore, 21 Juli. (Radiogram van ,W- B.) Burgemeester Preston en andere le- "den van het gemeentebestuur hebben een bezoek gebracht aan de Deutschland. Graaf Bemstorff heeft dit ook gedaan en heeft een maaltijd bijgewoond, dat de burgemeester ter eere van kapitein König gaf. Baltimore, 24Juli. (R.). De Deutsch land is nog steeds in de haven, wachtende op een gunstig oogenblik om te vertrekken. Londen, 24 Juli. (R.) Eerste minister Asquifh heeft bij het lagerhuis eene crediet- aanvrage van 450 millioen ingediend, het geen het totaal brengt op 2832 millioen 6ints het begin van den oorlog. De dagelijksche uitgave is gestegen tot l 5.050.000 voor den tijd^ap 21 Mei tot 22 Juli. Dit is hoofdzakelijk te wijten aan de uitgaven voor leger, vloot en oorlogsbe hoeften. De uitgaven voor de vloot blijven op dezelfde hoogte en men verwacht daarin geene verandering van beteekenis in de naaste toekomst. De legeruitgaven bereikten het hoogste punt in November 1915, maar zullen waarschijnlijk weer hooger zijn in Juli •1916 en die standaard zal waarschijn lijk in de naasté toekomst gehandhaafd blij ven, tenzij er eene groote verandering in de politiek mocht voorkomen. De uitgaven voor •de legerbenoeften zijn gestegen tot eene hoogte, zooals nog niet bereikt was, en zul len zich -zelfs nog verder uitzetten. De leeningen aan de geallieerden, die dooreen 132.000 per dag bedragen, heb ben gedurende het tijdperk 1 April tot 22 Juli 157 millioen bedragen. Bukarest, 24 Juli. (W. B.) De Fran- sche gezant graaf de Saint-Aulaire is hier aangekomen. Berlijn, 2 4 J u 11. (K. N.) Het sociaal democratische partijbestuur publiceert In de Vorwarts drie besluiten welke na besprekin gen gedurende twee dagen, werden geno men. Het eerste verlangt verdeeling en prijs vermindering der voedingsmiddelen bene vens organisatie der volksvoeding. Het twee de besluit meldt, dat de sociaal-democratie 'blijft vasthouden aan de principieele verwer ping van alle annexaties zoomede van elke politieke en economische overweldiging van een volk, van welke zijde ook, want zij zou den slechts weer oorlog in de toekomst ten gevolge hebben. De soeiaal-democratie ver klaart, dat de verdediging van Duitschland moet bestaan in de beveiliging eener poli- ïfeke onschendbaarheid en dat economische ontwikkeling en vrijheid het eenige oorlogs doel moet zijn. De socialistische partijen van alle landen worden opgeroepen om tot spoe dige totstandkoming van den \rede mede te werken, opdat aan den eeselijken raen- Bchenmoord een einde kome. Het derde be sluit slaat op de partijvergadering en luidt: Het bestuur Is van oordeel, dat een spoedige •belegging van een partijvergadering tot her stel van een geordend partijleven noodzake lijk is. Aangezien irttusschen zekerheid voor ;*een onbelemmerde voorbereiding en vrije discussie op de partijvergadering thans niet jjgeg.even kan worden, beveelt het partijbe stuur aan een conferentie der partijorgani- Eaties bijeen te roepen teneinde een voort- sleepende partijverzwekking te voorkomen. •Deze besluiten werden met 12 stemmen te gen aangenomen. Stockholm, 14 Juli. (Zweedsch tele graafbureau). De conferentie der onzijdigen aa&St ons «r kennis van- dat fledurende de vrede.- >iiSualien van 1 tot 6 Augustus de kerkklokken zullen luiden niet alleen in Zwitserland, maar ook in Denemarken. Vele vereenigingen, waaronder het Heilsleger, hebben toegezegd, dat zij besluiten zullen namen, zich uitsprekende voor een duurza- men vrede. Er zullen artikelen verspreid wor den, waaronder van bisschop Ostenfeld, een Deen, Ellen Key, een Zweedsche, en Arne Garben, een Noorweger. Ce lersciie kwestie In het Lagerhuis Londen, 24 Juli. (R.). In het debat over de Iersche kwestie zeide Redmond, dal als het wetsontwerp waarin de Iersche schik king belichaamd zou worden, in eenig op zicht afweek van de bepalingen, waarom trent de .instemming verkregen was van de beide Iersche partijen met Lloyd George, de nationalisten zich tegen het geheele wets ontwerp zouden verzetten. Lloyd George zeide in zijn antwoord, dat op eene wijziging op het punt der vertegen woordiging van de nationalisten in het lager huis na de invoering van de Home Rule was aangedrongen door de unionisten en dat de regeering het wetsontwerp slechts zou kun nen indienen, wanneer de nationalisten die wijziging aanvaardden. De nationalisten gaven luid hunne afkeu ring hierover te kennen, waarna Lloyd George verklaarde, dat tot zijn diep leed wezen de regeering niet geslaagd was in hare poging om eene schikking tot stand te brengen. Corson drong aan op de noodzakelijkheid, dat er overeenstemming kwam tusschen de nationalisten en de Ulstermannen. Hij gaf zijn ernstigen wensch te kennen om de oor spronkelijke schikking uit te voeren, waarbij hij deed uitkomen, dat de wijziging, waar tegen de nationalisten bezwaar hadden, van weinig belang was. Asquith legde er ook nadruk op, dat hef punt daarop de schikking was mislukt, na melijk het aantal Iersche leden die fn West minster zouden blijven, van ondergeschikt belang was. Hij deed een ernstig beroep op de nationalisten, dat zij over hun besluit nog eens zouden denken in het belang van Ierland en van het Vereenigde koninkrijk. Londen, 24 Juli. (R.) Sir William Ramsay, de bekende geleerde, wien in 1904 de Nobelprijs voor scheikunde werd toege kend, is overleden. Londen, 24 Juli. (R.) De Attorney General heeft geweigerd toestemming te verleenen, dat Casement in beroep gaat bij het hoogerhuis. B e r 1 ij n, 2 4 Juli. (W. B.) In de buurt van Berlijn fs gister op de Boven Spree een ernstig ongeluk voorgekomen. Een passa giersschip is In botsing gekomen met een motorboot. Naar verluidt, zijn twintig men- schen hierbij omgekomen. Tweedetelegram. Tot op dit oogen blik is vastgesteld, dat bij het ongeluk op den Langensee bij Grünau 16 menschen het leven hebben verloren. Het nieuwe Oranjebook. (V ervolg.) Toepassing van art. 4 der neu traliteit s-p roclamatie. Ondei dit hoofd worden in het Oranjeboek verschillende inter- neerings-kwesties behandeld, o.a. van den op 4 November j.l. op Terschelling gestrande Duitsche onderzeeër U. C. 8. De Duitsche regeering stelde zich hierbij op het standpunt dat het komen van deze onderzeeër, die nabij Terschelling met averij was aangetroffen, in de territoriale wateren noch met het volkenrecht noch met de neutraliteits- proclamatie in strijd was, aangezien volgens het volkenrecht der oorlogvoerenden het recht van doorvaart door de territoriale wateren der neu trale mogendheden, tot een breedte van 3 zee mijlen, vrij stond, welk recht hun ook niet door een eenzijdige verklaring als de Neutraliteitspro- clamatie kon worden ontnomen, waartegenover de Minister uiteenzette dat de Nedcrlandsche Neutraliteitsproclamatie der Regeering den vol strekten plicht oplegde tot de interneering van de duikboot C. 8 over te gaan, ondei deels dat de regelen, welke zij op dat stuk bevat, geens zins in strijd zijn met het Volkenrecht." De Regeering ontkende verder, dat er reden bestond voor grieven tegen het optreden van de marine-autoriteiten, die van Duitsche zijde waren geopperd. De nota van den Minister werd door de Duit sche Regeering beantwoord, waarbij deze haar zienswijze, dat de interneering in strijd met het volkenrecht was geschied, handhaafde. De Duitsche regeering verklaarde de inter neering der onderzeeboot een ernstige inbreuk op de neutraliteit en sprak zij de stellige ver wachting uit, dat de Nederlandsche regeering zonder eenig uitstel de U. C. 8 en haar beman ning zou in vrijheid stellen en genoegdoening zou geven voor dc ongerechtvaardigde internee ring. De Minister antwoordde hierop met een uit voerige nota, waarop weer een repliek van Duit- schen kant kwam. Beide partijen handhaafden haar standpunt. De Duitsche Regeering handhaafde voorts het meerendeel harer grieven tegen de Nederland sche autoriteiten en de beweringen, dat dc mili taire autoriteiten zich op onrechtmatige wijze van de geheimen van het vaartuig hadden op de hoogte gesteld. Op deze repliek diende de Minister van weder antwoord, waarin hij o.a. betoogde, dat naar de meening der Rcpeering zin noch strekking van de bepalingen dei Nederlandsche Neutraliteits- verklaring tot den minsten twijfel aanleiding geven. Zij heeft overigens door haar uit te vaar digen geen algemeen beginsel van het volken recht beperkt, doch gebruik gemaakt van een be voegdheid, door dat recht toegestaan. Onder die (en andere nog nader uiteengezette) omstandigheden zal de Duitsche Regeering er zich wel rekenschap van willen geven zoo schreef de Minister o.m. dat de Nederlandsche. regeering, bij haar vast besluit om zich te ge dragen naar de regelen, welke zij zich heeft ge steld sedert het bearin van den oorlog, niet kan toegeven aan den wensch der Keizerlijke regec- ring om de duikboot U. C. 8 en haar bemanning in vrijheid te stellen. Het tweede interneer ingsgeval betreft de interneering der Britsche onderzee boot H. 6, den I9en Januari gestrand, tengevol ge van een fout in het bestek, op een punt ge legen op ongeveer 2% zeemijl binnen de Neder landsche territoriale wateren in het Friesche Gat, tusschen Ameland en Schiermonnikoog, naar aanleiding waarvan de regeering geprotes teerd heeft tegen de redding door een Britsche motorsloep van een deel der bemanning van de geïnterneerde Britsche onderzeeboot H 6, niet tegenstaande de Nederl. reddingboot aanwezig was. Dan bevat het Oranjeboek een uitvoerig ver weer tegen de meening der Duitsche Regeering, dat de overlevenden van de Britsche kruisers Aboukir, Crossy, Hoque zonder hare toestem ming niet hadden mogen vrijgelaten, maar vast gehouden worden om de vrijlating te verkrijgen van aan boord van Nederl. schepen door de En- gelschen gearresteerde Duitsche dienstplichtigen. Tegenover de niet op het volkenrecht gegron de voorkomendheid tegenover Groot-Britannië betoond, moest aldus betoogde bij die gele genheid de Duitsche regeering de weinige na druk waarmede de Nederlandsche Regeering haar neutraliteit handhaafde wanneer het Duit sche belangen betrof, den indruk wekken alsof niet met gelijke maat werd gemeten. Uit de Memorie door den Minister hierop we der tot Duitschland gericht dd. 15 Maart 1915, zij geresumeerd, dat, waar de Nederlandsche Regeering zich verplicht achtte de geredde En- gelsche zeelieden vrij te laten en haar neutrali teit haar verbood dienaangaande overleg te ple gen met de Duitsche Regecring, zij ook niet te dier zake in eenig beding kon treden door aan de vrijlating der zeelieden de voorwaarde te ver binden, dat Engeland zijnerzijds zou overgaan tot de invrijheidstelling der Duitsche onderdanen, die van Nederlandsche schepen waren afge nomen. Van een op het volkenrecht niet gegronde voprkomendheid. jegens Engeland in tegenstel ling met een gebrek aan stiptheid in de toepas sing der onzijdigheid waar het Duitsche belan gen geldt, kan geen sprake zijn. Het Oranjeboek biedt verder de mededeeling dat de Engelsche duikboot E 17 verloren ging, doordat de commandant niettegenstaande averij de onderzeeboot deed duiken, omdat hij de Noordbrabant, die aan haar boord de beman ning redde, voor een Duitschen kruiser hield en dat onze regeering juist vrijlating als in strijd met een strikte neutraliteit weigerde. Bericht*». De Staatscourant van 24 Juli bevat o.a. de volgende besluiten overgeplaatst in rang bij het 15e regiment infanterie de 2e luitenant der infanterie J. H. Jager, van het Indische leger en bij het Indische leger de 2e luitenant H. T. Halke- ma, van het 15e reg. infanterie; op verzoek eervol ontslagen G. O. E. Lignac als assistent in de pathologie aan de Rijksuniversiteit te Leiden. benoemd en aangesteld tot officier van ge zondheid der 2de klasse, de arts J. Ch. Muller, bij het personeel van den geneeskundigen dienst van het leger in Nederlandsch-Indië. De minister van Marine bracht gisteren met zijn adjudant, luit. t.z. Ie klasse mr. de Jager, een bezoek aan Dordrecht. Jhr. Michiels van Verduynen, gezant- schapsraad, tijdelijk geplaatst bij het Neder landsche gezantschap te Petersburg, heeft Zondag van den Haag uit, waar hij sedert zijn vertrek uit Londen vertoefde, de reis naar zijn nieuwen post ondernomen. Handelsafdeeling Duitsch gezantschap. De tot dusver bij de handelsafdeeling van het Duitsche gezant schap te 'sGravenhage geplaatste directeur van de Duitsche bank te Berlijn, de heer Bergmann, is tot een hooge functie bij het Rijksministerie van financiën te Berlijn be noemd en heeft Den Haag verlaten om zijn nieuw ambt te aanvaarden. De E e r s t e K a m e r, die heden avond bijeenkomt, zal Woensdag afdeelings- onderzoek houden. Voor openbare behandeling vermoedelijk op den daarop volgenden dag, is o.a. aange wezen het wetsontwerp tot bekrachtiging van eene overeenkomst met de Babat-Djom- bahg Stoomtram-Mij. tot aankoop van hare onderneming, dat urgent is wegens een daarin voorkomende termijn. Commissie geneeskundi ge dienst. De door den minister van Oorlog ingestelde commissie betreffende de werking van den militairen geneeskundi gen dienst, houdt hare vergaderingen in een der zalen van het departement van bin- nenlandsche zaken. Heden had hare eerste bijeenkomst plaats. Krankzinnigenverpleging. Vol gens een bericht in „De Maasbode' is bij ko ninklijk besluit, ingaande 1 Januari 1917, een belangrijke wijziging gebracht, in de subsidiee- ring door het Rijk van de verplegingskosten van armlastige krankzinnigen. Belangrijk omdat dit besluit tengevolge zal hebben dat menige arm lastige lijder niet onmiddellijk naar een krank zinnigengesticht zal worden overgebracht, doch alvorens zulks geschiedt, behoorlijk kan geob serveerd worden. Belangrijk tevens omdat dit besluit ook de mogelijkheid zal openen, dat ook in andere dan krankzinnigengestichten, meer verpleging lean plaats hebben. Het oude koninklijk besluit van 1900 kende alleen voor die lijders bedragen toe, welke in gestichten of in de zoogenaamde ge zinsverpleging", dat waren gezinnen aan de ge stichten verbonden, verpleegd werden en iedere armlastige lijder werd dan ook begrijpelijk on middellijk naai 't gesticht overgebracht. De ge meentebesturen moesten wel, ter wille van het subsidie. Het nieuwe koninklijke besluit kent voor de verplegingswijze nog deze bijdrage toe, maar opent daarnevens dit, dat lo. wanneer een krankzinnige lijder ten min ste drie jaar onafgebroken verpleegd geweest is in bepaalde instellingen van weldadigheid, of in inrichtingen en woningen staande onder openbaar bestuur (dus bijv. ziekenhuizen, of ga me, \'r!üke tehuizen voor ouden van dogen), de subsidie toch verleend wordt, an 2o. een rijksbijdrage ad U.25 wordt ver leend voor lijders welke in een psyohiatrisch- neurologische kliniek of een afdeeling van een ziekenhuis ter observatie zijn opgenomen of die tijdelijk in bepaalde instellingen van weldadig heid verpleegd worden. Vooral deze laatste bepaling zal schrijft „De ftliicabode" ongetwijfeld in vele gevallen een -eheel andere gedragslijn der gemeentebe sturen, te ier laste de verpleging komt ver oorzaken, en ongetwijfeld vooral ten goede kunnen komen aan lijders, wier ziekte slechts van tijde lijken aard1 blijkt te zijn. Het stempel, „van in een krankzinnigenge sticht gezeten te hebben", zooals het in den volksmond heet, behoeft nu niet meer zoo spoe dig ge;'et te worden. Hef Arnhemse h'e slacht- K u I 8. In de gisteren gehouden gemeente raadszitting van Arnhem werd aan den heer F. W. van Duim, eervol ontslag verleend als directeur van het gemeenteslachthuis. Professor Kohnstamm. „De Hoofdstad" deelt mede, dat prof. Kohnstamm heeft te kennen gegeven, dat hij tengevolge zijner verkiezing tot voorzitter van het hoofd bestuur van de Vrijzinnig-Democratische Vereeniging, zal bedanken als voorzitter van de afdeeling Amsterdam dier Vereeniging. A. C. A. N o 1 e t. Te Schiedam is op 70-jarigen leeftijd overleden de heer A. C. A. Nolet, lid van den gemeenteraad al daar, oud-lid van de Provinciale en Gede puteerde Staten van Zuid-Holland en be stuurslid van tal van R.-K. vereenigingen en instellingen te Schiedam. Talma enPatrimonium. Naar aan de „Ned." gemeld wordt, zijn in den kring van het hoofdbestuur van Patrimonium plannen! n overweging de Christelijke arbei ders In de gelegenheid te stellen op een passende wijze uiting te geven aan hun groote liefde voor den ontslapen predikant- staatsman oud-minister Talma. ■ederland en de oorlog» Kamerleden, die koper of koeien smokkelen. De heer De Savornin Lohman heeft aan de Regeering de volgende schriftelijke vra gen gesteld: In 8e Telegraaf van 10 Juni j.l. is opgenomen een Open Brief aan de leden der Tweede Ka mer, onderteekend G. P., waarin onder meer steat„heeft, gelijk mij van andere zijde is me degedeeld, een of meer leden der Regeering deze he eren vaderlijk de hand! boven het hoofd gehoudenaanklagers meedeelende dat er geen juridisdhe bewijzen waren en de deugnieten welwillend in overweging gegeven ontslag uit de commissie te nemen, waarin zij, laat mij maar hoffelijk zijn, minder gelukkig gewerkt hadden". Met „deze heeren" wordt, blijkens het onmid dellijk daaraan voorafgaande, bedoeld, „perso nen die met koper gesmokkeld hebben, koeien gesmokkeld hebben en met consenten geknoeid hebben." Naar aanleiding" van deze woorden wenscht ondergeteekende de volgende vragen aan de Regeering te stellen lo. Zijn eer bij de Regeering klachten in gekomen omtrent leden der Kamar, die 2ioh schuldig zouden hebben gemaakt aan handelin gen als in het hierboven vermelde uittreksel warden genoemd? 2o. Zoo ja, is door de Regeering naar die klachten e onderzoek ingesteld, en is de Re~ geeririg bei c d de Kamer in de gelegenheid te stellen van dat onderzoek kennis te nemen? Hierop is door den minister van Land bouw, Nijverheid en Handel, de heer Pos- thuma, het volgende geantwoord: lo. Klachten, dat er Kamerleden zouden zijn, die met koper of koeien gesmokkeld hebben, of met consenten zouden hebben geknoeid, hebben den ondergeteekende niet bereikt, noch zijn ambtgenooten, die daarvoor in aanmerking zou den hebben kunnen komen. 2o. Deze vraag kan bijgevolg ontkennend be antwoord worden. Oe „Tubantia". Het Kamerlid de heer Nierstrasz heeft de volgende schriftelijke vragen aan de Regee ring gericht betreffende de onderhandelin gen met de Duitsche regeering ter zake van den ondergang van de Tubantia: 1ïs de Regeering van oordeel, dat de onder handelingen met de Duitsohe Rege-cring ter zake van de ramp, hét Nederlandsche stoom schip „Tubaoiia" overkomen in den nacht van 15 op 16 Maart j.l., met de laatste nota dier Regearing, behelzende het resultaat van het of- ficieele Duitsche onderzoek naar de oorzaken dier ramp, niet afgesloten zijn? 2. Is dd Regeering van oordeel, dat ook na de genoemde nota het feit blijft vaststaan, dat de Tubantia niet door een ronddrijvende torpe do, maar door een torpedoschot is onderge gaan S. Is de Regeering van oordeel, dat de fei ten, door de Duitsche Regeering in genoemde nota erkend, in elk geval de aansprakelijkheid dier Regeering" voor de ramp en haar gevolgen vaststelt en is de Regeering voornemens van de Duitsche Regeering do erkenning dier aanspra kelijkheid te vorderen? 4. Is de Regeering bereid, indien de Tuban- tia-zaak niet door onderhandelingen tot een voor ons land bevredigend einde kan worden gebracht, acc\ do Duitsche Regeering voor te stellen, de vaststelling zoowel van de feitelijke oorzaak der ramp als van de aansprakelijkheid voor de ramp en hear gevolgen op te dragen, M aan een daarloe door beide Regeeringen te benoemen internationale commissie, dan wel aan het Permanente Hof van Arbitrage te "s Gravenhage? De minister van Buitenlandsche Zaken, de heer Loudon, heeft hierop het volgend ant woord ingezonden: Gelijk uit de mededeeling in het heden over gelegd Oranjeboek blijkt, is de Regeering van oordeel, dat met de laatste nota der Duitsch® Regeering de gedachtenwisseling orver den on dergang der Tubantia geenszins afgesloten is. De Regeering handhaaft haar meaning, dat de Tubantia door een afgeschoten torpedo is ver nield. Nadere inlichtingen zfjn te Berlijn ge vraagd en ten deele reeds verkregen, doch het vertrouwelijk karakter der gedachtenwisseling en het feit, daUzij nog niet Is afgesloten, belet ten vooralsnog eenige openbaarmaking daar van, Bij den stond dier gedachtenwisseling zou het voorbarig zfjn zich bereids uit te spreken over de nader te volgen gedragslrn Het opbrengen van vlsachersschepen Een reederij te IJmuiden heeft, volgens de „Scheepvaart", bericht ontvangen dat de opgebrachte schepen voorloopig in de Schotsche havens zullen worden vastgehou den totdat een definitieve regeling zal zijn getroffen. Bij de reederij van de M A I (Burgerm ster Ripping) Is nog geen bericht ingekomen, dat dit stoomvisschersvaartuig voor het prijs ge recht zal komen. In een gisteravond te 's-Gravenhage gehouden spoedvergadering van besturen van afdeelingen van de Vereeniging tot be vordering der Nederl. haringvisscherij ter bespreking van den toestand, is besloten aanst. Woensdagmiddag vermoedelijk in de Dierentuinzaal te 's-Gravenhage, onder leiding van genoemde Vereniging, eene groote vergadering te houden van alle be langhebbenden bij de visscherij uit verschil lende visschersplaatsen, als reeders, koop lieden, visschers, kuipers enz. Reuter seint uit Londen: Wij vernemen, dat de omvang, waarin de Nederlandsche visschersvloot betrokken was bij het zenden van voorraden naar Duitsch land, eenigen tijd geleden ernstig de aan dacht trok van de Britsche regeering. Het is bekend, dat ongeveer 90 pCt. van de ha ring en een- aanzienlijk gedeelte van de an dere visch, die door de Nederlandsche vis- schersschepen werd gevangen, rechtstreeks aan Duitsche koopers is verkocht. De Brit sche regeering heeft het diensvolgens nood zakelijk geacht een aantal Nederlandsche visschersvaartuigen voor het Prijzenhof te brengen. Eveneens werd-nog een aantal schepen vastgehouden wegens het visschen fn verboden gebied, een prac.tijk die de Ne derlandsche visschers aanhoudend hebben gevolgd, niettegenstaande de waarschuwin gen hunner eigen regeering. De Britsche regeering erkent dat eenige moeilijkheid kan worden veroorzaakt door deze handelingen en zij verklaarde zich be reid tot besprekingen met de vertegenwoor digers der Nederlandsche visscherijbelan- gen met het doel eenige middelen te'ov >r- wegen tot verlichting van den toesfer Op een mijn celoopen. Het Nederlandsche stoomschip „Maas" is bezuiden het lichtschip Noord-Hinder op een mijn geloopen en gezonken. Van de op varenden zijn elf personen gered en tien omgekomen. Het marine-vaartuig „Zeehond" is naar de plaats des onheils vertrokken om asiin tentie te verleenen. Het stoomschip „Maas" behoorde aan de Naamlooze Vennootschap „Houtvaart" te Rotterdam. Het stoomschip „Maas" is groot 1200 tgn. en was geladen met superphosphaot. De namen van de omgekomenen zijn: A. P. Vos, kok; P. v. Vonno, hofmeester; J. P. Stols, licht matroos; C. v. Luik, donkeyman; P. Boon, stoker en W. van Bose, tremmer. Voorts zijn omgekomen twee machinisten. De tiende, die waarschijnlijk als omgeko men moet worden beschouwd, is W. A. Ar- soen, die zich aan boord van de „Zeehond" bevindt, waar men tot nu toe vergeefs heeft getracht de levensgeesten op te wekken. Met het marine politievaartuig Zeehond zijn gisteravond te half negen te Vlissingen aangekomen 11 overlevenden van de beman ning van het stoomschip Maas en bovendU n het lijk van den 17-jarigen messroomjóng:n. Het was half negen, toen het schip meerde, maar het duurde geruimen tijd, eer kapit in Krook met zijn mannen van boord kwamen, omdat eerst de noodige ondervragingen rlaor de marineautoriteiten en den waterschout aan boord plaats hadden. Intusschen v -'is eet lijk van den jongen door de politie ut lijkenhuis gebracht en door de zor. den marinedokter K-older was een s wiens zenuwen geschokt waven, naar he. ziekenhuis vervoerd. In het hotel Zeeland stonden de kapit, de eerste en tweede officieren en de eer?'e machinist ann de vertegenwoordigers der pers een onderhoud toe. Hun verhaal kon echter slechts sober zijn. Ongeveer 10 minuten voor acht gister r. gen was men op ongeveer een mijl van het vuurschip Noord Hinder, toen plotseling" mid scheeps een lange knal klonk. Wel werd op ongeveer vier mijl een onderzeeër gezien, maar een bellenbaan werd niet waargeno men en het is dus zoo goed als zeker, dat hier een mijn de oorzaak is van het vergaan van dit 2000 ton groote schip. In minder dan geen tijd was de Maas in de diepte ver dwenen met zich mede nemende 9 Neder landsche slachtoffers. Zooals gezegd, van de Zeehond had men het ongeluk gezien en men was direct naar de plaats des onheils gestoomd. Na een half uur op wrakhout en gordels te hebben rondgedreven, werden de mannen aanboord genomen en daar ver zorgd. Droge kleeren werden verschaft, een gewonde matroos werd verbonden, in een woord alles werd gedaan om de schipbreu kelingen ter wille te zijn. Te Vlissingen wei den de mannen opgewacht door een verte genwoordiger der reederij. Zij overnachtten te Vlissingen en gingen heden met den eer sten trein naar Rotterdam terug. Naar de N. R. Ct. meldt was de Maas voor vijf ton verzekerd. Da «leesohprijzen. De vleeschhouwen uit verschillende plaat sen van ons land ter veemarkt te Rotterdam aanwezig, hebben gisteren den minister van landbouw een telegram gezonden, vaatf* ■fi»

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1916 | | pagina 2