KOLONIËN. BINNEN LANDT" Aan het Perzische front bereikten onze Iroepen bij de vervolging van uit Sakiz ge- yluchte Russische troepen de ten noorden aren Sakiz gelegen plaats Buquan. Aan het Kaukazusfront waren in de sec toren Bitlis en Moesh zwakke plaatselijke [vuurgevechten. De door den vijand sedert irijf dagen met zeven regimenten infanterie, vele regimenten cavallerle en meer dan 30 kanonnen en houwitsers hardnekkig uitge voerde aanvallen tegen onze vooruitge- brachte stellingen, die een naar het noord oosten gerichten voorsprong in den sector OgnQtt vormden en door eene zeer geringe strijdmacht verdedigd werden, werden bloe dig afgeslagen. De vijand had gedurende dezen strijd meer dan 3000 doodenonze (verliezen waren betrekkelijk zeer gering. In den morgen van \ugustus viel de vij and met door hem aangevoerde versterkin gen na eene beschieting van zeven uren op nieuw deze stellingen aan. Hij leed weder buitengewone verliezen. Onze vooruitge schoven afdeeling werd, daar hare aanwezig- beid in deze stelling nis nutteloos beschouwd werd. in hare een weinig achterwaarts ge legen stellingen terug getrokken. In het centrum en op den linker vleugel aan de kust was geene belangrijke strijdhan- deling. De door den vijand ontwikkelde werkzaamheid, om naar het westen van Er- zindjan vooruit te rukken, is geheel zonder vrucht. De plaats Kaliburnu, ten westen van Po- lalham, is door den vijand bezet. Een Rus sisch vliegtuig is aan de kust van de Zwarte zee neergeschotende bemanning is gevan gen gemaakt, de machine buit gemaakt. Petersburg, 3 Aug. (Tel.-agent- ffchap). Namiddagcommuniqué van den groo- ten generalen staf. Aan het Kaukasische front wonnen onze' troepen in de richting van Kharput (ten Zui den van Erzindjan) in de streek van het dorp Noerik terrein, na den vijand verdreven te hebben uit een versterkte stelling op den rechteroever van de Oostelijke Euphraat (Moeradsjai). Avondcomnuiniqué. In de richting van Diarbekir, bij Ogoet tusschen Moesh en Mamahatoen, namen wij fn een onstuimigen bajonetaanval Turksche werken. Wij maakten 7 officieren en om streeks 300 Askari's krijgsgevangen; een compagnie gaf zich in haar geheel over. Wij namen een kanon en drie machinegeweren. Onze troepenelementen zetten het offen sief voort. Gevangenen blijven toevloeien. Londen, 3 Aug. (R.) De Britsche tref- lers Smiling, Morn en Twiddler zijn door Duitsche duikbooten in de Noordzee in den grond geboord; de bemanningen werden ge red. Het Engelsche stoomschip Britannia, groot 2240 ton en behoorende aan de maatschap pij Cockerline, is door een duikboot in den grond gehoorhet was niet bewapend. Het Engelsche zeilschip Margaret Sutton is ook tot zinken gebracht. Londen, 3 Aug. (R.) Lloyds bericht, dat het Britsche niet bewapende stoom schip Heighington, het Italiaansche zeil schip Rosarina, de Noorweegsche visschers- schepen Einar en Erling en het Italiaansche stoomschip Letimbro zijn allen gezonken. Budapest, 3 Aug. (W .B.) De Az Est bericht uit Bukarest: De door den Russischen in\al in Manornica veroorzaakte schade is door eene commissie vastgesteld. De Russi sche regeering heeft de verplichting tot schadevergoeding erkend. De commissie heeft zich naar Manornica begeven om de bedragen van de schadevergoeding aan de bevolking uit te betalen. Washington, 3 Aug. (R.) De sleep- bort Timmins bericht, dat de handelsduik- boot Deutschland gisteravond om half elf de Virginiakaap is gepasseerd. B e r 1 ij n, 3 Aug. (K.~N.) Uit Christiania wordt aan de Voss. Ztg. geseind, dat het be richt van het stopzetten van den geheelen aanvoer naar Noorwegen door Engelands politiek van geweld aldaar een opzienbaren de uitwerking heeft, die zeer duidelijk tot uiting is gekomen in de avondbladen. Affon- posten schrijft o.a.: Ernstige tijden bedreigen Noorwegen. Engeland heeft den aanvoer naar Noorwegen stopgezet en dreigt het zelfde met de visscherij te zullen doen. Klaarblijkelijk meent Engeland, dat een uit hongering van Noorwegen noodzakelijk is om Duitschland er onder te krijgen. In Noor wegen begrijpt niemand, dat dit optreden van Engeland in overeenstemming kan worden gebracht met de fiere woorden, dat Engeland de beschermer is van de kleine staten. Zet Engeland de aangevangen politiek van uit hongering voort, dan gaat Noorwegen zeer moeilijke tijden tegemoet. De vraag is of Noorwegen in staat zal zijn om de Engelsche regeering te overtuigen, dat haar optreden een onrechtvaardige# geweldpleging tegen een kleinen staat is. Het optreden van Enge land is zelfs een verrassing voor hen, die a priori overwegend sympathiseeren met de mogendhéden van het westen. De correspondent seint voorts, dat groote ladingen meel, die voor de regeering van Noorwegen te Christiania werden aange bracht, met het stoomschip Christianiafjord ivan de NoorwegenAmerikalijn op last van den Britschen gezant niet mogen worden af geleverd, niettegenstaande dat het ministerie (van buitenlandsche zaken te Londen juiste en betrouwbare statistieke gegevens van de regeering van Noorwegen ontvangen heeft, «die uitwijzen, dat de invoer thans minder is dan in het vorige jaar de regeering van Noorwegen ziet zich genoodzaakt in te grij pen. B e r 1 Ij n, 3 A u g.- (K. N.) De Voss. Ztg. pntleent aan de Petit Parisien het bericht, idat Italië het Italiaansche-Duitsche handels- jerdrag van 1891 opgezegd heeft. De Voss. Ztg. merkt daarbij op, dat het handels-, tol- en scheepvoartverdrag tusschen het Duitsche Rijk en Italië van 6 December 1891 door een aanvullingsverdrag van 3 December 1904 gewijzigd en uitgebreid is g<*vorden. B e 1 ij n, 3 Aug. (K. N.) Uit München wordt aan de Berliner Zeitung am Mittag ge seind, dat volgens officieele mededeeling de opbrengst van de hooioogst in Beieren, die voor het grootste deel afgeloopen is, 50 tot 80 procent grooter is dan de hooiogst van het vrige jaar. De gerstoogst, die zoo goed als afgeloopen is, is eveneens uitstekend en is belangrijk grooter dan die van het vorige jaar. Dank zij de gunstige weersgesteldheid zijn ook de granen goed binnengehaald, de tarwe en de haver staan uitstekend. Men is met het oogsten van deze graansoorten eerst in enkele streken begonnen; de oogst is bo ven verwachting goed uitgevallen. Ook van rapen, voederwikken en vooral van aardap pelen wordt een overvloedige opbrengst ver wacht. Berlijn, 3 Aug. (W. B.) Officieel be richt. Bij besluit van 2 Augustus is het bestaan de verbod om aardappelen te vervoederen, opgeheven. Oe Vereenigde Staten en Mexico. Washington, 3 Aug. (RDe Mexi- caansche gecommitteerden zijn benoemd, die gezamenlijk met de gecommitteerden der Vereenigde Staten de geschillen tusschen de beide landen uit den weg zullen ruimen. Men verwacht, dat Arredondo, de Mexicaan- sche gezant te Washington, benoemd zal worden tot minister van buitenlandsche za ken in Mexico, hetgeen verder zal bijdragen om de goede betrekkingen te bevestigen. Oost-lndlë Burgemeesters op Java. Uit Soerabaja wordt aan het Hbld..ge seind, dat benoemd zijn tot burgemeesters van Batavia mr. G. J. Bisschop, secretaris van het departement van financiën; van Semaiang de heer D. de Jong en van Soe rabaja mr. A. Meyroos, adjunct-adviseur voor de decentralisatie. Een Indische democratische partij Uit Weltevreden wordt geseind aan de Tel.: Te Solo (Soerakarta) is de Indisch-Demo- cratenpartij opgericht, die zich ten doel stelt, de belangen der Indo-Europeanen te behar tigen, doch zich tegen elke revolutionnaire actie verklaart De Staatscourant van 3 Aug. bevat o.a. de volgende Koninklijke besluiten bij de opleiding voor monteur der zee macht te Amsterdam bevorderd- tot le on derwijzer-monteur de 2e onderwijzer T. Berg man; tot 2e onderwijzer-hulpmonteur de 3e onderwijzer W. S. van der Noordaa en de huIpmonteur-4e onderwijzer, J. J. de Wilde; tijdelijk benoemd tot le onderwijzer R. Swierstra te Arnhem; benoemd bij het reserve-personeel der land macht bij de infanterie der landweerbij het 40ste bataljon, tot reserve-twecde-luitenant, de dienstplichtige sergeant C. J. Gudde, van het 42ste bataljon benoemd bij het reserve-personeel der land macht, bij het personeel van den geneeskundi gen dienst, tot reserve-officier van gezondheid der 2de klasse, de heer H. Berkelbach van der Sprenkel, arts; aan den heer L. P. F. Schimpf, gepensionneerd kapitein der infanterie van het Oost-Indische leger, chef eener onderafdeeling van het door de vereeniging „Het -Nederlandsche Roode Kruis" opgerichte informatiebureau voor zieken en ge wonden, op zijn daartoe gedaan verzoek, een eervol ontslag verleend uit zijne betrekking van chef eener onderafdeeling van genoemd bureau. De Eerste Kamer is weder bij eengeroepen tegen Dinsdag 8 Augustus a.s., des avonds 814 uur. De nieuwe C chn m a n d a n t van de Monden der Maas en der Schelde. Schout bij nacht W. C. J. Smit, met ingang van 16 Augustus 1916 benoemd tot commandant van de stelling van de Monden der Maas en der Schelde, werd den 6en December 1860 te Batavia géboren en ving als nog geen 16-jarig jon geling zijn studiën voor den zeedienst als adelborst 3e kl. aan het Instituut te Willems oord aan. Den 22en Augustus 1882 werd hij, na resp. in '78 en '80 bevorderd te zijn tot adelborst 2e en le kl., benoemd tot luit. ter zee 2e kl., den len Juni 1893 tot luit. ter zee le kl., 1 Juli 1904 tot kapitein-luitenant ter zee, 16 Mei 1909 tot kapitein ter zee en den len Juli 1915 tot schout bij nacht. Van 1 September 1894 tot 1 September '98 was de heer Smit belast met de betrek king van officier-instructeur voor de zee-ar tillerie aan het Instituut te Willemsoord. Gedurende geruimen tijd was hij tot begin 1909 chef van het bureau Marinestaf, om in April van hetzelfde jaar tijdelijk belast te worden met de betrekking van chef van den Marinestaf en van de afdeeling Defen sie aan het Departement, van welke tijde lijke functie hij in November d.a.v. eervol werd ontheven, waarna hij naar Indië ver trok. Na te zijn gerepatrieerd - "raan 'olo- nel Smit de betrekking van chef van den Marinestaf en van de afd. Defensie aan het Departement opgedragen. In 1907 werd de heer Smit belast met een opdracht ter bestudeering van artillerieaan- gelegenheden in het buitenland, met name in Engelsche oorlogshavens. Het volgend jaar werd hij benoemd tot lid van den Raad van Defensie en vertegenwoordigde hij ons land op het Internationaal Congres voor Red dingswezen te Frankfurt a/M. en op het congres voor Reddingswezen, hygiëne en veiligheid ter zee te Nantes en St. Nazaire. Ook werd de heer Smit o.a. benoemd tot lid der Staatscommissie inzake den toegang tot Nederland door het Noordzeekanaal, van de Technische Commissie tot adviseering van verschillende vraagstukken van Marine- beleid, voorzitter van de Commissie tot voor bereiding en regeling van de deelneming van de Marine aan de Eerste Ned. Tentoon stelling op Scheepvaartgebied (Entos) 'n 1913 en buitengewoon lid van den Oct ooi- raad. In Februari 1913 werd kolonel Smit ge- commiteerd naar Duitschland ter ber.tudee- ring van artillerie-aangelegenheden. Schout-bij-nacht Smit is drager van het Etreteeken voor belangrijke krijgsverrich tingen met de gesp Atjeh 1873/90, officier in de orde van Oranje-Nassa.i en R;cider In de Orde van den Nederlandschen Leeuw. De nieuwe chef van den Marinestaf. Kolonel W. J. G. Umb- grove, met ingang van 16 dezer benoemd tot chef van den Marinestaf en van de af deeling Defensie aan het Departement van Marine, werd te Zütphen den 17en Septem ber 1865 geboren. Den len September 1880 ving hij als adelborst 3e kl. zijn studiën aan het Instituut te Willemsoord aan, werd twee jaar later bevorderd tot-adelborst 2e en in '84 tot le kl. Den len November 1886 werd hij benoemd tot luit. ter zee 2e kl., tien jaar daarna tot'luit. ter zee le kl., T Oct. 1907 tot kopt. luit. ter zee en 1 Januari 1912 tot kapitein ter zee. Den 20en Januari 1909 tot 1 Sept. 1911 was de heer Umbgrove chef va het bureau stafzaken van het Departement, terwijl hij van Nov. 1910 tot 16 Sept. 1911 tijdelijk belas twas met de betrekking van chef van den Marinestaf. In 1906 werd hij toegevoegd aan den staf van den bevelhebber der Bali-expeditie. Den 16en November 1910 werd de over ste Umbgrove benoemd tot lid van den Raad van Defensie, terwijl hij in hetzelfde jaar benoemd werd tot lid der Staatscom missie inzake den toegang tot Nederland door het Noordzeekanaal en van de Com missie van voorbereiding voor den overgang der kustverdediging. De heer Umbgrove had meermalen tijdens zijn verblijf in Indië gelegenheid zich bij zonder te onderscheiden, weshalve hij in 1907 werd benoemd tot Ridder der Militai re Willemsorde 4e kl. Ook was hij drager van het Eereteeken voor belangrijke krijgs verrichtingen, met de gespen Atjeh 1873/'90, Atjeh 1896/1900, Zuid-Celebes 1905/1908 en kleine Soenda-erlanden 1905/1909. Voorts is kolonel Umbgrove officier in de Orde van Oranje-Nassau.' Adjudant Min. van Oorlog. De kapitein der artillerie G. G. van Ever- dingen, wordt eervol ontheven uit zijne functie van adjudant van den Minister van Oorlog en in verband daarmede overge plaatst bij het le regiment vesting-artillerie. De kapitein der artillerie jhr. AV. Röell wordt met ingang van 5 Augustus benoemd tot adjudant van den Minister van Oorlog. Met onbepaald verlof. De dienstplichtige onderofficieren, korporaals en minderen van de landweer lichting 1916a (voormalige militie-lichting 1906), worden op 18 Augustus e.k. in het genot van onbepaald klein verlof gesteld. Naar hetveldleger. Het legerbe stuur heeft bepaald, dat de 2e ploeg der lich ting 1916 11 Aug. zal overgaan van de depots naar het veldleger in verband met de opkomst onder de wapenen bij de depóts van de landstorm-jaarklasse 1916 en een gedeel te 'van 1910. Bij de depóts zullen alleen mogen achter blijven die miliciens 1916, die in geoefend heid dan wel physiek belangrijk achterstaan bij de overigen. (Avp.) Onderzoek voorgeoefend heid. Het eerstvolgend onderzoek naar de voorgeoefendheid bedoeld in art. 70 der Militiewet, vangt aan op Dinsdag 10 Octo ber 1916. Het onderzoek wordt gehouden in de na volgende gemeenten: Amsterdam, den Hel der, 's-Gravenhage, Gorinchem, Bergen op Zoom, Venlo, Arnhem, Kampen, Leeuwar den, Assen en Utrecht. Vrij vervoer voormilitai- r e n. Omtrent vrij vervoer voor militairen is bij Ministeriëele beschikking van 28 Juli J.l. bepaald, dat het vervoer kon worden toe gestaan: a. aan gezinshoofden of in overeenkom stige verhouding tegenover eenig gezin ver- keerende militairen, alsook aan hoofden van zaken, ondernemingen of bedrijven, twee maal in de maand; b. aan de overige militairen éénmaal in de maand; c. aan militairen van beide categorieën telkenmale wanneer hun een uitzonderings verlof als bedoeld in punt der Legerorder 1916, B 131, wordt verleend. T r a v e s t i-v e r b o d. Bi] Ministe riëele beschikking is met betrekking tot ge- costumeerde voetbalwedstrijden bepaald: Het is aan militairen verboden zich bij voetbalwedstrijden en dergelijke sportspelen in vrouwenkleederen te steken. Roode Kruis. Op 1 Augustus j.l. is, bij afwezigheid van Z. K. H. den Prins der Nederlanden, voorzitter van de vereni ging „Het Nederlandsche Roode Kruis", door den onder-voorzitter dier vereeniging, generaal-majoor Quanjer, aan den 82-jari- gen gepens. generaal-majoor-tit. C. de Mooy, wegens belangrijke diensten aan ge noemde vereeniging bewezen, het „Kruis van verdiensten" overhandigd. Dr. H. C. Prinsen Geer- 1 i g s. Den 8en Augustus a.s. zal het 25 jaren geleden zijn, dat dr. H. C. Prinsen Geerligs, directeur der vereeniging „Proef station voor de Java-suikerindustrie", als chemisch-assistent te Kagok zijn voor de Java suikerindustrie in het hijzonder, voor de rietsuiker-industrie der wereld meer alge meen, zoo vruchtbaren werkkring begon. Er heeft zich een comité gevormd met als eerste onderteekenaar de heer CVJ. K. van Aalst, president van de Nederlandsche Handel Maatschappij, welk comité den ju bilaris op 7 Augustus a.som 3 uur 's na middags, ten kantore der Nederlandsche Handel Maatschappij, te Amsterdam, zal huldigen, niet alleen om zijn verdiensten \oor de Javasuikerindustrie, doch ook, om dat hij behoort tot onze gröote mannen, met internationale vermaardheid, waarop zoo wel Nederland als onze Oost-Indische kolo niën trotsch kunnen zijn. Dr J. L. Walch heeft, met ingang van 1 Augustus, ontslag genomen als medewer ker aan het Vaderland. J. Drabbe. t Te Domburg is over leden de heer J. Drabbe, tot voor korten tijd arrondissements-schoolopziener voor het arr. Middelburg, tot welke functie hij 27 Mei 1898 was benoemd. De heer Drabbe was gepensionneerd offi cier bij de genie, bij welk wapen hij op eervolle wijze de verschillende rangen door liep todat hij in 1895 als kolonel zijn pen sioen nam. Later werd hem de titulaire rang van generaal-majoor verleend. Bederland en de oorlog, te meelquaestie. Het „Hbl." schrijft: De moeilijkheden welke sedert eenigen tijd zich voordoen bij het verkrijgen van bloein zijn bekend. Terwijl de aflevering van de Nederlandsche fabrieken uiterst traag gaat, zóó, dat hier en daar een enkele bak kerij bij gebrek aan grondstof, het bedrijf een oogenblik moest staken, heeft de drin gende behoefte zich, naar bekend is, op de veiling, welke de vorige week te Rotterdam werd gehouden, gemanifesteerd door zeer opgedreven prijzen. Nu is het merkwaardige ven het geval, dat, terwijl zich allerwegen het tekort doet gevoelen, het totaal-verbruik van het meel, vergeleken bij het vorige jaar, met meer clan 10 pCt. is gestegen. In de kringen der vak- menschen is men dan ook overtuigd, dat een belangrijke hoeveelheid niet wordt ge bruikt voor de menschelijke consumptie doch als veevoeder. Hoe daaraan een einde te mal ^n? Aan het departement is er ernstig over gedacht om over het geheele land broodkaarten in te voeren. Dat zou echter een administratie noodig maken van geweldigen omvang en een last veroorzaken, die niet is te overzien, terwijl het bovendien wel haast ondoenlijk zou zijn de controle zoodanig in te richten, dot knoeierijen onmogelijk zouden worden. Dat begreep ook de commissie vin ad vies, die gevormd is uit de bakkersorganisa ties, t. w. de Vereeniging van Werkgevers in het Bakkerbedrijf, de Nederlandsrhe Bak- kersbond en de Friesche Bakkersbond. Daar moest een andere uitweg gevonden worden. Daartoe kwam Dinsdag de bedoelde commissie bijeen. Teneinde ook de andere belanghebbende groepen te raadplegen, waren ook aanwezig de Vereeniging van Handelaren in Buitenlandsch Meel, de Ver eeniging van Meelagenten en de Molenaars- ,bond. Op verzoek van het Rijksgraanbureau woonde de heer Hetzel uit Den Haag de bij eenkomst bij. Bij de gedachtenwisseling was men het er algemeen over eens, dat het invoeren van broodkaarten ondoenlijk is. Den minister is nu geadviseerd op andere wijze het meelverbruik te controleeren. Daartoe zullen dan in alle provinciën com missies worden gevormd voor een bepaald district. Bij deze commissies zullen de bak kers opgeven hoeveel meel zij gemiddeld noodig hebben. De bekkers* weten van el kaar vrij nauwkeurig, hoeveel een ieder noodig heeft voor zijn brooddebiet, zoodat het voor de commissie niet moeilijk zal val len de opgaven te controle eren. De bakkers moeten tevens opgeven hoe groot hun voor raad is, zoodat ook kan worden nagegain, wanneer aanvulling van dien voorraad noo dig is. De gemeentebesturen krijgen dan de con trole over de aankoopen der bakkers, die door middel van de gewone leveranciers kunnen geschieden. De bedoeling is, dat tegelijkertijd de vei lingen van Amerikaansch patentmeel zullen vervallen. Dit meel zou dan tegen een vas ten prijs verkrijgbaar moeten worden ge steld, waarbij rekening te houden valt zoo wel met den prijs van het inlandsche meel als met den prijs dien de Regeering voor haar aankoopen heeft besteed Zoo is het advies waarover de aanwezigen tot overeenstemming kwamen. Waarschijn lijk is zeer spoedig een beslissing te wach ten om definitief een einde te maken aan het toenemende gebruik van meel, ja zelfs van bloem, als veevoeder. Naar „Het Centrum" verneemt, is van re- geeringswege aan de meelfabrieken de last gegeven, om geen bloem meer te le -eren aan handelaren in voederartikelen. Deze be paling is getroffen, teneinde het gebruik van bloem als veevoeder den kop in te druk ken. Ce toeslag-cent voor consumptiemelk Naar aanleiding van deze kwestie heeft het hoofdbestuur van den Nationalen Bond van Melkslijters in Nederland een audiëntie met den Minister van Landbouw gehad. Het hoofdbestuur deelde den minister me de, dat uit tal van brieven van de afdeelin- £en van den bond bleek; le. dat de veehouders niet genegen zijn, om zonder den vollen cent toeslag te ont vangen hun consumptiemelk te blijven leve ren. 2e. dat de burgemeester er in de meeste plaatsen niet aan denken, om tot verhoo ging der maximumprijzen over te gaan en ten slotte dat de melkhandel niet in staat is, dezen cent uit eigen zak te betalen, daar de marge der slijters dan veel te klein zou wor den. Naai aanleiding hiervan werden den mi nister de navolgende vragen gesteld: le. Is het mogelijk, dat aisnog de toeslag door de Kaasvereeniging tot einde Septem ber wordt uitbetaald? 2e. Zoo niet, mogen wij d :n verwachten, dat van regeeringswege maatrgeelen worden genomen, die zullen voorzien in de uitbeta ling var» genoemden toeslag? 3e. Indien-ook dit niet mogelijk is, welk^ maatregelen denkt de regeerng dan te zul len nemen? Hierop heeft de nv'nister hoi volgende ge antwoord: Wat de eerste vraag bettof, deze wlkie de minister overnemen en daarvan mededee ling aan de Kaasvereeniging doer Zijne Exc. meende dat waar het tenslotte alleen over de maand Septenv.vr girg, deze eene maand er nog wel b zou kunnen. Of de Kaasvweeniging er evenwel ook' zoo over dacht, wist de minister niet, docH hij zou het verzoek dienaangaande ovc-rbi en- gen. Wat de volgende v:ngen betrof, verklaar de de minister, dat van regeeringswege ten opzichte van den toeslag gee»i maatregelen weren te verwachten. De regeering kon deze eerst niet betalen en daarvoor een extra begreoting in te die nen ging niet. De minister wilde de ver schillende gemeenten helpen voor armen, zieken en zwakken, doch meer kon d2 re geering niet doen. Moeilijkheden in den tabakshandel. - Het Hbld. meldt: Volgens berichten die in tabakshandels kringen zijn binnengekomen, zal de Brit sche regeering eerstdaags geen Nederl.-In* dische tabakken meer doorlaten, die niet van wettelijk gevormde en bekende maatschap pijen afkomstig zijn, tenzij ze aan de N. O. T. worden geconsigneerd. Bedoeld is dus om de tabakken, afkom stig van particuliere planters in Ned.- Indië (Java) onder N. O. T.-verband te leg gen, en de verschepingen der groote plan tage-maatschappijen ongemoeid te laten. Het torpedeeren van hét s.s. „Ze elan d." Men seint uit Rotterdam aan het Hbld.: Bij de reederij van het stoomschip „Zee land", de „Scheepvaart- en Steenkolen- Maatschappij", welke gedurende dezen oor log met dit schip reeds haar vijfde stoom schip verliest, zijn nog geen nadere bijzon derheden ingekomen omtrent de omstandig heden waaronder dit stoomschip verloren ging. Daar overigens het schip contrabande (Steenkolen) vervoerde tusschen twee Enten te-havens (Schotland en Rouaan), zijn die omstandigheden niet gecompliceerd. De Maatschappij verkeert in de gelukkigé om standigheid,' dat zij het schip reeds dadelijk' door een nieuw kan vervangen. Vandaag doet de „St. Annaland" haar proeftocht. De gezagvoerder van de „Zeeland", kapitein Piscaer, was reeds bestemd tot gezagvoer der van het nieuwe schip. Noorschstoomschip- getorpedeerd. Naar wij vernemen is het Noorsche stoomschip „John Wilton" van Stavanger» op reis van Rotterdafn naar Londen, Woens dagmorgen om 8 uur op ongeveer 25 mijleni West van het lichtschip Maas door een Duitsche onderzeeboot getorpedeerd, die de sloepen gesleept heeft naar het licht schip „Schouwenbank". Alle opvarenden" zijn gered. Er zijn geen gewonden. Men meldt nader uit Vlissingen: Gistermiddag is hier met twee torpedo booten de uit 15 man bestaande equipage van het Noorsche stoomschip John Wilsort aangebracht. Dit schip was op de Noordzei door een Duitsche duikboot getorpedeerd. De kapitein vertelde'het volgende: Hij was Woensdagnacht ongeveer 2 uur van Rotterdam vertrokken en had aan boord ongeveer 300 tot 400 ton stukgoederen, waaronder ook levensmidelen en margarine. Woensdagmorgen omstreeks 7 uur werd plotseling een Duitsche duikboot gezien, welke langszij kwam. De kapitein stopte on middellijk en nadat de commandant van den onderzeeër inzage had genomen van de scheepspapieren, werd geseind dat de be manning van het stoomschip 5 minuten ge legenheid werd gegeven het schip in de booten te verlaten, daar het schip zou ge torpedeerd worden. De kapitein protesteer de tegen deze handelwijze en zeide dat hef de plicht van de duikboot was, zijn schip op, te brengen. De duikbootcommandant ant woordde, dat hiervoor geen gelegenheid was. De 15 man equipage gingen daarop in de sloepen, zonder iets te kunnen redden. De duikboot nam de sloep op sleeptouw en bracht de schipbreukelingen aan boord^ van de Schouwenbank. Daar werd hun hefj noodige verstrekt. De kapitein was zeer dankbaar voor de gastvrije ontvangst. Van de Schouwenbank werd aan de marine ken nis gegeven van het ongeluk, waarna uit Vlissingen twee torpedobooten werden ge-4 zonden, waarmede de opvarenden van hef stoomschip naar hier werden gebracht. De vice-consul van Noorwegen uit Middelburg^ de heer E. M. Alberts, was hier aanwezig' om de schipbreukelingen bij te staan. Negen hunner moesten van nieuwe kleeren worden! voorzien. De schipbreukelingen zullen naai Rotterdam vertrekken en zich vervoegen 'oi| het consulaat-generaal van Noorwegen.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1916 | | pagina 2