KOLONIËN.
BINNEN LANDT"
Aan het Perzische front bereikten onze
Iroepen bij de vervolging van uit Sakiz ge-
yluchte Russische troepen de ten noorden
aren Sakiz gelegen plaats Buquan.
Aan het Kaukazusfront waren in de sec
toren Bitlis en Moesh zwakke plaatselijke
[vuurgevechten. De door den vijand sedert
irijf dagen met zeven regimenten infanterie,
vele regimenten cavallerle en meer dan 30
kanonnen en houwitsers hardnekkig uitge
voerde aanvallen tegen onze vooruitge-
brachte stellingen, die een naar het noord
oosten gerichten voorsprong in den sector
OgnQtt vormden en door eene zeer geringe
strijdmacht verdedigd werden, werden bloe
dig afgeslagen. De vijand had gedurende
dezen strijd meer dan 3000 doodenonze
(verliezen waren betrekkelijk zeer gering.
In den morgen van \ugustus viel de vij
and met door hem aangevoerde versterkin
gen na eene beschieting van zeven uren op
nieuw deze stellingen aan. Hij leed weder
buitengewone verliezen. Onze vooruitge
schoven afdeeling werd, daar hare aanwezig-
beid in deze stelling nis nutteloos beschouwd
werd. in hare een weinig achterwaarts ge
legen stellingen terug getrokken.
In het centrum en op den linker vleugel
aan de kust was geene belangrijke strijdhan-
deling. De door den vijand ontwikkelde
werkzaamheid, om naar het westen van Er-
zindjan vooruit te rukken, is geheel zonder
vrucht.
De plaats Kaliburnu, ten westen van Po-
lalham, is door den vijand bezet. Een Rus
sisch vliegtuig is aan de kust van de Zwarte
zee neergeschotende bemanning is gevan
gen gemaakt, de machine buit gemaakt.
Petersburg, 3 Aug. (Tel.-agent-
ffchap). Namiddagcommuniqué van den groo-
ten generalen staf.
Aan het Kaukasische front wonnen onze'
troepen in de richting van Kharput (ten Zui
den van Erzindjan) in de streek van het dorp
Noerik terrein, na den vijand verdreven te
hebben uit een versterkte stelling op den
rechteroever van de Oostelijke Euphraat
(Moeradsjai).
Avondcomnuiniqué.
In de richting van Diarbekir, bij Ogoet
tusschen Moesh en Mamahatoen, namen wij
fn een onstuimigen bajonetaanval Turksche
werken. Wij maakten 7 officieren en om
streeks 300 Askari's krijgsgevangen; een
compagnie gaf zich in haar geheel over. Wij
namen een kanon en drie machinegeweren.
Onze troepenelementen zetten het offen
sief voort. Gevangenen blijven toevloeien.
Londen, 3 Aug. (R.) De Britsche tref-
lers Smiling, Morn en Twiddler zijn door
Duitsche duikbooten in de Noordzee in den
grond geboord; de bemanningen werden ge
red.
Het Engelsche stoomschip Britannia, groot
2240 ton en behoorende aan de maatschap
pij Cockerline, is door een duikboot in den
grond gehoorhet was niet bewapend. Het
Engelsche zeilschip Margaret Sutton is ook
tot zinken gebracht.
Londen, 3 Aug. (R.) Lloyds bericht,
dat het Britsche niet bewapende stoom
schip Heighington, het Italiaansche zeil
schip Rosarina, de Noorweegsche visschers-
schepen Einar en Erling en het Italiaansche
stoomschip Letimbro zijn allen gezonken.
Budapest, 3 Aug. (W .B.) De Az Est
bericht uit Bukarest: De door den Russischen
in\al in Manornica veroorzaakte schade is
door eene commissie vastgesteld. De Russi
sche regeering heeft de verplichting tot
schadevergoeding erkend. De commissie
heeft zich naar Manornica begeven om de
bedragen van de schadevergoeding aan de
bevolking uit te betalen.
Washington, 3 Aug. (R.) De sleep-
bort Timmins bericht, dat de handelsduik-
boot Deutschland gisteravond om half elf
de Virginiakaap is gepasseerd.
B e r 1 ij n, 3 Aug. (K.~N.) Uit Christiania
wordt aan de Voss. Ztg. geseind, dat het be
richt van het stopzetten van den geheelen
aanvoer naar Noorwegen door Engelands
politiek van geweld aldaar een opzienbaren
de uitwerking heeft, die zeer duidelijk tot
uiting is gekomen in de avondbladen. Affon-
posten schrijft o.a.: Ernstige tijden bedreigen
Noorwegen. Engeland heeft den aanvoer
naar Noorwegen stopgezet en dreigt het
zelfde met de visscherij te zullen doen.
Klaarblijkelijk meent Engeland, dat een uit
hongering van Noorwegen noodzakelijk is
om Duitschland er onder te krijgen. In Noor
wegen begrijpt niemand, dat dit optreden van
Engeland in overeenstemming kan worden
gebracht met de fiere woorden, dat Engeland
de beschermer is van de kleine staten. Zet
Engeland de aangevangen politiek van uit
hongering voort, dan gaat Noorwegen zeer
moeilijke tijden tegemoet. De vraag is of
Noorwegen in staat zal zijn om de Engelsche
regeering te overtuigen, dat haar optreden
een onrechtvaardige# geweldpleging tegen
een kleinen staat is. Het optreden van Enge
land is zelfs een verrassing voor hen, die
a priori overwegend sympathiseeren met de
mogendhéden van het westen.
De correspondent seint voorts, dat groote
ladingen meel, die voor de regeering van
Noorwegen te Christiania werden aange
bracht, met het stoomschip Christianiafjord
ivan de NoorwegenAmerikalijn op last van
den Britschen gezant niet mogen worden af
geleverd, niettegenstaande dat het ministerie
(van buitenlandsche zaken te Londen juiste
en betrouwbare statistieke gegevens van de
regeering van Noorwegen ontvangen heeft,
«die uitwijzen, dat de invoer thans minder is
dan in het vorige jaar de regeering van
Noorwegen ziet zich genoodzaakt in te grij
pen.
B e r 1 Ij n, 3 A u g.- (K. N.) De Voss. Ztg.
pntleent aan de Petit Parisien het bericht,
idat Italië het Italiaansche-Duitsche handels-
jerdrag van 1891 opgezegd heeft. De Voss.
Ztg. merkt daarbij op, dat het handels-, tol-
en scheepvoartverdrag tusschen het Duitsche
Rijk en Italië van 6 December 1891 door
een aanvullingsverdrag van 3 December
1904 gewijzigd en uitgebreid is g<*vorden.
B e 1 ij n, 3 Aug. (K. N.) Uit München
wordt aan de Berliner Zeitung am Mittag ge
seind, dat volgens officieele mededeeling de
opbrengst van de hooioogst in Beieren, die
voor het grootste deel afgeloopen is, 50 tot
80 procent grooter is dan de hooiogst van
het vrige jaar. De gerstoogst, die zoo goed
als afgeloopen is, is eveneens uitstekend en
is belangrijk grooter dan die van het vorige
jaar. Dank zij de gunstige weersgesteldheid
zijn ook de granen goed binnengehaald, de
tarwe en de haver staan uitstekend. Men is
met het oogsten van deze graansoorten eerst
in enkele streken begonnen; de oogst is bo
ven verwachting goed uitgevallen. Ook van
rapen, voederwikken en vooral van aardap
pelen wordt een overvloedige opbrengst ver
wacht.
Berlijn, 3 Aug. (W. B.) Officieel be
richt.
Bij besluit van 2 Augustus is het bestaan
de verbod om aardappelen te vervoederen,
opgeheven.
Oe Vereenigde Staten en Mexico.
Washington, 3 Aug. (RDe Mexi-
caansche gecommitteerden zijn benoemd,
die gezamenlijk met de gecommitteerden der
Vereenigde Staten de geschillen tusschen
de beide landen uit den weg zullen ruimen.
Men verwacht, dat Arredondo, de Mexicaan-
sche gezant te Washington, benoemd zal
worden tot minister van buitenlandsche za
ken in Mexico, hetgeen verder zal bijdragen
om de goede betrekkingen te bevestigen.
Oost-lndlë
Burgemeesters op Java.
Uit Soerabaja wordt aan het Hbld..ge
seind, dat benoemd zijn tot burgemeesters
van Batavia mr. G. J. Bisschop, secretaris
van het departement van financiën; van
Semaiang de heer D. de Jong en van Soe
rabaja mr. A. Meyroos, adjunct-adviseur
voor de decentralisatie.
Een Indische democratische partij
Uit Weltevreden wordt geseind aan de
Tel.:
Te Solo (Soerakarta) is de Indisch-Demo-
cratenpartij opgericht, die zich ten doel stelt,
de belangen der Indo-Europeanen te behar
tigen, doch zich tegen elke revolutionnaire
actie verklaart
De Staatscourant van 3 Aug. bevat o.a.
de volgende Koninklijke besluiten
bij de opleiding voor monteur der zee
macht te Amsterdam bevorderd- tot le on
derwijzer-monteur de 2e onderwijzer T. Berg
man; tot 2e onderwijzer-hulpmonteur de 3e
onderwijzer W. S. van der Noordaa en de
huIpmonteur-4e onderwijzer, J. J. de Wilde;
tijdelijk benoemd tot le onderwijzer R.
Swierstra te Arnhem;
benoemd bij het reserve-personeel der land
macht bij de infanterie der landweerbij
het 40ste bataljon, tot reserve-twecde-luitenant,
de dienstplichtige sergeant C. J. Gudde, van het
42ste bataljon
benoemd bij het reserve-personeel der land
macht, bij het personeel van den geneeskundi
gen dienst, tot reserve-officier van gezondheid
der 2de klasse, de heer H. Berkelbach van der
Sprenkel, arts;
aan den heer L. P. F. Schimpf, gepensionneerd
kapitein der infanterie van het Oost-Indische
leger, chef eener onderafdeeling van het door de
vereeniging „Het -Nederlandsche Roode Kruis"
opgerichte informatiebureau voor zieken en ge
wonden, op zijn daartoe gedaan verzoek, een
eervol ontslag verleend uit zijne betrekking van
chef eener onderafdeeling van genoemd bureau.
De Eerste Kamer is weder bij
eengeroepen tegen Dinsdag 8 Augustus a.s.,
des avonds 814 uur.
De nieuwe C chn m a n d a n t
van de Monden der Maas en
der Schelde. Schout bij nacht W. C.
J. Smit, met ingang van 16 Augustus 1916
benoemd tot commandant van de stelling
van de Monden der Maas en der Schelde,
werd den 6en December 1860 te Batavia
géboren en ving als nog geen 16-jarig jon
geling zijn studiën voor den zeedienst als
adelborst 3e kl. aan het Instituut te Willems
oord aan. Den 22en Augustus 1882 werd
hij, na resp. in '78 en '80 bevorderd te zijn
tot adelborst 2e en le kl., benoemd tot luit.
ter zee 2e kl., den len Juni 1893 tot luit. ter
zee le kl., 1 Juli 1904 tot kapitein-luitenant
ter zee, 16 Mei 1909 tot kapitein ter zee
en den len Juli 1915 tot schout bij nacht.
Van 1 September 1894 tot 1 September
'98 was de heer Smit belast met de betrek
king van officier-instructeur voor de zee-ar
tillerie aan het Instituut te Willemsoord.
Gedurende geruimen tijd was hij tot begin
1909 chef van het bureau Marinestaf, om
in April van hetzelfde jaar tijdelijk belast
te worden met de betrekking van chef van
den Marinestaf en van de afdeeling Defen
sie aan het Departement, van welke tijde
lijke functie hij in November d.a.v. eervol
werd ontheven, waarna hij naar Indië ver
trok. Na te zijn gerepatrieerd - "raan 'olo-
nel Smit de betrekking van chef van den
Marinestaf en van de afd. Defensie aan het
Departement opgedragen.
In 1907 werd de heer Smit belast met een
opdracht ter bestudeering van artillerieaan-
gelegenheden in het buitenland, met name
in Engelsche oorlogshavens. Het volgend
jaar werd hij benoemd tot lid van den Raad
van Defensie en vertegenwoordigde hij ons
land op het Internationaal Congres voor Red
dingswezen te Frankfurt a/M. en op het
congres voor Reddingswezen, hygiëne en
veiligheid ter zee te Nantes en St. Nazaire.
Ook werd de heer Smit o.a. benoemd tot
lid der Staatscommissie inzake den toegang
tot Nederland door het Noordzeekanaal, van
de Technische Commissie tot adviseering
van verschillende vraagstukken van Marine-
beleid, voorzitter van de Commissie tot voor
bereiding en regeling van de deelneming
van de Marine aan de Eerste Ned. Tentoon
stelling op Scheepvaartgebied (Entos) 'n
1913 en buitengewoon lid van den Oct ooi-
raad.
In Februari 1913 werd kolonel Smit ge-
commiteerd naar Duitschland ter ber.tudee-
ring van artillerie-aangelegenheden.
Schout-bij-nacht Smit is drager van het
Etreteeken voor belangrijke krijgsverrich
tingen met de gesp Atjeh 1873/90, officier
in de orde van Oranje-Nassa.i en R;cider In
de Orde van den Nederlandschen Leeuw.
De nieuwe chef van den
Marinestaf. Kolonel W. J. G. Umb-
grove, met ingang van 16 dezer benoemd
tot chef van den Marinestaf en van de af
deeling Defensie aan het Departement van
Marine, werd te Zütphen den 17en Septem
ber 1865 geboren. Den len September 1880
ving hij als adelborst 3e kl. zijn studiën aan
het Instituut te Willemsoord aan, werd twee
jaar later bevorderd tot-adelborst 2e en in
'84 tot le kl. Den len November 1886 werd
hij benoemd tot luit. ter zee 2e kl., tien jaar
daarna tot'luit. ter zee le kl., T Oct. 1907
tot kopt. luit. ter zee en 1 Januari 1912 tot
kapitein ter zee.
Den 20en Januari 1909 tot 1 Sept. 1911
was de heer Umbgrove chef va het bureau
stafzaken van het Departement, terwijl hij
van Nov. 1910 tot 16 Sept. 1911 tijdelijk
belas twas met de betrekking van chef van
den Marinestaf.
In 1906 werd hij toegevoegd aan den staf
van den bevelhebber der Bali-expeditie.
Den 16en November 1910 werd de over
ste Umbgrove benoemd tot lid van den
Raad van Defensie, terwijl hij in hetzelfde
jaar benoemd werd tot lid der Staatscom
missie inzake den toegang tot Nederland
door het Noordzeekanaal en van de Com
missie van voorbereiding voor den overgang
der kustverdediging.
De heer Umbgrove had meermalen tijdens
zijn verblijf in Indië gelegenheid zich bij
zonder te onderscheiden, weshalve hij in
1907 werd benoemd tot Ridder der Militai
re Willemsorde 4e kl. Ook was hij drager
van het Eereteeken voor belangrijke krijgs
verrichtingen, met de gespen Atjeh 1873/'90,
Atjeh 1896/1900, Zuid-Celebes 1905/1908
en kleine Soenda-erlanden 1905/1909.
Voorts is kolonel Umbgrove officier in de
Orde van Oranje-Nassau.'
Adjudant Min. van Oorlog.
De kapitein der artillerie G. G. van Ever-
dingen, wordt eervol ontheven uit zijne
functie van adjudant van den Minister van
Oorlog en in verband daarmede overge
plaatst bij het le regiment vesting-artillerie.
De kapitein der artillerie jhr. AV. Röell
wordt met ingang van 5 Augustus benoemd
tot adjudant van den Minister van Oorlog.
Met onbepaald verlof.
De dienstplichtige onderofficieren,
korporaals en minderen van de landweer
lichting 1916a (voormalige militie-lichting
1906), worden op 18 Augustus e.k. in het
genot van onbepaald klein verlof gesteld.
Naar hetveldleger. Het legerbe
stuur heeft bepaald, dat de 2e ploeg der lich
ting 1916 11 Aug. zal overgaan van de
depots naar het veldleger in verband met de
opkomst onder de wapenen bij de depóts van
de landstorm-jaarklasse 1916 en een gedeel
te 'van 1910.
Bij de depóts zullen alleen mogen achter
blijven die miliciens 1916, die in geoefend
heid dan wel physiek belangrijk achterstaan
bij de overigen. (Avp.)
Onderzoek voorgeoefend
heid. Het eerstvolgend onderzoek naar de
voorgeoefendheid bedoeld in art. 70 der
Militiewet, vangt aan op Dinsdag 10 Octo
ber 1916.
Het onderzoek wordt gehouden in de na
volgende gemeenten: Amsterdam, den Hel
der, 's-Gravenhage, Gorinchem, Bergen op
Zoom, Venlo, Arnhem, Kampen, Leeuwar
den, Assen en Utrecht.
Vrij vervoer voormilitai-
r e n. Omtrent vrij vervoer voor militairen
is bij Ministeriëele beschikking van 28 Juli
J.l. bepaald, dat het vervoer kon worden toe
gestaan:
a. aan gezinshoofden of in overeenkom
stige verhouding tegenover eenig gezin ver-
keerende militairen, alsook aan hoofden van
zaken, ondernemingen of bedrijven, twee
maal in de maand;
b. aan de overige militairen éénmaal in
de maand;
c. aan militairen van beide categorieën
telkenmale wanneer hun een uitzonderings
verlof als bedoeld in punt der Legerorder
1916, B 131, wordt verleend.
T r a v e s t i-v e r b o d. Bi] Ministe
riëele beschikking is met betrekking tot ge-
costumeerde voetbalwedstrijden bepaald:
Het is aan militairen verboden zich bij
voetbalwedstrijden en dergelijke sportspelen
in vrouwenkleederen te steken.
Roode Kruis. Op 1 Augustus j.l.
is, bij afwezigheid van Z. K. H. den Prins
der Nederlanden, voorzitter van de vereni
ging „Het Nederlandsche Roode Kruis",
door den onder-voorzitter dier vereeniging,
generaal-majoor Quanjer, aan den 82-jari-
gen gepens. generaal-majoor-tit. C. de
Mooy, wegens belangrijke diensten aan ge
noemde vereeniging bewezen, het „Kruis
van verdiensten" overhandigd.
Dr. H. C. Prinsen Geer-
1 i g s. Den 8en Augustus a.s. zal het 25
jaren geleden zijn, dat dr. H. C. Prinsen
Geerligs, directeur der vereeniging „Proef
station voor de Java-suikerindustrie", als
chemisch-assistent te Kagok zijn voor de
Java suikerindustrie in het hijzonder, voor de
rietsuiker-industrie der wereld meer alge
meen, zoo vruchtbaren werkkring begon.
Er heeft zich een comité gevormd met
als eerste onderteekenaar de heer CVJ. K.
van Aalst, president van de Nederlandsche
Handel Maatschappij, welk comité den ju
bilaris op 7 Augustus a.som 3 uur 's na
middags, ten kantore der Nederlandsche
Handel Maatschappij, te Amsterdam, zal
huldigen, niet alleen om zijn verdiensten
\oor de Javasuikerindustrie, doch ook, om
dat hij behoort tot onze gröote mannen, met
internationale vermaardheid, waarop zoo
wel Nederland als onze Oost-Indische kolo
niën trotsch kunnen zijn.
Dr J. L. Walch heeft, met ingang van
1 Augustus, ontslag genomen als medewer
ker aan het Vaderland.
J. Drabbe. t Te Domburg is over
leden de heer J. Drabbe, tot voor korten tijd
arrondissements-schoolopziener voor het
arr. Middelburg, tot welke functie hij 27 Mei
1898 was benoemd.
De heer Drabbe was gepensionneerd offi
cier bij de genie, bij welk wapen hij op
eervolle wijze de verschillende rangen door
liep todat hij in 1895 als kolonel zijn pen
sioen nam. Later werd hem de titulaire rang
van generaal-majoor verleend.
Bederland en de oorlog,
te meelquaestie.
Het „Hbl." schrijft:
De moeilijkheden welke sedert eenigen
tijd zich voordoen bij het verkrijgen van
bloein zijn bekend. Terwijl de aflevering van
de Nederlandsche fabrieken uiterst traag
gaat, zóó, dat hier en daar een enkele bak
kerij bij gebrek aan grondstof, het bedrijf
een oogenblik moest staken, heeft de drin
gende behoefte zich, naar bekend is, op de
veiling, welke de vorige week te Rotterdam
werd gehouden, gemanifesteerd door zeer
opgedreven prijzen.
Nu is het merkwaardige ven het geval,
dat, terwijl zich allerwegen het tekort doet
gevoelen, het totaal-verbruik van het meel,
vergeleken bij het vorige jaar, met meer clan
10 pCt. is gestegen. In de kringen der vak-
menschen is men dan ook overtuigd, dat
een belangrijke hoeveelheid niet wordt ge
bruikt voor de menschelijke consumptie
doch als veevoeder.
Hoe daaraan een einde te mal ^n? Aan het
departement is er ernstig over gedacht om
over het geheele land broodkaarten in te
voeren. Dat zou echter een administratie
noodig maken van geweldigen omvang en
een last veroorzaken, die niet is te overzien,
terwijl het bovendien wel haast ondoenlijk
zou zijn de controle zoodanig in te richten,
dot knoeierijen onmogelijk zouden worden.
Dat begreep ook de commissie vin ad
vies, die gevormd is uit de bakkersorganisa
ties, t. w. de Vereeniging van Werkgevers
in het Bakkerbedrijf, de Nederlandsrhe Bak-
kersbond en de Friesche Bakkersbond.
Daar moest een andere uitweg gevonden
worden. Daartoe kwam Dinsdag de bedoelde
commissie bijeen. Teneinde ook de andere
belanghebbende groepen te raadplegen,
waren ook aanwezig de Vereeniging van
Handelaren in Buitenlandsch Meel, de Ver
eeniging van Meelagenten en de Molenaars-
,bond.
Op verzoek van het Rijksgraanbureau
woonde de heer Hetzel uit Den Haag de bij
eenkomst bij. Bij de gedachtenwisseling
was men het er algemeen over eens, dat het
invoeren van broodkaarten ondoenlijk is.
Den minister is nu geadviseerd op andere
wijze het meelverbruik te controleeren.
Daartoe zullen dan in alle provinciën com
missies worden gevormd voor een bepaald
district. Bij deze commissies zullen de bak
kers opgeven hoeveel meel zij gemiddeld
noodig hebben. De bekkers* weten van el
kaar vrij nauwkeurig, hoeveel een ieder
noodig heeft voor zijn brooddebiet, zoodat
het voor de commissie niet moeilijk zal val
len de opgaven te controle eren. De bakkers
moeten tevens opgeven hoe groot hun voor
raad is, zoodat ook kan worden nagegain,
wanneer aanvulling van dien voorraad noo
dig is.
De gemeentebesturen krijgen dan de con
trole over de aankoopen der bakkers, die
door middel van de gewone leveranciers
kunnen geschieden.
De bedoeling is, dat tegelijkertijd de vei
lingen van Amerikaansch patentmeel zullen
vervallen. Dit meel zou dan tegen een vas
ten prijs verkrijgbaar moeten worden ge
steld, waarbij rekening te houden valt zoo
wel met den prijs van het inlandsche meel
als met den prijs dien de Regeering voor
haar aankoopen heeft besteed
Zoo is het advies waarover de aanwezigen
tot overeenstemming kwamen. Waarschijn
lijk is zeer spoedig een beslissing te wach
ten om definitief een einde te maken aan
het toenemende gebruik van meel, ja zelfs
van bloem, als veevoeder.
Naar „Het Centrum" verneemt, is van re-
geeringswege aan de meelfabrieken de last
gegeven, om geen bloem meer te le -eren
aan handelaren in voederartikelen. Deze be
paling is getroffen, teneinde het gebruik
van bloem als veevoeder den kop in te druk
ken.
Ce toeslag-cent voor consumptiemelk
Naar aanleiding van deze kwestie heeft
het hoofdbestuur van den Nationalen Bond
van Melkslijters in Nederland een audiëntie
met den Minister van Landbouw gehad.
Het hoofdbestuur deelde den minister me
de, dat uit tal van brieven van de afdeelin-
£en van den bond bleek;
le. dat de veehouders niet genegen zijn,
om zonder den vollen cent toeslag te ont
vangen hun consumptiemelk te blijven leve
ren.
2e. dat de burgemeester er in de meeste
plaatsen niet aan denken, om tot verhoo
ging der maximumprijzen over te gaan en
ten slotte dat de melkhandel niet in staat is,
dezen cent uit eigen zak te betalen, daar de
marge der slijters dan veel te klein zou wor
den.
Naai aanleiding hiervan werden den mi
nister de navolgende vragen gesteld:
le. Is het mogelijk, dat aisnog de toeslag
door de Kaasvereeniging tot einde Septem
ber wordt uitbetaald?
2e. Zoo niet, mogen wij d :n verwachten,
dat van regeeringswege maatrgeelen worden
genomen, die zullen voorzien in de uitbeta
ling var» genoemden toeslag?
3e. Indien-ook dit niet mogelijk is, welk^
maatregelen denkt de regeerng dan te zul
len nemen?
Hierop heeft de nv'nister hoi volgende ge
antwoord:
Wat de eerste vraag bettof, deze wlkie de
minister overnemen en daarvan mededee
ling aan de Kaasvereeniging doer
Zijne Exc. meende dat waar het tenslotte
alleen over de maand Septenv.vr girg, deze
eene maand er nog wel b zou kunnen.
Of de Kaasvweeniging er evenwel ook'
zoo over dacht, wist de minister niet, docH
hij zou het verzoek dienaangaande ovc-rbi en-
gen.
Wat de volgende v:ngen betrof, verklaar
de de minister, dat van regeeringswege ten
opzichte van den toeslag gee»i maatregelen
weren te verwachten.
De regeering kon deze eerst niet betalen
en daarvoor een extra begreoting in te die
nen ging niet. De minister wilde de ver
schillende gemeenten helpen voor armen,
zieken en zwakken, doch meer kon d2 re
geering niet doen.
Moeilijkheden in den
tabakshandel.
- Het Hbld. meldt:
Volgens berichten die in tabakshandels
kringen zijn binnengekomen, zal de Brit
sche regeering eerstdaags geen Nederl.-In*
dische tabakken meer doorlaten, die niet van
wettelijk gevormde en bekende maatschap
pijen afkomstig zijn, tenzij ze aan de N. O.
T. worden geconsigneerd.
Bedoeld is dus om de tabakken, afkom
stig van particuliere planters in Ned.-
Indië (Java) onder N. O. T.-verband te leg
gen, en de verschepingen der groote plan
tage-maatschappijen ongemoeid te laten.
Het torpedeeren van hét
s.s. „Ze elan d."
Men seint uit Rotterdam aan het Hbld.:
Bij de reederij van het stoomschip „Zee
land", de „Scheepvaart- en Steenkolen-
Maatschappij", welke gedurende dezen oor
log met dit schip reeds haar vijfde stoom
schip verliest, zijn nog geen nadere bijzon
derheden ingekomen omtrent de omstandig
heden waaronder dit stoomschip verloren
ging. Daar overigens het schip contrabande
(Steenkolen) vervoerde tusschen twee Enten
te-havens (Schotland en Rouaan), zijn die
omstandigheden niet gecompliceerd. De
Maatschappij verkeert in de gelukkigé om
standigheid,' dat zij het schip reeds dadelijk'
door een nieuw kan vervangen. Vandaag
doet de „St. Annaland" haar proeftocht. De
gezagvoerder van de „Zeeland", kapitein
Piscaer, was reeds bestemd tot gezagvoer
der van het nieuwe schip.
Noorschstoomschip-
getorpedeerd.
Naar wij vernemen is het Noorsche
stoomschip „John Wilton" van Stavanger»
op reis van Rotterdafn naar Londen, Woens
dagmorgen om 8 uur op ongeveer 25 mijleni
West van het lichtschip Maas door een
Duitsche onderzeeboot getorpedeerd, die
de sloepen gesleept heeft naar het licht
schip „Schouwenbank". Alle opvarenden"
zijn gered. Er zijn geen gewonden.
Men meldt nader uit Vlissingen:
Gistermiddag is hier met twee torpedo
booten de uit 15 man bestaande equipage
van het Noorsche stoomschip John Wilsort
aangebracht. Dit schip was op de Noordzei
door een Duitsche duikboot getorpedeerd.
De kapitein vertelde'het volgende:
Hij was Woensdagnacht ongeveer 2 uur
van Rotterdam vertrokken en had aan boord
ongeveer 300 tot 400 ton stukgoederen,
waaronder ook levensmidelen en margarine.
Woensdagmorgen omstreeks 7 uur werd
plotseling een Duitsche duikboot gezien,
welke langszij kwam. De kapitein stopte on
middellijk en nadat de commandant van den
onderzeeër inzage had genomen van de
scheepspapieren, werd geseind dat de be
manning van het stoomschip 5 minuten ge
legenheid werd gegeven het schip in de
booten te verlaten, daar het schip zou ge
torpedeerd worden. De kapitein protesteer
de tegen deze handelwijze en zeide dat hef
de plicht van de duikboot was, zijn schip op,
te brengen. De duikbootcommandant ant
woordde, dat hiervoor geen gelegenheid
was. De 15 man equipage gingen daarop in
de sloepen, zonder iets te kunnen redden.
De duikboot nam de sloep op sleeptouw
en bracht de schipbreukelingen aan boord^
van de Schouwenbank. Daar werd hun hefj
noodige verstrekt. De kapitein was zeer
dankbaar voor de gastvrije ontvangst. Van
de Schouwenbank werd aan de marine ken
nis gegeven van het ongeluk, waarna uit
Vlissingen twee torpedobooten werden ge-4
zonden, waarmede de opvarenden van hef
stoomschip naar hier werden gebracht. De
vice-consul van Noorwegen uit Middelburg^
de heer E. M. Alberts, was hier aanwezig'
om de schipbreukelingen bij te staan. Negen
hunner moesten van nieuwe kleeren worden!
voorzien. De schipbreukelingen zullen naai
Rotterdam vertrekken en zich vervoegen 'oi|
het consulaat-generaal van Noorwegen.