DE EEMLANDER". Dinsdag 8 Augustus 1916. BUITENLAND. FEUILLETON. DE EERSTE MEI. N- 33. 15d' Jaargang. MARIE VAN VERSENDAAL. Hoofdredactie, j Mr Q j VAN SCHAARDENBURG.. Uitgevers: VALKHOFF Co ABONNEMENTSPRIJS.' ?Töt g maanden voo* Amersfoortt 1*30. T^nf franco per post1.80. Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken)* 0.125. Afzonderlijke nummers 0.05. ^Wekelyksoh bijvoegsel „De Hoïlandtche Huisvrouw" (onder redaotie van Thérèat Hoven) per 8 mud. 50 cis. tafekelijksob bijvoegsel Pak me nuf per 8 mncL 52 cis. Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1. Intereomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER AD VERTENTIËN: Van 1—5 regelsO.SO. Elke regel meer0.15. Dienstaanbiedingen 1—5 regols.. o..lo, Grooto lottere naar plaatsruimte. Voor handol en bedrijl bestaan zeoi voordoolige bepalingen tot hot herhaald advorteeron in dit Blad, by abonuoment, Eeno oirculaire, bevattende de voonvaardoi aanvraag toegezonden. voorwaarden, wordt op Politiek Overzicht Het lersche vraagstuk. De oude lersche wond, aan het Engelsche staatslichaam, die op den weg der genezing scheen te zijn, is weer opengebroken. Door He terechtstelling van Roger Caseixxent is .voor de lersche zaak een nieuwe martelaar gewonnen, wiens schim de gedachte leven dig houdt aan de eeuwenoude schuld, die op Engeland drukt tegenover Ierland. Van vele zijden is aan de Engelsche regeering de raad gegeven, in dit geval genade voor recht te laten gelden; de Paus heeft ten guurste van Casement gesproken en behalve in 't eigen land hebben talrijke stemmen in Amerika voor hem gepleit. De Engelsche regeering heeft daaraan geen gehoor gege ven. Had Casement om gratie gevraagd, Han zou hij die waarschijnlijk wel gekregen hebben. Maar dat heeft hij niet gedaan en de-Engelsche regeering is er niet toe kun nen komen hem uit eigen beweging gratie te verleenen. Het recht heeft dus ten aanzien \an Ca sement zijn loop gehad; zelfs wat de wijze der voltrekking van het doodvonis betreft, is het bevel tot ophanging gehandhaafd, of schoon men niet dien onteerenden vorm ihad behoeven te kiezen, want Casement was geen landverrader in den verachtelijken zin van het woord. Er is een bloedoffer ge- eischt; maar of er een zoenoffer is ge bracht, is eene endere vraag. Daarover be staat ook in Engeland verschil in opvatting. De Daily News beantwoordt deze vraag be slist ontkennend en verwijt aan de regee- ring grof onverstand. Dtf blad is van mee ning, dat het geen kwaad zou hebben ge daan, als de straf van Casement veranderd was. „Door hem nu op te hangen, is aan de ontevreden elementen in Ierland een nieuwe martelaar gegeven, de stemming in het land verbitterd, een aanzienlijk en ge wichtig deel van de openbare meening in Amerika vervreemd en aan Duitschland ge legenheid gegeven den dood van Casement ui< te spelen tegen den dood van kapitein F"v'°'t. Niemand kan beweren, dat de exe cutie van Casement eene misdaad is. Maar dat ziJ een betreurenswaardige misslag is, kan moeielijk betwist worden Een misslag is, volgens het bekende Fran- sche gezegde, nog erger dan eene misdaad. De gevolgen van dien misslag zal men zeker ondervinden, want de toestand is thans xnoeielijker dan ooit. De regeering heeft in het lagerhuis erkend, dat de Sinn-Fein-be- weging in vele deelen van het land in haren agressiefsten vorm weer het hoofd heeft op gestoken. Op eenige plaatsen zijn sympa- thiebetoogingen voor Duitschland voorgeko men. Er zal dus geen sprake van kunnen zijn He militaire bezetting van Ierland te vermin deren. Een leger van 40.000 man moet in ferland op de been gehouden worden in een tijd, nu de oorlog de inspanning van alle krachten vordert, om te verhinderen, dat een ivieuwe opstand in Ierland uitbreekt. Het zijn ten deele nieuwe mannen, die aan het hoofd van het burgerlijke bestuur in Ierland zijn opgetreden. Lord Wimbledon, die tengevolge van den op- sstand als onderkoning ontslag had ge vraagd, is opnieuw tot dit ambt benoemd. Als minister voor Ierland is opgetreden het unionistische lid van het parlement Duke. Eerste minister Asquith heeft gezegd, dat de in Dublin Castle gezetelde regeering behoef te' had aan een hoofd met „een ruim en rechtschapen gemoed, een vaste hand, be kwaamheden als bestuurder, sympathie voor Ierland en een ernstig verlangen om ie be vorderen, dat de zaken in Ierland tot oplos sing worden gebracht." Van al deze eigen schappen mag de nieuwe minister wel eene zeer ruime dosis bezitten. Hij heeft het hoofd te bieden aan revolutionaire elementen, wier stemming tot den uitersten graad van ver bittering is opgevoerd, en de elementen, wier steun hij behoeft om in opbouwenden zin werkzaam te zijn, staan thans verder van elkaar dan ooit. In de regeering loopen de inzichten uit een, hoe men tot eene oplossing van de Home-rule-kwestie. zal kunnen komen. Eer ste minister Asquith heeft verklaard, dat de Homerule-wet nooit zou kunnen worden in getrokken. Zijn ambtgenoot Bonar Law liet daarop onmiddellijk de \erklaring volgen, dat, voor zoover zijn invloed reikte, de Ho merule-wet nooit in werking zou treden, als zij niet gewijzigd werd overeenkomstig de wenschen van Ulster. In het parlement heeft de nationalistische afgevaardigde Devlin ge zegd, dat zijne partij niet meer kon gerekend worden tot de aanhangers van de regeering, maar veeleer tot hare tegenstanders. Zij zou de oorlogspolitiek van de regeering blijven steunen, maar overigens zou zij oppositie tegen haar voeren en geene gelegenheid laten voorbijgaan om haar te bestrijden. Dit is voor de tegenwoordige zitting mis schien niet van groot belang, want die zal vermoedelijk den 18en of 19en Augustus gesloten worden. Maar in verband hiermee krijgt toch eigenaardige tieteekenis eene op merking, die in de vorige week door Asquith werd gemaakt, dat hij niet wist wie in de vol gende zitting aansprakelijk zou zijn voor de leiding van het werk in het lagerhuis. Is dat eene zinspeling geweest op het aanstaand aftreden van Asquith als eerste minister Het antwoord op die vraag ligt in de toe komst. De oorlog. B e r 1 ij n, 7 Aug. '(W. B.) Bericht uit het groote hoofdkwartier van heden voormiddag. Bij Pozières zijn aan de Engelschen de loopgraafgedeelten, die zij tijdelijk hadden gewonnen, in een tegenaanval weer ontno men. Sedert gisteravond zijn nieuwe gevech ten gaande tusschen Thiepval en Bazentin- le-Petit- Ten noorden van de hoeve Monacu werd gisteravond een zwakkere en heden morgen een zeer sterke Fransche aanval glad afgewezen. De gevechten op den Thiaumontrug zijn tót staan gekomen, zonder den vijand succes te brengen. Aan den oostelijken rand van het bergbosch wezen wij een Franschen aanval af. Verscheidene aanvallen van Fransche vliegers in het achtergelegen terrein-bleven zonder bijzondere uitwerking. De wederom op Metz neergeworpen bommen veroor zaakten eenige schade P a r ij s 7 Aug. (Havas). Namiddag communiqué. Ten noorden van de Somme en in de ge- heele streek van Chaulnes was een intense strijd van de wederzijdsche artillerie. Aan den rechter Maasoever deden de Duitschers, na artillerie-voorbereiding, een aanval op-het werk Thiaumont. Zij werden gestuit door ons spervuur, konden niet uit komen en werden naar hunne loopgraven van uitgang '-ruggeworpen. In het Vaux-Chapitrebosch had'eene aan- valsactie, die voorafgegaan werd door een hevig bombardement, plaats omstreeks half acht des avonds. De aanval werd gebroken door artillerie- en machinegeweervuur en mislukte geheel. Op de rest van het front was de nacht rustig. De Fransche vliegers leverden gister talrijke gevechten aan het Sommefront. Drie Duitsche vliegtuigen werden neergeveld; drie anderen moesten ernstig beschadigd binnen hunne liniën neerkomen. Twee Duit sche kabelballons werden door Fransche vliegtuigen vernield. Fransche vliegeskaders wierpen bommen op het station Metz-Sa- blons, het station Thionville, fabrieken te Rombach (ten noorden van Metz) en bivaks bij Etain. Avdnd-communiqué. In den namiddag namen wij schitterend eene linie Duitsche loopgraven bij het Hem- bosch, ten oosten van de hoeve Monacu; daarbij werden 120 gevangenen gemaakt en een dozijn machinegeweren genomen. Wij maakten nieuwe vorderingen ten zuiden van Thiaumont, waar wij machinegeweren veroverden. Er werden talrijke dooden ge vonden in de Duitsche loopgraven. Wij ver meesterden weer nieuwe huizen in het wes telijke gedeelte van Fleury. Londen, 7 Aug. (R.) Bericht van het Britsche hoofdkwartier. De toestand is onveranderd. Vijandelijke tegenaanvallen bij Pozières en Neuville St.- Vaast rijn teruggeslagen. Wij behielden ^1 den gisteren gewonnen grond. Tweede telegram. Ten noorden en noordoosten van Pozières deed de vijand na een zwaar bombardement krachtige aan vallen op onze nieuwe liniën. Om vier uur 's morgens drong hij ékgens in onze liniën, maar werd er weer uit verdreven met vele verliezen. Twee krachtige aanvallen, die om 9 uur voormiddags werden ondernomen, werden eveneens teruggeslagen. Een zwak ke aanval werd om 4 uur namiddags gedaan met hetzelfde resultaat. Elders waren klei nere gevechten, waarin onze bommen suc ces hadden. B e r 1 ij n7 Aug. (W.-B.). Bericht uit het groote hoofdkwartier van heden voormiddag. Front Hindenburg. Op het noordelijk deel zijn geene bijzondere gebeurtenissen voor gekomen. De vijandelijke afdeelingen, die vooruitdrongen tegen de eergister gezuiver de zandduinen ten zuiden van Zaresze aan de Stochod, werden door onzen tegenaanval terug geslagen. Ten noordwesten en ien westen van van Zalocze bleven de Russische aanvallen zonder resultaat. Ten zuiden van Zalocze wordt gestreden op den rechteroever van de Sereth. Onze vliegereskaders wierpen talrijke bommen op de aan en ten noorden van de spoorweg KowelSanzi verzamelde troepen, waarvan het succes werd waargenomen. Front aartshertog Karei. Bij het leger van Bothmer is de toestand over 't algemeen on veranderd. In de. Karpathen wonnen onze troeypen de hoogten Plaik en Dczeskowata aan de Czeremosz. W e e n e n, 7 A u g. (W. B Officieel be richt van heden middag. Legerfront van luitenant-veldmaarschalk aartshertog Karei. In Boekowina is de toe stand onveranderd. In de Oost-Galicische Karpathen werden gisteren de Russische hoogte-stellingen bij Jablonica, bij Woroch- to en ten westen van Tatarof veroverd. Het leger van kolonel-generaal von Kö- vess sloeg in de streek aan beide zijden van Delatyn talrijke aanvallen van aanmerkelijke kracht af. Ook op den noordelijken vleugel van het leger van generaal Bothmer mislukten op zich zelf staande aanvallen van den vijand. Legerfront van generaal-veldmaarschalk von Hindenburg. Bii Wertelka en Zalosce (tusschen Brody^en Tamopol) wordt om el- ken voet gronds verbitterd gestreden.- Bij de gevechten aan de ten westen van Zalosce gelegen hoeve Troscianiec, die sedert gis ternamiddag weder in ons bezit is, lieten de Russen tal van gevangenen in onze handen achter. Ten zuiden van Stobyciwa aan de Stochod, werd een poging der Russen om de rivier over te trekken verijdeld. Petersburg, 7 Aug. (Tel.-agent- schap). Namiddag-communiqué van den grooten generalen staf. Een eskader van zeven vijandelijke vlieg tuigen bombardeerde en beschoot verschéi- den punten in de streek ten Oosten van de Stochod; het veroorzaakte slechts onbedui dende schade. Aan de Stochod trad de vijand hier en daar aanvallend op, maar hij werd overal teruggeslagen. Onze opmarsoh in de streek van de rivie ren Otaberka en Seret duurt voort. Onze afdeelingen maakten zich meester van een krachtig versterkte stelling in de streek van de dorpen Svyzine, Trostianetz en Renioe- we. Er hadden hevige bajonet-gevechten plaats in de bosschen in deze streek. De vijand deed tegenaanvallen. De gevechten hebben onder uiterst moeilijke omstandighe den plaats ten gevolge van den door onaf gebroken regen doorweekten grond. Aan de rivier Koropetz deed de vijand in de streek van Velesniow verscheiden krachtige aanvallen, die alleen onder enotw me verliezen voor den vijand afgeslagen werden. Aan de Czerny en Czerremos, ten zuiden van Vorokhta drong de vijand onze bereden voorposten een weinig terug. Avond-communiqué. Aan de Stochod, in de streek van Znretsji verdreven onze troepen door een onstuimi- gen aanval den tegenstander uit een deel -van de door hem bezette loopgraven; wij mankten 12 officieren en 200 soldaten ge vangenen namen 4 machinegeweren. Aan de Seret bereidden wij in een in deu loop van den dag bezetten sector ons suc ces een weinig naar het noorden uit. In den loop van den 6en maakten.wij in dia streek 13 officieren en 2000 soldaten, van wie een deel Duitschers zijn, gevangen; wij veroverden twee houwitsers en eenige ma chinegeweren. Weenen, 7 Aug. (W.-B.). Officieel bericht van heden middag. Gistermorgen vroeg begon het hevige artillerievuur aan het Isonzo-front, van het brughoofd van Tolmin tot aan zee, opnieuw. Na een uiterst hevige beschieting, die ver scheiden uren duurde, deden de Italianen om vier uur des namiddags aanvallen op talrijke punten van het brughoofd te Görz en de «Doberdo-hoogvlakte. Er ontwikkelden zich aan den Monte Sabatino bij Pevona en aan den Monte San Michele verbitterde gevechten, die den geheelen nacht voort duurden en ook thans nog niet geëindigd zijn. Tegenaanvallen van onze troepen brach ten het grootste deel van de door den vijand bij den eersten aanval genomen en geheel vernielde voorste stellingen weer in ons be zit. Om enkele loopgraven wordt nog hevig gestreden. Tot dusver zijn 32 officieren en 1200 man gevangengenomen. Görz staat voortdurend bloot aan zwaar artillerievuur, dat in de stad op verscheide ne plaatsen brand veroorzaakte. Met ver dragend geschut werd gisteren ook Sistiana beschoten. Aan het front »n Oost-Tirol mislukten herhaalde aanvallen legen de stellingen op de hoogten ten Noorden van Paneveggio. Rome, 7 Aug. (Stefnni). Officieel com muniqué. Tusschen de Adige en de Boven-Isonzo blijft de wederzijdsche artillerie werkzaam. Op het Asiago-plateau vernielde de vijand, door een mijn-ontploffing, een van onze ver sterkingen op de hellingen van den Zebio- berg. Daarna deed hij een aanval, die door onze artillerie grif werd afgeslagen. In de streek van Tofane maakten onze troe pen zich meester van een sterke stelling, die de verbinding tusschen het Travenanzes-dal en Rio Sare (Garda-dal) beheerscht. Het vijandelijk bombardement op bewoon de plaatsen aan de Boven-Dogna en ons bombardement van militaire gebouwen in Tarvis, Raibi en Tolmino duren voort. Aan de Beneden-Isonzo deden onze troe pen gisteren op verschillende plaatsen aan vallen op sterke vijandelijke stellingen, ter- Roman door Mr. L. H. J. LAMBERTS HURRELBRINCK. 28 Er is toen een kalme berusting, een gelaten xich onderwerpen over hem gekomen; hij heeft erwten gepikt, voor verandering tou wen geplozen en zakjes geplakt; hij heeft al de boeken uit de bibliotheek der gevangenis gelezen. Sterke pootigg kerel is hij weer geworden; zoo gauw als hij "vrij is zal hij direct weer kunnen beginnen; heeren, die zich met ontsla gen gevangenen ophouden, hebben belootd hein aan werk te helpen en als hij dan maar weer eens de hamers in z'n knuisten zal heb ben, dan zal hij er weer op los donderen, -venals vroeger. Eindelijk de dag van zijn invrijheidstelling; hij heeft den cipier krachtig de hand gedrukt, hem dank gezegd voor zijn humaan behande len; toen naar den jjirecteur; een tamelijk groote som, die hem wordt uitbetaald, als loon tvan al dien vervelenden arbeid, dien langen, langen tijd; zorgvuldig bergt hij het geld weg, Blep in den zak. Hij moet kwijting geven, teekenen... zijn Wgen naam, den naam, dien hij zoo'n langen, *Jigen tijd niet heeft gezien, niet heeft ge boord... net goede, oude yrienden, die h(j jaren niet heeft ontmoet en die hem nu harte lijk toelachen bij dit wederzien, die opeen volgende letters: A-r-n-o-l-d P-e-t-e-r-s. Ook van den directeur een stevigen hand druk met de door dezen gegeven verzekering, dat hij al dien tijd zeer tevreden over hem was geweest; nooit een klacht over hem had gehoord en dat hij hoopte, dat het hem ver der goed mocht gaan in de wereld; zware grendels, die voor hem worden weggescho ven; omvangrijke met ijzer beslagen deur, die knarsend zich opent; een knikguoet van den portier en hij is vrij, geheel vrij. Een wijle blijft hij staan, niet in staat zich' te verroeren 't Is alles zoo vreemd om hem heen, zoo geheel anders; al die menschen zonder lap voor 't gezicht, die in druk gedoe voorlloo- pen, hard sprekend, levendig gebarend, zon der geuniformde bewakers achter zich; vreemd, die groote huizen met breed e vensters, waarin de zon schittert met gouden, alles verlichtende stralen; vreemd, die blaf fende honden, die paarden, zoo lang niet meer gezien voor de ratelende wagens: veemd die zingende, fluitende, tjilpende vogels In de groên^bekruinde boomen met door zachten wind bewogen bladeren; vreemd, die kleurige bloemen; schier een ge heel nieuwe wereld met frissche, versche lucht, waarin je-heel diep uit de borst kunt ademen. Een orgel, muziek, kinderen die heeft hij ook in al dien tijd niet meer gezien kijkt, zooals die twee daar, zoo waren Jeangskc en Marieke toen... enfin, lang... tien jaren gele den; ze dansen, ze^ zijn vroolijk; mannen, yrouwsn d'r om heen, ook heupwiegend, allen lachend ook niet gehoord al dien tijd... een lach. Verder, welke straat... hij kan gaan, waar hij wil, hij is immers vrij... zóó is de weg naar het station hé, een winkel met spie gels; hij wil zich zeiven toch ook weer eens zien... zou hij erg veranderd zijn in die tien jaren? God Almachtig, is hij dat dat lange gezicht met dat kortgeknipte haar, grijs al aan de slapen: die bloote lippen zonder knevel; die punlige kin en die ingevallen kaken? 't Is haast niet om te gclooven een lijf- bewegen om te zien of die man in den spie gel werkelijk zijn^beeld is... verd... ja... hij is benieuwd of Gretchen hem direkt zal herken nen... de kinders zeer zeker niet... hij 'weet nog wel niet waar zij zijn, maar hij zal ze vinden, daar twijfelt hij niet aan. Voort maar... hé hij loopt verkeerd hij zal aan iemand den weg vragen... gek idée... dat heeft hij daar nooit hoeven te doen 't -was altijd dezelfde weg, z'n cel op en neer. Eindelijk in het stationsgebouw; angstig heeft hij gevraagd „naar Roosdaal" en-doen heeft liij betaald, ook al zoo iets vreemds; geld tellen, al die zilveren en koperen munr ten, waarvan hij de waarde nauwelijks meer kent; sommige, die hij vroeger nooit heeft gezien. Hij zal direkt naar den pastoor gaan en dezen vragen of hij weet waar z'n vrouw is; aan dezen zal zij toch nog wel eens geschre ven hebben. In den trein allemaal \reemde hem onbe kende mannen en toch hoort hij uit hunne gesprekken, dat verschillende hunner in Roosdaal .wonen- Jongen, jongen, wat een nieuwe huizen, die zij in dien tijd gebouwd hebben op den groo ten weg, rechts, den weg naar Mersel. Kijk, daar de bergen, waaronder de Geul stroomt, alles precies nog als vroeger; op het perron van het station van Roosdaal een krioelende menigte, allemaal Hollanders, die hunne vacanlie hier komen doorbrengen, ook nog als vroeger; geen een bekend gezicht echter, geen een der vroegere gasten; dan op eens een verbaasd turen naar alle zijden; op het vroegere, geheel leege stationsplein nu tal van sierlijke huizen, café's, restaurants, hotels is hij wel in Roosdaal, heeft hij zich niet vergist neen loch niet, daar nog op den berg, de ruïne van het oudé slot der vroegere burchlheeren, daar nog dezelfde linden-allée; aan het einde de Roosdaler Hof. waar zij zijne Meiliefste rs gewrorden, waar hij haar heeft getracteerd, waar hij ruzie heeft gehad met dien anderen... waar zou die kerel zitten, zou hij nog leven of kapot zijn... hij hoopt het, dan weet bij ten minste zeker, dat hij hem nooit meer zal zien... hij is bang, dat hij zich anders niet zou kunnen inhouden... neen, neen... niet weer beginnen... Gretchen, de kinders zoeken... 't andere kan hem allemaal niet bommen... God, waar is zijne smidse ge bleven, die stond toch hier nu een groote, prachtige ijzerwinkel met rookende, hooge schoorsteenen er achter een vreemde naam boven de deur geschilderd... zóó had hij het ook kunnen hebben. Hé, eindelijk iemand, dien hij kent, Toon Leenders, den vroegeren keizer bidden Mei nacht, die hem Gretchen heeft gegeven... wat Is hij oud geworden hij kijkt hem aan, hij heeft hem ook herkend; hij groet, maar dc kerel groet niet terug; hij draait het hoofd om waarom, zij hebben loch nooit iets samen gehad, nooit een woord van ruzie o ja, hij heeft in de gevangenis gezeten, tien jaren lang, hij is een tuchthuisboef. Toch een lammeling, die Leenders; hij had eens in zijn plaats moeten zijn, ook eens zijn vrouw en kindéren zien honger lijden. Zoo zullen ze zeker allemaal doen, allemaal hem uit den weg gaan, allemaal hem hun ver achting toonen wat kan het hem eigenlijk" schelen hij blijft immers toch niet hier, geen minuut, geen seconde langer dan hek absoluut moet, als hij maar eerst weet, waar „zij" zijn. Hoe zal de pastooi tegen hem zijn, die altijd zoo mooi heeft gesermoend van liefde en ver-* geving; zal deze hem ook zoo hondsch beban* delen voor zijn part, als hij hem maar zegt, wat hij wil weten en dat zal hij licm toch nief weigeren; van de rest zal hij zich 'niets aan trekken. Het kleine poortje in naar de kerk; daar achter de pasjorie, len minste zoo was bet vroeger zou het nog zoo zijn? Toch een beklemd voelen, een niet te onder drukken vrees, een aarzelen, als zijn tiand da bel grijpt... och wat... hij is geje... waarvoor, zou hij bang zijn, iets ergers dan onbeleefd behandeld te worden/kan hem niet over komen; hij kan hem niet wegjagen, als hij zictf fatsoenlijk gedraagt en hij „moet" hem zeggea wat hij komt vragen... ten minste, als hij h« zelf weet, een krachtige ruk, onmiddellijli gevolgd door scherp geklingel... een onwille keurige schrik, hij kent. dat metalen geluid; dat heeft hij tien jaren lang elkei^dag geregeld gehoord. GNtrdt yeryolgdj

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1916 | | pagina 1