„D E E EM LAN DER". BUITENLAND. Dinsdag 15 Augustus 1916. FEUILLETON. DE EERSTE MEI. 15d" Jaargang. Uitgevers: VALKHOFP Co, Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1. Intercomm. Telefoonnummer 66. N* 99. AMERSFOORTSCH DAGBLAD ifloofdredactlei MARIE VAN VERSENDAAL. Mr. D. J. VAN SCHAARDEN BURO. 'HWA, ,-1 'ABONNEMENTSPRIJS: ptt 8 maanden too. Amarafoortf 1.30. Idem franco por poet1.80. Per week (met gratieTêtzekering tegen ongelukken) 0.125. Afionderlijke nummer»0.05. Woko] ijksch bijvoegsel ,Dt BolIandtcJu Hutmrww" (onder redactie ran Thérkae Horen) per 8 mnd. 50 ets. rekeiykseh bijvoegsel mt eut" per 8 mnd. 52 ct». Politiek Overzicht Duitsche vredeswenschen. De wensch naar herstel van den vrede Is In het derde oorlogsjaar, waarin wij ons •edert twee weken bevinden, In Dultschland op verschillende wijzen tot uiting gekomen. Èr heeft zich eene „nationale commissie tot verkrijging van een eervollen vrede" ge vormd, die in talrijke steden vergaderingen heeft gehouden, waarin wenschen werden uitgedrukt over 't geen door den oorlog moet worden verkregen. Daarin heeft het hoofdbestuur van de sociaal-democratische partij in Duitschland aanleiding gevonden om tot den rijkskanselier het verzoek te richten, dat vrijheid zal worden gegeven lot openbare bespreking ven de oorlogs- en vredesdoeleinden. Aan de partij-organisa- tiën in het rijk is opgedragen, openbare ver gaderingen voor dit doel te beleggen, en verder toebereidselen te maken voor het verzamelen van handteekenlngen onder een .verzoekschrift aan de rijksregeering, waarin een vrede verlangd wordt, die de vriend schap met de naburige volken mogelijk maakt en aan Duitschland onschendbaarheid van gebied, onafhankelijkheid van economi sche ontwikkeling en vrijheid waarborgt. Het doel, dat met deze actie ten gunste van den vrede wordt beoogd, is een dam op le werpen tegen het streven van hen, die ttemming trachten te maken voor uitbrei ding van het Duitsche gebied als doel van den oorlog. Het manifest van het sociaal democratische partijbestuur drukt dit aldus uit; „De vredeswil, die bij de volken van de vijandelijke landen even sterk is als in Duitschland, wordt ongetwijfeld verzwakt en terug gedrongen, wanneer de chauvinisti sche veroveringspolitiekers evenals in de En tente-landen ook in Duitschland oorlogsoog merken opstellen en veroveringsplannen propageeren, die de volken van die landen tot den hardnekkigsten tegenstand moeten aansporen. Het schijnt daarom gepast, dat het Duitsche volk vrij en onbelemmerd te genover deze veroveringsplannen stelling neemt, welker verwezenlijking de kiem tot nieuwe oorlogen zou leggen en die maar al te zeer geschikt zijn, den oorlog te verlen gen". Men wil dus, dat de stem van het volk zich zal doen hooren, en wel in dien zin, dat het duidelijk wordt, dat geene uitbrei ding van het Duitsche gebied wordt be oogd. Maar zal men dan dichter bij den vrede ziin gekomen? Het is, helaas, te be twijfelen. Niet de vrees, dat Duitschland zijn gebied zal uitbreiden, beheerscht de En- tente-mogendheden, maar de begeerte om Duitschland er onder te krijgen. Eigenaardig wordt dit uitgedrukt door de Temps, die er tegen opkomt, dat het doel van de Entente zou zijn, Duitschland te vernietigen. Niets is minder waar, verklaart dit blad. Van ver nietigen is geen sprake; men wil slechts Duitschland muilbanden. Wat daaronder PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—8 regelsf 0.80. Elke regel meer0.15. Dienstaanbiedingen 1—8 regels.. 0.50. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel on bedrjjt bestaan zeer voordeolige bepalingen tot.hot herhaald advortoeren in dit Blad, b(j abonnement. Eeno circulaire, bevattende do voorwaardou, wordt op aanvrcag toegezonden. moet worden verstaan, wordt als volgt toe gelicht: „Wij betalen een zware schuld, omdat er in Europa een roofvolk was. Wanneer de Duitschers in de bedwelming van hunne heerschzucht het vermogen om te oordeelen hadden bewaard, dan zouden zij tot hun kei zer, wanneer die hen vraagt te strijden te gen degenen, die hen willen vernietigen, zeggen; „Niemand dacht er aan ons te ver nietigen. De Duitsche politiek heeft de zwakken willen breken, de sterken overwin nen, gebied en geld veroveren. De Duitsche politiek maakt, na het échec van den macht- greep, nog altijd aanspraak op inlijving in het oosten en inlijving in het westen. De Duitsche politiek noodzaakt de geallieerden te strijden tot het einde toe, oin waarborgen te verkrijgen." En Duitschland zou zijne Hohenzollerns, slechte beheerders van het nationale belang, wegzenden en door de re volutie zijne schuld belijden." Eene omwenteling in Duitschland, het wegjagen van de Hohenzollerns zijn dus de voorwaarden, die vervuld moeten zijn, voor dat de Entente zich met het Duitsche volk zou kunnen verstaan. Zoolang daaraan niet is voldaan, zit er niets anders op dan Duitschland te muilbanden. Als dat de stem ming is, die de Entente beheerscht, dan is het begrijpelijk, dat onderstaatssecretaris Zimmermann, van het Duitsche departe ment van buitenlandsche zaken, op eene vraag van een dagbladschrijver, wanneer het tijdstip zou zijn gekomen om over vre desonderhandelingen te spreken, heeft ge antwoord; „Het tijdstip voor zulke bespre kingen is nog niet gekomen, en wij hebben ook tegenwoordig geene gelegenheid om ons met deze vraag bezig te houden." De oorlog. B erIij n, 14 Aug. (W. B.) Bericht uit het groote hoofdkwartier Yan heden voor middag. Ten zuidwesten van den straatweg van Thiepval naar Pozières waren de Engel- schen gistermorgen er in geslaagd op om streeks 700 meters breedte in onze voor ste loopgraven te dringen. Hedennacht wer den zij in een tegenaanval er weer uitgewor pen. Voor Guillemont en de ten zuiden zich daarbij aansluitende linie werden massa- aanvallen van den vijand onder de zwaarste verliezen voor hem afgeslagen. Ook vielen ineen twee zeer sterke Fransche aanvallén in den sector Maurepas tot ten oosten van Hem. Nader is nog bericht, dat de Franschen in den nacht van den 13en het dorp Fleury en onze stellingen ten oosten daarvan vol ledig hebben afgewezen. Een vijandelijke handgranaataanval mis lukte gisteren ten noord-westen van het werk Thiaumont. Aan en ten zuiden van het La Basséeka- naal was eene levendige strijd-actie. Vijan delijke patrouilles toonden veelvuldig eene grootere levendigheid* vooral ten noordwes ten van Reims rukten sterkere verkennings- afdeelingen uit na artillerie-voorbereiding. Ten oosten van Bapaume werd een En- gelsch vliegtuig in een luchtstrijd gedwon gen te landen. P a r ij s, 1 4 A u g. (Havas). Namiddagconv- muniqué. Ten noorden van de Somme was eene vrij levendige kanonnade in de shreek van Mau repas. In de andere sectoren was de nacht rustig. Ten zuiden van de Somme breidden wij onze stellingen ten zuidwesten van Es- trées aanmerkelijk uit, door verscheidene loopgraafelementen te nemen. Wi| maakten daarbij gevangenen. Tusschen de Oise en de Aisne was een levendige artilleriestrijd in den sector Mou- lin-sous-Touvent. Aan den linker Maasoever werden eenige granaatschermutselingen gemeld m den om trek van de redoute Avocourt. Eene Duit sche poging tegen de Fransche loopgraven op de oostelijke helling van hoogte 304 werd door het vuur van onze machinegeweren ge stuit. Aan den rechter oever van de Maas wier pen onze grenadiers met gemak twee aan vallen terug, die door de Duitschers werden gericht op het dorp Fleury en op onze stel lingen ten zuidoosten van dit dorp. Op de rest van het front was bij tusschen- poozen kanonvuur. Avond-communiqué. Het slechte weder belemmerde de opera- tiën op het grootste gedeelte van het front. Er was een scherp artillerieduel ten zuiden van de Somme en ten oosten van de Maas; elders was de kanonnade bij tusschenpoo- zen. Duitsche vliegtuigen wierpen gisteravond brand- en andere bommen op Reims. Ter zelfder tijd beschoten Duitsche batterijen verscheidene wijkenwan de stad. Een bur gerlijk hospitaal, gefegen in de buurt van de kerk Saint-Remy; is vernield, ook eene apotheek. Zes burgers zijn gedood. Londen, 14 Aug. (R.) Communiqué van generaal Haig. Ten westen van Pozières kreeg de vijand tijdelijk voet in een gedeelte van de gister genomen loopgraven. Ten zuiden van Ype- ren deden wij met succes een inval. Avondcommuniqué. De toestand is onveranderd op de geheele Britsche linie. B er 1 ij n, 14 Aug. (W. B.) Bericht uit het groote hoofdkwartier van heden voor middag. In de streek van Rohova en aan het Ochinskykanaal ten zuiden van het Wygo- nowskoje-meer werden vijandelijke aanval len afgeslagen. Duitsche afdeelingen dreven ten oosten van het kanaal Russische voor- troepen uiteen onder aanzienlijke verliezen voor den vijand. Bij Zarecze aan de Stochod werd een ge vecht tegen den vooruitgedrongen vijand in ons voordeel beslist. Sterke vijandelijke aanvallen richtten zich in 't bijzonder tegen den LukGraberka- 9ector; zij werden bloedig afgewezen. Nieu we aanvallen zijn daar in gang. Front aartshertog Karei. In den sector Zlorow—Konioestry mislukten Russische aanvallen. Vijandelijke afdeelingen, die wa ren ingebroken, werden door een tegen stoot teruggeworpen. Ook ten westen van Monasterzyska viel de tegenstander vruch teloos aan. Hij leed groote verliezen in ons vuur. Weenen, 14 Aug. (W.-B.). Officieel bericht van heden middag. Front aartshertog Karei. Ten zuiden van de Dnjestr waren geene bijzondere gebeurte nissen. Op de hoogten ten noorden van Mariampol werd gisteren door ons vuur een aanvallende Russische cavallerie-brigade uit eengejaagd. Heden in de morgenuren kwam de vijand aan het geheele front tusschen de Dnjestr en de streek ten zuidwesten van Zalocze weer in nauwere gevechtsvoeling met de verbonden strijdkrachten. Ten zuiden van Korozanke mislukte een Russische aan val. Ten westen van Korowa verjoegen onze troepen brandschattende afdeelingen. Bij Augustowka en in de streek van Zborow wer den onze bataillons talrijke Russische aan vallen af300 gevangenen werden hier in geleverd. Legerfront Hindenburg. Het leger van Boehm Ermolli sloeg ten zuidwesten van Podkamie, een door een roffelvuur van ver scheidene uren ingeleide" en door het ge bruik van gasbommen ondersteunenden massa-aanval terughet voorveld van onze stellingen was met doode en zwaargewonde Russen bedekt. Nieuwe gevechten zijn aan den gang. Bij Hulewieze, aan de Stochod, mislukte een zwakke Russische aanval. Ten zuiden van de Stobychwa werd een door den vijand bezette zandheuvel genomen; de bezetting van dit steunpunt werd gevangen genomen. Petersburg, 14 Aug. (Tel.-agent- schap). Namiddag-communiqué van den grooten generalen staf. Te Siniavka zijn door een bom, die uit een Duitsche vliegmachine op een hospitaal werd geworpen, twee verpleegsters en een verpleger gedood en twee zusters gewond. In de streek ten zuiden van Stobychwa deed de vijand den 13en tegen zes uur des avonds een aanval tegen onze afdeelingen op den westelijken oever van de Stochod; hij werd door een onmiddellijk ondernomen tegenaanval naar zijne loopgraven terugge dreven. Aan den bovenloop van de Sereth duurt onze opmarsch voort. De vijand trok in wes telijke richting naar een versterkte stelling terug, vanwaar hij door een hevig artillerie vuur onzen opmarsch belemmert. In de streek van de Midden-Strypa en de Koropiec zetten onze troepen de vervol ging van den vijand voort. Zij drongen naar het westen vooruit, naderden de Zlota Lipa bij Zawalof en Kortzof en bereikten den noordelijken oever van de Dnjester bij Ma riampol. In de streek van Yaremtsche, Yalowitscha- ry en Kirlibaba, in de Karpathen, sloegen wij overal partieele aanvallen van den vijand af- Weenen, 14 Aug. (W. B.) Officieel bericht van heden middag. Sterke vijandelijke krachten vielen onze stellingen ten oosten van het VolonedaL tusschen de Lokvica en de Wippach, zeven molen aan, maar werden door onze troepen' telkens weer volledig terug geslagen. Dc in- fanterie-regimenten 43 en 46 onderscheid den zich hierbij weer schitterend. De hoogten ten oosten van Görz, de monte San Gabriele en de monte Santo, stonden onder het hevigste geschutvuur. In den Sugana-sector vielen twee vijandelijke aanvallen op Civaron in ons vuur ineen. Rome, 14 Aug. (Stefani). Officieel communiqué. Op het Karst-plateau bleven onze troe pen gisteren krachtigen druk op den vijand uitoefenen. Ten Oosten van Nadlogem (hoogte 212) drongen wij weer in een krachtig versterkte vijandelijke linie. Wij maakten er omstreeks 600 gevangenen, onder wie 12 officieren. In de streek van Gürz was artillerie-duel. De vijand wierp eenige granaten in de stad en op de Isonzo-bruggen. Langs het verdere front waren kleine, le vendige gevechten op de hellingen van de Punta Firaine (Rio Felizon), bij de Rio Costeona (Boite) en op de hellingen van den berg Civaron (Sugana-dal). De vijand werd overal teruggeslagen en liet een vijftigtal gevangenen in ogze honden. De vijand bombardeerde gisteren bewoon de plaatsen in dc bovendalen van Chiarzo en Cordevole. Onze batterijen brachten het vijandelijk geschut tot zwijgen. Vijandelijke vliegtuigen wierpen in den afgeloopen naoht bommen op Monfalcone en andere plaatsen aan de beneden-Isonzo; daardoor werden geene slachtoffers ge maakt of schade aangericht. B e r 1 ij n, 14 Aug. (W. B.) Bericht uit het groote hoofdkwartier van heden voor middag. Er zijn op het Balkan-oorlogstooneel gee ne gebeurtenissen van belang voorgeko men. Zelfs de schijnactie van den vijand verflauwde. Sofia, 13 Aug. (W. B.) Communiqué van den generalen stof. Na den vergeefschen aanval op 10 Augus tus tegen onze vooruitgebrachte stellingen ten westen van het Doiranmeer, bepaalde de vijand in de beide laatste dagen zich er toe deze zelfde stellingen met minder hevigheid dan vroeger met kanonnen te beschieten. Bewegingen van infonterietroepen zijn niet waargenomen. Aan het overige front zwak artillerievuur en gevechten tusschen patrouilles. Petersburg, 14 Aug. (Tel.agent- schap.) Namiddag-communiqué van den grooten generalen staf. Aan het Kaukasus-front heeft onze flottil- le op het Wan-meer de stellingen van den vijand op den Zuid-westelijken oever be schoten en hem gedwongen térug te gaan. Caïro, 12 Aug. (R.) Sedert den 4en Augustus zijn de Turken uit hun achterhoe- Als wijze menschen nooit dwaalden, zou p4 er met de dwazen slecht uitzien. Roman door Mr. L. H. J. LAMBERTS HURRELBR1NCK. 34 Nondediu, daar komt die ook, die broer {fan z'n vrouw hij herkent hem nog, den lammeling, die Grctchen verboden heeft om nog een woord over hem te spreken, die aan lijn kinderen heeft verteld, dat hij dood was... dood... dood... ze moesten eens welen, dat bij in levende lijve vlak bij hen was... wat zouden ze doen, als ze het wisten, zouden zc bij hem komen; zou Jeanc hem dc hand rei ken en Marieke zou ze hem ook kussen, net Jds dien anderen of zouden ze hem boos met yerachting aankijken en dan weggaan... neen, ineen, dat gelooft hij niet... zoo slecht, zoo ge meen zouden ze niet zijn, zijn kinderen dat §igt niet in hun oogen. Daar heb je waarachtig Gretchen ook al fn alweer llefkoozingen, .weer kussen..* svaar- Jbp hij ook recht heeft „De tafel is klaar, komen jelui?" „Ja, moedertje; ik heb honger als jen faard." In vroolijk gesnap, wandelden zij voort 'door Bea hé, Grgtchea .verliest haren jak doek eindelijk allen in huis. Snel komt zij terug, zijn lief, klein, slim vrouwtje hij begrijpt nu; 't is niets anders dan een list geweest, dat laten vallen van die zakdoek. x „Nol ben je daar nog" met toonlooze stem. „Ja." „Heb je ze goed kunnen zien?" „Ja, uitstekend." „En hoe vind je ze nu?" „Mirabilant. God, God, wat heb je mij een pleizier gedaan Gretchen; ik kom weer gauw hier terug." „Goed, maar voorzichtig hoor, tot ziens." „Tot ziens en dank je nog wel." Met langzame schreden verwijdert hij zich, telkens het hoofd omwendend, telkens de oogen gericht naar dal huis, waarin „zij" zijn, nu samen eten aan één tafel, daar moest hij ook bij zitten. Neen, de hoop, die hij zoo lang heeft ge koesterd is niet verwezenlijkt; dat oogenbiik van weerzien heeft riet beantwoord aan de idealen, die hij zich zeiven had geschapen; hij heeft z'n vrouwtje, zijn Gretchen, gezien, met haar gesproken, haar in z'n armen gedrukt, haar gekust; zij heeft hem met haar eigen mond gezegd, dat zij nog even veel van hem hield als vroeger; ze zou met hem meege gaan zijn, als hij het haar niet had verboden zeker, zeker en hij is er ook dankbaar voor... maar met z'n kinderen is 't niet ge gaan, zooals hij gedacht had... nooit had hij kunnen vermoeden, dat hij zich zeiven had moeten verbergen achter een haag om hen te beloeren, om hun geluk te bespieden, en dat heeft hij gezien, met z'n eigen oogen heeft bij fe§t gezien dat geluk; bij zgi da ai nog dik-. •tfijls gaan liggen, nog dikwijls genieten... maar hoe lang nog 't geld, dal hem daar is uitbetaald zal gauw genoeg verteerd zijn, als hij ten minste niets verdient; hij kan zijn best doen om knecht tc worden bij een smidsbaas, maar zal hem dat gelukken, wat zal hij moe ten zeggen, als deze hem om z'n getuigschrif ten van vroegere patroons vraagt; zal hij dan eerlijk alles vertellen, net zooals het gebeurd is neen, dat gaat niet; zc zouden hem toch niet gelooven dat zou hij vroeger ook niet gedaan hebben als een vreemde kerel zich bij hem als knecht was komen presenteeren zon der papieren, neen, daarover moet hij maar niet meer denken hij zal van avond in Gods naam maar weer naar 't logement van gisteren gaan, waar hij dien Schmitz heeft ontmoet, dien ellendeling, hij zal hem in het vervolg uit den weg blijven, daar zal hij wel voor zorgen, maar momenteel heeft hij hem noodig; hij heeft toch beloofd hem aan werk te helpen in de mijnen en daar hoeft hij niks te vertellen, daar vragen zij niet naar papie ren; hij hoeft er zelfs niet eens zijn naam te noemen ja maar, een naam moet hij toch hebben; ze zullen daar toch ook niet de lui nummeren welken naam dan, wacht eens; hij heet Arnold Peters, da's gemakkelijk te veranderen, niks anders als een omzetting van voornaam en naam en dan heet hij'. Peter Arnolds, niemand, die daaraan zal denken, die dat zal uitvinden. Dienzelfden avond is Peters weer in 't kleine logement, dat hij des morgens heeft verlaten; weer dezelfde kerels als gisteren; ook die Anton Schmitz. „Zoo ben je daar ook?." als deze hem onï- .waart, „Zooals jc ziet." „En ben je 't al met je zeiven eens gewor den; kom jc bij ons werken?" „Als 't gaat, met plezier." ,,'t Gaat, dat heb ik je gisteren toch al ge zegd; kerels met zulke schouders hebben zc d'r niet veel; met die pooten zal jij 'n hcele- boef kunnen loshakken van dat zwarte goud, zooals je in de boeken leest, en da's waar; 't hangt er alleen maar van af van welken kant je het bekijkt; voor ons is 't vervloekt smerig, dat goud, maar voor de eigenaars van de mijn is het effectief reëel puur goud cn hoe meer dat je 'r van uithaalt, des te beter werkman ben jc cn des te meer verdien je ook, al is het dan ook maar een verdoemd klein schijntje van wat wij krijgen, de kapi talisten, die niets anders doen dan de mil- lioenen opstrijken, waarvoor wij ons kapot maken, 't Is ook niet pleizierig daar beneden; probeer je dat-zelf niet wijs le maken hoor; voor jc lol hoef jc je niet te gaan begraven, zooveel honderd meter onder den grond, als een mol te wroeten in de aarde, maar enfin je eet d'r van en een pot bier kan je d'r ook nog van drinken drink je d'r een mee?" Hij kan niet weigeren; hij moet als hij maar eerst zijn doel heeft hereikl, mei behulp van dien kerel als arbeider in de mijn is aan genomen, dan zal hij zich wel gauw genoeg van hem los maken. „Nou graag." „Goed, kom dan hier; zet je neer bij de kameraden kastelein, een bier voor onzen nieuwen vriend... ja hoe heet jc nu eigenlijk of... hoe wil je dat wij je noemen... een naam moet je toch hebben." Vervloekte lammeling, kon liy maar. terwijl z'n vuist zich balt; „ik heet Peter Arnolds,* sterk beklemmend dal: „ik hcet." „Dus Peter Arnolds goed nou alzod met den mijnwerkersgroct: Glück auf, Peter Arnolds" en tegelijk al de anderen heffend hoog op hunne glazen, kijkend hem aan met strakke blikken; „Glück auf, Peter Arnolds.* „Zie zoo kerel, nu ben je van 't gilde, nu zit jc aan ons vast; ik hoop, dat jc een goed kameraad en broeder van ons zult zijn." „Ik hoop het" werktuigelijk zonder denken. „Wanneer kom je nu, wanneer zal ik ja meenemen" weer die Schmitz. „Zoo gauw mogelijk als je blieft, kan lie! morgen al?" „Zeker, maar dan moet je d'r al vroeg zijn# hoor, zoowat tegen zes uur." „Ik zal er zijn." h „Allo daar drinken wij d'r nog een op.' „Ja, maar dal rondje offreer ik" als hij morgen al geld gaat verdienen, dan kan hij zich die'weelde veroorloven. „Dat mogen wij niet weigcren.* „Glück auf kameraden." „Glück auf kameraad. Een zwaar voelen in z'n hoofd; eelt draaierig beweeg voor z'n oogen hij word! dronken nou oppassen, niet meer drinke^ geen druppel meer, hij zou anders morgen niet kunnen gaan en dat wil hij absoluu* - God weet of hij Jeanc niet weer zal zien* „Neem mij niet kwalijk kameraden; ik voel mij niet al te goed, vervloekte koppijn; Ik g* naar bed," met licht lallende tong. j y ("Wordt vervolgd!

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1916 | | pagina 1