„D E E EM LAN DER".
BUITENLAND.
Dinsdag 15 Augustus 1916.
FEUILLETON.
DE EERSTE MEI.
15d" Jaargang.
Uitgevers: VALKHOFP Co,
Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
N* 99.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
ifloofdredactlei
MARIE VAN VERSENDAAL.
Mr. D. J. VAN SCHAARDEN BURO.
'HWA, ,-1
'ABONNEMENTSPRIJS:
ptt 8 maanden too. Amarafoortf 1.30.
Idem franco por poet1.80.
Per week (met gratieTêtzekering tegen ongelukken) 0.125.
Afionderlijke nummer»0.05.
Woko] ijksch bijvoegsel ,Dt BolIandtcJu Hutmrww" (onder
redactie ran Thérkae Horen) per 8 mnd. 50 ets.
rekeiykseh bijvoegsel mt eut" per 8 mnd. 52 ct».
Politiek Overzicht
Duitsche vredeswenschen.
De wensch naar herstel van den vrede Is
In het derde oorlogsjaar, waarin wij ons
•edert twee weken bevinden, In Dultschland
op verschillende wijzen tot uiting gekomen.
Èr heeft zich eene „nationale commissie tot
verkrijging van een eervollen vrede" ge
vormd, die in talrijke steden vergaderingen
heeft gehouden, waarin wenschen werden
uitgedrukt over 't geen door den oorlog
moet worden verkregen. Daarin heeft het
hoofdbestuur van de sociaal-democratische
partij in Duitschland aanleiding gevonden
om tot den rijkskanselier het verzoek te
richten, dat vrijheid zal worden gegeven
lot openbare bespreking ven de oorlogs- en
vredesdoeleinden. Aan de partij-organisa-
tiën in het rijk is opgedragen, openbare ver
gaderingen voor dit doel te beleggen, en
verder toebereidselen te maken voor het
verzamelen van handteekenlngen onder een
.verzoekschrift aan de rijksregeering, waarin
een vrede verlangd wordt, die de vriend
schap met de naburige volken mogelijk
maakt en aan Duitschland onschendbaarheid
van gebied, onafhankelijkheid van economi
sche ontwikkeling en vrijheid waarborgt.
Het doel, dat met deze actie ten gunste
van den vrede wordt beoogd, is een dam op
le werpen tegen het streven van hen, die
ttemming trachten te maken voor uitbrei
ding van het Duitsche gebied als doel van
den oorlog. Het manifest van het sociaal
democratische partijbestuur drukt dit aldus
uit; „De vredeswil, die bij de volken van de
vijandelijke landen even sterk is als in
Duitschland, wordt ongetwijfeld verzwakt en
terug gedrongen, wanneer de chauvinisti
sche veroveringspolitiekers evenals in de En
tente-landen ook in Duitschland oorlogsoog
merken opstellen en veroveringsplannen
propageeren, die de volken van die landen
tot den hardnekkigsten tegenstand moeten
aansporen. Het schijnt daarom gepast, dat
het Duitsche volk vrij en onbelemmerd te
genover deze veroveringsplannen stelling
neemt, welker verwezenlijking de kiem tot
nieuwe oorlogen zou leggen en die maar al
te zeer geschikt zijn, den oorlog te verlen
gen".
Men wil dus, dat de stem van het volk
zich zal doen hooren, en wel in dien zin,
dat het duidelijk wordt, dat geene uitbrei
ding van het Duitsche gebied wordt be
oogd. Maar zal men dan dichter bij den
vrede ziin gekomen? Het is, helaas, te be
twijfelen. Niet de vrees, dat Duitschland zijn
gebied zal uitbreiden, beheerscht de En-
tente-mogendheden, maar de begeerte om
Duitschland er onder te krijgen. Eigenaardig
wordt dit uitgedrukt door de Temps, die er
tegen opkomt, dat het doel van de Entente
zou zijn, Duitschland te vernietigen. Niets
is minder waar, verklaart dit blad. Van ver
nietigen is geen sprake; men wil slechts
Duitschland muilbanden. Wat daaronder
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—8 regelsf 0.80.
Elke regel meer0.15.
Dienstaanbiedingen 1—8 regels.. 0.50.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel on bedrjjt bestaan zeer voordeolige bepalingen
tot.hot herhaald advortoeren in dit Blad, b(j abonnement.
Eeno circulaire, bevattende do voorwaardou, wordt op
aanvrcag toegezonden.
moet worden verstaan, wordt als volgt toe
gelicht:
„Wij betalen een zware schuld, omdat er
in Europa een roofvolk was. Wanneer de
Duitschers in de bedwelming van hunne
heerschzucht het vermogen om te oordeelen
hadden bewaard, dan zouden zij tot hun kei
zer, wanneer die hen vraagt te strijden te
gen degenen, die hen willen vernietigen,
zeggen; „Niemand dacht er aan ons te ver
nietigen. De Duitsche politiek heeft de
zwakken willen breken, de sterken overwin
nen, gebied en geld veroveren. De Duitsche
politiek maakt, na het échec van den macht-
greep, nog altijd aanspraak op inlijving in
het oosten en inlijving in het westen. De
Duitsche politiek noodzaakt de geallieerden
te strijden tot het einde toe, oin waarborgen
te verkrijgen." En Duitschland zou zijne
Hohenzollerns, slechte beheerders van het
nationale belang, wegzenden en door de re
volutie zijne schuld belijden."
Eene omwenteling in Duitschland, het
wegjagen van de Hohenzollerns zijn dus de
voorwaarden, die vervuld moeten zijn, voor
dat de Entente zich met het Duitsche volk
zou kunnen verstaan. Zoolang daaraan
niet is voldaan, zit er niets anders op dan
Duitschland te muilbanden. Als dat de stem
ming is, die de Entente beheerscht, dan is
het begrijpelijk, dat onderstaatssecretaris
Zimmermann, van het Duitsche departe
ment van buitenlandsche zaken, op eene
vraag van een dagbladschrijver, wanneer
het tijdstip zou zijn gekomen om over vre
desonderhandelingen te spreken, heeft ge
antwoord; „Het tijdstip voor zulke bespre
kingen is nog niet gekomen, en wij hebben
ook tegenwoordig geene gelegenheid om
ons met deze vraag bezig te houden."
De oorlog.
B erIij n, 14 Aug. (W. B.) Bericht uit
het groote hoofdkwartier Yan heden voor
middag.
Ten zuidwesten van den straatweg van
Thiepval naar Pozières waren de Engel-
schen gistermorgen er in geslaagd op om
streeks 700 meters breedte in onze voor
ste loopgraven te dringen. Hedennacht wer
den zij in een tegenaanval er weer uitgewor
pen. Voor Guillemont en de ten zuiden zich
daarbij aansluitende linie werden massa-
aanvallen van den vijand onder de zwaarste
verliezen voor hem afgeslagen. Ook vielen
ineen twee zeer sterke Fransche aanvallén
in den sector Maurepas tot ten oosten van
Hem. Nader is nog bericht, dat de Franschen
in den nacht van den 13en het dorp Fleury
en onze stellingen ten oosten daarvan vol
ledig hebben afgewezen.
Een vijandelijke handgranaataanval mis
lukte gisteren ten noord-westen van het werk
Thiaumont.
Aan en ten zuiden van het La Basséeka-
naal was eene levendige strijd-actie. Vijan
delijke patrouilles toonden veelvuldig eene
grootere levendigheid* vooral ten noordwes
ten van Reims rukten sterkere verkennings-
afdeelingen uit na artillerie-voorbereiding.
Ten oosten van Bapaume werd een En-
gelsch vliegtuig in een luchtstrijd gedwon
gen te landen.
P a r ij s, 1 4 A u g. (Havas). Namiddagconv-
muniqué.
Ten noorden van de Somme was eene vrij
levendige kanonnade in de shreek van Mau
repas. In de andere sectoren was de nacht
rustig. Ten zuiden van de Somme breidden
wij onze stellingen ten zuidwesten van Es-
trées aanmerkelijk uit, door verscheidene
loopgraafelementen te nemen. Wi| maakten
daarbij gevangenen.
Tusschen de Oise en de Aisne was een
levendige artilleriestrijd in den sector Mou-
lin-sous-Touvent.
Aan den linker Maasoever werden eenige
granaatschermutselingen gemeld m den om
trek van de redoute Avocourt. Eene Duit
sche poging tegen de Fransche loopgraven
op de oostelijke helling van hoogte 304 werd
door het vuur van onze machinegeweren ge
stuit.
Aan den rechter oever van de Maas wier
pen onze grenadiers met gemak twee aan
vallen terug, die door de Duitschers werden
gericht op het dorp Fleury en op onze stel
lingen ten zuidoosten van dit dorp.
Op de rest van het front was bij tusschen-
poozen kanonvuur.
Avond-communiqué.
Het slechte weder belemmerde de opera-
tiën op het grootste gedeelte van het front.
Er was een scherp artillerieduel ten zuiden
van de Somme en ten oosten van de Maas;
elders was de kanonnade bij tusschenpoo-
zen.
Duitsche vliegtuigen wierpen gisteravond
brand- en andere bommen op Reims. Ter
zelfder tijd beschoten Duitsche batterijen
verscheidene wijkenwan de stad. Een bur
gerlijk hospitaal, gefegen in de buurt van
de kerk Saint-Remy; is vernield, ook eene
apotheek. Zes burgers zijn gedood.
Londen, 14 Aug. (R.) Communiqué
van generaal Haig.
Ten westen van Pozières kreeg de vijand
tijdelijk voet in een gedeelte van de gister
genomen loopgraven. Ten zuiden van Ype-
ren deden wij met succes een inval.
Avondcommuniqué.
De toestand is onveranderd op de geheele
Britsche linie.
B er 1 ij n, 14 Aug. (W. B.) Bericht uit
het groote hoofdkwartier van heden voor
middag.
In de streek van Rohova en aan het
Ochinskykanaal ten zuiden van het Wygo-
nowskoje-meer werden vijandelijke aanval
len afgeslagen. Duitsche afdeelingen dreven
ten oosten van het kanaal Russische voor-
troepen uiteen onder aanzienlijke verliezen
voor den vijand.
Bij Zarecze aan de Stochod werd een ge
vecht tegen den vooruitgedrongen vijand in
ons voordeel beslist.
Sterke vijandelijke aanvallen richtten zich
in 't bijzonder tegen den LukGraberka-
9ector; zij werden bloedig afgewezen. Nieu
we aanvallen zijn daar in gang.
Front aartshertog Karei. In den sector
Zlorow—Konioestry mislukten Russische
aanvallen. Vijandelijke afdeelingen, die wa
ren ingebroken, werden door een tegen
stoot teruggeworpen. Ook ten westen van
Monasterzyska viel de tegenstander vruch
teloos aan. Hij leed groote verliezen in ons
vuur.
Weenen, 14 Aug. (W.-B.). Officieel
bericht van heden middag.
Front aartshertog Karei. Ten zuiden van
de Dnjestr waren geene bijzondere gebeurte
nissen. Op de hoogten ten noorden van
Mariampol werd gisteren door ons vuur een
aanvallende Russische cavallerie-brigade uit
eengejaagd. Heden in de morgenuren kwam
de vijand aan het geheele front tusschen de
Dnjestr en de streek ten zuidwesten van
Zalocze weer in nauwere gevechtsvoeling
met de verbonden strijdkrachten. Ten zuiden
van Korozanke mislukte een Russische aan
val. Ten westen van Korowa verjoegen onze
troepen brandschattende afdeelingen. Bij
Augustowka en in de streek van Zborow wer
den onze bataillons talrijke Russische aan
vallen af300 gevangenen werden hier in
geleverd.
Legerfront Hindenburg. Het leger van
Boehm Ermolli sloeg ten zuidwesten van
Podkamie, een door een roffelvuur van ver
scheidene uren ingeleide" en door het ge
bruik van gasbommen ondersteunenden
massa-aanval terughet voorveld van onze
stellingen was met doode en zwaargewonde
Russen bedekt. Nieuwe gevechten zijn aan
den gang.
Bij Hulewieze, aan de Stochod, mislukte
een zwakke Russische aanval. Ten zuiden
van de Stobychwa werd een door den vijand
bezette zandheuvel genomen; de bezetting
van dit steunpunt werd gevangen genomen.
Petersburg, 14 Aug. (Tel.-agent-
schap). Namiddag-communiqué van den
grooten generalen staf.
Te Siniavka zijn door een bom, die uit
een Duitsche vliegmachine op een hospitaal
werd geworpen, twee verpleegsters en een
verpleger gedood en twee zusters gewond.
In de streek ten zuiden van Stobychwa
deed de vijand den 13en tegen zes uur des
avonds een aanval tegen onze afdeelingen
op den westelijken oever van de Stochod;
hij werd door een onmiddellijk ondernomen
tegenaanval naar zijne loopgraven terugge
dreven.
Aan den bovenloop van de Sereth duurt
onze opmarsch voort. De vijand trok in wes
telijke richting naar een versterkte stelling
terug, vanwaar hij door een hevig artillerie
vuur onzen opmarsch belemmert.
In de streek van de Midden-Strypa en
de Koropiec zetten onze troepen de vervol
ging van den vijand voort. Zij drongen naar
het westen vooruit, naderden de Zlota Lipa
bij Zawalof en Kortzof en bereikten den
noordelijken oever van de Dnjester bij Ma
riampol.
In de streek van Yaremtsche, Yalowitscha-
ry en Kirlibaba, in de Karpathen, sloegen wij
overal partieele aanvallen van den vijand af-
Weenen, 14 Aug. (W. B.) Officieel
bericht van heden middag.
Sterke vijandelijke krachten vielen onze
stellingen ten oosten van het VolonedaL
tusschen de Lokvica en de Wippach, zeven
molen aan, maar werden door onze troepen'
telkens weer volledig terug geslagen. Dc in-
fanterie-regimenten 43 en 46 onderscheid
den zich hierbij weer schitterend.
De hoogten ten oosten van Görz, de
monte San Gabriele en de monte Santo,
stonden onder het hevigste geschutvuur. In
den Sugana-sector vielen twee vijandelijke
aanvallen op Civaron in ons vuur ineen.
Rome, 14 Aug. (Stefani). Officieel
communiqué.
Op het Karst-plateau bleven onze troe
pen gisteren krachtigen druk op den vijand
uitoefenen.
Ten Oosten van Nadlogem (hoogte 212)
drongen wij weer in een krachtig versterkte
vijandelijke linie. Wij maakten er omstreeks
600 gevangenen, onder wie 12 officieren.
In de streek van Gürz was artillerie-duel.
De vijand wierp eenige granaten in de stad
en op de Isonzo-bruggen.
Langs het verdere front waren kleine, le
vendige gevechten op de hellingen van de
Punta Firaine (Rio Felizon), bij de Rio
Costeona (Boite) en op de hellingen van den
berg Civaron (Sugana-dal). De vijand werd
overal teruggeslagen en liet een vijftigtal
gevangenen in ogze honden.
De vijand bombardeerde gisteren bewoon
de plaatsen in dc bovendalen van Chiarzo
en Cordevole. Onze batterijen brachten het
vijandelijk geschut tot zwijgen.
Vijandelijke vliegtuigen wierpen in den
afgeloopen naoht bommen op Monfalcone
en andere plaatsen aan de beneden-Isonzo;
daardoor werden geene slachtoffers ge
maakt of schade aangericht.
B e r 1 ij n, 14 Aug. (W. B.) Bericht uit
het groote hoofdkwartier van heden voor
middag.
Er zijn op het Balkan-oorlogstooneel gee
ne gebeurtenissen van belang voorgeko
men. Zelfs de schijnactie van den vijand
verflauwde.
Sofia, 13 Aug. (W. B.) Communiqué
van den generalen stof.
Na den vergeefschen aanval op 10 Augus
tus tegen onze vooruitgebrachte stellingen
ten westen van het Doiranmeer, bepaalde de
vijand in de beide laatste dagen zich er toe
deze zelfde stellingen met minder hevigheid
dan vroeger met kanonnen te beschieten.
Bewegingen van infonterietroepen zijn niet
waargenomen.
Aan het overige front zwak artillerievuur
en gevechten tusschen patrouilles.
Petersburg, 14 Aug. (Tel.agent-
schap.) Namiddag-communiqué van den
grooten generalen staf.
Aan het Kaukasus-front heeft onze flottil-
le op het Wan-meer de stellingen van den
vijand op den Zuid-westelijken oever be
schoten en hem gedwongen térug te gaan.
Caïro, 12 Aug. (R.) Sedert den 4en
Augustus zijn de Turken uit hun achterhoe-
Als wijze menschen nooit dwaalden, zou
p4 er met de dwazen slecht uitzien.
Roman door
Mr. L. H. J. LAMBERTS HURRELBR1NCK.
34
Nondediu, daar komt die ook, die broer
{fan z'n vrouw hij herkent hem nog, den
lammeling, die Grctchen verboden heeft om
nog een woord over hem te spreken, die aan
lijn kinderen heeft verteld, dat hij dood was...
dood... dood... ze moesten eens welen, dat
bij in levende lijve vlak bij hen was... wat
zouden ze doen, als ze het wisten, zouden zc
bij hem komen; zou Jeanc hem dc hand rei
ken en Marieke zou ze hem ook kussen, net
Jds dien anderen of zouden ze hem boos met
yerachting aankijken en dan weggaan... neen,
ineen, dat gelooft hij niet... zoo slecht, zoo ge
meen zouden ze niet zijn, zijn kinderen dat
§igt niet in hun oogen.
Daar heb je waarachtig Gretchen ook al
fn alweer llefkoozingen, .weer kussen..* svaar-
Jbp hij ook recht heeft
„De tafel is klaar, komen jelui?"
„Ja, moedertje; ik heb honger als jen
faard."
In vroolijk gesnap, wandelden zij voort 'door
Bea hé, Grgtchea .verliest haren jak
doek eindelijk allen in huis.
Snel komt zij terug, zijn lief, klein, slim
vrouwtje hij begrijpt nu; 't is niets anders
dan een list geweest, dat laten vallen van die
zakdoek. x
„Nol ben je daar nog" met toonlooze stem.
„Ja."
„Heb je ze goed kunnen zien?"
„Ja, uitstekend."
„En hoe vind je ze nu?"
„Mirabilant. God, God, wat heb je mij
een pleizier gedaan Gretchen; ik kom weer
gauw hier terug."
„Goed, maar voorzichtig hoor, tot ziens."
„Tot ziens en dank je nog wel."
Met langzame schreden verwijdert hij zich,
telkens het hoofd omwendend, telkens de
oogen gericht naar dal huis, waarin „zij" zijn,
nu samen eten aan één tafel, daar moest
hij ook bij zitten.
Neen, de hoop, die hij zoo lang heeft ge
koesterd is niet verwezenlijkt; dat oogenbiik
van weerzien heeft riet beantwoord aan de
idealen, die hij zich zeiven had geschapen; hij
heeft z'n vrouwtje, zijn Gretchen, gezien, met
haar gesproken, haar in z'n armen gedrukt,
haar gekust; zij heeft hem met haar eigen
mond gezegd, dat zij nog even veel van hem
hield als vroeger; ze zou met hem meege
gaan zijn, als hij het haar niet had verboden
zeker, zeker en hij is er ook dankbaar
voor... maar met z'n kinderen is 't niet ge
gaan, zooals hij gedacht had... nooit had hij
kunnen vermoeden, dat hij zich zeiven had
moeten verbergen achter een haag om hen
te beloeren, om hun geluk te bespieden, en
dat heeft hij gezien, met z'n eigen oogen heeft
bij fe§t gezien dat geluk; bij zgi da ai nog dik-.
•tfijls gaan liggen, nog dikwijls genieten...
maar hoe lang nog 't geld, dal hem daar is
uitbetaald zal gauw genoeg verteerd zijn, als
hij ten minste niets verdient; hij kan zijn best
doen om knecht tc worden bij een smidsbaas,
maar zal hem dat gelukken, wat zal hij moe
ten zeggen, als deze hem om z'n getuigschrif
ten van vroegere patroons vraagt; zal hij dan
eerlijk alles vertellen, net zooals het gebeurd
is neen, dat gaat niet; zc zouden hem toch
niet gelooven dat zou hij vroeger ook niet
gedaan hebben als een vreemde kerel zich bij
hem als knecht was komen presenteeren zon
der papieren, neen, daarover moet hij maar
niet meer denken hij zal van avond in
Gods naam maar weer naar 't logement van
gisteren gaan, waar hij dien Schmitz heeft
ontmoet, dien ellendeling, hij zal hem in het
vervolg uit den weg blijven, daar zal hij wel
voor zorgen, maar momenteel heeft hij hem
noodig; hij heeft toch beloofd hem aan werk
te helpen in de mijnen en daar hoeft hij niks
te vertellen, daar vragen zij niet naar papie
ren; hij hoeft er zelfs niet eens zijn naam te
noemen ja maar, een naam moet hij toch
hebben; ze zullen daar toch ook niet de lui
nummeren welken naam dan, wacht eens;
hij heet Arnold Peters, da's gemakkelijk te
veranderen, niks anders als een omzetting van
voornaam en naam en dan heet hij'. Peter
Arnolds, niemand, die daaraan zal denken,
die dat zal uitvinden.
Dienzelfden avond is Peters weer in
't kleine logement, dat hij des morgens heeft
verlaten; weer dezelfde kerels als gisteren;
ook die Anton Schmitz.
„Zoo ben je daar ook?." als deze hem onï-
.waart,
„Zooals jc ziet."
„En ben je 't al met je zeiven eens gewor
den; kom jc bij ons werken?"
„Als 't gaat, met plezier."
,,'t Gaat, dat heb ik je gisteren toch al ge
zegd; kerels met zulke schouders hebben zc
d'r niet veel; met die pooten zal jij 'n hcele-
boef kunnen loshakken van dat zwarte goud,
zooals je in de boeken leest, en da's waar;
't hangt er alleen maar van af van welken
kant je het bekijkt; voor ons is 't vervloekt
smerig, dat goud, maar voor de eigenaars
van de mijn is het effectief reëel puur goud
cn hoe meer dat je 'r van uithaalt, des te
beter werkman ben jc cn des te meer verdien
je ook, al is het dan ook maar een verdoemd
klein schijntje van wat wij krijgen, de kapi
talisten, die niets anders doen dan de mil-
lioenen opstrijken, waarvoor wij ons kapot
maken, 't Is ook niet pleizierig daar beneden;
probeer je dat-zelf niet wijs le maken hoor;
voor jc lol hoef jc je niet te gaan begraven,
zooveel honderd meter onder den grond, als
een mol te wroeten in de aarde, maar enfin
je eet d'r van en een pot bier kan je d'r ook
nog van drinken drink je d'r een mee?"
Hij kan niet weigeren; hij moet als hij
maar eerst zijn doel heeft hereikl, mei behulp
van dien kerel als arbeider in de mijn is aan
genomen, dan zal hij zich wel gauw genoeg
van hem los maken.
„Nou graag."
„Goed, kom dan hier; zet je neer bij de
kameraden kastelein, een bier voor onzen
nieuwen vriend... ja hoe heet jc nu eigenlijk
of... hoe wil je dat wij je noemen... een naam
moet je toch hebben."
Vervloekte lammeling, kon liy maar. terwijl
z'n vuist zich balt; „ik heet Peter Arnolds,*
sterk beklemmend dal: „ik hcet."
„Dus Peter Arnolds goed nou alzod
met den mijnwerkersgroct: Glück auf, Peter
Arnolds" en tegelijk al de anderen heffend
hoog op hunne glazen, kijkend hem aan met
strakke blikken; „Glück auf, Peter Arnolds.*
„Zie zoo kerel, nu ben je van 't gilde, nu
zit jc aan ons vast; ik hoop, dat jc een goed
kameraad en broeder van ons zult zijn."
„Ik hoop het" werktuigelijk zonder denken.
„Wanneer kom je nu, wanneer zal ik ja
meenemen" weer die Schmitz.
„Zoo gauw mogelijk als je blieft, kan lie!
morgen al?"
„Zeker, maar dan moet je d'r al vroeg zijn#
hoor, zoowat tegen zes uur."
„Ik zal er zijn." h
„Allo daar drinken wij d'r nog een op.'
„Ja, maar dal rondje offreer ik" als hij
morgen al geld gaat verdienen, dan kan hij
zich die'weelde veroorloven.
„Dat mogen wij niet weigcren.*
„Glück auf kameraden."
„Glück auf kameraad.
Een zwaar voelen in z'n hoofd; eelt
draaierig beweeg voor z'n oogen hij word!
dronken nou oppassen, niet meer drinke^
geen druppel meer, hij zou anders morgen
niet kunnen gaan en dat wil hij absoluu*
- God weet of hij Jeanc niet weer zal zien*
„Neem mij niet kwalijk kameraden; ik voel
mij niet al te goed, vervloekte koppijn; Ik g*
naar bed," met licht lallende tong. j
y
("Wordt vervolgd!