EEN STRUT GR DE ZON. "binnenland. N* 49. Tweede Blad. Zaterdag .26 Augustus 1916. BUITENLAND. FEUILLETON. 1Sde Jaargang. Hoofdredactie: J „DE EEMLANDER'. Uitgevers: VALKHOPF Co Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1. Intercomm. Telefoonnummer 66. ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Amersfoort f 1.30. Idem franco per post1.80» Per week (met gratis verrekering tegen ongelukken) 0.135. (Afrondorlijko nummers 0.05. Wekelijksoh bijvoegsel nDt UoUanduh* UttUvrouw(onder y redactie van Thérèae Hoven) por 8 mnd. 50 ets. tWekelijkscb bijvoegsel 9Pah ttu nuf per 8 mnd. 53 Ct8. P1UJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—5 regelsf 0.80. Elko rogel moor.. 0.15. Dienstaanbiodingon 1—5 ro^ols.. 0.5O. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handol on bedrijf bestaan roor voordeoligo bepalingen tol hot horhaald advertoeron in dit Blad, bij abonnoment. Eono circulairo, bovatloude* do voorwaarden, wordt op aanvraag toogozondon. Verspreide Berichten. Boekarest. Het Berliner Tageblatt bevat een telegram van een bijzonderen correspondent te Boe karest, die daar de stemming schildert. De N. R. Ct. geeft er de volgende vertaling van: .Nog steeds stroomt het leven luid en lawaaierig door de straten, maar het is niet meer zoo doelloos, zoo onschuldig of zelfs zoo opgewekt als het in deze genotzuchtige stad anders is. Een geheime wil geeft nu den stroom eert bepaalde richting. Een zeker iets dat men vroeger niet kende, oefent op alles zijn invloed uit. Men gaat niet meer genoeglijk uitrijden op den groenen straat weg naar Kissilew om blikken en groeten te wisselen, maar men maakt half ernstig, half schertsend bedoelde afscheidsbezoeken. Men koopt niet meer wat men moois in de winkels ziet, maar stevige en practische dingen, zoo als beenwindsels en rijschoenen, veldfles- schen en wollen dekens. In dit uur van af scheid nemen komt een soort familieleven aan de oppervlakte van het leven te Éoeka- rest en ook aan tal van andere dingen merkt men dat dit leven toch eigenlijk nog wat meer diepte had dan men tot heden dacht. Bij Capse zitten nog steeds genoeg jonge menschen, politici en studenten, vrijwilligers en reserve-officieren in de nieuwe, blauw groene uniformen, die zij juist hebben aange trokken. Maar ook hier, zooals overal, verge zellen duizend zorgen de uittrekkende sol daten. Het is alles nog geen echte ernst, maar het ia.ook niet meer alleen scherts. Uit tallooze kleine steentjes begint zich het mo- zaik van een tot den oorlog gereed land te vormen. Aan de onbeduidendste dingen kan men het merken. De zomergasten keeren terug, omdat hun de huizen voor den neus woïderv gefloten, het kleingeld, zilver en nik kel, verdwijnt uit het verkeer, urenlang staan de menschen voor de Nationale Bank te wachten op het wisselen van papiergeld, omdat de regeering niet genoeg munt heeft. De trammaatschappij zoekt vrouwen, die zoo noodig het werk van de mannen kunnen overnemen. Nog bevat de urn van het noodlot van Roe menië alle loten, alle mogelijkheden, maar men begint al te rekenen. 70 Kilometer zijn het tot Roestsjoek, 150 tot Predel, weinig meer tot in het dal van de Olt. Van drie kanten tegelijk zou men reeds in de eerste seconde van den oorlog het gedonder van de kanonnen te Boekarest hooren. Nog steeds gaat het leven hier zijn genotlievenden gang. Maar menigeen gaat reeds met een eenigs- zins onbehagelijk gevoel uit wandelen onder de lantarens van Boekarest, die sedert eeni- gen tijd donkerblauwe schermen dragen te gen d"«* spiedende oogen der Zeppelins. Men mag aannemen, dat ook Bratianu op het oogenblik niet geheel vrij van zorgen is. Men meent thans vaak dat hij bevel gegeven heeft tot de groote troepenconcentraties als vergoeding voor de munitie, die de Entente geleverd heeft. In dit land van compensaties is ten slotte alles mogelijk. „Gij levert mij granaten en kanonnen en ik houd u daarvoor zooveel honderdduizend Bulgaren, Turken, Hongaren, Oostenrijkers en Duitschers.vast." Bratianu is een wijs en in alle kunsten der Oostersche diplomatie ervaren man. Ik stel me voor, dat het hem nu toch een beetje bang te moede is. Hij zit met de entente en met de centrale mogendheden aan één tafel en speelt hoog spel om Roemenië. Hij laat de Russen in zijn kaart zien en gelooft hooge troeven te hebben, maar hij heeft het spel toch niet volkomen in handen. De Deutschland. In verband met den gelukkigen terugkeer der Deutschland, een feit, dat met recht trotsche vreugde in Duitschland zal wekken, wijzen wij nog op een gesprek, dat een cor respondent van het Berl. Tagebl. dezer da gen te Bremen met Alfred Lohmann, den vader der handelsduikbooten, had. Op de vraag, of de vaart van de Deutsch land op Amerika zou worden voortgezet, antwoordde Lohmann„Ja, natuurlijk!" Reeds .is de laadruimte voor vele volgende vaarten besproken. De correspondent had verder gelegenheid een model van de Deutschland te bezich tigen. Hij deelt enkele maten van de han delsduikboot medede juiste lengte van de Deutschland is 65.M.de breedte 8.9 M. de diepgang 4.50 M.de waterverplaatsing c.a. 2000 ton en de laadruimte 750800 ton. De Staatscourant van Vrijdag 25 Aug. bevat o.m. de volgende Kon. besluiten: Ingetrokken de benoeming van den belas ting-ontvanger J. L. v. d. Plas te Sint-Maar tensdijk tot ontvanger te Ravensteijn en hij benoemd als zoodanig te Berlicum benoemd tot belasting-ontvangers te Enk huizen G. A. Meier, thans te Montfoort; te Raalte B. ten Kate, thans te Hontenisse; te Roden E. Neuteboom, thans rijksklerk le klasse te Den Haag; belast met de waarneming van de betrek king van belasting-ontvanger te Akkrum A. Schnitker, rijksklerk le klasse te Schiedam; idem te Anna Paulowna J. Hofsté, rijks klerk le klasse te Zaandam; idem te Balk L. Pek elder, rijksklerk le klasse te Hansweert; idem te Hijthuizen G. Brookhuis, rijksklerk le klasse te Amsterdam;* op verzoek eervol ontslagen uit rijksdienst H. J. de Roode, ontvanger der directe belas tingen en accijnzen te Menaldum; op verzoek eervol ontslagen A. A. van Riemsdijk als adjunctradministrateur der ar tillerie-inrichtingen benoemd als zoodanig L. K. W. Folmer, bureel-ambtenaar 2e kl. bij die inrichtingen; op verzoek eervol uit 's lands dienst ont slagen de Oost-Indisch ambtenaar met ver lof P. v. d. StaaiJ, laatstelijk hulpprediker ten dienste der Inlandsch-Christelijke gemeente te Loleh (Timor en ©nderhoorighedert); eervol ontslagen W; D. H. baron v. As- beck, als gouverneur van Suriname, met dankbetuiging voor de bewezen diensten; benoemd tot gouverneur van Suriname G. J. Staal, secretaris-generaal van het Depar tement van Koloniën; op verzoek eervol ontslagen G. C. A. Ju ten, pastoor te Willemstod, als hulpaalmoe zenier bij het leger te velde voor tijd van oorlog en als zoodanig behoemd J. Brou wers, kapelaan te Wouw, De Koninklijke familie vertrekt 50 Augustus van Apeldoorn naar Den Haag. H. M. de Koningin en de Prins reden heden morgen per auto naar de Ginkelsche heide, ter bijwoning van -een wapenschouwing over de troepen, welke (deelnamen aan de divisie manoeuvres. De Minister van Oorlog vertrekt \oor 14 dagen met verlof. H. M. de Koningin heeft de eere-me- daille der Huisorde van Oranje in zilver toe gekend aan de eerste koetsiers bij het Ko ninklijk staldepartement C. M. Flach en J. J. Senteur en de medaille voornoemd in brons aan de jachtopzieners bij het Koninklijk jachtdepartement voor Zuid-Holland, J. Hus, W. Slats en B. van Delft. Carnegi e-m e d a i 11 e. Het „Carnegie Heldenfonds" heeft aan den len luitenant Van Marion van het 3e reg. huza ren te 's Gravennage de Carnegie-medaille in zilver toegekend. Volgens ooggetuigen heeft luitenant Van Marion op den 18en Mei bij een revue op de Molenheide bij Breda, toen een losgebro ken paard met mitrailleur bepakt in vollen ren in de richting van H. M. de Koningin kwam aanrennen, dit paard met levensge vaar uit de richting gereden en daarna ge grepen juist voordat het in het publiek zou hollen, dat hierdoor ernstig bedreigd werd. Nederland en de oorlogt Onze graanschepen. Bij de Britsche legatie is gisteroch tend officieel bericht ingekomen va* de En- gelsche Regeering dat aan alle graansche pen vergunning is verleend hun reis naar Nederland voort te zetten. Omtrent de voorwaarden, waarop de vrij lating heeft plaats gehad, verneemt het Hbld. uit Londen, dat deze geheel nieuwe bepalin gen zullen bevatten omtrent de aflevering aan de Nederlandsche consumenten. De consignatie aan de Nederlandsche regeèring blijft bestaan, doch alvorens de afnemers in het bezit der producten kunne komen, zul len zij de gewone N. O. T.-verklaring moe ten afleggen en een bankgarantie hebben te stellen. Tengevolge van dezerr maatregel zal ook de uitvoer naar België tot eenige grensstrooken worden beperkt. Oe vischquaestie. Naar het Hbld. verneemt is er in beginsel overeenstemming verkregen tusschen <le Engelsche regeering en de „Vereeniging van Reeders van Visschersvaartuigen te IJmuiden". Volgens de gemaakte overeen komst zal al de gevangen visch op de open markt te IJmuiden worden aangevoerd, ter wijl gegarandeerd wordt dat Engeland daar van 35 zal krijgen. Ook over de finon- cieele regeling, die daarmede samenhangt, zijn partijen het eens geworden. Men verwacht dat de schepen spoedig zul len worden vrijgelaten. De Engelsch-Nederlandscho handel. Men meldt uit Londen In het Lagerhuis verklaarde Lord Cecil in een overzicht over den buitenlandschen toe stand ten opzichte van de Nederlandsche Overzee-Trust, dat er alle reden was om te veronderstellen, dot ze als geheel gunstig werkte. Enkele lacunes konden natuurlijk niet vermeden worden, want men had te doen met een vlakke grens, zonder eenig na tuurlijk beletsel en met zeer hooge prijzen aan den eenen kant en aanvulling der voor raden aan den anderen. Welke voorzorgen men ook zou treffen, steeds zou er tot op zekere hoogte smokkelarij blijven bestaan. Natuurlijk kon de Engelsche regeering de Nederlandsche niet voorschrijven welke stappen deze te doen had en de eerste was zulks ook niet van plan. Die bleven voor rekening van Holland. Hij achtte zich ge rechtigd te verklaren, dat de Hollandsche wetten wel berekend waren voor het doel: den smokkelhandel te fnuiken en het bleef voor Hollands rekening, toe te zien dat deze wetten naar behooren gecontroleerd en ten uitvoer gelegd werden. Wanneer er eenig gebrek in de naleving hem ter kennis zou worden gebracht, zou hij zijn best doen te zien, dat het feit ter kennis van de Neder landsche regeering werd gebracht. Over het algemeen had de N. O. T. goed gewerkt, doch er was een verschijnsel opge treden, dat aan de regiering groote zorg gebaard had. Holland was een land dat uit voerde voor zooverre het landbouwproduc ten betrof en voor den oorlog exporteerde het een aanzienlijke hoeveelheid van zijn producten in verschillenden vorm. Ongetwijfeld heeft het vóór den oorlog naar Engeland een veel gróotere hoeveel heid uitgevoerd dan het sedert gedaan heeft. De Hollanders zijn echter een handelsvólk; zij konden van Duitschland zeer veel hooger prijzen maken tegen veel geringere van het Vereenigd Koninkrijk en de geallieerde lan den en hebben daarom aan deze niet ver kocht. Dit was van Engelsch standpunt bezien geen bevredigende toestand. Voor sommige artikelen verloren de Engelschen in het be gin van het jaar ongeveer den geheelen Hol- landschen uitvoer, hetwelk geen reden gaf tot tevredenheid. Dit was begrijpelijkerwijs een moeilijk te regelen quaestie. Lord Cecil was niet in staat, het Huis pre cies mede te deelen, wat de regeering met betrekking tot de oplossing had gedaan, maar hij kon wel verzekeren, dat de zaken er veel beter voor stonden don zij gedaan hadden en dat speciaal in de laatste paai weken een zeer besliste verbetering viel op te merken. Hij had reden, te hopen, dal deze verbetering in de toekomst niet* min der zou 2ijn dan in het verleden en dat En geland zich niet zou behoeven te beklagen, met betrekking tot hetgeen het vóór den oor log ontving. Hij wilde niet beloven, dat do Engelschen tevreden zouden zijn, want hij zou nooit tevreden zijn, zoolang er nog een kruimel voedsel zijn weg vond naar Duitsch land. De regeering had dit zeer moeilijk on derwerp op vele verschillende manieren te overwegen gehad. Zij was bezig geweest te trachten de hoeveelheid visch in te perken, die zijn weg naar Duitschland vond uit Noor wegen en Holland en volgens zijn meening waren de genomen maatregelen over het geheel bevredigend. Gebruik van don aardappeloogst. De uitvoer van consumptie-aardappelen kan niet worden toegestaan. Aan aardappel meelfabrieken is voorloopig toegestaan ver maling van 8.2 millioen H.L. fabrieksaard appelen, mits 50 van het meel ter be schikking der Regeering blijft. De dan nog resteerende aardappelen, hoofdzakelijk *fa- brieks-aardappelen, en daaraan verwante soorten, worden bestemd voor reserve voflr binnenlandsch verbruik. Ce Distributienet- Nu de Distributiewet in het „Staatsblad" is afgekondigd, moet het, volgens Het Volk, in het voornemen van minister Posthüma liggen, om binnenkort de vertegenwoordi gers van een aantal gemeentebesturen naar Den Haag te ontbieden, teneinde met hen overh are uitvoering overleg te plegen. Kolk. Bij een aan de Duitsche legatie, hon- delsafdeeling, te 's Gravenhoge op 18 Aug. gehouden bespreking tusschen vertegen woordigers der Duitsche regeering en vun den goirvernëur-gehéraal van België eener- zijds en vertegenwoordigers der Nederland sche regeering en kalkafnemers anderzijds, is een regeling omtrent de verblijfscontrole in Nederland bij den uitvoer van kalk uit Duitschland en België naar Nederland ge troffen. Men kwam overeen, dat de voorloopig tot nu toe door de kalk-centrale ingerichte ver blijfscontrole in het vervolg in hoofdzaak door de Nederlandsche vakvereenigingea zal plaats vinden. Over de regeling van den verkoop zal einde dezer week te Berlijn verder worden onderhandeld. Duitsche kinderen. Men meldt ons uit Den Haag: De Telegraaf van hedenochtend heeft eene circulaire gepubliceerd, geteekend M. van Hasselt, betreffende het voeden van Duitsche kinderen hier te lande. In deze cir culaire komt de volgende zinsnede voon „Ter geruststelling zij gezegd, dat dit gehee- Ie werk niet geschiedt zonder de toestem ming van den minister Cort van der Lin den". In moreelen zin gesproken is de wereld yalsch; maar voorzoover de moraal een stuk «lezer wereld is, is de moraal ook valsch. Uit het Noorsch van Hulda Garborg. Vertaald door A. M. VAN DER LINDEN-VAN EDEN. 4 - „Ja, de grond is een prettig iets om te be werken; maar de groote waterval met zijn Öuizend pa*3rdekrachten wacht op jou; dat is ook lang niet te versmaden, zou ik meenen." „Neen, dat spreekt vanzelf, moar „Maar?" Zij zag hem angstig aan: „Jo hebt toch geen berouw, Kaare?" „Neen, zeker niet. Moet ik Sverre „op- of aanvullen", zooals u schreef, don „Foei, Kaare, plaag me 2\u niet met mijn taalfouten; je weet wel hoe ik liet meen." „Nu ja, clan it het geen fout. Maar zullen itvij met den grooten waterval handelen vol gens uwen en grootvaders wensch, dan moet ik toch dien weg op gaan. En dat is Ook verwonderlijk mooi, daar ontbreekt het ■Biet aan." ,Ja, het werk dat je hier wacht is als een wondervol sprookje. Het is mij als zie ik het kerspel, badende in licht en in steeds toe nemende welvaart zich verheugend, nog heerlijker dan vroeger." „Ach, welvaart is er hier ook nu. Denk slechts aanal die goudgele boter en de heerlijke melk! En het berkenhout in de kachel en al die harde, knappende denne- blokken op den haard. Dat is heel wat an ders dan cokes en margarine, waarmee zelfs wij, betrekkelijk welvarende lieden, ons daarginds moeten vergenoegen." „Jp, zeer zeker is hier welvaart geweest; nfear nu begint het anders te worden. Ik geloof dat er behoefte komt aan iets nieuws. Je begrijpt wat ik bedoel: iets dot, als het ware, de macht versterken kan die weer stand zal bieden aan alles waar men zich nu bezcr&d over maakt, niet waar?" „Ja, ik begrijp u en als u eens wist hoe ik er mrj over verheugd heb om Sverre in al zijn plannen te helpen. Vooral in het begin." Zij zag hem aan. „Zoo, nu minder?" „Neen, dat juist niet; maar u weet, men vervreemdt toch ten slotte een weinig wan neer men zoo lang weg is. Dat is niet meer dan natuurlijk." Hij wierp een handvol aardbeien in de mand en zij plukten een poos voort, ieder met zijn eigen gedachten vervuld. Toen zei hij, alsof hij in zichzelven sprak „maar grootvaders droom over den grooten water val, die moet werkelijkheid worden!" Eli richte zich op en keek naar hem. „Wanneer je eens wist hoe blij ik ben dat je dit zoo beslist zegt, Kaare. Er ziin nog maar weinigen, die begrijpen hoe vader er toe kwam in dien tijd een waterval weg te schenken, toen de menschen juist waren aangegrepen door speculatiekoorts, wan neer zij slechts een beek zagen. En dan op deze' voorwaarde dat hij niet omgezet zou worden in geld, maar nuttig zou gemaakt worden voor ieder huis en iedere hut. Maar je weet niet hoe hij zich juist over die ge dachte verheugde. Het was een bepaald iets wat hij hiermee beoogde, een protest .tegen den geest, die ook de menschen hier in het dal had aangegrepen, sedert een kapitaal- sterke Maatschappij vasten voet in Viken had gekregen. Vader was er zelf gedeeltelijk de schuld van dat alles zoo gekomen was, want hij was de eerste die grond verkocht aan de Maatschappij." Kaare knikte. Hij stak juist een groote aardbei in zijn mond. En zij gingen voort sappige, zoete aard beien te plukken voor mand -en mond, ter wijl Eli's gedachten bij haar vader waren en bij alles wat nu voorbij en toch nog werke lijk en levend genoeg was. Dokter Lange, Eli's vader, had geloofd aan „den nieuwen tijd" als aan een evangelie, den gouden tijd van snorrende raderen, wanneer al de krachten der natuur in dienst var. den arbeid genomen, en de menschen niet vóór hun tijd door harden arbeid zouden worden ge kromd, zooals nu zoo dikwijls gebeurde. Het was dikwijls hard om te zien hoe de boeren en vooral hun vrouwen werden gesloopt. Maar alles zou lichter kunnen v orden door de sluimerende krachten, die wij langzamer hand zouden leeren beheerschen en ons ten nutte maken. Terwijl haar vader met deze plannen en idealen rondliep, had hij nauwe lijks gezien hoe Eli intusschen tot een vol wassen meisje was opgegroeid. Hij zond haar naar een school in Chrisiianio, waar zijn ouders woonden, en later naar een kostschool in Zwitserland. En zijn tweede vrouw had in zijn huis de plaats ingenomen als van een vertrouwde huishoudster. Eli dacht dikwijls: lieve, zonderlinge vader, die het zich zoo druk maakt met goede dingen te bedenken voor het komende geslacht en die zijn plichten vergeet jegens hen, die in het heden leven. En zij knorde soms schert send op hem en haaide Björnsons prakti sche, menschkundige woorden aan: „Wat gij vermoogt, doe dat op de eerste opvorde ring." Dat trachtte zijzelve te doen. Maar zij leerde spoedig dat een mensch moet geven waar hij kan en zooals hij kan. De gedachten zijn als wilde vogels en, kan het hart de gedachten volgen, dan is het goed. Zij leerde haar vader lief te hebben, juist zooals hij was, en zij werd zijn vriendin en tenlaatste zijn medearbeidsler. Het was een geluk, dat haar leven had verlirht. In zijn ijver en geloof had hij meegedaan aan de grondlegging van de industrie in Viken, dat nu bezig was het oude boerenle ven in het kerspel te dooden. En hij verloor het geloof aan de snorrende raderen niet. Integendeel. Maar de nlnnnen, waarvoor hij bosch en grond had verkocht en waar hij belang in stelde, namen langzamerhand af» metingen aan, die hem verschrikten. En plotseling brak hij alle onderhandelingen met de Maatschappij over een verkoop van den grooten waterval, die zijn eigendom was, af en vermaakte dien niet toestemming van Eli, zijn eenig kind, aan het kerspel. Maar nog was er watervermogen genoeg behalve den grooten bergstroom, en bene den in Ösen, waar de Sirilla zijn kristalhel dere watermassa's in de diepe Fjord stort tusschen gletschers en blauwe bergen, daar strekte zich de fabrieksstad uit over hel schoone landschap als een gele, giftig® zwammengroei. Dokter Lange had gedacht.dat er een in dustrie in het leven zou worden geroepen» die met het karakter van het kerspel stroken en verhoogde kracht aan de menschen zou geven. Maar de fabrieken werden spoedig als een magneet, zij trokken de beste krach ten van het kerspel tot zich; en, verre van het kerspel ten goede le komen, werd het een internationale zaak, een molen die goud maalde voor vreemde geldvorsten, een groo te en begeerige vreemde klauw, die zich' vastzette in het hart van het kerspel. (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1916 | | pagina 5