A. J. Looxma v. Weideren
baron Rengers
A. van Nynatten
J. Benk
Mr, A. van Traa.
EEN STRIJD OM DE ZON.
binnenland!"
„DE EEMLANDER".
Zaterdag 2 September 1916.
FEUILLETON.
N° 54. Tweede Blad.
15"* Jaargang.
Uitgevers: VALKHOFF Co.
Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
AMERSFOORTSCH DAGRLAD.
{Hoofdredactie! j VAN VERSENDAAL.
Mr. D. J. VAN SCHAARDENBURO.
ABONNEMENTSPRIJS:
frar 8 maanden toof Amersfoorti. f 1.30.
T ldcw franco per post1.80*
f Per vraafc £n«t gratis verzekering tegen ongelukken) 0.12».
(t/zonderltjke nummers 0.05*
jfrakeiykeeh bijvoegsel nth Eolhndtck* Bm/mione" (onder
redactie van ThëiAaa Hoven) per 8 mncL 40 cis.
Wekelykaeb bijvoegsel k nu nuf per 8 mni 52 ctr.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—5 regels». f 0.80.
Elke regol moor0.15.
Dienstaanbiedingen 1—5 regels.. 0.50.
Gt-oote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen
tot het herhaald adverteeron in dit Blad, btf abonnement.
Eene circulaire, bevattende do voorwaarden, wordt op
aanvraag toegezonden,
▼oor de Yerklezlog Tan 4 leden Tan
den Gemeenteraad op Donderdag
Sept. a.s. beTelen wij met de
meeste aandrang aan:
In district Is*
en
In district III
en
r- De Staatscourant van Vrijdag 1 Sep
tember bevat o.a. de volgende Koninklijke
besluiten:
benoemd" tot vice-consul te Ogden (Ver.
Staten) E. Neuteboom;
ingetrokken de benoeming van mei. P. J-
v. Toorenburg tot leerares aan de R. H. B. S.
te Gouda;
benoemd aan de R. H. B. S. te Gouda voor
één jaar tot leeraar, A. M. Aben te Amster
dam;
benoemd voor één jaar tot leeraar aan de
R. H. B: S. te Brielle T. Touwen, te Halfweg
en H. L. Sluijter^te Brielle; tot idem te Win
terswijk B. B. G. Halberstadt te Nijmegen;
tot idem te Groningen H. de Buck aldaar;
benoemd tot directeur van het Post- en
Telegraafkantoor te Ter Apel, A. G. Kastein,
thans tev Smild#
op verzoek, eervol ontslagen als burge-
mèester van Ruinen onder dankbetuiging
voor de langdurige diensten, jhr. H. G. van
Holte tot Echten;
definitief benoemd tot waarnemend-belas
tingontvanger W. J. Hillebrandt te Lemmer,
S. de Waal te Oosterland en is J. Hoekstra
aide-essayeur te Utrecht (tijdelijk) als zooda
nig benoemd aan het kantoor vao waarborg
Amsterdam I;
op verzoek eervol ontslagen met dankbe
tuiging ingevolge zijn benoeming tot gouver
neur van Suriname G. J. S{aal, secretaris-ge
neraal van koloniën;
benoemd tot burgerleeraar bij den cursus
v#n het InstTuctie-bataljon de gfepension-
neerde le luit. der infanterie jhr. F. J. J. A.
Graafland, thans tijdelijk;
eervol ontslagen met pensioen op grond
van zijn leeftijd de luitenant-kolonel J. Ver-
vloet van het 4e regiment vesting-artillerie.
L. van Riet. t Uit Buenos-Ayres
wordt gemeld dat Z.Exc. L. van Riet, bui
tengewoon gezant en gevolmachtigd minis
ter van Nederland, overleden is.
De heer Van Riet was bij de Afgentijn-
sche republiek en tevens bij de republiek
Paraguay en Uruguay geaccrediteerd sedert
3 September 1907.
Aanleg van drinkwaterleidingen.
Ingediend is een wetsontwerp om aan
de provinciën en gemeenten 4K rentende
^voorschotten te kunnen geven voor het aan
leggen van drinkwaterleidingen.
Geschat wordt, dat het totaal dier voor
schotten 34.5%illioen zal bedragen.
Nederland en de oorlog*
Jute.
Verboden is de uitvoer van jute in eiken
vorm.
Rood spinaziezaad.
Ingetrokken is de tijdelijke opheffing van
het verbod van uitvoer van rood spinazie
zaad.
Distributie wet.
Minister Posthuma heeft besloten een col
lege van advies, bestaande uit drie perso
nen, in te stellen, dat hem zal adviseeren
jn alle zaken betreffende de uitvoering der
Distributiewet. De minister heeft, naar „De
Tel." verneemt, de volgende heeren uitge-
noodigd om in "dit college zitting te nemen:
mr. M. M. Schim van der Loeff te Gouda,
Md van 'de Tweede Kamer voor Dordrecht;
O. Reitsma, te 's Gravenhage, secretaris
van den Nederl§ndschen Zuivelbond; A. G.
{roller, te Rotterdam, lid der firma Muller
Co.
H a j i n g-u i t v o e r.
In" verband met de overeenkomst met de
Engelsche regeering in zake de zeevissche-
rij, die na 1 September in werking treedt,
zijn -gister in koortsachtige haast uit Kat
wijk groote partijen haring vervoerd, met
bestemmnig naar Duitschland. "Zij werden
per scheepsgelegenheid naar-Leiden aan
geveerd en vandaar per Staatsspoor verzon
den. In het geheel waren het 120 waggons.
Ned. ambulance in Ooste.nrijk.
De Nederl. ambulance, onder Riding van
dr. Steffelaar, is met 9 pleegzusters in Ol-
mutz goed .aangekomen. Ze werd verwel
komd door den Oberstabsarzt dr. Freund, te
vens chef van het reserve hospitaal no. 2,
waar 3 barakken aan de zorg van~onze land-
genooten zijn toevertrouwd. (N/R. Ct.)*
Tegen het mijnengevaar.
Te Haarlem vertoeft tijdelijk onze oud
landgenoot, de ingenieur W. van' Wienen,
directeur van de Russisch-Finsche Ber
gingsmaatschappij te Helsingfors. De heer
Van Wienen heeft, in opdracht voor zijn
maatschappij, het lichteiwvan 26 schepen,
die in de Witte Zee verongelukt zijn. Daar
er op het oogenblik niet gewerkt kan wor
den, verblijft de heer Van Wienen hier te
lande, waar hij werkt aan een uitvinding,
waardoor het onmogelijk zou zijn", dat sche
pen op mijnen konden loopen.
De uitvoerder toonde aan een berichtge
ver van De Telegraaf een aantal schetsen
van de vinding, die hierop neer komt, "dat
de heer Van Wienen de schepen denkt te
omgeven door een onder-watertoestel, dat
de mijnen, die er mee in aanraking komen,
tot ontploffing brengt. Door een bijzondere
constructie wordt meteen de uitkijk gewaar
schuwd en tevens de scheepsmachine op
„stop" en „achteruit" gezet.
.Heeft het toestel dienst gedaan, don is het
door een kleine voorziening weer opnieuw
voor gebruik gereed.
Op de uitvinding is, naar de heer Van
Wienen mededeelde, in het binnen- en bui
tenland octrooi gevraagd.
De crisis in den A. N. D. B.
Hieromtrent wordt nog gemeld: Duizenden
waren Donderdag middag bijeen, wachten
de op de komst van de leden -an
bestuur en Bondsraad. Om den tijd te korten
werd de Internationale gedongen, terwijl de
heer A. S. de Levita vanaf een tafel de me-
higte tÓesprak»
Tegen drieën verschenen hèt bestuur en
de bondsraad, door de aanwezigen met een
minutenlange ovatie begroet.
De bondsvoorzitter, de heer Henri P o-
1 a k, sprak het eerst dè qienschenmassa toe.
Hij wees er op, dat men zich bevpnd op
een historische plek. Twee-en-twintig iaar
geleden werd hier, in den Parkschouwburg,
de bond gesticht. Thans zijn wij hier bijeen
om opnieuw een verbond van kameraad
schap te sluiten en het te bezegelen voor al
tijd. (Daverende toejuichingen.)
De eerste twee Bondsvergaderingen had
den ons bevestigd in ons voornemen om
heen te gaan. Woensdag is het ijs gebroken
en de laatste stoot was de spontane uiting
van alle bondsleden, een feit als nog nooit
gebeurd in de geschiedenis van den Bond.
Toen die duizenden dezen morgen voor het
Bondsgebouw samenpakten en getuigden,
van hun liefde voor den Bond, toen er bloe
men werden binnengedragen zonder tal, was
geen tegenstand meer mogelijk en brak onze
tegenstand. (Bravo).
Onder den indruk van al dat gebeurde
kwam de Bondsraad met het besfuur bijeen
en van die beraadslagingen,warpn een twee
tal besluiten het gevolg.
De .Bondsraad overhandigde de volgende
verklaring aan het bestuur:
„Nu de Bondsvergaderingen van 28
29 en 30 Augustus 1916 met 4135 te
gen 599 stemmen fle rbgeling van de
rechtspositie der bestuurders in handen
van den Bondsraad heeft gelegd, is voor
de ondergeteekenden de reden verval
len, om hun besluit tot aftredende hand
haven.
„De verhouding van meerderheid tot
minderheid geeft den Bondsraad thans
de zekerheid, dat, zoodra de hem ver
strekte opdracht is -ten uitvoer gelegd,
het referendum weinig anders dan een
formaliteitjzal zijn.
„Aldus is de voorwaarde vervuld, die
de Bondsraad in zijne voorafgegane ver
gadering heeft gesteld als de eenige
mogelijkheid om eene gunstige oplos
sing van het conflict te verkrijgen.
„HeF democratisch verband tusschen
Bondsraad en leden is hersteld.
„Het prestige van den Bondsraad is
door dezen loop van zaken aanmerkelijk
versterkt. Op enkele formaliteiten na,
heeft de Bondsraad zijn in 1913 gege
ven woord thans ingelost.
„Deze feiten, gevoegd bij de ongeken
de geestdrift, die zich van de massa, die
buiten op ons wacht, heeft meester ge
maakt, stemt dus tot vertrouwen, dat uw
college eveneens bereid zal blijken te
zijn, om zijn mandaat weder te vervul
len."
Het bestuur heeft daarop zijnerzijds de vol
gende verklaring opgesteld en aan den
bondsraad meegedeeld:
„Het bestuur, dat in de Bondsverga
deringen van 28, 29 en- 30 Augustus
1916 verklaard heeft, tot aftreden te
hebben moeten besluiten, niet om het
verwerpen der rechtspositie zalf, doch
omdat het die verwerping moest opvat
ten als een uiting van heerschende on
kameraadschappelijke gevoelens jegens
de bestuurders en het dóérom in het be
lang der organisatie achtte, de leden in
de gelegenheid te stellen een nieuw be
stuur te doen optreden,
is door de gebeurtenissen in de laatste
der drie genoemde vergaderingen, en
vooral door die van heden, tot de over
tuiging gekomen, dat althans bij de
groote meerderheid der bondsleden
zulke gevoelens in werkelijkheid niet
aanwezig waren,
heeft derhalve, diep getroffen door de
even onverwachte als onmiskenbaar op
rechte uitingen van genegenheid, heden
door de bondsleden gegeven, besloten
zijn aanbieding van ontslag niet te
handhaven,
en vat zijn ambt weder op, ia het ver
trouwen dat het gebeurde zal strekken
tot versterking der wederzijdsche kame
raadschappelijkheid, opdat dé toekomst
van den Bond volkomen gelijk zij aan
zijn verleden."
Krachtig applaus volgde op deze mede-
deeling van "den Bondsvoorzitter.
De heer Polak voegde daaraan nog toe,
dat 't er nu niets meer toe deed hoe de
rechtspositie geregeld zou worden, zelfs niet
al kwam er gansch niets van en eindigde
in hij allen opwekte vóór den Bond en vóór
met een van geestdrift gloeiende rede, waar
de arbeidersbeweging te blijven strijden,
totdat eindelijk het geluk, de vrijheid en de
vrede voor geheel de menschheid verkregen
wren. (Daverende toejuichingen).
Vervolgens spraken nog de heeren Jan
van. Zutphen, Pam, Oudegeest (namens het
Vakverbond), De Miranda (namens den
Bondsraad), de heer Wins (namens de jonge
ren, die weersprak wat „Oome Jan" had be-
.weerd, n.l. dat de jongeren schuld hadden
gehad aan de oneenigheid) en een met ver
lof te Amsterdam vertoevende gemobiliseer
de diamantbewerker, die zich gelukkig
achtte dat hij het heugelijke nieuws van hef
aanblijven van het bestuur aan de kamerader!
daarginds brengen mocht.
De heer Polak hield ten slotte nog een
toespraak, die hij onder geestdriftige toe
juichingen eindigde met een „Leve de ar
beidersbeweging, leve de A. N. D. B."
Daarna werden de heeren Polak en Van
Zutphen onder eindelooze ovatie's op de
schouders naar het bondsgebouw gedragen.
De opgeloste crisis. Ten
bewijze van hun vreugde over den afloop
der crisis in den A. N. D. B. en van hun
erkentelijkheid voor den heer Pam, door
wiens toedoen vooral de crisis zoo'n gun
stig verloop heeft gehad, .hebben de perso-
neelen van de fabriek waar de heer Para
werkzaam is, dezen gistermorgen gehuldigd
in bijzijn van alle werklieden. Verschillende
sprekers voerden het woord, terwijl den
heer Pam bloemen werden aangeboden. Do-
ze aanvaardde de hulde als een hulde aan
de organisatie.
Verblijf voor den Oud-Indl-
schenmilitair. Naar aanleiding van den
oproep van den oud-resident F. Fokkens,
hebben na te melden personen zich ver-
eenigd tot een hoofdcomité, met het doel
het door den heer Zegers de Beyl,
warm aanbevolen plan van den heer A. van
Boxtel, onderluitenant kol.-reserve te Nijme
gen, te verwezenlijken, om in de nabijheid
van" die stad een v e r b 1 ij f op te richten
voor den oud-Indischen militair, ruimte be
vattende, aanvankelijk voor 100 personen,
waaraan verbonden een arbeidsbeurs en een
voorschotbank, zoomede een terrein van
10.000 M\ voor tuinbouw, ten einde dien
oud-militair te houden uit handen van den
woekeraar, die bij zijn terugkomst fn Hol
land op hem loert als een welkome buit, en
hem een bestaan in de burgermaatschappij
te verschaffen.
Ter verwezenlijking van dit plan zal veel
geld noodig zijn» voor het gebouw en ter
rein ruim 100.000, voor het drijven van
de zaak circa 80Gfj 'sjaars.
Het comité zal dat geld trachten bijeen
te krijgen
Eensdeels, door het denkbeeld van den
heer F. Fokkens, ten uitvoer te brengen om
te Batavia een comité gevormd te krijgen
met sub-comité's in de verschillende garni
zoenplaatsen in Indië, ten einde daar, met
toestemming der militaire autoriteiten, eene
maandelijksche collecte onder da.-
Europeesche militairen in Indië te houden
van 1 dubbeltje of 1 cent, Tinstar van die
derlïiet zooveel succes "werkende organisa
tie, dóór genoemden heer in Den Haag in
het leven .geroepen, ten behoeve van het
steun-comité, welke collecte in 18 maanden
tijds circa 140.000 opbrachf. Door een
dergelijke collecte zullen de Europeeschc
militairen in Indië in de gelegenheid worden
gesteld mede te werkén aan de stichting van
het verblijf, waaT^zij later zullen vertoeven,
en zien dan zullen gevoelen als in him
eigen woning, hebbende zij tot de oprich
ting zelf bijgedragen.
Verschijnt een waar genie dan kunt gij het
herkennen door het verbond van alle dom
koppen tegen hem.
Uit het Noorsch van Hulda Garborg.
Vertaald door
A. M. VAN DER LINDEN-VAN EDEN,
9
„Neen, en Olav is meest in Viken?"
„Ja, dat is hij."
Gunnar legde een houtblok op den haard,
en zij zwegen allen eén poos.
„Ja, ja", zei Kaare eindelijk, „Ieder zijn
emaakl"
Gunnar stond op en Kaare begreep dat
het bedtijd was.
Een oogenblik later lag hij onder de
lichte zomerhuiden en droomde vah een
.witte kous, die zoo lang werd dat zij tot over
het eilandje reikte, waar Liv stond, krom
gebogen van het lachen.
Den volgenden morgen stonden allen te
gelijk met de zon op, en in twee bootladin
gen roeiden zij naar het eiland.
Kaare roeide de eene boot waarin Gunnar
Liv, met de mand met Rfovland satep£ en
in de andere zaten twee maaiers en Anna
en Brita, die het hooi moesten keeren. Brita
en Anna .breiden aan dikke, grijze kousen,
maar Liv had in de drukte haar breiwerk
vergeten.
Toen ze kinderen waren hadden Liv en
Kaare kleine harkjes, die Gunnar hun ver
schafte en waarmee ze le.erden hooien. Nu
hadden zij groote hooivorken en het zou
geen kinderspel meer zijn.
„ïk ben nieuwsgierig 'of ik nog met een
hooivork zal kunnen omgaan", zei Kaare
„je wordt, zoo lomp en onhandig door het
stadsleven."
„Ja je zult je handen daar wel i)iet veel
gebruiken", zeï Gunnar. „Je hebt zeker het
visschen naar waterlelies ook wel verleerd?"
- Liv en Kaare lachten en herinnerden zich
hun visschén i^de beek.
„Het waren niet alleen waterlelies", zei
Liv, „we vingen ook wel eens forel, weet je
wel, die we dan in den room legden als we
thuis kwamen."
„Ja, zij gleden zacht naar binnen", zei
Gunnar glimlachend.
„Zouden we vandaag nog eens kunnen
visschen, Gunnar?" Kaare zag hem met een
ondeugenden glimlach aan: „of hebben wij
in 't geheel geen tijd?"
„We zullen zien, maar heb je dan visch-
tuig mee?"
„Dat weet ik zeker." Kaare keek onder de
bank; daar had hij het snoer.
„Ja, waarlijk, daar ligt het snoer" zéï Liv
vroolijk, „hoe heb je er zoo aan gedacht? Ik
heb vandaag alles vergeten."
Kaare bewees dat hij nog flink h-Qö 'hooien
en Gunnar h«d er schik in. „Het is bijna
zonde dat je geen boer wordt", zei hij,
„want je hebt de echte handgreep en den
rechten lust er in."
„Ja, Gunnar, je weet, ik had altijd boer
willen worden, toen ik jong was. Maar toen
kwam dat met den waterval."
Gunnar deed een paar slagen met de zeis.
„Het was mooi van den dokter dat hij de
menschen van het kerspel zeiven het voor
deel van den waterval wilde schenken, als
er nu maar geen schade in plaats van voor
deel van komt."
„Hoe zou dat kunnen. Gunnar? Denk eens
aan de verlichting, en hoe dit kerspel zich
in alle opzichten zelf zal kunnen redden
inet molens en machines, licht en kracht om
het tot boven in de soeters te brengen, om
er mee te karnen en al wat maar mogelijk
is te doen. Spinnewiel*en weefgetouw zullen
uit $igen beweging beginnen te loopen, en
de kinderen zullen gewiegd worden door on-
ziohtbare handenr Is het niet als een sprook
je als men er aan denkt? Het zal het kerspel
worden met de duizend Hchte, goede behui
zingen, eeo model kerspel dat door hoogge
leerde heeren in eigen persoon zal worden
bezocht. Wacht maar!"
Gunnar glimlachte: „als we maar niet lui
en slap worden, wanneer de waterval .ons al
het werk afneemt."
„Kom er blijft nog genoeg te doen
over. Stel je voor, Liv, wij kunnen dan, bij
voorbeeld, visschen terwijl het^ spinnewiel
vanzelf gaat, is dat niet fabelachtig?"
Liv kwam naderbij. Zij spreidde met rus
tige, regelmatige slagen de pas gemaaide
klaver en zei lachend: „Och, dat zullen wij
wel niet beleven."
Kaare wendde zich tot haar. „Waarom
niet? Je hebt er geen begrip van hoe snel
de dingen tegenwoordig gaan. Op. een goe
den morgen wordt je wakker én staan weef
stoel en spinnewiel te' snorren en de karn
karnt, en zelfs de breinaalden gaan vanzelf
op en neer."
„Maar ik zou niet willen wonen in een
huis met zooveel tooverij. Zou ik dan met
de handen in den schoot moeten zitten en
er alleen maar naar kijken? Dat zou me
spoedig vervelen."
Gunnar giTig glimlachend verder en de
sappige, zware klaver viel in dikke, vochtige
stroken onder het staal. Een poos hoorde
men slechts het scheren en zingen der ge
lijkmatige slagen van de zeis over het veld,
terwijl de snede van het blauwe staal door
het natte gras nu en dan oplichtte alsof er
een gekleurde slang langs kroop.
Kaare gevoelde zich onuitsprekelijk vol
daan. De heele wereld scheen van hem weg
te glijden in een onbestemde duisternis; al
les werd zoo ver, en hij bevond zich nu eerst
in ernst tehuis. Thuis in het rijk van koning
Kaare, waar de menschen zoo goed waren
en waar alles even licht en onschuldig was.
En hij dacht aan wat zijn moeder zoo dik
wijls van dit kerspel had gezegd, dat de
menschen hier veel voor elkander over had
den, en dat was waar. Hij had eeiv gevoel
alsof hij zich uit fets moeilijks had gered,
waarin hij daarginds gewikkeld was geweest.
Hij voelde zich sterk en zeker van zichzelven
en hij dacht; dat daarginds is voor altüd
voorbij. Verveling en betoovering waren
hem te machtig geweest.
„Ik w i 1 niet meer." En hij dacht met wal
ging aan de vrouwelijke kameraad, die hem
een tijd lang op een wonderlijk geheimzin
nige wijze gevangen gehouden Jiad zonder
dat hij het jvilde of dat het hem eén waar
genoegen schonk." Ja, soms had het hem wel
gestreeld; het ontbrak haar niet aan uiterlijk
schoonden een oogenblik had hij geloofd
dat hij haar lief had. Maar het had hem
verwonderd dat die liefde niet gekomen was
met een sterker gevoel van feestelijkheid en
vreugde en veiligheid. Meestal was het een
pijnlijke toestand geworden, vol twijfel enf
gewetenswroeging. Hij had in het laatste
jaar zooveel over de liefde nagedacht. Ja
zóóveel dat het zijn werk niet weinig in den
weg gestaan had. En hij was op het punt
om pessimist te worden even als Carl. Maat
vandaag daoht hij niet aan de liefde; het be
staan alleen was reeds een genoty zoo heer
lijk was 't de lucht in te ademen en den zon
neschijn te zien in zijn schitterende, trillen^
de stralen over berg en dal. En de gletscher
in roodgouden gloed, heenschijnende ovef
alles. Het was als een weerschijn van den
hemel; alles daarboven was volkomen en'
rein. En. het was ook niet zoo heel ver bo
ven hem; zachte koeltjes kwamen als boden
vandaar in do stille morgenuren tot hem,
Kaare meende dat hij den gletscher nooit
gezien had vóór vandaag, dat hij nooll
diens macht en heerlijkheid had begrepen*'
(W.ordt .veryolgdj