BIJN- en MOEZELWIJNEN KOOPT UWE J L SCHlT RMAN&Zn. Telefoon 145. Utr. str. 34. STADSNIEUWS, 1916 de Sodacommissie geen soda meer zal Heveren aan waschinrichtingen, wordt mede gedeeld dat dit ten eenenmale onjuist is. Belanghebbenden gelieven hiermede re» fcening te houden. De Int. Roemeensche P e t r o 1 e u m-M ij. De Internationale Roemeensche Petro- leum-Maatschappij te Amsterdam heeft, op *een desbetreffende vraag aan den minister jivan Buitenlandsche Zaken, een schrijven .Ontvangen, waarin de minister mededeelt, 'dat blijkens een van den gezant te Boekarest ^ontvangen telegram, alles in orde is en het gverk dezer dagen zal worden hervat. v Opgebracht. Volgens te Amsterdam ontvangen be richt is het Nederlandsche motorschip „Oostzee", van daar naar Ronneby bestemd, 'maar Swinemunde opgebracht, doch zou het spoedig weder worden vrijgelaten, De Zeemeeuw. Het Nederlandsche motorschip Zeemeeuw van de firma Vermeer en Van den Arend, te Rotterdam, dat Zaterdagnacht in geregel- «den dienst van de Batavier-lijn van daar maar Londen is vertrokken met ongeveer 550 ton levensmiddelen, hoofdzakelijk bo ter en zijden spek, was nauwelijks een paar uren in zee, toen het van een Duits.che duik boot bevel kreeg" tot stoppen en vervolgens order, de lichten dooven en de duikboot naar Zeebrugge te volgen, onder bedreiging {dat bij de eerste poging tot ontvluchten het motorschip in den grond zou geboord wor den. Zondagmorgen omstreeks 11 uur kwam men te Zeebrugge aan. De geheele beman ning kreeg bevel naar beneden te gaan, be halve kapitein J. Mulder, die met een roer ganger aan het dek moest blijven om de Zeemeeuw naar de haven van Brugge te brengen. In die haven aangekomen, zag men daar naast elkaar liggen de opgebrachte stoom schepen Brussels, Niobe, Zaonstroom en nog een Liverpoolboot. In de haven van Brugge, waar men 's na middags tegen 3 uur ligplaats nam, mocht 'de bemanning weer aan het dek komen, doch het schip niet verlaten, i Maandagmorgen zijn, volgens de N. R. jCt., de Duitschers dadelijk met behulp van kranen, met de lossing van de Zeemeeuw begonnen, en nadat aan kapitein Mulder een ^chriftelijke verklaring werd uitgereikt, dat zijn schip was aangehouden en opgebracht; kon de geheele bemanning, sterk 12 man, per auto naaf het station te Brugge gaan, [van waar men toen per trein naar Rotterdam gs teruggekeerd, waar men Maandagnacht to B2 uur aankwam. De Zeemeeuw is tegen molest verzekerd. De LJslandvaarders. De Nederl. Zeemansvereeniging „Volhar ding" had dezer dagen met de bij de Us- landvaart betrokken reeders te IJmuiden een conferentie tér bespreking van de moge lijkheid om den zeelieden der in Engeland Opgebrachte LJslandvaarders eenigermate jtegemoet te komen in de financieele schade, 'geleden tengevolge der aanhouding. Het resultaat van deze besprekingen is geweest, jdat de reederijen zich bereid hebben ver klaard op de schadevergoeding, die de be- inanning te dier zake van het Engelsche gouvernement heeft te vorderen, voor te !»chleten aan ieder lid der bemanning op Volle gage 250, voor andere schepelingen Haar verhouding. In een huishoudelijke vergadering, welke 8oor een groot aantal leden, betrokken bij de IJsland-vaart, was bezocht, werd besloten dit Ie accepteeren. Nederlandsche ambulance te Petersburg. De Nederlandsche Ambulance te Peters burg verheugt zich aldaar in een algemeene belangstelling en is reeds in staat geweest veel goed werk te verrichten. Aan een brief ,van den tegenwoordigen leider, dr. Bijleveld, Ontleent het Hbld. het volgende „U zult weten, dat wij na hard werken den 17en ons hospitaal konden openen, welke gebeurtenis met eenige plechtigheid plaats vond. Den 20en kwam ons eerste transport van 20 gewonden binnen, den 21 en een zelfde getal en Zaterdag den 23en wederom £0 en 1.1. Vrijdag den 29en bracht een nieuw transport ons getal gewonden op 80, onder weljc aantal ook eenige zieken zijn. .Wat de gewonden betreft, hieronder zijn verscheidene ernstig gekweststen, zoodat wij allen de handen vol werk hebben." Uit een volgenden brief „Mijn laatste telegram zal je bericht heb ben, dat allen het goed maken.Wij heb ben nu ruim 80 patiënten en zijn zeer ge lukkig, dat tot nu toe alle vooruitgaande zijn en wij nog geen amputaties hebben behoe ven te doen. De soldaten zijn erg tevreden over alles en het is mij. gelukt, met krachtige medewerking van enkele dames in onze ambulance, te stichten een inrichting waar ide herstellenden onderricht krijgen in het [maken van petten; zij verdienen daar dade lijk een kleinigheid mede, het voorkomt de ^verveling, wat de ergste vijand in een hos- jpitaal kan zijn, en, wat van zeer groot be lang voor hen is, in hunne dorpen terugge keerd, hebben zij wat geleerd, waarmede, naar mij met zekerheid is gebleken, zij ruim 'den kost kunnen verdienenzij brengep dat idan ook weer in hunne omgeving over, zoo dat de zaak van groot nut kan zijn, vooral voor hen, die door hunne verwondingen thuis voor geen veldarbeid meer geschikt ;zijnEen jong mevrouwtje uit Petersburg jkomt hier óók voor de soldaten lezen en ibrieven schrijven.De hier aangeworven jvier Russisch en Fransch sprekende hulp- zustertjes voldoen uitstekendIk zal nu nog binnenkort voor elkaar krijgen, het zangles geven aan de soldaten (voor een voudige Russische liedfreo). Deze Russi sche soldaten zijn over het algemeen muzi kaal aangelegd en zingen goed. Tevens is mij toegezegd de komst van enkele hoog muzikale krachten voor zang en piano, om af en toe hier wat te komen voordragen. Uit een anderen brief „Wij hebben-hier patiënten van de meest verschillende rassen, tot Tartaren toe, en het is opmerkelijk hoe zonder onderscheid deze zoogenaamd onbeschaafde, ruwe Rus sen, blijken te zijn eenvoudige, goedhartige, zeer zachtzinnige menschen, uiterst gewillig en zeer dankbaar voor de hun verleende hulp. Het zijn groote menschen, soms ware reuzen, met kinderharten, die de ellende en pijn die zij somtijds moeten doorstaan, dap per onder de oogen zien." Mevrouw HeemskerkDe Zaremba die de ambulance geleidde, is hier te lande teruggekeerd. De 2 4-u urrit voor wielrijders. Omtrent den 14 en 15 October a.s. te houden 24-uurrit voor wielrijders, wordt ons het volgende medegedeeld: De afstand wordt verdeeld in vier weg- vakken: a. Scheveningen—Arnhem via Leiden UtrechtEde, plm. 130 K.M. Rijtijd 7 uur. Verplichte rusttijd te Arnhem: 60 minuten. b. ArnhemHarderwijk via Apeldoorn NoorsenEpeKaterveer, plm. 100 K.M. Rijtijd 5Vi uur. Verplichte rusttijd te Har derwijk: 45 minuten. c. HarderwijkAmsterdam via Amers foortUtrechtNieuwersluisLoenen, plm. 100 K.M. Rijtijd 514 uur. Verplichte rust tijd te Amsterdam: 45 minuten. d. AmsterdamScheveningen via Haar lemHaagsche Schouw, plm. 60 K.M. Rij tijd 3% uur. Totaal plm. 390 K.M. Rijtijd 2114 uur, rusttijd 214 uur. Aan dezen rit kunnen uitsluitend deelne men leden van den A. N. W. B., van den N. W. B. en van de bij deze bonden aange sloten vereenigingen en alle militairen. Deelneming door dames wordt niet toege staan. Alleen het gebruik van één-persoonsrij- wielen is geoorloofd. De afrit is bepaald op Zaterdagmiddag te 3 uur precies. Vertrokken wordt van Gevers Deynootplein te Scheveningen, waar ook de aankomst op Zondagmiddag 3 uur zal plaats hebben. Maar het geheele geneeskundige perso neel (I) schijnt het doorzetten van den tocht ontraden te hebben. Ik maak den brigade commandant mijn compliment, dat hij zich in deze daaraan niet heeft gestoord. En wanneer ik als divisie-commandant ge steld, dat ik het nog was bericht kreeg, dat een brigade-commandant om de aange geven reden een bevolen oefening niet had doen doorgaan (waardoor natuurlijk onge lukken uitgesloten waren), dan zou ik zeker gezegd hebben: „Kolonelf U moet van mijn soldaten geen. ouwe wijven maken", en ik zou moeite gehad hebben, om dat epitheton niet op den kolonel zelf toe te passen. Eéne zinsnede uit het bericht doet mij goed, namelijk dat er soldaten waren, die toen men halt hield, zich in de modder te slapen legden. Kranig, dat die jongens het zoo lang hebben uitgehouden. Zoo zijn ze, onze Hollandsche Jongensl Jan Cordaat leeft gelukkig nog. Beleediging. Wij lazen in de Toe komst: „Onjpngs wandelde mr. dr. J. H. W. Q. ter Spill, lid van de Tweede Kamer, met zijn gezin door de Riouwstraal in Den Haag. Voor het huis No. 69 gekomen, waarop de naam van den bewoner Carl Gosch, een Duitsch koopman, te lezen staaL blijft het gezelschap staan, de heer Ter Spill haalt een pojlood voor den dag, cn schrijft op den muur van het huis, onder den naam, het scheldwoord „MOF". Ten huize van den heer Gosch had men het geval opgemerkt. De eigenaar spoedde zich naar buiten, achterhaalde den heer Ter Spill en riep dezen ter verantwoording. Hij zeide, de daad van den heer t. S. als eene beleedi ging te beschouwen en wenschte zijn" naam te welen. De lieer S. die, in plaats van zijne verontschuldigingen aan t£ bieden nog aan matigend optrad, had echter niet den moed, zich bekend te maken. Dit gelukte eerst toen men een politieagent ontmoette, wiens bemid- j deling door den heer Gosch werd ingeroepen De watervoorziening van Amsterdam. Er schijnen, volgens de N. Ct., voorloopig nog geen plannen te be staan om, ter oplossing van het Amsterdam- sche drinkwatervoorzieningsvraagstukaan te sturen op de groote irrigatie-voornemens» Ofschoon in de toekomst irrigatie nood zakelijk achtende, wordt de urgentie van dien aan de gemeentekas enorme zware eischen stellenden maafregel door de ge meentelijke waterleidingdeskundigen niet beaamd. Er wordt voorloopig naar andere minder kostbare maatregelen omgezien, die, zonder de uitvoering van het groote plan, de watervoorziening der hoofdstad np^tal van jaren mogelijk maken. Uit de textlel-industrie. Men schrijft uit Tilburg aan de Industrie: Over de prijsstijging in de textielbran che kunnen velen zich nog maar geen juist idee vormen. Zij veronderstellen, dat zij, die zich vroeger een costuum van 20 aanschaf ten, thans al heel royaal uit den hoek komen wanneer zij ƒ25 voor dezelfde stof willen uitleggen. Dit nu is zeer verkeerd gezien. De stoffen (wij blijven bij het costuum van 20) kost ten vroeger circa ƒ1.80 per el, pl.m. 5 el benoodigd is ƒ9. Nu zijn de wol- en garenprijzen 100 pet., de verfprijzen 400 pet., de arbeidsloonen 4050 pet. en steenkolen en hulpmiddelen 100 tot 400 pet. gestegen. Zoo komt een zelfde stof, die vóór den oorlog 1.80 per el kostte, thans op 3.60. Nemen wij nu aan dat de voerings, four nituren, garens en loonen met exploitalie- kosten in ongeveer dezelfde verhouding zijn gestegen, dan komt men tot de slotsom, dat iemand, die voor den oorlog voor een fat soenlijk pak 20 besteed heeft, thans ver plicht zal zijn 40 uit te leggen, tenminste wanneet hij „waar voor zijn geld" wil heb ben. De toestaand aan de Hem- b r u g. De commissie uit de samenwerken de organisaties der rijkswerklieden zal deze week vergaderen ter bespreking van de door de regeering gedane toezegging in zake het instellen van een spoedig onderzoek naar de geopperde bezwaren.- Mocht eventueel blijken dat de arbeiders organisaties van die enquête-commissie zul len worden uitgeschakeld, dan zal namens de werklieden alsnog bij de regeering op wijziging of aanvullen ervan worden aange drongen. De nachtelijke manoeuvre. Naar aanleiding van het bericht van het „Vaderland", over de „verschrikkelijke nachtelijke manoeuvre" doet de gep. lt.-gen. ,G. J. W. Koolemans Beynen aan het blad opmerken, dat voorvallen als zich daarbij voordeden hoe betreurenswaardig ook, niet altijd te vermijden zijn. Hij schrijft o.m.: Bij het schijfschieten hoeveel voorzor gen daarbij ook worden in acht genomen vak af en toe een slachtoffer. Maar dit doet zich in elk bedrijf voor. In hetzelfde blad, waarin uw correspondent uit Rozendaal schreef, staat het als treurig aangegeven bericht, dat een gemeentewerkman, door duizeling bevangen, in een put viel, en ten gevolge daarvan overleden is. Zeker is dit treurig, evenals het overlijden der beide sol daten; doch over dit laatste kan den brigade commandant geen verwijt treffen, omdat hij een bevolen oefening wegens donder en slagregen niet staakt Deze heeft den heer t. S. wegens beleediging aangeklaagd. Gistermorgen zou de zaak voor de Recht bank behandeld worden, doch de behandeling moest worden uitgesteld, aangezien de dag vaarding den beklaagde niet spoedig genoeg bereikte. Machtswaanzin? Te Mook moet, gelijk men weet, een landweerluitenant op een soldaat, die weigerde een bevel op te volgen om zich naar zijn garnizoen te be geven, met zijn revolver geschoten hebben, met het gevolg, dat de man 's avonds in het ziekenhuis te Nijmegen overleed. In „Allen Weerbaar" spreekt de heer W. Nierstrasz de hoop uit, dat de hoofdzaak in dezen, n.l. dat een Nederlandsch officier in vredestijd zijn revolver richtte op pen Ne derlandsch soldaat wegens eenig feit, on juist zal blijken. Hij kan en wil voorshands niet gelooven dat het waar is. Het zou blijk geven van zulk een verderfelijke on-Neder- landsche Zabern-mentaliteit, dat niet ern stig genoeg op het gevaar daarvan zou kun nen gewezen worden. En dan vertelt de heer Nierstrasz verder: ^DéZer dagen zaten wij toevallig in een tram te Amsterdam, te midden van een zes tal soldaten, die het geval (naar de couran tenberichten) bespraken. Een infanterist zeide: „Zóó'n officier moesten ze de sterren in z'n nek branden"; een tweede verklaar de, „dat er discipline móést zijn maar, we zijn hier niet -in Duitschland en dat verd.... we", terwijl allen het er over eens waren, dat zóó n knul, zoo gauw als er weer ma noeuvres waren, op een kogel kon rekenen, al plaatsten ze hem~öok over." „Mocht onverhoopt het courantenbericht juist blijken, dan venvachten wij, dat de mi litaire autoriteiten hier met kracht zullen op treden en dat daarvan het Nederlandsche volk, zoowel burgerij als leger, in kennis wordt gesteld." „Zulke machtswellustelingen behooren niet in het Nederlandsche leger. Wij heb ben aanvoerders noodig, die zich het ver trouwen en de gehoorzaamheid van hun on dergeschikten weten te verwerven door hun technische kennis en hun karakter als mensch. Worden officieren van het type van dezen landweerluitenant in onze'weer macht gehandhaafd, dan is het in een mini mum v van tijd gedaan met de innerlijke kracht van ons leger. „De Hollandsche soldaat duldt dergelijke praktijken niet en te recht. Worden zij getolereerd in plaats van met ijzeren hand tegengegaan, dan zal men een geest in on ze strijdmacht kweeken, welke vernietigen der ervoor zal zijn dan ooit het vijandelijke lood kan worden." Moord en diefstal. Voor het gerechtshof te 's Hertogenbosch stond gis teren terecht Johannes Bogers, 31 jaar, har monicaspeler te Breda, door de Bredasche rechtbank veroordeeld tot een gevangenis straf van 12 jaar ter zake, dat hij met L. Alen op 9 April 1915 te Roosendaal te za- men een bedrag van ongeveer 1855, toe- behoorende aan J. Th. Vermeulen en Ma ria Cath. v. Agtmaal heeft weggenomen, terwijl J. Bogers even te voren Maria Cath. van Agtmaal door verstikking van het leven had beroofd. In deze zaak waren 29 getuigen gedag vaard, waaronder verschillende Belgen, die onder geleide van politie uit Antwer pen hierheen waren vervoerd en weer on der datzelfde geleide daarheen zullen wor den teruggebracht. De beklaagde gaf als beroep op „koop man". Harmonica-speler, merkte de presi dent op. „Koopman", aldus de beklaagde, „zaken "gaan voor." De beklaagde, na het getuigenverhoor ondervraagd, ontkende alle schuld. De advocaat-generaal mr. C n o p i u s, ging de verschillende getuigenverklaringen na en stelde de vraag of men Rogers ten laste "kan leggen den dood ïen de vrouw, Hij beantwoordde deze vraag bevestigend. Spreker ging mee met de opinie om niet het maximum op te leggen, omdat beklaag de in zich den aanleg heeft een dergelijk feit te plegen en de omstandigheden eenigs- zins meewerkten tot het plegen van de daad. Op juridische gronden vroeg spreker vernietiging van het vonnis en veroordee ling van' beklaagde tot een gevangenisstraf van 12 jaar. De verdediger, mr. Eug. van Zin- nicq Bergmann achtte het overtui gend bewijs niet geleverd. Op grónd van het feit, dat het beklaagdes bedoeling nim mer is geweest de vrouw te dooden, vroeg pleiter bij een eventueel veroordeelend von nis clementie. Poging tot moord te Gouda. Twee jongens, A. W. Z. en A. J. J. H.r res pectievelijk 19 en 18 jaar oud, beiden te Rotterdam en thans gedetineerd, die ge tracht hebben den makelaar Mastink te Gou da te vermoorden en daarna te berooven, werden door de rechtbank te Rotterdam veroordeeld respectievelijk tot 6 en 5 jaar gevangenisstraf wegens poging tot moord. De eisch was 8 jaar. Een gestolen auto. Zondagnacht reed op den Fluweelen Burgwal-te 's Gra- venhage een auto zonder licht, wat de aan dacht van de politie trok. 'Toen deze het voertuig wilde aanhouden, versnelde de be stuurder zijn vaart en reeds op den hoek van den Fluweelen Burgwal en Nieuwe Markt tegen een muur, waardoor de auto omsloeg en ernstig beschadigd werd. De be stuurder ontkwam. De auto bleek het eigen dom te zijn van den heer Stapel, wonende aan de Casuaristraat. Men had den wagen uit diens garage gestolen. H. Ct. Du o-r ij d e n. Door den schrik, veroor zaakt door het springen van een band, viel bij Ellecom een dame van het achterbankje van een motorrijwiel. Met een ernstige her senschudding werd de dame in het zieken huis te Velp opgenomen. Zij kwam van Meppel. Goed afgeloopen. Van een 8- jarig meisje, wonende aan de Bakenesser- gracht te Haarlem, kwam Zondagavond het hoofdhaar in aanraking met een nachtlichtje, zoodat het in brand vloog. De vlammen sloegen over naar gordijnen voor het raam, die dan ook wegbrandden, terwijl de ruiten knapten. Gelukkig was hulp spoedig ter plaatse, en kon het vuur worden gedoofd. Het meisje had slechts een onbeteekenende brandwond 'bekomen. Grondverschuiving. Nabij Durgerdam had Zaterdag bij het Kinsel- meer een belangrijke grondverschuiving plaats. Nadat het zand tot op 2 Meter hoog te langs den dijk gespoten was en door 20 man dagelijks gewerkt was om daarlangs een dam op te werpen, zonk Zaterdag plot seling de heele massa,-over een lengte'van 30 meter, 5 meter diép weg en verdween in het meer. De werklieden moesten zich snel uit de voeten maken. In de nabijheid werd een lek in den Waterlandschen dijk ontdekt, waar zeewater doordrong. Dit werd terstond gestopt. Gezonken. De stoomtreiler Her cules IJ M 196, liggende in de Visschers- haven te IJmuiden, is, vermoedelijk door het open laten staan van de buitenboordskraan, vol water geloopen en gezonken. School- en Kerknieuws. Nederl. Herv. Kerk. Ds. D. W. L. Offerhaus Hzn.r predikant bij de Ned. Herv. Gemeente van No=rdwolde (Gr.), zal tegen December a.s. eervol emeritaat aan vragen. Ds. Oiferhaus, die scriba is van den rine Midldelstunv is ridder in de orde van den Ncd. Leeuw, Rcmcnstrantsche Broederschap. In eene vergadering van bovenge noemde Broederschap, te Amsterdam ge houden, is gisteren een voorstel van cu ratoren tot verplaatsing van het seminari um naar Amsterdam verworpen met 61 te gen 37 stemmen. Het Seminarium der Remonstranten blijft dus te Leiden gevestigd. Reclame ÜIJ Raadsverkiezing. Tusschen het bestuur der afd. Amersfoort van de S. D. A. P. en dat der kiesvereeni- ging Amersf. Gemeentebelang, heeft de volgende briefwisseling plaats gehad. Amersfoort, 12 Sept. 1916. Het bestuur Amersf. Gem. Belang Liberale kiesv.. Alhier. Mijne Heeren. i In de op heden (11 Sept.) gehouden ver- J gadering der S. D. A. P. afd. Amersfoort, werd het volgende besluit genomen De afdeeling besluit de verkiezing der in herstemming staande kanidaten der lit e- rale Kiesv. A. G. B. volledig te steunen (herstemming 15 Sept. 1916) mits deze Kiesv. kan beslyiten, en dit besluit uiterbjk Woensdag morgen den IS Sept. '16 ons aai het wil meedeelen le den zetel Hofland in district I periof diek openvallende in 1917 te doen blijver in handen der S; D. A. P.; 2e. erkennende dat de S. D. A. P. naai ~Jt stelsel van evenredige vertegenwoordig ging op meerdere zetels recht heeft voiV baar in 1917 openvallende zetels één dezei periodieke of tusschentijds openvallende zetels aan een vertegenwoordiger dezer partij beschikbaar te stellen. Aangezien het tijdsbestek zeer kort ïsj verzoeken wij U beleefd snel te handeleitf Inmiddels, Hoogachtend, (w.g.) J. HOFLAND, le Secretaris Amersfoort, 13 Sept. 191G. Aan het Bestuur van de Afdeeling Amersfoort der Soc. Dem. Arbeiderspartij. Mijne heeren. In antwoord op uw geacht schrijven van 12 Sept. J.l. hebben wij de eer u mede te deelen, dot onze Kiesvereeniging den tijd_ nog niet gekomen acht om besluiten te nemen over toekomstige verkiezingen in 1917 Wij rekenen echter vast op uw steun bij de herstemming op Vrijdag 15 Sept. a.s. Hoogachtend, (w.g.) de Secr. v. Amersfoort'a Gemeentebelang, E. ROODHUUZBN In t e r n a tf o n a 1 e School voor W ij s b e g e e r t e. Godsdienst philosophie. Dr. G. A. van den Bergh van E y s i n g a ving zijn inleiding tot de gods- dienstphilosophie aan met het bekende exordium, waarmee Hegel "zijn Religlons- philosophie begint. De wijsbegeerte blijk! geen schade te hebben gedaan aan Hegel's religieus gevoel. De wijsbegeerte van den godsdienst heeft tot doel het wijsgeerig doordenken van alle godsdienstige verschijnselen. Godsdienst en wijsbegeerte toch staan niet vijandelijk te genover elkaar, doch de ware philosophie voert juist tot God (Baco.von Verulam). In haar meest uitgebreiden zin toch is de phi losophie de ordening van de categoriën van het menschelijk denken, het zoeken van de eenheid in de veelheid. Het menschelijlc denken wil daarbij niet het gegevene verdrij ven, vernietigen, doch verstaan. De weten schappelijke mensch moet zich onbevooroor deeld objectief stellen tegenover de zaak, die hij onderzoekt, al is dat hem ook nog zoo dierbaar. De godsdienst staat nog dich ter dan kunst of recht bij de wijsbegeerte want zij houdt zich ook bezig met het bovc- zinnelijke. Godsdienst en philosophie zijn beide openbaringen van het hoogste in den men- schelijken geest. Er is een innig verband tusschen beide en steeds is dan ook, wat ^godsdienstig geopenbaard is, wijsgeerig doordacht. De tijd van de Aufklarung kwam daarbij tot een felle verstandelijke critiek op het overgeleverde christendom, geen onder scheid kunnende maken tusschen vorm en inhoud. De aufklarung is echter meer dan een historische periode in het menschelijk denken, n.l. een phase in de ontwikkeling van ieder individueel denken. De nuchtere verstandscritiek is een trap in de bevrijding van den geest. Echter deze wond, die door het mensche lijk denken geslagen is, kan door het den ken weer geheeld worden ook. Want er Ig meer dan het ontbindende, ontledende, dee- lende verstand, dat 't hoogere uit het lagere wil begrijpen en dat daardoor das Geistlge Band mist. In de verhouding tusschen godsdienst en wijsbegeerte kan men op een van beide hel accent leggen. De scholastici leggen den na druk op den godsdienst: philosophio est on- cillo theologiae; philosophia quaerit, religio possidet veritalem. Op de wijsbegeerte den nadruk leggende en den godsdienst naar achteren dringend komt men tot de aufklS- rung en het ongeloof. Waar ligt de juiste weg? De philosophie heeft met de theoreti sche zijde van de religie te maken; ze heft de practische zijde niet op. Het denken van den wijsgeer kan geen vorm scheppen; dat moeten de zedelijkheid en het gemoed doere» De godsdienst is innerlijke bevoegdheid ert de wijsgeer mag die niet missen. Dit word! door de neo-Heglianen-RoIlandisten te vaak niet begrepen. De wijsgeer weet theoretisch meer dan de eenvoudige, doch de vroomheid mag bij hem' niet ontbreken. Hij moet de eenheid van der* goddelijken geest in bewogenheid beleven^ De geschiedenis van den godsc nst ia noodzakelijke voorwaarde voor-de wijsbe* geerte van den godsdienst. Toch zal ons al dat feitenmateriaal weinig baten, indien wfl missen de godsdienstige attitude. En deze heeft de mensch alleen; dit hooger geeste lijk leven onderscheidt hem van het dier. Spr. komt thans tot de vraag naar hef „ntstaan van den godsdienst. Dit is een psychologische, geen historische vraag. De primitieve openbaringswijzen van den gods* dienst toch kunnen we slechts psychoid gisch verklaren, naar analogie van wat wéï zelf religieus beleven. Men heeft den gods dienst wel willen verklaren als ontstaat door een oorspronkelijke openbaring. Vort waar hebben echter de primitieve -volkerf den diepen zin om den godsdienst te be« grijpen vandaan~~gehaald? De sophisten( verklaarden, dat de religie opzettelijk watf ingevoerd door koningen en priesters tei handhaving van hun gezag. Hoe echter zou zoo n boerenbedrog kunnen standhouden! Volgens een andere uiteenzetting is da godsdienst een personificatie van de OIH verklaarbare natuurverschijnselen. Echtól zijn de flripütieve „voynen .wel te verklaren

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1916 | | pagina 3