BIJN- en
MOEZELWIJNEN
KOOPT UWE
J L SCHlT RMAN&Zn.
Telefoon 145. Utr. str. 34.
STADSNIEUWS,
1916 de Sodacommissie geen soda meer zal
Heveren aan waschinrichtingen, wordt mede
gedeeld dat dit ten eenenmale onjuist is.
Belanghebbenden gelieven hiermede re»
fcening te houden.
De Int. Roemeensche
P e t r o 1 e u m-M ij.
De Internationale Roemeensche Petro-
leum-Maatschappij te Amsterdam heeft, op
*een desbetreffende vraag aan den minister
jivan Buitenlandsche Zaken, een schrijven
.Ontvangen, waarin de minister mededeelt,
'dat blijkens een van den gezant te Boekarest
^ontvangen telegram, alles in orde is en het
gverk dezer dagen zal worden hervat.
v Opgebracht.
Volgens te Amsterdam ontvangen be
richt is het Nederlandsche motorschip
„Oostzee", van daar naar Ronneby bestemd,
'maar Swinemunde opgebracht, doch zou het
spoedig weder worden vrijgelaten,
De Zeemeeuw.
Het Nederlandsche motorschip Zeemeeuw
van de firma Vermeer en Van den Arend,
te Rotterdam, dat Zaterdagnacht in geregel-
«den dienst van de Batavier-lijn van daar
maar Londen is vertrokken met ongeveer
550 ton levensmiddelen, hoofdzakelijk bo
ter en zijden spek, was nauwelijks een paar
uren in zee, toen het van een Duits.che duik
boot bevel kreeg" tot stoppen en vervolgens
order, de lichten dooven en de duikboot
naar Zeebrugge te volgen, onder bedreiging
{dat bij de eerste poging tot ontvluchten het
motorschip in den grond zou geboord wor
den.
Zondagmorgen omstreeks 11 uur kwam
men te Zeebrugge aan. De geheele beman
ning kreeg bevel naar beneden te gaan, be
halve kapitein J. Mulder, die met een roer
ganger aan het dek moest blijven om de
Zeemeeuw naar de haven van Brugge te
brengen.
In die haven aangekomen, zag men daar
naast elkaar liggen de opgebrachte stoom
schepen Brussels, Niobe, Zaonstroom en nog
een Liverpoolboot.
In de haven van Brugge, waar men 's na
middags tegen 3 uur ligplaats nam, mocht
'de bemanning weer aan het dek komen,
doch het schip niet verlaten,
i Maandagmorgen zijn, volgens de N. R.
jCt., de Duitschers dadelijk met behulp van
kranen, met de lossing van de Zeemeeuw
begonnen, en nadat aan kapitein Mulder een
^chriftelijke verklaring werd uitgereikt, dat
zijn schip was aangehouden en opgebracht;
kon de geheele bemanning, sterk 12 man,
per auto naaf het station te Brugge gaan,
[van waar men toen per trein naar Rotterdam
gs teruggekeerd, waar men Maandagnacht to
B2 uur aankwam.
De Zeemeeuw is tegen molest verzekerd.
De LJslandvaarders.
De Nederl. Zeemansvereeniging „Volhar
ding" had dezer dagen met de bij de Us-
landvaart betrokken reeders te IJmuiden een
conferentie tér bespreking van de moge
lijkheid om den zeelieden der in Engeland
Opgebrachte LJslandvaarders eenigermate
jtegemoet te komen in de financieele schade,
'geleden tengevolge der aanhouding. Het
resultaat van deze besprekingen is geweest,
jdat de reederijen zich bereid hebben ver
klaard op de schadevergoeding, die de be-
inanning te dier zake van het Engelsche
gouvernement heeft te vorderen, voor te
!»chleten aan ieder lid der bemanning op
Volle gage 250, voor andere schepelingen
Haar verhouding.
In een huishoudelijke vergadering, welke
8oor een groot aantal leden, betrokken bij de
IJsland-vaart, was bezocht, werd besloten dit
Ie accepteeren.
Nederlandsche ambulance
te Petersburg.
De Nederlandsche Ambulance te Peters
burg verheugt zich aldaar in een algemeene
belangstelling en is reeds in staat geweest
veel goed werk te verrichten. Aan een brief
,van den tegenwoordigen leider, dr. Bijleveld,
Ontleent het Hbld. het volgende
„U zult weten, dat wij na hard werken den
17en ons hospitaal konden openen, welke
gebeurtenis met eenige plechtigheid plaats
vond. Den 20en kwam ons eerste transport
van 20 gewonden binnen, den 21 en een
zelfde getal en Zaterdag den 23en wederom
£0 en 1.1. Vrijdag den 29en bracht een
nieuw transport ons getal gewonden op 80,
onder weljc aantal ook eenige zieken zijn.
.Wat de gewonden betreft, hieronder zijn
verscheidene ernstig gekweststen, zoodat wij
allen de handen vol werk hebben."
Uit een volgenden brief
„Mijn laatste telegram zal je bericht heb
ben, dat allen het goed maken.Wij heb
ben nu ruim 80 patiënten en zijn zeer ge
lukkig, dat tot nu toe alle vooruitgaande zijn
en wij nog geen amputaties hebben behoe
ven te doen. De soldaten zijn erg tevreden
over alles en het is mij. gelukt, met krachtige
medewerking van enkele dames in onze
ambulance, te stichten een inrichting waar
ide herstellenden onderricht krijgen in het
[maken van petten; zij verdienen daar dade
lijk een kleinigheid mede, het voorkomt de
^verveling, wat de ergste vijand in een hos-
jpitaal kan zijn, en, wat van zeer groot be
lang voor hen is, in hunne dorpen terugge
keerd, hebben zij wat geleerd, waarmede,
naar mij met zekerheid is gebleken, zij ruim
'den kost kunnen verdienenzij brengep dat
idan ook weer in hunne omgeving over, zoo
dat de zaak van groot nut kan zijn, vooral
voor hen, die door hunne verwondingen
thuis voor geen veldarbeid meer geschikt
;zijnEen jong mevrouwtje uit Petersburg
jkomt hier óók voor de soldaten lezen en
ibrieven schrijven.De hier aangeworven
jvier Russisch en Fransch sprekende hulp-
zustertjes voldoen uitstekendIk zal nu
nog binnenkort voor elkaar krijgen, het
zangles geven aan de soldaten (voor een
voudige Russische liedfreo). Deze Russi
sche soldaten zijn over het algemeen muzi
kaal aangelegd en zingen goed. Tevens is
mij toegezegd de komst van enkele hoog
muzikale krachten voor zang en piano, om
af en toe hier wat te komen voordragen.
Uit een anderen brief
„Wij hebben-hier patiënten van de meest
verschillende rassen, tot Tartaren toe, en
het is opmerkelijk hoe zonder onderscheid
deze zoogenaamd onbeschaafde, ruwe Rus
sen, blijken te zijn eenvoudige, goedhartige,
zeer zachtzinnige menschen, uiterst gewillig
en zeer dankbaar voor de hun verleende
hulp. Het zijn groote menschen, soms ware
reuzen, met kinderharten, die de ellende en
pijn die zij somtijds moeten doorstaan, dap
per onder de oogen zien."
Mevrouw HeemskerkDe Zaremba die
de ambulance geleidde, is hier te lande
teruggekeerd.
De 2 4-u urrit voor wielrijders.
Omtrent den 14 en 15 October a.s. te
houden 24-uurrit voor wielrijders, wordt ons
het volgende medegedeeld:
De afstand wordt verdeeld in vier weg-
vakken:
a. Scheveningen—Arnhem via Leiden
UtrechtEde, plm. 130 K.M. Rijtijd 7 uur.
Verplichte rusttijd te Arnhem: 60 minuten.
b. ArnhemHarderwijk via Apeldoorn
NoorsenEpeKaterveer, plm. 100 K.M.
Rijtijd 5Vi uur. Verplichte rusttijd te Har
derwijk: 45 minuten.
c. HarderwijkAmsterdam via Amers
foortUtrechtNieuwersluisLoenen, plm.
100 K.M. Rijtijd 514 uur. Verplichte rust
tijd te Amsterdam: 45 minuten.
d. AmsterdamScheveningen via Haar
lemHaagsche Schouw, plm. 60 K.M. Rij
tijd 3% uur. Totaal plm. 390 K.M. Rijtijd
2114 uur, rusttijd 214 uur.
Aan dezen rit kunnen uitsluitend deelne
men leden van den A. N. W. B., van den
N. W. B. en van de bij deze bonden aange
sloten vereenigingen en alle militairen.
Deelneming door dames wordt niet toege
staan.
Alleen het gebruik van één-persoonsrij-
wielen is geoorloofd.
De afrit is bepaald op Zaterdagmiddag te
3 uur precies. Vertrokken wordt van Gevers
Deynootplein te Scheveningen, waar ook de
aankomst op Zondagmiddag 3 uur zal plaats
hebben.
Maar het geheele geneeskundige perso
neel (I) schijnt het doorzetten van den tocht
ontraden te hebben. Ik maak den brigade
commandant mijn compliment, dat hij zich
in deze daaraan niet heeft gestoord. En
wanneer ik als divisie-commandant ge
steld, dat ik het nog was bericht kreeg,
dat een brigade-commandant om de aange
geven reden een bevolen oefening niet had
doen doorgaan (waardoor natuurlijk onge
lukken uitgesloten waren), dan zou ik zeker
gezegd hebben: „Kolonelf U moet van mijn
soldaten geen. ouwe wijven maken", en ik
zou moeite gehad hebben, om dat epitheton
niet op den kolonel zelf toe te passen.
Eéne zinsnede uit het bericht doet mij
goed, namelijk dat er soldaten waren, die
toen men halt hield, zich in de modder te
slapen legden. Kranig, dat die jongens het
zoo lang hebben uitgehouden. Zoo zijn ze,
onze Hollandsche Jongensl Jan Cordaat
leeft gelukkig nog.
Beleediging. Wij lazen in de Toe
komst:
„Onjpngs wandelde mr. dr. J. H. W. Q. ter
Spill, lid van de Tweede Kamer, met zijn
gezin door de Riouwstraal in Den Haag. Voor
het huis No. 69 gekomen, waarop de naam
van den bewoner Carl Gosch, een Duitsch
koopman, te lezen staaL blijft het gezelschap
staan, de heer Ter Spill haalt een pojlood
voor den dag, cn schrijft op den muur van
het huis, onder den naam, het scheldwoord
„MOF".
Ten huize van den heer Gosch had men het
geval opgemerkt. De eigenaar spoedde zich
naar buiten, achterhaalde den heer Ter Spill
en riep dezen ter verantwoording. Hij zeide,
de daad van den heer t. S. als eene beleedi
ging te beschouwen en wenschte zijn" naam
te welen. De lieer S. die, in plaats van zijne
verontschuldigingen aan t£ bieden nog aan
matigend optrad, had echter niet den moed,
zich bekend te maken. Dit gelukte eerst toen
men een politieagent ontmoette, wiens bemid-
j deling door den heer Gosch werd ingeroepen
De watervoorziening van
Amsterdam. Er schijnen, volgens de
N. Ct., voorloopig nog geen plannen te be
staan om, ter oplossing van het Amsterdam-
sche drinkwatervoorzieningsvraagstukaan
te sturen op de groote irrigatie-voornemens»
Ofschoon in de toekomst irrigatie nood
zakelijk achtende, wordt de urgentie van
dien aan de gemeentekas enorme zware
eischen stellenden maafregel door de ge
meentelijke waterleidingdeskundigen niet
beaamd. Er wordt voorloopig naar andere
minder kostbare maatregelen omgezien, die,
zonder de uitvoering van het groote plan,
de watervoorziening der hoofdstad np^tal
van jaren mogelijk maken.
Uit de textlel-industrie.
Men schrijft uit Tilburg aan de Industrie:
Over de prijsstijging in de textielbran
che kunnen velen zich nog maar geen juist
idee vormen. Zij veronderstellen, dat zij, die
zich vroeger een costuum van 20 aanschaf
ten, thans al heel royaal uit den hoek komen
wanneer zij ƒ25 voor dezelfde stof willen
uitleggen.
Dit nu is zeer verkeerd gezien. De stoffen
(wij blijven bij het costuum van 20) kost
ten vroeger circa ƒ1.80 per el, pl.m. 5 el
benoodigd is ƒ9.
Nu zijn de wol- en garenprijzen 100 pet.,
de verfprijzen 400 pet., de arbeidsloonen
4050 pet. en steenkolen en hulpmiddelen
100 tot 400 pet. gestegen.
Zoo komt een zelfde stof, die vóór den
oorlog 1.80 per el kostte, thans op 3.60.
Nemen wij nu aan dat de voerings, four
nituren, garens en loonen met exploitalie-
kosten in ongeveer dezelfde verhouding zijn
gestegen, dan komt men tot de slotsom, dat
iemand, die voor den oorlog voor een fat
soenlijk pak 20 besteed heeft, thans ver
plicht zal zijn 40 uit te leggen, tenminste
wanneet hij „waar voor zijn geld" wil heb
ben.
De toestaand aan de Hem-
b r u g. De commissie uit de samenwerken
de organisaties der rijkswerklieden zal deze
week vergaderen ter bespreking van de door
de regeering gedane toezegging in zake het
instellen van een spoedig onderzoek naar
de geopperde bezwaren.-
Mocht eventueel blijken dat de arbeiders
organisaties van die enquête-commissie zul
len worden uitgeschakeld, dan zal namens
de werklieden alsnog bij de regeering op
wijziging of aanvullen ervan worden aange
drongen.
De nachtelijke manoeuvre.
Naar aanleiding van het bericht van het
„Vaderland", over de „verschrikkelijke
nachtelijke manoeuvre" doet de gep. lt.-gen.
,G. J. W. Koolemans Beynen aan het blad
opmerken, dat voorvallen als zich daarbij
voordeden hoe betreurenswaardig ook, niet
altijd te vermijden zijn. Hij schrijft o.m.:
Bij het schijfschieten hoeveel voorzor
gen daarbij ook worden in acht genomen
vak af en toe een slachtoffer. Maar dit doet
zich in elk bedrijf voor. In hetzelfde blad,
waarin uw correspondent uit Rozendaal
schreef, staat het als treurig aangegeven
bericht, dat een gemeentewerkman, door
duizeling bevangen, in een put viel, en ten
gevolge daarvan overleden is. Zeker is dit
treurig, evenals het overlijden der beide sol
daten; doch over dit laatste kan den brigade
commandant geen verwijt treffen, omdat hij
een bevolen oefening wegens donder en
slagregen niet staakt
Deze heeft den heer t. S. wegens beleediging
aangeklaagd.
Gistermorgen zou de zaak voor de Recht
bank behandeld worden, doch de behandeling
moest worden uitgesteld, aangezien de dag
vaarding den beklaagde niet spoedig genoeg
bereikte.
Machtswaanzin? Te Mook moet,
gelijk men weet, een landweerluitenant op
een soldaat, die weigerde een bevel op te
volgen om zich naar zijn garnizoen te be
geven, met zijn revolver geschoten hebben,
met het gevolg, dat de man 's avonds in het
ziekenhuis te Nijmegen overleed.
In „Allen Weerbaar" spreekt de heer W.
Nierstrasz de hoop uit, dat de hoofdzaak in
dezen, n.l. dat een Nederlandsch officier in
vredestijd zijn revolver richtte op pen Ne
derlandsch soldaat wegens eenig feit, on
juist zal blijken. Hij kan en wil voorshands
niet gelooven dat het waar is. Het zou blijk
geven van zulk een verderfelijke on-Neder-
landsche Zabern-mentaliteit, dat niet ern
stig genoeg op het gevaar daarvan zou kun
nen gewezen worden. En dan vertelt de
heer Nierstrasz verder:
^DéZer dagen zaten wij toevallig in een
tram te Amsterdam, te midden van een zes
tal soldaten, die het geval (naar de couran
tenberichten) bespraken. Een infanterist
zeide: „Zóó'n officier moesten ze de sterren
in z'n nek branden"; een tweede verklaar
de, „dat er discipline móést zijn maar, we
zijn hier niet -in Duitschland en dat verd....
we", terwijl allen het er over eens waren,
dat zóó n knul, zoo gauw als er weer ma
noeuvres waren, op een kogel kon rekenen,
al plaatsten ze hem~öok over."
„Mocht onverhoopt het courantenbericht
juist blijken, dan venvachten wij, dat de mi
litaire autoriteiten hier met kracht zullen op
treden en dat daarvan het Nederlandsche
volk, zoowel burgerij als leger, in kennis
wordt gesteld."
„Zulke machtswellustelingen behooren
niet in het Nederlandsche leger. Wij heb
ben aanvoerders noodig, die zich het ver
trouwen en de gehoorzaamheid van hun on
dergeschikten weten te verwerven door hun
technische kennis en hun karakter als
mensch. Worden officieren van het type
van dezen landweerluitenant in onze'weer
macht gehandhaafd, dan is het in een mini
mum v van tijd gedaan met de innerlijke
kracht van ons leger.
„De Hollandsche soldaat duldt dergelijke
praktijken niet en te recht. Worden zij
getolereerd in plaats van met ijzeren hand
tegengegaan, dan zal men een geest in on
ze strijdmacht kweeken, welke vernietigen
der ervoor zal zijn dan ooit het vijandelijke
lood kan worden."
Moord en diefstal. Voor het
gerechtshof te 's Hertogenbosch stond gis
teren terecht Johannes Bogers, 31 jaar, har
monicaspeler te Breda, door de Bredasche
rechtbank veroordeeld tot een gevangenis
straf van 12 jaar ter zake, dat hij met L.
Alen op 9 April 1915 te Roosendaal te za-
men een bedrag van ongeveer 1855, toe-
behoorende aan J. Th. Vermeulen en Ma
ria Cath. v. Agtmaal heeft weggenomen,
terwijl J. Bogers even te voren Maria Cath.
van Agtmaal door verstikking van het leven
had beroofd.
In deze zaak waren 29 getuigen gedag
vaard, waaronder verschillende Belgen,
die onder geleide van politie uit Antwer
pen hierheen waren vervoerd en weer on
der datzelfde geleide daarheen zullen wor
den teruggebracht.
De beklaagde gaf als beroep op „koop
man". Harmonica-speler, merkte de presi
dent op. „Koopman", aldus de beklaagde,
„zaken "gaan voor."
De beklaagde, na het getuigenverhoor
ondervraagd, ontkende alle schuld.
De advocaat-generaal mr. C n o p i u s,
ging de verschillende getuigenverklaringen
na en stelde de vraag of men Rogers ten
laste "kan leggen den dood ïen de vrouw,
Hij beantwoordde deze vraag bevestigend.
Spreker ging mee met de opinie om niet
het maximum op te leggen, omdat beklaag
de in zich den aanleg heeft een dergelijk
feit te plegen en de omstandigheden eenigs-
zins meewerkten tot het plegen van de
daad. Op juridische gronden vroeg spreker
vernietiging van het vonnis en veroordee
ling van' beklaagde tot een gevangenisstraf
van 12 jaar.
De verdediger, mr. Eug. van Zin-
nicq Bergmann achtte het overtui
gend bewijs niet geleverd. Op grónd van
het feit, dat het beklaagdes bedoeling nim
mer is geweest de vrouw te dooden, vroeg
pleiter bij een eventueel veroordeelend von
nis clementie.
Poging tot moord te Gouda.
Twee jongens, A. W. Z. en A. J. J. H.r res
pectievelijk 19 en 18 jaar oud, beiden te
Rotterdam en thans gedetineerd, die ge
tracht hebben den makelaar Mastink te Gou
da te vermoorden en daarna te berooven,
werden door de rechtbank te Rotterdam
veroordeeld respectievelijk tot 6 en 5 jaar
gevangenisstraf wegens poging tot moord.
De eisch was 8 jaar.
Een gestolen auto. Zondagnacht
reed op den Fluweelen Burgwal-te 's Gra-
venhage een auto zonder licht, wat de aan
dacht van de politie trok. 'Toen deze het
voertuig wilde aanhouden, versnelde de be
stuurder zijn vaart en reeds op den hoek
van den Fluweelen Burgwal en Nieuwe
Markt tegen een muur, waardoor de auto
omsloeg en ernstig beschadigd werd. De be
stuurder ontkwam. De auto bleek het eigen
dom te zijn van den heer Stapel, wonende
aan de Casuaristraat. Men had den wagen
uit diens garage gestolen. H. Ct.
Du o-r ij d e n. Door den schrik, veroor
zaakt door het springen van een band, viel
bij Ellecom een dame van het achterbankje
van een motorrijwiel. Met een ernstige her
senschudding werd de dame in het zieken
huis te Velp opgenomen. Zij kwam van
Meppel.
Goed afgeloopen. Van een 8-
jarig meisje, wonende aan de Bakenesser-
gracht te Haarlem, kwam Zondagavond het
hoofdhaar in aanraking met een nachtlichtje,
zoodat het in brand vloog. De vlammen
sloegen over naar gordijnen voor het raam,
die dan ook wegbrandden, terwijl de ruiten
knapten. Gelukkig was hulp spoedig ter
plaatse, en kon het vuur worden gedoofd.
Het meisje had slechts een onbeteekenende
brandwond 'bekomen.
Grondverschuiving. Nabij
Durgerdam had Zaterdag bij het Kinsel-
meer een belangrijke grondverschuiving
plaats. Nadat het zand tot op 2 Meter hoog
te langs den dijk gespoten was en door 20
man dagelijks gewerkt was om daarlangs
een dam op te werpen, zonk Zaterdag plot
seling de heele massa,-over een lengte'van
30 meter, 5 meter diép weg en verdween
in het meer. De werklieden moesten zich
snel uit de voeten maken. In de nabijheid
werd een lek in den Waterlandschen dijk
ontdekt, waar zeewater doordrong. Dit werd
terstond gestopt.
Gezonken. De stoomtreiler Her
cules IJ M 196, liggende in de Visschers-
haven te IJmuiden, is, vermoedelijk door het
open laten staan van de buitenboordskraan,
vol water geloopen en gezonken.
School- en Kerknieuws.
Nederl. Herv. Kerk.
Ds. D. W. L. Offerhaus Hzn.r predikant bij de
Ned. Herv. Gemeente van No=rdwolde (Gr.),
zal tegen December a.s. eervol emeritaat aan
vragen.
Ds. Oiferhaus, die scriba is van den rine
Midldelstunv is ridder in de orde van den Ncd.
Leeuw,
Rcmcnstrantsche Broederschap.
In eene vergadering van bovenge
noemde Broederschap, te Amsterdam ge
houden, is gisteren een voorstel van cu
ratoren tot verplaatsing van het seminari
um naar Amsterdam verworpen met 61 te
gen 37 stemmen.
Het Seminarium der Remonstranten
blijft dus te Leiden gevestigd.
Reclame
ÜIJ
Raadsverkiezing.
Tusschen het bestuur der afd. Amersfoort
van de S. D. A. P. en dat der kiesvereeni-
ging Amersf. Gemeentebelang, heeft de
volgende briefwisseling plaats gehad.
Amersfoort, 12 Sept. 1916.
Het bestuur Amersf. Gem. Belang
Liberale kiesv.. Alhier.
Mijne Heeren.
i In de op heden (11 Sept.) gehouden ver-
J gadering der S. D. A. P. afd. Amersfoort,
werd het volgende besluit genomen
De afdeeling besluit de verkiezing der in
herstemming staande kanidaten der lit e-
rale Kiesv. A. G. B. volledig te steunen
(herstemming 15 Sept. 1916) mits deze
Kiesv. kan beslyiten, en dit besluit uiterbjk
Woensdag morgen den IS Sept. '16
ons
aai
het
wil meedeelen
le den zetel Hofland in district I periof
diek openvallende in 1917 te doen blijver
in handen der S; D. A. P.;
2e. erkennende dat de S. D. A. P. naai
~Jt stelsel van evenredige vertegenwoordig
ging op meerdere zetels recht heeft voiV
baar in 1917 openvallende zetels één dezei
periodieke of tusschentijds openvallende
zetels aan een vertegenwoordiger dezer
partij beschikbaar te stellen.
Aangezien het tijdsbestek zeer kort ïsj
verzoeken wij U beleefd snel te handeleitf
Inmiddels, Hoogachtend,
(w.g.) J. HOFLAND,
le Secretaris
Amersfoort, 13 Sept. 191G.
Aan het Bestuur van de Afdeeling
Amersfoort der Soc. Dem. Arbeiderspartij.
Mijne heeren.
In antwoord op uw geacht schrijven van
12 Sept. J.l. hebben wij de eer u mede te
deelen, dot onze Kiesvereeniging den tijd_
nog niet gekomen acht om besluiten te
nemen over toekomstige verkiezingen in
1917
Wij rekenen echter vast op uw steun bij
de herstemming op Vrijdag 15 Sept. a.s.
Hoogachtend,
(w.g.) de Secr. v. Amersfoort'a
Gemeentebelang,
E. ROODHUUZBN
In t e r n a tf o n a 1 e School voor
W ij s b e g e e r t e.
Godsdienst philosophie.
Dr. G. A. van den Bergh van
E y s i n g a ving zijn inleiding tot de gods-
dienstphilosophie aan met het bekende
exordium, waarmee Hegel "zijn Religlons-
philosophie begint. De wijsbegeerte blijk!
geen schade te hebben gedaan aan Hegel's
religieus gevoel.
De wijsbegeerte van den godsdienst heeft
tot doel het wijsgeerig doordenken van alle
godsdienstige verschijnselen. Godsdienst en
wijsbegeerte toch staan niet vijandelijk te
genover elkaar, doch de ware philosophie
voert juist tot God (Baco.von Verulam). In
haar meest uitgebreiden zin toch is de phi
losophie de ordening van de categoriën van
het menschelijk denken, het zoeken van de
eenheid in de veelheid. Het menschelijlc
denken wil daarbij niet het gegevene verdrij
ven, vernietigen, doch verstaan. De weten
schappelijke mensch moet zich onbevooroor
deeld objectief stellen tegenover de zaak,
die hij onderzoekt, al is dat hem ook nog
zoo dierbaar. De godsdienst staat nog dich
ter dan kunst of recht bij de wijsbegeerte
want zij houdt zich ook bezig met het bovc-
zinnelijke.
Godsdienst en philosophie zijn beide
openbaringen van het hoogste in den men-
schelijken geest. Er is een innig verband
tusschen beide en steeds is dan ook, wat
^godsdienstig geopenbaard is, wijsgeerig
doordacht. De tijd van de Aufklarung kwam
daarbij tot een felle verstandelijke critiek op
het overgeleverde christendom, geen onder
scheid kunnende maken tusschen vorm en
inhoud. De aufklarung is echter meer dan
een historische periode in het menschelijk
denken, n.l. een phase in de ontwikkeling
van ieder individueel denken. De nuchtere
verstandscritiek is een trap in de bevrijding
van den geest.
Echter deze wond, die door het mensche
lijk denken geslagen is, kan door het den
ken weer geheeld worden ook. Want er Ig
meer dan het ontbindende, ontledende, dee-
lende verstand, dat 't hoogere uit het lagere
wil begrijpen en dat daardoor das Geistlge
Band mist.
In de verhouding tusschen godsdienst en
wijsbegeerte kan men op een van beide hel
accent leggen. De scholastici leggen den na
druk op den godsdienst: philosophio est on-
cillo theologiae; philosophia quaerit, religio
possidet veritalem. Op de wijsbegeerte den
nadruk leggende en den godsdienst naar
achteren dringend komt men tot de aufklS-
rung en het ongeloof. Waar ligt de juiste
weg? De philosophie heeft met de theoreti
sche zijde van de religie te maken; ze heft
de practische zijde niet op. Het denken van
den wijsgeer kan geen vorm scheppen; dat
moeten de zedelijkheid en het gemoed doere»
De godsdienst is innerlijke bevoegdheid ert
de wijsgeer mag die niet missen. Dit word!
door de neo-Heglianen-RoIlandisten te vaak
niet begrepen.
De wijsgeer weet theoretisch meer dan de
eenvoudige, doch de vroomheid mag bij hem'
niet ontbreken. Hij moet de eenheid van der*
goddelijken geest in bewogenheid beleven^
De geschiedenis van den godsc nst ia
noodzakelijke voorwaarde voor-de wijsbe*
geerte van den godsdienst. Toch zal ons al
dat feitenmateriaal weinig baten, indien wfl
missen de godsdienstige attitude. En deze
heeft de mensch alleen; dit hooger geeste
lijk leven onderscheidt hem van het dier.
Spr. komt thans tot de vraag naar hef
„ntstaan van den godsdienst. Dit is een
psychologische, geen historische vraag. De
primitieve openbaringswijzen van den gods*
dienst toch kunnen we slechts psychoid
gisch verklaren, naar analogie van wat wéï
zelf religieus beleven. Men heeft den gods
dienst wel willen verklaren als ontstaat
door een oorspronkelijke openbaring. Vort
waar hebben echter de primitieve -volkerf
den diepen zin om den godsdienst te be«
grijpen vandaan~~gehaald? De sophisten(
verklaarden, dat de religie opzettelijk watf
ingevoerd door koningen en priesters tei
handhaving van hun gezag. Hoe echter zou
zoo n boerenbedrog kunnen standhouden!
Volgens een andere uiteenzetting is da
godsdienst een personificatie van de OIH
verklaarbare natuurverschijnselen. Echtól
zijn de flripütieve „voynen .wel te verklaren