EEN STRIJDÏSE ZON. „DE EEMLANDER". Zaterdag 16 September 1916. BUITENLAND. BINNENLAND. FEUILLETON. N* 66. Tweede Blad. 15de Jaargang. Uitgevers: VALKHOFP 6 Co, Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT 1. KOLONIËN. AMERSFOORTSCH MARIE VAN VERSENDAAL. Hoofdredactie» j Mr Q j yAN SChaARDENBÜRQ. ABONNEM ENTSPBUSr ^er 8 maanden voor Amersfoort f 1.30. Idem franco per post1.80. Per week (met gratie verzekering tegen ongelukken)* 0.135. (Afzonderlijke oummere 0.05. Wekefijktob by voegsel „Dt HoUandtcKt Huisvrouw* (onder redaotie van Thérèae Boven) per 8 mnd. 00 ets. (Wekolykseb bijvoegsel ,/bA m» mssT per 8 mnd. 53 cta. Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—ft regelt.. f 0.80. Eikeregel moer0.15. Dienstaanbiedingen 1—5 regels.. 0.50. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeor voordeelige bepahugen tot het herhaald advortoeren in dit Blad, bij abonnement. Eono oiroulaire, bevattende do voorwaarden, wordt op aanvraag toogozondon. Verspreide Berichten. Engelsche Staatsmanskun de. In het Engelsche tijdschrift „The Na tion" wordt in een hoofdartikel, getiteld „Het begin van het einde" geschreven over de mogelijkheid van vrede. Het artikel eindigt aldus: „Indien de te genwoordige worsteling op zulk een reus achtige schaal wordt voortgezet tot den laatste man en den laatsten cent, dan gaat de wereld haar eigen ondergang tegemoet. Staatsmanskunst moet er daarom een grens aan stellen. Maar wij gelooven niet, dat de Europeesche staatsmanskunst zoodanig is, dat zij geschikt is voor haar werk zonder de tusschenkomst van een kracht, die over eenkomstig de behoefte die aan haar be staat, steeds meer gecompliceerd en sterke* is geworden. Deze kracht is de openba re meening. Deze wordt niet goed ge leid. Zij werkt op zeer verwarde wijze. Maar zij kan opgevoed worden. Het is het eenige rechtstreeksch verband tusschen hen, die den oorlog maakten en hen die er door lij den en wanneer het blijkt, dat zij niet vol doende of slecht wordt geleid, zal de vrede kort en niet goed zijn. Wij hop£n daarom, daFdeze openbare meening, zoodra het ware karakter van dit geweldige vraagstuk naar voren komt, zal gericht worden op de werkelijke moeilijk heid, die ligt in het voorkomen van oorlo gen. Er zal bij ons aangedrongen worden, dit doel langs den kortst mogelijken weg te bereiken, ten eerste door de Centrale Mo gendheden te vernietigen en ten tweede door deze mogendheden uit te sluiten van de economische gemeenschap van Europa. Ook als dit uit militair oogpunt mogelijk zou zijn, te verkrijgen door overweldigende ver liezen, dan gelooven wij nog altijd, dat de ze weg zou blijken dood te loopen. Gaat men langs dezen weg voort, men zal verar ming en dood op zijn weg ontmoeten. Maar geen eer, geen zekerheid voor de geheelc wereld, niet eens veiligheid voor ons zelf. Deze kunnen alleen bereikt worden door goeden wil en verstand en laten wij er aan toevoegen door gematigheid van Engelsche staatsmanskunde." De Fransche leening. De nieuwe 5 pct.'s Fransche leening zal en een koers van 87,25 uitgegeven wor den. Het tijdstip van uitgift^hl bij dekreet worden vastgesteld. De minister van financiën heeft het filiaal te Amsterdam van de Banque de Paris et des Pays-Bas opgedragen, om de voorloo pige stukken van de laatste 5 pet. Fransche leening gratis in te wisselen tegen definitie ve stukken. Het bureau van deze „Foire Suisse 1 e e n i n g. Dezer dagen wordt de inschrijving open gesteld op fr. 9 millioen van de Luxem- burgsche staatsleening van fr. 25 millioen. De koers van uitgifte bedraagt 100.75, de rente 4 pet.; de leening is van 1919 in 50 jaren aflosbaar. De gedeeltelijke of volledige terugbetaling kan van 1 Jan. 1925 geschie den. Behalve de gewone delging wordt bin nen 10 jaren nog een som van fr. 1,750,000 door terugkoop gedelgd. De eerste fr. 16 millioen der leening neemt de Luxemburg- sche Spaarbank. Financieele plannen In Zwitserland. De N. R. Ct. ontleent aan de Duitsche bladen, dat de Bondsraad een financieel program heeft samengesteld, dat de volgen de maatregelenat: Het invoeren van een tabaksmonop een bierbelasting, voorts het heffen vcu» een zegelbelnsting op wissels en effecten (aandeelen,.. obligatiën en winstbewijzen), belasting van alcoholisch gedistilleerde dranken, die niet onder het alcoholmonopolie vallen. De wet op de oor logswinstbelasting zal verder worden her zien en de weerplichtbelasting. Zwitsersche jaarmarkt. In April 1Ö17 zal gedurende 2 tot 3 we ken te Bazel een Zwitsersche jaarmarkt met monsteruitstallingen gehouden worden. Noch industrieele tentoonstelling, noch een markt in den engeren zin zijnde, zal deze jaarmarkt toch aan kooplieden en industriee- len gelegenheid bieden om zaken te doen. Aan het publiek zal niet worden verkocht. Alleen Zwitsersche firma's zullen tot deel neming worden toegelaten. Het program vermeldt als doel: bekendmaking van de in dustrieele specialiteiten van het land, nieu we fabrikaten enz. Het bureau van deze „Soir Suisse d'Echantillons" is reeds te Bazel geopend. De regeering van het kanton Bazel-Stad heeft de financieele lasten van -de jaarmarkt op zich genomen en is door drie van zijn staatsraden in de organisatie vertegenwoor digd. Rengat is de hoofdplaats van de afdee- ling Indragiri der residentie Riouw en On- derhoorigheden. Zij ligt op vrij groote af stand van het Stroomgebied der Soengei Toengkal en is, yoor zoover wij konden zien, niet langs bijzonder gemakkelijke wegen vandaar te bereiken. Aardschokken op Java. Uit Weltevreden wordt aan de Telegraaf geseind: Naar het „Nieuwsblad" mededeelt, wor den in de streek van Maos Idjoe over een afstand van drie kilometer nog steeds aard schokken gevoeld. De bevolking vlucht in oostelijke richting. Op den westelijken oever van de Serajoe zijn groote scheuren ontstaan, waarin water opborrelt en zwaveldampen opstijgen. De bronnen zijn bedorven, terwijl er slechts weinig voedsel over is. Een geslaagde vlucht ln I n d i De vlieger Hilgers heeft te Soera- baja een vlucht van veertig minuten vol bracht en daarbij een hoogte van 1350 M. bereikt. Dit is de eerste goed geslaagde vlucht in Indië. Het toestel, waarmede zij volbracht werd, was juist uit Amerika aangekomen. (N. R. Ct.) Oost-lndfë De onlusten in Djambl. Men seint uit Soerabaja aan de N." R. Ct: De toestanfl in Djambi is nog ernstig. Met verscheidene plaatsen is de telefonische ge meenschap verbroken. De toestand in Noord-Djambi is zeer ern stig. Een deel van de bevolking, die aan de Toengkal-rivier woont en goed gewapend1 is, moet in de richting van Rengat (Indragiri) vertrokken zijn. De Soengei Toengkal stroomt in het N.O. deel van Djambi; zij mond bij Moeara Toeng kal in zee uit. Aan den benedenloop schijnt deze rivier nogal sterk bevolkt te zijn. Uit dc Her» Grondwetsherziening. Over de onderwijsparagraaf schrijft de hoefijzer-correspondent van het H b 1. Hij mist in het- betoog van den minister elke uiting, die toont dat de minister-begrijpt, dat de openbare school er ook is niet als „propaganda-middel" voor één overtuiging, maar om de minderheden gelegenheid te geven onder onderwijs dan propagandistisch confessioneel onderwijs van één bepaalde richting te genieten. Een bescherming van de minderheden. Hij mist in het betoog van den minister eenige uiting waaruit blijkt, dat de minister inziet, dat er nog eenig gradueel verschil is, of men zijn kind wèl moet laten leeren een geloof, dat men verkeerd acht, of niet (op school) moet laten leeren het geloof dn* men goed acht. Hij mist in het betoog van den minister elke uitspraak, waaruit-blijkt dat, hoezeer men ook de bil lijkheid erkent o^n, waar de behoefte aan dergelijke scholen'groot genoeg is, de kos ten van het bijzonder onderwijs geheel door den Staat te doen dragen, toch de openbare school een kostelijk goed is, dat niet ge mist kan worden in ons land, dat verdedigd en gehandhaafd moet worden. Hij mist in de regeeringsnota elk woord, dat ons kan doen inzien dat de minister, die volgens de tegenwoordige Grondwet zijn voortdurende zorg aan het openbaar onder wijs moet wijden, dat onderwijs lief heeft en er de beteekenis van begrijpt. En dit brengt hem dadelijk op zijn hoofd bezwaar tegen de negativiteit van den in houd van het ministerieele betoog. „Van vele zijden, ook door ons, is er op gewezen, dat er zulk een nauw, zulk een •onverbreekbaar verband is tusschen do wij ziging van artikel 192 on de wijziging van de wet op het L. O. Wij hebben in ons blad aangetoond, dat de wijziging van de L. O. wet, door de commissie voorgsteld, in do practiik moeilijk uitvoerbaar zou zijn. Door anderen is er op gewezen, dot thans een tijdelijke kerkelijke meerderheid dc ge legenheid zal krijgen de L. O. wet zoo to "wijzigen, dat feitelijk de openbare school vernietigd wordt en te veel kinderen in het lond voor de keus gesteld worden, hetzij in strijd met do wet geon onderwijs te ont vangen, hetzij in strijd met het geweten der ouders confessioneel onderwijs te onder gaan. Al die zorgen roken den minister niet. Deze Mc-morie van Antwoord 2»ou bijna door mr. Heemskerk geschreven kunnen zijn, al zou deze het natuurlijk in onderen vorm gezegd hebben. Men lette op de schijnbaar welwillende onverschillige positie tegenóver de openbare school aangeno- Tty?n, de verdachtmaking van de motieven der voorstanders dor openbare school, het huppelen om do argumenten der tegen standers. Wij oarzelen te zeggen, dat de 'belangen van het openbaar onderwijs bij dezen mi nister iirveilure handen zijn." Aan het vrouwenkiesrecht heeft de N. R. Ct. een hoofdartikel gewijd. Het blad maakt o. a. de opmerking, dat het wei nig gave behoeft om te voorspelen, dat in en door den oorlog het vrouwenkiesrecht zich zijn weg zal blijken te hebben gebaand, en dat het na den oorlog in het eene land na het andere zijn intrede zal doen. „De motieven daarvoor, voortreffelijk in óo memorie van antwoord dar Regeering gerensumeerd, zijn dan ook op dien ontzet- tenden eersten Augustus 1914 zeer zeker niet verzwakt, doch wel versterkt. Dio dag is het groote fiasco van de mannenragee- ring geweest. Dat is voor ons mannen een moeilijk feit, om te erkennen, en er zijn er dan ook al bij drommen, 'die ons komen betoogen, dat het niet aan de mannen, doch aan de onvolmaaktheid van hun stelsel ge legen heeft. Het groote woord doel weer dienst we moeten meer „democratie" heb ben5, democratie in onze binnenlandscho in richting, democratie in oivs buitenlandsch beleid, democratie overal, en dan zal het beter gaan." De N. R. Ct. acht voor zooveel optimisme geen reden aanwezig. Wanneer men nagaat, hoe autocratie en democratie, en alle tus- schenschakeeringen van die twee, hoe ar beidersmassa's en kapitalisten met gelijke felheid in den krijg zijn getrokken, en zich ervan rekenschap geeft, waar thans het sterkst verzet tegen den vrede gevoed wordt, behoudt men geen hooge verwach ting van de vredelievende gezindheid der democratie. Wanneer, in de geschiedenis der volken, het beslissende oogenblik daar is, verliezen democratieën, evenzeer ola monarchaal geregeerde landen, het hoofd, en dan welt uit de zinnelooze opwinding de oorlog naar boven. „Indien het ooit mogelijk zal zijn, don oorlog te voorkomen, dan zal het moeten zijn doordat in het bestuur dor staten dn invloeden gebracht worden van nieuwe cle- menton, die daar tot algomeone schade te lang zijn gemist. Wij mogen hier een stuk uit de memorie van antwoord citcercm „Het kan ook den staat slechts ten goede komen, indien do bijzondere eigenschappen die do vrouw van don man onderscheiden dienstbaar worden gemaakt aan de„j>u- blieke zaak. Evenals in een goed huwelijk d* verschillende eigenschappen van man en vrouw elkander aanvullen, het huishouden en het.gezin beter en krachtiger molken dan waar of man of vrouw ontbreekt, mag hetzelfde van het Staatshuishouden worden verwacht. De samenwerking van man en vrouw wordt juist door ongelijkheid een bron van kracht. Dé kritisdh en tot organi- scoren aangelagdo geest van den man vindt een tegenwicht in het intuïtief ver mogen dor vrouw, in haar gemoedsleven waarin do groote beginselen van gods dienst en mcnscholijkhedd een hechten steun vinden." Misschien blijkt dit alles ten slotte ook maar utopie, maar ons dunkt; na de ondervinding van het heden Kobben do mannen geen reden, om trotsch te zij*, «n de proef niet te willen nemen. Des te mear verwondert het daarom, dal de Regeering, die schreef als wii aanhaal den, tegelijk mot het stuk, waarin die wooc« den te vind«\ zijrv eene nota van wijziging op haar oorspronkelijke voorstellen tol grondwetsherziening (heeft ingezonden, waarbij juist ten aanzien van het vrouwen kiesrecht een stap terug gedaan wordt. I«» het oorspronkelijk voorstel werd aan de vrouwelijke ingezetenen kiesrecht toege kend „vo<or zoover de wet haar daartoe., bevoegd verfdaort." Wij cn anderen heb ben daarin gelezen eene andere uitleg ging scheen ook nauwelijks mogelijk daf over de invoering van vrouwenkiesrecht bij do grondwet zou worden beslist. Er zou vrouwenkiesrecht komen, alleen bleef hel onzekar, hoever het zich uitstrekken zou Het gewijzigd ontwerp kent nu echter vrou wenkiesrecht nog slechts toe „indien ei» voor zoover de wet" bet zal brengen, en beslist dus in het geheel niets, dan dal vrouwenkiesrecht niet, zooals volgens de geldende grondwet, zal zijn verboden, (Datjs inderdaad weinig. life a c t i s c h zal deze terugtrek der re- georing evenwel niet veel beteekenen. Hel vrouwenkiesrecht zal ook hier te lande ko men het zal zijn intrede doen binnen kort. Het is maar de vraag of wij zullen voor- gaon of volgen. Fierder zou zijn, indien wij vóórgingen en het rondweg in de grondwet tals een onafwendbaren „eisch van den tijd" eene „noodzakelijkheid" erkenden, don doé wij nog eerst wcor eens de kat uit den boom gaan zitten kijkeov hoe of men elders zal doen.. Wie is de rijkste? Hij die aan begeerten de armste is. Uit het Noorsch van Hulda Garborg. Vertaald door A. M. VAN DER LINDEN-VAN EDEN. 19 Op nieuw onderdrukte zij een lichten geeuw. „Om je de waarheid te zeggen, als ik nu mijn hoofd op het kussen legde, zou ik Onmiddellijk snorken." „Neen, Louise, je snorkt met; maar dat is iook de eenige fout die je hebt." „Dank je well Maar hoe weet je dat ik niet Bnork?" »Nu wij hebben op den soeter meer dan frens in dezelfde kamer moeten slapen. „Dat is waar pok ja, het is merkwaardig j3at ik niet snork, want ik slaap zoo heerlijk Sdat ik dacht dat ik dit wel hardop zou zeg- Sgen, zelfs in mijn slaap. En mijn broer de öominee snorkt ook, zoodat ik niet anders kon denken of het lag in de familie." De dominee keek verontwaardigd! „neen, touise, ik doe het niet."- Zij lachten allen. Brita zat naast de tafel te breien. Zij stond Sb en luisterde; Stilt Ik hoor huiten bellen rinkelen." Sverre keek uit. „Ja, daar komt iemand aan, wie kan dat zijn?" Hij ging naar buiten cn kwam een oogenblik daarna terug met Gunnar Preeslgard. Hij had zoo'n lust gekregen in een tochtje in den mooien maneschijn. Het was of hij er een voorgevoel van had dat hij hier dezen 'avond bekende mcnschen aan zou tref fen. En de kaarten werden ter zijde gelegd, en Gunnar werd met warmte begroet en er ont stond een gezellig gesprek rondom dc tafel. Dc staande lamp, die door een kap van ge droogde bloemen overdekt was, wierp een warm en rustig licht* over de kamer, en het drooge hout knetterde ln de dikbuikige kachel. Brita ging de kamer uit om een kroes bier voor den nieuwen ^asl te halen, en zij dacht bij zichzelve dat Gunnar niet voor niets zoo onverwacht en laat in den avond kwam; dat was niet zijn manier van doen. Brita noodde hem aan den maaltijd, maar Gunnar wilde geen omslag maken. Hij meende dat zij reeds lang gegeten hadden; of aten zij misschien ook al op stadsuren? Na den maaltijd gingen zij In de oude kamer van Sverre, want daar zaten zij zoo .ge zellig bij het open haardvuur. Gunnar stak zijn pijp aan en zei schertsend tot Sverre: „Hoeveel moet je voor deze kamer hebben?" „Zoo," zei Sverre lachend,, „ben j? op den gaardhandel uit?" „Ik zal er wel gauw toe genoodzaakt wor den. De Maatschappij wil de gaarden in de buurt van Praestgard koopen en de rivier afdammen." „Wel zeker!" Nu moest Sverre lachen.' „Willen ze misschien nou wat meer koonenl- Gunnar deed een paar lange trekken aan zijn pijp. „Och ja, ze zouden het heele kerspel wel willen koopen, wanneer zij er karfs toe zagen." De oogen van den .den dominee werden vochtig: „Maar, Gunna., jij zult toch je gaard niet verkoopen? Dat is al te dwaas." Gunnar keek vóór zich. „De gaard is niet meer van mij." „Van jou of van je zoon, dat komt op het zelfde neer." „Och neen, zoo denk ik nu niet meer." Eli keek hem aan. „Je denkt toch niet dat Olav in staat zou zijn Preestgard te verkoopen?" Gunnar veranderde niet van houding. „Ja, dat geloof ik wel. Hij is niet anders dan dc anderen." „Maar je kunt het hem toch vel beletten?" „Neen, de wet geeft hem het recht om te doen met den gaard wat hij wil. Een föderaadsman heeft geen rechten volgens de wet." „Maar daar behoef je toch geen genoegen mee te nemen, Gunnar?" De dominee zag vragend van den* een naai den ander. „Neen, daar kan jc op vertrouwen, domi nee". Gunnar klemde zijn tanden zoo vast op elkander dat het gevaarlijk werd voor zijn pijp. Zij waren allen zoo onder den indruk van het gehoorde dat zij geen woorden konden vinden, en Gunnar ging voort: „Nu dacht ik als jij, Sverre, die vroeger een vriend van Olav was, eens met hem zoudt willen spreken, en jij ook. Eli. Hij had altijd Kei achting voo£ je." Natuurlijk wilden beiden dit gaarne doen als het maar wat geven mocht. En Gunnar vertelde dat de nieuwe direc teur-generaal, die anders niet gewoon was met dc boeren te onderhandelen, op zekeren dag zelf met Olav had gesproken. En van dien dag af was hij omgekeerd; er was hem zeker een betrekking bij een der fabrieken aange boden. Sverre liep de kamer op cn neer. „Ja, 11c wist dat het komen moest. Zij werken lang zaam maar zeker door. Het is als dc pest over het kerspel. Zij bieden overal veel geld, ook voor onzen waterval, veel te veel. Maar zij kunnen geld genoeg krijgen uit Frankrijk en Amerika." Eli was opgestaan en liep in groote opwin ding rond, alsof zij zich slechts met^noeite kon beheerschen. „Is het mogelijk?" „Ja, 't is zeker. Maar ik had den moed niet om he^tc zeggen tot nu toe." „Maar de groote waterval kan immers niet verkocht worden." „"Wij vreezen van wel; maar dat zal een proces worden." „Is dan alles niet duidelijk beschreven in het testament van vader?" „Neen, dat Is het niet, Eli." „Maar Sverre waarom heb je me dat niet eerder gezegd?" Zij ging in den donkersten hoek' van de kamer zitten en schreide. Sverre stond geleund tegen de grijze stee- nen van den haard en zijn ernstig gezicht teekende zich scherp af tegen het opvlam mend vuur. MaaV in dien nacht schreef Ell ccn langen brief aan Kaare. Hoezeer .wcjjschte zij d^t hij j s wasj VIII. DE DIRECTEUR-GENERAAE» Op zekeren dag in den voorzomer reed ecu zeer elegant gekleed heer van middelbaren, leeftijd den Sörliheuvel op. Hij zat in een nauwe kariol cn was knorrig gestemd. In de eerste plaats over het aam borstige paard met de stramme pootcn, dat niet voort te krijgen was, en ook over het middenceuwsch voertuig, waarin men zoo? allerongemakkclijkst zat. Hij was gewend aan zijn weelderige automobiel; maar de wegefl in dit gedeelte van het kerspel waren onge* schikt om met een auto le berijden. De Jongen zat achterop half te slapen, iraatj nu cn dan werd hij even wakker en floot eed nieuwe melodie die hij in dc bioscoop ha<' ge« hoord; hij kwam uit Viken. Overigens was het doodsch cn stil in dat streken langs de Sirilla, op het warmste vad den middag, als menschcn cn dieren rusted; Maar in de wereld van den dirccteur-gcne« raai Harald'Haave was het nu visite-uur. Ed hij wilde vandaag een bezoek brengen. Eed bezoek, waarvan hij zich weinig genoeg ed voorstelde. Maar om verschillende redenerf had hij besloten mevrouw Runge zelf te bej zoeken. Wat een idee van ccn dame om zien zoo ln de bergen in to bouwen. Een echj uilennest, <Wor"dt yervolg'di

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1916 | | pagina 1