EEN SIRIH IM BE-ZON.
Maandag 18 September 1916. -
id" Jaarring.
EEMLANDER".
- FEUILLETON.
BUITEN LAN D.
N" 67.
marie van versendaal.
Hoo.dredactlei j mr q f van schaardenburo.
Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
:i
PRIJS DER A D VERTENTIËN;
Van 1—5 rogels f 0.80.
Elko regel meer 0.1ffc.
Dienstaanbiedingen 1—5 regels0.50,
Grooto lettors naar plaatsruimte.
Voor handol en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen
tot hot herhaald advertoeron in dit Blad, bij abonnement.
Eeno circulaire, bevattende do voorwaarden, wordt op
- aanvraag toegezondon.
ABONNEMENTSPRIJS:
3 maanden veer Amersfoort t l.SO.
Idem franco psr post1.80.
Per weok (tnetgrati» verzekeriag togen ongelukken) O. I 35.
Afzonderlijke oummers 0.05.
Wekolijksob by voegsel nDt HoUand»cht Ammwohi»" (onder
redaotie van Thérèse Hoven) per 3 mnd. &0 ctu.
Wekelyksab bijvoegsel 0Pah me mee' per 8 mnd. 53 et».
Kennisgeving.
Os Burgemeester van Amersfoort,
Brengt ter kennis van de ingezetenen dezer
Gemeente, dat het door den Directeur van
Tb Rijks directe belastingen, onz. te Utreoht
pxrcutoir verklaard kohier no. 9 van de Perso-
(heele Belasting over het dienstjaar 1916 aaci
jan Ontvanger van %sRijks directe belastingen
klhior is ter hand gesteld, aan wien ieder ver
plicht is zijnen aanslag op den bij de wet be
paalden voet te voldoen.
Gedaan en op do daarvoor gebruikelijke
plaatsen aangeplakt te Amersfoort den 16den
September 1916.
D<* Burgemeester voornoemd,
v. RANDWIJCK.
De Internationale School voor
Wiisbetfeerte.
Zoo behooren de zomerleergangen, gedu
rende negen weken door bovengenoemde
Stichting in en nabij onze stad gehouden,
tot het verleden. Zaterdag had de laatste
leergang plaats* de^ leiders der eerste twee
leergangen, dr. De Hartog en dr. Van den
Bergh van Eysinga uit Zutfen, waren over
gekomen om. de laatste les van dr. Bierens
de Haan bij te wonen; doch vóór dat deze
les werd gehouden, gaf dr. G. A. v'an den
Bergh van Eysinga uit Santpoort zijn laatste
lesuur over de wijsbegeerte van den gods
dienst; reeds van dit laatste uur ging de
hoogste wijding uit. Dr. Bierens de Haan
had, zeer eigenaardig (o.i. methodisch juist)
voor de laatste les bewaard eene verhande
ling over het wezen van het denken, het be
gin van het denken, in den zin van het be
ginsel, den grond, den aard daarvan, het
welk hij met een gelukkig gekozen uitdruk
king noemdede grondhandeling van het
eenvóudig tot zijn eenheid komen of inkee-
ren in zichzelf. Van wat hij daarover heeft
gezegd, hebben onze lezers elders in dit blad
het gebruikelijke korte verslag gevonden.
De cursisten, die weken achtereen in de
zuiver geestelijke sfeer der school hadden
geleefd, kregen aldus het beste voorschrift
mede, dat hun gegeven kon worden. Het
was of de laatste hoofdleider dézer merk
waardige cursussen hun mede wilden geven
dezen raad wij hebben geestelijk met el
kander verkeerd, iec^r onzer is rijker en
beter geworden, zie nu hoe gij het verwor
vene tot uw eigendom maakt, alvorens
te trachten het aan anderen Je brengen.
De invloed, die «van deze'leergangen op
het practisch leven zal uitstralen, zal zich
dai\ ook niet rechtstreeks doen gevoelen,
maar die invloed hier en elders, nu en in de
toekomst, zaj er daarom niet te minder door
zijn. Ons blad, dat aanvankelijk, zooals
zoovel en, eenigszins ongeloovig tegenover
het werk dezer Stichting stond, is steeds
meer de beteekenis van haar werk gaan be
seffen. Het heeft dan ook niet alleen gere
geld verslagen omtrent al het verhandelde
opgenomen, omdat tal van cursisten zich
daardoor aangetrokken gevoelden tot ons
blad, maar de sympathie was wederkeerig
en wij achten het per slot van rekening een
voorrecht voor ons blad zoo goed als voor
onze stad, dat een en ander aldus hier heeft
kunnen plaats hebben. Ook wij hebben lee-
ren beseffen dat de mènsch niet is een
etend, drinkend en slapend natuurwezen
zonder meer, dat hij ook nog niet tot zijn
volle bestemming is gekomen indien hij bo
vendien* een practisch vak of een weten
schap beoefent, maar dat het denken den
mensch tot een zedelijk wezen maakt en dat
alleen aan den mensch als redelijk wezen
in waarheid de wereld en al wat daarop is
toebehoort, eigen is en vertrouwd.
En wij journalisten, die meer nog dan an
dere arbeiders der- tegenwoordige samenle
ving te lijden hebben onder de onsamen
hangende drukte van het veleHei des levens,
wij beseffen misschien nog beter dan wie
ook, dat het op den duur niet zoo zal kun-»
nen blijven doorgaan en dat de bezinning
op de eenheid van het leven, op de eenheid
van menschen en dingen, van menschen en
menschen, van menschen en J3od, op den
duur ook in het gewone leven zal moeten
gesteld worden op den troon, die thans door
geldveraienen, drukken arbeid, politiek en
societeitleven wordt ingenomen, op welken
troon tot dusver de afgod van het materialis
me de menschheid op den completen on
dergang afstuurde. Dat is het beginsel van
deze schoolhet materialisme te onttroonen
en er het hoogste Idealisme voor in de plaats
te stellen. 4Doch niet een Idealisme met
blauwe idealen, waarnaar zuchtende jonge
dames de tranenvolle oogen smachtend op
heffen, maar een mannelijk Idealisme, dat
in de Idee de onmiddellijke werkzaamheid
van God in Zijne wereld erkent en dat met
weloverwogen eerbied en klaar onderschei
dingsvermogen zich onder 'den invloed dier
Idee stelt, opdat zich in het natuurlijke en
maatschappelijke leven een zich vernieu
wende wereld werkelijkheid worde.
Onze verslagen hebben, naar wij ver
nemen, vooral in den eersten tijd der cursus
sen niet altijd den juisten indruk gemaakt.
Onze lezers zullen ons dit .vergeven. Aan
vankelijk vreemd aan deze soort arbeid,
hebben wij dien zonder steun van bestuur
of leeraren der school, ten einde gebracht.
Bovendien leende het werk van de school
zich voor verslaggeven in een dagblad uit
den aard der zaak slechts ten deele.
Het enthousiasme de^r cursisten is alge
meen geweest. Onze stad mag zich gelukkig
rekenen dit goed georganiseerd, welge
slaagde werk op zijn gebied tot stand te
hebben zien komen.
Wij geven hieronder het sluitingswoord
van den voorzitter, de heer J. D. Reiman Jr.,
weer en roepen hem en de school toezet
uw werk tot heil van stad en volk voort met
alle kracht die in u is 1
LÏ.
Sluitingswoord van den Voorzitter, uitge
sproken Zaterdag 16 September 1916.
Nu wij aan het einde zijn van ons zomer-
werk voor 1916, de eerste afgeronde wijs-
geerige werkzaamheid van Onze school, kan
ik niet nalaten alvorens we van elkaar schei
den, met eene herinnering aan onze stich
ting, op het geheel der drie gehouden cur
sussen terug te wijzen.
Onze Stichting is ons gebracht!
In het Europeesche leven (dat zich orga
nisch, dat wil zeggen door tegenstelling, in
tegenstelling ontwikkelt), is het plan tot onze
eenheids-school ontkiemd in tegenstelling
met de versplinterdheid en verdeeldheid
rondom, en de kiem is tot vrucHt gerijpt door
ons aller overgave aan de hoogste krachten
des Geestes en veel in onderling vertrouwen
verrichten arbeid. Op dien arbeid heeft al
dus Hooger zegen 'gerust. Hoogere leiding
heeft, ik meen dat velen van ons dit per
soonlijk ervaren hebben van den aanvang
af hier in ons en in de Stichting die ons
bindt, aangrijpingspunten gevonden. Wij
mogen elkander danken en onszelf gelukkig
schatten, dat geen onzer cursusleiders geen
onzer andere leeraren, geen onzer cursisten,
iets heeft gedaan, gepoogd of maar in ernst
gedacht om ons gezamenlijke werk dan die
Hoogere leiding te onttrekken.
Wanneer wij daarop terugzien, dan ge
schiedt dat met de grootste venvachting
voor de toekomst, met de grootste dank
baarheid voor het vefleden. Ik heb niet de
gelegenheid gehad van alle cursisten der
drie leergangen hunne bizondere meeningen
te vernemen, maar ik durf in de eerste
plaats vast stellen, dat aller verwachtingen
verre zijn overtroffen en in de tweede plaats
•meen ik dat hunne meeningen als volgt
kupnen worden samengevat.
Het eenheidsbesef, waartoe wij in die 9
weken gekomen zijn, draagt»het karakter van
diepe religiositeit, het is voorts het besef van
de eenheid van een ontzaggelijken rijkdom
van verscheidenheden, èn hèt is van klare
bezonnenheid. Alle drie leergangen hebben
met verschillend accent die drie kenmerken
gedragen en onder die goede leiding zijn wij
opgeheven langs verschillende wegen tot
één einddoel: de beleving vèn en het wéten
omtrent den hoogeren mensch. Wij 'zijn
beter geworden en zien de betere mensch
heid opdoemen aan onzen nieuwen gezichts
einder. Aldus is_ in en onder ons een
schoon geheel tot stand gekomen, waarin
de redelijkheid en de religie elkander oprie
pen, aanvulden en steunden op eene van
zelf sprekende wuze, welke ten duidelijkste
heeft getoond, dat beide in waarheid niet ge
scheiden, niet te scheiden, neen,* in waar
heid één zijn. De vergezichten die zictt aldus
naar alle zijden voor ons openen, zijn vele
en diepgaande.
Het is mij telkens" wanneer ik met cursis
ten sprak gebleken, dat ieder op eigen wijze
hier voor eigen leven verrijking gevonden
heeft. In velen is een nieuw leven ontloken,
zoo nieuw dat zij bijkans huiverig zijn voor
het lot van dat nieuwe in hen, wanneer zij
weldra weer teruggekeerd zullen zijn in de
nog zoo chaotische, warrige, ruwe maat
schappij. Er is vrees, huivering en eerbied.
Huivering is over de vrees heen, maar is.
nog geer\ eerbied. Moge ieder hunner niet
met huivèring, maar met eerbied voor dat
nieuw in hen gewekte t^rugkeeren in het
maatschappelijk leven, dan zal van hen langs
de vele diaden die hen aan dat'leven bindén,
iets Uitstralen van den eerbied voor het al
lerbeste, dat de menschheid in eigén' wezen
draagt. Het ligt in den aard der zaak dat dit
juist het doel onzer school voor wijsbegeerte
is.
Het Bestuur en het Curatorium zullen zich
ongetwijfeld door de opgedane ondervio-
dingen laten leiden bij het vaststellen van
plannen voor de toekomst, waaromtrent wel
licht reeds in de maand October het een
en ander zal kunnen" worden beslist. Ten
einde met alle cursisten en andere nauw
aati onze Stichting verbondenen voeling te
kunnen houden, heeft het bestuur eenigen
tijd geleden besloten telkens wanneer de
band weer nauwer moet worden aangehaald,
of wannee^het wenschelijk blijkt nieuwe ge
gevens binnen den vriendenkring der School
le verspreiden. Mededeelingen te doen rond
gaan, waarvan u het eerste nummer op uwe
plaats hebt gevonden. Deze mededeelingen
zullen geregeld verschillende zakelijke gege
vens bevatten die u belang zullen inboeze
men en die het u vergemakkelijken zullen
met ons mede te leven^gedJrende den tijd
dat geen cursussen gehouden worden. Zij
zullen u ook een leidraad aan de hand
doen voor uw eigen werk van verspreiding
:!er Idee van onze School in uwe omgeving.
Went dat gij aan dat werk de hand zult slaan,
zoodra en zoolang gij weder in andere om
geving verkeert, belooft gij qpgetwijfeld al
len aan ons en aan u zelve, zooals ge thans
hier zijt.
Ik meen niet te boud te 9preken door te
zeggen, dat de Internationale School voor
Wijsbegeerte een deel van uw leven is ge
worden. Dat dit zoo is, mogen wij, aan het
einde van speciaal dezen dorden curgus, in
tegenwoordigheid van deze cursisten in de
eerste plaats dank weten aan u, dr. Bierens
de Haan, die, als verpersoonlijking van de
klare bezonnenheid, dezen cursus minsten9
even goed heeft doen slagen als de beide
andere. U hebt getoond onze bedoeling
met deze school uitnemend te verstaan, zoo
dat wij kunnen zeggen, bijeen te behooren.
Uit een door Nederlanders gesticht cen
trum, tot verdieping van levens- en wereld
beschouwing, kan u' niet wordèn wegge
dacht. Uwe bescheidenheid belet mij hier
aan veel,loftuitingen toe te voegen, al zou
den ze alle reden van bestaan hebben, zoo
wel het gehalte van uwe voordrachten als
uwe wijze van .voordragen, uwe wijze van
stellen en behandelen der overdachte vra
gen, uwe rustige terechtwijzigingen, zoowel
uw sympathieke tegemoetkoming aan be
denkingen, die u bij nader inzicht redelijk
toeschenen, als de omgang met uw persoon,
blies heeft ons deze drie weken van geeste
lijke samenleving gemaakt tot een onverge
telijk tijdperk van vrtichtbaar, genotvol gees
tesleven.
Met niet minder waardeering moet ik ge-
Die zegt wat hij Wil, moet ool^ dikwijls
Aooren, wat hij niet wil.
Uit het Noorsch van Hulda Garborg.
Vertaald door
A. M. VAN DER LINDEN-VAN EDEN.
20
De directeur-generaal was pas in het dorp
gekomen. Hij was de nieuwe kracht, die dc
groote plannen der Maatschappij om het be-
o.ijf volgens een omvangrijk plan uit te brei-
jden, dóór zou voeren. Er zouden niéuwe
fabrieken gebouwd worden voor „electrotech-
mische industrie", en daarvoor was het ge
bruik noodig van bijna onbegrensde water
kracht, grond en bosch. Niemand wist wat
'deze geheimzinnige toebereidselen moesten
beduiden en <Je directeur-generaal was een
nieuw en almachtig wezen, dat onverwacht
[was komen opduiken, en dat goud rondstrooi
de, dat hij in massa te voorschijn tooverde.
Eerst was er slechts een bescheiden
labrieksopzichter geweest met eenige in
genieurs en ied(ir begreep ten minste wat zij
Heden. Nu was het anders. Het suisde iemand
In de ooren van al die vreemde woorden, die
toiemand verstond en „de Maatschappij" was
'geworden als een afschuwelijk monster met
i
vangarmen, die zich uitrekten tot ver in het
dal.
En voor den directeur-generaal hadden
allen den diensten eerbied.
Alleen de titel reeds klonk zóó dat men
onwillekeurig in den greppel van den weg
ging staan mef den hoed eerbiedig in de
hand, wanneer meneer Haave in vliegende
vaart, gezeten in rijn auto, voorbij kwam.
Zulk een man was in staat het heele kerspel
te koopen. Je moest de modderspatten, die je
opliep, maar in ontvangst nemen en nog be
danken toe voor de eer. Eenmaal kregen zij
het wel betaald? Had hij onlangs Ilans Holinga
geen 290 blanke kronen gegeven voor een
oude koe, die door zijn auto overreden was?
Hij had even stil gehouden en Hans Holinga
twee roode bankpapiertjes in de hand gestopt.
De verblufte' eigenaar van de koe had diep
gebogen, en wel gewild op die manier voor
denzelfdcn prijs van zijn andere koe le kun
nen .afkomen. Hij kon er tóch niets meer mee
beginnen, oud en droog als zij was. Dit geluk
kige ongeval had Per Plassea verleid om heel
dikwijls in dezen zomer met zijn halfblind,
broodmager paard op dCn landweg Ie rijden.
Maar hij raakte het op die manier niet kwijt!
"Ja, zoo zeiden de menschen, maar de men
schen zeggen zoo veel.
Harald Haave had zich in zijn lot geschikt;
hij sukkelde in zijn kariol verder over den
sleenachtigen grond, vervuld van allerlei ge
dachten. Deze dame van Sórliheuverhad een
zekeren invloed; hij moest haar voor zich
trachten te winnen.
Want het begon *r naar uit te zien dat er
veel moeiêlijkheden zouden ontstaan om zich
meesier te maken van de eigendommen, die
de.Maatschappij noodig had*-voor de nieuwe
uitbreiding. Het ergste \^as de oude Sagen-
grijsaard van Praestgard, hij, die nog leefde
in de middeleeuwen, om niet te zeggen in den
vóórtijd. Kon je hem maar iu een museum
opbergen, dan kreeg de zoon de handen vrij
om te verkoopen. De wet gaf hem hel recht
tot den verkoop, natuurlijk, maar men had
hier met zooyeeL sentimenteelen onzin te
rekenen.
De voorjaarszon brandde op de heuvels en
de weg wel lang.
De sterke geur van boomen en bloemen,
\ereenigd met de zomerwarmte, maakte hem
slaperig,, en hij verzonk in een bchagelijken
sluimer met verwarde droomen. Een glimlach
was zichtbaar bij zijn éénen mondhoek; het
waren vroolijRe herirfneringen uit zijn jeugd
die aan hem voorbij gingen. Maar ook kwa
men daar beelden voor zijn'geest uit de lange
jaren, ver weg, in de prairiën van Amerika,
waar hij zich door vele moeielijkheden voor-
uitgewerkt had in gloeiend heele zomers en
koude winters, waaraan geen einde kwam.
Toen hij opnieuw heen en weer geschud
werd dötJrdat Bet wiel tegen een steen
stootte, was'hij niet meer zoo knorrig. Hij
vond het werkelijk nog niet zoo kwaad zoo
kalm te zitten; hij had nu tenminste een
poosje rust.
Maar zijn hersens rustten nooit lang. Hij
wist niet of hij wel ooit echt sliep; uitrusten
déhd hij het liefst in -gezelschap van vrouwen,
was hij gewoon te zeggen. Vooral wanneer
zij ^opgewekt waren en de wijn goed was.
Midden onder het werk kon het verlangen
naar een vroolijk uur met vrouwen én wijn,
als een brand, in zijn bloed opstijgen. Dan zél
hij tot zich zeiven: Nil ben je waarachtig toch
yermoeid. Hij weigerde zich vermoeid te ge-.
voelen; maar in de latere jaren waS hij het
toch dikwijls. Eu niemand kon begrijpen hoe
deze werkreus nog tijd Bad voor zooveel ge
zelligheid.
Hij stortte zich meestal met hel geweld van
een onweersbui in arbeid en vermaak beiden
en vrienden en medewerkers hielden den
adem in van verbazing.
Toch moest hij bij zichzelven erkennen dat
hij de schitterende vooruitzichten in Amerika
had prijsgegeven, omdat hij zich oud begon
te voelen. De vijftien jaren, bijna zonder rust.
hadden 'hun stempel op hem gedrukt. m
Als jong ingenieur was hij in een reusachtig
grootc zagerij, in het oerwoud; gekomen. En-
hij had dóar gezien hoe het werk het ééne
bosch na het andere'slechtte, mijl aan mijl,
naar alle zijden, totdat de Jange, houten ge
bouwen en de hemelhooge schoorsteencn en
de ovens naakt lagen, zonder beschutting, op
de moerassige prairie, met hier en daar nog
eeh klein plekje struikgewas erom heen. Ilij
had gewerkfl als eeh paard, veel geld ver
diend, en was mede-eigenaar met den titel
van directeur gevrorden, met steeds schitte
render vooruitzichten.' Doch opeens had hij
gevoeld dat zijn zenuwgestel het opgaf. Hij
kwam op"een avond thuis bij zijn Amerikaan-,
sche vrouw en zei dat hij op reis~"wou gaan
en daarop antwoordde zij „goddank!" Lang
genoeg had zij in deze woestenijen gezeten en
er zich verveeld. Zij was een Amerikaansche
van vijf geslachten her en kon zich dus met
het volste recht een Yankee noemen. Maar
Amerika was voor haar Boston,, waar haar
voorouders met voordeel maaimachines had
den verkocht, die toen pas waren uilgevon
den. Vroeger verkochten zij boter en kaas en
liun yergiogea yv&a Toen zij fiarea
denken uw arbeid dr. G. A. van den Bergh
van Eysinga, de eenige leeraar, wien nog
niét de hartelijke donk van bestuur en schoof
is gebracht.
De volledige èn wetenschappelijke èn
wijsgeerige belichting door u dr. Van den
Berg van Eysinga gegeven van de verhou-
ding van wijsbegeerte en religie, van weten
en gelooven en van hunne hoogere eenheid,
heeft ons aller bewondering gewekt.
Ten slotte een woord tot u allen. Laat ons
dit centrum van geestelijk leven met onzu
gedachten en onze toewijding blijven steu
nen, ook al ontmoeten wij elkander van af
heden niet meer dagelijks, dan zal ook met
uw hulp, de invloed onze School steeds ster
ker worden, en zal zij voor individu en ge
meenschap, kerk en wetenschap die blijven
de beteekenis erlangen, met het oog waarop
zij is opgericht.: te zijn centiaalmiddel tot
bewustmaking van het goddelijke in deir
mensch.
J. D. REIMAN Jr.
Politiek Overzicht.
-Ce wereldstrijd aan de grenff'
van Oostenrijk en Italië.
In een overzicht, dat het officieele agent*
schap Stefani heeft gegeven van de oper»
tiën aan het Italinansche front von begt*
Augustus tot in dè eerste dagen van Sep»
tember, wordt uitvoerig stilgestaan bij d«n
strijd in de dagen van 4 tot 8 Augustus,
die geleid heeft tot de ontruiming van Gort
door de Oostenrijkers en de inbezitneming
van- deze stad door da Italianen in deiv
morgen -van 9 Augustus. Men verneem!
flaaruit, dat de voorbereidende arbeid, dia
verricht is om dit wapenfeit te kunnen vol
brengen, reeds in den winter van 1915/ltf
is begonnen.
Het relaas van dezen strijd vult Ket over
zicht van éen geheele maand zoo goed al*
geheel, wat niet te verwonderen is, waai
na de bezetting van Görz is er in het Oos»
tenrijksch-ïtaliaansche grensgebied niet*
van belang gebeurd. Eerst in de berichten
van 15 September wordt melding gemaakt
van een nieuw offensief, dat de Italionen zijx»
begonnen.
Tot goed begrip van den thans weer hei*
leefden strijd is het nuttig in herinnering te
brengen, hoe de toestand op dit strijdtoo
neel is gewoirden door het prijsgeven van
Görz door de Oostenrijkers. Het Journal deil
Débats gééft-van de Oostenrijksche stellirv-
gén deze beschrijving;
Ten zuiden van den San Gabriele steunen
deze stallingen op een massief van heuvel?
van geringe hoogte, maar begropid en doof
diepe kloven doorsneden, die gelagen zijn
ren oosten van Görz. Deze hoogten culmf-
neeren in hun zuidelijk gedeeltê in den berg
San Marco, die 227 Meter3 hoog is. Daarna
komen, na eene diepe Insnijding, waardoor
de weg van Görz naar Dornberg loopt, nieuw
we golvingen, die nergens eene grootero
was zij op hem verliefd geweest.
„Viking" naar dezen buitenpost was gevolgd»
Den avond vóór zijn besluit had hij de ronde
gedaan langs de zagerijen; de arbeiders warén
sedert eenigen. lijd onrustig geweest, et;
broedde iets. Hij liep over dc smalle, wanke
lende, hangende brug onder het dak in dn
groote machinehal, waar honderden reuzen*
zagen met knarsend geluid door dikke booni-
ttamirten sneden. Toen was hij op eens duize
lig geworden. Buiten heerschte duisternis
over het eenzame land, en dc electrische lam
pen hingen als bleeke manen in dc- dikke,
zwoele lucht. Hij greep de zwiepende leuning
van staaldraad en hield zich" met Inspanning
vast. Toen hij difn avond naar zijn huis bl|
het moeras reed; dat kunstig was veranderd
in een ldein racer, was zijn besluit genomen,
Hij wilde zijn ontslag nemen en niet wachtel^
totdat het te laat was', zooals zoo menigcci!
had gedaan.
Even later zal bij op dc groote veranda,
door Grieksche zuilen gesteund, en dronk me(
zijn vrouw een Cocktail. De maan scheen oveit
het eentonige landschap en dit uitzicht, waar-»
op hij nu reeds in zoovele avonden en ver*
stikkende zomernachten had uitgezien, maak^t
te heb kregelig. Hij kende iedere lijn eni
iedere schaduw ervan, en er was voor zijzi
blik geen enkel aangénaam rustpunt in.
(Wordt vervolgd.}