EEN SIRIH IM BE-ZON. Maandag 18 September 1916. - id" Jaarring. EEMLANDER". - FEUILLETON. BUITEN LAN D. N" 67. marie van versendaal. Hoo.dredactlei j mr q f van schaardenburo. Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1. Intercomm. Telefoonnummer 66. :i PRIJS DER A D VERTENTIËN; Van 1—5 rogels f 0.80. Elko regel meer 0.1ffc. Dienstaanbiedingen 1—5 regels0.50, Grooto lettors naar plaatsruimte. Voor handol en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tot hot herhaald advertoeron in dit Blad, bij abonnement. Eeno circulaire, bevattende do voorwaarden, wordt op - aanvraag toegezondon. ABONNEMENTSPRIJS: 3 maanden veer Amersfoort t l.SO. Idem franco psr post1.80. Per weok (tnetgrati» verzekeriag togen ongelukken) O. I 35. Afzonderlijke oummers 0.05. Wekolijksob by voegsel nDt HoUand»cht Ammwohi»" (onder redaotie van Thérèse Hoven) per 3 mnd. &0 ctu. Wekelyksab bijvoegsel 0Pah me mee' per 8 mnd. 53 et». Kennisgeving. Os Burgemeester van Amersfoort, Brengt ter kennis van de ingezetenen dezer Gemeente, dat het door den Directeur van Tb Rijks directe belastingen, onz. te Utreoht pxrcutoir verklaard kohier no. 9 van de Perso- (heele Belasting over het dienstjaar 1916 aaci jan Ontvanger van %sRijks directe belastingen klhior is ter hand gesteld, aan wien ieder ver plicht is zijnen aanslag op den bij de wet be paalden voet te voldoen. Gedaan en op do daarvoor gebruikelijke plaatsen aangeplakt te Amersfoort den 16den September 1916. D<* Burgemeester voornoemd, v. RANDWIJCK. De Internationale School voor Wiisbetfeerte. Zoo behooren de zomerleergangen, gedu rende negen weken door bovengenoemde Stichting in en nabij onze stad gehouden, tot het verleden. Zaterdag had de laatste leergang plaats* de^ leiders der eerste twee leergangen, dr. De Hartog en dr. Van den Bergh van Eysinga uit Zutfen, waren over gekomen om. de laatste les van dr. Bierens de Haan bij te wonen; doch vóór dat deze les werd gehouden, gaf dr. G. A. v'an den Bergh van Eysinga uit Santpoort zijn laatste lesuur over de wijsbegeerte van den gods dienst; reeds van dit laatste uur ging de hoogste wijding uit. Dr. Bierens de Haan had, zeer eigenaardig (o.i. methodisch juist) voor de laatste les bewaard eene verhande ling over het wezen van het denken, het be gin van het denken, in den zin van het be ginsel, den grond, den aard daarvan, het welk hij met een gelukkig gekozen uitdruk king noemdede grondhandeling van het eenvóudig tot zijn eenheid komen of inkee- ren in zichzelf. Van wat hij daarover heeft gezegd, hebben onze lezers elders in dit blad het gebruikelijke korte verslag gevonden. De cursisten, die weken achtereen in de zuiver geestelijke sfeer der school hadden geleefd, kregen aldus het beste voorschrift mede, dat hun gegeven kon worden. Het was of de laatste hoofdleider dézer merk waardige cursussen hun mede wilden geven dezen raad wij hebben geestelijk met el kander verkeerd, iec^r onzer is rijker en beter geworden, zie nu hoe gij het verwor vene tot uw eigendom maakt, alvorens te trachten het aan anderen Je brengen. De invloed, die «van deze'leergangen op het practisch leven zal uitstralen, zal zich dai\ ook niet rechtstreeks doen gevoelen, maar die invloed hier en elders, nu en in de toekomst, zaj er daarom niet te minder door zijn. Ons blad, dat aanvankelijk, zooals zoovel en, eenigszins ongeloovig tegenover het werk dezer Stichting stond, is steeds meer de beteekenis van haar werk gaan be seffen. Het heeft dan ook niet alleen gere geld verslagen omtrent al het verhandelde opgenomen, omdat tal van cursisten zich daardoor aangetrokken gevoelden tot ons blad, maar de sympathie was wederkeerig en wij achten het per slot van rekening een voorrecht voor ons blad zoo goed als voor onze stad, dat een en ander aldus hier heeft kunnen plaats hebben. Ook wij hebben lee- ren beseffen dat de mènsch niet is een etend, drinkend en slapend natuurwezen zonder meer, dat hij ook nog niet tot zijn volle bestemming is gekomen indien hij bo vendien* een practisch vak of een weten schap beoefent, maar dat het denken den mensch tot een zedelijk wezen maakt en dat alleen aan den mensch als redelijk wezen in waarheid de wereld en al wat daarop is toebehoort, eigen is en vertrouwd. En wij journalisten, die meer nog dan an dere arbeiders der- tegenwoordige samenle ving te lijden hebben onder de onsamen hangende drukte van het veleHei des levens, wij beseffen misschien nog beter dan wie ook, dat het op den duur niet zoo zal kun-» nen blijven doorgaan en dat de bezinning op de eenheid van het leven, op de eenheid van menschen en dingen, van menschen en menschen, van menschen en J3od, op den duur ook in het gewone leven zal moeten gesteld worden op den troon, die thans door geldveraienen, drukken arbeid, politiek en societeitleven wordt ingenomen, op welken troon tot dusver de afgod van het materialis me de menschheid op den completen on dergang afstuurde. Dat is het beginsel van deze schoolhet materialisme te onttroonen en er het hoogste Idealisme voor in de plaats te stellen. 4Doch niet een Idealisme met blauwe idealen, waarnaar zuchtende jonge dames de tranenvolle oogen smachtend op heffen, maar een mannelijk Idealisme, dat in de Idee de onmiddellijke werkzaamheid van God in Zijne wereld erkent en dat met weloverwogen eerbied en klaar onderschei dingsvermogen zich onder 'den invloed dier Idee stelt, opdat zich in het natuurlijke en maatschappelijke leven een zich vernieu wende wereld werkelijkheid worde. Onze verslagen hebben, naar wij ver nemen, vooral in den eersten tijd der cursus sen niet altijd den juisten indruk gemaakt. Onze lezers zullen ons dit .vergeven. Aan vankelijk vreemd aan deze soort arbeid, hebben wij dien zonder steun van bestuur of leeraren der school, ten einde gebracht. Bovendien leende het werk van de school zich voor verslaggeven in een dagblad uit den aard der zaak slechts ten deele. Het enthousiasme de^r cursisten is alge meen geweest. Onze stad mag zich gelukkig rekenen dit goed georganiseerd, welge slaagde werk op zijn gebied tot stand te hebben zien komen. Wij geven hieronder het sluitingswoord van den voorzitter, de heer J. D. Reiman Jr., weer en roepen hem en de school toezet uw werk tot heil van stad en volk voort met alle kracht die in u is 1 LÏ. Sluitingswoord van den Voorzitter, uitge sproken Zaterdag 16 September 1916. Nu wij aan het einde zijn van ons zomer- werk voor 1916, de eerste afgeronde wijs- geerige werkzaamheid van Onze school, kan ik niet nalaten alvorens we van elkaar schei den, met eene herinnering aan onze stich ting, op het geheel der drie gehouden cur sussen terug te wijzen. Onze Stichting is ons gebracht! In het Europeesche leven (dat zich orga nisch, dat wil zeggen door tegenstelling, in tegenstelling ontwikkelt), is het plan tot onze eenheids-school ontkiemd in tegenstelling met de versplinterdheid en verdeeldheid rondom, en de kiem is tot vrucHt gerijpt door ons aller overgave aan de hoogste krachten des Geestes en veel in onderling vertrouwen verrichten arbeid. Op dien arbeid heeft al dus Hooger zegen 'gerust. Hoogere leiding heeft, ik meen dat velen van ons dit per soonlijk ervaren hebben van den aanvang af hier in ons en in de Stichting die ons bindt, aangrijpingspunten gevonden. Wij mogen elkander danken en onszelf gelukkig schatten, dat geen onzer cursusleiders geen onzer andere leeraren, geen onzer cursisten, iets heeft gedaan, gepoogd of maar in ernst gedacht om ons gezamenlijke werk dan die Hoogere leiding te onttrekken. Wanneer wij daarop terugzien, dan ge schiedt dat met de grootste venvachting voor de toekomst, met de grootste dank baarheid voor het vefleden. Ik heb niet de gelegenheid gehad van alle cursisten der drie leergangen hunne bizondere meeningen te vernemen, maar ik durf in de eerste plaats vast stellen, dat aller verwachtingen verre zijn overtroffen en in de tweede plaats •meen ik dat hunne meeningen als volgt kupnen worden samengevat. Het eenheidsbesef, waartoe wij in die 9 weken gekomen zijn, draagt»het karakter van diepe religiositeit, het is voorts het besef van de eenheid van een ontzaggelijken rijkdom van verscheidenheden, èn hèt is van klare bezonnenheid. Alle drie leergangen hebben met verschillend accent die drie kenmerken gedragen en onder die goede leiding zijn wij opgeheven langs verschillende wegen tot één einddoel: de beleving vèn en het wéten omtrent den hoogeren mensch. Wij 'zijn beter geworden en zien de betere mensch heid opdoemen aan onzen nieuwen gezichts einder. Aldus is_ in en onder ons een schoon geheel tot stand gekomen, waarin de redelijkheid en de religie elkander oprie pen, aanvulden en steunden op eene van zelf sprekende wuze, welke ten duidelijkste heeft getoond, dat beide in waarheid niet ge scheiden, niet te scheiden, neen,* in waar heid één zijn. De vergezichten die zictt aldus naar alle zijden voor ons openen, zijn vele en diepgaande. Het is mij telkens" wanneer ik met cursis ten sprak gebleken, dat ieder op eigen wijze hier voor eigen leven verrijking gevonden heeft. In velen is een nieuw leven ontloken, zoo nieuw dat zij bijkans huiverig zijn voor het lot van dat nieuwe in hen, wanneer zij weldra weer teruggekeerd zullen zijn in de nog zoo chaotische, warrige, ruwe maat schappij. Er is vrees, huivering en eerbied. Huivering is over de vrees heen, maar is. nog geer\ eerbied. Moge ieder hunner niet met huivèring, maar met eerbied voor dat nieuw in hen gewekte t^rugkeeren in het maatschappelijk leven, dan zal van hen langs de vele diaden die hen aan dat'leven bindén, iets Uitstralen van den eerbied voor het al lerbeste, dat de menschheid in eigén' wezen draagt. Het ligt in den aard der zaak dat dit juist het doel onzer school voor wijsbegeerte is. Het Bestuur en het Curatorium zullen zich ongetwijfeld door de opgedane ondervio- dingen laten leiden bij het vaststellen van plannen voor de toekomst, waaromtrent wel licht reeds in de maand October het een en ander zal kunnen" worden beslist. Ten einde met alle cursisten en andere nauw aati onze Stichting verbondenen voeling te kunnen houden, heeft het bestuur eenigen tijd geleden besloten telkens wanneer de band weer nauwer moet worden aangehaald, of wannee^het wenschelijk blijkt nieuwe ge gevens binnen den vriendenkring der School le verspreiden. Mededeelingen te doen rond gaan, waarvan u het eerste nummer op uwe plaats hebt gevonden. Deze mededeelingen zullen geregeld verschillende zakelijke gege vens bevatten die u belang zullen inboeze men en die het u vergemakkelijken zullen met ons mede te leven^gedJrende den tijd dat geen cursussen gehouden worden. Zij zullen u ook een leidraad aan de hand doen voor uw eigen werk van verspreiding :!er Idee van onze School in uwe omgeving. Went dat gij aan dat werk de hand zult slaan, zoodra en zoolang gij weder in andere om geving verkeert, belooft gij qpgetwijfeld al len aan ons en aan u zelve, zooals ge thans hier zijt. Ik meen niet te boud te 9preken door te zeggen, dat de Internationale School voor Wijsbegeerte een deel van uw leven is ge worden. Dat dit zoo is, mogen wij, aan het einde van speciaal dezen dorden curgus, in tegenwoordigheid van deze cursisten in de eerste plaats dank weten aan u, dr. Bierens de Haan, die, als verpersoonlijking van de klare bezonnenheid, dezen cursus minsten9 even goed heeft doen slagen als de beide andere. U hebt getoond onze bedoeling met deze school uitnemend te verstaan, zoo dat wij kunnen zeggen, bijeen te behooren. Uit een door Nederlanders gesticht cen trum, tot verdieping van levens- en wereld beschouwing, kan u' niet wordèn wegge dacht. Uwe bescheidenheid belet mij hier aan veel,loftuitingen toe te voegen, al zou den ze alle reden van bestaan hebben, zoo wel het gehalte van uwe voordrachten als uwe wijze van .voordragen, uwe wijze van stellen en behandelen der overdachte vra gen, uwe rustige terechtwijzigingen, zoowel uw sympathieke tegemoetkoming aan be denkingen, die u bij nader inzicht redelijk toeschenen, als de omgang met uw persoon, blies heeft ons deze drie weken van geeste lijke samenleving gemaakt tot een onverge telijk tijdperk van vrtichtbaar, genotvol gees tesleven. Met niet minder waardeering moet ik ge- Die zegt wat hij Wil, moet ool^ dikwijls Aooren, wat hij niet wil. Uit het Noorsch van Hulda Garborg. Vertaald door A. M. VAN DER LINDEN-VAN EDEN. 20 De directeur-generaal was pas in het dorp gekomen. Hij was de nieuwe kracht, die dc groote plannen der Maatschappij om het be- o.ijf volgens een omvangrijk plan uit te brei- jden, dóór zou voeren. Er zouden niéuwe fabrieken gebouwd worden voor „electrotech- mische industrie", en daarvoor was het ge bruik noodig van bijna onbegrensde water kracht, grond en bosch. Niemand wist wat 'deze geheimzinnige toebereidselen moesten beduiden en <Je directeur-generaal was een nieuw en almachtig wezen, dat onverwacht [was komen opduiken, en dat goud rondstrooi de, dat hij in massa te voorschijn tooverde. Eerst was er slechts een bescheiden labrieksopzichter geweest met eenige in genieurs en ied(ir begreep ten minste wat zij Heden. Nu was het anders. Het suisde iemand In de ooren van al die vreemde woorden, die toiemand verstond en „de Maatschappij" was 'geworden als een afschuwelijk monster met i vangarmen, die zich uitrekten tot ver in het dal. En voor den directeur-generaal hadden allen den diensten eerbied. Alleen de titel reeds klonk zóó dat men onwillekeurig in den greppel van den weg ging staan mef den hoed eerbiedig in de hand, wanneer meneer Haave in vliegende vaart, gezeten in rijn auto, voorbij kwam. Zulk een man was in staat het heele kerspel te koopen. Je moest de modderspatten, die je opliep, maar in ontvangst nemen en nog be danken toe voor de eer. Eenmaal kregen zij het wel betaald? Had hij onlangs Ilans Holinga geen 290 blanke kronen gegeven voor een oude koe, die door zijn auto overreden was? Hij had even stil gehouden en Hans Holinga twee roode bankpapiertjes in de hand gestopt. De verblufte' eigenaar van de koe had diep gebogen, en wel gewild op die manier voor denzelfdcn prijs van zijn andere koe le kun nen .afkomen. Hij kon er tóch niets meer mee beginnen, oud en droog als zij was. Dit geluk kige ongeval had Per Plassea verleid om heel dikwijls in dezen zomer met zijn halfblind, broodmager paard op dCn landweg Ie rijden. Maar hij raakte het op die manier niet kwijt! "Ja, zoo zeiden de menschen, maar de men schen zeggen zoo veel. Harald Haave had zich in zijn lot geschikt; hij sukkelde in zijn kariol verder over den sleenachtigen grond, vervuld van allerlei ge dachten. Deze dame van Sórliheuverhad een zekeren invloed; hij moest haar voor zich trachten te winnen. Want het begon *r naar uit te zien dat er veel moeiêlijkheden zouden ontstaan om zich meesier te maken van de eigendommen, die de.Maatschappij noodig had*-voor de nieuwe uitbreiding. Het ergste \^as de oude Sagen- grijsaard van Praestgard, hij, die nog leefde in de middeleeuwen, om niet te zeggen in den vóórtijd. Kon je hem maar iu een museum opbergen, dan kreeg de zoon de handen vrij om te verkoopen. De wet gaf hem hel recht tot den verkoop, natuurlijk, maar men had hier met zooyeeL sentimenteelen onzin te rekenen. De voorjaarszon brandde op de heuvels en de weg wel lang. De sterke geur van boomen en bloemen, \ereenigd met de zomerwarmte, maakte hem slaperig,, en hij verzonk in een bchagelijken sluimer met verwarde droomen. Een glimlach was zichtbaar bij zijn éénen mondhoek; het waren vroolijRe herirfneringen uit zijn jeugd die aan hem voorbij gingen. Maar ook kwa men daar beelden voor zijn'geest uit de lange jaren, ver weg, in de prairiën van Amerika, waar hij zich door vele moeielijkheden voor- uitgewerkt had in gloeiend heele zomers en koude winters, waaraan geen einde kwam. Toen hij opnieuw heen en weer geschud werd dötJrdat Bet wiel tegen een steen stootte, was'hij niet meer zoo knorrig. Hij vond het werkelijk nog niet zoo kwaad zoo kalm te zitten; hij had nu tenminste een poosje rust. Maar zijn hersens rustten nooit lang. Hij wist niet of hij wel ooit echt sliep; uitrusten déhd hij het liefst in -gezelschap van vrouwen, was hij gewoon te zeggen. Vooral wanneer zij ^opgewekt waren en de wijn goed was. Midden onder het werk kon het verlangen naar een vroolijk uur met vrouwen én wijn, als een brand, in zijn bloed opstijgen. Dan zél hij tot zich zeiven: Nil ben je waarachtig toch yermoeid. Hij weigerde zich vermoeid te ge-. voelen; maar in de latere jaren waS hij het toch dikwijls. Eu niemand kon begrijpen hoe deze werkreus nog tijd Bad voor zooveel ge zelligheid. Hij stortte zich meestal met hel geweld van een onweersbui in arbeid en vermaak beiden en vrienden en medewerkers hielden den adem in van verbazing. Toch moest hij bij zichzelven erkennen dat hij de schitterende vooruitzichten in Amerika had prijsgegeven, omdat hij zich oud begon te voelen. De vijftien jaren, bijna zonder rust. hadden 'hun stempel op hem gedrukt. m Als jong ingenieur was hij in een reusachtig grootc zagerij, in het oerwoud; gekomen. En- hij had dóar gezien hoe het werk het ééne bosch na het andere'slechtte, mijl aan mijl, naar alle zijden, totdat de Jange, houten ge bouwen en de hemelhooge schoorsteencn en de ovens naakt lagen, zonder beschutting, op de moerassige prairie, met hier en daar nog eeh klein plekje struikgewas erom heen. Ilij had gewerkfl als eeh paard, veel geld ver diend, en was mede-eigenaar met den titel van directeur gevrorden, met steeds schitte render vooruitzichten.' Doch opeens had hij gevoeld dat zijn zenuwgestel het opgaf. Hij kwam op"een avond thuis bij zijn Amerikaan-, sche vrouw en zei dat hij op reis~"wou gaan en daarop antwoordde zij „goddank!" Lang genoeg had zij in deze woestenijen gezeten en er zich verveeld. Zij was een Amerikaansche van vijf geslachten her en kon zich dus met het volste recht een Yankee noemen. Maar Amerika was voor haar Boston,, waar haar voorouders met voordeel maaimachines had den verkocht, die toen pas waren uilgevon den. Vroeger verkochten zij boter en kaas en liun yergiogea yv&a Toen zij fiarea denken uw arbeid dr. G. A. van den Bergh van Eysinga, de eenige leeraar, wien nog niét de hartelijke donk van bestuur en schoof is gebracht. De volledige èn wetenschappelijke èn wijsgeerige belichting door u dr. Van den Berg van Eysinga gegeven van de verhou- ding van wijsbegeerte en religie, van weten en gelooven en van hunne hoogere eenheid, heeft ons aller bewondering gewekt. Ten slotte een woord tot u allen. Laat ons dit centrum van geestelijk leven met onzu gedachten en onze toewijding blijven steu nen, ook al ontmoeten wij elkander van af heden niet meer dagelijks, dan zal ook met uw hulp, de invloed onze School steeds ster ker worden, en zal zij voor individu en ge meenschap, kerk en wetenschap die blijven de beteekenis erlangen, met het oog waarop zij is opgericht.: te zijn centiaalmiddel tot bewustmaking van het goddelijke in deir mensch. J. D. REIMAN Jr. Politiek Overzicht. -Ce wereldstrijd aan de grenff' van Oostenrijk en Italië. In een overzicht, dat het officieele agent* schap Stefani heeft gegeven van de oper» tiën aan het Italinansche front von begt* Augustus tot in dè eerste dagen van Sep» tember, wordt uitvoerig stilgestaan bij d«n strijd in de dagen van 4 tot 8 Augustus, die geleid heeft tot de ontruiming van Gort door de Oostenrijkers en de inbezitneming van- deze stad door da Italianen in deiv morgen -van 9 Augustus. Men verneem! flaaruit, dat de voorbereidende arbeid, dia verricht is om dit wapenfeit te kunnen vol brengen, reeds in den winter van 1915/ltf is begonnen. Het relaas van dezen strijd vult Ket over zicht van éen geheele maand zoo goed al* geheel, wat niet te verwonderen is, waai na de bezetting van Görz is er in het Oos» tenrijksch-ïtaliaansche grensgebied niet* van belang gebeurd. Eerst in de berichten van 15 September wordt melding gemaakt van een nieuw offensief, dat de Italionen zijx» begonnen. Tot goed begrip van den thans weer hei* leefden strijd is het nuttig in herinnering te brengen, hoe de toestand op dit strijdtoo neel is gewoirden door het prijsgeven van Görz door de Oostenrijkers. Het Journal deil Débats gééft-van de Oostenrijksche stellirv- gén deze beschrijving; Ten zuiden van den San Gabriele steunen deze stallingen op een massief van heuvel? van geringe hoogte, maar begropid en doof diepe kloven doorsneden, die gelagen zijn ren oosten van Görz. Deze hoogten culmf- neeren in hun zuidelijk gedeeltê in den berg San Marco, die 227 Meter3 hoog is. Daarna komen, na eene diepe Insnijding, waardoor de weg van Görz naar Dornberg loopt, nieuw we golvingen, die nergens eene grootero was zij op hem verliefd geweest. „Viking" naar dezen buitenpost was gevolgd» Den avond vóór zijn besluit had hij de ronde gedaan langs de zagerijen; de arbeiders warén sedert eenigen. lijd onrustig geweest, et; broedde iets. Hij liep over dc smalle, wanke lende, hangende brug onder het dak in dn groote machinehal, waar honderden reuzen* zagen met knarsend geluid door dikke booni- ttamirten sneden. Toen was hij op eens duize lig geworden. Buiten heerschte duisternis over het eenzame land, en dc electrische lam pen hingen als bleeke manen in dc- dikke, zwoele lucht. Hij greep de zwiepende leuning van staaldraad en hield zich" met Inspanning vast. Toen hij difn avond naar zijn huis bl| het moeras reed; dat kunstig was veranderd in een ldein racer, was zijn besluit genomen, Hij wilde zijn ontslag nemen en niet wachtel^ totdat het te laat was', zooals zoo menigcci! had gedaan. Even later zal bij op dc groote veranda, door Grieksche zuilen gesteund, en dronk me( zijn vrouw een Cocktail. De maan scheen oveit het eentonige landschap en dit uitzicht, waar-» op hij nu reeds in zoovele avonden en ver* stikkende zomernachten had uitgezien, maak^t te heb kregelig. Hij kende iedere lijn eni iedere schaduw ervan, en er was voor zijzi blik geen enkel aangénaam rustpunt in. (Wordt vervolgd.}

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1916 | | pagina 1