j?»arnng, „DE EEMLANDER". Woensdag 20 September 1916. BUITENLAND. Hm 69. Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT 1. Intercomm. Telefoonnummer 66. Kennisgeving. De Troonrede. Verspreide Berichten FEUILLETON. AMERSFOORTS MARIE VAN VERSENDAAL. Hoofdredactie» j Q VAN SCHAARDENBURO. U i-tgevers: VALKHOFF 6 Co, ia ABONNEMENTSPRIJS: •Per 8 maanden root Amerefocrtf l.SO. Idem franoo per post1.80. j Per week (met gratia verzekering togen ongelukken)» 0.12®. kfzonderlijko nummera 0.05. Svekelgkaob b(Jvoegsel nD$ Hollandtcht Hufgvrwiw?* (onder redactie van Thérèae Hoven) per 8 mnd. 50 ets. iVekeiljkach b^voegsel mé mtf per 8 mnd. 53 Cta. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—5 regels». f O.«o Elke regel meer0.15. Dienstaanbiedingen 1—5 regelsO.ÖO. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedr(jt bestauu zeei voordoelige bepalm, i tot het herhaald adverteeron in dit Blad, bij abonnement. Eene oirenjnire, bevattende do voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Bui fcerucesler cn Wethouders ven Amers- rt brengen ter kennis, dat bij hen is inge- omen een verzoek van Jacoba Maria Johanna oenen, zonder beroep, wonende te Amers- Jjl&cr;, om vengunning voor <ion verkoop ven •Jterken drenk in het klein, voor gtbniik ter ^plaatse van verkoop, voor d« beneden voor- Iocaliteit van het perceel Langestroat 57 alhier doi Huren twee weken na deze bekendma- Jpng een ieder schriftelijke bezwaren tegen het VerJeenen dev vergunning /kan inbrengen. IS September 191G Bun n' -si en Wethouders voornoemd. De Secreten- De Burgemeester A. R. VEENSTRA v. RANDWIJCK. In 'n grooten tijd, zooals wij thans be leven, wordt aan de-Troonrede, door de Koningin bij de opening der Kamers uit gesproken, grooter aandacht geschonken dan in gewone tijdsomstandigheden, wan neer zij niet veel anders als algemeenheden en programpunten bevut, waarvan 'n ieder weet dat de helft slechts voor parade dient. Nu is dat heel anders. Geen parade, geen beloften. Ja, uiterst sober wordt gezegd, dat belangrijke ontwerpen de aandacht van de Staten-Generaal zullen vragen, zonder eeni- ge verdere aanduiding of toelichting van het belang van de grondwetsherziening en de groote hervormingen. Zelfs het Zuider- zeeplan, dat nu paradepaard had mogen zijn, vindt geen vermelding. Politiek is deze Troonrede allerminst. Zij staat geheel in het teeken van den oorlogstoestand. De ernst der tijden spreekt uit bijna elke zin snede. De. verklaring dat onze betrekkingen met alle vreemde mogendheden van goeden aard zijn (vroeger de meest bespotte woorden van de Troonrede) heeft in deze omstandig heden juist groote beteekenis. Het zijn woor den. welke slechts in weinig landen uitge sproken kunnen wordfen en er ligt in be sloten ons bijna ongelooflijk geluk, dat wij goeddeels danken aan het wijs beleid der hooge regeering. Het eerste gedeelte van de rede maakt n zeer fieren indruk. Onze neutraliteit zal gehandhaafd blijven maar met het vast be- Siuit onze onafhankelijkheid te verdedigen tegen wié dan ookèn daarbij zal dan ge steund worden op ons goed recht, onze eensgezindheid en de land- en zeemacht. Die kleine vingerwijzing naar eensgezind heid kan nuttig zijn. Te velen zijn er nog al gelooven wij dat het aantal dier heet hoofden slinkende is die blijk geven meer pro-dit of anti-dat dan pro-Nederlandsch te gevoelen. Het is begrijpelijk dat de Land- en Zee macht in deze Troonrede grooter plaats in neemt dan anders. Ontbreken ditmaal de hartelijke woorden, welke het vorige jaar tot de landsverdedigers persoonlijk gericht werden, thans bevat de rede 'n zinsnede, welke hun en met hen heel het volk waarschijnlijk nog aangenamer in de ooren zal klinken, n.l. dat verlichting van den druk der mobilisatie opnieuw overwogen zal worden. De aflossing der gemobiliseerden door nieuw opgeleide manschappen gaat dooi, de vooriaden worden, ondanks vele moei lijkheden, steeds aangevuld. En aan het slot van de rede wordt opnieuw op de weermacht teruggekomen, als gesproken wordt over de versterking der strijdkrachten in Ned. Indië. Het leest alsof te eerder tot dit laatste over gegaan zal worden, nu de bevolking van Indië betoogingen hield om van haar ge hechtheid aan het Ned. gezag en nare be reidvaardigheid om zich daarvoor ook per soonlijke offers te getroosten, getuigenis af te leggen. Ook het economisch gedeelte is zeer uit voerig. Geen wonder, waar immers het eco nomisch vraagstuk thans wel het meest nijpende is. De toon is hier iets opgewekter dan het vorige jaar, maar toch nog zeer zorgvolland- en tuinbouw verkeeren wel iswaar nog in gunstigen toestand, maar ook in deze voor de volkshuishouding zoo be langrijke bedrijven worden steeds meer moeilijkheden ondervonden. Moeilijkheden^ welke Voortvloeien uit de maatregelen door het buitenland ten dpzichte van onzen- aan- en uitvoer genomen. Blijft het scheepvaartverkeer gèring, de vrachtvaart leverde goede resultaten en de toestand van de kleine vaart, welke verleden jaar nog 'ongunstig v/erd genoemd, heet nu verbeterd. Ook de zeevisscherij bloeide maar is in ernstige moeilijkheden geraakt, naar welker oplossing gestreefd wordt. De volksvoeding heeft in toenemende mate ingrijpende maatregelen vereischt, be perking van den uitvoer was daartoe aller eerst noodzakelijk. Al die maatregelen heb ben, begrijpelijk, zware eischen aan de schatkist gesteld. Voorshands kunnen de resultaten van de buitengewone belastingen afgewacht worden. Maar afgezien van de crisisuitgaven dient gestreefd te worden naar herstel van het finantieele evenwicht. De finantieele nood der gemeenten' wordt weer niet vergeten, verruiming \an haar be lastinggebied wordt in vooruitzicht gesteld. Ook Indië maakt moeilijke tijden door, maar er bestaat toch reden tot tevreden heid. Van de'vrij-'ernstige ongeregeldheden in Djambi wordt niet gerept. Aan West-Indië wordt ditmaal moar dan gewone belangstelling geschonken. Zou nu waarlijk eindelijk ook eens voor dit kolo niale gebied een tijdperk van bloei aan breken? De oorlog. Over den strijd aan het Somme-front wordt ditmaal niets van bijzonder belang bericht. „De toestand is onveranderd", melden de beide avond-commüniqué's, en als reden wordt er aan toegevoegd, dat het slechte weder de operatiën heeft belemmerd. Ook aan het oostelij!: oorlogstooneel was de strijd van geringe beteekenis. Aan de Stochod hebben de Duitschers en Oosten rijkers een versterkt brughoofd ten noorden van Zaleszcze op de Russen veroverd. Aan de Narajowka (de noordelijke zijrivier van d$ Dnjestr, die, na zich met de Gni'a Lipa te hebben vereenigd, in de buurt van Halicz in de Dnjestr uitmondt) blijft de strijd met groote hevigheid woeden; beide paitijen be tuigen hunne tevredenheid over den uitslag. In de Karpathen hebben de Russen bij de Ludowna een klein deel van het Oosten- rijksche Lont naar het westen ingedrukt. Ten oosten van Gorz is de strijd op het Karst-plateau weer tot staan gekomen. Van Italiaansche zijde wordt alleen bericht over afgeslagen Oostenrijksche aanvallen. De Oostenrijksche generale staf ziet in het rus tige verloop van den dag van eergisteren het bewijs, dat de aènvalskracht van de Ita lianen versleten is. In Zevenbe-gen is de tijd voorbij, waarin de Rumeensche troepen zonder strijd pun ten konden bezetten, die door de O.-H. troe pen verlaten waren. Ten zuidoosten van Hatszeg zijn zij over de Merisof teruggesla gen en ook in bet dal van de Streiu zijn zij voor een aanval tearg moeten gaan. In de Dobroedsja wordt de strijd voort gezet aan de nieuwe linie Rasova (Donau)— Cobadin-r-Tuzla (Zwarte zee), waarachter de geslagen Russo-Rumenen zijn teruggegaan Uit Sofia wordt bericht, dat de strijd zich gunstig ontwikkelt, hetgeerj uit Berlijn be vestigd wordt. Het bericht uit Bukarest ge waagt van een aanval bij Enigea (ten zuid westen van Cobadin), die werd teruggesla gen. De Fransche Kamer heeft gisteren met luid gejuich de verklaring onderstreept van minister-president Briand, dat Frankrijk er niet aan denkt geld en zelfs bloed le sparen in ruil voor een dadelijken vrede, die op dit oogenblik vernederend zou zijn. B e r 1 ij n, 1 Q Sept. (W. B.) Officieel be richt. Den 18en vielen onzo vliegtuigen weldra met goeden uitslag de voor de Vlaamsche kunst gestationneerde vijandelijke zee- strijdkrachten aan, bestaande uit twee moni tors, 16 torpedojagers en een vliegtuig-moe derschip. Op laatstgenoemd schip is een trefschot waargenomen. Wederom is een vijandelijk vliegtuig van het tot het afweren van onze vliegmachines verschenen vijandelijke luchteskader ge dwongen op Nederlandsrh gebied te landen. Londen, 19 S eq> t. (R.) Bericht van Lloyd. y De Engelsche stoomschepen Dewa en Lord Tredegar zijn in den grond geboord. P a r ij s, 19 Sept. (Havas.) Volgens de officieele communiqués bedraagt de buit van de geallieerden op de westelijke, ooste lijke eh Italiaansche fronten van 1 Juli tot 18 September 1131 kanonnen, 2624 machi negeweren en 490,668 gevangenen. B e r I ij n, 19 Sept. (W. B.) De Berli ner Zeitung nm Mittag schrijft over de reus achtige verliezen van de Russen aan 'het Stochodfront op den 16en: Het is altijd hetzelfde afgrijzen wekkende schouw spel, dat haast niet meer voor toeneming vatbaar is. Ons legerbericht zelf noemt de verliezen op dit frontgedeelte ontzettend. Voor zoover het terrein ons toestaat waar nemingen te doen op ter nauwernood de helft van het aanvalsfront zijn 12.000 Russische lijken geteld, zoodat met een ver lies van ^0.000 man op dezen dag moet worden gerekend. De aanvallers stormden in zulke massa's vooruit, dat een Mecklenburgsch jager-ba- taillon zijne munitie geheel verschoot, zoo dat het ten slott$ naar handgranaten moest grijpen. Een groot deel van de Russische garde is vernietigd. B e r 1 ij n, 19 Sept. (K. N.) Het Berl. Tageblatt schrijftDe aanstaande Rijkscon ferentie van de sociaal democratische partij heeft ook in West-Pruisen tot besprekingen geleid tusschen cTe aanhangers der Rijk»» dagfractie en die der sociaal-democratischflT arbeidersklasse. In alle districten haddeir in de laatste week buitengewone vergacle»^ ringen plaats om vertegenwoordigers nam de Rijksconferentie af te vaardigen. Zoo/ wel in de stad Danzig als ook in de overige West-Pruisische kringen hebben de aan hangers van de rijksdagfractie met een groote meerderheid van stemmen de over winning behaald. Ghristiania, 19 Sept. (W. B.) Da Deensche en Zweedsche minister-presiden ten en ministers van buitenlandsche zaken zijn hier aangekomen voor de bijeenkomst van ministers der Skandinavische rijken. Kort na hunne aankomst werden zij door den koning in audiëntie ontvangen. Gabions, 19 Sept. (W. B.) De daT- versperrlng van de Weisse Desse is over 80 Meters lengte en 20 Meters diepte ge barsten. Hel water stroomde met vreeselijk' geweld In de diepte, groote massa's boo< men meesleepende. Er zijn verscheidene menschen gedood.^Alle bruggen zijn, voof zoover zij niet weggesleurd zijn, onderwoetd en staan op instorten. De schade Is onak zienbaar. De Reichenburger Zeitung bericht hier over: Uit eene tot dusver niet opgehelderde oorzaak is de dalversperring van het stuw- werk der Weisse Desse doorgebroken. Iiï weinige minuten werden groote watermas sa's uitgegoten over de plaatsen aan da beide oevers. Dessendorf, Tiefenbach^ Tannwald, Schumburg, Schwarow, Gros»- hammer, Haratz, enz. werden overstroomd. Tot middernacht is bericht ontvangen vanl tien personen, die gedood werden. Berlijn, 19 Sept. (W. B.) Uit Kirsch berg (Silezië) wordt berioht, dat de Bote aui dem Riesengebirge over het ongeluk bif Tannwald (Bohemen) het volgende mede deelt: De dam van de kleine dalversperring in het Ssergebergte is Maandagavond doorgebroken. Het bekken bevatte In rond getal een millioen K.M*. water. Deze hoe veelheid stortte In zes Meters hooge golven naar het dal. Ontelbare huizen zijn vernield. Op een traject van bijna 20 Kilometer* richtte de vloed zware verwoestingen aaiw Tot den middag war.en 250 lijken te voor schijn gehaald, waaronder vele kinderen. De vlged kwam zoo plotseling, dat er dik wijls aan redding niet te dekken viel. Voor het opruimlngswerk wordt militair#* hulp uit Reiohenberar en Aussig verwacht Men beschouwt excentriciteit in het groote als genie in het kleine als dwaas heid. Uit het Noorsch ven Hulda Garborg. Vertaald door A. M. VAN DER LINDEN-VAN EDEN. 22 - - Mnnr de uitdrukking -van zijn gezicht ver anderde heel snel en er was niet licht iets in !L cn. Hij begon altijd met naar de dames te zien. Hij dweepte letterlijk met een smalle, blapke hand. Deze ingenomenheid was zelfs'zóó in 't oog loopend dat mep begreep dat blanke handen waarschijnlijk laat in zijne familie .waren gekomen. Maar 't liefst moesten de Jianden rjngen met paarlen en diamanten idragen. Zoo n kleine hand, als die onrustig W'erd onder zijn blik, was voor hem altijd een keker punt van uitgang. Maar Eli had geen jringen cn haar handen droegen sporen van Ben a eicl Aha! Dus moest hij het op een amlere ijzc aanpakken. Hij wist immers dat Jij democratische neigingen had, cn dat zij leer bescheiden leefde,-ofschoon zjj een, flink vermogen bezat. Cher het geheel genomen een vrouw mei eigen opvattingen. Eli had hem verwacht; maartij was niet verheugd over zijn bezoek. Zij wist niet hoe zij, zonder onbeleefd le worden, hem zou kunnen zeggen hoe zij dacht over zijn werk in het kerspel Zij had een gevoel alsof zij zou moeten beginnen bij Adam cn Eva, zóó ver stonden zij van elkaar. Haar kijk op de din gen werd bepaald door een sterk aangeboren gevoel en door nadenken. Zij meende dat alle tijden en volken ongeveer hetzelfde hadden ervaren, en ongeveer dezelfde- ontwikkeling hadden doprgemaakt. En van al de systemen, theorieën cn hypothesen van wereld cn levens beschouwingen waren slechts enkele waar heden staande gebleven als lichtende diaman ten in grauwe bergmassa's of als goudkorrels in het zand der zee. Ma a mijn opvatting was hem van buiten aangebrat |t en werd voort durend door duizend invloeden beheerscht. Zijn doel was macht te verkrijgen; zooveel wist zij wel van hem. En die werd, in zijn wereld, gebracht door goud. Dus moest hij goud hebben. Maar eenvoudig was het niet. Het' was soms onverklaarbaar hoe macht ver kregen werd en, wanneer zij niet kwam, dan ondervond men dit gemis als een gebrek, dat men verhelpen moet met allerlei middelen. Zij beklaagde hem; want zulke middelen waren duur als alle ingebeelde waarden en zelden beantwoordden zij aan de verwach ting. Hij sprak flink, bijna met warmte, over het kerspel, over de menschen en over de patriar chale toestanden aldaar; en zij hoorde hem beleefd aan. Welke omwegen zóu hij nu nemen? Np ging hij yoorU Hij zat dikuvlils in l zijn nieuw huis te Viken en verlangde naar deze oorden, waar rozen en lavendel bloeiden evenals in de tuinen van het zuiden! „Nog nooit, mevrouw Runge,' heb ik, behalve In California, zooveel rozen gezien als bij u." „Ja?" „Ach, in mijn woestenijen gloeiden geen rozen, dat kunt u wel denken. Maar nu wil ik het beproeven. Ik hoop voortaan wat meer van het leven te genieten." „U hadt natuurlijk geen tijd om rozen te verzorgen, na 'alles wat u mij hebt verteld." „Neen, zeker niet." Hij glimlachte weemoe dig met een bijna onmerkbaar zuchtje. Maar toen was hét of hij alle gedachten terzijde zette en zei hij met een heel anderen glim lach: „Maar nu wij over bloemen pralen: Mijn tuinman kan mij geen blauwe irissen verschaf fen, zooals ik ze in uw tuin heb bewonderd. Zoudt u mij een heel klein stekje willen af staan, mevrouw Runge? Ik houd zooveel van die blauwe kleur." „U schijnt tijd voor alles te hebben, meneer Haave. Manr natuurlijk kunt u stekjes krijgen, wij hebben er zoovele." „Hartelijk dank. Ach neen, u weet niet wat men mist air men in groote zaken zit in een houten huls op een prairie, zooals ik." Hij glimlachte weer een beetje weemoedig, wat hem goed stond. „Weet u wel. mevrouw Range,- dat, na een week van z^aren arbeid, het mijn Zondags- uitspanning was om naar de kerk te gaan en een half beschaafden predikant den duivel te hooren afschilderen?" „Dat zal zeker niet biizonder amusant ae- weest zijn.'L „Ncén, neen, vooral niet voor mij, die daarin niet ben'grootgebracht Wij gingen thuis niet veel naar de kerk. Ik houd van wat licht en mooi is, van kleuren en levensblijheid. Ik kan het sombere, het leelijke niet 'uitstaan en u kunt mij met zulk een in%'l zwart geklwdcn predikant met een arme-zondadrs-geziclii lol naar hel einde der wereld jagen." „Waarom ging u dan naar de kerk?" „Hm; u vraagt het zoo onschuldig. Ik ging natuurlijk om hel werkvolk en om mijn vrouw." „Ja, als men niet naar de kerk gaat om den godsdienst, dan is het een bijzonder arm zalig genoegen." „Zeg mij eens oprecht, mevrouw Ruiige, gaat u naar de kerk uit godsdienstigheid?" „Wij gaan over het geheel weinig naar de kerk, wij, die builen het dorp wonen. De weg is lang en onze arbeiders verlangen het niet van ons." Zij glimlachte. „Maar toch zijn de menschen hier goede Christenen." „Zeker", hij maakte, beleefd glimlachend, een buiging. „Ja, ik meen wat ik zeg. De menschen hier hebben hun goede, ongeschreven wetten. Zij ruimen voor elkaar een plaats in; hier zijn geen armen." Hij glimlachte en er klonk een zachte toe gevendheid In zijn slem. „Is dit niet wat overdreven?" „Dat geloof ik nfet. Wij Hebben hier werke lijk geen sociale vragen gehad tot nu toe. Allen hebben hier een thuis, ook de arbeiders. De flinksïcn natuurlijk het beste, maar niemand lijdt honger of koude en allen zijn vrije men- iscbtn. En dat is veel waard, méneer Haave." I „Met andere woorden; allen werken, allen s 1 ij t e n. En dat allen gelijk zijn, dat wil voor. de massa zeggen dat ze alten even arm zijn; allen zonder hoogcrc eischen of behoeften, niet waar? Maar men moet de democratie niet te ver drijven, mevrouw." «U vergist zich; de menschen hier zijn zeer aristocratisch. Hier is niemand, wien u een bord koude soep op de keukenbank zoudt kun nen aanbieden of een stoel bij de deur. Nie mand is zoo gering dat hij het niet natiiurlijW zou vinden als hem de ecrezetcl werd aange^ boden wanneer hij in een vreemd huis kwam.* „Dat is mooi." „Ja, dit-is goed. Wij denken er niet altijd! aan hoe groot dat is." „Misschien. U ziet deze dingen zoo ja, zoo vrouwelijk in. Zoo eenvoudig en van zoo'Q verheven standpunt. Maar wij mannen, dié midden in het leven staan, die de beschaving verder moeten brengen, wij kunnen het zo* niet zien. Wij moeten vaart In de dingen bren« geD, beweging en rtang Is alles. De menschetf mogen niet meer onder hun vijgeboom zitten droomen." Ell glimlachte. „Meent u werkelijk dat de menschen hie» zitten te droomen?" „Ja, dat wil zeggen...2 (Wordt vervolgd.V

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1916 | | pagina 1