"BINNENLAND. KOLONIËN. Oost-Indlë. Sultan van Jogjakarta. Blijkens een uit NederlandscK-ïndlë Ontvangen telegram, heeft de Gouverneur 'Generaal van Nederlandsch-Indië een adju dant naar Jogjakarta gezonden, ten einde 'den Sultan, die dezer dagen 80 jaar wordt, pelte wenschen en hem waardeering te betuigen voor zijne medewerking bij de her vorming der Vorstenlandsche toestanden. Onlusten in Djambi. (Officieel.) Kolonel Kroesen kwam den löd^n dezer in Djambi aan, waar alles rus- lig v Van de troepen vertrok een com. pagnic naar Moeara Temben, ten einde de telefoonleiding te herstellen. Majoor van der Linde kwam te Saoelangoen-Djambi aan. Hij heeft rijst gezonden naar Bangko, waar gebrek aan dat voedingsmiddel heerschte, uit de onderafdeeling Rawas' (Palembang) begint de uitgeweken bevolking naar Saroe- longoen terug te keeren. (Officieel.) Bij den aanval op Bangko door ongeveer 1500 opstandelingen, welke werd afgeslagen zijn 40 hunner gesneuveld. In Korintji heerscht rust. Naar de meening van het departement van Koloniën moet het treffen, vermeld in ons bericht van gisteravond, reeds eenige 'dagen geleden hebben plaats gevonden met «de troepen, die Yolgens telegram van 7 Sep- ber uit Padang over Indrapoera door Ko rintji naar Bangko zijn gezonden. Dat het bericht eerst thans is doorgekomen, schrijft men toe aan het feit, dat de \erbinding tus- schen Bangko en Soeroelanggoen thans is hersteld. Hr. Ms. „Koningin Regentes", die te Djambi gestationneerd is, heeft twee stoom- barkassen, met mitrailleurs bewapend, de ri vier opgezonden. (Tel.) Onbetrouwbare regenten. De regenten van Tjamba op Celebes: Tanralili en Polombankeeng zijn, volgens de Tel., gevankelijk naar Soerabaja gebracht in afwaohting van hun verbanning. Zij waren niet meer te vertrouwen en stonden in ver- dig met troepen oproerlingen. Aardbeving op frlldden-Java* De schade, veroorzaakt door de on langs plaats gehad hebbende aard- en zee- peving in de residentie Banjoemas wordt op 10,000 gulden begroot Staatsbegrooting 1917. Nota, betreffende den 2 o e s t a ivd van 's Lands financiën. Ter begeleiding van de stukken betreffende löe StaatsbegTootmg heeft de minister van Fi ll ar. ciën wederom de gebruikelijke Nota betref fende den toestand van 's Lands financiën over te leggen, de opmerkingen en beschouwingen behelzende, tot welke die toestand hem, afge zien van de tegenwoordige crisis, in verband met de ramingen voor het dienstjaar 1917, aan leiding geeft. Als gebruikelijk wordt de aandacht in de eerste plaats gevraagd voor den afloop der vorige twee dienstjaren, alsmede vo-or de ver moedelijke resultaten van het loooende dienst jaar, gelijk die zich laten aanzien. Met betrekking tot het dienstjaar 1914 kan worden aangenomen, dat de einduitkomst, althans wat den gewonen dienst betreft, niet belangrijk van he£ thans bekende resultaat zal nfw ijken. In herinnering wordt gebr-aoht, dat, te begin nen met den dienst 1914, de uitgaven (en even tueel de ontvangsten) worden gesplitst in ge wone, buitengewone en crisisuitgaven en de gewone ontvangsten worden aangevuld met zoodanig bedrag als noodig is om te komen- tot een ontvangst-bedrag als vermoedelijk zou Zijn ontvangen indien er geen crisis ware ge weest. Het tekort op den gewonen dienst blijft rf 121.107.304 beneden het daarvoor ten vori- gen jore genoemde bedrag van f 9.063.474.90, Dienst 1915. Met toepassing van de hierboven omschre ven splitsing van de ontvangsten en uitgaven volgens de voorloopige gegevens vindt men buitengewone uitgaven f G0.086.166.55i, cri sis-uitgaven 213.117.565.894, gewone diens* f 216.343.010.79, totaal f 519.546.743.24, buitengewone ontvangsten f 41.838.077.304, crisis-ontvangsten f 5.100.000, gewone dienst V 221.237.782.914, totaal f 200.675.860.22: tekort buitengewone dienst f 18.2l8DS9.2u, crisis-dienst f 218.517.565.894, gewone dienst f 22.105.227.874, totaal tekort f 258.870.883.02 Hierbij zij het volgende aangeteekend. Voor de crisis-uitgaven wordt verwezen naar een afzonderlijke bijlage. Die, welke voorkomen on- «der de hoofdstukken V, VUB, LX en X, staan voldoende vastdie van de hoofdstukken VI en ft/TII kunnen slechts benaderd worden. Ten aanzien van hoofdstuk VH4 is rekening gehouden met da omstandigheid, dat gedu rende een gedeelte van het jaar 1915> de uit de crisisleening 1914 ad f 275.000.000 ontvan gen gelden mede hebben gestrekt tot betaling van uitgaven ten laste van de normale b&- grooting. Dientengevolge is minder ten laste van genoemd hoofdstuk gebracht voor rente Van vlottende schuld dan het geval zou ge weest zijn, indien de crisis niet ware ingetre den. Een desbetreffende berekening voerde to> 3e slotsom, dat hetgeen aldus minder ten last» van hoofdstuk VILA is gekomen, kan gesteld werden op een bedrog van f 100.000. Dit be- Brag is derhalve in mindering gebracht van do crisis-uitgaven en toegevoegd aan de uitgavèn 4en loste van den gewonen dienst. "Wat de ontvangsten aangaat is aangenomen, 'dof onder normale omstandigheden uit de mid- üelen AL zou ontvangen zijn de voor die middelen, afgescheiden van da crisis, geraam de opbrengst. Bij die raming is intusschen geen rekening gehouden met de vervanging van da bedrijfsbelasting door de inkomstenbelasting en de daarmede samenhangende .vefkging van de vermogensbelasting, een en onder met in gang von 1 Mei 1915. Hetgeen uit de bedrljfs- inkomstem- en vermogensbelasting te zamen aan den dienst 1915 ten góede komt, overtref* met f 5.277.375 het geraamde totaal van de bedrijfs- en vermogensbelasting. De som van dit bedrag en van het totaal der raming van de middelen A—L voor 1915 vormt het be drag ad f 180.741.375, dat, naar mag aangeno men worden, onder normale omstandigheden tenminste zou verkregen zijn. In werkelijkheid werd ontvangen f 175.325.255, of in rond cijfer f 5.400.000 minder. Uit de bovenstaande cijfers blijkt, dat aan den dienst van het jaar 1915 f 218.517.565.894 zal zijn toe te voegen uit de opbrengst van de crisisleeningen en crisisheffingen (t. w. f 213.117.563.S94 wegens crisisuitgaven en f- 5.400.000 wegens geringere opbrengst der middelen door de crisis) om den dienst ven dnt jaar in de positie te brengen, in welke hij zou verkeerd hebben zonder de crisis. Dat jaar zou dan hebben gesloten met een tekort op den gewonen drerrst van f 22.105.227.874- Ijet zal wel geen betoog behoeven, dot deze afloop zeer ongunstig is. Het tekortcijfer van den gewonen dienst, bij den aanvang von he* dienstjaar geraamd op f 18.573.000, steeg met pl.m. f 3.500.000, niettegenstaande door de in voering van de inkomstenbelasting, zoocis reeds werd vermeld, een,-aanvankelijk niet ge raamd, bedreg van f 5.277.000 aan den dienst 1915 ten goede kwam en voorts boven de ra ming werd ontvangen wegens aandeel in de winsten der Nederlandschc Bank f 1.324.420, wegens rente en terugbetaling van het voor schot aan do Koninklijke Hollandsche Lloyd f 1.046.228, wegens rente van andere door dei» Staat verleende voorschotten f 567.932, wegens inkomsten, voortvloeiende uit den arbeid in de gevangenissen en Rijks-werkinrichtingen f 422.123 en wegens ontvangsten van het Stoatsmijnbedrijf, na aftrek van de meerdere exploitatiekosten, f 802.474, waartegenover het voorloopig in ontvang gebrachte winstcijfer van het Staatsbedrijf der posterijen, telegrafie en telefonie f 37.090 bliift beneden het uit dezen 'ho-ofde aanvankelijk geraamde bed'rög. Ter verklaring van dit ongunstig resultaat, zij medegedeeld, dat de gewone dienst, boven de aanvankelijke raming en na aftrek van de onder de middelen ter zake van die verboo gingen opgenomen bedragen, in vorenstaande becijfering is lo'asl met 5,144.815 voor nieu wen v'.nothouw, met 7,394,000 voor kosten van bestrijding van het mond- en klauwzeer, met 770,000 voor renten en kosten van vlotten de schuld en met 2.520,000 voor de uitvoe ring van werken, onder het deaprtement van Waterstaat ressorteerende, fn verband met voorkomende werkloosheid. Wat het loopende dienstjaar 1916 betreft, zij aangeteekend, dat de oorspronke lijke begrooting van uitgaven een eindcijfer aanwees van 272,653,314.14%, waaronder drukwerk enz. en van tractementsverhoogin- toe te schrijven aan het meer aangevraagde gen. j voor Suriname en von Curasao. Voor zooveel Dat hoofdstuk ITI 79,017 hooger is niette- den gewonen dienst betreft, bedraagt deze atij- genstaande een bedrag van 34,000 vrij viel, 378,000 voor eerstgenoemde en ten vorigen jare uitgetrokken vobr herstelling van de gezantschapsgebouwen te Tokio, is voor 50,000 toe te schrijven aan den nieuwen- post yoor den dienst van economische voorlichting J 250,265,428, waarin begrepen aan buitenge in het buitenland en overigens in m hoofdzaak aan verhooging van het representatiegeld voor 99.000 voor laatstgenoemde kolonie. De Middelen en Inkomsten ter strijding der uitgeven zijn geraamd den minister, aan tractementsverhoogingen, meerdere en hoogere verblijfsvergoedingen en disponibiliteitstractementen. De stijging van hoofdstuk IV 852,003.75) is voor 350,000 het gevolg van de uitbreiding van den arbeid in de gevangenissen en Rijks werkinrichtingen en de stijging van de prijzen der grondstoffen voor dien arbeid, welk bedrag wordt opgewogen door hoogere raming van den betrokken post onder de middelen. Voorts is meer uitgetrokken 63,789 voor tractementen van de leden der rechterlijke macht en van de bedienden en schrijvers bij de gerechten, waar- I wone ontvangsten 8,925,491, blijft voor ge wone 24T,339,937, zijnde 17,827,222 meer dan aanvankelijk voor 1916 werd geraamd. Hierbij zij aangeteekend, dat de middelen AF zijn geraamd als waren er geen buitenge wone omstandigheden, welke op de opbrengst dier middelen een ongunstigen invloed uitoefe nen. Zulks geschiedde ook ten vorigen jare. Het ligt Immers^.in de bedoeling om zoo noo dig hetgeen die middelen geacht kunnen wor den tengevolge van de crisis minder op te bren gen dan anders het geval zou zijn geweest, non te vullen uit de opbrengst van de crisisheffin- gen (oorlogswinstbelasting en verdedJgingsbe- lostingen) en van de Staatsleening 1914 en van 29,815 voor periodieke verhoogingen, en 11916. verder 84,875 voor tractementen van het per- Van de hoogere ramirig der gewone ontvang- soneel der Riiksveldwacht, 71,889 voor trac- fton ,komt op de middelen A—F (ten vorigen tementen enz. van het personeel der gevangenis-iQre 7,385,000 en op de overige mid- sen, 145,000 voor subsidiën aan vereenigin- ^elen 10,442,222. gen, stichtingen enz. in verband met de uitvoe- Hooger zijn geraamd van de eerste groep ring der Kinderwetten, 41,550 voor gebouwen de grondbelasting f 155,000 de personeele en 24,268 voor aandeel van het departement belasting 440,000 de inkomstenbelasting van Justitie in de kosten van het wapen der 4,200,000; de vermogensbelasting ƒ70,000; maréchaussee. I do suiker-, wijn-, zout-, bier- en geslachts- De verhooging van hoofdstuk V 1,657,454) j accijns te zamen 1,174,000; de zegel-, re- komt voor f 913,000 ten laste van wettelijke gistrotie- en hypotheekrechten te zamen regelingen (o.a. f 530,000 voor subsidiën lager f 3T8„000; de successierechten 243,000; de onderwijs, f 215,287 voor pensioenen en wacht- invoerrechten 528,000; de waarborg gelden, ,f 65.000 voor kosten van armenverzor- f 20,000; de opbrengst der domeinen ging en 60,842 voor bijdrage aan het Bouw-, 160,000 en de loodsgelden 77,000. fonds). Voorts wordt o.a. meer gevraagd als ge- hoogere raming van de andere groep volg van de overbrenging van de handelsstads- (middelen G W, ten vorigen jare KAA) tiek van het departement van Financiën naar komt onder anderen voor 270,000 op het het Centraal Bureau voor de Statistiek en van j aandeel in de winst van de Nederlandsche Bonk, de reorganisatie dier statistiek/ 109,576, voor voor 381,937 op renten van voorschotten nomen de onzekerheid, welke bestaat ten aan* zien van het juiste bedrag, hetwelk uit de hie-^ voren genoemde belastingverhoogingen zal verkregen worden, en de verschillende, onze«f kere factoren, welke, fn verband met de bui tengewone omstandigheden, bij de samenstelt ling van het budget in het spel zijn. Indierf echter de hiervoren bedoelde wetsontwerpeif tot blijvende versterking van de middelen rue| tijdig In het Staatsblad mochten opgenomen kunnen worden om ze onderscheidenlijk op f Januari 1917 (of zeer spoedig daarna) of onj T Mëf 1917 In werking te doen treden, zullen maatregelen teneinde een grootcr bedrag tijdelijke middelen te verkrijgen, genom tl moeten worden. Blijkens het overzicht der crisis-uitgaven rt de bovéngenoemde bijlage, bedroegen deze vc: r. 1914 83,526,565,51 en voor 19! f 213,117,565,89 de drie universiteiten, de Technische Hooge. school 210,854, voor Rijks hoogere burger scholen 168,189, voor subsidiën aan am bachtsscholen 101,525 en voor kunsten en wetenschappen 43,041. Woningwet, N.-O. Locaal Spoorweg-Mij., 's Rjjks bijzondere fondsen en Staatsbedrijven, voor 220,624 op uitkeeringen van premi^n door Staatsbedrijven, voor 350,000 op op- j brengst van den arbeid in gevangenissen /en Het hoogere eindcijfer van^oofdstuk VI ad Rijkswerkinrichtingen, voor 4,853,900 op 8,848,554 komt (afgezien van het deel dat tot dë buitengewone uitgaven is gerekend) tot een bedrag van 7,028,482 voor rekening van nieuwen vlootbouw. Van laatstgenoemd bedrag bijdrage van Ned.-Indië in de kosten van den vlootbouw en voor 4,547,000 op exploitatie ontvangsten (voor zoover als gewone ontvangst gerekend) der Staatsmijnen, terwijl onder on macht 333,036, voor pensioenen enz. 78,345 en voor de niet-militaire uitgaven 417,565. Het hoogere cijfer van hoofdstuk VII A 1,362,578.75) is voor een bedreg van 1,400,000 veroorzaakt door stijging van de rente van vlottende schuld, zijnde 2,000,000 meer uitgetrokken voor rekening van het Rijk en 600,000 minder voor rekeipng van de ko- 26,036,737 aan buitengewone uitgaven en j loniën, welk laatste bedrag dus ook minder on- zol 1,853,900 ten laste van de bcgrooting der™ minder moet geraamd worden voor ren- von uitgaven van Ned.-Indië aan het moeder-1 ten van kasvoorschotten aan Oost- en West- land worden gerestitueerd en onder de Rijks- Indi^ f 600,000 en voor winst van het Staats middelen voor 1917 worden verantwoord. Overi- j bedrijf der posterijen, telegrafie en telefonie faf- gens is meer bcnoodigd voor materieel der zee- ?ezie" VQn tariefsverhooging) 267,993. macht 1,014,263, voor personeel der zee- 4,637,600 aan crisisuitgaven. Deze laatste jnoetcn echter verminderd worden met 3,429.016, zijnde het bedrag, dat, naar is aangenomen, hoofdstuk VIII lager is tengevolge van de crisis. De gewone uitgaven, afgezien van de crisis, waren mitsdien in de aanvankelijke begrooting geraamd op 245,407.993.14% tegen 223,512,715 aan geraamde ontvang sten, latende, na aftrek der geraamde „bespa ring", een tekort op den gewonen dienst van 19,995.278.14%. Na de vaststelling der begrooting zijn als- der de middelen kan worden geraamd als resti tutie van renten voor kasvoorschotten aan de Stelt men de ramingen der ontvangsten en uitgaven tegenover elkander, dan vindt men dat geraamd wordt Uitgaven gewone dienst 264,724,105.14, ontvangsten gewone dienst 241,359.937. tekort gewone gewone dienst 23,384,168.14. Uitgaven buitengewoon 36,584,410, ont vangsten buitengewoon 8,925,491tekort buitengewoon 27,658,919. Uitgaven crisisdienst 920,000, ontvangsten memorietekort crisisdienst 920,000. Totaal uitgaven 300,38ö3l5.14, totaal ont vangsten 250,265,428.—; totaal tekort asvuuiit-iiuiicji uuii MC, t\oi koloniën. Daarentegen is 265,071 minder be- J noodigd voor rente van leeningen. Voor amor- Hp' becijferd tekort op den gewonen tisatie is '230.800 meer geraamd. I ware nog te verminderen met het bedrag Dat hoofds-uk VIIB 748,539.01 hooger is, dnt de werkelijke uitgaven beneden de oor- is voornamelijk het gevolg van de stijging van de afdeeling „Kosten van de administratie der directe belastingen" met 440,229 (hoofdzake lijk wegens uitbreiding van personeel in ver band met de uitvoering van nieuwe belastingt wetten en wegens hoogere kosten van gebouwen nog op verschillende hoofdstukken gevoteerd en vaartuigen). Voorts van de stijging van de 161,385,241.20, waarvan 148,661,801.20 afdeeling „Kosten van de administratie van het aan crisisuitgaven en 10,000.000 aan buiten- Zegel, de Registratie enz." met 43,077 gewone uitgaven (blijft 2,723,440 aan ge-1 (hoofdzakelijk wegens meerdere uitgaven voor wone uitgaven) terwijl alsnog aanhangig zijn het personeel, wegens hoogere kosten van onder- suppletoire aanvragen tot een bedrog van houd en instandhouding der domeinen en we- 83,941,000, waaronder 81,515,000 aan gens het meer benoodigde voor zegelpapier), crisis-uitgaven. J van de uitkeeringen aan gemeenten met spronkelijk geraamde plegen te blijven. Voor dit als „besparing" bekend staande bedrag ware dezelfde som te nemen als ten vorigen jare (het gemiddelde van de jaren 1904—1913) te we ten ƒ1,900,000. Door deze som in mindering te brengen van het boven verkregen cijfer van 23,384,168,14, zou het geraamde tekort te ruggebracht worden tot rond ƒ21,484,000. Tegenover dit tekort staan de hoogere ont vangsten, welke ter beschikking zullen komen, nadat de door de Staten-Gcneraal in behande ling genomen, ten deele reeds door de Tweede Kamer aangenomen, wetsontwerpen tot het verhoogen van bestaande of het heffen van Omtrent de vermoedelijke Uitkomsten van het300,000 cn van het uittrekken van 50,000 nieuwe belastingen tot wet zullen 2ijn verheven, dienstjaar 1916 kan uit den aard der zaak gee- i voor garantie wegens kredieten aan den han- nerlei voorspelling worden gedaan. De zooeven deldrijvenden en industrieelen middenstand in bedoelde supplttoire aanvragen op den gewonen verband met de jongste overstroomingen in Ne- dienst zijn hooger dan in de meeste andere l derland. jaren, zoodat de „besparing" het hiervoor aan- I Op hoofdstuk VTII 486,921) wordt o.a. genomen bedrag wel niet bereiken zal. Aan den j meer geraamd voor bezoldiging van het perso- anderen kant brachten tot dusver verschillende neel der staven van het leger en van ^at^der middelen zij het dan ook door omstandig heden van tijdelijken aard eenige millioenen meer op dan de raming. Overgegaan wordt hierna tot een uiteenzet ting van de cijfers van het dienstjaar 1917. De uitgaven worden in totaal geraamd op 300,388,515.14, waarvan buitengewoon 36,584,410. Blijft 263,804,105.14. Met betrekking tot de crisisuitgaven zij hier aangeteekend, dat deze slechts tot een geza menlijk bedrag van 1,959,000 in de ontwerp- verschillende wapens en der landweer 93,724, voor aanschaffing, voeding en verzorging van paarden en trekhonden 486,886, voor de luchtvaartafdecling 376.330, voor de motor- afdceling 27,655, voor de aanschaffing van artilleriematerieel 493,500, voor den bouw der topografische inrichting 135,000, voor den dienst der genie 61,320, terwijl minder wordt aangevraagd voor kosten van kleeding en uit rusting van onderofficieren en soldaten en van ledergoed 348,637, voor kosten van huisves ting, stolling, nachtligging cn reiniging begrooting voorkomen. Hetgeen daarvoor meer - f52,200, voor den aankoop vnn oefeningster- benoodigd mocht blijken, zal suppletoir worden reinen 100,000 en voor het bouwen en in- aangevraagd. De cijfers van het Vlïïste hoofd- j richten van bergplaatsen voor voertuigen, pa stuk zijn zelfs tengevolge van de crisis lager, tronen en materieel 50,000. Immers op dat hoofdstuk kunnen bedragen wor- j De stijging der gewone uitgaven van hoofd- den gemist voor uitgaven, welke in gewone om- stuk IX 107,896.15) daalt tot 8846.15, ïn- standigheden zouden moeten geschieden doch j dien men de verhooging van de geheel lerug te thans, tengevolge van de crisis of van de be- ontvangen uitgaven voor de Rijkspostspaarbank schikking over voorraden, welke uit de buiten- ad 99,050 buiten rekening laat. Meer is uit- gewone credieten zijn aangeschaft, niet be- getrokken voor de kosten van het departement hoeven gedaan te worden. Hiermede behoort 32,600 (in hoofdzak wegens de overbrenging rekening te worden gehouden evenals blijkens van de nfdeelingen Werkloosheid en Arbeids- de ten vorigen jare gezonden nota, geschiedde bemiddeling en Arbeidersverzekering), voor de ten 1,487,000 voor het jaar 1916. Uit dezen hoefde is het ge- afdeeling Arbeidersverzekering J 62,100, voor wone bu«dget voor dat jaar verhoogd metde afdeeling Werkloosheid en Arbeidsbemidde- een bedrog- van 3,429,016. Aan .de hand van ling 567,000 en voor de afdeeling Pensioe- de cijfers van hoofdstuk VTII voor 1917 in ver- nen enz. 34,100. Daarentegen wordt minder verwachten hoogere baten daalt het tekort te weten: Hefffng statistiekrecht "3,000,000 Verhooging successierechten (uit deze, op 8,000,000 geraamde, verhooging zullen eerst met in gang von 1 Juli 1917 meerdere ba ten kunnen verwacht worden) 4.000,000 Verhooging bieraccijns 5.8C0.Ü00 Dividend- en tantièmebelasting (zal niet vóór 1 Mei 1917 in wer king kunnen treden en derhalve slechts over acht maanden van dat jaar meerdere baten afwerpen) ,r00 000 Zegel- en registratierechten 3,200,000 Wijziging vermogensbelasting, na aftrek vermindering Inkom stenbelasting (een en ander zal niet vóór 1 Mei 1917 in werking kunnen treden, zoodat slechts over acht maanden van dat jaar uit dezen hoofde meerdere baten zijn te verwachten) 900,000 Hierbij is te voegen het geraam de provenu van de bereids tot stand gekomen herziening van de tarie ven der Posterijen, Telegrafie cn Telefonie, met inbegrip van de aanvankelijk teruggenom m, doch binnenkort wederom aanhangig te maken verhooging van het torief voor het vervoer van postpaket- Totaal ƒ17,387.000 Door het in rekening brengen van deze, *e gelijking met die, welke aanvankelijk, dus vóór j aangevraagd op de afdeeling W aterstaat het uitbreken ven den oorlog, waren opgeno- 197,453 (waartegenover echter voor bijdra- men in dat hoofdstuk voor 1915, is een nadere] gen in de kosten van werken 158,316 minder berekening gemaakt. Deze leidde lot de slot- onder de middelen kon worden opgenomen) en som, dat de zooevcn bedoelde verhooging voor op de afdeeling Spoorwegen 499 500. 1917 ware te stellen op een bedrag van Het hoogere eindcijfer van hoofdstuk X ad 2,879,000. 4,651,312 wordt voor een som van De minister zet don uiteen, dat de begroo- 4,087,000 veroorzaakt door de hoogere ra ting, als, gevolg van de crisis (afgezien van het- mirjg van de exploitatiekosten van de Staat>- geen daarvoor suppletoir zal worden aange- j mijnen en mitsdien ruimschoots opgewogen vraagd), hooger is het reeds genoemde be- door de daarmede verband houdende hoogere drag van f 1,959,000 en lager is op hoofd^ raming der inkomsten. De verdere stijging van stuk VTII 2,879,000, blijft lager 920,000, het hoofdstuk bedraagt 564,312. Hiervan welk bedrag dus is toe te voegen aan de ge-komt op rekening van de afdeeiing Landbouw wone uitgaven ad 263,804,105.14, waardoor 476,340 (waarvan 13,715 voor onderwijs, deze worden 264,724,105.14, tegen voor I 53,975 voor veeteelt, akkerbouw en tuinbouw, 1916 (mede onder toevoeging van hetgeen de 51,800 voor kosten van onderhoud cn ver- aanvankelijke begrooting lager was door debetering in de houtvesterijen en 355,700 crisis) 245,407,993.14%, dus meer voor 19T7, voor vergoeding aan het Tiendfonds van on- kosten voor de uitvoering der Tiendwet), van tot ƒ91,484,168.14 M7,387,000 ƒ4,097,168,14, of in rond cijfer ƒ4,000,000. Konden die baten allen over het geheelc jaar 1917 haar invloed doen gelden, dan zou hier door het geraamd tekort op den gewonen dienst, becijferd op de wijze als sedert 1907 gebruikelijk is, geheel verdwijnen. Nu daarop In de gistermiddag gehouden zitting toiJ de Eerste Kamer werd door den heer Var". Voorst tot Voorst het voorzitterschap, detl. Kamer voor het nieuwe zittingjaar aan^' vaard en werden de geloofsbrieven dei nieuw-gekozen leden gesteld in handelt eener commissie, waarna de vergadering werd verdaagd tot heden II uur. In de gistermiddag gehouden vergade ring van de Tweede Kamer zijn op de voor dracht aan H. M. de Koningin van drie per sonen voor het voorzitterschap van de Ka« mer geplaatst le. de heer H. Goeman Borgesius (48 van de 79 stemmen); 2e. de heer J. H. Schaper (48 van de 80 stemmen); 3e. de heer jhr. mr. Ch. J. Ruys de Beerer brouck (58 an ce 78 stemmen). Uil de Per®. De Gpoij^wetsherzieninfl. De Standaard schrijft over „het Kies- geding." Het tweede artikel aan dit onder werp gewijd, vangt aldus aan: „Meer of minder kiezers is niet de vraag, die voor het stelsel beslist. Thorbeckea wet kromp het aantal kiezers op een mini* mum in, terwijl Cort van dor Linden het zoo ririm mogelijk uit wil zetten. De oude Heemskerk nam hiexbij een midden-positie in, en wat nu nog, onder Van Houten'» voorgang, voor het stembiljet beslist, is evenzoo niet anders dan een midden-positie die tusschen Thorbecke en Cort van der Linden in ligt. Immers bij Thorbecke, bij den ouden Heemskerk en bij Cort van der Linden is en blijft het al het ééne zelfde uitgangs punt, in den grond een geheel identiek stel sel, en in dit door deze drie Staatslieden be« pleite stelsel" dient zich nog steeds onver- anderlijk aan wat rechtstreeks uitvloeisel van de grondgedachte der Fransche revo lutie was. Het zijn de enkele burgers, die zich contractueel vereenigen om recht en orde in den Staat te doen gedijen. Het is en blijft principieel het stelsel van het Contrat sócia 1." Of het kiesrecht algemeen of beperkt is, kan voor den Standaard-schrijver de zaak nimmer beslissen. Voor hem blijft d< principieele tegenstelling een organise! of een individualistisch kiesrecht. „Het individualistische, en dus atomia tische kiesrecht, keuren we als in onverzoem lijken strijd met onze beginselen af, en voot het organische kiesrecht, als door Gods ah machtig bestuur in de historie der volken bezegeld, blijven we met hoogen ernst op komen. Doch blijkt ook nu weer, dat onza macht en invloed te klein zijn, om'het or ganische kiesrecht door te zetten, ja, dat zelfs onze bondgenooten den strijd voor dit organisch kiesrecht schier geheel opgeven, dan blijven wij daarom wel aan ons uit gangspunt vasthouden, maar zullen toch evenals in 1874, 1878* en 1887 bij wat de tegenpartij doorzet, in ons opkomen voor het democratische beginsel volhar den. „We ijker* aldus vaart dan de Standaard voort daarbij met geen let ter het tegen ons overstaand revolutionaire beginsel. Veeleer blijven we tegen het daar op rustend stelsel uit volle overtuiging vlek oven staan, juist zoo als we dit in 1855, in 1874 en 1887 deden. Maar en nu lette men op wat de S fra n d a a r d volgen laat kunnen we ons beginsel niet doorzet ten, staat vast dat het toch weer op een in dividueel Kiesrecht miioopt, en komen we alzoo ten slotte eeniglijk voor de vraag te staan, of dit revolutionair-individueele en atomislische kiesrecht aristocratisch zal zijn, zoodat de lagere standen achteruit worden gezet, dan wel democratisch, in zoo gezonden zin, dat alle deelen en ge ledingen van het demos tot gelijken rechte komen, dan staan we als goede Calvinisten lijnrecht tegen het aristocratische conserva tisme over, en voeren we het pleit voor het volk in al zijn geledingen. „Zeer zeker, het stelsel van een perso- nenkiesrecht deugt niet, maar Thorbecke's wet leed principieel aan hetzelfde euvel, en de wet van den ouden Heemskerk-valt met Van Houten's wet onder gelijk oordeel. Al deze wetten rusten op hetzelfde valsche beginsel, en toch, bij alle.deze wetten heb ben wij, als goede Anti-revolutionairen, niet door louter tegenstemmen obstructie ge maakt, maar aan de stemming deelgeno men, en zulks om het gezonde democrati sche element te versterken Op van tweeën één moet daarom ook nu y trui UIKCUJK 1», gcnctl ïtiunij»!.". echter niet te reltenen valt, nu;, nadat reeds het doel der anti-revolutionairen gericht zijn. gedurende eenige jaren belangrijke tekorten op den gewonen dienst zijn voorgekomen, niet an dermaal een groot risico worden geloopen, dat de gewone dienst, zelfs als die, naar de mee ning van den minister, gunstiger wordt voor gesteld dan hij is met een tekort sluit en kun nen dus tijdelijke dekkingsmiddelcn voor het jaar 1917 niet worden gemist. De minister stelt zich derhalve voor de in diening te bevorderen van een wetsontwerp tot het heffen, ten ba(e van de algemeene Rijks middelen, van tien opcenten op de Inkomsten belasting en op de Vermogensbelasting over L l TOT7 rTOTA H.'oriiit ta! 19,316,111.99%. Met betrekking tot de stijging van de ge- de afdeeling Nijverheid 32,501, van de af- wone uitgaven op de verschillende hoofdstuk-1 deeling Arbeid 24,708 en van de afdeeling het jnar belastingjaar 1917,1918. Hieruit zal, ken zij het volgende aangeteekend. .Pensioenen enz. 23,836. I naar raming, een bedrag van. 3,000,000 ver- De verhooging van hoofdstuk II 17,912.50) De hoogere 'raming van hoofdstuk XI t kregen worden. De minister meent, dat hie.- is het gevolg van de hoogere kosten van papier, 503,923.83%) eindelijk is nagenoeg geheel mede kan volstaan worden, in aanmerking ge- meent de Standaard. „Dagen er alsnog bondgenooten op, dio met ons voor het organische kiesrecht het pleit willen opnemen, en zien we de moge lijkheid in, om bij nieuwe Kamerverkiezing, een Vertegenwoordiging te doen optreden, die met ons voor het organische Kiesrecht in de bres wil treden, dan moet thans op verwerping van de ingediende ontwerpen worden aangestuurd, en moet onmiddellijk daarna een organisch voorstel aan de orde komen. Blijkt daarentegen dat dit niet kon; is he", a If gemaakt, dat voor zulk een opcrati® de onmisbare bondgenooten niet le vinden zijn; en zal 't alzoo er ten slotte toch op neer komen, dat we nogmaals, even als drie-

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1916 | | pagina 2