EEN STRIJD OÏDE ZON. „DE EEMLANDER". Donderdag 21 September 1916. BUITENLAND. FEUILLETON. N' 70. 1Sde Jaargang. KOLONIËN; Hoofdredactie* MARIE VAN VERSENDAAL. Mr. O. J. VAN SCHAARDENBURG. Uitgevers: VALKHOFF Co. ABONNEMENTSPRIJS: 5>er 8 maanden too» Amersfoort -- t 1.30. Idem franco per postJ*?®; Per week (met gratia verzekering tegen ongelukken)» 0.13°. {Afzonderlijke nummer»0.05. Vekelijkeoh bijToogsel „D» Hollandtdu Huiêvrouto(onder 1 redactie van Thérèae Hoven) por 8 mnd. 50 cts. (Wekelijkaob bflToegeel e- "V per 8 mnd. 53 cts. Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1. Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER AD VERTENTIEN: Van 1B regels f 0.80. Elko regel moer 0.15. Dienstaanbiedingen 15 regels.. ..x O.ÖO, Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingou tot het herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnement. Eono circulaire, bevattende do voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Varbreking der Concentratie? Er bestaan onpractische menschen. Ze zijn er altijd geweest en zullen er ook yrel altijd blijven. Het zijn van die menschen, dio zich op 'n onderdeel blind staren maar voor het be lang van het geheel geen oog hebben. Zoo lezen wij in enkele politieke organen iler linkerzijde ingezonden stukken van po litieke tinnegieters, die adviseeren om de concentratie nu maar te verbreken. Want zonder concentratie zou men zoo'n prach tig papieren program kunnen maken, zoo heelemaal naar z'n eigen zin, zonder reke ning te houden met de wenschen der an dere groepen en de mogelijkheid van ver wezenlijking. Zij vergeten, dat een politiek program dient om ten uitvoer gebracht te worden. Wie overtuigd is dat de beginselen daarin neergelegd het heilzaamst zijn voor 'de politieke en sociale ontwikkeling van z'n land, mag niet tevreden zijn als hij maar 'n mooi paradeprogram samengesteld heeft doch hij moet er met alle macht naar stre ven die beginselen ook in toepassing le brengen. En dat is heel wat moeilijker dan het maken van het program zelf. Geen der vrijzinnige groepen zal in den waan verkeeren, dat zij uit eigen kracht 'n voldoende meerderheid kan verwerven om zelfstandig haar program ten uitvoer te brengen. Het conservatisme is numeriek zoo machtig dat zelfs bij de nauwste sa menwerking slechts met de grootste inspan ning 'n linksche meerderheid te bereiken valt. Dat men dit toch nooit uit het oog ver- liezel Trekken de vrijzinnige groepen elk op pigen gelegenheid, zij het ook met nog zoo fchitterend program, op, dan is er volstrekt ^een profetische blik noodig om te voor spellen dat, bij versnippering van stemmen, in de meeste districten de vrijzinnige can- didaten zullen uitvallen en de herstemming zal gaan tusschen rechts en rood. En dan zal in verreweg de meeste gevallen rechts winnen; want de kleurlooze middenstof welke nog wel voor 'n vrijzinnigen candi- daat te bewerken is, stemt nooit rood. En aangezien slechts 'n geringe stem- menverschuiving noodig is om de coalitie weer meerderheid te doen worden, is het klaar als de dag, dat ontbinding van de con centratie de zekerste zegepraal voor rechts zou beduiden. Wat baat het dan al of men er 'n pracht- program op na houdt? Ware het concentratie-program afge werkt en kon men over nieuwe punten niet dan ten koste van beginseloffers tot over eenstemming komen, de ontbinding van de concentratie zou dan ernstig overwogen moeten worden. Maar zoo staat het nog lang niet. De regeering heeft het concentratie-pro gram vrijwel geheel tot het hare gemaakt en op bewonderenswaardige wijze uitge werkt. Maar afgewerkt is het op verre na nog niet. Integendeel, er zal nog hard voor gestreden moeten worden. De oorlogscrisis heeft zeer veel van de aandacht der regee ring in beslag genomen en de rechtsche meerderheid in de Eerste Kamer zorgt wel voor de rest. Ontbinding van de concentratie ware dus hoogst ontijdig; ja, zoolang de concentratie de eenige kans geeft van toepassing der democratische beginselen, zou verbreking verraad beteekenen aan de democratie en de hoogst belangrijke hervormingspunten, welke in het concentratie-program neerge legd zijn. De oorlog. In het westen is de deg rustig geweest. Dien indruk krijgt men althans uit de in Berlijn en in Londen uitgegeven bulletins, die slechts melding maken van enkele, op zich zelf staande wederzijdsche aanvallen, die zonder gevolg bleven en den algemee- nen toestand onveranderd lieten. Het Pa- rijsche avondcommuniqué, dat de laatste berichten bevat, meldt intusschen, dat op het Fransche gedeelte van het front be noorden de Somme gisteren den geheelen dag een zware strijd heeft gewoed. De Duitschers deden hardnekkige pogingen om de laatstelijk door hen verloren stellingen bij de hoeve van Le Priez en bij Boucha- vesnes, terug te winnen. Zij zijn daarin ner gens geslaagd. Bij Bouchavesnes was het hun bijna gelukt, maar de Fransche tegen aanval verdreef hen weer. Op het oostelijk oorlogstooneel behaal den de Russen in de Karpathen kleine plaatselijke voordeelen bij de stoeterij te Luczina en ten zuiden van de Bystritz; ove rigens werden hunne aanvallen afgeslagen. Aan de Narajowka blijft de strijd gunstig verloopen voor de Duitschers en Oosten rijkers. De Russische generale staf bepaalt zich tot de mededeeling, dat er niets van belang is te melden. Van het Karstplateau, dat gedurende vier dagen het tooneel geweest is van een ge weldigen Italiaanschen aanval, wordt Itali- aansch geschutvuur bericht, dat tijdelijk zeer levendig was. Uit Ween en wordt be richt, dat de aanvalsmacht bestond uit 20 infanteriebrigades, een cavalleriedivisie en omstreeks 15 bataillons Bersaglieri. In Zevenbergen zijn de Rumeniërs geheel verdreven uit de streek ten zuidoosten van Hatszeg, Petrosony en de Szurdukpas zijn weder in het bezit van de Oostenrijkers. Over den strijd in de Dobroedsja bericht het Duitsche hoofdkwartier, dat zich hevige afwisselende gevechten afspeelden en dat de vijand met de ten spoedigste aangevoer de versterkingen in zijne stellingen den hardnekkigsten tegenstand bood. Over den strijd aan het Macedonische front wordt uit Saloniki bericht, dat de Ser viërs aanvallend bleven optreden en in den omtrek van Fiorina zware verliezen toebrach ten aan de Bulgaren. De Grieksche regeering heeft de daad van den commandant van het vierde legerkorps, die de overeenkomst sloot krachtens welke dat korps nu naar Duitschland wordt over gebracht, gedesavoueerd. Zij verlangt, dat deze troepen via Zwitserland zullen worden teruggezonden, maar wil waarborg geven dat zij niet aan de zijde van Duitschlands vijan den dienst zullen doen. Athene, 19 Sept. (R.) Uit goede brori wordt vernomen, dat de koning en de ministers in beginsel hebben besloten uit de neutraliteit te treden. De houding van Duitschland in de Kavalla-kwestie heeft er gernis gewekt in de hoogste kwartieren. Er wordt zelfs van een ultimatum gesproken. Londen,. 20 Sept. (R.) Uit Athene wordt d.d. 19 Sept. bericht, dat volgens een daar loopend gerucht, dat echter niet be vestigd is, eene afdeeling Grieksche solda ten uit Oost-Macedonië geïinterneerd zou zijn in Philippopel. Konstantinopel, 19 Sept. (W. B.) Communiqué van het hoofdkwartier. Aan het Kaukazusfront waren schermut selingen, artillerieduels en geweervuur. Een rooverbende, die door onze vijanden gevormd was en onder hunne bescherming stond, landde aan den oever bij Fenike en werd met verlies voor haar verjaagd. ~/ijf vrouwen en dertien mannen van de vreed zame bevolking werden gedood, zeven an deren gewond. Een aanval, dien wij tegen Kanli Ada, ten zuiden van Spli Burun, uitvoerden, was evenals een andere, dien wij tegen Djiblak 'Ada, ten westen van Aviali richtten, met succes bekroond. Wij brachten drie vluchtende vijandelijke zeilschepen met hunne bemanning door ons artillerievuur tot zinken en maakten eenigen buit. Konstantinopel, 19 Sept. (W.- B.). Communiqué van het hoofdkwartier. Aan het Fellahiefront hebben wij de vij andelijke batterijen krachtdadig bestrêden en een vijandelijk munitiemagazijn in de lucht laten vliegen. Vijandelijk zwaar artille rievuur bleef zonder uitwerking, ofschoon het door de waarneming van vliegtuigen geleid werd. Wij wierpen eene vijandelijke afdee ling, die op het gebied van Eensaye kwam, in de stelling van uitgang terug. Aan het Perzische front wierpen wij den löen een escadron vijandelijke cavallerie te rug, dat het dorp Hazin naderde op 35 K.M. afstand ten noorden van Devlet Abod. Vijan delijke verkenningsafdeelingen, die bij onze voorposten kwamen, werden in hunne uit gangsstellingen teruggeworpen. Door een verrassenden aanval verstrooiden wij een vijandelijk escadron, dat in de streek Hassur Kop lag. Wij wierpen den vijand uit de plaats Kereszi, 80 K.M. ten oosten van Bidgjar, waar hij binnengedrongen was, en bezetten die plaats. Berlijn, 2 0 S e p t. (K. N.)^De Voss. Ztg. verneemt uit Christiania dat op de meelbeurs van 19 dezer het opzienbarend bericht uit Londen kwam, dat Engeland nu werkelijk den totalen toevoer naar Noorwe gen van koren en meel heeft afgesneden. Volgens Aftonposten vat men in bevolkings kringen den toestand zeer ernstig op. Alle overige beurs- en koersbewegingen treden pa dit bericht op den achtergrond. Men ver neemt ook, dat het jongste bericht waarbij sprake was van een algeheel verbod van uit de neutrale landen afkomstigen toevoer van cacao, koffie, schapenvellen en runder huiden en vele andere artikelen, spoedig een voldongen feit zal zijn en Noorwegen geheel aangewezen zal zijn op de levering uit Amerika van meel en koren. De voorra den in Noorwegen zijn met het oog op den komenden winter niet groot. Men is er ech ter van overtuigd, dat een opheffing van "de zen ongehoorden maatregel alleen door nieuwe concessiën kan worden afgekocht. Bij personen, die de toestanden eenigszins kennen, bestaat geen twijfel ovèr den aard der eventueele concessiën. Het is duidelijk, dat de positie van Noorwegen, gelijk ook van geheel Skandinavië, dagelijks meer en meer onhoudbaar wordt. Verspreide Berichten. Va kvere enigingsle ven in de loopgraven. Met goedkeuring vaq den Duitschen mi nister van oorlog heeft in de loopgraven de stemming over een vakvereenigingsquaestie plaats gehad, en wel over de vraag, of het verbod van nachtwerk in de bakkerijen, dat 15 Januari '1915 uitgevaardigd werd, ook in vredestijd zal blijven bestaan. Men was het daarover namelijk lang niet eens en besloot ook de bakkers in de loopgraven en veld- bakkerijen te raadplegen. 10.308 man namen aan de stemming deel. Volgens de Vorwarts hebben 10.247, dus bijna allen, zich verklaard voor de handha ving van het verbod ook na den oorlog. Ook gaven bijna allen den wensch te kennen, dat reeds nu deze quaestie wettelijk geregeld zal worden. D e i o m e r t ij d. De invoering van den zomertijd heeft be langrijken invloed gehad op 't gasverbruik in Berlijn. Hoewel jegens de schaarschte van petroleum en spiritus veel gebruik van gas gemaakt werd en in de eerste 6 maan den van dit jaar 18.000 nieuwe gasautoma- ten geplaatst werden, is het gasverbruik bij de stedelijke en Engelsche gasfabrieken zeer aanzienlijk verminderd. Terwijl in de maan den JanuariApril de goswerken nog een 2.4 millioen kubieke meter gas te noteeren hadden, werd-voor Mei-Juni een verminde ring van 508.500 kubieke meter vastgesteld. Daarmee is bewezen, dat door de invoe ring van den zomertijd groote besparing in de kosten van verlichting bereikt werd. „A u Bon March Het bekende Parijsche modemagazijn „Au Bon Marché" is in andere handen over gegaan. Dat onaanks den oorlog de zaak nog goed gaat, blijkt uit de som die er voor be taald is. Madame Boucicaut, de erfgename^ van de eenige jaren geleden gestorven op-* richtster van de firma, heeft haar aandeel voor 75 millioen francs verkocht aan mada me Gerber, eigenares van de Parijsche mw deateliers van Callot Soeurs. Volgens Ame- rikaansche berichten is daarvan 50 millioen francs in contant geld betaald, 10 milli- oen in obligaties van de Fransche ootlogs- leening en de rest in Turksche waarden. PapiernQod. De Fransche bladen zullen, met het oog op den papiernood, opnieuw ingekrompen worden. Zij, die tot dusver met 4 bladzijden uitkwamen, zullen nu tweemaal per \vc<4c met 2 verschijnen. Ook de grootere Waden zul len dunner worden. Maandelijks wordt hier* door een millioen francs aan papier uitge spaard, dat tot dusver tegen goud uit hel buitenland werd betrokken Gabion z, 20 Sept. De schade, dio door den doorbraak van den dam in de Weisse Desse is aangericht, is vooral ver schrikkelijk in de gemeente Dessendorf, waar talrijke woonhuizen en molens geheel weggespoeld of ineengedrukt zijn. Hel juiste cijfer van verongelukten en vermis ten bedraagt 56, waarvan 26 lijken gebor gen zijn. Vier lijken zijn nog te zien onde^ de puinhoopen. De schade wordt op ver scheidene millioenen kronen geschat. Oost-lndlë. Onlusten op Djambi. Majoor Van der Linden bereikte, vol gens de Tel., den 14den September Saro- langoen, dat geheel in vlammen opging. Ka pitein Brasser, «naar Bangko opmarcheerend* vond Ladangan Red.) verlaten. Bij Bangko werd een aanval van 1500 opstan delingen afgeslagen. De vijand verloor 40 dooden en 60 gewonden. Kolonel Van det Beeke, van de Westkust komend, bereikt* Moarabongo. Verscheidene aanvoerders oitw derwierpen zich vrijwillig. De bevolking va# Sarolangoen keert langzaam terug. De zaak—Vermeer. De correspondent van het Hbld. te Soe^ rabaja seint, dat de om zijn aanvallen ir( de pers op het Indisch legerbestuur bekende kapitein der infanterie H. J. Vermeer pen4 sioen gevraagd heeft en waarschijnlijk iif het begin van December naar Europa ven< trekt. Op grond waarvan de heer V. thans zijn pensioens-aanvrage zou kunnen worden bew willigd is het blad niet duidelijk. Nog on* langs werd op eene dergelijke aanvrage af wijzend beschikt, wijl de heer V. volgena de bepalingen nog niet in aanmerking komf voor pensioen. Groote geesten hebben niet minder harts tochten en meer deugden dan gewone menschen, doch zij streven een edel doel ra. Uit het Noorsch van Hulda Garborg. Vertaald door A. M. VAN DER LINDEN-VAN EDEN. 28 „Dat zij niet werken? Ziet u dat kleine, flvitte huis op den weg daar, beneden, dat Jïnet de kamperfoelie over de veranda? Dat behoort aan een jongen onderwijzer, die in .ftijn vrije uren Shakespeare verlaalt. Zijn huis beeft hij zelf gebouwd. En het roode er Inaast, dat zoo mooi omheind is door rooden hagedoorn, dat is van den brievengaarder. Zij Rebben-beiden een stukje grond en u kunt er op aan dat het er recht gezellig is. Dóór, mid den In de buurt, kunt u ons nieuwste badhuis ien; het is het derde dat in korten tijd in het '-1 verrezen is. En vindt u niet dat de men- len hier gewillig .alles aannemen wat tot eller ontwikkeling kan brengen? Hier zullen reldra op lederen gaard machines en tele- ons zijn, meneer Haave;ja, zelfs op iederen •ter. Neen, t komt mij weieens voor dat zij ïiug zijn yan aannemen. De .weldadigheid begint er een woordje mee te spreken; dat is geen goed teeken." „"Wat zegt u?" Zij schudde het hoofd: ..Dat is een slecht teeken, meneer Haave." Hij trok zijn schouders op. „Tja! Maar wat wilt u dan? Een samen leving kan evenmin als een mensch eeuwig in een staat van onschuld blijven." „Daarvan weet ik weinig. De tijden wisse len; maar kan de kern niet bewaard blijven? Kunnen wij in ieder geval de menschen, die geen weldadigheid van noode hebben, niet met vrede laten?" Hij keek haar aan met een medelijdenden blik. „Helaas, helaas, de wereld kan niet be stuurd worden door een hemelsblauw idealisme. Het leven "is hardhandig, mevrouw Runge. U kent toch het recht van den sterkste en wat is er niet een strijd in de natuur zelve." Zij werd even ongeduldig. „Ik spreek niet over de wereld, maar over wat vóór ons ligt. Wij praten over dit kerspel en over de mensehen, die hier wonen. Ik spreek ook niet over de natuur, maar over al onze kwakzalverij. Wij hebben iets groots en goeds hier, dat wij moeten trachten te bewa ren. Ik heb ook het een en ander van de wereld gezien, en ik weet ook een weinig van het leven der menschen, die vóór ons waren. En ik heb meer en meer begrepen dat dit kleine kerspel tusschen de bergen nog iets bezit van hetgeen de groote wereld nu als een smartelijk verlies betreurt; iets namelijk het geen de kern is van alle groote godsdiensten, vóór alles van het Christendom. Dat kan niet gekocht worden met al het goud der wereld." Haar pogen yulden *ich met tranen en het was hem alsof zij smeekte om het behoud van haar eigen, geliefd kind. Harald Haave zweeg omdat hij niets wist te zeggen. Hij gevoelde dat hij tegenover een macht stond, waaraan hij reeds lang niet meer geloofde. En zij ging vol vuur voort: „De menschen zijn hier goed jegens elkan der, zonder omhaal van woorden; zij helpen elkander praktiesch cn zonder sentimentali teit en zonder ophef. Omdat het natuurlijk voor hen is, en omdat zij instictmatig voelen dat het verstandig is. Dit is hun vorm van zelfstandigheid; aldus begrijpen zij 't best de beteekenis van het samenleven, zonder pro gram of systeem, maar naar de lichtgevende wetten, die in de harten van gezonde men schen zijn geschreven; dat alles wilt u ons ontnemen. U weet het. Allen weten het. Maar wat kunt u er ons voor in de plaats geven dat beter is, meneer Haave?" „Lieve mevrouw, u..." „Ach neen, u kunt mij niels zeggen wat ik niet reeds honderd keeren heb gehoord. U hebt mij niets te zeggen over uzclvcn, ik weet het. Maar ik spreek tot u uit mijn eigen be droefd hart, als mensch tot mensch, omdat het voor mij van zoo groote beteekenis is." Zij zat met gevouwen handen strak vóór zich uitziende. „Ik heb dit kerspel lief; alles waaruit mijn leven bestaat heeft hier wortel geschoten cn daarom wensch ik zoo innig dat het gespaard moge worden." „Maar, mijn beste mevrouw, ik begrijp u niet." „Ik geloof u wanneer u dit zegt. Hoe zoudt u mij kunnen begrijpen? En al begreept u mij, dan zoudt u toch e\engoed blijven ijveren yoor uw doel. Niet omdat u kwaad .wilt, maas omdat u den omvang van uw pogen niet ver moedt. Er staan hier belangen op het spel, die u vreemd zijn. Maar u moet bedenken dat het niet slechts bosschen en watervallen zijn die u koopt; het gaat hier om de ziel van het volk." Hij glimlachte met een toegevend lachje, zooals men doet tegenover vrouwen en kin deren. „Och zoo'n vaart zal het wel niet loopen." „Hebt u ooit werkelijk kennis gemaakt met de menschen hier in het'dal, meneer Haave?" „Ja, het is een mooi slag menschen." 7,Hebt u wel eens des Zondags de kerkgan gers beneden in Viken ja want ik veronder stel dat u uw kerkbezoek ook aan deze zijde van den Oceaan hebt voortgezet, hebt u die kerkgangers weieens vergeleken met die verderop in het dal, die u in ieder geval eens hebt ontmoet. Dóór is het volk nog van het echte ras. Heeft het u niet getroffen dat dit verschil te denken geeft? In dit inwendig ver toon spiegelt zich de ziel van het volk. Hier boven zijn de menschen het beeld van een vrij, frisch volk; het andere beeld vertoont veel meer een sombere kleur, meneer Haave. Wordt uw hart niet ziek als u hen ziet? Ik ga somtijtfs naar "Viken om de arbeiders waar te nemen. Vooral om naar hun kinderen te zien! Ik wilde wel dat ik ze allen mee naar boven kon nemen om de zon op hen te laten schijnen. Neen, neen, de geheele aanleg van dit volk bindt het aan dezen grond, heeft deze samenleving opgebouwd en deze cultuur ge schapen; dat kan niet door uw goud vergoed worden." „U vergeet geheel, mevrouw, dat de boeren j vrijwillig verkoopenj H fctelt 't yoof also! wiij iToo.vera 2Ün»."_j/ Eli's stem verhief zich krachtiger en met een ontroering die zij moeielijk kon bedwing gen, zei ze: „Gaat Gunnar Praestgard ook vrijwillig vaiï den ouden gaard zijner vaderen?" „Hij is geen eigenaar meer van den gaard/* „Ach neen, dat weet ik. Er bestaat iets daf men juridisch recht noemt en dit is op dc hand van zijn zoon. Maar het zedelijke recht: om dezen gaard te verkoopen, die altijd in de familie is geweest cn dien zijn vaderen heb-, ben gebouwd en waaraan zij met liefde hun zorgvuldigen arbeid hebben gewijd, vindt u dat hij dat ook heeft? Neen, niet meer dan dat eenig man in het districtbestuur rechÉ heeft den grooten waterval te verkoopen aart de Maatschappij, al mochten de Juristen een onduidelijk woord vinden In mijn vader'4 testament" „Maar wie heeft u gezegd dat... dat immers in 't geheel niet uitgemaakt dat..." Zij glimlachte bitter. „Dus, dat is nog niet uitgemaakt! Acli, eerst begin ik te begrijpen wat er hier rondonf ons gebeurt. Maar één ding wil ik u wel zeg^ gen: vrijwillig gaat Gunnar Preestgard nooi! van zijn gaard, evenmin als ik ooit mijn toe^ stemming geef om den grooten waterval té verkoopen." „Ja, mevrouw, deze dingen staan niet aan of aan mij om uit te maken!" Hij stond op. 'Wi'.'U vervolgd»!

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1916 | | pagina 1