BÏN N EN LAN D p_- Aardbeving op Java. *5 Men seint uit Soerabaja aan de N. R. Ct: Het officieele rapport over de aardbeving meldt, dat te Banjoemas 400 inlandsche huizen zijn Ingestort en 500 beschadigd, ln Maos 70 ingestort en 200 beschadigd. Kameroverzicht. Eerste Kramer ïn de gisteren gehouden vergadering werd üeslotr- tot toelating van de herkozen en niei v /cozen leden. De Voorzitter betuigt vervolgens zijn Biepe erkentelijkheid voor zijn herbenoe ming. Met genoegen gewaagt hij van den eteun van de Kamer en herdenkt de leden Üie de Kamer ontvielen. Snr. wijst dan op de rustige werkzaam heid an den Stat en-Generaal te midden van de oorlogvoerende landen. Als ram pen ons land mogen treffen, dan scharen wij ons, zegt Snr., om den troon van onze geëerbiedigde Koningin. Hierna verklaart de voorzitzijn functie te aanvaarden. De Voorzitter stelt hierna voor de Troon rede met een Adres van Antwoord te be antwoorden. Aldus besloten. De Voorzitter deelt daarna mede. Bat de centrale sectie besloten heeft, de fi- nancieele wetsontwerpen Donderdag 28 de zer rles ochtends te 11 uur in de afdeelingen le doen onderzoeken. De Kamer zal in ver hand daarmede Woensdag 27 September 'des avonds te half negen worden bijeenge roepen, om dan af te doen wat aan de orde zal zijn. Tweed© Kamti Vergadering van Woensdagmiddag 20 September 1016. De Voorzitter (de heer Lieftinck), deelt mede, dat H. M. op voordracht der Kamer wederom den heeT Goeman Borge- sius tot voorzitter heeft benoemd. De heer Goeman Borgesius, met een korte toespraak 't voorzitterschap aan vaardend, brengt in herinnering, dat ook in deze zitting vele belangrijke zaken ter af doening wachten. Spr. hoopt, dat de leden de vergadering trouw zullen bijwonen. De plichtsvervulling drukt zwaar op hem, die de vergadering leidt en spr. ontveinst zich zijn «ware taak geenszins. Hij heeft echter ge meend, toch te moeten gevolg geven aan de opdracht. Spr. hoopt, dat hem de krach ten mogen geschonken worden, om zijn taak te vervullen, en dat hem daarbij alle partijen welwillend terzijde zullen staan. In 't bijzon der heeft hij hierbij 't oog op de komende Grondwetsherziening, waarvan de eindver slagen dezer dagen zullen worden rondge deeld. Tep slotte verklaart hij erkentelijk te fijn voor het vertrouwen en voor de woon* tien van den nestor der Kamer en zegt het Voorzitterschap der Tweede Kamer te aan vaarden (bravo's). Hierna doet de voorzitter mededeeling ran het bedanken van den heer Schim van 'der Loelf als iid der Tweede Kamer voor Dordrecht. Nadat het nieuw gekozen lid roor Almelo, de heer Engels de verelsch- ie eeden heelt afgelegd en zitting heeft ge nomen, wordt de vergadering gesloten en Verdaagd tot Donderdag morgen 12 uur. Uit de Per». Ce Trocrpctfe. De Nv R o 11. C t. vindt het, juist bij _den Dpzet van deze troonrede, eenigszins teleur stellend, dat daarin met geen woord ook «elfs uit de verte in betrekking tot den oor log eene toespeling gemaakt wordt op de groote aangelegenheden, die bij de Kamers aanhangig zijn. irHet zou weldadig geweest zijn, indaen de regcering nu ook aan den aanvang van het eer belangrijke parlementaire jaar, dat ons wachten staat, tusschen de voorname on er weipan die in openbare behandeling ko- nfü en den oorlog openlijk het verband had uelegd, dat er onmi.sken/baar tusschen be- r:nat. Zij had er nadruk op kunnen leggen en zij zo-u daarmede ongetwijfeld een memend nuttig werk hebben vorrioht ut het van uiterst belang is, met het oog c de zeer zware, niet alleen oeconomisch, 'och zeker ook internationaal politiek are, amstandighedeiv welke na den oor- nog voor ons land zullen aanbreken, tij— •-lig in onze binnenlandsche poQitiek die isten tot oplossing te hebben gebracht, 'e Nederland tot nog toe „verscheurden'', had erop kunnen wijzen, van hoe ult- kend gewicht het, juist ook tengevolge den oorlog en de totale onverwerping n het oeconomische leven in bijna gansch wereld, geworden is, zoo spoedig mo gelijk ons normale staatsbudget in even wicht en ons belastingwezen uit den over- angstoèetand, waarin het thans verkeert, oo vasten voet te hebben gebracht, opdat al de kwijnend© en met tallooze moeilijkhe den kampende takken van welvaart, waar van de troonrede gewaagt, weer den «olie den ondergrond zullen hebben, dien zij na den oorlog veel meer, dan ooit te voren, zullen behoeven- De regeering had, kort weg gezegd, in het licht kunnen stellen, dat al die gxoote wetsontwerpen, die zij bij de volksvertegenwoordiging aanhaingig heeft, fat en door den oorlog nog dubbel zoo drin gend wanen geworden, zal ons land niet van den vrede nog meer scha ondervinden, dan van den oorlog zelf." Het Nieuws van den Dag vindt, Pat de troonrede te leien geeit over het groote vraagstuk van den dag: de kwestie 'der volksvoeding droevig. Geen woord daar uit acht het blad het aanhalen waard. „Zulke banaliteiten, op een moment dat de natie het verlossende woord van een organisator Verwacht, teekenen den toestand." De rnede- öeelingen over Indlë noemt het blad eeniij- Aigf „Laat men nu de beteekenis niet over drijven van die betoogingen van trouw enz. j indian de minister die dit gedeelte der troonrede geïnspireerd heeft, de inlandsche bevolking meer dan tot dusver in de ver dediging der koloniën wil betrekken, moest hij tevens wijzen op de noodzakelijkheid der verdere ontwikkeling van Indië in vrijzinni gen geest. De heer Van Deventer heeft toch niet tevergeefs gestreefdP En waarom heeft men de Koningin onkundig gelaten van de onlusten in Midöen-Svmatra?" D e T Ij d (r.-k.) merkt op, dat bet bevreem ding wekt, dat in de troonrede zelfs met geen woord gerept wordt over het groote staat kundige probleem, dat deze regeering in dit zittingsjaar wenscht op te lossen: het groote werk der Grondwetsherziening Is ver borgen onder dit telken jare terugkeerend zinnetje: „belangrijke wetsontwerpen rullen ook in dit zittingsjaar uwe aandacht vorde ren." Geen woord verder over de droogleg ging der Zuiderzee, geen woord over het Staatspensioenl „Van Thorbecke is de typeering van de Troonrede, „dat zij slechts wetsontwerpen adnkondige, -die min oi meer in staat van wijzen verkeeren". Welnu, dit is toch zeker het goval met de Grondwetsherziening, die deze Regeering als voornaamste punt op haar program plaatst©, die met medewer king van alle partijen werd voorbereid en zoowel de voorstanders van het bijzonder onderwijs als van het algemeen mannen- kiesrecht bevredigde. In een officieel ,stuk als de Troonrede h.-;d een zoo gewichtige onderneming, als een Grondwetsherziening is, toch wel vermel ding veodaend 1" Ook Het Volk (soc.-dem.) dunkt de soberheid ietwat ver gedreven door de bei de groote hervormingen der grondslagen van het staatswezen op het stuk van kies recht en onderwijs te rangschikken onder de „belangrijke wetsontwerpen." „Zoolang men nu eenmaal aan het oude gebruik vasthoudt, om in een troonrede een overzicht te geven van wat het ingetreden wetgevende jaar naar de inzichten der re- peering zal hebben te bieden, is het toch" al te zonderling, dat do arm een grondwetsher ziening, die in dat jaar haar beslag zal krij gen, lakoitiekweg geheel wordt .verzwegen. Aan den oprechten wensch der regeering, om die grondwetsherziening met allen ernst t© behartigen, behoeft niet getwijfeld tc wor den. Toch zal zij het nu aan zich zelve te wijten hebben, wanneer aan dit vreemdsoor tig stilzwijgen, niet ten voordeel* van do zaak die de voornaamste rao.iveeaing van baar eigen optreden als kibinet blijft, aller lei min-of-meer verontrustende vermoedens worden vastgeknoopt." De meeste voldoening zal stellig alge meen meent Het Volk geven de mededeeling, dat opnieuw de mogelijkheid overwogen wordt om den druk der mobili satie te verlichten. „De minister van oorlog heeft zich hier tegen tot heden steeds met hand en tand verzet, hoewel het vrij duidelijk was, dat in de volksvertegenwoordiging allengs 'n ver moedelijk vrij aanzienlijke meerderheid ten gunste van maatregelen in die richting ge stemd was. Het schijnt, dat thans eindelijk de regeering overtuigd is, dat het zoo niet langer gaat en met het maar steeds voort- Buren van den oorlog door het vasthouden aan de volledige mobilisatie een al te zwa re druk op tal van gezinnen in het bizon der en. op ons economisch leven in het al gemeen gelegd wordt. Aangenomen mag worden, dat de regeering reeds van de mo gelijkheid van gedeeltelijke demobilisatie overtuigd is het is toch nauwelijks te ver wachten, dat zij dit \titzicht geopend zou hebben met de kans op de diep-gaande te leurstelling, die het uitblijven van verwezen lijking ervan zou teweegbrengen. Het is daarom te hopen, dat de overwogen maat regel nu ook ten spoedigste tot stand komt; elke dag noodeloos uitstel beteekent noode- looze vermeerdering van schade." De Nieuwe Courant schrijft: „Naar toon en woordenkeus van de Troonrede te oordeelen, meer bezorgd dan een jaar geleden zijn Koningin en Re geering. Toen vernam men allereerst uit den ko ninklijken mond een betuiging van dank baarheid dat ons land van de verschrik kingen des oorlogs vrij was gebleven. N u gaat aan de uiting van dankbaarheid, dat tot dusver de vrede voor ons volk behou den kon blijven, het woord van bezorgd heid vooraf. Toen besloot de Koningin met de ver klaring, dat zij, vertrouwend op de geest kracht der natie, hoopvol de toekomst te gemoet ging. N u gaat de openingsformule gepaard met de bede, „dat God ons ook in dezen zorgvollen tijd moge bijstaan." Toen werd met voldoening vermeld, dat de vaste wil van Nederland om zelfstandig te blijven en zijn onzijdigheidsplichten na te komen, alom waardeering vond. Nu klinkt het als een waarschuwing, bestemd om over de grens te worden gehoord: „Ik zal ook in het vervolg de plichten nakomen die eene neutrale natie door het volkenrecht zijn opgelegd. Maar Ik ben vastbesloten onze onafhankelijkheid te ver dedigen en naar vermogen, tegenover wlen het ook zij, onze Techten te handhaven. En dadelijk daarop: „Bij de vervulling van die taak steun Ik, behalve op ons goed recht en de eensgezindheid der natie, op onze zee- en landmacht." De vierde zinsnede van de koninklijke rede, bijna rechtstreeks tot de oorlogvoe renden gericht, is zeer gelukkig van bouw en inhoud. Het schijnt helaas niet meer zoo waar als een jaar geleden, dat onze vaste wil om zelfstandig en onzijdig te blijven, alom wordt gewaardeerd. Deze nabuurstaat zou ons wat minder onzijdig, gene wat minder zelfstandig wenschen. Wij zijn er in het afgeloopen jaar niet altijd in geslaagd onze rechten te hand haven. Tegen de verkrachting van de vrij heid der zee, tegen schending van onze mails, tegen de hardleerschheid der Zep pelin-bestuurders, tegen de duikboot-aan slagen op onze handelsvloot, zouden wij anders zijn opgetreden indien ons „ver- mogen" grooter ware geweest. Het is den neutralen niet gelukt hun vermogen door een onderlinge verstandhouding, veel min der dooi een gemeenschappelijk optreden, te versterken; en iedere aanleiding dat er iets in dien zin in werking of in wording is, ontbreekt in de Troonrede. Juist daar om had van de reeks van protesten, steu nend op ons góed recht, tot welker aan bieding wij ons moesten bepalen, in dit stuk een forschere weerklank kunnen zijn vernomen. Evenwel, merk op noe het voorbehoud „naar vermogen", dat bij onze betrekkelijke zwakheid past, achterwege blijft waar de Koningin over onze onafhankelijkheid spreekt. ,Jk ben vast besloten onze onaf hankelijkheid te verdedigen". Hiervoor zet ten wij, zoo 't moet, alles op het spel. Hier steunen wij op onze weermacht, die gedu rende den oorlog gestedi is versterkt. Hier zal de grijpende hond zich aan den egel kwetsen, die zich oprolt en zijn pennen uitsteekt naar alle zijden. Gare h qui me touche I Ons land, hoe gevaarlijk ook gelegen, heeft boven andere onzijdigen dit voor, dat het zich niet leent tot voorwerp van internationale kuiperij. Den Haag is niet, zooals Boekarest was en Athene Is, een plnats waar de diplomatie den vorst en de ministers aanhoudend komt belagen met de herinnering aan historische verplichtingen aan geheime verdragen, aan koninklijke verwantschap of aan toekomstige beloo ningen, die het tot partij kiezen zouden no pen. Geen schijn van recht noch rede kan hij inroepen, die tot ons zou willen zeg- gen: „gij moet mee in den wereldoorlog." Het is het „goed recht" onzer te dien aan zien eensgezinde natie buiten den oor log te blijven. Slechts een rechtstreeksche aantasting, een brutale sojnmatie, zou dat op slag veranderen." Voor De Standaard (a.-r.) draagt de troonrede een ernstiger karakter dan die van het voorafgaande jaar, ja zelfs dan die van 1914. „Zoo spreekt vanzelf het Koninklijk woord niet( zoo er niet een wolkje aan de lucht is. De Koningin gevoelde, dat we tot de ver vulling van een hoogst ernstige taak konden geroepen worden, en verklaarde daarbij te steunen op ons goed recht op de nationale eensgezindheid en op vloot en leger. En het slot der rede bracht ons daarbij dan de ernstige bede, dat God ons ook in deze zorgvolle t ij den moge bijstaan. Dit alles klinkt veel somberder en ernsti ger, dan hetgeen in 1915 ten gehoore kwam. Het verried duidelijk, dat we sinds Septem ber 1915 zeer stellig in bedenkelijker po sitie zijn gekomen. Zoo zelfs, dat Hare Ma jesteit het voor noodig hield, in deze Troon rede niet alleen ten aanhoore van bet ge- beele volk, maar ook ten aanhoore van heel Europa, ook al scheen het gewaagd, de be tuiging te doen hooren, dat we desnoods voor de bangste worsteling ter handhaving van onze onbetwistbare rechten niet zouden terugdeinzen. Opmerkelijk is het dan ook, dat, waar bet Kabinet in 1915 den oorlog ten deele zelfs op zij schoof, en de Staten-Generaal opriep, om zich weer aan de binnenland- sche wetgeving te gaan wijden, er ditmaal, nu 't zelfs op radicale Grondwetsherziening zou aangaan, van dit stoute ondernemen met geen woord gerept wordt. Het heet alleen, dat ook in dit zittingjaar belangrijke wets ontwerpen de aandacht zullen vergen. Haast zou men vragen, is het niet of de Regeering zelve gevoeld beeft,-dat het bij zoo gespan nen, ten deele zelfs dreigenden internationa len toestand, toch eigenlijk niet aangaat, thans juist aan de fundamentstukken van ons Staatsgebouw te gaan rammelen. Denk u maar :n, wat indruk het later op den lezer zou maken, bijaldien er een vooruit ge vreesde oorlog uitbrak, en onze Staatslie den aan het redekavelen waren, aan het om bouwen van de cardinaalste stukken van onze Grondwet. Op de onderdeelen van deze rede behoeft don ook niét te worden ingegaan. Bezorgd heid dringt zich in alles bij ons op. Er is geldelijk gevaar, er is een tekort in scheep vaart, handel en visscherij. De goede ver zorging van heel het volk begint zorg te baren. Reeds vraagt men zich in de Regee- ringskringen af, hoe men meester van den toestand zal blijven, en of 't althans moge lijk zal zijn naar vollen eisch in de volks voeding te voorzien." De Nederlander (c.-h.) ziet in de passage over de neutraliteit, het volkenrecht en onze onafhankelijkheid de kern van de troonrede. „Hier klinkt het „Je maintiendrai" in den kloeken en onversaagden toon der Oranjes ons tegen, en niet alleen ons, maar een die het zou onderstaan onze onafhankelijk heid te bedreigen. Deze toon zal weerklank vinden in het hart van ieder Nederlander, wien het niet onverschillig is welke taal hij spreekt, onder welke wet hij leeft, door wel ken voTst hij geregeerd wordt; deze loon komt op uit het hart van een volk, dat in den strijd om de vrijheid tot een nationale eenheid, gelijk het ijzer in het vuur tot staal, is gesmeed." Berichten. r—De Staatscourant van Woensdag 20 Septemebr bevat o.a. de navolgende Kon. besluiten op verzoek eervol gepensioneerd de In disch ambtenaar met verlof J. H. Verduyn, laatstelijk -waarnemend onderwijzer Ie ld,; op verzoek eervol ontslagen A. Preesmann als directeur van het post- en telegraafkan toor te Dieren; eervol ontheven de kapitein ter zee A. C. Dimlop van de betrekking van inspecteur bij den marine-torpedodienst, en de betrek king opgedragen aan kapitein-luitenant ter zee F. H. baron van Dedem. De buftenlandsche pers over de Troonrede. Uit Weenen wordt ons bericht, dat de 1 Neue Freie Press© schrijft over de Neder landsche troonrede: Verdediging van de on afhankelijkheid. Dit woord kenschetst den nood, waarin Nederland door de Engelsche dwangpolitiek is gekomen. Een neutrale staat, die met alle staten in vrede leeft, moet uitdrukkelijk doen uitkomen, dat hij zijne iötifeöfetókkÖS Jiaadl^veih onvd$t de onderdrukkers ook Nederland gaarne onder hun juk zouden willen brengén en geheel tot dienstbaarheid jegens de Entente ver- oordeelen. Nederland Is echter geen Grie kenland en meermalen is het gebleken, dat het tot het uiterste besloten is om zijne zelf standigheid te verdedigen. De troonrede van de koningin van Nederland is weer eene waarschuwing om den boog niet te sterk te spannen en weder een te eken, dat Neder land eene eerlijke onzijdigheid wenscht te handhaven. Uit Londen bericht Reuter ons, dat de Daily Telegraph In een artikel over de troonrede van koningfn Wilheimina hulde brengt aan de onberispelijk correcte houding van de Nederlandsche regeering in den oor log en aan hare welwillendheid jegens de Belgische vluchtelingen. Voorzitter Tweede Kamer. Bij koninklijk besluit van gisteren is mr. H. Goeman Borgesius benoemd tot voorzitter der Tweede Kamer voor het nieuw geopen de zittingjaar. De Stuwadoorswet. De Staats courant bevat thans de laatste algemeene maatregelen van bestuur, noodig voor het in werking treden van de Stuwadoorswet op 1 November 1916. De hu ur-opdrIj vi ng. Door het Kamerlid Spiekman is gisteren de volgende vraag gesteld aan den minister van Justi tie: „Is binnekort te wachten de indiening van een wetsontwerp tot beteugeling van do willekeurige en herhaalde opdrijving der woninghuren, waaraan in toenemende mate een groot deel der bevolking, niet slechts in de grootste steden, doch ook op andere plaatsen, onderworpen is, leidende tot on dragelijke verhoudingen?" (Het Volk.) R.-K. Tweed e-K amerclub. Het bestuur der R. K. Kamerclub, dat jaarlijks aftreedt, is Dinsdagavond opnieuw geconsti- j tueerd. Tot voorzitter werd herkozen mgr. dr. W. N. Nolens; tot onder-voorzitter werd ge kozen mr. M. J. C. M. Kolkman, vóór zijn mi nisterschap voorzitter dér club; tot eerste- secretaris werd gekozen de heer M. C. E. Bongaerts; tot tweede-secretaris mr. F. I. J. Jansen en tot penningmeester mr. D. A. P. N. Kooien. Tot nog toe bestond het bestuur uit de heeren dr. Nolens, generaal B. R. F. v. Vlij men. A. CA., van Vuuren, die wegens drukke bezigheden bedankt had; F. I. J. Jans sen en mr. P. J. M. Aalberse. Laatstgenoem de heeft opgehouden lid der Kamer te zijn. Mr. Schim v. d. L o e f f. De heer mr. M. M. Schim v. d. Loeff, Kamer lid voor het district Dordrecht, benoemd tot lid van de Commissie van Bijstand inzake de uitvoering der Distributiewet 1916, treedt deswege af als lid der Tweede Ka mer (art 96 der Grondwet). Mr. Schim v. d. Loeff is terstond herkiesbaar en bereid een hem «ventuec1 sar-'-ebod. r> Tr.didah»i'r te aanvaarden. Verlof reserv e-o fficieren. In verband met de reeds vroeger geuite be wering, dat weldra een algemeen verlof zou worden verleend aan reserve-officieren, die een betrekking hebben, deelt de Avp. mede, dat daarvan geen sprake is, ook nooit sprake is geweest. Wel zijn verschillende verloven verleend, bijv. aan wie naar Indië gingen e.a. Deze verloven werden echter elk op zichzelf behandeld. Ze worden verleend door den minister van Oorlog, .gewoonlijk na ingewon nen advies bij den staf van den opperbe velhebber, en soms wel in afwijking van dit advies. Maar van een algemeenen maatregel van dien aard is althans op dit oogenblik geen sprake. Verlof voor zeemiliciens. Bij beschikking van den minister van Ma rine is in verband met het op 26 October a.s. voor overgang naar de vloot beschik baar komen van de tusschen 6 en 10 Augustus jJ. in oefening genomen zeemili ciens van de 2e ploeg 1916 en landstorm- plichtigen der jaarklasse 1916, voor zoover hij tot de matrozen en stokers behooren, be paald dat de zeemiliciens van alle qualitei- ten uitgezonderd de kustwachters die in normale omstandigheden op 1 Augustus 1915 recht op ontslag zouden hebben gekre gen, in hoofdzaak dus zij die behooren tot de lichting 1910 op 28 October a.s. in 't genot van voorloopig klein verlof gesteld kunnen worden, voor zoover zij zulks zelf althans wens oh en. De zeemiliciens der lichtingen 1911, 1912, 1913 en 1914, de lichtingen tot welker aflos sing blijkens het medegedeelde bij de be handeling van het wetsontwerp tot nadere uitbreiding van den landstorm enz. het voor nemen bestaat, zullen, behoudens onvoor ziene omstandigheden, vermoedelijk op de navolgende tijdstippen voor vertrek met klein verlof in aanmerking kunnen komen: lichting 1911 2 Februari 1917; lichting 1912 Mei 1917; lichting 1913 ±15 Augustus 1917; lichting 1914 23 November 1917. Voor de kustwachters zullen die tijdstip pen ongeveer 3 3M maand later vallen. Inlijving lichting 1917. De minister van Binnenlandsóhe Zaken heeft aan de commissarissen der Koningin in overleg met zijn ambtgenoot van OoHog medegedeeld, dat de inlijving van dienst plichtigen der lichting 1917 vermoedelijk zal geschieden in de gewone bij de wet vast gestelde tijdvakken. Daar het echter niet onmogelijk is, dat 'de inlijving vervroegd moet geschieden, moe ten de aanvragen om vrijstelling wegens kostwinnerschap, wegens opleiding tot een geestelijk ambt, of wegens woonplaats of toekomstige woonplaats ia .de kolojaftp, dij jaar niet in November, doch in October I worden gedaan. Zomert ij d. De minister van bin'*' nenlandsche zaken acht het gewenscht, dal i na afloop van den termijn, voor wellen bij 'Je wet van 27 April 1916 de wettelijke tij<| met een uur is vervroegd, zoo na mogelijk! worde vastgesteld, welke gevolgen uit alge* meen economisch, zoowel als uit financieel oogpunt die vervroeging plaats heeft ge* had. In vfrband hiermede heeft ministei de Commissarissen der Koningin uitgenoo* digd, in bedoelden omvang een onderzoeH in te stellen, waarbij meer bepaaldelijk dei, voor- en nadeelen van die vervroeging irf het licht worden gesteld en hem van de uit' komst verslag te doen. Bij Koninklijk besluit is de Oost-InÜf* sche ambtenaar met verlof J. H. Verdiryn den Boer, laatstelijk waarnemend onderwij*; zer der 1ste klasse, op zijn verzoek eervof uit s lands dienst ontslagen, onder toeken*' ning van pensioen. (Verbeterd bericht). Staatsraad De Nerée v a rs Babberich. In de gister gehouden verga* dering der afdeeling voor de geschillen van bestuur van den Raad van State werd staats* raad mr. J. P. R. M. de Nerée van BabbericK door een plotselinge ongesteldheid getroffen. Medische hulp werd in het gebouw van deK Raad van State ontboden. Naar de H. Ct. verneemt, is de ongesteld* beid gelukkig van n;et ernstigen aard gebied ken. lederbnd en de oorlog# Het verkeer met Engeland. De mailboot Koningin-Regentes, -die gis* termiddag om 2 uur binnen viel, was Dins* dag door de Engelschen opgehouden en bij het vuurschip Sunk voor anker gekomen. Tegelijk werd ook de uitvarende mailboot Prins Hendrik opgehouden. Mails aangehouden. De stoomschepen „Ophir" en „Sindoro", onderscheidenlijk 29 Augustus en 17 Sep*, timber aangekomen, en de „Koningin del Nederlanden", 12 dezer van Batavia te Am* sterdam teruggekeerd, hebben op last van dö Britsche autoriteit de post te Falmouth moe«' ten lossen. Inkoop van v^sch voor Engeland. Gisteren is in de rijksvischhallen te Umuf< den Je officieele inkoop van versche viscfjj. voor Engeland begonnen. Er werden hoogtf prijzen besteed. Varkens voor den handel. De Minister van L., N. en H. brengt tel! algemeene kennis, dat ingevolge artikel 3 van de Distributiewet 1916 door een ieder die anders dan voor gebruik door hem zelj of zijn gezin varkens bezit, aan de burge* meesters van de gemeenten waar de varf kens zich bevinden heeft op te geven hel aantal van de op 30 September a.s. bij hen in bezit zijnde varkens. Het niet doen van opgaal of het onjuist opgeven is strafbaar met mogelijkheid van verbeurdverklaring der goederen. Groen ten droger ij en. Op last der regeering zijn de 4 grornlen- drogerijen te Mturner wöude (Fr ?-< om geving stopgezet. Cacaoboter en cacaoboonen. Het Hbld. meldt, dat de partijen cacao* boter, die nog vrij waren, thans ondet N. O. T.-verband zijr». gebracht, waarvoor dö N. O. T. aan de c aars een vergoeding heeft gegeven en binnen enkele dagert de vrijlating van de cacaoboonen zal plaats hebben. Melkbezorgers. Door het hoofdbestuur van den TranS«. portarbeidersbond is telegrafisch den MÉ? nister op het gevaar voor ontslag van dut* zenden melkbezorgers gewezen in verbant! mte de dreigende verhooging van den melk prijs en een audiëntie aangevraagd, om dé* moeilijkheden te bespreken en zoo mogelijk een oplossing te vinden.. Zorg voor oorlogsinvaliden. Naar wij vernemen bestaat het voornemen eerlang den dirigeerenden officier van ge zondheid 2e klasse dr. T. J. H. Snijders, toe gevoegd aan den inspecteur van den Ge* neesk. Dienst, en den officier van gezond* heid le klasse L. v. d Steen" van Ommeren," te Düsseldorf, een bezoek te doen brengeiY aan den tentoonstelling betreffende de zorgt voot de oorlogsinvaliden (Kriegsfürtorge). j De commissie zal waarschijnlijk vergezeld^ worden door dr. F. Hymans, geneeskundig*»' adviseur van het hoofdcomité van het Ne^ derlandsche Roode JCruis. De Ned. ambulance voor Duitschland en Oostenrijk- Hong'arije. In de gisteren op verzoek van het Centy traal Comité voor een Nederlandsche am-j bulance voor Duitschland en Oostenrijk-^ Hongarije gehouden vergadering van -allöi sub-comité's in Nederland is in beginsel be*J sloten de ambulance ook na 1 November a.s. nog voort te zetten. Voor Rumeensche krijgsge- f vangenen. Nu Rumenië in den wereldoorlog b©^ trokken is, heeft zich te 's Gravenhage ee»i comité gevormd tot ondersteuning van Ru^ meensche krijgsgevangenen in Duitschland; Oostenrijk-Hongarije en Bulgarije. Het co*, mïté is een aldeelïng van het International©; Liefdewerk voor krijgsgevangenen en g^-: Interneerden onder bescherming van hei Nederlandsche Roode Kruis. Mevrouw Mi* tilineu, echtgenoote van den Rumeenscheit gezant, heeft het eerevcorzitterschap aan* vaard, baronesse Taets van Amerongen^f Virujy, liet praesidiunu w

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1916 | | pagina 2