BÏN N EN LAN D
p_-
Aardbeving op Java.
*5 Men seint uit Soerabaja aan de N. R.
Ct:
Het officieele rapport over de aardbeving
meldt, dat te Banjoemas 400 inlandsche
huizen zijn Ingestort en 500 beschadigd,
ln Maos 70 ingestort en 200 beschadigd.
Kameroverzicht.
Eerste Kramer
ïn de gisteren gehouden vergadering werd
üeslotr- tot toelating van de herkozen en
niei v /cozen leden.
De Voorzitter betuigt vervolgens zijn
Biepe erkentelijkheid voor zijn herbenoe
ming. Met genoegen gewaagt hij van den
eteun van de Kamer en herdenkt de leden
Üie de Kamer ontvielen.
Snr. wijst dan op de rustige werkzaam
heid an den Stat en-Generaal te midden
van de oorlogvoerende landen. Als ram
pen ons land mogen treffen, dan scharen
wij ons, zegt Snr., om den troon van onze
geëerbiedigde Koningin.
Hierna verklaart de voorzitzijn functie
te aanvaarden.
De Voorzitter stelt hierna voor de Troon
rede met een Adres van Antwoord te be
antwoorden. Aldus besloten.
De Voorzitter deelt daarna mede.
Bat de centrale sectie besloten heeft, de fi-
nancieele wetsontwerpen Donderdag 28 de
zer rles ochtends te 11 uur in de afdeelingen
le doen onderzoeken. De Kamer zal in ver
hand daarmede Woensdag 27 September
'des avonds te half negen worden bijeenge
roepen, om dan af te doen wat aan de orde
zal zijn.
Tweed© Kamti
Vergadering van Woensdagmiddag 20
September 1016.
De Voorzitter (de heer Lieftinck),
deelt mede, dat H. M. op voordracht der
Kamer wederom den heeT Goeman Borge-
sius tot voorzitter heeft benoemd.
De heer Goeman Borgesius, met
een korte toespraak 't voorzitterschap aan
vaardend, brengt in herinnering, dat ook in
deze zitting vele belangrijke zaken ter af
doening wachten. Spr. hoopt, dat de leden
de vergadering trouw zullen bijwonen. De
plichtsvervulling drukt zwaar op hem, die de
vergadering leidt en spr. ontveinst zich zijn
«ware taak geenszins. Hij heeft echter ge
meend, toch te moeten gevolg geven aan
de opdracht. Spr. hoopt, dat hem de krach
ten mogen geschonken worden, om zijn taak
te vervullen, en dat hem daarbij alle partijen
welwillend terzijde zullen staan. In 't bijzon
der heeft hij hierbij 't oog op de komende
Grondwetsherziening, waarvan de eindver
slagen dezer dagen zullen worden rondge
deeld. Tep slotte verklaart hij erkentelijk te
fijn voor het vertrouwen en voor de woon*
tien van den nestor der Kamer en zegt het
Voorzitterschap der Tweede Kamer te aan
vaarden (bravo's).
Hierna doet de voorzitter mededeeling
ran het bedanken van den heer Schim van
'der Loelf als iid der Tweede Kamer voor
Dordrecht. Nadat het nieuw gekozen lid
roor Almelo, de heer Engels de verelsch-
ie eeden heelt afgelegd en zitting heeft ge
nomen, wordt de vergadering gesloten en
Verdaagd tot Donderdag morgen 12 uur.
Uit de Per».
Ce Trocrpctfe.
De Nv R o 11. C t. vindt het, juist bij _den
Dpzet van deze troonrede, eenigszins teleur
stellend, dat daarin met geen woord ook
«elfs uit de verte in betrekking tot den oor
log eene toespeling gemaakt wordt op de
groote aangelegenheden, die bij de Kamers
aanhangig zijn.
irHet zou weldadig geweest zijn, indaen de
regcering nu ook aan den aanvang van het
eer belangrijke parlementaire jaar, dat ons
wachten staat, tusschen de voorname on
er weipan die in openbare behandeling ko-
nfü en den oorlog openlijk het verband had
uelegd, dat er onmi.sken/baar tusschen be-
r:nat. Zij had er nadruk op kunnen leggen
en zij zo-u daarmede ongetwijfeld een
memend nuttig werk hebben vorrioht
ut het van uiterst belang is, met het oog
c de zeer zware, niet alleen oeconomisch,
'och zeker ook internationaal politiek
are, amstandighedeiv welke na den oor-
nog voor ons land zullen aanbreken, tij—
•-lig in onze binnenlandsche poQitiek die
isten tot oplossing te hebben gebracht,
'e Nederland tot nog toe „verscheurden'',
had erop kunnen wijzen, van hoe ult-
kend gewicht het, juist ook tengevolge
den oorlog en de totale onverwerping
n het oeconomische leven in bijna gansch
wereld, geworden is, zoo spoedig mo
gelijk ons normale staatsbudget in even
wicht en ons belastingwezen uit den over-
angstoèetand, waarin het thans verkeert,
oo vasten voet te hebben gebracht, opdat
al de kwijnend© en met tallooze moeilijkhe
den kampende takken van welvaart, waar
van de troonrede gewaagt, weer den «olie
den ondergrond zullen hebben, dien zij na
den oorlog veel meer, dan ooit te voren,
zullen behoeven- De regeering had, kort
weg gezegd, in het licht kunnen stellen, dat
al die gxoote wetsontwerpen, die zij bij de
volksvertegenwoordiging aanhaingig heeft,
fat en door den oorlog nog dubbel zoo drin
gend wanen geworden, zal ons land niet
van den vrede nog meer scha ondervinden,
dan van den oorlog zelf."
Het Nieuws van den Dag vindt,
Pat de troonrede te leien geeit over het
groote vraagstuk van den dag: de kwestie
'der volksvoeding droevig. Geen woord daar
uit acht het blad het aanhalen waard. „Zulke
banaliteiten, op een moment dat de natie
het verlossende woord van een organisator
Verwacht, teekenen den toestand." De rnede-
öeelingen over Indlë noemt het blad eeniij-
Aigf
„Laat men nu de beteekenis niet over
drijven van die betoogingen van trouw enz. j
indian de minister die dit gedeelte der
troonrede geïnspireerd heeft, de inlandsche
bevolking meer dan tot dusver in de ver
dediging der koloniën wil betrekken, moest
hij tevens wijzen op de noodzakelijkheid der
verdere ontwikkeling van Indië in vrijzinni
gen geest. De heer Van Deventer heeft toch
niet tevergeefs gestreefdP En waarom heeft
men de Koningin onkundig gelaten van de
onlusten in Midöen-Svmatra?"
D e T Ij d (r.-k.) merkt op, dat bet bevreem
ding wekt, dat in de troonrede zelfs met geen
woord gerept wordt over het groote staat
kundige probleem, dat deze regeering in
dit zittingsjaar wenscht op te lossen: het
groote werk der Grondwetsherziening Is ver
borgen onder dit telken jare terugkeerend
zinnetje: „belangrijke wetsontwerpen rullen
ook in dit zittingsjaar uwe aandacht vorde
ren." Geen woord verder over de droogleg
ging der Zuiderzee, geen woord over
het Staatspensioenl
„Van Thorbecke is de typeering van de
Troonrede, „dat zij slechts wetsontwerpen
adnkondige, -die min oi meer in staat van
wijzen verkeeren". Welnu, dit is toch zeker
het goval met de Grondwetsherziening, die
deze Regeering als voornaamste punt op
haar program plaatst©, die met medewer
king van alle partijen werd voorbereid en
zoowel de voorstanders van het bijzonder
onderwijs als van het algemeen mannen-
kiesrecht bevredigde.
In een officieel ,stuk als de Troonrede h.-;d
een zoo gewichtige onderneming, als een
Grondwetsherziening is, toch wel vermel
ding veodaend 1"
Ook Het Volk (soc.-dem.) dunkt de
soberheid ietwat ver gedreven door de bei
de groote hervormingen der grondslagen
van het staatswezen op het stuk van kies
recht en onderwijs te rangschikken onder
de „belangrijke wetsontwerpen."
„Zoolang men nu eenmaal aan het oude
gebruik vasthoudt, om in een troonrede een
overzicht te geven van wat het ingetreden
wetgevende jaar naar de inzichten der re-
peering zal hebben te bieden, is het toch" al
te zonderling, dat do arm een grondwetsher
ziening, die in dat jaar haar beslag zal krij
gen, lakoitiekweg geheel wordt .verzwegen.
Aan den oprechten wensch der regeering,
om die grondwetsherziening met allen ernst
t© behartigen, behoeft niet getwijfeld tc wor
den. Toch zal zij het nu aan zich zelve te
wijten hebben, wanneer aan dit vreemdsoor
tig stilzwijgen, niet ten voordeel* van do
zaak die de voornaamste rao.iveeaing van
baar eigen optreden als kibinet blijft, aller
lei min-of-meer verontrustende vermoedens
worden vastgeknoopt."
De meeste voldoening zal stellig alge
meen meent Het Volk geven de
mededeeling, dat opnieuw de mogelijkheid
overwogen wordt om den druk der mobili
satie te verlichten.
„De minister van oorlog heeft zich hier
tegen tot heden steeds met hand en tand
verzet, hoewel het vrij duidelijk was, dat in
de volksvertegenwoordiging allengs 'n ver
moedelijk vrij aanzienlijke meerderheid ten
gunste van maatregelen in die richting ge
stemd was. Het schijnt, dat thans eindelijk
de regeering overtuigd is, dat het zoo niet
langer gaat en met het maar steeds voort-
Buren van den oorlog door het vasthouden
aan de volledige mobilisatie een al te zwa
re druk op tal van gezinnen in het bizon
der en. op ons economisch leven in het al
gemeen gelegd wordt. Aangenomen mag
worden, dat de regeering reeds van de mo
gelijkheid van gedeeltelijke demobilisatie
overtuigd is het is toch nauwelijks te ver
wachten, dat zij dit \titzicht geopend zou
hebben met de kans op de diep-gaande te
leurstelling, die het uitblijven van verwezen
lijking ervan zou teweegbrengen. Het is
daarom te hopen, dat de overwogen maat
regel nu ook ten spoedigste tot stand komt;
elke dag noodeloos uitstel beteekent noode-
looze vermeerdering van schade."
De Nieuwe Courant schrijft:
„Naar toon en woordenkeus van de
Troonrede te oordeelen, meer bezorgd
dan een jaar geleden zijn Koningin en Re
geering.
Toen vernam men allereerst uit den ko
ninklijken mond een betuiging van dank
baarheid dat ons land van de verschrik
kingen des oorlogs vrij was gebleven. N u
gaat aan de uiting van dankbaarheid, dat
tot dusver de vrede voor ons volk behou
den kon blijven, het woord van bezorgd
heid vooraf.
Toen besloot de Koningin met de ver
klaring, dat zij, vertrouwend op de geest
kracht der natie, hoopvol de toekomst te
gemoet ging. N u gaat de openingsformule
gepaard met de bede, „dat God ons ook
in dezen zorgvollen tijd moge bijstaan."
Toen werd met voldoening vermeld, dat
de vaste wil van Nederland om zelfstandig
te blijven en zijn onzijdigheidsplichten na
te komen, alom waardeering vond. Nu
klinkt het als een waarschuwing, bestemd
om over de grens te worden gehoord:
„Ik zal ook in het vervolg de plichten
nakomen die eene neutrale natie door het
volkenrecht zijn opgelegd. Maar Ik ben
vastbesloten onze onafhankelijkheid te ver
dedigen en naar vermogen, tegenover wlen
het ook zij, onze Techten te handhaven.
En dadelijk daarop: „Bij de vervulling
van die taak steun Ik, behalve op ons goed
recht en de eensgezindheid der natie, op
onze zee- en landmacht."
De vierde zinsnede van de koninklijke
rede, bijna rechtstreeks tot de oorlogvoe
renden gericht, is zeer gelukkig van bouw
en inhoud. Het schijnt helaas niet meer zoo
waar als een jaar geleden, dat onze vaste
wil om zelfstandig en onzijdig te blijven,
alom wordt gewaardeerd. Deze nabuurstaat
zou ons wat minder onzijdig, gene wat
minder zelfstandig wenschen.
Wij zijn er in het afgeloopen jaar niet
altijd in geslaagd onze rechten te hand
haven. Tegen de verkrachting van de vrij
heid der zee, tegen schending van onze
mails, tegen de hardleerschheid der Zep
pelin-bestuurders, tegen de duikboot-aan
slagen op onze handelsvloot, zouden wij
anders zijn opgetreden indien ons „ver-
mogen" grooter ware geweest. Het is den
neutralen niet gelukt hun vermogen door
een onderlinge verstandhouding, veel min
der dooi een gemeenschappelijk optreden,
te versterken; en iedere aanleiding dat er
iets in dien zin in werking of in wording
is, ontbreekt in de Troonrede. Juist daar
om had van de reeks van protesten, steu
nend op ons góed recht, tot welker aan
bieding wij ons moesten bepalen, in dit
stuk een forschere weerklank kunnen zijn
vernomen.
Evenwel, merk op noe het voorbehoud
„naar vermogen", dat bij onze betrekkelijke
zwakheid past, achterwege blijft waar de
Koningin over onze onafhankelijkheid
spreekt. ,Jk ben vast besloten onze onaf
hankelijkheid te verdedigen". Hiervoor zet
ten wij, zoo 't moet, alles op het spel. Hier
steunen wij op onze weermacht, die gedu
rende den oorlog gestedi is versterkt. Hier
zal de grijpende hond zich aan den egel
kwetsen, die zich oprolt en zijn pennen
uitsteekt naar alle zijden. Gare h qui me
touche I
Ons land, hoe gevaarlijk ook gelegen,
heeft boven andere onzijdigen dit voor,
dat het zich niet leent tot voorwerp van
internationale kuiperij. Den Haag is niet,
zooals Boekarest was en Athene Is, een
plnats waar de diplomatie den vorst en de
ministers aanhoudend komt belagen met de
herinnering aan historische verplichtingen
aan geheime verdragen, aan koninklijke
verwantschap of aan toekomstige beloo
ningen, die het tot partij kiezen zouden no
pen. Geen schijn van recht noch rede kan
hij inroepen, die tot ons zou willen zeg-
gen: „gij moet mee in den wereldoorlog."
Het is het „goed recht" onzer te dien aan
zien eensgezinde natie buiten den oor
log te blijven. Slechts een rechtstreeksche
aantasting, een brutale sojnmatie, zou dat
op slag veranderen."
Voor De Standaard (a.-r.) draagt de
troonrede een ernstiger karakter dan die van
het voorafgaande jaar, ja zelfs dan die van
1914.
„Zoo spreekt vanzelf het Koninklijk woord
niet( zoo er niet een wolkje aan de lucht is.
De Koningin gevoelde, dat we tot de ver
vulling van een hoogst ernstige taak konden
geroepen worden, en verklaarde daarbij te
steunen op ons goed recht op de nationale
eensgezindheid en op vloot en leger.
En het slot der rede bracht ons daarbij
dan de ernstige bede, dat God ons
ook in deze zorgvolle t ij den
moge bijstaan.
Dit alles klinkt veel somberder en ernsti
ger, dan hetgeen in 1915 ten gehoore kwam.
Het verried duidelijk, dat we sinds Septem
ber 1915 zeer stellig in bedenkelijker po
sitie zijn gekomen. Zoo zelfs, dat Hare Ma
jesteit het voor noodig hield, in deze Troon
rede niet alleen ten aanhoore van bet ge-
beele volk, maar ook ten aanhoore van heel
Europa, ook al scheen het gewaagd, de be
tuiging te doen hooren, dat we desnoods
voor de bangste worsteling ter handhaving
van onze onbetwistbare rechten niet zouden
terugdeinzen.
Opmerkelijk is het dan ook, dat, waar
bet Kabinet in 1915 den oorlog ten deele
zelfs op zij schoof, en de Staten-Generaal
opriep, om zich weer aan de binnenland-
sche wetgeving te gaan wijden, er ditmaal,
nu 't zelfs op radicale Grondwetsherziening
zou aangaan, van dit stoute ondernemen met
geen woord gerept wordt. Het heet alleen,
dat ook in dit zittingjaar belangrijke wets
ontwerpen de aandacht zullen vergen. Haast
zou men vragen, is het niet of de Regeering
zelve gevoeld beeft,-dat het bij zoo gespan
nen, ten deele zelfs dreigenden internationa
len toestand, toch eigenlijk niet aangaat,
thans juist aan de fundamentstukken van
ons Staatsgebouw te gaan rammelen. Denk
u maar :n, wat indruk het later op den lezer
zou maken, bijaldien er een vooruit ge
vreesde oorlog uitbrak, en onze Staatslie
den aan het redekavelen waren, aan het om
bouwen van de cardinaalste stukken van
onze Grondwet.
Op de onderdeelen van deze rede behoeft
don ook niét te worden ingegaan. Bezorgd
heid dringt zich in alles bij ons op. Er is
geldelijk gevaar, er is een tekort in scheep
vaart, handel en visscherij. De goede ver
zorging van heel het volk begint zorg te
baren. Reeds vraagt men zich in de Regee-
ringskringen af, hoe men meester van den
toestand zal blijven, en of 't althans moge
lijk zal zijn naar vollen eisch in de volks
voeding te voorzien."
De Nederlander (c.-h.) ziet in de
passage over de neutraliteit, het volkenrecht
en onze onafhankelijkheid de kern van de
troonrede.
„Hier klinkt het „Je maintiendrai" in den
kloeken en onversaagden toon der Oranjes
ons tegen, en niet alleen ons, maar een
die het zou onderstaan onze onafhankelijk
heid te bedreigen. Deze toon zal weerklank
vinden in het hart van ieder Nederlander,
wien het niet onverschillig is welke taal hij
spreekt, onder welke wet hij leeft, door wel
ken voTst hij geregeerd wordt; deze loon
komt op uit het hart van een volk, dat in
den strijd om de vrijheid tot een nationale
eenheid, gelijk het ijzer in het vuur tot staal,
is gesmeed."
Berichten.
r—De Staatscourant van Woensdag 20
Septemebr bevat o.a. de navolgende Kon.
besluiten
op verzoek eervol gepensioneerd de In
disch ambtenaar met verlof J. H. Verduyn,
laatstelijk -waarnemend onderwijzer Ie ld,;
op verzoek eervol ontslagen A. Preesmann
als directeur van het post- en telegraafkan
toor te Dieren;
eervol ontheven de kapitein ter zee A. C.
Dimlop van de betrekking van inspecteur
bij den marine-torpedodienst, en de betrek
king opgedragen aan kapitein-luitenant ter
zee F. H. baron van Dedem.
De buftenlandsche pers over de
Troonrede.
Uit Weenen wordt ons bericht, dat de 1
Neue Freie Press© schrijft over de Neder
landsche troonrede: Verdediging van de on
afhankelijkheid. Dit woord kenschetst den
nood, waarin Nederland door de Engelsche
dwangpolitiek is gekomen. Een neutrale
staat, die met alle staten in vrede leeft, moet
uitdrukkelijk doen uitkomen, dat hij zijne
iötifeöfetókkÖS Jiaadl^veih onvd$t de
onderdrukkers ook Nederland gaarne onder
hun juk zouden willen brengén en geheel
tot dienstbaarheid jegens de Entente ver-
oordeelen. Nederland Is echter geen Grie
kenland en meermalen is het gebleken, dat
het tot het uiterste besloten is om zijne zelf
standigheid te verdedigen. De troonrede van
de koningin van Nederland is weer eene
waarschuwing om den boog niet te sterk te
spannen en weder een te eken, dat Neder
land eene eerlijke onzijdigheid wenscht te
handhaven.
Uit Londen bericht Reuter ons, dat de
Daily Telegraph In een artikel over de
troonrede van koningfn Wilheimina hulde
brengt aan de onberispelijk correcte houding
van de Nederlandsche regeering in den oor
log en aan hare welwillendheid jegens de
Belgische vluchtelingen.
Voorzitter Tweede Kamer.
Bij koninklijk besluit van gisteren is mr. H.
Goeman Borgesius benoemd tot voorzitter
der Tweede Kamer voor het nieuw geopen
de zittingjaar.
De Stuwadoorswet. De Staats
courant bevat thans de laatste algemeene
maatregelen van bestuur, noodig voor het in
werking treden van de Stuwadoorswet op 1
November 1916.
De hu ur-opdrIj vi ng. Door het
Kamerlid Spiekman is gisteren de volgende
vraag gesteld aan den minister van Justi
tie:
„Is binnekort te wachten de indiening van
een wetsontwerp tot beteugeling van do
willekeurige en herhaalde opdrijving der
woninghuren, waaraan in toenemende mate
een groot deel der bevolking, niet slechts
in de grootste steden, doch ook op andere
plaatsen, onderworpen is, leidende tot on
dragelijke verhoudingen?"
(Het Volk.)
R.-K. Tweed e-K amerclub. Het
bestuur der R. K. Kamerclub, dat jaarlijks
aftreedt, is Dinsdagavond opnieuw geconsti-
j tueerd. Tot voorzitter werd herkozen mgr. dr.
W. N. Nolens; tot onder-voorzitter werd ge
kozen mr. M. J. C. M. Kolkman, vóór zijn mi
nisterschap voorzitter dér club; tot eerste-
secretaris werd gekozen de heer M. C. E.
Bongaerts; tot tweede-secretaris mr. F. I. J.
Jansen en tot penningmeester mr. D. A.
P. N. Kooien.
Tot nog toe bestond het bestuur uit de
heeren dr. Nolens, generaal B. R. F. v. Vlij
men. A. CA., van Vuuren, die wegens
drukke bezigheden bedankt had; F. I. J. Jans
sen en mr. P. J. M. Aalberse. Laatstgenoem
de heeft opgehouden lid der Kamer te zijn.
Mr. Schim v. d. L o e f f. De
heer mr. M. M. Schim v. d. Loeff, Kamer
lid voor het district Dordrecht, benoemd tot
lid van de Commissie van Bijstand inzake
de uitvoering der Distributiewet 1916,
treedt deswege af als lid der Tweede Ka
mer (art 96 der Grondwet). Mr. Schim v. d.
Loeff is terstond herkiesbaar en bereid een
hem «ventuec1 sar-'-ebod. r> Tr.didah»i'r te
aanvaarden.
Verlof reserv e-o fficieren.
In verband met de reeds vroeger geuite be
wering, dat weldra een algemeen verlof zou
worden verleend aan reserve-officieren, die
een betrekking hebben, deelt de Avp. mede,
dat daarvan geen sprake is, ook nooit sprake
is geweest. Wel zijn verschillende verloven
verleend, bijv. aan wie naar Indië gingen e.a.
Deze verloven werden echter elk op zichzelf
behandeld. Ze worden verleend door den
minister van Oorlog, .gewoonlijk na ingewon
nen advies bij den staf van den opperbe
velhebber, en soms wel in afwijking van dit
advies. Maar van een algemeenen maatregel
van dien aard is althans op dit oogenblik
geen sprake.
Verlof voor zeemiliciens.
Bij beschikking van den minister van Ma
rine is in verband met het op 26 October
a.s. voor overgang naar de vloot beschik
baar komen van de tusschen 6 en 10
Augustus jJ. in oefening genomen zeemili
ciens van de 2e ploeg 1916 en landstorm-
plichtigen der jaarklasse 1916, voor zoover
hij tot de matrozen en stokers behooren, be
paald dat de zeemiliciens van alle qualitei-
ten uitgezonderd de kustwachters die
in normale omstandigheden op 1 Augustus
1915 recht op ontslag zouden hebben gekre
gen, in hoofdzaak dus zij die behooren tot de
lichting 1910 op 28 October a.s. in 't genot
van voorloopig klein verlof gesteld kunnen
worden, voor zoover zij zulks zelf althans
wens oh en.
De zeemiliciens der lichtingen 1911, 1912,
1913 en 1914, de lichtingen tot welker aflos
sing blijkens het medegedeelde bij de be
handeling van het wetsontwerp tot nadere
uitbreiding van den landstorm enz. het voor
nemen bestaat, zullen, behoudens onvoor
ziene omstandigheden, vermoedelijk op de
navolgende tijdstippen voor vertrek met
klein verlof in aanmerking kunnen komen:
lichting 1911 2 Februari 1917;
lichting 1912 Mei 1917;
lichting 1913 ±15 Augustus 1917;
lichting 1914 23 November 1917.
Voor de kustwachters zullen die tijdstip
pen ongeveer 3 3M maand later vallen.
Inlijving lichting 1917. De
minister van Binnenlandsóhe Zaken heeft
aan de commissarissen der Koningin in
overleg met zijn ambtgenoot van OoHog
medegedeeld, dat de inlijving van dienst
plichtigen der lichting 1917 vermoedelijk zal
geschieden in de gewone bij de wet vast
gestelde tijdvakken.
Daar het echter niet onmogelijk is, dat 'de
inlijving vervroegd moet geschieden, moe
ten de aanvragen om vrijstelling wegens
kostwinnerschap, wegens opleiding tot een
geestelijk ambt, of wegens woonplaats of
toekomstige woonplaats ia .de kolojaftp, dij
jaar niet in November, doch in October
I worden gedaan.
Zomert ij d. De minister van bin'*'
nenlandsche zaken acht het gewenscht, dal
i na afloop van den termijn, voor wellen bij
'Je wet van 27 April 1916 de wettelijke tij<|
met een uur is vervroegd, zoo na mogelijk!
worde vastgesteld, welke gevolgen uit alge*
meen economisch, zoowel als uit financieel
oogpunt die vervroeging plaats heeft ge*
had.
In vfrband hiermede heeft ministei
de Commissarissen der Koningin uitgenoo*
digd, in bedoelden omvang een onderzoeH
in te stellen, waarbij meer bepaaldelijk dei,
voor- en nadeelen van die vervroeging irf
het licht worden gesteld en hem van de uit'
komst verslag te doen.
Bij Koninklijk besluit is de Oost-InÜf*
sche ambtenaar met verlof J. H. Verdiryn
den Boer, laatstelijk waarnemend onderwij*;
zer der 1ste klasse, op zijn verzoek eervof
uit s lands dienst ontslagen, onder toeken*'
ning van pensioen.
(Verbeterd bericht).
Staatsraad De Nerée v a rs
Babberich. In de gister gehouden verga*
dering der afdeeling voor de geschillen van
bestuur van den Raad van State werd staats*
raad mr. J. P. R. M. de Nerée van BabbericK
door een plotselinge ongesteldheid getroffen.
Medische hulp werd in het gebouw van deK
Raad van State ontboden.
Naar de H. Ct. verneemt, is de ongesteld*
beid gelukkig van n;et ernstigen aard gebied
ken.
lederbnd en de oorlog#
Het verkeer met Engeland.
De mailboot Koningin-Regentes, -die gis*
termiddag om 2 uur binnen viel, was Dins*
dag door de Engelschen opgehouden en bij
het vuurschip Sunk voor anker gekomen.
Tegelijk werd ook de uitvarende mailboot
Prins Hendrik opgehouden.
Mails aangehouden.
De stoomschepen „Ophir" en „Sindoro",
onderscheidenlijk 29 Augustus en 17 Sep*,
timber aangekomen, en de „Koningin del
Nederlanden", 12 dezer van Batavia te Am*
sterdam teruggekeerd, hebben op last van dö
Britsche autoriteit de post te Falmouth moe«'
ten lossen.
Inkoop van v^sch voor
Engeland.
Gisteren is in de rijksvischhallen te Umuf<
den Je officieele inkoop van versche viscfjj.
voor Engeland begonnen. Er werden hoogtf
prijzen besteed.
Varkens voor den handel.
De Minister van L., N. en H. brengt tel!
algemeene kennis, dat ingevolge artikel 3
van de Distributiewet 1916 door een ieder
die anders dan voor gebruik door hem zelj
of zijn gezin varkens bezit, aan de burge*
meesters van de gemeenten waar de varf
kens zich bevinden heeft op te geven hel
aantal van de op 30 September a.s. bij hen
in bezit zijnde varkens.
Het niet doen van opgaal of het onjuist
opgeven is strafbaar met mogelijkheid van
verbeurdverklaring der goederen.
Groen ten droger ij en.
Op last der regeering zijn de 4 grornlen-
drogerijen te Mturner wöude (Fr ?-< om
geving stopgezet.
Cacaoboter en cacaoboonen.
Het Hbld. meldt, dat de partijen cacao*
boter, die nog vrij waren, thans ondet
N. O. T.-verband zijr». gebracht, waarvoor dö
N. O. T. aan de c aars een vergoeding
heeft gegeven en binnen enkele dagert
de vrijlating van de cacaoboonen zal plaats
hebben.
Melkbezorgers.
Door het hoofdbestuur van den TranS«.
portarbeidersbond is telegrafisch den MÉ?
nister op het gevaar voor ontslag van dut*
zenden melkbezorgers gewezen in verbant!
mte de dreigende verhooging van den melk
prijs en een audiëntie aangevraagd, om dé*
moeilijkheden te bespreken en zoo mogelijk
een oplossing te vinden..
Zorg voor oorlogsinvaliden.
Naar wij vernemen bestaat het voornemen
eerlang den dirigeerenden officier van ge
zondheid 2e klasse dr. T. J. H. Snijders, toe
gevoegd aan den inspecteur van den Ge*
neesk. Dienst, en den officier van gezond*
heid le klasse L. v. d Steen" van Ommeren,"
te Düsseldorf, een bezoek te doen brengeiY
aan den tentoonstelling betreffende de zorgt
voot de oorlogsinvaliden (Kriegsfürtorge). j
De commissie zal waarschijnlijk vergezeld^
worden door dr. F. Hymans, geneeskundig*»'
adviseur van het hoofdcomité van het Ne^
derlandsche Roode JCruis.
De Ned. ambulance voor
Duitschland en Oostenrijk-
Hong'arije.
In de gisteren op verzoek van het Centy
traal Comité voor een Nederlandsche am-j
bulance voor Duitschland en Oostenrijk-^
Hongarije gehouden vergadering van -allöi
sub-comité's in Nederland is in beginsel be*J
sloten de ambulance ook na 1 November
a.s. nog voort te zetten.
Voor Rumeensche krijgsge- f
vangenen.
Nu Rumenië in den wereldoorlog b©^
trokken is, heeft zich te 's Gravenhage ee»i
comité gevormd tot ondersteuning van Ru^
meensche krijgsgevangenen in Duitschland;
Oostenrijk-Hongarije en Bulgarije. Het co*,
mïté is een aldeelïng van het International©;
Liefdewerk voor krijgsgevangenen en g^-:
Interneerden onder bescherming van hei
Nederlandsche Roode Kruis. Mevrouw Mi*
tilineu, echtgenoote van den Rumeenscheit
gezant, heeft het eerevcorzitterschap aan*
vaard, baronesse Taets van Amerongen^f
Virujy, liet praesidiunu w