^BINNENLAND. linggo 2 doodelijke gevallen, totaal 10 ge- Vallen, 9 dooden, tegenover in het nagenoeg [Overeenkomstige veertiendaagsch tijdvak jivan het vorige jaar (27 Aug.—9 September (915): 130 gevallen, 126 dooden. Kameroverzicht. Eerste Kamer Vergadering van Woensdag 27 Septem ber, des avonds 8 uur 45 min. Voorzitter: de heer J. J. G. baron van Voorst tot Voorst. Aan de orde is de verkiezing van drie le den van de Gemengde Commissie voor de 6tenografie wegens het aftreden van de hee- ren Woltjer, van Lamsweerde en Staal. De aftredenden werden allen herkozen. Daarna wordt de vergadering tot nadere bijeenroeping verdaagd. Uit de Pert. Ce finantieele toestand. „Voor een klein land als het onze, dat tot lusver in den Europeeschen oorlog niet be trokken werd", betoogt mr. Th. H. de Mees ter in het Vaderland, „is het beeld van tten financieelen toestand, dat de millioe- ïien-nota geeft, hoogst ongunstig." Op den gewonen dienst, zoo stipt hij aan, Is er een tekort van 51,644,000, Dp den dienst der crisis-uitgaven van ]f 539,300,000. „Op verre na niet voldoende tot dekking hiervan is het geleende: in 1914 275 mil- lioen gulden en in 1916 125 millioen gul den, samen 400 millioen gulden. O:\geveer 190 millioen, naar men ziet, ontbreekt. En het jaar 1917 dreigt, zelfs al moch ten in het eerstvolgend jaar de crisis-uit gaven belangrijk minder worden, met een aanzienlijk tekort." Tot dekking daarvan moeten de aanhan gige of, reeds door de Tweede Kamer aan genomen belastingontwerpen dienen. Treden die niet vóór I Mei 1917 in wer king, dan zullen maatregelen noodig zijn, ten einde een grooter bedrag aan tijde lijke middelen te verkrijgen. „Om zich goed in te denken in de be- teekenis voor de belastingplichtigen van de versterking van 's lands kas door tijdelijke middelen, houde men in het oog, dat nu reeds, tot dekking van rente en aflossing der oorlogsleeningen, 26 Y: millioen gulden aan opcenten wordt betaald, waaronder 33 opcenten op de hoofdsom der inkomsten belasting en evenveel op de hoofdsom der vermogensbelasting." De schrijver komt tot de slotsom „dat een blijvende versterking der rijks middelen hoogst urgent is en op de beide Kamers der Staten-Generaal de dure plicht rust om, ieder voor haar deel, met bekwa men spoed het noodige te verrichten om die onvermijdelijke versterking tot stand te brengen. In de tweede plaats, dat de bedragen der crisis-uitgaven, reeds gedaan en nog te ver- vachten, zorgeischen zijndaarom is het zeer te hopen, dat de in de troonrede aan gekondigde nieuwe overweging der moge lijkheid, om, met handhaving onzer weer baarheid, den druk der mobilisatie te ver lichten, spoedig rijke vruchten zal dragen. Want inderdaad een krachtige vermindering der mobilisotiekosten is dringend noodzake lijk en niet minder een belangrijke vermin dering van den economischen druk, door de mobilisatie teweeggebracht." Vrouwenkiesrecht. In een vijfde artikel over het „Kiesrecht geding" schrijft de Standaard, dat de anti-revolutionairen principieel niet van (vrouwenkiesrecht willen weten. En nu is het volkomen waar, dat Cort van der Linden het vrouwenkiesrecht vooralsnog niet door eet. Veeleer bepaalt hij er zioh toe, den wetgever de bevoegdheid te verleenen om fa\ een latere periode dit geding bij gewone iwet uit te maken. Maar vervolgt De Standaard: „Juist dit echter is een zeer zwakke stee in rijn legislatieven bouw. Heeft hier de gewone Wetgever te beslissen, dan zal 't zijn bij gewone meerderheid van stemmen, en zal dc vraag of we Vrouwenkies recht krijgen zullen, en zoo ja, hoever 't reiken Eal, geheel afhangen van de zeer toevallige sa menstelling van de Staten-Genereol na een 'nieuwe verkiezing. Voor wat de Eerste Kamer Aangaat als resultaat van de Provinciale ver kiezingen, en voor de Tweede Kamer direct na /de Stembus. Hiermede ontsluit hij de hoogst bedenkelijke kans, dat vroeg of laat een Socialistische en Vrijzinnig-democratische meerderheid de zaak doorzet, en dan kras aandurft. En is het op die wijs eenmaal gelukt, het Vrouwenkiesrecht er 'door te helpen, dan weet men vooruit dat 't nimmer uit onze wetgeving weer uitgaat. Ja meer nog, dat uitbreiding ervan een der vaste punten op het electoraal program zal worden, en dat ten slotte het algemeen Vrouwenkies recht gelijke kans erlangt met het algemeen kiesrecht voor de mannen. Dit zal en moet de gang van zaken zijn. Hieraan valt op geenerlei wijs te twijfelen. We ^oorspellen het daarom vooruit, en aarzelen piiet, juist in verband met deze verwachting der toekomst, als onze meening uit te spreken, dat, jwil men het doorzetten, het in elk geval in de IGrondwet en niet in de gewone wet hoort; als mede dat, zal 't dan in elk geval ingevoerd wor sen, het beginsel van het Algemeen Kiesrecht 'Ook op de vrouw moet worden toegepast. Erlan gen dit recht alle mannen, dan ook geve men 'dit, op dit identiteitsstandpunt, aan alle vrou wen. Wat men nu wil doen, om enkel een kern toer vrouwen bij de mannen, te voegen, is spelen tnet de realiteit, en zal, moet later de gewone .wetgever besb'ssen, een spelen worden met de politieke neiging der vrouwen. Men zal klasse en soort van vrouwen gaan Onderscheiden. Men zal soorten uitdenken van /vrouwen die in den regel sterk liberaal getint rijn, en een andere klasse van Christenvrou wen, en dan zal 't zóó worden ingericht, dat de ;eerste klasse binnengaat, en dat de tweede aan Vie deur mag blijven staan. Onzer kan daarom ook thans geen andere houding zijn, dan dat we voor de weduwe als eezinshoofd bliiven opkomen, doch voorts ons principieel tegen het Vrouwenkiesrecht verzet ten. Maor dat, mocht het daarom toch kans hebben er door te glippen, we dan de willekeur van den lateren wetgever uitsluiten en reeds nu wat algemeen kiesrecht zal heeten, voor man en vrouw don ook gelijk opeischen. Zooals dit Vrouwenkiesrecht ons nu wordt voorgeslagen, stuit 't ons zoo sterk tegen de borst, dat alleen reeds het artikel, waarin deze voorslog schuilt, ons ten slotte het stemmen voor het ontwerp ondoenlijk zou kunnen ma ken." Oe Tubaniia. De Nieuwe C t. besluit haar artikel over de bereidverklaring van de Duitsche regeering om toe Tubantia-zaak na den oor log aan een internationale commissie van onderzoek voor te leggen, als volgt „Het middel vond slechts eenmaal toepas sing, n.l. ter zake van het Doggersbank-in- cident tusschen Engeland en Rusland tijdens den Russisch-Japanschen oorlog in 1904, en heeft toen bevredigend gewerkt. Thans is het tijdens den algemeenen oorlog zeer bezwaarlijk toe te passen en het voorbehoud van de Duitsche Regeering, dat het onder zoek eerst na afloop van den oorlog be ginnen zal, doet daarom aan de waarde van haar bereidverklaring niet af. Deze is blijkens het Wolff-telegram ge motiveerd door „overwegingen van vriend schap cn goede buurschap". Dit verdient onzerzijds volle waardeering. De houding die Duitschlend in de Tubantin-zaak tegen over ons land had aangenomen, heeft onze nationale gevoelens gekwetst des te aan genamer doet het aan thans de verzekering te ontvangen dat de Duitsche Regeering onze vriendschap zoozeer op prijs stelt, dat zij besloot op haar feitelijke afwijzing van onze aanspraken terucr te komen en de mo gelijkheid van de feilbaarheid harer gege vens en overtuiging openlijk te erkennen. Voldoening schenkt deze stap aan ons land nog bij lange niet. Maar het vernede rende dat in het beloop der Tubantiazaak voor ons gelegen was is, onafhankelijk van den afloop en het eindsucces, waarop wij blijven hopen, thans weggenomen. De tij ding uit Berlijn bracht ons een oogenblik van verademing in de benauwend interna tionale atmosfeer." Berichten. De Staatscourant van Woens dag 27 September, bevat o.m. de volgende Kon. besluiten bevorderd bij het Departement van Fi nanciën tot hoofdcommies E. Snoeck, thans commiestot adjunct-commies J. Koopstra, D. D. Heijmans, H. A. C. L. Barendsen en H. L. H. Bloemers, thans klerk benoemd tot adjudant bij de Jagers de le luitenant G. J. M. v. Weel, vpn het corps; op verzoek eervol ontslagen A. Neter, als leeraar aan de R. H. B. S. te Heeren veen benoemd tot directeur van de Rijks kweekschool voor onderwijzers te Gronin gen, Th. Lancée te Amsterdam. Dr. Friedlander arriveerde gisteravond van het Oostelijk front uit Duitschland op het Loo ter behandeling van Z. K. H. Prins Hendrik. Dr. Friedlander zal ongeveer een maand op het Loo blijven. De Minister van Oorlog, zijn adjudant, kapitein Röell en majoor Insinger, hoofd van het Bureau Generale Staf aan 't Depar tement, zijn van de manoeuvres terugge keerd. Z.Exc. mgr. Locatelli, nieuw opgetre den nuntius te Brussel en internuntius te 's Gravenhage, is te 's Gravenhage aange komen. Kamerverkiezing Dordrecht. De afdeeling Dordrecht der S. D. A. P. heeft besloten, om taktische redenen te vol doen aan het verzoek van de Vrijz. Kies- vereenigin£ Dordrecht en de Vrijz.-Dem. Vereeniging om de verkiezing van een lid der Tweede Kamer, in de vacature van mr. Schim v. d. Loeff, bij enkele candidaatstel- ling te laten afloopen. Z o m e r t ij d. De Minister van Justi tie en de Minister van Binnenlandsche Za ken hebben den Commissarissen der Ko ningin verzocht, om het volgende ter kennis te brengen van de ambtenaren van den bur gerlijken stand in hun provinciën Ten gevolge der bepalingen der wet van 27 April 1916, waarbij de zoogenaamde zo mertijd werd ingevoerd, zullen er onmiddel lijk vóór het intreden van den dag van 1 October a.s.'twee achtereenvolgende tijds ruimten van één uur zijn, die beide op de zelfde gebruikelijke wijze zullen worden aan geduid, n.l. de tijdruimte tusschen 11 en 12 uur in den avend van 30 September a. s. volgens den tijd, bij genoemde wet inge voerd, en de tijdsruimte tusschen 11 en 12 uur van dien avond volgens den middelbaren zonnetijd van Amsterdam. Teneinde nu verwarring te voorkomen, geven wij den ambtenaren van den burger lijken stand in overweging, bij de vermel ding van het uur in de door hen op te ma ken akten de uitdrukking „zomertijd" te bezigen, indien moet worden aangeduid dat de gebeurtenis heeft plaats gegrepen in de eerstgenoemde tijdsruimte. Afloop lichting militie 1915. De Staatsct. bevat het verslag aan H. M. de Koningin omtrent den afloop der lich ting van de militie voor 1915. Er blijkt uit, dat zijn ingelijfd- 26,404 man, waarvan 580 bij de zeemilitie. Om verschillende redenen waren vóór 1 September 1914 vrijgesteld 16,540 man en na 1 September 157. Wegens gemis van de gevorderde mini mumlengte werden 877 militieplichtigen on geschikt verklaard, wegens ziekelijke ge steldheid of gebreken 17,782. Aan 200 militieplichtigen werd vrijstel ling van den dienst voor den tijd van één jaar verleend, en aan 16 militieplichtigen vrijstelling voorgoed» N ii—iri i - n TB lm i HMMMaaafejaei— Bij Koninklijk besluit is «voorloopig voor den tijd van één jaar, benoemd tot leeraar ixfc de toegepaste mechanica, het landmeten en wa terpassen aan de Koninklijke Militaire Acade mie, de heer E. A. J. M. vaat der Velden, c. i. te Leiden, thans werkzaam als ingenieur der Rijkscommissie voor graadmeting en waterpas sing. Bij Koninklijk besluit zijn benoemd, bij het reserve-personeel der landmacht, bij het wapen der artillerie, tot reserve-tweede-luite nant, bij hun tegenwoordig korps, de vaandrigs J. Hoslinga, en J. A. Pennink, onderscheiden lijk van het 1ste cn het 2de regiment vesting artillerie. Baron v. Tuyll v. Seroos- k-erken. t In de Residentie is op 66- jarigen leeftijd, slechts enkele dagen na het overlijden van zijne echtgenoote, overleden de generaal-majoor titulair E. F. C. H. baron van Tuyll van Serooskerken, Eerste-adjudant van H. M. de Koningin, sous-chef van Hr. Ms. Militaire Huis. In hem heeft ons Vorstenhuis een trouw beproefd dienaar verloren, die jarenlang met groote toewijding eerst wijlen Z. M. Koning Willem UI en daarna H. M. de Koningin in onderscheidene rangen diende. Over en kele dagen, den 30sten dezer, zou baron Van Tuyll den dag hebben mogen herden ken dat hij vóór 37 jaren benoemd werd tot ordonnans-officier van wijlen Z. M. den Koning. En sedert dien datum, den 30. Sep tember 1879, bleef hij verbonden aan het Militaire Huis. De thans ontslapene werd den 15. Maart 1850 te Amersfoort geboren. Hij ving 12 Juli 1866 zijn militaire loopbaan aan als kadet bij de Koninklijke Militaire Academie. Tal van ridderorden sierden zijn borst. Hij was o.a. commandeur van de Huisorde van Oranje en ridder in de orde van den Neder- landschen Leeuw en in de orde van de Eikenkroon. De teraardebestelling van het stoffelijk overschot is bepaald op a.s. Zaterdag, des voormiddags ten elf uur, van af het sterfhuis naar Oud Eik-en-Duinen. H. M. de Koningin zal zich bij de be grafenis doen vertegenwoordigen door den luitenant-generaal Graaf Dumoncenu, adju dant-generaal en chef van het Militaire Huis van Hare Majesteit. Hederland en de oorlog Dc „Prins Hendrik1'. De corr. van het Handelsblad te Vlissin- gen meldt: Zooals ik Dinsdag reeds vermoedde, is 't niet mogelijk geweest, inzage te krijgen van de officieele, door den kapitein afgelegde verklaring omtrent het aanhouden en op brengen van de „Prins Hendrik" en ben ik dus niet in staat, het officieele relaas van het geval in zijn geheel te geven. Wel is het mij echter gelukt de officieele lezing te krijgen omtrent enkele speciale punten, welke van belang zijn, in verband met de beteekenis van deze aanhouding. Eigenlijk blijkt uit iets, dat er in dit ge val sprake kan zijn van een zekere bijzon dere spionnage. Deze zou voor de hand lig gen, wanneer alles juist was, wat omtrent de aanhouding is gemeld. Tal van bijzon derheden echter zijn geheel onjuist weerge geven. Ik seinde reeds, dat de Duitschers naar een zekere hut hadden gevraagd, niet den eersten, maar den tweeden keer, toen zij aan boord kwamen. Gemeld is, dat een bur ger aan boord was van de torpedoboot, wel ke langszij kwam. Dit is juist, maar dat was bij de tweede aanhouding en die burger was de Engelsche koerier, die den eersten keer reeds van boord was gehaald. De indruk was, dat hij ten slotte had medegedeeld, in welke hut de Belgische koeriers hadden ge* reisd. Ook is het onjuist, dat de Duitschers een specialen mailzak hebben geopend. Zij heb ben eenvoudig een willekeurigen postzak ge nomen en dien geopend om den inhoud te zien; nadat zij zich hadden overtuigd, dat de inhoud inderdaad uit poststukken bestond, hebben zij den zak, zonder er ook maar een stuk uit te houden, weer gesloten en verze geld en den kapitein een schriftelijke ver klaring gegeven, dat zij den zak hadden ge opend. Ook officieel wordt verklaard, dat de Duitschers zich zeer correct en welwillend gedroegen. Als voorbeeld wordt o.a. het volgende medegedeeld Tijdens het opbrengen naar Zeebrugge moest de bemanning naar be neden, terwijl de passagiers aan dek moes ten blijven, de mannen en de vrouwen ge- gescheiden. Daar er niet voldoende zit plaatsen waren aan dek, verzochten de Duitschers den hofmeester krukjes aan dek te doen brengen voor de dames. Ook had den de Duitschers zich tegen den kapitein verontschuldigd, dat zij gedwongen waren, zijn schip aan te houden. Overigens is de directie van de „Zeeland" in het minst niet verrast door deze aanhou ding. Zij is reeds anderhalf jaar lang erop voorbereid, dat een harer schepen wel eens zou kunnen worden aangehouden en heeft dan ook reeds lang maatregelen in verband daarmede genomen. Gezien de groote beteekenis welke ge hecht werd aan de aanhouding en het op brengen door de Duitschers van een boot der lijn, welke tot nu toe als de e enige ab soluut veilige gold, heeft de correspondent van het Hbld. al het mogelijke willen doen om na te gaan welke de beteekenis kan zijn van die aanhouding. Dat doende komt men meer en meer tot de overtuiging, dat er eigenlijk geen bijzondere reden was voor de Duitschers om juist deze boot aan te hou den, tenzij dan misschien de omstandigheid dat zich een aantal jonge Belgen aan boord bevond, die uit België naar Holland hadden weten te ontsnappen, en nu naar Engeland gingen om zoo naar het front te komen. Het is niet onwaarschijnlijk, dat de Duit schers juist deze menschen weer in handen hebben willen krijgen, om te weten te ko men, waar zij de Belgisch-Nederlandsche grens waren overgegaan, en hoe zij dat had den aangelegd. Terwijl zij dan meteen van de gelegenheid gebruik konden maken om de ontsnapte Russische krijgsgevangenen, die aan boord waren, en enkele anderen, die zij maar liefst in handen hadden, óók op te pikken. Wat nu betreft, dat juist de boot is aan gehouden waarmede de gevluchte Belgen naar Engeland gingen, dat dit inderdaad zoo is, heeft men den schrijver op het generaal-consulaat van België te Vlissingen verzekerd, het wijst ongetwijfeld op spionnage. Maar een spionnage, die ten slotte ten eenenmale niet bevreemden kan. Iedereen hier in Vlissingen weet, en het spreekt ook wel vanzelf, dat 't hier vol met spionnen zit. (En er is ook een Duitsch consulaat, dat natuurlijk over de middelen beschikt om zich in den kortst mogelijken tijd in verbinding te stellen met de Duitsche autoriteiten in Duitschland en België). Zelfs zijn er heel wat Vlissingers, en neusch niet alleen Jan-en-alle-man, die 't wel rond uit durven zeggen, dat er onder de 2500 Belgen, die hier nog steeds vertoeven, en kele zijn, die zich niet ontzien, om voor de Duitschers te spionneeren. Alleen, men heeft niet de noodige absolute bewijzen om maatregelen tegen hen te nemen. Een en kele maal wordt er eens een Belg uit het bezette gebied verbannen. In verband met deze zeer krasse beschul diging, is de correspondent eens gaan pra ten op het Belgische generaal-consulaat te Vlissingen. Den consul-generaal persoon lijk kon hij op dat oogenblik niet te spreken krijgen, hij had echter een onderhoud met den kanselier, die, op zijn vraag of hij in derdaad geloofde, dat er Belgen zijn die voor de Duitschers spionneeren, antwoord de met de opmerking: „och, onder de Hol landers, onder alle volken, is ock wel ge spuis, waarom dan onder de Belgen niet? Bovendien, velen der Belgen die hier zijn, voelen wel heel sterk den invloed van twee jaar verbanning in armoede en ellende. Zoo iets demoraliseert vooral de zwakken, en als dan de strijd ontstaat tusschen het ge weten en groote belooningen Natuurlijk vroeg de correspondent den kanselier ook in hoeverre hij dacht, dat de spionnage een rol had gespeeld in verband met de aanhouding van de „Prins Hendrik". Nadrukkelijk verklaarde hij daarop dat hij in 't minst n'iet geloofde aan spionnage door personeel van de „Zeeland". Naar mijn meening is het de schuld van de jongelui zeiven. Die menschen hadden uit België naar Holland weten te komen, en stonden nu Vrijdagavond klaar om aan boord te gaan van de boot, welke hen naar Enge land zou overzetten. Zij waren natuurlijk dol in hun schik en uitgelaten. Sommigen waren natuurlijk min of meer après boire. Zij scharrelden in de buurt van het station en vertelden aan iedereen die het hooren wou, dat zij uit België waren ontsnapt, en nu „naar het front" gingen. Het spreekt dus van zelf, dat men ook op het Duitsche con sulaat er alles van wist. Verkeer met Engeland. Enkele van Rotterdam op Londen varende stoomvaartdiensten nemen, nu er in de laat ste dagen booten naar Zeebrugge zijn opge bracht, een afwachtende houding aan ;n zake het vertrek van hun schepen. De Great Eastern (Harwich-lijn) heeft voorloopig den dienst op Londen gestaakt. De mailboot Koningin Regentes is gister middag kwart voor vier te Vlissingen bin nen gekomen met 52 passagiers. Mail aangehouden. De stoomschepen „Prins Frederik Hen drik" 15 dezer van Amsterdam naar .West- Indië vertrokken en „Kawi" 25 dezer van Batavia te Rotterdam aangekomen, hebben op last van de Britsche autoriteiten de post in Engeland moeten lossen. „O o r 1 o g s t ij d". Mr. M. W. F. Trèub heeft de laatste hand gelegd aan een werk „Oorlogstijd", waarin de oud-minister zijne herinneringen en in drukken gedurende de crisis, die in Augus tus 1914 zoo plotseling over ons land kwam, weergeeft. N. G. C. Aardappelen. De Minister van Landbouw heeft een re geling van het bedrijf van drogen van aard appelen vastgesteld, welke ïegeling met in gang van 2 October In werking treedt. Artikel 1 dezer regeling houdt het verbod in om in e enige onderneming voor het dro gen van aardappelen, aardappelen op eenige wijze te drogen of op andere wijze te ver duurzamen, tenzij de onderneming bij de Rijkscommissie van Toezicht op „de Aard- appelvereeniging" ingeschreven is als in richting voor het drogen van aardappelen en met inachtnemin g van de voorschriften bij of krachtens de regeling gesteld. Melkvoorziening. De vergadering van de_ districtscom missie voor melkvoorziening te Rotterdam was, zoo meldt men aan de N. R. Ct., een parig van meening, dat aan den minister van Landbouw moet worden geadviseerd, dat onder de bestaande omstandigheden de maximum-prijs voor consumptiemelk, buiten den toeslag moet worden gesteld op 10M cent franco stad. Eieren. „Den laatsten tijd werden enorme hoeveel heden kippen en hanen het land uitgevoerd. Wanneer daar niet spoedig paal en perk aan wordt gesteld, zal de eierproductie in ons land geducht verminderen en zullen de prij zen dientengevolge een ongekende hoogte bereiken I" Ziedaar het antwoord, dat het Hbld. van bevoegde zijde ontving. toen het informeer de naar den stand van de eiermarkt. Ovef het algemeen oordeelde men, dat de prijzen thans nog niet abnormaal hoog zijn (8 cenl aan de veiling), maar men vreesde, dat die prijs spoedig zou oploopen tot 15 cent en hooger. Laat ons hopen, dat de Minister zijn maat* regelen zal weten te nemen vóórdat het te laat is. Suikernood. Op het oogenblik zit* ten olie winkeliers te Hengelo (O.) zonder suiker. Een katoen- en wolsyndicaaf. Een katoen- en wolsyndicaat is gesticht,1 dat weldra allen aanvoer van katoenen en' wollen stukgoed uit Engeland zal regelend Zonder een licence van dit syndicaat men dit niet meer aangevoerd kunnen krij« gen. Maandag zal de nieuwe regeling in wer- king treden. Tabak. Een der groote Nederlandsche grossiert in tabak heeft een circulaire aan de Neder landsche fabrikanten verzonden, waarin hef o.a. luidt: „Het blijkt steeds meer, dat het verschepen van tabak uit Amerika naar hier hoe langer hoe moeilijker wordt en dat, in*» dien daarin niet spoedig verbetering wordt gebracht, een algemeen stopzetten uwer fa brieken het eind zal zijn. Sedert nu ongeveer 2 maanden, toen hef bericht kwam, dat alle buitenlandsche taba^ weer aan de N. O. T. moest komen, is hef: mij en ook anderen handelaren niet mogen gelukken een enkel consent van dl N. O. T. te bekomen. Het heet, dat slechts in beperkte mattt consenten gegeven zullen worden, maar tdC heden is zelfs dèt nog niet gebeurd. De laatste inlichting, die ik van de N. O. T. ontving, hield in, dat er voorloopig geen consenten verstrekt worden en er eerst een commissie van advies moet worden samen gesteld. Bij de N. O. T. deponeerde ik een lijst waarop vermeld staan de namen der fabri kanten en de hoeveelheid vaten, die zij van' mij in koop hebben, om aan te toonen, dat ik in het belang der binnenlandsche Indus trie consenten vroeg. Het komt mij echter voor, dat het zeer ge- wenscht is, dat er ook van uwe, fabrikanten zijde, een krachtige actie uitga, om te be werken, dat de N. O. T. wel consenten aan ons afgeeft, speciaal voor Maryland en Bur- ley-tabak. Ik zou u willen voorstellen, dat u fabrikan ten (zoowel niet- als wèl-leden der vereeni ging van Tabaksfabrikanten) onderling te rade gaat en uit uw midden, liefst van niet- importeerende fabrikanten, een commissie benoemt, met opdracht om de N. O. T. te bewegen, de binnenlandsche industrie te helpen en die niet achter te stellen bij den speculatieven handel op het btiitenland. Het ware dan zeer gewenscht, dat die commissie- uit uw midden de N. O. T. van advies diende, of in haar commissie van ad vies werd opgenomen. Anders loopen wij gevaar, dat weer andere belangen worden gediend. Het is ten hoogste tijd, dat er van uwe zijde wordt geageerd." Vliegmachines. Boven Zeeuwsch-Vlaanderen zijn gisteren weer verschillende vliegmachines waargeno men. Zij schenen koers te zetten naar Ant werpen; later kwamen zij uit die richting terug. Eén van de machines werd zonder succes beschoten. Zij vlogen zeer hoog. Een desérteur. Te Boxmeer is een Duitsche deserteur aangekomen die van zijn verlof gebruik ge maakt had, om naar Nederland te komen. Bij de belegering van Warschau was hij ge wond geweest. Thans zou hij weer naar hef front worden gezonden. „Vooruitgang" en Art. 19 2. In da Dinsdagnvond gehouden ledenvergadering der vrijzinnige kies vereeniging „Vooruitgang" te Amsterdam is met overgroote meerderheid van stemmen verworpen de motie, door het hoofdbestuur der Liberale Unie voorgesteld in zake de wijziging van art. 192 der Grondwet, welke motie aan de orde komt in de Zaterdag a. s. te houden vergadering der Unie. Daarvoor in de plaats heeft „Vooruitgang" gesteld de volgende motie, welke was voor ge? steld door de districtscommissie I en door da ledenvergadering is goedgekeurd „De Liberale Unie, in aanmerking nemende de groote belangen, welke voor het Nederland sche volk betrokken zijn bij het tot stand komen van de voorgestelde wijziging van art. 80 van de Grondwet, vooropstellende, dat het eetf groot politiek en maatschappelijk belang zoq zijn, indien de staatkundige schoolstrijd zot( kunnen worden beëindigd, van meening even wel, dat de herziening van art. 80 en de herzie- ning van art. 192 onafhankelijk van elkander behooren te worden beschouwd en behandeld/ van oordeel, da{ de financieele gelijkstelling vadf openbaar en bijzonder onderwijs slechts in over weging is te nemen, indien vaststaat, dat hof bestaande voorschrift van art. 192 G. W., „ef^ wordt overal in het Rijk van overheidswege vol doend openbaar lager onderwijs gegeven", ge«» handhaafd blijft en voor beide takken van on<£ der wijs gelijke eischen van deugdelijkheid wof$ den voorgeschreven, spreekt den wensch uit t lo. dat het voorgestelde art. 80 G. W. worde aangenomen2o. dat de wijziging van art. 19i G. W., zooals deze door de Regeering is voor gesteld, niet zal worden aanvaard." Nederlandsche werkgevers. Dinsdag werd te Vlissingen de algemeen# vergadering van de Vereeniging van Nederland^ sche Werkgevers gehouden welke werd bijge? woond door meer dan honderd leden uit alll deelen des lands. Tot bestuursleden werden gekozen: de f*rn*4 B. W. en N. ter Kuile, te Enschede, in de plaatf van de Werf Conrad te Haarlem, en de KoninW lijke Ned. Stoombootmaatschappij te Amsteifl dom in de plaats van dc Hollandsche Stoom' bootmaatschappij. Door twee ter vergadering aanwezige adjunct- secretarissen der Nederlandsche Jaarbeurs

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1916 | | pagina 2