^BINNENLAND.
linggo 2 doodelijke gevallen, totaal 10 ge-
Vallen, 9 dooden, tegenover in het nagenoeg
[Overeenkomstige veertiendaagsch tijdvak
jivan het vorige jaar (27 Aug.—9 September
(915): 130 gevallen, 126 dooden.
Kameroverzicht.
Eerste Kamer
Vergadering van Woensdag 27 Septem
ber, des avonds 8 uur 45 min.
Voorzitter: de heer J. J. G. baron van
Voorst tot Voorst.
Aan de orde is de verkiezing van drie le
den van de Gemengde Commissie voor de
6tenografie wegens het aftreden van de hee-
ren Woltjer, van Lamsweerde en Staal.
De aftredenden werden allen herkozen.
Daarna wordt de vergadering tot nadere
bijeenroeping verdaagd.
Uit de Pert.
Ce finantieele toestand.
„Voor een klein land als het onze, dat tot
lusver in den Europeeschen oorlog niet be
trokken werd", betoogt mr. Th. H. de Mees
ter in het Vaderland, „is het beeld van
tten financieelen toestand, dat de millioe-
ïien-nota geeft, hoogst ongunstig."
Op den gewonen dienst, zoo stipt hij aan,
Is er een tekort van 51,644,000,
Dp den dienst der crisis-uitgaven van
]f 539,300,000.
„Op verre na niet voldoende tot dekking
hiervan is het geleende: in 1914 275 mil-
lioen gulden en in 1916 125 millioen gul
den, samen 400 millioen gulden. O:\geveer
190 millioen, naar men ziet, ontbreekt.
En het jaar 1917 dreigt, zelfs al moch
ten in het eerstvolgend jaar de crisis-uit
gaven belangrijk minder worden, met een
aanzienlijk tekort."
Tot dekking daarvan moeten de aanhan
gige of, reeds door de Tweede Kamer aan
genomen belastingontwerpen dienen.
Treden die niet vóór I Mei 1917 in wer
king, dan zullen maatregelen noodig zijn,
ten einde een grooter bedrag aan tijde
lijke middelen te verkrijgen.
„Om zich goed in te denken in de be-
teekenis voor de belastingplichtigen van de
versterking van 's lands kas door tijdelijke
middelen, houde men in het oog, dat nu
reeds, tot dekking van rente en aflossing
der oorlogsleeningen, 26 Y: millioen gulden
aan opcenten wordt betaald, waaronder 33
opcenten op de hoofdsom der inkomsten
belasting en evenveel op de hoofdsom der
vermogensbelasting."
De schrijver komt tot de slotsom
„dat een blijvende versterking der rijks
middelen hoogst urgent is en op de beide
Kamers der Staten-Generaal de dure plicht
rust om, ieder voor haar deel, met bekwa
men spoed het noodige te verrichten om
die onvermijdelijke versterking tot stand te
brengen.
In de tweede plaats, dat de bedragen der
crisis-uitgaven, reeds gedaan en nog te ver-
vachten, zorgeischen zijndaarom is het
zeer te hopen, dat de in de troonrede aan
gekondigde nieuwe overweging der moge
lijkheid, om, met handhaving onzer weer
baarheid, den druk der mobilisatie te ver
lichten, spoedig rijke vruchten zal dragen.
Want inderdaad een krachtige vermindering
der mobilisotiekosten is dringend noodzake
lijk en niet minder een belangrijke vermin
dering van den economischen druk, door de
mobilisatie teweeggebracht."
Vrouwenkiesrecht.
In een vijfde artikel over het „Kiesrecht
geding" schrijft de Standaard, dat de
anti-revolutionairen principieel niet van
(vrouwenkiesrecht willen weten. En nu is het
volkomen waar, dat Cort van der Linden
het vrouwenkiesrecht vooralsnog niet door
eet. Veeleer bepaalt hij er zioh toe, den
wetgever de bevoegdheid te verleenen om
fa\ een latere periode dit geding bij gewone
iwet uit te maken.
Maar vervolgt De Standaard:
„Juist dit echter is een zeer zwakke stee in
rijn legislatieven bouw.
Heeft hier de gewone Wetgever te beslissen,
dan zal 't zijn bij gewone meerderheid van
stemmen, en zal dc vraag of we Vrouwenkies
recht krijgen zullen, en zoo ja, hoever 't reiken
Eal, geheel afhangen van de zeer toevallige sa
menstelling van de Staten-Genereol na een
'nieuwe verkiezing. Voor wat de Eerste Kamer
Aangaat als resultaat van de Provinciale ver
kiezingen, en voor de Tweede Kamer direct na
/de Stembus.
Hiermede ontsluit hij de hoogst bedenkelijke
kans, dat vroeg of laat een Socialistische en
Vrijzinnig-democratische meerderheid de zaak
doorzet, en dan kras aandurft. En is het op die
wijs eenmaal gelukt, het Vrouwenkiesrecht er
'door te helpen, dan weet men vooruit dat 't
nimmer uit onze wetgeving weer uitgaat. Ja
meer nog, dat uitbreiding ervan een der vaste
punten op het electoraal program zal worden,
en dat ten slotte het algemeen Vrouwenkies
recht gelijke kans erlangt met het algemeen
kiesrecht voor de mannen.
Dit zal en moet de gang van zaken zijn.
Hieraan valt op geenerlei wijs te twijfelen. We
^oorspellen het daarom vooruit, en aarzelen
piiet, juist in verband met deze verwachting der
toekomst, als onze meening uit te spreken, dat,
jwil men het doorzetten, het in elk geval in de
IGrondwet en niet in de gewone wet hoort; als
mede dat, zal 't dan in elk geval ingevoerd wor
sen, het beginsel van het Algemeen Kiesrecht
'Ook op de vrouw moet worden toegepast. Erlan
gen dit recht alle mannen, dan ook geve men
'dit, op dit identiteitsstandpunt, aan alle vrou
wen. Wat men nu wil doen, om enkel een kern
toer vrouwen bij de mannen, te voegen, is spelen
tnet de realiteit, en zal, moet later de gewone
.wetgever besb'ssen, een spelen worden met de
politieke neiging der vrouwen.
Men zal klasse en soort van vrouwen gaan
Onderscheiden. Men zal soorten uitdenken van
/vrouwen die in den regel sterk liberaal getint
rijn, en een andere klasse van Christenvrou
wen, en dan zal 't zóó worden ingericht, dat de
;eerste klasse binnengaat, en dat de tweede aan
Vie deur mag blijven staan.
Onzer kan daarom ook thans geen andere
houding zijn, dan dat we voor de weduwe als
eezinshoofd bliiven opkomen, doch voorts ons
principieel tegen het Vrouwenkiesrecht verzet
ten. Maor dat, mocht het daarom toch kans
hebben er door te glippen, we dan de willekeur
van den lateren wetgever uitsluiten en reeds nu
wat algemeen kiesrecht zal heeten, voor man
en vrouw don ook gelijk opeischen.
Zooals dit Vrouwenkiesrecht ons nu wordt
voorgeslagen, stuit 't ons zoo sterk tegen de
borst, dat alleen reeds het artikel, waarin deze
voorslog schuilt, ons ten slotte het stemmen
voor het ontwerp ondoenlijk zou kunnen ma
ken."
Oe Tubaniia.
De Nieuwe C t. besluit haar artikel
over de bereidverklaring van de Duitsche
regeering om toe Tubantia-zaak na den oor
log aan een internationale commissie van
onderzoek voor te leggen, als volgt
„Het middel vond slechts eenmaal toepas
sing, n.l. ter zake van het Doggersbank-in-
cident tusschen Engeland en Rusland tijdens
den Russisch-Japanschen oorlog in 1904, en
heeft toen bevredigend gewerkt. Thans is
het tijdens den algemeenen oorlog zeer
bezwaarlijk toe te passen en het voorbehoud
van de Duitsche Regeering, dat het onder
zoek eerst na afloop van den oorlog be
ginnen zal, doet daarom aan de waarde van
haar bereidverklaring niet af.
Deze is blijkens het Wolff-telegram ge
motiveerd door „overwegingen van vriend
schap cn goede buurschap". Dit verdient
onzerzijds volle waardeering. De houding
die Duitschlend in de Tubantin-zaak tegen
over ons land had aangenomen, heeft onze
nationale gevoelens gekwetst des te aan
genamer doet het aan thans de verzekering
te ontvangen dat de Duitsche Regeering
onze vriendschap zoozeer op prijs stelt, dat
zij besloot op haar feitelijke afwijzing van
onze aanspraken terucr te komen en de mo
gelijkheid van de feilbaarheid harer gege
vens en overtuiging openlijk te erkennen.
Voldoening schenkt deze stap aan ons
land nog bij lange niet. Maar het vernede
rende dat in het beloop der Tubantiazaak
voor ons gelegen was is, onafhankelijk van
den afloop en het eindsucces, waarop wij
blijven hopen, thans weggenomen. De tij
ding uit Berlijn bracht ons een oogenblik
van verademing in de benauwend interna
tionale atmosfeer."
Berichten.
De Staatscourant van Woens
dag 27 September, bevat o.m. de volgende
Kon. besluiten
bevorderd bij het Departement van Fi
nanciën tot hoofdcommies E. Snoeck, thans
commiestot adjunct-commies J. Koopstra,
D. D. Heijmans, H. A. C. L. Barendsen en
H. L. H. Bloemers, thans klerk
benoemd tot adjudant bij de Jagers de
le luitenant G. J. M. v. Weel, vpn het corps;
op verzoek eervol ontslagen A. Neter,
als leeraar aan de R. H. B. S. te Heeren
veen
benoemd tot directeur van de Rijks
kweekschool voor onderwijzers te Gronin
gen, Th. Lancée te Amsterdam.
Dr. Friedlander arriveerde gisteravond
van het Oostelijk front uit Duitschland op
het Loo ter behandeling van Z. K. H. Prins
Hendrik. Dr. Friedlander zal ongeveer een
maand op het Loo blijven.
De Minister van Oorlog, zijn adjudant,
kapitein Röell en majoor Insinger, hoofd
van het Bureau Generale Staf aan 't Depar
tement, zijn van de manoeuvres terugge
keerd.
Z.Exc. mgr. Locatelli, nieuw opgetre
den nuntius te Brussel en internuntius te
's Gravenhage, is te 's Gravenhage aange
komen.
Kamerverkiezing Dordrecht.
De afdeeling Dordrecht der S. D. A. P.
heeft besloten, om taktische redenen te vol
doen aan het verzoek van de Vrijz. Kies-
vereenigin£ Dordrecht en de Vrijz.-Dem.
Vereeniging om de verkiezing van een lid
der Tweede Kamer, in de vacature van mr.
Schim v. d. Loeff, bij enkele candidaatstel-
ling te laten afloopen.
Z o m e r t ij d. De Minister van Justi
tie en de Minister van Binnenlandsche Za
ken hebben den Commissarissen der Ko
ningin verzocht, om het volgende ter kennis
te brengen van de ambtenaren van den bur
gerlijken stand in hun provinciën
Ten gevolge der bepalingen der wet van
27 April 1916, waarbij de zoogenaamde zo
mertijd werd ingevoerd, zullen er onmiddel
lijk vóór het intreden van den dag van 1
October a.s.'twee achtereenvolgende tijds
ruimten van één uur zijn, die beide op de
zelfde gebruikelijke wijze zullen worden aan
geduid, n.l. de tijdruimte tusschen 11 en 12
uur in den avend van 30 September a. s.
volgens den tijd, bij genoemde wet inge
voerd, en de tijdsruimte tusschen 11 en 12
uur van dien avond volgens den middelbaren
zonnetijd van Amsterdam.
Teneinde nu verwarring te voorkomen,
geven wij den ambtenaren van den burger
lijken stand in overweging, bij de vermel
ding van het uur in de door hen op te ma
ken akten de uitdrukking „zomertijd" te
bezigen, indien moet worden aangeduid dat
de gebeurtenis heeft plaats gegrepen in de
eerstgenoemde tijdsruimte.
Afloop lichting militie 1915.
De Staatsct. bevat het verslag aan H. M.
de Koningin omtrent den afloop der lich
ting van de militie voor 1915.
Er blijkt uit, dat zijn ingelijfd- 26,404
man, waarvan 580 bij de zeemilitie.
Om verschillende redenen waren vóór 1
September 1914 vrijgesteld 16,540 man en
na 1 September 157.
Wegens gemis van de gevorderde mini
mumlengte werden 877 militieplichtigen on
geschikt verklaard, wegens ziekelijke ge
steldheid of gebreken 17,782.
Aan 200 militieplichtigen werd vrijstel
ling van den dienst voor den tijd van één
jaar verleend, en aan 16 militieplichtigen
vrijstelling voorgoed» N
ii—iri i - n TB lm i HMMMaaafejaei—
Bij Koninklijk besluit is «voorloopig voor
den tijd van één jaar, benoemd tot leeraar ixfc
de toegepaste mechanica, het landmeten en wa
terpassen aan de Koninklijke Militaire Acade
mie, de heer E. A. J. M. vaat der Velden, c. i.
te Leiden, thans werkzaam als ingenieur der
Rijkscommissie voor graadmeting en waterpas
sing.
Bij Koninklijk besluit zijn benoemd, bij
het reserve-personeel der landmacht, bij het
wapen der artillerie, tot reserve-tweede-luite
nant, bij hun tegenwoordig korps, de vaandrigs
J. Hoslinga, en J. A. Pennink, onderscheiden
lijk van het 1ste cn het 2de regiment vesting
artillerie.
Baron v. Tuyll v. Seroos-
k-erken. t In de Residentie is op 66-
jarigen leeftijd, slechts enkele dagen na het
overlijden van zijne echtgenoote, overleden
de generaal-majoor titulair E. F. C. H. baron
van Tuyll van Serooskerken, Eerste-adjudant
van H. M. de Koningin, sous-chef van Hr.
Ms. Militaire Huis.
In hem heeft ons Vorstenhuis een trouw
beproefd dienaar verloren, die jarenlang met
groote toewijding eerst wijlen Z. M. Koning
Willem UI en daarna H. M. de Koningin in
onderscheidene rangen diende. Over en
kele dagen, den 30sten dezer, zou baron
Van Tuyll den dag hebben mogen herden
ken dat hij vóór 37 jaren benoemd werd tot
ordonnans-officier van wijlen Z. M. den
Koning. En sedert dien datum, den 30. Sep
tember 1879, bleef hij verbonden aan het
Militaire Huis.
De thans ontslapene werd den 15. Maart
1850 te Amersfoort geboren. Hij ving 12
Juli 1866 zijn militaire loopbaan aan als
kadet bij de Koninklijke Militaire Academie.
Tal van ridderorden sierden zijn borst. Hij
was o.a. commandeur van de Huisorde van
Oranje en ridder in de orde van den Neder-
landschen Leeuw en in de orde van de
Eikenkroon.
De teraardebestelling van het stoffelijk
overschot is bepaald op a.s. Zaterdag, des
voormiddags ten elf uur, van af het sterfhuis
naar Oud Eik-en-Duinen.
H. M. de Koningin zal zich bij de be
grafenis doen vertegenwoordigen door den
luitenant-generaal Graaf Dumoncenu, adju
dant-generaal en chef van het Militaire
Huis van Hare Majesteit.
Hederland en de oorlog
Dc „Prins Hendrik1'.
De corr. van het Handelsblad te Vlissin-
gen meldt:
Zooals ik Dinsdag reeds vermoedde, is 't
niet mogelijk geweest, inzage te krijgen van
de officieele, door den kapitein afgelegde
verklaring omtrent het aanhouden en op
brengen van de „Prins Hendrik" en ben ik
dus niet in staat, het officieele relaas van het
geval in zijn geheel te geven. Wel is het mij
echter gelukt de officieele lezing te krijgen
omtrent enkele speciale punten, welke van
belang zijn, in verband met de beteekenis
van deze aanhouding.
Eigenlijk blijkt uit iets, dat er in dit ge
val sprake kan zijn van een zekere bijzon
dere spionnage. Deze zou voor de hand lig
gen, wanneer alles juist was, wat omtrent
de aanhouding is gemeld. Tal van bijzon
derheden echter zijn geheel onjuist weerge
geven. Ik seinde reeds, dat de Duitschers
naar een zekere hut hadden gevraagd, niet
den eersten, maar den tweeden keer, toen zij
aan boord kwamen. Gemeld is, dat een bur
ger aan boord was van de torpedoboot, wel
ke langszij kwam. Dit is juist, maar dat was
bij de tweede aanhouding en die burger was
de Engelsche koerier, die den eersten keer
reeds van boord was gehaald. De indruk
was, dat hij ten slotte had medegedeeld, in
welke hut de Belgische koeriers hadden ge*
reisd.
Ook is het onjuist, dat de Duitschers een
specialen mailzak hebben geopend. Zij heb
ben eenvoudig een willekeurigen postzak ge
nomen en dien geopend om den inhoud te
zien; nadat zij zich hadden overtuigd, dat de
inhoud inderdaad uit poststukken bestond,
hebben zij den zak, zonder er ook maar een
stuk uit te houden, weer gesloten en verze
geld en den kapitein een schriftelijke ver
klaring gegeven, dat zij den zak hadden ge
opend. Ook officieel wordt verklaard, dat de
Duitschers zich zeer correct en welwillend
gedroegen.
Als voorbeeld wordt o.a. het volgende
medegedeeld Tijdens het opbrengen naar
Zeebrugge moest de bemanning naar be
neden, terwijl de passagiers aan dek moes
ten blijven, de mannen en de vrouwen ge-
gescheiden. Daar er niet voldoende zit
plaatsen waren aan dek, verzochten de
Duitschers den hofmeester krukjes aan dek
te doen brengen voor de dames. Ook had
den de Duitschers zich tegen den kapitein
verontschuldigd, dat zij gedwongen waren,
zijn schip aan te houden.
Overigens is de directie van de „Zeeland"
in het minst niet verrast door deze aanhou
ding. Zij is reeds anderhalf jaar lang erop
voorbereid, dat een harer schepen wel eens
zou kunnen worden aangehouden en heeft
dan ook reeds lang maatregelen in verband
daarmede genomen.
Gezien de groote beteekenis welke ge
hecht werd aan de aanhouding en het op
brengen door de Duitschers van een boot
der lijn, welke tot nu toe als de e enige ab
soluut veilige gold, heeft de correspondent
van het Hbld. al het mogelijke willen doen
om na te gaan welke de beteekenis kan zijn
van die aanhouding. Dat doende komt men
meer en meer tot de overtuiging, dat er
eigenlijk geen bijzondere reden was voor de
Duitschers om juist deze boot aan te hou
den, tenzij dan misschien de omstandigheid
dat zich een aantal jonge Belgen aan boord
bevond, die uit België naar Holland hadden
weten te ontsnappen, en nu naar Engeland
gingen om zoo naar het front te komen.
Het is niet onwaarschijnlijk, dat de Duit
schers juist deze menschen weer in handen
hebben willen krijgen, om te weten te ko
men, waar zij de Belgisch-Nederlandsche
grens waren overgegaan, en hoe zij dat had
den aangelegd. Terwijl zij dan meteen van
de gelegenheid gebruik konden maken om
de ontsnapte Russische krijgsgevangenen,
die aan boord waren, en enkele anderen,
die zij maar liefst in handen hadden, óók
op te pikken.
Wat nu betreft, dat juist de boot is aan
gehouden waarmede de gevluchte Belgen
naar Engeland gingen, dat dit inderdaad
zoo is, heeft men den schrijver op het
generaal-consulaat van België te Vlissingen
verzekerd, het wijst ongetwijfeld op
spionnage. Maar een spionnage, die ten
slotte ten eenenmale niet bevreemden kan.
Iedereen hier in Vlissingen weet, en het
spreekt ook wel vanzelf, dat 't hier vol met
spionnen zit. (En er is ook een Duitsch
consulaat, dat natuurlijk over de middelen
beschikt om zich in den kortst mogelijken
tijd in verbinding te stellen met de Duitsche
autoriteiten in Duitschland en België). Zelfs
zijn er heel wat Vlissingers, en neusch
niet alleen Jan-en-alle-man, die 't wel rond
uit durven zeggen, dat er onder de 2500
Belgen, die hier nog steeds vertoeven, en
kele zijn, die zich niet ontzien, om voor de
Duitschers te spionneeren. Alleen, men
heeft niet de noodige absolute bewijzen om
maatregelen tegen hen te nemen. Een en
kele maal wordt er eens een Belg uit het
bezette gebied verbannen.
In verband met deze zeer krasse beschul
diging, is de correspondent eens gaan pra
ten op het Belgische generaal-consulaat te
Vlissingen. Den consul-generaal persoon
lijk kon hij op dat oogenblik niet te spreken
krijgen, hij had echter een onderhoud met
den kanselier, die, op zijn vraag of hij in
derdaad geloofde, dat er Belgen zijn die
voor de Duitschers spionneeren, antwoord
de met de opmerking: „och, onder de Hol
landers, onder alle volken, is ock wel ge
spuis, waarom dan onder de Belgen niet?
Bovendien, velen der Belgen die hier zijn,
voelen wel heel sterk den invloed van twee
jaar verbanning in armoede en ellende. Zoo
iets demoraliseert vooral de zwakken, en
als dan de strijd ontstaat tusschen het ge
weten en groote belooningen
Natuurlijk vroeg de correspondent den
kanselier ook in hoeverre hij dacht, dat de
spionnage een rol had gespeeld in verband
met de aanhouding van de „Prins Hendrik".
Nadrukkelijk verklaarde hij daarop dat hij
in 't minst n'iet geloofde aan spionnage
door personeel van de „Zeeland". Naar mijn
meening is het de schuld van de jongelui
zeiven. Die menschen hadden uit België
naar Holland weten te komen, en stonden
nu Vrijdagavond klaar om aan boord te
gaan van de boot, welke hen naar Enge
land zou overzetten. Zij waren natuurlijk dol
in hun schik en uitgelaten. Sommigen waren
natuurlijk min of meer après boire. Zij
scharrelden in de buurt van het station en
vertelden aan iedereen die het hooren wou,
dat zij uit België waren ontsnapt, en nu
„naar het front" gingen. Het spreekt dus
van zelf, dat men ook op het Duitsche con
sulaat er alles van wist.
Verkeer met Engeland.
Enkele van Rotterdam op Londen varende
stoomvaartdiensten nemen, nu er in de laat
ste dagen booten naar Zeebrugge zijn opge
bracht, een afwachtende houding aan ;n zake
het vertrek van hun schepen.
De Great Eastern (Harwich-lijn) heeft
voorloopig den dienst op Londen gestaakt.
De mailboot Koningin Regentes is gister
middag kwart voor vier te Vlissingen bin
nen gekomen met 52 passagiers.
Mail aangehouden.
De stoomschepen „Prins Frederik Hen
drik" 15 dezer van Amsterdam naar .West-
Indië vertrokken en „Kawi" 25 dezer van
Batavia te Rotterdam aangekomen, hebben
op last van de Britsche autoriteiten de post
in Engeland moeten lossen.
„O o r 1 o g s t ij d".
Mr. M. W. F. Trèub heeft de laatste hand
gelegd aan een werk „Oorlogstijd", waarin
de oud-minister zijne herinneringen en in
drukken gedurende de crisis, die in Augus
tus 1914 zoo plotseling over ons land kwam,
weergeeft. N. G. C.
Aardappelen.
De Minister van Landbouw heeft een re
geling van het bedrijf van drogen van aard
appelen vastgesteld, welke ïegeling met in
gang van 2 October In werking treedt.
Artikel 1 dezer regeling houdt het verbod
in om in e enige onderneming voor het dro
gen van aardappelen, aardappelen op eenige
wijze te drogen of op andere wijze te ver
duurzamen, tenzij de onderneming bij de
Rijkscommissie van Toezicht op „de Aard-
appelvereeniging" ingeschreven is als in
richting voor het drogen van aardappelen
en met inachtnemin g van de voorschriften
bij of krachtens de regeling gesteld.
Melkvoorziening.
De vergadering van de_ districtscom
missie voor melkvoorziening te Rotterdam
was, zoo meldt men aan de N. R. Ct., een
parig van meening, dat aan den minister
van Landbouw moet worden geadviseerd,
dat onder de bestaande omstandigheden de
maximum-prijs voor consumptiemelk, buiten
den toeslag moet worden gesteld op 10M
cent franco stad.
Eieren.
„Den laatsten tijd werden enorme hoeveel
heden kippen en hanen het land uitgevoerd.
Wanneer daar niet spoedig paal en perk aan
wordt gesteld, zal de eierproductie in ons
land geducht verminderen en zullen de prij
zen dientengevolge een ongekende hoogte
bereiken I"
Ziedaar het antwoord, dat het Hbld. van
bevoegde zijde ontving. toen het informeer
de naar den stand van de eiermarkt. Ovef
het algemeen oordeelde men, dat de prijzen
thans nog niet abnormaal hoog zijn (8 cenl
aan de veiling), maar men vreesde, dat die
prijs spoedig zou oploopen tot 15 cent en
hooger.
Laat ons hopen, dat de Minister zijn maat*
regelen zal weten te nemen vóórdat het te
laat is.
Suikernood. Op het oogenblik zit*
ten olie winkeliers te Hengelo (O.) zonder
suiker.
Een katoen- en wolsyndicaaf.
Een katoen- en wolsyndicaat is gesticht,1
dat weldra allen aanvoer van katoenen en'
wollen stukgoed uit Engeland zal regelend
Zonder een licence van dit syndicaat
men dit niet meer aangevoerd kunnen krij«
gen.
Maandag zal de nieuwe regeling in wer-
king treden.
Tabak.
Een der groote Nederlandsche grossiert
in tabak heeft een circulaire aan de Neder
landsche fabrikanten verzonden, waarin hef
o.a. luidt: „Het blijkt steeds meer, dat het
verschepen van tabak uit Amerika naar hier
hoe langer hoe moeilijker wordt en dat, in*»
dien daarin niet spoedig verbetering wordt
gebracht, een algemeen stopzetten uwer fa
brieken het eind zal zijn.
Sedert nu ongeveer 2 maanden, toen hef
bericht kwam, dat alle buitenlandsche taba^
weer aan de N. O. T. moest komen, is hef:
mij en ook anderen handelaren niet
mogen gelukken een enkel consent van dl
N. O. T. te bekomen.
Het heet, dat slechts in beperkte mattt
consenten gegeven zullen worden, maar tdC
heden is zelfs dèt nog niet gebeurd.
De laatste inlichting, die ik van de N. O.
T. ontving, hield in, dat er voorloopig geen
consenten verstrekt worden en er eerst een
commissie van advies moet worden samen
gesteld.
Bij de N. O. T. deponeerde ik een lijst
waarop vermeld staan de namen der fabri
kanten en de hoeveelheid vaten, die zij van'
mij in koop hebben, om aan te toonen, dat
ik in het belang der binnenlandsche Indus
trie consenten vroeg.
Het komt mij echter voor, dat het zeer ge-
wenscht is, dat er ook van uwe, fabrikanten
zijde, een krachtige actie uitga, om te be
werken, dat de N. O. T. wel consenten aan
ons afgeeft, speciaal voor Maryland en Bur-
ley-tabak.
Ik zou u willen voorstellen, dat u fabrikan
ten (zoowel niet- als wèl-leden der vereeni
ging van Tabaksfabrikanten) onderling te
rade gaat en uit uw midden, liefst van niet-
importeerende fabrikanten, een commissie
benoemt, met opdracht om de N. O. T. te
bewegen, de binnenlandsche industrie te
helpen en die niet achter te stellen bij den
speculatieven handel op het btiitenland.
Het ware dan zeer gewenscht, dat die
commissie- uit uw midden de N. O. T. van
advies diende, of in haar commissie van ad
vies werd opgenomen. Anders loopen wij
gevaar, dat weer andere belangen worden
gediend.
Het is ten hoogste tijd, dat er van uwe
zijde wordt geageerd."
Vliegmachines.
Boven Zeeuwsch-Vlaanderen zijn gisteren
weer verschillende vliegmachines waargeno
men. Zij schenen koers te zetten naar Ant
werpen; later kwamen zij uit die richting
terug. Eén van de machines werd zonder
succes beschoten. Zij vlogen zeer hoog.
Een desérteur.
Te Boxmeer is een Duitsche deserteur
aangekomen die van zijn verlof gebruik ge
maakt had, om naar Nederland te komen.
Bij de belegering van Warschau was hij ge
wond geweest. Thans zou hij weer naar hef
front worden gezonden.
„Vooruitgang" en Art. 19 2. In da
Dinsdagnvond gehouden ledenvergadering der
vrijzinnige kies vereeniging „Vooruitgang" te
Amsterdam is met overgroote meerderheid van
stemmen verworpen de motie, door het
hoofdbestuur der Liberale Unie voorgesteld in
zake de wijziging van art. 192 der Grondwet,
welke motie aan de orde komt in de Zaterdag
a. s. te houden vergadering der Unie.
Daarvoor in de plaats heeft „Vooruitgang"
gesteld de volgende motie, welke was voor ge?
steld door de districtscommissie I en door da
ledenvergadering is goedgekeurd
„De Liberale Unie, in aanmerking nemende
de groote belangen, welke voor het Nederland
sche volk betrokken zijn bij het tot stand komen
van de voorgestelde wijziging van art. 80 van
de Grondwet, vooropstellende, dat het eetf
groot politiek en maatschappelijk belang zoq
zijn, indien de staatkundige schoolstrijd zot(
kunnen worden beëindigd, van meening even
wel, dat de herziening van art. 80 en de herzie-
ning van art. 192 onafhankelijk van elkander
behooren te worden beschouwd en behandeld/
van oordeel, da{ de financieele gelijkstelling vadf
openbaar en bijzonder onderwijs slechts in over
weging is te nemen, indien vaststaat, dat hof
bestaande voorschrift van art. 192 G. W., „ef^
wordt overal in het Rijk van overheidswege vol
doend openbaar lager onderwijs gegeven", ge«»
handhaafd blijft en voor beide takken van on<£
der wijs gelijke eischen van deugdelijkheid wof$
den voorgeschreven, spreekt den wensch uit t
lo. dat het voorgestelde art. 80 G. W. worde
aangenomen2o. dat de wijziging van art. 19i
G. W., zooals deze door de Regeering is voor
gesteld, niet zal worden aanvaard."
Nederlandsche werkgevers.
Dinsdag werd te Vlissingen de algemeen#
vergadering van de Vereeniging van Nederland^
sche Werkgevers gehouden welke werd bijge?
woond door meer dan honderd leden uit alll
deelen des lands.
Tot bestuursleden werden gekozen: de f*rn*4
B. W. en N. ter Kuile, te Enschede, in de plaatf
van de Werf Conrad te Haarlem, en de KoninW
lijke Ned. Stoombootmaatschappij te Amsteifl
dom in de plaats van dc Hollandsche Stoom'
bootmaatschappij.
Door twee ter vergadering aanwezige adjunct-
secretarissen der Nederlandsche Jaarbeurs