EEN STRIJD OU DE 201. N° 88. „DE EEMLANDER". Donderdag 12 October 19i6. BUITENLAND. FEUILLETON. 15*" Jaargang. Nabetrachting over den Gemeenteraad. ERSFOO Hoofdredactie) MARIE VAN VERSENDAAL. Mr. O. J. VAN SCHAARDENBURO. Uitgevers: VALKHOFF Co. ABONNEMENTSPRIJS: Iper 8 maanden voor Amersfoort t 1.30. Idem franco per post1.80. i Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) 0.13&. (Afzonderlijke nummers0.05. ^Wekelijksob bijvoegsel D* Hollandsche Huisvrouw* (onder redactie vaD Thérès® Hoven) per 8 mnd. 50 ets. (Wekelyksoh b^voogsel ms nuf per 8 mnd, 53 ets. Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1. Interccmm. Telefoonnummer 66. PRU8 DEK ADVERTENTIËN: Van 1—6 regels .r f 0.80. Eikeregel meer0.15. Dienstaanbiedingen 15 regols 0.50. Groote lettors naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeeligo bepaliugon tot het herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnoment. Eono oirculaire, bevattende do voorwaarden, wordt op aanvraag toegozonden. Met bekwamen spoed is aan de verbete ring* van de Raadszaal gewerkt, zoodat deze reeds Dinsdagavond in een zee van elec- trisch licht baadde. En een heerlijke tem peratuur was het er nu Men ademde slechts frischheid in, vooral op dat deel, wat hier de publieke tribune heet, en waar we dit maal, door een grooten toeloop, als saam- gepakt zaten. De thermometer in de zaal, opgehangen tegen een der muren, wees dan ook maar 69 graden. Geen wonder, dat de heeren, aangelokt door zoo'n verkwikkende atmosfeer, het ditmaal vrij laat lieten wor den. Het begon plechtig. De vier nieuwe leden deden hun intrede, en namen de plaatsen in van de vier veteranen, waarvan drie er ons helaas door den dood ontvielen. Drie dezer nieuwe broeders voerden reeds het woord. Als dit een belofte inhoudt voor de toekomst, beklagen we de verslaggevers, die gezeten aan een stnal plankje, nu al een al les behalve benijdenswaardige taak hebben, daar het haast onmogelijk is de sprekers te volgen en nog onmogelijker aan zoo'n aller primitiefste persplank behoorlijk te schrij ven. Het belangrijkste punt was het voorstel om een vierden wethouder te benoemen. In een zakelijk betoog keurde de heer Hofland de houding der heeren af, die in vergade ringen buiten den Raad om alles reeds be disseld hadden. Eenig misnoegen over het hem ontgaan van de wipplaats, was bij den 'heer Hofland wel waarneembaar, maar toch speelde hem het missen van dit fortuintje niet al te zeer parten, zoodat hij kalm en klaar zijn bezwaren naar voren bracht. Maar de heer Hofland doorzag de situatie niet. Hij bleef maar bij deze wethoudersverkie zing, terwijl toch het voorstel een veel wij dere strekking heeft. Of zou dit voorstel in 't geheel geen belofte inhouden voor de toekomst Dat overigens overleg af te keuren zou zijn, kan geen ernstig man beweren. Wet houder Rijkens wees er op, dat op vele plaatsen bij belangrijke benoemingen over leg wordt gepleegd. Dat is ook zeer goed. Men komt dan niet voor verrassingen te staan en heeft den tijd behoorlijk te wikken en te wegen, dat de rechte man op de rech te plaats komt. Nu is 't wel waar, dat hier het overleg niet is gepleegd met de fractie- genooten, maar dat door rechts en links is gemarchandeerdWat niet overal gebeurt 1 Maar wat maakt dat uit, als slechts het waar achtig gemeentebelang het eischt? Wel werd bij de laatste verkiezing met het wet- houderschap-Jorissen geschermd, om toch vooral aan links de meerderheid te doen be houden. Toen eischte het gemeentebelang te zorgen, dat dr. Jorissen geen wethouder werd, maar nu, met de gewijzigde constel latie van den Raad, verschijnt ook het ge meentebelang onder een ander licht. Misschien is dat niet voor iedereen dui delijk en te betreuren is het, dat de heer Van Kalken met zoo'n absoluut niets-zeg- gend redevoerinkje het voorstel moest ver dedigen en dat de Burgemeester niet dan na eenige aarzeling te kennen gaf, dat B. en W. een vierden wethouder noodig ach ten. In den Raad is dan o o k de noodzake lijkheid niet gebleken, maar ook op het po litieke schaakbord is een meesterzet ge daan. Dat een zoo onhandig speler als de heer v. Kalken gebruikt werd, om de stuk ken naar voren te brengen, doet aan den zet zeiven niets af. Verder werd de avond grootendeels zoek gebracht met het doen van benoemingen. De heer Kroes bleek weer in genade aan genomen en werd in eenige commissies ge kozen. Ook een gevolg van het gepleegd overleg De heer Hofland kwam in de com missie voor de bedrijven en was gelukkiger dan de heer Van Nijnatten, die het eenige malen tot herstemming bracht. Maar onder zijn vrijzinnige medeleden waren er, die blijkbaar liever een man van rechts kozen, zoodat de heer Van Nijnatten buiten elke commissie bleef. Wat zou er een tijd gewon nen zijn, als ook voor deze benoemingen overleg was gepleegd. Nu moest voor som mige commissies drie of viermaal gestemd worden. X. IJ. Z. Politiek Overzicht, Een nieuw Grieksch kabinet. Griekenland bevindt zich in eene aller- zonderlijkste positiehet is koninkrijk en republiek tegelijk; de koning is Duilschge- zind, de president Venizelos een groot vriend van de Entente; de koning wil geen oorlog, volhardt halsstarrig bij zijn besluit de neutraliteit te handhaven; Venizelos brandt van verlangen om aan Bulgarije den oorlog te verklaren en de beloften in te los sen, welke hij als minister halfweg den oor log aan de Entente heeft gedaan. Leger en vloot, regeering en volk zijn verdeeld en doen de vreemdste dingen; iedereen en nie mand schijnt baas te zijn in Griekenland. „Un état en décomposition" schreef het Journal des Débats boven een artikel aan Griekenland's warboel gewijd en waarin de politieke en moreele ontbinding van den Griekschen Staat in een scherp licht wordt gesteld. Wat wij, in neutrale landen van de Grieksche toestanden weten, dateert nog van den tijd, dat nog niet het post- en tele- graafverkeer geheel in handen der Entente was. Toen tenminste was het nog mogelijk over verschillende belangrijke quaesties van buitenlandsche politiek of binnenlandsche aangelegenheden van twee kanten de lezin gen te vernemenmaar sinds geen letter schrift Griekenland meer verlaat zonder toe stemming van een Fransch of Engelsch offi cier, met de censuur belast, sinds zelfs aan de diplomaten alle correspondentie in cijfer schrift het geheimschrift der diplomatie werd verboden, weet Europa omtrent Griekenland juist zooveel als de Entente wil, dat Europa weten mag. En dat is niet veel. En ook dikwijls zeer onduidelijk en duister. Zoo weet men thans, dat er een kabinets crisis is geweest. Den 3en October meldde Reuter dat het ministerie Kalogeropoulo, dat sedert 16 September aan het bewind was, was afgetreden, naaf de „Daily News" weet mede te deelen, omdat koning Constantijn onwrikbaar besloten was om de neutraliteit van Griekenland niet prijs te geven. De ze ventien bewindsdagen, gedurende welken tijd de anarchie haar toppunt bereikte, waren het kabinet zwaar genoeg gevallen en de aftre dende minister-president, wien door den .koning de vorming van een nieuw ministe' rie was opgedragen, bedankte voor de eer. Maar aangezien Griekenland nog altijd een onafhankelijke staa:: is, moet het wel een eigen regeering hebben, die echter alleen in naam een regeering mag heeten, daar de Entente alle gewichtige takken van bestuur in eigen beheer genóinen heeft. Als nieuwe kabinetsformateur nu :s professor Lambros opgetreden, omtrent wien Reuter meldt, dat hij „deutschfreundlich" is, maar ook sym pathie gevoelt voorItalië. Op het eer ste gezicht doet deze mededeeling vreemd aan, maar als men een weinig „Grieksch' wel te verstaan n i e u w- Grieksch, zoo als dit sinds een paar w eken A Athene ge sproken wordt \erstact, dan is het niet zoo heelemaal onbegrijpelijk meer, wat met die politieke kleur-schakeering wordt be doeld. Professor Lambros is een man al dus de beteekenis die minister-president is zoolang de koning de oorlogsveri-.Taririg nog kan tegenhouden en de Entente nog geen ultimatum heeft gesteld. Hij is minis ter-president geworden om tijd te winnen, om den koning nog eens gelegenheid te geven nh hem een anderen minister-presi dent uit te spelen alvorens Venizelos de man zal zijn geworden om aan alle eischen der Entente toe te geven en aan den oorlog ten langen leste deel te nemen. Een poli tieke rol fyeeft professor Lambros tot nog toe niet gespeeldhij zal er in de tóekomst geen spelen ook. De bedrijvende vorm van het werkword spelen bestaat in Griekenland niet meerslechts de lijdende wordt nog getolereerd. En wat komt het daarbij op aan of men sympathieën heeft voor Duitsch- land en Italië tegelijk 1 Naar een bericht, dat de Times uit Athene heet ontvangen te hebben, zou het dan ook nog, aan twijfel onderhevig zijn of de Entente een ministe rie me? den als „deutschfreundlich" te boek staanden professor aan het hoofd wel erken nen zal. Niettegenstaande diens Italiaan- sche sympathiën 1 Als verdere leden van het kabinet worden genoemd de Entente vrienden Alexandropoulos, vroeger Grieksch gezant te Belgrado en Konstantinopel, voor buitenlandsche zaken, en Andriades. Professor Lambros is doctor honoris cau sa aan de Leipzigei Universiteit en was doceerènd professor aan de Universiteit te Athene, Zooals wij reeds schreven: een homo novus in de politiek. En waarschijnlijk zal hij op zijn studeersloel wel nimmer ge droomd hebben, dat de politieke stormgol- ven hem nog eens op een ministerszetel zouden brengen als leidend staatsman van zijn vaderland. Professor Lambros is ge- schiedvorschcr, kunsthistoricus, schrijver van tal van wetenschappelijke werken, ge vierd feest- en congfesredenaar, een man van temperament en smaak en een der meest geziene persoonlijkheden uit de Atheensche samenleving. Hij is het geweest die in samenwerking met den tegenwoordi- gen koning de Olympische spelen heeft doen herleven in moderne gedaante en de wederopvoering van oud-Grieksche tooneel- stukken in het Dionysus-theater aan den voet der Akropolis heeft bevorderd. Hij is geboortig van Corfu en nu ongeveer 65 jaar oud; in Berlijn, waar hij een gedeelte van z'in studietijd doorbracht, heeft hij vele con necties en meermalen vertoefde hij in Duitschland's hoofdstad als vertegenwoordi ger der Atheensche Universiteit. Ieder, die in Athene en andere klassieke streken van Griekenland wetenschappelijken arbeid te verrichten had, vond in professor Lambros een toegenegen helper. Zijn eenige relatie met de politiek bestaat hierin, dat hij een dertig jaar gejeden een tijdlang algemeen inspecteur van het schoolwezen in Grieken land is geweest. „Indien het hem mocht ge lukken een kabinet te vormen zoo schreef de Voss. Zeitung zoo zou dat een mi nisterie zijn van een aanzienlijk man met een politiek wit vest, het kabinet van een man die uit een politiek oogpunt als blank papier is, maai* in ieder geval een persoon lijkheid, die zijn koning trouw zal blijven. De geschiedvorscher, die met den titel van minister-president zal worden getooid, zal evenwel moeilijk gelegenheid hebben, om zelf een stuk van de nieuwste Grieksche ge schiedenis te schrijven Voor den professor zelf ware 't inderdaad te wenschen geweest, dat hij zich bij de geschiedenis van het oude Griekenland gehouden had. Van de nieuwe Grieksche geschiedenis is niet veel meer te maken. Teekenend voor den toestand waarin Vorst en volk zich bevindt is het onderhoud, dat dezer dagen de Koning gehad heeft met den leider der Grieksche arbeiderspartij Drakoeles. Deze bracht den Koning onder het oog dat hij een gevaarlijke politiek voerde, welke hem wel eens zijn troon zou kunnen kosten. Waarop Koning Constantijn antwoordde: „als mijn land ten onder gaat, dan komt het er weinig op aan, wat er met mijn troon zal gebeuren.. De Entente heeft den nieuwen Griekschen minister-president niet veel gelegenheid ge laten om zijn „deutschffeundliche" gevoe lens in da len om te zetten. Reeds gisteren heeft de Fransche vlootvoogd aan de Griek sche regeering een ultimatum overhandigd, waarin voor de veiligheid van de Entente- vloot de overgave wordt geëischt van de ge- heele Grieksche vloot, op drie schepen na, bent vens afstand van den spoorweg van Pi raeus naar Larissa. Enkele uren later had do nieuwe minister-president reeds gelegen» beid van zijn sympathiën voor de Entent^ daadwerkelijk blijk te geven: de eischen werden i n g e w i 11 i g d. De Grieksche vloot zou binnen den gestelden termijn aan' de Entente worden uitgeleverd Arm Hellas of om met Potgieter te spieken: „arm volk, met zoo goed, met zoo grootsch' een verleden, o volk met zoo donker, zoo droef een verschiet. De oorlog. B e r 1 ij n, 11 Oct. (W. B.) Officieel. In enkele sectors van het leger van Albrecht van Wurtemberg en op 't Artoisfront van de legergroep van prins Rupprecht ontplooiden de Bngelschen weder een levendige pa trouille-werkzaamheid. Aon het gevechtsfront noordelijk van de Somme volgden op een sterk, zich ver over de Ancre naar het noorden uitstrekkend vijandelijk vuur, 's avonds en 's nachts, tal rijke partieele aanvallen, die op de linie van Morvol en Bouchavesnes bijzonder krachtig herhaald werden. Hier heeft zich Z.W. van Sailiy de tegenstander over een smal front in onze eerste linie genesteld, terwijl hij ove rigens door ons vuur of in gevechten van man tegen man werd afgeslagen. Noordoos telijk van Thiepval is de strijd over een klein steunpunt nog niet afgeloopen. Zuidelijk van; de Somme gelukte het den Franschen na een verscheidene dagen durend voorberei- dingsvuur in een naar Vermand d'Ovillers uitstekende bocht von onze stelling binnen te dringen en onze troepen op een linie, die de bocht afsnijdt, terug te dringen. In de overgegeven stelling liggen de hoeven van Genermont en Bovent. Onze vliegers scho ten 4 vliegtuigen naar beneden achter de vijandelijke, en 4 achter onze linie. Legergroep van den Kroonprins. Bij Prun- ny Z.O. van Reims viel een Duitsche ver- kennersafdeeling tot in een derde Fransche loopgraaf en maakte gevangenen. De reeds dezer dagen verhoogde vuur-actie in hel Maasgebied nam speciaal oostelijk van de rivier van tijd tot tijd nog toe. 's Avonds kwam het tot korte handgranatengevechten in den sector van Thiaumont en Fleury. Oostelijk van Fleury is een Fransche aan val afgewezen. P a r ij s, II Oct. (Havas). Communiqué van den namiddag. Ten zuiden van de Som me hebben de Franschen hunne gisteren veroverde stellingen in staat van verdedi ging gebracht en op sommige punten hun terreinwinst nog uitgebreid door aanvallen met handgranaten. Het getal krijgsgevangen nen is tot 1377 gestegen, waarvan 26 offi cieren. Ten noorden van de Somme geen belang rijke gebeurtenissen. In Champagne en aan de Maas in der> sector van Fleury werden kleine Duitsche Het beste middel om met de wereld steeds tevreden te zijn, is niet veel van haar te wachten en haar nooit te vreezen. Uit het Noorsch van Hulda Garborg. Vertaald door A. M. VAN DER LINDEN-VAN EDEN. 41 Een goed ingerichte samenleving was een kostelijk gebouw, opgericht uit goede ge dachten, door duizend jaren heen. En nie mand zou willen ontkennen dat de kleine maatschappij hier, tusschen berg en fjord en witte ijsbergen in, een goede geweest (was. Daarom, buren, laat ons haar verdedi gen zoolang wij leven, en al on-ze krachten geven aan den arbeid om verder en hooger te bouwen op den ouden grond!" Toen zette hij zich kalm naast zijn moe- jder neder. Geen trek in Brita's gelaat ver- ïied wat zij gevoelde; zij zat rechtop met Opgeheven hoofd, in haar grooten armstoel en haar wit linnen muts lichtte als een glorie Om haar nobel, mooi gelaat. Kaare zat met Gunnar en Liv Praestgard échter in de kamer. Hij had hen zelf hierheen gebracht, y/oiti Gunnar mocht daar niet aan zijn eenzaam heid overgelaten blijven, op gevaar af ze nuwziek of menschenschuw te worden. Gun nar had geen woord gesproken, maar toen Sverre zweeg, waren zijn oogen brandende als in koortsgloed. „Maar nu moeten wij ons als één man om Sverre en jou scharen," zei hij. En zijn woorden hadden den diepen toon van voor heen. „Ja, hier sprak de vaste wil van een man," zei Kaare. „Dat de dorpen zulke mannen als Sverre niet naar den Rijksdag zenden, is een schan de voor de boeren. Maar er bestaat hier niet eens een boerenpartij in dit eeuwen oud kerspel." Nu stond de directeur-generaal op. Er ging een kleine schok door de vergadering. Hij dankte meneer Sörli, dat hij in staat gesteld was om deze besloten vergadering bij te wonen. Wat hij gehoord had, had hem er in ieder geval van overtuigd dat het kerspel in den heer Sörli een ingenieur be zat met fantasie en hart, een man, wien men zich gelukkig moest rekenen in zijn midden te hebben, en met wien het zeker een genoegen zou zijn samen te werken. En wat hem betrof, hij hoopte op een samen werking, die voor beide partijen een geluk zou kunnen worden. Meneer Sörli had hem namelijk nog niet kunnen overtuigen dat het kerspel alleen al deze belangwekkende plannen zou kunnen uitvoeren. Dat men el kaar hinderpalen in den weg zou willen leg gen, >vas een ongerijmde onderstelling, eo hij sprak nogmaals zijn dank uit, toen hij weer zitten ging. Nu werd het gesprek een poos algemeen. Harold Haave ging naast EH zitten. „Een merkwaardig man, die ingenieur Sörli, mevrouw Runge; hij spreekt met zoo veel kalmte en waardigheid dat zijn welspre kendheid diepen indruk op zijn hoorders maakt. En wat een fantasie! Ziet u, dat vind ik zijn gevaarlijkste zwakheid, dat hij te veel fantasie heeft." „Zoo? Deze woorden hebben een be paalden zin, nu ze van u komen; wilt u het hem zelf niet zeggen?" „Misschien eenmaal. Ziet u, mevrouw Runge, ik heb ook mijn droomen over dit kerspel gehad. Kunt u niet ik vraag u mij te verontschuldigen omdat ik 't zoo ronduit vraag, maar u is zoo verstandig en weet zooveel van de dingen hier kunt u zich geen samensmelting van plannen, geen samenwerken denken, zooals ik de vrijheid nam het te noemen? Het is toch reeds een schrede van beteekenis tot zoo iets, dat de meerderheid hier in het kerspel u weet zeker beter dan ik, wie dat zijn er aan denken geld in onze Maatschappij te plaat sen en de aandeelen op te koopen, die door een toeval vrij gekomen zijn." Eli hoorde hem met een glimlach aan. „Ik heb niet veel verstand van zaken, maar naar mijn vrouwelijk inzicht zou, over het geheel, zulk een samenwerking onmo gelijk zijn, tenzij Zij zweeg plotseling. «Tenzij wat?''jw „Tenzij er een wonder mocht gebeuren". „Ik begrijp u niet." „Wij kunnen het niet eens worden, noch over de voorwaarden noch over het doel. Eén van de partijen moet alzoo wijken; dat zal dus uwe partij moeten zijn." Zij glim lachte. „Of u zelf of hij, die u mogelijk zal vervangen. Want er loopen geruchten dat u zelf ook wenscht u uit te koopen en vrij te zijn." „Dat zijn niets dan praertjes en verzinsels". Hij beet, dit zeggende, op zijn lippen. „Of" „Ja, praatjes en verzinsels!" „Ik geloof u natuurlijk. Dan moet u dus allereerst wijken, van gebieder dienaar wor den." Nu lachte hij ondeugend. „Van wie. mevrouw? Van u zou ik het gaarne worden." Zij trok even de wenkbrauwen op. „U moet dienaar worden van groote ge dachten. Wel zullen er daarbij geen groote vermogens te vergaderen of onbekookte specu laties te wagen zijn, maar een heerlijk werk zou vóór u liggen."- Hij zag haar aan. „U is gevaarlijk, mevrouw Runge. Somtijds maakt u dat ik mijzelven vergeet om u te vol gen in uw hemelvaart naar het rijk der ideeën. Vooral wanneer ik vermoeid ben en dat ben ik somtijds, mevrouw Runge." Hij ver klaarde dit zoo oprecht, dat zij naar hem op zag en met deelneming zeide: „ja, dat is natuurlijk; u is misschien niet ik meen dat u eigenlijk in 't geheel niet is opgevoed voor zulk... voor zoo'n onrustig ley^u, IeJë in u zcgl ffiü dal dat niet „En wat is dal iets, mevrouw Runge? Zou mij dit willen zeggen?" „Dat kan ik u niet verldaren misschien zijn het de oogen die een mensch het meest verraden; maar ik heb soms een gevoel alsóf u op mijn eigen jongen hebt geleken toen u jong was en dal u hadt kunnen worden zoo- als hij." Toen zei hij zacht: „Dank u, mevrouw Runge; dat is zeker lief beste wat u van mij kan gelooven." Op dit oogenblik was zij met hem begaan- deze man was niet alleen vermetelheid. Toen richtte Gunnar Praestgard zich in al zijn lengte en met waardigheid op, en dade* lijk hecrschtc er stfllc. De jaren hadden hem een weinig gebogen en zijn haar was wit geworden als de winter sneeuw, maar nog sprak er kracht uil zijn' gestalte, en het hoofd droeg hij als een aan- voerder. Zijn toon was kalm maar zijn stem verbie| zich langzamerhand; men voelde dat hij sprak uit ervaring en béproefde overtuiging. „Ik wil je dank zeggen voor dezen avond; Sverre" begon hij „ik ben een oud man, die niet lang meer zal leven cn allen die hier zit ten, weten dat ik geen stukje grond bezit, zelfal geen stukje voor mijn eigen graf, hier in het kerspel. Maar zij weten ook dat ons geslacht' hier gewoond en gewerkt heeft, zoolang t ge heugen reikt. Mijn geslacht was sterk, cit drukte hier den stempel van zijn geest op het nageslacht. Maar al heerscht op Preestgard niet meer de aloude moed en macht, zoo durf ik toch nog wel een enkel woord tot mijne burep en goede yrienden spreken." <£Wordt yeryolgd.Ê

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1916 | | pagina 1