EEH STRIJD OM GE ZOX.
DE EEMLANDER".
Vrijdag 20 October 1916.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
N# 95.
15" Jaargang.
Hoofdredactie!
MARIE VAN VERSENDAAL.
Mr 0. j. VAN SCHAARDENBURG.
Uitgevers: VALKHOFF Co.
ABONNEMENTSPRIJS;
ter S maanden .oor Amersfoort1.30.
Idom franco per pest1.80*
I Per week (met gratie verzekering tegen ongelukken) 0.125,
(Afzonderlijke nummer»0.05.
^Wekelykach by voegsel „De Holland $ch* HuUcrouto(onder
redaotie van Tbérèae Hoven) per 8 mnd. 50 ets.
'Wekelyksoh bijvoegsel êPah ms mef per 8 mnd. 03 ets.
Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
f RUS DER AD VERTENTIËN:
Van 1—R regel»o.sn.'
Eikeregel meer 0.15,
Dionsüuinbiodingen 15 regels.. 0.50,
Groote lettors naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen
tot het herhaald advertoeren in dit Blad, bij abonnement.
Eono circulaire, bevattende do voorwaarden, wordt op
aanvraag toegezonden.
Kennisgevingen.
HINDER WET.
Burgemeester en Wethouders van Amers
foort,
Gele* op ortt. G en 7 der Hinderwet,
Brengen ter kennis van het publiek, dat een
.j^oor het gemeentebestuur van Amersfoort bij
Jlo Gedeputeerde Stiaten Van Utrecht ingediend
Verzoek, met bijlegien, om vergunning tot het
tistbreiden van de gemeentelijke gasfabriek door
oprichting van een electnsche transport inrich
ting voor (kolen en cokes met kodenlosAnrich-
ting aan de Eem; een traverse met hand be-
Weging* en een electrische ikaapsfcand met leid
en omkeerrollen voor het rangeeren van wag
gons een honddfroaikraantjetwee ammoniak-
Vrtassdhers erv een naphtalinewosscher met riem»
Aandrijving een gas exhaust er met stoomma
chine, in het perceel alhier gelegen aan de
Gasiaan no. 3 bij het kadaster 'bekend onder
eectae D, ivo. 3068 op de secretarie der gemeen
te ter visie ligt, en dat op Donderdag den 2en
November aanstaande, des voormiddags te holf
elf uren gelegenheid ten Raodhiuiize wordt ge
geven om. ten overstaan van het Gemeente
bestuur of van één of meer zijner leden, be
zwaren tegen het uitbreiden van de inrichting
in to brengen.
Tot het beroep, bedoeld in art. 15, le lid der
Hinderwet, zijn volgens de bestaande jurispru
dent Lev alleen zij gerechtigd, die oveieenkom-
stig artikel 7 der Hinderwet voor het Gemeen
tebestuur of één of meer zijner leden zijn ver
schenen, teneinde hunne bezwaren mondeling
toe te lichten.
Amersfoort, den 19. October 191G.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
De Secretaris, De Burgemeester,
A R. VEENSTRA. v. RANDWUCK.
De Burgemeester van Amersfoort brengt "ter
kennis ven belanghebbenden,, dat in de ge
meente Lir.schoten een ge ml van miltvuur is
voorgekomen.
Amersfoort. 18 October 1916.
De Burgemeester van Amersfoort,
VAN RANDWUCK.
Politiek Overzicht.
Het aandeel van Rumenië
in den wereldstrijd.
Deze wereldstrijd heeft reeds vele teleur
stellingen gebracht en brengt nog dagelijks
nieuwe. De jongste teleurstelling is mis
schien nog de grootste van allen. Groote
verwachtingen werden opgewekt door het
besluit van Rumenië om in den strijd te gaan
aan de zijde van de Entente. Maar de erva
ring, die reeds zoo dikwijls is opgedaan,
heeft zich wederom bevestigd. Ook in Ru
menië is de loop van den strijd geheel an
ders geweest dan men zich had voorgesteld.
Aan de beide fronten, waar de Rumeniërs
hunne actie begonnen, hebben zij zich ver
pletterende nederlagen op den hals gehaald.
Ten zuiden van de Donau werd het offensief,
waardoor de in de Dobroedsja opgestelde
Russisch-Rumeensche strijdmacht zich den
weg naar Konstantinopel dacht te banen,
gestuit nog voordat het lot een begin van
uitvoering had kunnen komen. Het grootste
gedeelte van het Rumeensche gebied aan
den rechter Donau-oever is prijsgegeven
moeten wordende frontlijn tusschen de
Donau en de Zwarte zee, die de strijdende
partijen scheidt, is teruggebracht* tot dicht
voor de spoorlijn, die heb. hart vani Rumenië
verbindt met de zee. De stand van zaken
aan het noordelijke front is door den bevel
hebber van de daar ageerende Duitsch-Oos-
tenrijksche strijdmacht in een legerorder, die
hij tot zijne troepen heeft gericht, aldus ge
kenschetst Het eerste en het tweede Ru
meensche leger werden, ondanks hunne
overmacht in getalsterkte, vernietigend ge
slagen en uiteengejaagd. De indringer, die
reeds tot diep in Zevenbergen was gedron
gen, is uit het land geveegd en heeft zich
door eene overhaaste vlucht in het onbe
gaanbare gebergte aan den aanval onttrok
ken.
De conclusie uit den feitelijken toestand
op het oorlogstooneel, zooals hij in een
veldtocht van anderhalve maand zich heeft
ontwikkeld, wordt door den Bulgaarschen mi
nister-president Radoslawow getrokken, die
tot een dagblad-correspondent heeft gezegd:
„De gebeurtenissen van de laatste weken
vertoonen eene zekere radeloosheid. Men is
blijkbaar het hoofd kwijt. Men benoemde in
de grootste haast nieuwe generaals, men be
gon nieuwe operatieplannen uit te werken,
zonder te rekenen met de krachtenverhoudin
gen en met de gewijzigde oorlogsomstandig
heden. Het is interessant, dat Rumenië is op
getreden, alsof het beschikte over een on
metelijk groot leger tot verwezenlijking van
zijne groote pffensieve plannen. De Rume
niërs waagde het een op effect berekend of
fensief te ondernemen tegen het 700 Kilo
meters lange front van Zevenbergen, en
dachten er volstrekt niet aan, dat hunne
grenzen tegen Bulgarije niet voldoende be
schermd zijn. Rumenië is van zijn groot
heidswaanzin nog altijd niet genezen, of
schoon reeds alle reserves zijn opgeroepen,
ja zelfs de jongste lichting, die voor de helft
uit kinderen bestaat. Zoo is Rumenië in
enkele oorlogsweken gekomen in een toe
stand, waarin andere oorlogvoerende landen
na twee jaren nog niet waren gekomen."
Dit kan natuurlijk op den algemeensn
toestand niet zonder uitwerking blijven.
Een schrijver in de Neue Freie Presse geeft
zijne stemming lucht in de ontboezeming:
„Het moge paradox klinken, maar ik durf
beweren, dat Rumenië's schandelijk ver
raad onzen militairen en politieken toe
stand belangrijk heeft versterkt." Aan den
anderen kant spreken teleurstelling en
bezorgdheid uit een artikel in de Fran
ce de Bordeaux, waarin de schrijver, gene
raal Verraux, zich aldus uitspreekt:
„Het treden van Rumenië in den oorlog
wekte groote verwachtingen op; er werd
met een snelleren loop van de gebeurtenis
sen gerekend. Deze verwachtingen waren
slechts* illusiën en konden ook niets anders
zijn. Zij, die ze koesterden, hadden verge
ten, dat de geheele moderne techniek de
verdedigingsmogelijkheden van de legers
verhonderdvoudigd heeft, en dat de midde
len der verdediging nog altijd het overwicht
hebben op de aanvalsmiddelen op eene wij
ze, die elk snel voorwaarts gaan verhin
dert. De opvatting, steunende op lieden, die
meenen goed te doen door zonder eenige
zekerheid of bewijs de physieke, moreele,
materieele en financieele uitputting van den
tegenstander te verkondigen, dacht dat de
ze aan het einde van zijn kuhnen was en
niet meer de noodige krachten zou vinden
om zich tegenover een nieuwen vijand te
handhaven. Hij heeft ze echter in het vuur
kunnen brengen, zonder tegenover de Rus
sen iets te verzuimen, die geweldig aanval
len tusschen de Stochod en de Dnjestr en
aan wie hij een nog onoverwonnen tegen
stand biedt, zonder daarom op te houden,
aan de dappere Engelsche en Fransche
troepen iedere voetbreedte gronds aan de
Somme stap voor stap te betwisten."
De oorlog.
B e r 1 ij n, 1 9 O c-t. (W. B.) Bericht uit het
groote hoofdkwartier van heden voormid
dag.
Ten noorden van de Somme was het giste
ren weer een geslaagde dag van grooten
strijd. In een zwaren strijd werd een nieuwe
poging van de Engelschen om door te bre
ken tusschen Le Sors en Morval verijdeld.
Hunne aanvallen, die daar van den vroegen
morgen tot in den middag gevoerd zijn
tegen onz taal verdedigde, in handgemeen
gehandhaafde of door tegenaanval herno
men stellingen, zijn ten deele reeds in ons
krachtig en goed bestuurde artillerievuur
mislukt. Een onbeduidende terreinwinst van
de Engelschen ten noorden van Eaucourt
l'Abbaye en Gueudecourt en van de Fran-
schen in Sailly en op den zuidelijken oever
van de Somme tusschen Biaches en La Mai
sonnette bij een aanval in de avonduren
maakt de zware bloedige verliezen van den
tegenstander niet goed.
Berlijn, 19 Oct. (W. B.) Bericht uit
het groote hoofdkwartier van heden voor
middag.
Ten noorden van Siniawka werden vijan
delijke loopgraven op den westelijken oever
van den Stochod genomen. Bij Bubnow zijn
aanvallen van Russische gardetroepen met
groote verliezen voor den tegenstander af
gewezen.
Par ij s, 19 Oct (Havas.) Namiddag-
communiqué.
Ten noorden van de Somme organiseerden
de Fransche troepen gedurende den nacht
het dorp Sailly-Saillisel en bevestigden de
in de buurt van die plaats veroverde stel
lingen. Duitsche tegenaanvallen, uitgaande
van Saillisel, werden gebroken door het
Fransche spervuur. Alle Fransche winsten
werden volledig gehandhaafd.
Ten zuiden van de Somme maakten de
Franschen eenige nieuwe vorderingen tus
schen La Maisonnette en Biaches.
In Lotharingen werd een Duitsche aan
val, bij verrassing ondernomen op een
Fransche loopgraaf bij Burks, ten noordcos-
ten van Luneville, met gemak teruggesla
gen.
Gisteren vielen Fransche vliegtuigen tij
dens de operatiën ten zuiden van de Som
me, met machinegeweren Duitsche tToepen
aan in de streek van Biaches. Den Ï6en
werd een Duitsch vliegtuig neergeveld ten
noorden van Péronne; een tweede vlieg
tuig kwam bij Beaulencourt op den grond en
werd verpletterd.
Op het Britsche front regende het hard
den geheelen nacht. Door geslaagde verras
singen konden de Britsche troepen in Duit
sche loopgraven dringen bij Loos en ten
zuiden van Atrecht. Belangrijke gebeurte
nissen zijn niet te berichten.
Avondcommuniqué.
Ten noorden van de Somme beproefden de
Duitschers om 5 uur des namiddags tever
geefs een aanval ten oosten en ten noorden
van Sailly-Saillisel.
Onze artillerie brak de aanvalsgolven en
bracht zware verliezen toe.
Ten zuiden van de Somme maakten wij
opnieuw vorderingen tusschen Biaches en
La Maisonette. Er zijn gisteren 350 gevan
genen gemaakt.
Elders was hc-t rustig.
Londen, 19 Oct. (R.) Avond-commif-
niqué.
Wij brachten onze liniën bij Warlencourl
oen weinig vooruit. Een tegenaanval van
den vijand in deze streek werd door ons
spervuur gestuit.
B e r 1 ij n, 19 Oct. (W. B.) Bericht uil
het groote hoofdkwartier van heden voor
middag.
Op het front van de legergroepen van
aartshertog Karei zijn aan de possen ovoi
de Rumeensche grenzen succesvolle ge
vechten aon den gang.
Bij de legergroep van Mackensen zijn
geene bijzondere gebeurtenissen voorgeko
men.
We en en, 19 Oct. (W. B) Officieel
heric+rt ran heden middag:
Front van prins Leopold. Ten zuiden vr.n
Zborow waren geslaagde ondernemingen.
Bij het leger van Tersztgansky zijn aanval
len van ofdeelingen Russische garde afge
slagen.
Aan de Boven-Stochod hebben wij eeni
ge vijandelijke loopgraven in bezit geno
men.
Petersburg, 19 Oct. (Tel.-agent-
schap). Communiqué van den grooten gene-
ralen staf.
Ten noorden van het dorp Kiselin vielen
de Duitschers, na het ontwikkelen van gas
wolken, onder dekking van een hevig artille
rievuur, onze loopgraven aanzij werden
teruggeslagen. In de streek ten oosten van
Swinioechi duprt de hardnekkige strijd voort.
Ook hierl iepen de aanvallen van den vijand
op niets uit.
Ten nooiden van Koeropetniki namen wij
gisteren een officier en 35 man gevangen,
terwijl ons bovendien een bomwerper in han
den viel.
In de streek van Potoetory ten zuiden van
Brzezany, viel een vijandelijk vliegtuig, ge
troffen door onze artillerie/ neer. De ma
chine is verbrand en de bemanning is gevan
gen genomen.
In de streek van Dorna Watra werden
hardnekkige vijandelijke aanvallen afgesla
gen.
In de Karpthen woedt een hevige sneeuw
storm.
Weenen, 19 Oct. (W. B.) Officieel
bericht van heden middag.
De gevechten in het Pasubio-gebied zijn
gisteren met nog grooter verbittering her
vat. De door Alpini versterkte brigade uit
Liguria viel onze stellingen ten noorden van
den bergtop aan; op enkele plaatsen geluk
te het den vijand in onze voorste linie te
Eén onleesbaar woord interesseert den
ontvanger van den brief meer dan vier bla
den leesbaar schrift.
Uit het Noorsch van Hulda Garborg.
Vertaald door
A. M. VAN DER LINDEN-VAN EDEN.
48
To«n was hij opgestaan en was naar buiten
gegaan als in een droom. Hij vond geen rust
5n den gaard en liep alle buitengebouwen in
en u't. En ten slotte was het hem alsof hij
taaar het eiland getrokken werd, voordat het
ï>egon weg te zinken. Daar had hij gehoopt
jeenruaal begraven te worden en niet in vreem-
ide aarde, in Vilcen. En hij was naar de rivier
jgogaan en had de boot losgemaakt. Het was
Vtle jaren geleden dat de rivier in het voor-
laar zoo wild was geweest en het water stond
©oog op het weide-eiland. De boomen bij het
Strand stonden diep in het ijskoude water en
Ridderden onder de scherpe windvlagen. En
gierde en huilde, en bulderde en klotste
fde groote zee zelve, waarop Gunnar in zijn
fci'.: i uit visschen was geweest. In het Noor-
Pen alles nog ijs, dat zich nu had losge-
«naakt en in groote schollen Opdreef, terwijl1
nu en dan de regen overging in een geweldi
gen hagelslag.
De zondvloed! de zondvloedl
Gunnar had. met dc voeten gesteund tegen
het dwarshout in den bodem van de boot, ge
roeid alsof het om zijn leven te doen was.
Daarna was er een rukwind van de bergen
gekomen en van den gletscher warrelde de
sneeuw in wilden dans, als in het midden van
den winter, naar beneden.
Gunnars vingertoppen werden stijf van dc
koude, maar hij voelde het niet, cn hij sloeg
geen acht op den regen, die hem over den
rug liep.
Toen hij eindelijk aan het strand tusschen
de boomen landde, stapte hij in het water en
trok dc boot aan land, liep langzaam en ge
bogen door het natte gras en de diepe voren
van den pas omgeploegden grond. Eerst liep
hij naar de schuur, waar de oude appelboom
stond en er zijn zwarte, kromme takken uit
breidde. Hij liep om den steenhoop heen en
vroeg zich af wie hier de steenen opgeruimd
en steen na steen op elkaar gelegd hadden, en
zich zooveel moeite hadden gegeven om hel
eiland het aanzien te schenken van een tuin.
En het kwam hem voor dat zij, die hier onder
de graszoden begraven lagen, heden moesten
ontwaken.
Hij begon eenige palen, die door den storm
omver gewaaid waren, overeind te zetten.
Toen trok hij de pin uit den sluitboom van
dc deur der schuur, en keek naar binnen.
Hier was het donker en ledig. Maar door den
muur, vol scheuren, kwam de wind, huilend
en gierend, naar binnen en joeg een wolk van
slof in zijn gezicht. Hij haastte zich naar bui
ten en sloot de schuur.
Maar toen bij de Helling yoor de schuur
afliep, bleef hij opeens verschrikt stilstaan. Hij
hoorde iemand roepen.
Of was het een dier, dat schreeuwde?
Weer hoorde hij een stem, die riep.
Hij keerde zich om naar den kant van waar
het geluid kwam, en zag twee donkere gestal
ten op hem toesnellen.
In het volgend oogenblik viel Liv hem om
den hals, en zij zei, tusschen haar tranen en
glimlach door: „Vader, de waterval is niet
verkocht
„Wat zegt ge, kinderen?''
„Ja, Gunnar, alles is in orde," zei Ivaare.
Gunnar maakle zich zachtjes los uit de onver
wachte en ongewone omhelzing.
Zóó uitgelaten was Liv niet geweest, sedert
haar kinderjaren.
En hij zette zich neer op de gladde, natte
planken van de helling der schuur. Het was
hem zoo vreemd door al zijn leden; zijn bcc-
nen wilden hem niet meer dragen.
..Dc waterval niet verkocht!'' Zijn slem
brak en hij verborg het gelaat in dc handen.
Het was als zag hij Pra?stgard, nieuw en
groen, uit het water oprijzen, en hij fluisterde:
„God zegene je, kinderen!"
Maar Ivaare en Liv hadden dezelfde ge
dachte.
„Kom. vader 1" zei Liv, „u is zoo koud en
nat". Zij nam zijn handen cn hielp hem op
staan.
Ilij stond op zonder te antwoorden.
„Wij moeten ons haasten, Gunnar." zei
Kaare. „Liv is doornat en bevriest bijna en
hel wordt donker."
Toen richtte Gunnar zich op als een jonge
man en zag hen voor hel eerst aan
.Maar hoe komen jelui hier, kinderen?"
,zIn de praam," zei Liy. „Kaare had zwaar
werk, nu is hij doornat, want ik heb zijn
regenjas aan. Komt"
„Hm," zei Gunnar en zag naar Kaare; „als
je het klaar hebt kunnen spelen met die
praam, dan ben je een nog flinker kerel dan
ik wist."
Terug roeiden Kaare en Gunnar met twee
paar riemen dc groote boot. En Liv keek naar
hen, en zij wist niet dat het hier op aarde
mogelijk was zoo gelukkig te zijn als zij zich
nu gevoelde.
XIV.
ONDER DEN GLETSCHER.
De zomer was in het Sirildal aangekomen.
De menschen waren verhuisd naar de saeters,
en het was stil op de gaarden.
Sverre, Carl en Kaare hadden reeds ver
scheidene weken in ccn tent gewoond, bij den
waterval. De vóórarbeid voor den aanleg,
boven, was langzamerhand begonnen, zoodat
zij volstrekt geen vacantie hadden, al hielden
zij nog tijd genoeg over om te visschen en
wandelingen te maken. Het was een genot
boven te zijn na het onrustige voorjaar, en zij
waren allen als nieuwe menschen geworden.
De tent lag beschut door het dichte dennen
bosch; maar dag en nacht hoorde men het
ruischen van den waterval en boven hunne
hoofden lag de blinkende gletscher. Van dóór
kwamen de geweldige watermassa's, die nu
licht en werkkracht-in het dal zouden bren
gen.
Carl werd in den eersten tijd hiér overval
len dooi; een diepe neerslachtigheid, zoodat
hij naar het kerspel terug moest, maar hj
kwam spoedig weer; het was alsof hij door
onweerstaanbaar verlangen weer naar boven
werd getrokken. Nu was hij reeds rustig veer
tien dagen hier geweest en begon hij een ge
voel van welbehagen te krijgen, dat hem ge
heel nieuw was. Ging het zoo voort, dan zon
hij ten slotte nog even kinderlijk en bclnrhe^
lijk gelukkig worden als Kaare. „Ik gevoel hoe'
ik iederen dag meer bezig ben tot den dier
lijken staat terug te keeren," zei hij.
„Zoo? Het schijnt je intusschen nog al ttf
bevallen?" plaagde ICaare hem.
„Ja, het is natuurlijk heel genoegelijk. Het
is trouwens ook een fout geweest dat wij ooi<
uit dien toestand geraakt zijn, want een onge?
lukkiger positie dan onze tegenwoordige kan
ik mij niet voorstellen."
„Zoo?"
„Ja, natuurlijk. Wij zijn noch vogel nocK
visch, noch beest noch geest. De brutale eel-
lust, dien men hier krijgt, is bijna het ergst.
Toen wij verleden van den soeter kwameif
met de witte kaas, moest ik mij bedwingetf
om die niet met mijn klauwen heet tc pakken
en er mijn tanden in te zetten."
„Foei, foei," zei Kaare, „je zult nog gevaar*
lijk worden."
En nu hield hij zich onledig met takken e*
dennenappels op het houtvuur te stapele%
even goed als de anderen.
(Wordt vervolgd^