KOLONIËN».
BINNENLAND.
V
i Op het verdere front tot aan de zee had-
Ben hier en daar artillerie-gevechten plaats.
Op het Karst-plateau verbeterde onze in
fanterie in het vooruitrukken eenige gedeel
ten van het front. Op het nieuw veroverde
iterrein maakten wij een mortier en bommen
werpers met munitie buit.
Berlijn, 14 Nov. (W. B.) Bericht uit
het groote hoofdkwartier van heden voov-
Tniddag.
Ten noordoosten van Jakobeny werden In
de \Vou3-Karpathen Russische afdeelingen
uit het voorterrein van onze stellingen door
Ons vuur verdreven.
Voor de aanvallen van de Duitsche en
jOostenrijksch-Hongaarsche troepen gingen
in het Gyergyo-gebergte de Russen haar de
grens terug. Ook ten zuiden van Gyergyo
maakten, ondanks den hardnekkigen tegen
weer, de Beiersche en O.-H. bataillons vor
deringen.
Aon beide zijden van het Oytosdal had
den ook gisteren kleinere gevechten plaats
om enkele hoogten.
Aan het zuidelijke front van Zevenbergen
duren de gevechten met succes voor ons
voort. Br werden eenige honderden gevan
genen gemaakt, aan den Rotenturmpas al
leen 6 officieren en 650 manschappen.
In de Dobroedsja is niets nieuws ge
beurd. De beproefde Oostenrijksch-Hon-
gaarsche Donau-monitors brachten na vuur
gevechten van den Rumeenschen oever bij
Giurgiu zeven sleepers, waarvan 5 beladen,
thuis.
Weenen, 14 Nov. (W. B.) Officieel
bericht van heden middag.
Op het legerfront van von Mackensen
maakten onze Donau-monitors in de buurt
van Giurgiu bij eene zeer sterke vijandelijke
tegenwerking zeven sleepers bult, die ge
deeltelijk beladen waren.
Bij Orsova zuiverden wij den rechter
Cerna-oever van vijanden.
In noordelijk Walachije verloopen de ge
vechten aanhoudend gunstig. In de laatste
twee dagen brachten wij hier 1600 gevan
genen, negen machinegeweren en een
kanon aan. Aan den Oitospas zetten de
Rumeniërs hunne aanvallen voort. In den
sector van Tölgyes werden de Russen ge
dwongen verscheidene hoogten ten westen
van de grens prijs te geven. Ten noorden
van Jakobeny mislukte een Russischen aan
val.
Sofia, 14 Nov. (Buig. agentschap).
Communiqué van het hoofdkwartier.
In de Dobroedsja naderden vooruit ge
schoven afdeelingen van den vijand onze
stellingen. Er is niets van belang gebeurd.
Petersburg, 14 Nov. (Tel.-agent-
schap.) Communiqué van den grooten ge-
neralen staf.
In de Trotus-, Oituz- en Tirgulu-dalen
zijn de vijandelijke aanvallen afgeslagen.
In het Altdal slaagde de vijand er na hard
nekkige aanvallen in de Rumeensche troe
pen een weinig terug te drijven. In het
Biuz-dal bezette de vijand het dorp Bum-
beshti.
In de Dobroedsja is de toestand onver-
snderd.
Bukarest, 14 Nov. (Rum. agent
schap). Communiqué van het hoofdkwartier.
Aan de grens van West-Moldavlë in het
fl'rotus- en Uzuldal bracht onze artillerie het
vuur van den vijand tot zwijgen. Tusschen
het Uzuldal en de rivier Casin heeft de
vijand sinds den 29en October onophou
delijk aangevallen. Tot op heden zijn alle
aanvallen op bloedige wijze afgeslagen. We
deden tegenaanvallen. Twee officieren en
81 man vielen in onze handen, terwijl wij
drie machinegeweren en eenig oorlogsma
teriaal veroverden.
Van het Putna-dal af tot aan Predulus
viel, behalve een bombardement en kleine
otnmoetingen, niets belangrijks voor. In het
"Prahoya-dal was een hevig artillerie-bom-
'bardement. In de streek van Dragoslavele
'viel de vijand met infanterie en zware artil
lerie aan, waardoor wij genoodzaakt werden
op den linkervleugel terrein op te geven.
Aan den rechteroever van de Alt deed de
vijand krachtige aanvallen op stellingen, die
van hand tot hand gingen. In 't eind maakte
hij vorderingen met nieuwe sterkere krach
ten. Na een wanhopigen strijd waren onze
troepen gedwongen terug te gaan.
Ten zuiden van Bumbesti en aan de Cerna
waren artillerie-actiën en patrouille-gevech
ten.
Op het zuidelijke front is aan den Donau
niets bijzonders gebeurd. In de Dobroedsja
geene verandering.
Keulen, 14 Nov. (W. B.) De Köln.
Ztg. bericht uit Sofia, dat de telling van den
In Konstanza behaalden buit ten einde
loopt. Er werden geteld 30.000 ton petro
leum, 27.000 ton benzine, 17.000 ton mi
nerale olie en zeer groote voorraden graan,
suiker en koffie, die voor de verpleging van
het Rumeensche leger en van de bevolking
'bestemd waren.
Berlijn, 14 Nov. (W. B.) Bericht uit
het roote hoofdkwartier van heden voor
middag.
In de streek van Korea kwam het opnieuw
tot schermutselingen aan onze flankafdee-
lingen met Fransche infanterie en cavalle-
rie. De aanval van de Entente-troepen in de
vlakte van Monastir en ten noorden van de
Czerna duurt voort. De gevechten zijn nog
niet ten einde gekomen.
Sofia, 14 Nov.. (Buig. agentschap.)
Communiqué van het hoofdkwartier,
T°n zuiden van het Malik-meer hebben
onze vooruitgeschoven afdeelingen zwakke
'Fransche detachementen aangevallen en
in de richting van Koritsa teruggeworpen.
'Tusschen het Presba-meer en den spoor
weg Monastir-Florina levendig artillerie
vuur. Aan het front bij Keuardy en Poloch
i *i|n alle aanvallen van den yijand ondev
zware verliezen voor hem mislukt. In den
nacht van 13 op 14 dezer herhaalde hij
zijne aanvallen en werd opnieuw terugge
slagen. In het Wardar-dal aan den voet van
de Belasitza en in het Stroemn-dal zwak
artillerievuur en hier en daar patrouillege
vechten.
Pa rii s14 Nov. (R.). Avondcommu
niqué.
De buit, die in den strijd van 10 tot 12
dezer door de Fransch-Servische troepen
werd gemaakt, bedraagt 25 kanonnen en
eene groote hoveelheid materieel. Het aan
tal gevangenen is 1442.
Athene, 14 Nov. (R.) De Fransche
minister van oorlog Roques heeft een on
derhoud met den koning gehad. Het hoofd
onderwerp, dat besproken werd, was het in
richten van een zóne om botsingen tusschen
de troepen en de legers van den koning en
van Venizelos te voorkomen.
Madrid, 13 Nov. (Radiogram van den
vertegenwoordiger van het correspondentie
bureau te Weenen).
De Madridsche bladen berichten, dat het
Amerikaansche stoomschip Columbian,
groot 8580 ton, door een Duitsche U-boot
dicht bij Coruna in den grond is geboord.
De lading bestond uit koper, staal en vet,
en was voor Genua bestemd. De bemanning
is gered. Zij verhaalt, dat het schip den 6en
November bij kaap Finisterre Is aangehou
den. Daar aan het ontschepen van de be
manning in de reddingsbooten wegens den
storm gevaar verbonden was, wachtte de
duikboot twee volle uren, totdat dit zonder
gevaar kon worden verricht.
B e r 1 ij n 14 Nov. (W. B.) Hel Italiaan-
sche stoomschip Mudros, vroeger van de
Duitsche Levantlijn, groot 3157 ton, en de
Italiaansche zeilschepen Giovanni, Anteri
en Beretta zijn in den grond geboord.
Londen, 14 Nov. (R.) De stoomsche
pen Corinthe en Bornicia zijn in den grond
geboord. De bemanning van de Corinthe is
aan land gebracht.
Het Britsche stöömschip Petroline is ver
laten.
Londen, 14 Nov. (RDe visscherS-
schuiten Our Boys en Superb zijn in den
grond geboord. De bemanningen zijn ont
scheept.
Christ i a n i a, 14 Nov. (Noorweegsch
telegraafbureau). Het stoomschip Comma
(1794 ton), uit Tönsberg, is volgens bericht
uit Bilbao in den grond geboord. Het stoom
schip Tripel, in het register van Lloyds ook
als Kripel vermeld (4633 ton), uit Drammen,
is voor Gravias in den grond geboord. Het
stoomschip Forsdalen (2835 ton), uit Ber
gen, is door een Duitsche U-boot tot zinken
gebracht. In al deze gevallen werd de be
manning gered.
Met de overige heden gemelde stoom
schepen leed de Noorwecgsche oorlogsver
zekering een verlies van O'/j millioen kro
nen.
Kopenhagen, 14 Nov. (W. B.) De
directeur-generaal der Deensche posterijen
maakt bekend, dat van het Deensche stoom
schip Bothnia, dat zich in de binnenland-
sche vaart op reis van Kopenhagen naar
een der Farïz bevond. Bij de visitatie te
Leith is de geheele pakketpost in beslag
genomen.
Londen, 14 N o v. (R.). In zijn antwoord
op de Amerikaansche protest-nota egen de
z.g. Engelsche zwarte lijst, als een willekeu
rige inmenging in den handel der neutralen,
brengt lord Grey in herinnering, dat het
verbod om handel te drijven met zekere per
sonen in vreemde landen, slechts een stuk
plaatselijke wetgeving vormt, alleen toepas
selijk op personen binnen het Vereenigd
Koninkrijk.
De Engelsche regeering bedoelt noch pre
tendeert eenig verbod of eenige straf op te
leggen aan onzijdige personen of aan den
onzijdigen handel. De maatregel beveelt uit
sluitend hen, die trouw verschuldigd zijn aan
Engeland, hunne handelsbetrekkingen met
personen, van wie gebleken is dat zij den
vijand helpen of diensten bewijzen, af te
breken.
Engeland's recht als souvereine staat, om
zoodanigen wettelijken maatregel uit te
vaardigen, staat zoo onomstootelijk vast, dat
ik zoo zegt lord Grey er zeker van
ben, dat het mij overhandigde protest ge
grond is op misvatting van den aard en het
doel van de genomen maatregelen.
Gew agende van de in Amerika uitgespro
ken vrees omtrent eene mogelijke ongewet
tigde uitbreiding van dit verbodsstelsel, wijst
Grey er op, dat het voordeel, ontleend aan
het drijven van handelszaken tusschen een
Engelsch onderdaan en een vreemdeling,
wederkeerig is en dat het verbod voor Engel
sche onderdanen om handel te drijven met
Ingezetenen van een vreemd land noodzake
lijkerwijze eene vermindering van Enge
land's handelsgelegenheid met zich brengt
en mitsdien een verlies voor Engeland
vormt. Eigenbelang alleen reeds zou dus
de regeering er van terughouden een firma
op de lijst te plaatsen, die eerlijk en te goe
der trouw onzijdigen handel drijft.
Er schijnen in de Vereenigde Staten en
elders personen te zijn, die schier onmoge
lijk te overtuigen zijn, dat de maatregelen,
die wij genomen hebben, maatregelen zijn
tegen onze vijanden en niet enkel berekend
om onzen eigen handel te bevorderen ten
koste van dien der onzijdige landen. Ik kan
slechts herhalen wat reeds meermalen' is uit
eengezet. De Engelsche regeering heeft een
dergelijk onwaardig doel niet op het oog.
Wij hebben .inderdaad bij alle maatregelen,
die wij namen om te voorkomen dat Engel
sche onderdanen met de aangeduide firma's
handel drijven, de grootste nauwgezetheid
betracht, ten einde den onzijdigen handel
zoo mip mogelijk te ontwrichten, en zulks
zoowel in ons eigen belang als in dat der
onzijdigen.
Op een andere plaats" zegt lord Grey
Laat mij herhalen, dat de Engelsche regee
ring er "een aanspraak op maakt om aan
burgers der Vereenigde Staten of an 3"nig
ander onzijdig land voor te schrijven met
wie zij wel en met wie zij niet mogen handel
drijven. Zij behoudt zich nochtans het recht
voor wat in de tegenwoordige crisis tevens
haar plicht is jegens haar eigen volk en je
gens hare bondgenooten om de Engel
sche faciliteiten te onthouden aan hen, die
handel drijven ten voordeele var. onze vij
anden Wanneer de waarde van de Engel
sche faciliteiten voor die firma's van dien
aard is, dat ze er hen toe brengen liever hun
handel met onze vijanden te laten varen dan
de kans te loopen van die faciliteiten te wor
den beroofd, dan kan de Engelsche regee
ring niet aoegeven dat het stellen door haar
waarborgen voor dat doel hetzij willekeurig,
hetzij onvereenlgbaar is met het volkenrecht
of met de internationale hoffelijkheid.
Grey bespreekt dan de hier en daar
heerschende meening als zou de militaire
toestand zoodanig zijn, dat de Engelsche re
geering niet noodig heeFt eenigerlei maat
regel te heffen, die ook maar in 't minst
schade doet aan den onderlingen handel,
aangezien het eind van den oorlog in zicht
is en niets van hetgeen er in ver verwijder
de onzijdige landen voorvalt, verandering
zou brengen in den uitslag van den oorlog.
Wij wenschten wel, zegt Grey, dat zoo in
derdaad de toestand ware, doch dit is niet
zoo. Hoewel de militaire toestand voor de
bondgenooten gTootelijks is verbeterd, heb
ben zij nog een langen, bitteren strijd voor
zich, die de aanwending eischt van alle wet
tige middelen om onze vijanden te overwin
nen. Welk ongerief voor onzijdige landen
ook het gevolg moge zijn van de uitoefening
van het recht der oorlogvoerenden, dat valt
niet te vergelijken met het lijden en de ver
liezen, aan de menschheid berokkend door
de verlenging van den oorlog met ook maar
één enkele week.
Hierna behandelt Grey Engeland's maat
regel om bunkerkolen te weigeren aan sche
pen, die goederen vervoeren, welke toebe-
hooren aan óp de zwarte lijst geplaatste fir
ma's. Welke wettige bedenking kan er te
gen deze handeling bestaan? vraagt hij. Het
is Engelsche steenkool. Waarom zou die ge
bruikt worden voor het vervoer van goede
ren van hen, die metterdaad onze vijanden
helpen? Men moet bovendien in gedachten
houden dat de Duitsche regeering door
haren duikbootoorlog getracht heeft den
tonneninhoud der wereldscheepvaart te ver
minderen. Zij hebben onwettiglijk, zonder
waarschuwing, honderden vreedzame han
delsschepen tot zinken gebracht, die niet al
leen toebehooren aan Entente-landen, doch
ook aan onzijdigen. Noorweegsche, Deen
sche, Zweedsche, Nederlandsche, Spaan-
sche, Grieksche schepen, ze zijn altemaal
tot zinken gebracht. Van 1 Juni tot 30 Sep
tember 1916 zijn 262 schepen door vijan
delijke duikbooten in den grond geboord.
Daarvan waren er 73 Engelsch, 123 behoor
den aan Engeland's bondgenooten, 66 aan
onzijdigen. Er waren 10 Engelsche sche
pen bij; die zonder waarschuwing zijn tot
zinken gebracht, waarbij 81 menschenlevens
verloren gingen en 2 schepen van bondge
nooten, van wie het eene 2 menschenlevens
verloor, terwijl omtrent het andere de ge
gevens ontbreken. Voorts 3 onzijdige sche
pen, zonder waarschuwing in den grond ge
boord, eveneens met verlies van menschen
levens. Deze lijst is zelfs nog onvolledig.
Waarschijnlijk zijn nog andere schepen zon
der waarschuwing in den grond geboord en
nog meer levens dan de opgesomde verlo
ren gegaan. Hieraan kan worden toege
voegd dat wanneer de opvarenden gered
werden, dit in den regel alleen geschiedde
door zich in de open sloepen te begeven.
Zelfs schepen met lading voor de Ameri
kaansche sieuncommissie in België zijn her
haaldelijk tot zinken gebracht en ondanks
de bizondere faciliteiten met het oog op het
innemen van steenkool verleend aan sche
pen, die in dienst van genoemde commis
sie varen, is dit lichaam voortdurend on
machtig om in België de levensmiddelen in
te voeren, die volstrekt noodzakelijk zijn
om het leven der bevolking te bewaren.
Moet men er zich dan over verwonderen,
dat de Engelsche regeering er zorgvuldig
voor waakt om de verstrekking van Engel
sche steenkool in dien zin te beperken dat
ze zooveel mogelijk bewaard wordt voor
schepen, die te goeder trouw deel nemen
aan den handel der bondgenooten of aan
den onzijdigen handel?
Ten slotte gewaagt Grey van de bezorgd
heid bij de onzijdigen, dat de machtige con
trole over de middelen van vervoer, aldus
door één staat bezeten, met zelfzuchtige
oogmerken door dien staat zou kunnen wor
den aangewend tot ontwrichting van den
wereldhandel. De Engelsche regeering
maakt daarom van deze gelegenheid ge
bruik om te verklaren, dat zij niet in ge
breke blijft indachtig te zijn aan de ver
plichtingen van hen die macht ter zee be
zitten, noch aan de traditioneel door het
Britsche Rijk gevoerde politiek, volgens
weike die macht is te beschotnven als toe
vertrouwd goed en moet worden uitgeoefend
in het belang der vrijheid. Zij heeft geen
vertoogen noodig om naar deze overwegin
gen in herinnering te brengen, doch zij kan
niet toegeven flat, in de gegeven tijdsom
standigheden, het gebruik dat zij thans van
hare steenkoolvoorraden maakt, afbreuk
doet aan hare verplichtingen of hare vrijwil
lig aanvaarde zorgen.
Grey drukt ten slotte liet vertrouwen ulf,
dat de gegeven uitlegging de achterdocht
zal wegnemen en de inzichten verbeteren,
die in de Vereenigde Staten te dezer zake
heerschen.
1 T- ir"*"*yrrr-i fi i w.rmiie— _l
B e r 1 ij n, 1 4 N o v. (W. B.) Over de voor
genomen regeling- van den burgerlijken
dienstplicht verluidt verder dat 't voornemen
is alle beschikbare arbeidskrachten, hetzij
vrijwillig of, voor zoover dit bij mannen noo
dig schijnt, door invoering van den arbeids
plicht dienstbaar te maken voor den vader-
landschen hulpdienst tot het produceeren
van oorlogsbehoeften. Ook een vertegen
woordiger van de werknemers zal in het
daartoe op te richten bureau opgenomen
worden.
Warschau, 13 Nov. (W. B.) Ter vol
doening aan den uit alle lagen der bevol
king van Polen kenbaar gemoakten wensch
om mee te werken aan de taak der regee
ring van het land nog voordat eene consti-
tutioneele regeering kan worden ingesteld,
heeft de gouverneur-generaal eene verorde
ning uitgevaardigd over de samenstelling
van een uit verkiezingen voortkomenden
staatsraad. Door de districtsvergaderingen
en de stedelijke besturen wordt een landdag
van in het geheel zeventig afgevaardigden
gekozen. Deze kiezen udt hun midden naar
evenredige vertegenwoordiging acht leden
van den staatsraad. Verder worden vier le
den van den staatsraad benoemd door den
gouverneur-generaal, die ook als voorzitter
optreedt. Staatsraad en Landdag kunnen
over de hun voorgelegde wetsontwerpen be
raadslagen en beslissen ook over eigen
voorstellen. De debatten in de beide licha
men worden in de Poolsche taal gevoerd.
Over de Poolsche uniform verneemt de
„Deutsche Warschauer Zeitung" officieel:
De kiel, evenals die van het tegenwoordige
Poolsche legioen, draagt op den linker bo
venarm den Poolschen adelaar in een ama-
rant-roode ster, welk embleem ook op het
hoofddeksel voorkomt. Het tegenwoordige
legioen zal den kern van het nieuwe leger
vormen.
Verspreide Berichten.
Mannesmann gesneuveld.
De „Tagl. Rundschau" meldt, dat op het
Afrikaansche oorlogsterrein is gesneuveld
Otto Mannesmann, een der als grootindus-
triëelen en pioniers van de Duitsche „Kul-
tur" bekende broeders Mannesmann. Het
stoffelijk overschot zal worden overgebracht
naar Duitschland.
Een duur middagmaal.
De Voss. Zeit. weet te vertellen hoe op
een der vleeschlooze dagen die in Oos
tenrijk ook voor gegoeden gelden een fa
milie betrapt werd smullende aan een ge
braden stuk vleesch. Het hoofd van het ge
zin kreeg vijf-en-twintig-honderd gulden
boete, met de mededeeling, dat bij herha
ling de straf, zes weken gevangenis zou zijn.
Oost-lndlë
Nederlsndsoh PoriuQeeach grens
verdrag inzake Timor.-
(Officieel). Blijkens telegrafisch be
richt van den gouverneur-generaal van Ne-
derlandsch-Indië heeft den lsten dezer tus
schen de Nederlandsche en Portugeesche
overheden op het eiland Timor de weder-
zijdsche overdracht plaats gehad van de
landschappen, bedoeld in de artikelen 1 en
2 van het met Portugal gesloten grensver
drag van 1004. Het landschap Maucatar is
daarbij overgegaan in Portugeesche handen,
terwijl de Nederlandsch-ïndische regeering.
de landschappen Moimoeti Tahakan en Te-
miru Allala heeft overgenomen.
De onlusten In Palembang.
(Officieel). Bij het departement van ko
loniën is het vólgende bericht van den
gouverneur-generaal van Nederl.-Indië ont
vangen:
De resident van Palembang keerde terug
van een inspectietocht in een groot deel
van zijn gewest. De houding van de hoof
den en de bevolking, in het bizonder in
Rawas, was" onberispelijk. De politieke toe
stand is, dank zij doelmatige patrouilleerin
gen, zeer bevredigend. Het afslaan van de
aanvallen op Leroelangoen heeft allerwege
een diepen indruk gemaakt. Het verzet is
geëindigd met de uitlevering door de be
volking van den rebel Satoedjola met zijn
volgelingen. Het verzet te Tanakreah is
eveneens gebroken.
Kameroverzicht.
Tweede Ramar.
Het amendement-Eerdmans, om de even
redige vertegenwoordiging facultatief te stel
len, wordt in de zitting van Dinsdag door
den voorsteller toegelicht. De bedoeling is
niet de evenredige vertegenwoordiging uit
te stellen, doch alleen de mogelijkheid te
laten, er op tenrg te komen, als er groote na-
deelen aan verbonden blijken.
De heer Van Idsinga (C.-H.) bestrijdt
uitvoerig de evenredige vertegenwoordiging.
Hij zal vóór het amendement-Eerdmans
stemmen, doch ook als dit wordt aangeno
men zal hij zijn stem uitbrengen tegen ar
tikel 81.
Regeling van werkzaamheden.
De Voorzitter stelt voor, art. 192 te be
handelen vóór de additióneele artikelen. Na
bestrijding door de heeren Van Doorn,
Eerdmans en Otto en verdediging
door de heeren Nolens, Lohman, Ke
telaar, De Meester, Troelstra en
Visser van IJ zendoorn, werd het
voorstel aartgenomen, zonder hoofdelijke
stemming.
Daarna werd voortgegaan met de behan
deling van art. 80. De heer De Geer licht
zijn amendement toe, om de mogelijkheid te
openen ven meervoudig kiesrecht, dat even
wel niet op maatschappelijkon welstand zou
mogen rijn gegrond.
De heer T r o e 1 s t r a (S.-D.) Hcht Ktf
amendement toe, om het meervoudig steuw
recht uitdruk!:elij1 uit te sluiten. Het a1 ei
meen kiesrecht mag niet door correctie ?ji
worden verzwakt.
De heer Drion (U.-L.) is het eens mei
de strekking van het amendement-Troelsua?
Hij raadt echter eene redactiewijziging aanij
die toepassing onmogelijk maakt, van hal
stelsel van evenredig kiesrecht, waarbij iedej'
kiezer meer stemmen uitbrengt.
De heer Van Idsinga (C.-H.) venle»
digt de uitvoering van het meervoudig stems"
recht.
De heer Loeff (R.-K.) betreurt de in^
diening van de amendementen. Hij meent
de* de zaak onbeslist had moeten blij' V
daar in de toekomst het meervoudig k!
recht wel eens gewenscht zou kunnen blij.
ken.
Spr. zou tegen het amendement-De Gee*
geen bezwaar hebben, ais een betere redac.
tie kon worden gevonden.
De heer Merchant (V.-D.) verdedigde
nader het amendement-Troelstra. Als hei
wordt verworpen of het amendement-De
Geer wordt aangenomen, zullen de vrijzinU
nig-democraten overwegen of zij verder toé
herziening kunnen medewerken.
De heer S a n n e s (S.-D.) verdedigt nadei
het amendement betreffende schorsing van
het kiesrecht voor militairen.
De heer B e um e r (A.-R.) betuigt instem
ming met het meervoudig kiesrecht.
De heer DuymaervanTwlst (A.-R.)
verdedigt het amendement om ook voor of
ficieren schorsing van kiesrecht mogelijk tê
maken.
Minister Cort van der Linden
betoogt, dat ieder meervoudig kiesrecht be't
rust op welstand oi geschiktheid en dut
strijdig is met het in art. 80 aangenomen
kiesrechtstelsel en ook strijdig met evenre
dige vertegenwoordiging, zooals de Kamen
zich die denkt. De Minister bestrijdt daarom
het amendement-De Geer en ook het amen»
dement-Hugenholtz ontraadt hij. Beter acht
hij dat van den heer Dirymaer van Twist.
De heer Hugenholtz repliceert.
Te vijf uur worden de discussies verj
daagd tot heden half twaalf.
Berichten.
De Staatscourant van 14 Nov. bevat o.a.
de volgende Kon. besluiten
op verzoek eervol ontslagen F. L. S. Fi
baron van Tuyll van Serooskerken als burv
qemeester van Zuilen;
Is In zijnen rang overgeplaatst bij het
regiment jagers de eerste-luitenant J. B. de
Jongh, van het 5e reg. inf.;
tijdelijk benoemd bij het reserve-perso
neel der landmacht, met bestemming voor
den dienst bij de landweer, tot reserve-lw»
tenant-kolonel de gepensionneerde luile-
nant-kolonels van het wapen der Infanterie
C. J. van Kakum en J. H. C. Munter, beiden
van het leger in Nederlandsch-Indië;
benoemd bij het reserve-personeel der
landmacht, bij het personeel van den ge
neeskundigen dienst, tot reserve-officier van
gezondheid der 2de klasse de heer J. A.
Blok, arts.
met ingang van 16 November dr. S. G.
Zwart, onder-tiirecteur van het gemeente-
slachthuis te Utrecht, eervol ontslagen als
rijkskeurmeester ln bijzonderen dienst te
Ainhem en tot wederopzegging benoemd tot
rijkskeurmeester ln bljzonderen dienst fe
Utrecht;
de Oost-Indisch ambtenaar met verlof J.
A. Schenkel, laatstelijk onderwijzer der 2de
klasse bij het openbaar Europeesch lager
onderwijs, op zijn verzoek wegens lichame
lijke ongeschiktheid gerekend van en met
31 October 1916, eervol uit 's lands dienst
ontslagen onder toekenning van pensioen.
Inlijving militlellchtfng
1 9 1 6. De inlijving van de militie-plichtlgen
der lichting 1916, toegewezen aan het regi
ment genietroepen, bestemd voor opleiding
tot milicien-telegrafist of telephonist, die
werkzaam zijn, hetzij bij de posterijen ën
telegrafie, hetzij bij de spoorwegmaatschap
pijen, welke inlijving aanvankelijk was be
paald in het tijdvak van 1—5 December
1916, zal geschieden op II en 12 Decemi'
ber d. a. v.
Landstor m-j aarklassen 190®
en 1 908. In het tijdvak van 1620 Dec»
a.s. zullen worden in dienst gesteld d$
dienplichtigen der landstormjaarklasse 100®
toegewezen aan de infanterie (hieronder be
grepen grenadiers, jagers, hospltaalsald-teiv
en ziekendragers, doch niet de wielrijders)
wier geslachtnamen beginnen met een de*
letters A tot en met G.
Het overige gedeelte dier jaarklasse za}
in hoofdzaak in Februari 1917 in dienst woiv
den gesteld.
Zij die bestemd worden voor de cavaleriqé
zullen waarschijnlijk moeten opkomen itf
Maart 1917. Zij die bestemd worden voor dtf
zeemacht waarschijnlijk in Mei 1917.
De iandstorm-jaarklasse 1908 zal vermogf
delijk toor een klein gedeelte eveneens in
begin Februari 1917 en voor het overige irP
hoofdzaak in Maart van dat jaar in werkelijï
ken dienst moeten komen.
Cursussen Eerste Hulp b'if
Ongelukken. De opperbevelhebber
heeft, naar de Avp. meldt, den autoriteitelf
van de landmacht doen weten, dat door henf
met belangstelling kennis is genomen van
de resultaten en den goeden uitslag van di
cursussen in het verleenen van eerste i.ulq
bij ongelukken. In verband hiermede moef
ook in den a.s. winter het houden van derget
Bjke cursussen en het houden van populair*
voordrachten op hygiënisch gebied worde*
bevorderd.
Hierbij moet worden bepaald, dat de cutjj
sussen gedurende de diensturen moeteW
worden gehouden en dat in elke les voor