KOLONIËN». BINNENLAND. V i Op het verdere front tot aan de zee had- Ben hier en daar artillerie-gevechten plaats. Op het Karst-plateau verbeterde onze in fanterie in het vooruitrukken eenige gedeel ten van het front. Op het nieuw veroverde iterrein maakten wij een mortier en bommen werpers met munitie buit. Berlijn, 14 Nov. (W. B.) Bericht uit het groote hoofdkwartier van heden voov- Tniddag. Ten noordoosten van Jakobeny werden In de \Vou3-Karpathen Russische afdeelingen uit het voorterrein van onze stellingen door Ons vuur verdreven. Voor de aanvallen van de Duitsche en jOostenrijksch-Hongaarsche troepen gingen in het Gyergyo-gebergte de Russen haar de grens terug. Ook ten zuiden van Gyergyo maakten, ondanks den hardnekkigen tegen weer, de Beiersche en O.-H. bataillons vor deringen. Aon beide zijden van het Oytosdal had den ook gisteren kleinere gevechten plaats om enkele hoogten. Aan het zuidelijke front van Zevenbergen duren de gevechten met succes voor ons voort. Br werden eenige honderden gevan genen gemaakt, aan den Rotenturmpas al leen 6 officieren en 650 manschappen. In de Dobroedsja is niets nieuws ge beurd. De beproefde Oostenrijksch-Hon- gaarsche Donau-monitors brachten na vuur gevechten van den Rumeenschen oever bij Giurgiu zeven sleepers, waarvan 5 beladen, thuis. Weenen, 14 Nov. (W. B.) Officieel bericht van heden middag. Op het legerfront van von Mackensen maakten onze Donau-monitors in de buurt van Giurgiu bij eene zeer sterke vijandelijke tegenwerking zeven sleepers bult, die ge deeltelijk beladen waren. Bij Orsova zuiverden wij den rechter Cerna-oever van vijanden. In noordelijk Walachije verloopen de ge vechten aanhoudend gunstig. In de laatste twee dagen brachten wij hier 1600 gevan genen, negen machinegeweren en een kanon aan. Aan den Oitospas zetten de Rumeniërs hunne aanvallen voort. In den sector van Tölgyes werden de Russen ge dwongen verscheidene hoogten ten westen van de grens prijs te geven. Ten noorden van Jakobeny mislukte een Russischen aan val. Sofia, 14 Nov. (Buig. agentschap). Communiqué van het hoofdkwartier. In de Dobroedsja naderden vooruit ge schoven afdeelingen van den vijand onze stellingen. Er is niets van belang gebeurd. Petersburg, 14 Nov. (Tel.-agent- schap.) Communiqué van den grooten ge- neralen staf. In de Trotus-, Oituz- en Tirgulu-dalen zijn de vijandelijke aanvallen afgeslagen. In het Altdal slaagde de vijand er na hard nekkige aanvallen in de Rumeensche troe pen een weinig terug te drijven. In het Biuz-dal bezette de vijand het dorp Bum- beshti. In de Dobroedsja is de toestand onver- snderd. Bukarest, 14 Nov. (Rum. agent schap). Communiqué van het hoofdkwartier. Aan de grens van West-Moldavlë in het fl'rotus- en Uzuldal bracht onze artillerie het vuur van den vijand tot zwijgen. Tusschen het Uzuldal en de rivier Casin heeft de vijand sinds den 29en October onophou delijk aangevallen. Tot op heden zijn alle aanvallen op bloedige wijze afgeslagen. We deden tegenaanvallen. Twee officieren en 81 man vielen in onze handen, terwijl wij drie machinegeweren en eenig oorlogsma teriaal veroverden. Van het Putna-dal af tot aan Predulus viel, behalve een bombardement en kleine otnmoetingen, niets belangrijks voor. In het "Prahoya-dal was een hevig artillerie-bom- 'bardement. In de streek van Dragoslavele 'viel de vijand met infanterie en zware artil lerie aan, waardoor wij genoodzaakt werden op den linkervleugel terrein op te geven. Aan den rechteroever van de Alt deed de vijand krachtige aanvallen op stellingen, die van hand tot hand gingen. In 't eind maakte hij vorderingen met nieuwe sterkere krach ten. Na een wanhopigen strijd waren onze troepen gedwongen terug te gaan. Ten zuiden van Bumbesti en aan de Cerna waren artillerie-actiën en patrouille-gevech ten. Op het zuidelijke front is aan den Donau niets bijzonders gebeurd. In de Dobroedsja geene verandering. Keulen, 14 Nov. (W. B.) De Köln. Ztg. bericht uit Sofia, dat de telling van den In Konstanza behaalden buit ten einde loopt. Er werden geteld 30.000 ton petro leum, 27.000 ton benzine, 17.000 ton mi nerale olie en zeer groote voorraden graan, suiker en koffie, die voor de verpleging van het Rumeensche leger en van de bevolking 'bestemd waren. Berlijn, 14 Nov. (W. B.) Bericht uit het roote hoofdkwartier van heden voor middag. In de streek van Korea kwam het opnieuw tot schermutselingen aan onze flankafdee- lingen met Fransche infanterie en cavalle- rie. De aanval van de Entente-troepen in de vlakte van Monastir en ten noorden van de Czerna duurt voort. De gevechten zijn nog niet ten einde gekomen. Sofia, 14 Nov.. (Buig. agentschap.) Communiqué van het hoofdkwartier, T°n zuiden van het Malik-meer hebben onze vooruitgeschoven afdeelingen zwakke 'Fransche detachementen aangevallen en in de richting van Koritsa teruggeworpen. 'Tusschen het Presba-meer en den spoor weg Monastir-Florina levendig artillerie vuur. Aan het front bij Keuardy en Poloch i *i|n alle aanvallen van den yijand ondev zware verliezen voor hem mislukt. In den nacht van 13 op 14 dezer herhaalde hij zijne aanvallen en werd opnieuw terugge slagen. In het Wardar-dal aan den voet van de Belasitza en in het Stroemn-dal zwak artillerievuur en hier en daar patrouillege vechten. Pa rii s14 Nov. (R.). Avondcommu niqué. De buit, die in den strijd van 10 tot 12 dezer door de Fransch-Servische troepen werd gemaakt, bedraagt 25 kanonnen en eene groote hoveelheid materieel. Het aan tal gevangenen is 1442. Athene, 14 Nov. (R.) De Fransche minister van oorlog Roques heeft een on derhoud met den koning gehad. Het hoofd onderwerp, dat besproken werd, was het in richten van een zóne om botsingen tusschen de troepen en de legers van den koning en van Venizelos te voorkomen. Madrid, 13 Nov. (Radiogram van den vertegenwoordiger van het correspondentie bureau te Weenen). De Madridsche bladen berichten, dat het Amerikaansche stoomschip Columbian, groot 8580 ton, door een Duitsche U-boot dicht bij Coruna in den grond is geboord. De lading bestond uit koper, staal en vet, en was voor Genua bestemd. De bemanning is gered. Zij verhaalt, dat het schip den 6en November bij kaap Finisterre Is aangehou den. Daar aan het ontschepen van de be manning in de reddingsbooten wegens den storm gevaar verbonden was, wachtte de duikboot twee volle uren, totdat dit zonder gevaar kon worden verricht. B e r 1 ij n 14 Nov. (W. B.) Hel Italiaan- sche stoomschip Mudros, vroeger van de Duitsche Levantlijn, groot 3157 ton, en de Italiaansche zeilschepen Giovanni, Anteri en Beretta zijn in den grond geboord. Londen, 14 Nov. (R.) De stoomsche pen Corinthe en Bornicia zijn in den grond geboord. De bemanning van de Corinthe is aan land gebracht. Het Britsche stöömschip Petroline is ver laten. Londen, 14 Nov. (RDe visscherS- schuiten Our Boys en Superb zijn in den grond geboord. De bemanningen zijn ont scheept. Christ i a n i a, 14 Nov. (Noorweegsch telegraafbureau). Het stoomschip Comma (1794 ton), uit Tönsberg, is volgens bericht uit Bilbao in den grond geboord. Het stoom schip Tripel, in het register van Lloyds ook als Kripel vermeld (4633 ton), uit Drammen, is voor Gravias in den grond geboord. Het stoomschip Forsdalen (2835 ton), uit Ber gen, is door een Duitsche U-boot tot zinken gebracht. In al deze gevallen werd de be manning gered. Met de overige heden gemelde stoom schepen leed de Noorwecgsche oorlogsver zekering een verlies van O'/j millioen kro nen. Kopenhagen, 14 Nov. (W. B.) De directeur-generaal der Deensche posterijen maakt bekend, dat van het Deensche stoom schip Bothnia, dat zich in de binnenland- sche vaart op reis van Kopenhagen naar een der Farïz bevond. Bij de visitatie te Leith is de geheele pakketpost in beslag genomen. Londen, 14 N o v. (R.). In zijn antwoord op de Amerikaansche protest-nota egen de z.g. Engelsche zwarte lijst, als een willekeu rige inmenging in den handel der neutralen, brengt lord Grey in herinnering, dat het verbod om handel te drijven met zekere per sonen in vreemde landen, slechts een stuk plaatselijke wetgeving vormt, alleen toepas selijk op personen binnen het Vereenigd Koninkrijk. De Engelsche regeering bedoelt noch pre tendeert eenig verbod of eenige straf op te leggen aan onzijdige personen of aan den onzijdigen handel. De maatregel beveelt uit sluitend hen, die trouw verschuldigd zijn aan Engeland, hunne handelsbetrekkingen met personen, van wie gebleken is dat zij den vijand helpen of diensten bewijzen, af te breken. Engeland's recht als souvereine staat, om zoodanigen wettelijken maatregel uit te vaardigen, staat zoo onomstootelijk vast, dat ik zoo zegt lord Grey er zeker van ben, dat het mij overhandigde protest ge grond is op misvatting van den aard en het doel van de genomen maatregelen. Gew agende van de in Amerika uitgespro ken vrees omtrent eene mogelijke ongewet tigde uitbreiding van dit verbodsstelsel, wijst Grey er op, dat het voordeel, ontleend aan het drijven van handelszaken tusschen een Engelsch onderdaan en een vreemdeling, wederkeerig is en dat het verbod voor Engel sche onderdanen om handel te drijven met Ingezetenen van een vreemd land noodzake lijkerwijze eene vermindering van Enge land's handelsgelegenheid met zich brengt en mitsdien een verlies voor Engeland vormt. Eigenbelang alleen reeds zou dus de regeering er van terughouden een firma op de lijst te plaatsen, die eerlijk en te goe der trouw onzijdigen handel drijft. Er schijnen in de Vereenigde Staten en elders personen te zijn, die schier onmoge lijk te overtuigen zijn, dat de maatregelen, die wij genomen hebben, maatregelen zijn tegen onze vijanden en niet enkel berekend om onzen eigen handel te bevorderen ten koste van dien der onzijdige landen. Ik kan slechts herhalen wat reeds meermalen' is uit eengezet. De Engelsche regeering heeft een dergelijk onwaardig doel niet op het oog. Wij hebben .inderdaad bij alle maatregelen, die wij namen om te voorkomen dat Engel sche onderdanen met de aangeduide firma's handel drijven, de grootste nauwgezetheid betracht, ten einde den onzijdigen handel zoo mip mogelijk te ontwrichten, en zulks zoowel in ons eigen belang als in dat der onzijdigen. Op een andere plaats" zegt lord Grey Laat mij herhalen, dat de Engelsche regee ring er "een aanspraak op maakt om aan burgers der Vereenigde Staten of an 3"nig ander onzijdig land voor te schrijven met wie zij wel en met wie zij niet mogen handel drijven. Zij behoudt zich nochtans het recht voor wat in de tegenwoordige crisis tevens haar plicht is jegens haar eigen volk en je gens hare bondgenooten om de Engel sche faciliteiten te onthouden aan hen, die handel drijven ten voordeele var. onze vij anden Wanneer de waarde van de Engel sche faciliteiten voor die firma's van dien aard is, dat ze er hen toe brengen liever hun handel met onze vijanden te laten varen dan de kans te loopen van die faciliteiten te wor den beroofd, dan kan de Engelsche regee ring niet aoegeven dat het stellen door haar waarborgen voor dat doel hetzij willekeurig, hetzij onvereenlgbaar is met het volkenrecht of met de internationale hoffelijkheid. Grey bespreekt dan de hier en daar heerschende meening als zou de militaire toestand zoodanig zijn, dat de Engelsche re geering niet noodig heeFt eenigerlei maat regel te heffen, die ook maar in 't minst schade doet aan den onderlingen handel, aangezien het eind van den oorlog in zicht is en niets van hetgeen er in ver verwijder de onzijdige landen voorvalt, verandering zou brengen in den uitslag van den oorlog. Wij wenschten wel, zegt Grey, dat zoo in derdaad de toestand ware, doch dit is niet zoo. Hoewel de militaire toestand voor de bondgenooten gTootelijks is verbeterd, heb ben zij nog een langen, bitteren strijd voor zich, die de aanwending eischt van alle wet tige middelen om onze vijanden te overwin nen. Welk ongerief voor onzijdige landen ook het gevolg moge zijn van de uitoefening van het recht der oorlogvoerenden, dat valt niet te vergelijken met het lijden en de ver liezen, aan de menschheid berokkend door de verlenging van den oorlog met ook maar één enkele week. Hierna behandelt Grey Engeland's maat regel om bunkerkolen te weigeren aan sche pen, die goederen vervoeren, welke toebe- hooren aan óp de zwarte lijst geplaatste fir ma's. Welke wettige bedenking kan er te gen deze handeling bestaan? vraagt hij. Het is Engelsche steenkool. Waarom zou die ge bruikt worden voor het vervoer van goede ren van hen, die metterdaad onze vijanden helpen? Men moet bovendien in gedachten houden dat de Duitsche regeering door haren duikbootoorlog getracht heeft den tonneninhoud der wereldscheepvaart te ver minderen. Zij hebben onwettiglijk, zonder waarschuwing, honderden vreedzame han delsschepen tot zinken gebracht, die niet al leen toebehooren aan Entente-landen, doch ook aan onzijdigen. Noorweegsche, Deen sche, Zweedsche, Nederlandsche, Spaan- sche, Grieksche schepen, ze zijn altemaal tot zinken gebracht. Van 1 Juni tot 30 Sep tember 1916 zijn 262 schepen door vijan delijke duikbooten in den grond geboord. Daarvan waren er 73 Engelsch, 123 behoor den aan Engeland's bondgenooten, 66 aan onzijdigen. Er waren 10 Engelsche sche pen bij; die zonder waarschuwing zijn tot zinken gebracht, waarbij 81 menschenlevens verloren gingen en 2 schepen van bondge nooten, van wie het eene 2 menschenlevens verloor, terwijl omtrent het andere de ge gevens ontbreken. Voorts 3 onzijdige sche pen, zonder waarschuwing in den grond ge boord, eveneens met verlies van menschen levens. Deze lijst is zelfs nog onvolledig. Waarschijnlijk zijn nog andere schepen zon der waarschuwing in den grond geboord en nog meer levens dan de opgesomde verlo ren gegaan. Hieraan kan worden toege voegd dat wanneer de opvarenden gered werden, dit in den regel alleen geschiedde door zich in de open sloepen te begeven. Zelfs schepen met lading voor de Ameri kaansche sieuncommissie in België zijn her haaldelijk tot zinken gebracht en ondanks de bizondere faciliteiten met het oog op het innemen van steenkool verleend aan sche pen, die in dienst van genoemde commis sie varen, is dit lichaam voortdurend on machtig om in België de levensmiddelen in te voeren, die volstrekt noodzakelijk zijn om het leven der bevolking te bewaren. Moet men er zich dan over verwonderen, dat de Engelsche regeering er zorgvuldig voor waakt om de verstrekking van Engel sche steenkool in dien zin te beperken dat ze zooveel mogelijk bewaard wordt voor schepen, die te goeder trouw deel nemen aan den handel der bondgenooten of aan den onzijdigen handel? Ten slotte gewaagt Grey van de bezorgd heid bij de onzijdigen, dat de machtige con trole over de middelen van vervoer, aldus door één staat bezeten, met zelfzuchtige oogmerken door dien staat zou kunnen wor den aangewend tot ontwrichting van den wereldhandel. De Engelsche regeering maakt daarom van deze gelegenheid ge bruik om te verklaren, dat zij niet in ge breke blijft indachtig te zijn aan de ver plichtingen van hen die macht ter zee be zitten, noch aan de traditioneel door het Britsche Rijk gevoerde politiek, volgens weike die macht is te beschotnven als toe vertrouwd goed en moet worden uitgeoefend in het belang der vrijheid. Zij heeft geen vertoogen noodig om naar deze overwegin gen in herinnering te brengen, doch zij kan niet toegeven flat, in de gegeven tijdsom standigheden, het gebruik dat zij thans van hare steenkoolvoorraden maakt, afbreuk doet aan hare verplichtingen of hare vrijwil lig aanvaarde zorgen. Grey drukt ten slotte liet vertrouwen ulf, dat de gegeven uitlegging de achterdocht zal wegnemen en de inzichten verbeteren, die in de Vereenigde Staten te dezer zake heerschen. 1 T- ir"*"*yrrr-i fi i w.rmiie— _l B e r 1 ij n, 1 4 N o v. (W. B.) Over de voor genomen regeling- van den burgerlijken dienstplicht verluidt verder dat 't voornemen is alle beschikbare arbeidskrachten, hetzij vrijwillig of, voor zoover dit bij mannen noo dig schijnt, door invoering van den arbeids plicht dienstbaar te maken voor den vader- landschen hulpdienst tot het produceeren van oorlogsbehoeften. Ook een vertegen woordiger van de werknemers zal in het daartoe op te richten bureau opgenomen worden. Warschau, 13 Nov. (W. B.) Ter vol doening aan den uit alle lagen der bevol king van Polen kenbaar gemoakten wensch om mee te werken aan de taak der regee ring van het land nog voordat eene consti- tutioneele regeering kan worden ingesteld, heeft de gouverneur-generaal eene verorde ning uitgevaardigd over de samenstelling van een uit verkiezingen voortkomenden staatsraad. Door de districtsvergaderingen en de stedelijke besturen wordt een landdag van in het geheel zeventig afgevaardigden gekozen. Deze kiezen udt hun midden naar evenredige vertegenwoordiging acht leden van den staatsraad. Verder worden vier le den van den staatsraad benoemd door den gouverneur-generaal, die ook als voorzitter optreedt. Staatsraad en Landdag kunnen over de hun voorgelegde wetsontwerpen be raadslagen en beslissen ook over eigen voorstellen. De debatten in de beide licha men worden in de Poolsche taal gevoerd. Over de Poolsche uniform verneemt de „Deutsche Warschauer Zeitung" officieel: De kiel, evenals die van het tegenwoordige Poolsche legioen, draagt op den linker bo venarm den Poolschen adelaar in een ama- rant-roode ster, welk embleem ook op het hoofddeksel voorkomt. Het tegenwoordige legioen zal den kern van het nieuwe leger vormen. Verspreide Berichten. Mannesmann gesneuveld. De „Tagl. Rundschau" meldt, dat op het Afrikaansche oorlogsterrein is gesneuveld Otto Mannesmann, een der als grootindus- triëelen en pioniers van de Duitsche „Kul- tur" bekende broeders Mannesmann. Het stoffelijk overschot zal worden overgebracht naar Duitschland. Een duur middagmaal. De Voss. Zeit. weet te vertellen hoe op een der vleeschlooze dagen die in Oos tenrijk ook voor gegoeden gelden een fa milie betrapt werd smullende aan een ge braden stuk vleesch. Het hoofd van het ge zin kreeg vijf-en-twintig-honderd gulden boete, met de mededeeling, dat bij herha ling de straf, zes weken gevangenis zou zijn. Oost-lndlë Nederlsndsoh PoriuQeeach grens verdrag inzake Timor.- (Officieel). Blijkens telegrafisch be richt van den gouverneur-generaal van Ne- derlandsch-Indië heeft den lsten dezer tus schen de Nederlandsche en Portugeesche overheden op het eiland Timor de weder- zijdsche overdracht plaats gehad van de landschappen, bedoeld in de artikelen 1 en 2 van het met Portugal gesloten grensver drag van 1004. Het landschap Maucatar is daarbij overgegaan in Portugeesche handen, terwijl de Nederlandsch-ïndische regeering. de landschappen Moimoeti Tahakan en Te- miru Allala heeft overgenomen. De onlusten In Palembang. (Officieel). Bij het departement van ko loniën is het vólgende bericht van den gouverneur-generaal van Nederl.-Indië ont vangen: De resident van Palembang keerde terug van een inspectietocht in een groot deel van zijn gewest. De houding van de hoof den en de bevolking, in het bizonder in Rawas, was" onberispelijk. De politieke toe stand is, dank zij doelmatige patrouilleerin gen, zeer bevredigend. Het afslaan van de aanvallen op Leroelangoen heeft allerwege een diepen indruk gemaakt. Het verzet is geëindigd met de uitlevering door de be volking van den rebel Satoedjola met zijn volgelingen. Het verzet te Tanakreah is eveneens gebroken. Kameroverzicht. Tweede Ramar. Het amendement-Eerdmans, om de even redige vertegenwoordiging facultatief te stel len, wordt in de zitting van Dinsdag door den voorsteller toegelicht. De bedoeling is niet de evenredige vertegenwoordiging uit te stellen, doch alleen de mogelijkheid te laten, er op tenrg te komen, als er groote na- deelen aan verbonden blijken. De heer Van Idsinga (C.-H.) bestrijdt uitvoerig de evenredige vertegenwoordiging. Hij zal vóór het amendement-Eerdmans stemmen, doch ook als dit wordt aangeno men zal hij zijn stem uitbrengen tegen ar tikel 81. Regeling van werkzaamheden. De Voorzitter stelt voor, art. 192 te be handelen vóór de additióneele artikelen. Na bestrijding door de heeren Van Doorn, Eerdmans en Otto en verdediging door de heeren Nolens, Lohman, Ke telaar, De Meester, Troelstra en Visser van IJ zendoorn, werd het voorstel aartgenomen, zonder hoofdelijke stemming. Daarna werd voortgegaan met de behan deling van art. 80. De heer De Geer licht zijn amendement toe, om de mogelijkheid te openen ven meervoudig kiesrecht, dat even wel niet op maatschappelijkon welstand zou mogen rijn gegrond. De heer T r o e 1 s t r a (S.-D.) Hcht Ktf amendement toe, om het meervoudig steuw recht uitdruk!:elij1 uit te sluiten. Het a1 ei meen kiesrecht mag niet door correctie ?ji worden verzwakt. De heer Drion (U.-L.) is het eens mei de strekking van het amendement-Troelsua? Hij raadt echter eene redactiewijziging aanij die toepassing onmogelijk maakt, van hal stelsel van evenredig kiesrecht, waarbij iedej' kiezer meer stemmen uitbrengt. De heer Van Idsinga (C.-H.) venle» digt de uitvoering van het meervoudig stems" recht. De heer Loeff (R.-K.) betreurt de in^ diening van de amendementen. Hij meent de* de zaak onbeslist had moeten blij' V daar in de toekomst het meervoudig k! recht wel eens gewenscht zou kunnen blij. ken. Spr. zou tegen het amendement-De Gee* geen bezwaar hebben, ais een betere redac. tie kon worden gevonden. De heer Merchant (V.-D.) verdedigde nader het amendement-Troelstra. Als hei wordt verworpen of het amendement-De Geer wordt aangenomen, zullen de vrijzinU nig-democraten overwegen of zij verder toé herziening kunnen medewerken. De heer S a n n e s (S.-D.) verdedigt nadei het amendement betreffende schorsing van het kiesrecht voor militairen. De heer B e um e r (A.-R.) betuigt instem ming met het meervoudig kiesrecht. De heer DuymaervanTwlst (A.-R.) verdedigt het amendement om ook voor of ficieren schorsing van kiesrecht mogelijk tê maken. Minister Cort van der Linden betoogt, dat ieder meervoudig kiesrecht be't rust op welstand oi geschiktheid en dut strijdig is met het in art. 80 aangenomen kiesrechtstelsel en ook strijdig met evenre dige vertegenwoordiging, zooals de Kamen zich die denkt. De Minister bestrijdt daarom het amendement-De Geer en ook het amen» dement-Hugenholtz ontraadt hij. Beter acht hij dat van den heer Dirymaer van Twist. De heer Hugenholtz repliceert. Te vijf uur worden de discussies verj daagd tot heden half twaalf. Berichten. De Staatscourant van 14 Nov. bevat o.a. de volgende Kon. besluiten op verzoek eervol ontslagen F. L. S. Fi baron van Tuyll van Serooskerken als burv qemeester van Zuilen; Is In zijnen rang overgeplaatst bij het regiment jagers de eerste-luitenant J. B. de Jongh, van het 5e reg. inf.; tijdelijk benoemd bij het reserve-perso neel der landmacht, met bestemming voor den dienst bij de landweer, tot reserve-lw» tenant-kolonel de gepensionneerde luile- nant-kolonels van het wapen der Infanterie C. J. van Kakum en J. H. C. Munter, beiden van het leger in Nederlandsch-Indië; benoemd bij het reserve-personeel der landmacht, bij het personeel van den ge neeskundigen dienst, tot reserve-officier van gezondheid der 2de klasse de heer J. A. Blok, arts. met ingang van 16 November dr. S. G. Zwart, onder-tiirecteur van het gemeente- slachthuis te Utrecht, eervol ontslagen als rijkskeurmeester ln bijzonderen dienst te Ainhem en tot wederopzegging benoemd tot rijkskeurmeester ln bljzonderen dienst fe Utrecht; de Oost-Indisch ambtenaar met verlof J. A. Schenkel, laatstelijk onderwijzer der 2de klasse bij het openbaar Europeesch lager onderwijs, op zijn verzoek wegens lichame lijke ongeschiktheid gerekend van en met 31 October 1916, eervol uit 's lands dienst ontslagen onder toekenning van pensioen. Inlijving militlellchtfng 1 9 1 6. De inlijving van de militie-plichtlgen der lichting 1916, toegewezen aan het regi ment genietroepen, bestemd voor opleiding tot milicien-telegrafist of telephonist, die werkzaam zijn, hetzij bij de posterijen ën telegrafie, hetzij bij de spoorwegmaatschap pijen, welke inlijving aanvankelijk was be paald in het tijdvak van 1—5 December 1916, zal geschieden op II en 12 Decemi' ber d. a. v. Landstor m-j aarklassen 190® en 1 908. In het tijdvak van 1620 Dec» a.s. zullen worden in dienst gesteld d$ dienplichtigen der landstormjaarklasse 100® toegewezen aan de infanterie (hieronder be grepen grenadiers, jagers, hospltaalsald-teiv en ziekendragers, doch niet de wielrijders) wier geslachtnamen beginnen met een de* letters A tot en met G. Het overige gedeelte dier jaarklasse za} in hoofdzaak in Februari 1917 in dienst woiv den gesteld. Zij die bestemd worden voor de cavaleriqé zullen waarschijnlijk moeten opkomen itf Maart 1917. Zij die bestemd worden voor dtf zeemacht waarschijnlijk in Mei 1917. De iandstorm-jaarklasse 1908 zal vermogf delijk toor een klein gedeelte eveneens in begin Februari 1917 en voor het overige irP hoofdzaak in Maart van dat jaar in werkelijï ken dienst moeten komen. Cursussen Eerste Hulp b'if Ongelukken. De opperbevelhebber heeft, naar de Avp. meldt, den autoriteitelf van de landmacht doen weten, dat door henf met belangstelling kennis is genomen van de resultaten en den goeden uitslag van di cursussen in het verleenen van eerste i.ulq bij ongelukken. In verband hiermede moef ook in den a.s. winter het houden van derget Bjke cursussen en het houden van populair* voordrachten op hygiënisch gebied worde* bevorderd. Hierbij moet worden bepaald, dat de cutjj sussen gedurende de diensturen moeteW worden gehouden en dat in elke les voor

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1916 | | pagina 2