Omslag- en Scheurkalenders 1917
n" 122.
DE EEMLANDER".
Dinsdag 21 November 1916.
BUITENLAND^
feuilleton"
De Koningin
15" Jaargang.
Uitgevers: VALKHOFF ft Co,
Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 46.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
Politiek Overzicht
Valk fa of?'s Hofboek handel
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
.J j marie van versendaal.
Hoofdredactlct Mf D j VAN SCHAARDENBURa
ABONNEMENTSPRIJS:
8 maanden voor Amersfoort f 1»®®*
Idem franco per post..
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken)
Afkonderl\ike nummers
Wekelyksob btivoegBsl nD$ HoUouiuhs Huisvrouw (onder
redaotie van Thérèse Hoven) per 8 mnd. 50 e(s.
"Wekelllkscb bjjvoeKsel .Pe* m* nwf per 8 mnd. 5» ctl.
- PRLJS DER AD VERT EN TI ÉN
Van 1—5 regels f O.SO.
Elke regel meerv> 0.10.
Dienstaanbiedingen 15 rogels0.50.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedril bestaan zeer voordoolige bepalingen
tot het herhaald adverteeren in dit Blad. b(j abonnoment.
Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op
aanvraag toegezonden.
De opzegging der verdragen
van Parijs en Londen.
Het besluit tot herstel van het koninkrijk
Polen is de eerste aankondiging van de ver
anderingen, die tengevolge van dezen we
reldstreek de kaart van Eurof>a zal onder
gaan. Naast de territoriale veranderingen
lijn echter nog wijzigingen te verwachten in
de tusschen de staten bestaande rechtsver
houdingen. Een voorlooper^ daarvan is de
mededeeling, vervat in de tToonrede, waar
mee in de vorige week de zitting van het
Turksche parlement is geopend, dat de
Porte de verdragen van Parijs en Berlijn
heeft opgezegd.
In den eersten tijd van den oorlog heeft
Tmkije de capitulatiën afgeschaft verklaard.
Dat zijn de verdragen, waarbij in het Turk-
«che rijk aan de onderdanen van de Euro-
peesche staten zekere bijzondere rechten,
zooals eene eigen rechtspleging in birrger-
lijke en gedeeltelijk ook in strafzaken,
waren toegekend, en verder eenige
begunstigingen in belastingen waren ver
leend. Turkije heeft gestreefd naar af
schaffing van de capitulatiën sedert
het zich in een constiutioneelen staat
heeft veranderd. Het heeft voor de
zen wensch gehoor gevonden. Oostenrijk-
Hongarije was de eerste groote mogend
heid, die principieel hare instemming te ken
nen gaf met het denkbeeld der opheffing
van de capitulatiën en hunne vervanging
door eene reeks verdragen, zooals zij tus
schen de Europeesche staten onderling be
staan over de consulaire vertegenwoordi
ging en den wederzijdschen rechtsbijstand;
andere staten hebben dit voorbeeld gevolgd:
De opzegging van het Parijsche eri het
Berlijnsche verdrag geschiedt klaarblijkelijk
met dezelfde bedoeling, waarmee Turkije
de opheffing van het régime der capitula
tiën heeft gewenscht. Het Parijsche verdrag
is in 1856 na den Krimoorlog, het Berlijn
sche verdrag in 1878 na de beëindiging van
den Russisch-Turkschen oorlog gesloten.
De beide verdragen zijn voor een groot deel
door de historische gebeurtenissen, die se
dert hebben plaats gehad, reeds buiten wer
king gesteld. Een aantal artikelen van de
beide verdragen zijn echter van kracht ge
bleven. De hoofdbepaling van het Parijsche
verdrag was artikel 7, waarin de contrac
tanten Pruisen, Oostenrijk, Frankrijk, En
geland, Ruskind en Sardinië adh de yerhe-
ven Porte dè voordeelen van het Europee-
sche openbare recht en van het Europee-
sche concert toekenden. De contracteeren
de staten verbonden zich de onafhankelijk
heid en de gebiedsonschendbaarheid van
Turkije te eerbiedigen. Die verbintenis is
door de oorlogsverklaring te niet gedaan.
In art. 9 van het Parijsche verdrag wordt
vastgesteld, dat de sultan in een firman
den toestand ven zijne onderdanen zon
der onderscheid van godsdienst en afstam
ming verbeterd en daarmee zijne grootmoe
dige gezindheid jegens de christelijke bevol
king van zijn rijk bewezen heeft. De zes
staten constateeren de groote waarde van
deze mededeeling; maar er wordt aan toe
gevoegd, dat deze in geen geval aan hunne
regeeringen het recht kan geven, zich ge
zamenlijk of afzonderlijk te bemoeien met
de betrekkingen van den sultan tot z:jne
onderdanen of met het binnenlandsche be
stuur van TLirkije. Van de overige bepalin
gen van het Parijsche verdrag vermelden
wij de onzijdigverklaring van de Zwarte zee
en de sluiting van de Dardanelles Die za
ken zijn nader door het Londensche proto-
kol van 1879 geregeld^ Het Parijsche ver
drag regelt verder den toestand van de
vorstendommen Walachije en Moldavië en
dien van Servië; deze artikelen zijn niet
meer geldig.
Ook het Berlijnsche verdrag is in de
meesten van zijne bepalingen door de* his
torische gebeurtenissen buiten werking ge
steld. Dat is b.v. het geval met alle artike
len over Bulgarije, Montenegro en Servië,
verder met art. 23, dat betrekking heeft op
hervormingen in Kreta en in de Europee-
sche bezittingen van Turkije. In wezen is
gebleven art. 61, waarin Turkije de invoe
ring van hervormingen in Armenië belooft
en aan de mogendheden het recht toekent
controle uit te oefenen op de uitoefening
van zijne Armenische maatregelen. Einde
lijk art. 62, dat den wil van de verheven
Porte uitdrukt om het beginsel van de gods
diens tvrijheid te handhaven, en aan. alle
godsdiensten de vrijheid en het recht van
openbare uitoefening toekent. De geestelij
ken, pelgrims en monniken van alle natio
naliteiten, die in Europeesch of AziatiscK
Turkije reizen, zullen allen dezelfde rechten,
voordeelen en voorrechten genieten. Aan
de diplomatieke en consulaire agenten van
de mogendheden in Turkije wordt het recht
van officieeje bescherming toegekend, zoo
wel wat betreft de genoemde personal als
hunne voor godsdienstige, liefdadige of
andere doeleinden gevestigde instellingen
op de heilige plaatsen en elders.
De Turksche troonrede wijst er op, dat
deze verdragen, voor zoover zij nog in we
zen waren, in beginsel hunne waarde en be-
teekënis hadden verloren door de handelin
gen van de andere partij. Door de opzegging
van Turksche zijde zijn de beide verdragen
nu geheel van de baan. Men heeft nu eene
schoone lei, wat de betrekkingen tusschen
Turkije en Europa betreft. Wat op die lef
weder geschreven zal worden, is nog in den
schoot van de toekomst verborgen.
De oorlog.
Berlijn, 20 Nov. t^.-B.). Bericht uit
het groote hoofdkwartier van heden voor
middag.
Het artillerievuur was gister over 't geheel
geringerhet was slechts sterk op de beide
oevers van de Ancre. Aanvallen die in de
Avonduren uitkwamen tusschen Serre en
Beaucourt en tegen onze stellingen ten zui
den van Miraymont, m slukten met groot
verlies.
In een handgranaatstriid wierp onzè infan
terie de Engelschen uit het westelijke ge
deelte van Grandcourt. In de tegenaanval
len van de laatste week zijn 22 officieren en
900 manschappen gevangen genomen en
34 machinegeweren buit gemaakt.
De Franschen heproefden op nieuw van
het noordwesten uit in het bosch van Saint-
Pierre Vaast*te dringen. Zij werden terug
geslagen, ofschoon een krachtig vuur den
met versche krachten g?voerden aanval had
voorbereid.
Parijs, 20 N o v.'(Havas). Namiddag-
comuniqué.
De nacht was betrekkelijk rustig op het
geheel e front.
Avond-communiqué.
Ter noorden van de Somme was de ar-
tilelrie van den vijand in levendige actie,
èvenal? bij Douaumont. Verder is, er niets
te berichten.
Londen, 20 Nov. (R.) Avond-com
muniqué van generaal Hoig.
In het gevechtsgebied van Somme en
Ancre bombardeerde de vijand Beaumont-
Hamel en de buurt van Guendecourt. In
de laatste 24 u«r hebkan wij nog 80 man
gevangen genomen.
B e r lij n, 2 0 Nov. (W. B.) Bericht uit
het groote hoofdkwartier van heden voor
middag.
Aan het front der legergroepen van prins
Leopold was bij strenge koude de gevechts-
arbeid overal gering.
aan de haven Oltina (ten oosten van Si-
listria) artillerievuur.
We en en, 20 Nov. (W.-B.). Officieel
bericht van heden middag.
Op het legerfront van prins Leopold is
niets van belang gebeurd.
Petersburg, 20. Nov. (Tel.-agent-
schap). Communiqué van „«den grooten ge-
neralen staf.
Op het geheele front waren de gebruike
lijke wisseling van schoten ,en patrouille-
verkenningen.
Weenen, 20 Nov. (W.-B.). Officieel
bericht van heden middag.
Er zijn geene gebeurtenisten van betee-
kenis te vermelden.
Rome, 20 Nov. (Stefani). Officieel
communiqué.
Aan het front in Trénte artillcriestrijd. De
actie van den vijand tegen de verdedigings
werken werd door ons \uiur gestuit. Op den
But bombardeerde de vijand onze stellingen
van de Pal Piccolo en Freikofel; ons geschut
antwoordde met goed gevolg.
Op den Karst viel de vijand na een hevig
artillerievuur met groote troepenmassa's
onze stellingen op hoogte 126 ten noorden
van Volkovniak aan. Na een hardnekkigen
strijd gelukte het hem een onzer verdedi
gingswerken te bezetten.
Aan het verdere front werden zijne aan
vallen onder zware verliezen afgeslagen. Wij
maakten eenige krijgsgevangenen.
Op het geheele oorlogstooneel is het weer
slecht.
Berlijn, 2 0 Nov. (W. B.) Bericht uit
het groote hoofdkwartier van heden voor
middag.
Onze operatiën tegen het Russisch-Ru-
meensche front gaan stelselmatig hun gang.
Ten noordoosten van Campolung putten de
Russen in dagelijksche vruchtelooze aanval
len hunne door elkaar geworpen troepen-
organisatiën uit.
In de Dobroedsja en langs de Donau tot
B e r 1 ij n, 2 0 Nov. (W. B.) A vond be
richt uit het grqote hoofdkwartier.
Onze troepen naderen Craiova, de hoofd
stad van westelijk Walachije.
Aan de Beneden Donau levendig vuur.
Weenen, 20Nov. (W.-B.). Officieel
bericht van heden middag.
De operatiën tegen Rumenië nemen een
stelselmatig verloop. Ten noorden van Cam-
polung zijn weer hevige aanvallen afgesla
gen.
Petersburg, 20 Nov. (Teh-agent-
schap). Communiqué van den grooten gene-
rolen staf.
In jTranssylvanië had in de streek van
Kimpolung een aanval van de Rumeniërs
ten* zuiden van Dragosliavele geen succes.
In de streek van Albert gingen de Rume
niërs naar het noorden vooruit; zij namen
100 gevangenen, risee machinegeweren en
een kanon.
De vijand viel de Rumeensche troepen
aan in de richting van de Olt in de streken
van Oesti, Serbanesti en Bressa; maar hij
had geen succes en werd door het vuur van
de verdedigers gestuit.
In het dal van de Jiu gaan de Rumeniërs
voort, onder den druk van overmachtige
strijdkrachten, naar het zuiden terug te
gaan.
Op het Donaufront is de toestand onver*
anderd.
Berlijn, 2 0 Nov. (W. B.) Bericht uit
het groote hoofdkwartier van heden voor
middag.
Het bezetten van de nieuwe stellingen ten
noorden van Monastir is voltrokken, zonder
door den tegenstander te worden gestoord-
Nieuwe Duitsche krachten zereiktcn de
strijdzóne. Aon het Moglenafront weiden
Servische aanvallen bij Bahovo en Tusin
door de Bulgaren afgewezen.
B e r 1 ij n, 2 0 Nov. (W. B.) Avondbe-
richt uit het groote hoofdkwartier.
Aan de Stroema levendig vuur.
P a r ij s2 0 N o y. (Havas). Namiddog-
communiqué.
De slag, die sedert 10 November werd
gevoerd op het front van het leger in het
oosten, van de Czerna tot 'het Presbameer,
is geëindigd met eene volledige overwinning
van de troepen der geallieerden. De dag
van den 19en kenmerkte zich door de Vol
tooiing van de 'groote insluitingsbeweging
van de Duitsch-Bulgaarsche krachten, die de
streek van Monastir verdedigden. In den
avond van den 18en namen de Servische
troepen, hun zegevierend offensief voortzet
tende, Grunista ten oosten van de Czerna,
Dienzelfden nacht viel Jaratok, in den rivier-
boog, in handen van de Fransch-Servische
troepen. Jiunne overwinningen voortzetten
de, maaketn onze bondgenooten zich mees
ter van hoogte 1378 en den 19en bij het
aanbreken van den dag verjoegen zij de Bul
garen uit Makovo. Denzelfden dag werden
ook verscheidene Bulgaarsohe loopgraaf-
liniën veroverd in de richting van Dobrornir
door de Servische rioepen.
Deze stoutmoedige voorwaartsohe bewe
ging dwong de Duitschers en Bulgaren hun
ne laatste stellingen voor Monastir te ont
ruimen. De Fransche cavallerie, die de ach
terhoede van den vijand op de hielen zat, is
den Ï9en om half negen des morgens in de
stad gekomen, gevolgd door eene Fransch-
Russische infanterie-colonne.
In den loop van den dag maakten de Rus-
sisch-Fransche troepen, die onmiddellijk ten
norden van Monastir vooruitgingen, zich
achtereenvolgens meester van hoogte 821
en van het dorp Verklina. Zij kwamen in de
buurt van Karana en Dourani, Tyelke plaat
sen zij dadelijk aanvielen. De vervolging
wordt zonder respijt voortgezet. 022 gevan- -
genen en een talrijk materieel bleven in hon
den van de geallieerden.
Be r 1 ij n, 2 0 Nov. (W. B.) De ontrui
ming van Monastir heeft de beteekenis van
een door de verbonden legercommando's
sedert dagen voorbereiden maatregel. De
Serviërs waren de Czerna in den Czerna-
boog overgegaan en waren mei overmach-
t'trechdsolïestrnat 4G. Tclcioou 06.
Nat hooi geeft broeiing en bederf in de
schelf. Wat den mensch kwelt, dat moet hij
niet vei stikken, maar aan het licht brengen.
Roman van x
ANNA WAHLENBERG.
Geautoriseerde vertaling door
G. B. NORTAKKER.
S3
Sigfried?
Hij is journalist, ziet alles,- hoort alles
wat er gebeurt en omgaat. Hij weet genoeg
van Frederik, ofschoon hij hem nist meer
•preekt, 't Is niet gemakkelijk hem te vra
gen. Wat zal hij van mij denken? Maar toch
Wj is immers mijn vriend. Waarom zou
ik niet met hem kunnen spreken?
Donderdags is hij vrij. Misschien loopt
Wj s avonds bij ons op, en deui...
Ja, het moet
xvn.
moe* 4at stuk warkeHjlc gaan rien,
„Ja,, misschien
Hier zitten we en praten over alles en
Wets, en dadelijk koml rader weer terug
van zijn avondwandeling. Waarom gebruik
ik de gelegenheid niet om hem uit te hoo-
ren, nu Sigfried zoo vroeg is gekomen en
we een tijdje alleen zijn?
„Ik zal je biljetten zenden."
,,Dank je, dat is aardig van je. Over een
paar dagen..."
Och, had ik toch maar vroeger met hem
over Frederik gesproken, maar ik heb het.
nooit gekund. En nu denkt hij zeker, dat
ik hem vergeten ben, dat de wonde gene
zen is. Hoe zal ik het hem kunnen vragen,
zonder hem te toonen, dat dit niet het ge
val is?
„Maar je hebt zeker niet veel zin, Brita,
ik geloof dat je niet van Shaw houdt?"
„Ja, zeker, dat doe ik wel. Vergeef me,
Sigfried,- Ik dacht aan" iets anders, er viel
me iets in. Ik wilde Je iets vragen."
Waarom valt het mij zoo moeilijk met
hem over Frederik te spreken? Als lk -er
maar gewoon kon uitzien en mijn stem be-
heerschen, dan zou hij er niets vreemds jn
vinden, dat ik me interesseer voor mijn
vroegeren man.
„Nu, vraag dan maar."
„Heb Je Frederik gezien?"
Dat ging goed, het klonk heel gewoon en
natuurlijk.
„Ja enkele malen op straat"
„Vindt je dat hij er uitziet sooals vroe
ger?"
„Ja zeker, zoover lk kon zien."
Zijn antwoord ft zoo kort. Er Is Iets
scherp» in zijn blik, hij vraagt zich zeker al
waarheen ik wik
alk zag hem gwteren voor het eerst, na
dat. Hij nam zijn hoed af, zijn haar was
grijs geworden bij de slapen
Wat zet hij oogen op, Sigfried's kleine
oogen, waarop men anders niet veel let,
vat schitteren ze en zet hij ze wijd open.
Hij ziet er uit alsof hij een verrassende ont
dekking heeft gedaan, en alsof hij mij nu
iets te vragen heeft.
Maar hij zwijgt, buigt zijn hoofd over de
tafel, en speelt met het potlood in zijn hand,
hij trekt strepen, vele evenwijdige stre
pen.
„Dus Brita, je denkt nog aan hem?"
Waarom ziet ^rij niet op, als hij tegen
mij spreekt? Hii trekt slechts strepen en
strepen. -Durft hij mij niet aanzien? Is er
iets dat hij voor mij wil verbergen? Keurt
hij het af, dat ik nog aan Frederik denk?
Zou hiiO, nee, dat is onmogelijk. We
zijn altijd zulke goede kameraden geweest.
Kameraden, niets anders dan kameraden.
Maar als er nu een gevoel in hem begon
te groeien?DanWat zal Ik doen? Dat
mag niet verder groeien. Ik moet meer over
Frederik spreken.
„Hoe zal ik laten aan hem ta denken?
We hebben elkaar toch eens lief gehad, en
de herinnering aan hem dien men lief ge
had heeft, kan niet sterven. Tenminste bij
mij niet. De weet niet of hij™."
„Jé denkt aan zijn grijze haren, en hoe
ze zoo geworden zijn?"
Bespot hij mij, dat Is afschuwelijk. Br 1*
zulk een booze ironie in zijn blik, nu ik mijn
hart voor hem heb geopend, en als vriend
tot vriend met hem wil spreken. Ik wil hem
niet -aanzien, hem niet antwoorden.
Waar is mijn naaimandje met het werk?
Ik zal hem niet weer lastig vallen lmet eeni
ge vertrouwelijkheid.
„Werdt je boos. Je moet niet boos
zijn, Brita. leg dat vervelende werk weg."
Hij tracht het mij te ontnemen, maar dat
gelukt hem niet. Zie zoo, nu moet hij het
wel loslaten. Maar voor alle zekerheid is
het beter een eindje weg te schuiven.
„Ja, Brita, lk was wat onaardig, ik erken
het. Maar weet je, het ergerde me, dat je
zoudt denken, dat hij misschien over je
treurt."
Nu moet ik mij oprichten en hem in de
oogen zien:
„Hoe kan je zeker weten, dat hij dat niet
doet?"
„Niet absoluut zeker. Ik weet tegenwoor
dig immers niets \an zijn zielstoestand.
Maar ik weet dat de meeste van ons onze
grijze haren niet van verdriet krijgen. En
naar wat lk van hem heb gehoord, schijnt
het niet, dat hij door smart neergedrukt
werdr. Integendeel, het schijnt hem heel
goed te gaan, en hij ontwikkelt een groote.
werkzaamheid, niet alleen in zijn atelier
maar ook daar buiten. Men zegt dat hij za
ken doet met de firma Agransoe, en hun
fijnere fotografietoestellen probeert, hij
schijnt een soort compagnieschap met hen
aangegaan te hebben. Hij is in de laatste
maanden merkwaardig vooruitgegaan, en
schijnt rijk te worden. En dan heeft men
geen tijd verdriet te hebben."
't Is of ik in het water geworpen ben en er
weer uitgehaald word. Ik schaam me zoo, lk
schaam mei
Daar heb ik van kou* en koortshillc ivefd
en me een massa romantische voorslellingen
gemaakt, die goed zouden passen aan eert
oude, senlimenleeie juffrouw, eu dan koml er
iemand en blaast ineens alle idealen weg. IV
schaam mei
Ik zit te handwerken, zoodat ik niel behoef
op te k ijken I
Waarom moest hij mij dit alles vertellen,
ik heh hem er immers niet oih gevraagd. Iloe
kan hij denken, dat liet mij interesseert te
hooren dat Frederik een man van zaken is,
en rijk wordt? Hei» ik iets daarmee te maken.
O, ik wilde dat hij maar heenging-Of dat
vader thuis kwam.
Hier zitten we en hebben elkaar niets te
zeggen. Sa, hij zegt wel eens wat. maar ik geef
geen antwoord, geen woord. Dat hij wil blij'
ven als ik zoo stil ben.
Daar ging dc voordeur.
Ja, Goddank, daar is vader.
w
XVIII.
Is bet waar, wal Sigfried van hem vertelde?,
Is heb waar, dat hij een man van zaken is gee
wordln? Nooit heb Ik zulk een trek bij hem
opgemerkt. Natuurlijk trachtte hij zijn atelieït
vooruit te brengen, en was hij l}Ilj als dat ge«
beurde. Maar zich met iets bezighouden, da<
daar bulten lag, en zijn tijd alleen gevèn ler-
wille van winst. Nee, dat viel hem nooit in,
{Wordt vervolgd-!