lenders
„D E EEMLANDE R".
Maandag 27 November 1916.
BUITENLAND.
Onrntef^ ©11
De Koningin
N° 127.
Valkhoff's Hofboekhandel,
FEUILLETON.
AMERSFOO
15de Jaarqang.
tj A —+t MARIE VAN VERSENDAAL.
Hoofdredactie! Mr Q j yAN sCHAARDENBURa
Uitgevers: VALKHOFF Ci
ABONNEMENTSPRIJS:
3 maanden too* Amersfoort.,
Jdem franoo per post.. 1.80»
Per weok (met gratis verzekering tegen ongelukken) 0.1J&5.
AfsonderHjko nummers0.05.
Wekelljkech bijvoegsel nZ># Holhndsche Huisvrouw" (onder
redactie van Thérèae Hoven) per 3 mnd. ÖO cis.
Wckelijbecb bijvoegsel „Pak me mee" per S mnd. 58 cta.
Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT 46.
Intercoms. Telefoonnummer 66.
PRIJS DEK ADVER'i'ENTIÉN
Van 1—5 regeia
Elke regel meer
Dienstaanbiedingen 1—5 rogels
tirooto letters naar plaatsruimte.
Voor handel on bedrijf bostaan zeer voordeoligo bepalingen
tot liet herhaald advortoeren in dit Blad, by abonnoment.
Lene eiroulaire, bevattonde de voorwaarden, wordt op
aanvraag 1 oogezonden.
f 0.^0,
*t it 0.15.
- 0.50.
0e toekomst der vrijzinnige party
in Amersfoort.
1
Over de jongsie raadsverkiezing is in het
Dagblad druk nagepraat. Vei scheidenen, die
}\el wèl meenen met de vrijzinnige zaak, heb
ben hun meening uitgesproken over de oor-
leken van den plotselingen tegenspoed.
Geen wonder. Als 'n partij in zoo korlen
tijd 3 van hare II zetels verliest, is het wel
de moeite waard z'n gedachten eens daar
over te laten gaan. Wel is waar nemen ge-
den e zaken geen keer, maar men dient toch
üit ervaringen leering te trekken, opdat de
toekomst ons dergelijke teleurstellingen
bespare.
Er hebben natuurlijk verschillende fac
toren samengewerkt; in onze nabeschou
wingen hebben wij er verscheidene van ge
noemd. Nu mogen wij nog wel wat dieper
afdalen, al moet misschien daarbij blootge
legd worden, wat vroeger liever verzwegen
iwerd.
Er is door cenige inzenders gepolemi
seerd over de vraag of de vierde-wethouder-
benoeming de kiezers zóó zeer ontstemd zou
hebben, dat doaraan de nederlaag van de
vrijzinnigen geweten mag worden.
Al vonden wij zelve deze betreurenswaar
dige quaestie niet van zóó groot gewicht, wij
hebben steeds geloond den invloed er van
niet te onderschatten. En wel degelijk heb
ben wij hier cc-n der belangrijkste factoren
ter verklaring van den jongsten nederlaag.
Maar deze benoeming-alleen heeft net
niet gedaan. Ook de Sentemberverkiezingen
zl;n noodlottig geweest voor de vrijzinnigen
en toen was er van den vierden wethouder
nog geen sprake. Wel is waar heeft toen de
leelljke rol der socialisten den vrijzinnigen
parten gespeeld, maar ook zonder dat zou
den him candidaten 'n harde dobber gehad
hebben.
De ongunst der kiezers dateert van vroe
ger. Maar zij kon eerst thans aan den; dag
u den, omdat in September voor het eerst
weer eens 'n serieuse verkiezingsstrijd ge
streden werd. Bij de vorige periodieke ver
kiezingen (1915) werd, omdat alle partijen
wankelende, zetels hoopten te behouden, de
uitspraak der kiezers listiglijk ontdoken. Wel
was er 'n socialistische candidaat, maar daar
oile anderen broederlijk samengingen onder
de leuze „leve de godsvrede", was van 'n
eigenlijken verkiezingsstrijd geen sprake.
Dat heeft toen reeds ontzettend veel kwaad
bloed gezel. Dit bleek bij de verkiezing. In
plaats van met overweldigende meerderheid
gekozen te worden, verwierven de vrijz. can-
didaten in I resp. 315 (v. Duinen) en 301
(Rijkens), terwijl de socialist het tot de on
gekende hoogte van 240 bracht. Ook toen
was dus de ontstemming der kiezers over het
politieke spel duidelijk. In Sept. 1.1. was bij
de eerste stemming de politieke atmosfeer
vrij zuiver en de socialistische candidaten
behaalden slechts 176 en 194 stemmen. En
ziet, nauwelijks eenige weken later de
vierde wethouder was intusscKen benoemd
vereenigt de soc.-dem. 274 stemmen op;
zich. Het kiezerscorps blijkt dus wel sterk te
resgeeren op eiken prikkel.
Waren in 1915 rechts en vrijzinnig niet
nauw samengegaan, de vrijzinnigen zouden
het toen reeds zelfs in district I zwaar te ver
antwoorden gehad hebben. En dat niet om
dat er zooveel politieke bekeeringvn waren;
in September nog is het bewezen, dc.t in
district I de s. d. a. p. nauwelijks 'n vijftigtal
kiezers geheel onder hasr bevelen heeft (het
verschil tusschen het stemmencijter van den
vrijz. candidaat die door de s. d. a. p. ge
steund en den anderen, die niet gesteund
werd, bedroeg 45). Neen het was wat an
ders. Er kwam telkens tot uiting 'n zekere
malaise, 'n reeds lang besiaande ontevre
denheid onder de kiezers. Geen ontevreden
heid zoozeer over het bestuur der gemeente,
't welk iedereen in uitmuntende handen en
op eminente wijze gevoerd weet, als wel
en daarmee kopien wij in het schuitje van
den heer Roodhuyzen en zooveel anderen -
over de vrijzinnige raadsfractie, welke óch.
te los gemaakt had ven de partij en de Icies-
vereeniging. Het lijkt ons geenszins wen-
schelijk dat de raadsfractie danst naar de
viool der kiesvereeniging, maar in de laatste
jaren handelen de vrijzinnige raadsleden al
te vaak in tegenovergestelden geest als par
tij en kiesvereeniging aangenaam was. Het
zou onvrijzinnig zijn om de raadsleden bij
iedere gelegenheid verantwoording te vra
gen voor hun stëm, maar als hef langzamer
hand regel wordt dat zij afwijken van de
groote meerderheid der ku ereeniging. dan
wekt dat vervreemding en kiijgen dé leden
den indruk dat de ïaadsfractie partij en kies
vereeniging aan haar edelachtbaren laars
lapt. Er, zoo ontstond cr meer en meer ver
wijdering tusschen beide en van zelf ve; min
derde de belangstelling der leden, die in de
meening werden gebracht dat zij er slechts
waren om de raadsleden bij hun aftreden te
heipen herkiezen. De vergaderingen werden
al slechter en slechter bezocht. Vqle raads
leden verschenen er slechts wanneer er can-
didaatstelling aan de orde was. Toen nog
niet zoo lang geleden 'n algemeens rcgle-
mentsherziening op de agenda stond, ver
scheen geen hunner op de beide vergade
ringen, waarin deze herziening behandeld
werdwaarschijnlijk, omdat deze herziening
niet in den geest der fractieleiders was.
In zooverre is dus wel degelijk door de
houding van de raadsfractie en speciaal van
enkele leden daarvan (niet alle leden be
hoeven zich deze opmerkingen vaan te trek
ken, er zijn er o.a. wie de kiesvereeniging
niets te verwijten heelt en die aan de ver
wijdering pari noch deel hebben) de malaise
ontstaan, welke in de laatste jaren over de
vrijzinnige partij gekomen is en bij de laatste
verkiezingen zich, voor vele buitenstaanders
zoo plotseling, gecpevbaard heeft.
Het zij verre van 'ons de schuld voor de
r.ederlagen van dit najaar te - werpen op de
raadsfractie. Wij hebben slechts 'n verkla
ring willen geven van de verflauwing in de
vrijzinnige partij, één van de vele factoren
waaraan die nederlagen toe te schrijven ziin.
Wij gelooven dat ooi de kiesvereeniging
zelve niet vrij uitgaaf. Haar is vaak verweten
dal zij zich steeds ie zwak getoond heeft
tegen de raadsfractie; 'het is mogelijk, maar
wij voor ons meenen toch dat zij goed ge
daan heeft geen conflicten uit te lokken. Zij
Imefl al het mogelijk"* gecie. n om de een-
dracht de partij te b< are c-n de eensge
zindheid le bevorderen; en zij 'heeft daar
mee bereikt, dat de persoonlijke veeten,
welke eenige jaren geleden de vrijzinnige
partij hier Vi'^scheurden, bijgelegd en ver-
ge'.e.'. zijn en dat de even nijdige als nood
lottige coterie-geest verdwenen is.
De politieke belangstelling moge ver
flauwd zijn, de partij is behoed gebleven
voor verdeeldheid. En aangezien het gemak
kelijker Is de belangstelling weer op te wek
ken, dan verscheurde 'deelen- aan elkaar tc
lijmen, treft o. i. de kiesvereeniging op dit
punt geen verwijt.,
Politiek Overzicht.
Da chaos fn Griekenland,
De Entente is in hare willekeurige en met
alle recht stiijtiige pandelingen tegenover
Griekenland eindelijk op het punt gekomen,
waarop de regeering van koning Konstantijn
heeft te kennen gegeven, dat er een grens
Is voor haar toeg.^en aan den druk, die
sedert de bezetting Van Soloniki, nu een
jaar geleden, waardoor een gedeelte van het
neutrale Griekenland tot oorlogsterrein werd
gemaakt, in steeds klimmende mate op haar
wordt uitgeoefend. Aan alle eischen, waar
mee men steeds op nieuw aankwam, werd
lot dusver, hoezeer met stijgenden weerzin,
voldaan. Zelfs in de verwijdering van de
diplomatieke en consulaire vertegenwoordi
gers der centrale mogendheden en hunne
bondgenooten werd toegestemd, hoewel die
eisch volkomen onvereenigbaar was met de
volkenrechtelijke bepalingen over de positie
van diplomaten in niet oorlogvoerende lan
den. Op de klachten, die daarover werden
ingebracht door de van hunne vertegen
woordigers beroofde regeeiingen, werd ge
antwoord met de verklaring, dat de gedane
concessiën onder druk waren geschied, en
met de verzekering, dat Griekenland, voor
zoover het daartoe bij machte was, tegen
over de beide oorlogvoerende statengroepen
eene gelijkmatige welwillende onzijdigheid
in acht zou nemen.
Maar voor alles is een grens, en tot die
grens schijnt men nu genaderd te zijn. Op
den eisch, door admiraal Fdurnet gesteld,
dat een nieuwe voorraad Grieksche wapenen
en munitie nan de Entente-troepen zou wor
den uitgeleverd, is een weigerend antwoord
gegeven. De Grieksche regeering heeft ver
klaard, dat het haar niet mogelijk was dit
verlangen in te willigen, vooreerst omdat
dit eene vijandige daad tegen de andere
oorlogvoerende partij zou zijn, en verder
omdat zij zich zelve zou berooven van hare
middelen om zich te verdedigen, wanneer
zij eene hoeveelheid weermiddelen prijs gaf,
overeenkomende met wat zij noodig had om
twee lichtingen van hare weerbare man
schappen ie bewapenen. Nog een derde mo
tief wordt genoemd: het gevaar, dat er een
opstand zal ontstaan ónder de militaire en
de burgerlijke bevolking, wanneer ook dit
maal weer wordt toegegeven. De Entente
heeft, zooals te verwachten was, zich bij deze
weigering niet neergelegd; admiraal Fourriet
hoeft eene nieuwe nota gezonden, waarbij
hij in zijn eisch volhard-, en een termijn ge
steld, waarbinnen ann den eisch voldaan
moet zijn, onder verklaring, dat wanneer op
1 December deze termijn verstreken is,
maatregelen van dwang zullen worden ge
nomen.
Er is dus aan de Grieksche regeering een
ultimatum gesteld. Zij zal zich moeien on
derwerpen aan den gestelden eisch en an
ders de gevolgen van hare weerspannigheid
ondervinden. In een Reuter-telegram uit
Athene is aan de Grieksche regeering een
raad gegeven wat zij heeft te doen om den
toorn, waarmee zij wordt bedreigd, te be
zweren. Zij moet onmiddelijk den oorlog ver
klaren aan Bulgarije. Een later telegram van
denzelfden berichtgever bericht, dat het
driemenschap, dat le Salon ikï onder leiding
van Venizelos zich als teger.regeering heeft
opge. orper de regeeving te Athene daar
mee reeds voor is geweest; het heeft eene
oorlogsverklaring aan Bulgarije laten uit
gaan en eene tweede oorlogsverklaring aan
Duuschlar.d.
Dit maakt den chaos in Griekenland vol
komen. De wettige regeering van het land
wil zich buiten den oorlog houden; de tegen-
regeering stuurt op den oorlog aan en heeft
dien aan twee van de vijanden der Entente
verklaard. Wie van beiden de stemming
van het land uitdrukt, hebben wij onlangs
vernomen van eene zijde, die niet van
tegeningenomenheid met.de Entente kan
worden verdacht; de correspondent van de
in Milaan verschijnende Corriere deila Sera
heeft aan zijn blad geschreven, dat het land
bewezen heeft en telkens weer bewijst, dat
het niet in den oorlog betrokken wil worden.
Nu staat het aan de Entente kleur te be
kennen en openlijk kenbaar te maken welke
van de twee regeeringen door haar als de
ware en eenig echte wordt erkend: die,
welke Griekenland in den oorlog wil drijven,
of die welke het land er buiten wil houden.
Zoo kan er klaarheid komen in den toe
stand. Wat de gevolgen daarvan zullen zijn,
voor Griekenland in de eerste plaats maar
ook voor de Entente zelve, zal de toekoms*
ons leeren.
De oorlog.
Berlijn, 26 Nov. (W.-B.). Bericht uit
het groote hoofdkwartier van heden.
Als gevolg van mist en regen hadden er
geen groote gevechten plaats. Door flink uit
gevoerde patrouille-tochten van de Meelden»
birrgsche grenadiers en fusiliers en van hei
infnnterie-regiment Bremen werden ten
noordoosten van Atrecht 26 gevangenen uit
de Engelsche loopgraven gehaald.
Ten noordoosten van Beaumont haalden
afdeelingen van het 185e regiment uit Ba
den vier Engelsche officieren en 157 min
deren, alsmede een machinegeweer uit de
vijandelijke stelling.
In het bosch van Apremont, ten oosten
van St. Mihiel, werd door Fransche infante
rie, na sterke artillerie-voorbereiding, een
aanval gedaan, die werd teruggeslagen.
Avondbericht.
Behalve een Fransche aanval ten zuid
oosten van Bouchavesnes, die mislukte, is in
het Somme-front niets van belang voorge
vallen.
P a r ij s2 6 Nov. (Havas). Namiddag-
communiqué.
Ten oosten van Moisons de Champagne
werd een Duitschen aanval op een van onze
kleine posten met gemak terug geslagen
Overal elders was de nacht rustig.
Avond-communiqué.
Er urac een levendige strijd in Ablafru
court en Pressoir. Een krachtige vijandelijkf
aanval ten oosten van Auberive mislukte in
ons sperr en machinegeweervuur.
Londen, 26 Nov. (R.) Bericht van ge
neraal Haig.
Gedurende den nacht beproefde een vip.
andelijke troep vooruit te komen ten ^~sten
van BeaumontHamel; hij werd terugge
slagen. Er werd met goed gevolg gas ont
wikkeld ten zuiden van Atrecht. In dezelfde
sectie werden vijandelijke invallen terug
geslagen.
Avondbericht van generaal Haig.
De vijandelijke artillerie was werkzaam
tegen ons front te Couroelette, Beaucourt,
Hebuterne en La Bassée. Wij bombardeer
den Puisieux en vijandelijke loopgraven ten
zuidoosten van Atrecht.
Ten oosten van Serre geschiedde eene
Hti'CCliUcliesu-uat 4(1. Telefoon 66.
lïïLuaifStiiïiïqBaSfc* ■esraM
Sommige menschen zijn zoo druk bezig
net anderen goed te doen, dat zij geen tijd
hebben om zelf goed te worden.
Roman van
ANNA WAHLENBERG.
Geautoriseerde vertaling door
G. B. NORTAKKER.
28
„Kwel je zelf toch niet zoo, Brita, dooi
ean hem te denken. Jij was het toch immers
zelf, die hem niet wilde vergeven, en dan
moet je je schikken in wat er gebeurd is.
In zekeren zin kan immers Dagny nooit
voor hem zijn, wat jij voor hem was. Zij is
niet bizonder begaafd, maar heeft haar
goede eigenschappen, die hij moet waar-
deeren.
En dan heeft Prederik nieuwe belangen,
die zijn leven vullen en een nieuwe rich
ting geven. Hij heeft werkelijk een verande
ring ondergaan, of liever ontwikkeling, hij
Is mannelijker en zelfstandiger geworden.
Mischien is wat gebeurd is het beste,
«fachoon je het eerst niet gelooft En mis-
WMSWicn. u o ozzrw/rw
schien worden jelui beiden gelukkig op een
nieuwe wijze."
Philosophie tot balsem, nu moet mijn hart
zich haasten weer gezond te worden.
„Ja, het zal wel goed worden, dat geloof
ik ook. Maar nu zal ik je niet langer ophou
den, Annie, dank I dank I"
Eindelijk krijg ik toch mijn hand los.
Daar is een hoek van de straat, gauw tus
schen de huizen door, zoodat zij mij niet
langer kan zien.
Zoo, w kan ik zoo langzaam loopen als
ik wil.
't Is waar, hij is een nieuw mensch gewor
den 't is werkelijk waar. Annie heeft de
verandering ook opgemerkt. Hij heeft zich
ontwikkeld, hij is mannelijker geworden.
Dagny's invloed. Hij is gelukkig ontsnapt
aan den mijnen,die niet voordeelig voor hem
was, doch hem belemmerde en verontrustte.
Ik nam te veel plaats in, ik onderwierp me
niet zooals een huisvrouw behoort te doen.
Maar nu is zijn leven in den rechten stroom
geleid en hij is gered. Wij passen niet voor
elkaar, zeggen de verstandige menschen, en
hebben nooit voor elkaar gepast. Daarom
ls wat gebeurd is, het beste. Nu weet ik het.
Nu is de zaak gedaan, absoluut gedaan.
Dood en gedaan.
Punctum.
Waarheen ga ik? Waarheen ga ik?
O, ik ben in de straat van het dagbladbu
reau, waarin Sigfried werkt. O, Sigfriedf lk
verlang naar hem. Ik verlang er naar met
iemand te spreken, iemand die me kan zeg
gen wat ik moet doen om die gedachten
kwijt te raken.
Sigfried pleegt lang op zijn redactie
bureau te zitten. Mischien is h nog niet
weg. Ik ga even naar boven.
„Wees zoo goed en volgt U mij naar
boven."
Hij is er nog. Goddank. De pijn in mijn
borst is voor een oogenblik gestild, 't Is zoo
rustig hier in de corridor te loopen achter
den courantenjongen. Wat veel deuren pas-
seeren wijdoch spoedig staan we voor de
rechte. Ik zal dadelijk tegenover een mensch
staan, die mijn taal verstaat, en ook mijn
zwijgen begrijpt.
„Binnen."
Ja, hij is binnen en antwoordt op het
kloppen van den jongen.
Ik treed binnendaar springt hij op van
zijn stoel voor de schrijftafel.
„Brita."
Nu zijn we alleen. Nu wil ik iets zeggen,
maar ik weet niet meer wat....
Hij ziet er zoo verwonderd uit, blij en
bezorgd, vraagt en vraagt. Maar ik moet
een oogenblik wachten om na te denken.
'1 Is goed hier op de sofa naast hem te zit
ten.
"Je hebt gelijk, Sigfried, nu heb ik het
gehoord. Jij bent het niet alleen, die opge
merkt heeft dat hij een nieuw mensch is
geworden. Zijn zuster Annie zegt het ook,
en zij is immers in de gelegenheid hem te
bestudeeren. Hij heeft het goed, en heeft
nieuwe belangen gekregen. Ik behoef me
volstrekt niet ongerust te maken dat hij mij
mist en over mij treurt.
„Annie I Wat weet Annie I Hecht je
-gHl-. - 77W-—
waarde ean hetgeen zij zegt? Zij begrijpt
niets
Wil hij de bevestiging van zijn eigen
waarnemingen bestrijden om mij te troos
ten?
„Ik geef geen duit om de meening van
haar. Als iemand totaal ontbloot is van een
psychologischen kijk, dan is zij het. En je
meent dat zij kan beoordeelen
Mijn lachje deed hem zijn zin afbreken.
En nu zitten wij hier zwijgend. Maar ik ben
hier gekomen om te spreken.
„Ik begrijp het nu. Sigfried, ik heb in een
dommen droom geleefd, alleen omdat het
mij zoo moeilijk viel me los ie maken van
hetgeen eens mijn leven was. lk wilde niet
gelooven, dat hetgeen dood is, weg is, en
wilde het gestorvene niet begraven Inïen.
Daarom beeldde ik mij in, dat hij om mij
treurde en aan mij dacht, en dat was als
een band tusschen ons. Die band bestond
echter niet. Moor toen ik dat hoorde, hnd
ik het gevoel of die band in elk geval
bestaan had en eerst nu doorgesneden was.
't Was of iets verscheurd werd, en dat deed
zulk een pijn, maar het zal w el overgaan."
Goed dat hij niets zegt. Dit zwijgen kal
meert mij, het is zoo vol goedheid en
begeerte om te helpen en te troosten, het
zegt veel meer dan een massa woorden.
„Weet je, Sigfried, ik geloof dat ik nu op
reis kan gaan."
„Op reis gaan
Hij ziet er wat onzeker uit, maar weet heel
goed wat ik meen 1
„Ik moet zorgen nieuwe belangen te krij
gen, ik ook. Je hebt immers Torsten gezon-
r»waitw--i*y - - etw* W-JTv/t - cvz*r .-'
den met prospectussen en brochures ovet
de Londensche tentoonstelling."
„En jij hebt ze teruggevonden. Nu, zc lig
gen op mijn schrijftafel, als jij ze terug wilt
hebben
Dat ik hem laat zoeken tusschen dici\
berg popieren. Zal ik er ooit een blik in
slaan? Wat een ondoordacht woord ontviei
me over die reis I
Zie zoo, nu heb ik de handen vol met
papieren. En wat ziet hij er vergenoegd uit,
precies alsof hij me overgehaald heelt naar
een dokter te gaan, die me weer gezond zal
maken.
Ik ga misschien op reis. alleen om hem
plezier te doen.
XXII.
Weer terug in het oude Zwed1 ft
Den eersten morgen dat ik weer vaatë
in mijn eigen smal ledikant. Dei eersten
morgen, dat ik opnieuw tusschen al de
oude, bekende voorwerpen ben.
Alles is nog precies gelijk in mijn eigen
kamer en in het atelier. Alles op dezelfde1
plaats als vroeger. Niets is weg, niets
nieuws. Precies alsof de lijd stil ges*aan
heeft in die twee jaren en drie maanden, en
gewacht tot lk zou terugkomen en mijn
leven vervolgen, daar waar ik het afge-bro*
ken had.
(Wordt vervolgd.)