H f?
„DE EEMLANDER".
Dinsdag 5 December 1916.
_BIJ ITEM LAND.
FEUILLETON.
De Koningin.
N* 134.
15** .Jaargang.
KOLONIËN.
IMERSFOORTSC
H
S3
1
ilNl
1 jig'
11
flati
1 S'B
n
119
iy^
Hoofdredactie»
MARIE VAN VERSENDAAL.
Mr. D. J. VAN SCHAARDENBURO.
Uitgevers: VALKHOFP ft Co.
ABONNEMENTSPRIJS.'
tW 8 mfcaiiden too* Amersfoortf 1.30.
Idem Irenco per poet1.80.
Per n-etk^i-.i jratisTersekering tegen ongelukken) 0.12».
Affond.yitike""nummers0.05.
Wekell'i-.oh bijvoegsel ,Dt Bolland t du Huitvrouu" (onder
redactie van Thérèse Hoven) per 3 mnd. BO cl».
Wekeli keoh bijvoegsel ,iWr nu nuf per 8 mnd. 5» Cl».
Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 46.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER
ADVERTENTI EN
X?" 1-5, regelsf ».so.
Like rogol meer#l #4 0.115.
Dienstaanbiedingen 15 rogols.. - 0.5u.
ürooto lettors naar plaatsruimte.
Voor handel en bpdr\jt bestaan zeer roordoeligo bepeinst*ti
tot het herhaald udvertoeron in dit Blad, 'oh abonnemout.
▼oor waar ai
Eene circulairo. bevattende
aanvraag toegezonden.
de
wordt
op
Politiek Overzicht.
De stand van den wereld-
strijd.
In de laatste weken zijn de berichten van
de meeste oorlogstooneelen steeds beknop
ter en onbeduidender geworden. Telkens
weer verschijnt in de berichten, die de ver
schillende hoofdkwartieren dagelijks laten
uitgaan, de mededeeling„Er is niets van
belang gebeurd." Men was dit sinds lang
gewend van de Turksche oorlogstooneelen
en van Albanië. Maar in den laatsteh tijd
keert die stereotiepe volzin ook telkens te
rug ii. de berichten van de hoofdtooneelen
van den strijd. In het westen heerscht rust
«en de Somme en bij Verdun. In het oosten
word op het gansche uitgestrekte front van
de Oostzee tot aan de Karpathen de rust
«lechts zelden onderbroken. Aan de Oos-
tenrijksch-ïtaliaansche grens is 't hetzelfde.
Sedert 4 November, het einde van den
negenden slag aan de Isonzo, dus sinds eene
maand, heerscht daar eene strategische rust,
die slechts nu en dan door taktisch wapen
rumoer wordt onderbroken.
Wat beteekent deze rust Is zij de aan
kondiging van een algemeen verflauwen
van den strijd? Het intreden van eene win-
terrust, door het barre jaargetijde geboden?
Of slechts eene nieuwe adempauze, eene
tijdelijke depressie in de strijdlust Hier
staat een ruim veld open voor gissingen.
Maar alle gissingen bewegen zich op het
terrein van het onbekende.
Een paar weken geleden berichtte de Pe-
tersburgsche Birshewija Wjedomosti, dat
Engeland en Frankrijk ernstig bezig zijn
de middelen in orde te brengen om den oor
log te beëindigen, door beslissende gebeur
tenissen aan het westelijke front. Er zal in
Frankrijk in 't aanstaande voorjaar een nieuw,
reusachtig leger aan het front gebracht wem-
den. Dat leger zal hoofdzakelijk uit nieuw
gevormde Britsche troepen en kleurlingen
bestaan; ook van Italië zal worden verlangd,
dat het aanzienlijke troepencontingenten
voor dit leger zal afstaan. De oorlogsraad in
Parijs heeft zich met deze zaak bezig ge
houden.
Het is alweer moeielijk te voorzeggen,
wat er van deze plannen werkelijkheid zal
worden. Ongetwijfeld mag men aannemen,
dat de geneigdheid bestaat bij de Entente
om door eene uiterste inspanning der krach
ten de krijgskans doen keeren in de rich
ting, die men daar wenscht. Maar er steekt
in het mededeelen van deze pionnen toch ook
voor een deel toekomstmuziek. Men wil,
door te verwijzen naar wat in de toekomst
zal gebeuren, de aandacht afleiden van het
heden, dat zooveel oplevert wat men anders
zou wenschen. Maar het blijft altijd de vraag
of datgene wat in het heden ongewenscht is,
niet eene ontwikkeling zal nemen, die een
spaak in het wiel zal steken bij de uitvoe
ring van de plannen voor de toekomst.
Tot die gedachte wordt men geleid, wan
neer men den loop nagaat, dien de gebeur
tenissen nemen op het eenige oorlogstoo-
neel, waar, in onderscheiding van alle ande
ren, de strijd niet rust maar in vollen gang
is. Het treden van Rumenië in den oorlog
werd indertijd begroet als een feit, dat aan
den strijd eene beslissende wending zou ge
ven. Het zijn inderdaad gebeurtenissen van
diep ingrijpende beteekenis, die nu bezig
zijn zich te ontwikkelen in de vlakte van Wa
lachije, waar de legers van den vierbond te
gelijk ven het westen, het noorden en hef
zuiden zijn* binnengedrongen. Tot in de
buurt van den fortenrin'g, die Bukarest om
sluit, zijn zij reeds doorgedrongen. Wij heb
ben de berichten gevolgd, die ons van dag
tot dag op de hoogte brachten van de ge
maakte vorderingen. Een overzicht, waarin
men vindt samengevat wat is bereikt, is
van Duitsche zijde aldus gegeven:
„Onze vorderingen in Walachije hebben
peheel West-Rumenië tot over de Alt-rivier
in onze macht gebracht. Daarmee is niet
alleen de beste Rumeensche grond in ons
bezit, maar er werd ook door bereikt, dat
met onze vroegere veroveringen in de Do-
broedsja den Rumeniërs bijna de helft van
het geheele land ontnomen is. Onze aanval
geschiedde in het zuiden tot Giurgiu. Van
hier uit gaat ons front in een flauwen boog
tot Curtea de Arges, zoodat ons bezif in
Walachije bijna-een rechthoek vormt, waar
van de grootte zonder moeielijkheid is te
bepalen. De korte ziide van dezen rechthoek
wordt door de westelijke grens van het land
gevormd, die ongeveer 150 KM. lang is.
Wel strijden hier nog eenige verstrooide
overblijfselen van de Rumeensche Orsova-
divisie, maar die zijn zonder beteekenis. De
lange zijde van den rechthoek strekt zich
uit tot Giurgiu en heeft eene lengte van 250
KM. hemelsbreedte. Die lengte wordt in het
noorden van ons front niet geheel bereikt,
maar blijft er slechts onbeduidend bij ten
achter.
In 't geheel bedraagt dus onze aanwinst
van gebied in West-Rumenië rond 35,000
K.M.* Daar komt bij de winst in de Do-
broedsja, die men in ronde getallen op
15,000 K.M.J kan becijferen. Ons geheele
bezit in Rumenië bedraagt dus rond 50,000
K.M.' Geheel Rumenië omvat, met inbegrip
van de Dobroedsja, in ronde cijfers 123,000
K.M.2 Ons bezit bedraagt dus bijna de helft
vön geheel Rumenië.
Daarbij is die helft het gewichtigste deel
van het land. Op de beteekenis van Wala
chije als graanschuur is reeds gewezen.
Verder gaan door het door ons bezette ge
bied de gewichtigste verkeersliinen, die
zich nu in onze handen bevinden; zoo b.v.
de gewichtige lijn CernawodaConstanza,
die de levensader van Rumenië vormt. Daar
mee is de eenige groote zeehaven van Ru
menië in onze macht. Eindelijk beschikken
onze troepen ook over het grootste ge
deelte van den gewichtigsten waterweg,
waarover Rumenië beschikt: namelijk de
Donau."
Dit overzicht geeft den toestand weer,
zooals hij was op het Rumeensche oorlogs-
tooneel aan het einde van de derde maand
van den met den op 28 Augustus door Ru
menië begonnen veldtocht. In de weinige
dagen, die sedert zijn verloopen, is, als
gevolg van den zwaren strijd, waarvan de
telegrammen ook heden weer gewagen, de
toestand alweer slechter geworden voor de
Rumeniërs, die reeds hunne hoofdstad Bu
karest ernstig door het gevaar van insluiting
bedreigd zien.
De oorlog,
Weenen, 4 Dec. (Cow.-bureau). Uit
het oorlogsperskwartier wordt gemeld
De keizer, die het oppercommando over
leger en vloot heeft aanvaard, kwam 3 Dec.
's ochtends vroeg in het hoofdkwartier aan,
om daar eenigen t:jd te vertoeven. De kei
zer, die door de bevolking werd toegejuicht,
begaf zich naar het slot van aartshertog
Friedrich, waar een mis werd gehouden.
Daarna werden officieren van het leger en
van den staf aan den keizer voorgesteld en
ontving hij aartshertog Friedrich en baron
Conrad, den dienstdoenden chef van den
generalen staf, Melzger, generaal Kalten-
born en verschiliende civiele autoriteiten.
Des namiddags werd den keizer in zijne
kwaliteit van opperbevelhebber door den
chef van den generalen staf het eerste rap
port uitgebracht.
De dagbladen bespreken hunne groote
voldoening uit over de overneming van. het
opperbevel van het leger door keizer Karl.
Dit besluit van den jongen monarch, die van
het begin van den oorlog in het veld heeft
gestaan en de zegevierende aanvallen te
gen Italië en Zuid-Tyrol als corpscomman
dant heeft geleid, daarna het opperbevel
over het deel van het leger had, dat de
meeste aanvallen van het Russische offen
sief in den afgelccpen zomer had te door
staan en onder wiens commando de strijd
krachten der centrale mogendheden hunne
zegetochten tegen Rumenië begonnen, vindt
bij leger en vloot alsook bij de openbare
meening een sympathiek onthaal.
Met algemeene voldoening zal in het lend
ook de benoeming van veldmaarschalk
aartshertog Friedrich tot plaatsvervanger van
den keizer bij het hoofdkwartier opgevat en
gewaardeerd worden, daar de aartshertog
zal worden gesteund door de adviezen van
zijn getrouwen chef van den generalen staf,
den veldmaarschalk Conrad von Hötzendorf,
die 2Yi jaar zijn gewichtigen post heeft be
kleed.
Het avond-bericht uit Berlijn meldt, dat
de gevechten ten zuiden en ten westen van
Bukarest voortgaan in voor den vierbond
gunstigen zin. Ook uit de berichten van de
andere zijde blijkt, dat het den Rumeniërs
niet voor den wind gaat.
In de Karpathen is de strijd aan het luwen.
Van de verdere oorlogstooneelen weder
om niets bijzonders.
In Griekenland is eene schikking tot stond
gekomen. De regeering levert acht batte
rijen aan de Entente uit, in plaats van de
zes die zij had aangeboden, en heeft zich
verbonden volledige bescherming te geven
aan de burgers van de Entente-stoten en
alle wettelijke waarborgen te verschaffen
aan de gevangen genomen Venizelisten.
Daarmee is de toorn van de vertegenwoor
digers der Entente ter plaatse bezworen.
Niet echter die van de regeeringen. Lord
Robert Cecil verklaarde gisteren in het la-
gerhuies, dat de Engelsche regeering, in
vereeniging met hare bondgenooten, onmid
dellijk stappen overweegt om eene radicale
oplossing van den toestand, die is ontstaan,
te verzekeren.
Londen, 4 Dec. (R.) Het Britsche
stoomschip Kingbleddyn, de Engelsche
schoeners Grace en Seeker en het Deensche
stoomschip Jisla zijn in den grond geboord.
De bemanningen van de Grace en de See
ker zijn aan land gebracht.
Londen, 4 Dec. (R.) De Noorsche
stoomschepen Hitteroy, Erich, Lindoe, het
Grieksche stoomschip Demetrios Inglessis,
het Fransche zeilschip Thérèse zijn in den
grond geboord. Vijf menschen zijn gedood
en vijf gewond op de Nagatavoor het
Schip in den grond werd geboord. Het Noor-
weegsche stoomschip Skjoldulf is in den
grond geboord. De kapitein en de beman
ning zijn aan land gebracht.
Londen, 3 Dec. (R.) Bericht van
Lloyds.
Het Engelsche stoomschip Burcomle en
het Noorweegsche stoomschip Skjolduls zijn
in den grond geboord. Ook aan het Engel
sche stoomschip Skjolduls moet dit zijn
wedervaren.
Kopenhagen, 3 Dec. (Ritzau). Het
stoomschip Douglas, groot 1177 ton, uit
Landskrone, is den len December 120 zee
mijlen van Lindesnaes door een Duitsche
U-boot in den grond geboord. Het werd tot
bij de Jutlandsche kust gesleept, waar Deen
sche visschers de bemanning opnamen en
aan land brachten. De visschers zagen ook,
dot de U-boot een Nederlandschen driemas
ter aanhielden. Kort daarna hoorde men
kanonschoten. Ook dit schip is vermoedelijk
tot zinken gebracht.
Hamburg, 3 Dec. (W. B.) Een met
hout geladen schip, dot Noorsche motor
schoener Thyholm, is wegens het vervoeren
van contrabande door een Duitsch oorlogs
schip aangehouden en naar Hamburg opge
bracht.
Over de regeeringskrisis in Engeland
deelde eerste minister Asquith gisteren in
het lagerhuis mede, dat de koning in eene
reconstructie van het kabinet heeft toege
stemd en dat in den politieken koers geene
verandering zal komen.
Eene nadere bevestiging hiervan levert de
officieele aankondiging, dat eerstdaags eene
nieuwe credietaanvrage is te verwachten
van 400 millioen.
Londen, 4 Dec. (R.) Officieel wordt
bericht, dat het nieuwe crediet-voorstel, dat
over eenige dagen bij het lagerhuis zal wor
den ingediend, zal bedragen £400 mil
lioen.
B e r 1 ij n, 4 Dec. (K. N.) Uit Bern wordt
aan de Voss. Ztg. geseind, dat in de ha\en
van Bordeaux 200.000 ton goederen lig
gen die bestemd zijn voor Fransche munitie
fabrieken en tengevolge van de transpost-
krisis niet kunnen worden weggevoerd. De
spoorwegstations zijn, sedert een maand ge
durende drie dagen geopend geweest. T .-
gevolge van gebrek aan wagens kunnen .'e
groote oliefabrieken te Bordeaux hun olie
en oliekoeken niet uitvoeren. De wijnh ri
del is volkomen lamgeslagen. Hetzelfde
geldt voor de verzending van. conserven, .lie
in de groote fabrieken van Bordeaux bereid
worden.
B e r 1 ij n, 4 Dec. (K. N.) De verlichtings
maatschappij te Bordeaux heeft aan de bur
ger bevolking kennis gegeven, dat haar
voorraad kolen uitgeput is. Het verbinilc
moet binnen enkele dagen gestopt woiden.
In het departement van de Somme is de toe
stand tengevolge van het gebrek aan kolen
zoo erg, dat de prefect van het departement
met voorbijgaan van de regeering zich di
rect tot het groote hoofdkwartier om hulp
gewend heeft.
Kopenhagen, 4 Dec. (W. B.) De Na
tional Tidende bericht uit Christïanin, dal
wegens het gebrek aan kleurstoffen de ge
heele Noorweegsche textiel-industrie be
dreigd wordt door het gevaar, dat zij hef
bedrijf zal moeten stil leggen Er wordt wél
toezending van kleurstoffen uit Duitsc'nland
verwacht; maar dat zal slechts voor korten
tijd voldoende zijn.
Kopenhagen, 3 Dec. (W. BDe al
gemeene postdirectie maakt bekend, dat van
de door het Deensche stoomschip Vesta, op
de reis van Thorshavn naar Kopenhagen
en door het stoomschip Ceru, beiden dus
op eene blnnenlondsche reis, meegevoerde
post bij het onderzoek in Leith den ge'nee-
len pakketpost in beslag is genomen.
Belgrado, 4 Dec. (W. B.) De Duitsche
heldenbegraafplaats aan de Banvo Brdo, ten.
noordwesten van Belgrado, is gistervoormid»
dag plechtig ingewijd.
OosMndlC
Onlusten In Djambl.
(Officieel). Bij het Departement van
Koloniën is ontvangen het volgende tele
gram van den Gouverneur-Generaal van
Nederlnndsoh-Indië
Een patrouille verrastte in de boven Re-
teh-streek een bende Djarabiers, waarvan
drie man gedood werden. Onder de gesneu
velden bevond zich Pangeran Oedog, be
kend staande als Pangeran Ratoe.
Niets vervreemdt ons zoo van ons zelf
dan een leven van vermaken aaneen ge
hecht.
Roman van
ANNA WAHLENBERG.
Geautoriseerde vertaling door
G. B. NORTAKKER.
35
Zoo, nu heeft hij eindelijk een tijdschrift
uitgekozen.
Nu kon hij toch wel gaan. Maar hij zit in
gepeins verzonken en speelt met mijn vin
gerhoed. Waaraan denkt hij
Herinnert hij zich hoe blij ik was toen ik
dien kreeg. Een gouden vingerhoed l Welk
een kleinood! Welk een ongekende weeldel
Dat hij zich ook zoo aangewend heeft al mijn
dingen in de hand te nemen 1 Ik moet hem
k>t de werkelijkheid terugroepen.
»,Hoe gaat het met Dagny
t Antwoord laat even op zich wachten.
Maar een lange, verwonderde biik f
Ja, t is ook de eerste kee: dat ik toon
dat er ook nog een Dagny bestaat. En ik
begrijp ook zelf niet, dat ik zoo onbevangen
over haar kan spreken. Ik haat haar niet
meer, heb eerder medelijden met haar.
„Dank. je, goed."
„En de kleine Signe
„Dank je, ook goed."
Grappig zijn ontzaglijke verbazing te
zien. Hij begrijpt niet dat ik naar hen kan
vragen. Begrijpt niet, dat het nuttig kan zijn
voor ons beiden aan hen te denken.
„Hoe ziet ze er uit, de kleine Signe Is ze
lief
„Men zegt van wel. Licht haar, stomp
neusje en guitige oogjes."
Hij tracht er onverschillig uit te zien, maar
zijn trots straalt er door heen. Hij vindt haar
mooi als de dag en vlug als een wonderkind.
„Guitige oogen f Dan is ze zeker ondeu
gend, en bedenkt een massa streken. Wat
haalt ze wel allemaal uit
Weer die stomme vraag op zijn gezicht.
Hij wil weten waarom ik zoo naar net kind
vraag. Hij begrijpt niet dat het het zwaard
is tusschen ons beiden, en dat het goed is
daaraan te denken. Zoo, nu keek hij toch
eindiijk een anderen kant uit.
„Wat ze doet O, allerlei. Ze bouwt hui
zen van mijn mooiste ingebonden boeken en
werpt er bommen op met de sofakussens. Ze
kruipt onder de tafel en trekt mij aan m'n
beenen om mij te verschrikken. En als ik
haar goeden nacht gezegd heb en denk dat
ze heel zoet in haar bedje ligt, staat ze
plotseling op bloote voetjes midden in mijn
kamer en lacht als een nymfje. En je moest
zien, hoe'n behulpzaam zieltje ze is. Als ze
hoort, dat ik mijn pantoffels wil hebben,
zoekt zij ze dadelijk op, maar om ze direct'
daarna op een andere plaats te verbergen,
zoodat men er een half uur naar moet zoe
ken."
Ik zie hoe ze met elkaar stoeien, spelen en
lachen. Zij is de zonneschijn in zijn leven.
Nu weet ik, dat hij niet ongelukkig kan zijn.
Wat geniet hij er van over haar te spreken f
Wat heeft hij haar lief
Zoo ver ben ik op den weg naar beter
schap, dat ik Dagny kan noemen zonder pijn
of steek in het h8rt maar het kind
Mijn tong kan de woorden niet loslaten. En
toch moet het
„Een verrukkelijk klein ding moet het zijn.
Is ze blij als je thuis komt
„Zij danst, ze springt als een kleine nymf.
Je moest'haar eens zien."
Nu aarzelt hij niet meer vóór hij zich het
genoegen gunt om van het verrukkelijke
wonderkind te vertellen. Hij heeft vergeten
zich te verbazen over mijn lust om over haar
te spreken.
Ja, ga maar door, ga maar door. Het
brandt en steekt in mijn hart. 't Zwaard tus
schen ons heeft een scherpe kant, laat het
mij maar wonden, dat is goed zoo.
Waarom is hij plotseling stil
Heb ik mijn gezicht niet kunnen beheer-
schen? Heeft hij het gemerkt Heeft hij
ook het zwaard tusschen ons beiden gezien?
Daar loopt hij weer door de kamer en
neemt allerlei dingen in zijn handen. Ik kan
het niet verdragen, al die oude dingen in
zijn handen te zien. Gnze gedachten ont
moeten elkaar, draaien om dezelfde dingen.
Maar ik wil niet
Doet hij.daar de piano open? Hij wil toch
niet spelen? Ja, een accoord I
„Nee, Frederik."
„Wat geeft dat. Je vader is niet thuis. Ik
ontmoette hem op straat, toen ik hier heen
ging."
En nu zit hij te fantaseeren.
„Lieve hemel, die oude piano, wat doet
het me goed, die weer te hooien. Een oude,
dierbare stem."
„Dat jij dat kunt zeggen, hij is zoo ver
sleten door ouderdom en gebruik. Zoowel ik
als miin zusters hebben er immers op leeren
spelen. En jij, die zulk een mooien vleugel
hebt."
„Mijn prachtige vleugel, daar speel ik
twee maal in het jaar op, mischien nog niet
eens."
Hij speelt thuis niet. Is dat, omdat hij nie
mand heeft die naar hem luistert en hem
begrijpt?
Wat jubelt en juicht die oude piano onder
zijn honden, ze was gesloten en half dood,
maar nu leeft ze weer op.
Met het hoofd leun ik tegen de kussens,
de oogen gesloten en luister. Welke visioe
nen krijgt men bij het spelen I En wat wordt
men meegesleept! Men dwarrelt mee met
den wind, vaart over zee en golven, hoog
boven de toppen der boomen naar boven,
naar de wolken en den hemel. Men zinkt en
blijft staan om te zien. Lieflijke weide met
lentebloemen. Ik ruik haar geuren, ik lig in
het gras er tusschen, de wind wuift ze zacht
jes naar mij toe, vlinders fladderen over
mijn gezicht, beroeren mijn haar Een
toon verweg uit het bosch Een langge
rekte toon, die roept èn lokt, sterfl weg. Nee,
nu komt die weer, sterker, hooger en luider.
Die trekt me mee. Weer met den wind over
de weide, naar den boschrand. Maar ik kora
niet vooruit. Wat zweeft me daar tegemoet?
Nymfen en dwergen?. Bloote armen die zich
uit witte, wapperende sluiers verheffen.
Lachende gezichten, die even schemeren en
dan weer weg zijn.
De toon, de roepende, lokkende toon I
Maar ik kan immers niet loskomen uit al
die sluiers, die in mijn weg wapperen. Iets
scheidt zich af uit al dat zwevende wit, komt
re voorschijn uit den achtergrond. Een kindt
Een klein meisje,'ze neemt haar rokjes oa
en danst op de teenen. Ik zie haar gezicht
niet, slechts het blonde haar op den rug, de
ronde armen, de kleine, bloote voetjes. Ze
werpt kushandjes teg^en iemand aan deiv
boschrand. Ze danst voor mij uit, altijd voor
me uit Diep en geheimzinnig lokt da
muziek, maar ik kan niet volgen. Hel kind
danst voor me uit, waarheen ik me wend.
Verder en verder trekt de muziek zich terug
in het bosch, matter en matter klinkt ze.
Het slotaccoord, gedempt en we: ter-
vend. Voorbij f
„Een heerlijke oude piano."
Zijn oogen stralen, verrukking ligt^ op z:jH
gezicht. Hij heeft een gelukkig uurtje door
leefd. Was dat omdat ik naar hem geluisterd
heb? Omdat ik met hem in een andere w*
reld geweest ben?
(Wordt vervolgd.^