Omslag- en Scheurkalenders 1917 „DE EEMLANDER". Zaterdag 9 December 1916. BINNENLAND. De Koningin N° 138. Tweede Blad. 15d* Jaargang. BUITENLAND. KOLONIËN. *=- - - VaSkhoff's Hofboekhandel, FEUILLETON. AMERSFOORTSCH DAGBLAD MARIE VAN VERSENDAAU HooTdredaetiai Mf Q j VAN SCHAARDENBURa Uitgever»: VALKHOPP Co. ABONNEMENTSPRIJS: '.•j. S maanden tooi Amarstoort 1 J1'®' Idem (renco per poet.. Per week (metprnlip verzekering tegen ongelukken)» O.IH». Afsonderlfjke num. 0.05. Wekellikeeh bijvoegsel ,D. Bolland icdu Buinronu" (ondef redactie ran Thérène Hoven) per 8 mnd. 50 ets- Weke! iikseh bijvoegael nu nuf par mnd. 5» CU. Bureaut UTRECHTSCH ESTRAAT 4ó. Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIRN. it M 0.80. O.liJ, - 0.50. M tl I* Van 1—5 rebels Elke regel meer Dienstaanbiedingen 1—5 regola., Qroote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedriji bostaan zeer voordoelige bepultugon tot het herhaald advorteéron in dit BUd, 'oü abonnomont. Eene ciroulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. De oorlog. B e r 1 ij n, 8 Dec. (W. B.) Van strate gisch standpunt bezien moet de inneming ▼an Campino en van Ploesti van even veel beteekenis worden geacht als de verovering van Bukarest. De spoorlijn KronstadtBu- karest, de kortste spoorwegerbinding van Hongarije naar Walachije, is daardoor in handen van de Centralen, hetgeen den aan voer van manschappen en materiaal belang rijk vergemakkelijkt. Voor de inneming van Ploesti is verder de spoorwegverbinding tusschen Moldavië en Walachije geheel af gesneden. Te Ploesti bevinden zich groote petroleum-raffinaderijen met moderne tank installaties. Van buitengewoon veel belang zijn voor de centrale mogendheden de ver overde petroleumdistricten, waarvan het be langrijkste dat van Campino is. Het grootste deel van de ruw-olie-productie van Rume- nië, welke nagenoeg 2 millioen ton per jaar bedraagt, is daardoor in handen van den overwinnaar. Alle hoop van de Entente, dat gebrek aan smeerolie en benzine het voort zetten van den oorlog voor de centrale mo gendheden zou belemmeren, is nu voor goed ven-logen. Bovendien is het front van de Centralen in de Walachijsche laagvlakte door de inneming van Ploesti van 700 kilo meters tot slechts 100 K.M. verkort. B e r 1 ij n, 8 Dec. (W. B.) Tot op 4 Dec. hadden de Rumeniërs meer dan 112,000 man aan gevangenen, meer dan 500 kanon nen en eenige honderden machinegeweren verloren. De totale verliezen der Rumeniërs bedragen meer dan 300,000 man. De groote verliezen in de gevechten van 5 en 6 dezer, door de Rumeniërs geleden, zijn hierin niet begrepen. Christiania, 7Dec. (W. B.) De Noor- weegsche pers geeft den diepen indruk weer die de val van Bukarest en de daarmede sa menhangende gebeurtenissen gemaakt heb ben. De artikelen betoogen dat de val van Bukarest zoowel in moreel en militair als in materieel opzicht een harde slag voor de ge allieerden is, die moeilijk hersteld zal kun nen worden, en dat het aanzien der gealli eerden als beschermers der kleine staten aanmerkelijk geleden heeft. Gelijk de militaire medewerker van het Morger.bladet Neeregaard schrijft, hebben zij tot dusver niet de militaire kracht gehad om hun taak te vervullen. Drie naties die zich bij hun zaak hadden aangesloten, moes ten zij voor hun oogen ten gronde zien gaan en de vierde, die slechts gevraagd had neu traal te mogen blijven, heeft zoo juist de waarheid moeten ervaren van het spreek woord: Met groote heeren is het kwaad ker sen eten. Parijs, 7 Dec. (Havas.) Volgens een telegrafisch bericht uit Athene, is kolonel Zimbrakakis, het hoofd der politie van Athene, gearresteerd. Er wordt hem verwe ten, dat hij vermaagschapt is aan generaal Zimbrakakis, een der voornaamste leden der Venizelistische regeering. Eveneens is gearresteerd generaal Corakor, chef van het aanwervingsbureau. Zij zullen beiden wegens hoogverraad terechtstaan. Er zijn in de straten barricaden opgericht door royalistische benden, die op de Venizelis- ten en hunne huizen vuren. De beweging neemt een ernstiger karakter aan, doordien elkeen van de gelegenheid partij trekt, om iemand, tegen wien hij haat koestert, van deelneming aan de Venizelistische bewe ging te beschuldigen en zich op deze wijze van hem te ontdoen. Washington, 7 Dec. (R.) De Duit- sche nota over het torpedeeren van de Ara bia in de Middellandsche zee op den 6en November houdt in, dat de commandant van de duikboot meende met een transportschip te doen te hebben; zij biedt verontschuldi gingen en schadevergoeding aan, wanneer bewezen is, dat de commandant eene be treurenswaardige vergissing heeft begaan. Evenals in het geval van de Sussex, zegt de Amerikaansche regeering, dat zij betreu renswaardige vergissingen niet kan toelaten. Men gelooft, dat zich een ernstige toestand kan ontwikkelen over de Arabia. Het voor nemen is echter niet onmiddellijk te hande len, want het geval is te ernstig om te han delen voordat de feiten volledig bekend zijn. B e r 1 Ij n, 8 Dec. (K. N.) Volgens de Korrespondenz Norden beschouwt men in politieke kringen te Berlijn den val van het Engelsche ministerie als een overwinning van de Northcliffepers en els een gevolg van het volkomen gemis var* resultaten van <le krachtinspanning in den afgeloopen zomer op militair, economisch en moreel gebied. De crisis begon met aanvallen op de oor logvoering ter'zee van Balfour. De spanning nam toe tengevolge van de slechte ontwik keling der zaken in Rumenië en Grieken land en moest uit den aard der zaak nood zakelijk leiden tot den val van het ministe rie. Dat men te Berlijn geen traan zal storten over het heengaan van Asquith is natuur lijk, want hij is de eerste geweest, die in zijne redevoeringen tegen zijne tegenstan ders in den oorlog den meest groven toon heeft ingevoerd, welke zijne bondgenooten later min of meer hebben weten na te doen. Of Lloyd George nu de man is die een straf fe centrale organisatie zal kunnen tot stand brengen, die thans in Engeland als laatste middel zoo vurig begeerd wordt, zal moeten worden afgewacht. Voortgekomen uit de ra dicale linkerzijde, is hij thans op de rech terzijde aangeland. Zijne vroegere vrienden hebben hem verlaten. Hoe velen van de ern stige liberalen thans met hem zullen mee gaan, zal eerst nog moeten blijken en of hij bij de Unionisten dat vertrouwen zal vin den, zonder hetwelk het niet gaan zal, schijnt, naar zijne antecedenten te oordee- len, twijfelachtig. In elk geval ziet men te Berlijn de verdere ontwikkeling der dingen in Engeland met de gerustheid der overwin ning toegemoet. Londen, 8 Dec. (R.) Lord Grey heelt machtiging verleend tot het doen van de volgende mededeeling: In de pers is een bericht verschenen, uit Duitsche bron af komstig, dat lord Grey woorden heeft ge sproken, inhoudende dat een van de rede nen waarom Groot-Brittannië deelneemt aan den oorlog, is dat het op ieder oogen- blik kan dreigen zich er aan te onttrekken, en dat hij altijd bereid zou zijn eene bemid deling te ondernemen om Duitschland te helpen. Deze en andere berichten van ongeveer gelijken inhoud zijn reeds twee malen open lijk tegengesproken in Augustus en Sep tember 1915. Zij zijn niet waar. B e r 1 ij n, 7 D e c. (W. B.) Eene deputatie van 60 boeren uit alle deelen van het ko ninkrijk Polen heeft in eene audiëntie bij den gouverneur-generaal Beseier te War schau de wenschen der boerenbevolki: g kenbaar gemaakt. De leider sprak de hoop uit, dat de gouverneur-generaal de op 5 November gedane beloften zoo spoedig mo gelijk zou nakomen. Deze woordvoerder overhandigde den gouverneur-generaal een memorie, waarin de verlangens der boeren nader werden toegelicht. De gouverneur-ge neraal antwoordde, dat Duitschland voor de boeren veel gevoelt, aangezien het zelf voor het grootste gedeelte een agrarische bevol king heeft. Hij drukte den wensch uit, dat elkeen, waar het vaderland nu aan de Po len teruggegeven was, daarvoor zou werken en zorg dragen, dat hun land een degelijk, dapper leger zou krijgen, dat de groote Poolsche krijgsgeschiedenis waardig is. Spr. verzocht, totdat een koning voor Polen zou zijn gekozen, den Duitschers hun vertrou wen te schenken, die ook wederzijds in de Poolsche bevolking vertrouwens tellen. Wij willen u de vrijheid brengen, daarom zul len wij voor de toekomst vast aaneengeslo ten samenwerken. Ten slotte werd een drie werf „hoera" aangeheven op het vrije en onafhankelijke koninkrijk Polen. Petersburg, 8 Dec. (Tel.-agent- schap). Bij het station Mostino van den Ca- tharinaspoorweg zijn groote lagen steenko len ontdekt, welker inhoud 500 millioen poed bedraagt. Waarschijnlijk is deze steen kool van een groot calorimetrisch effect OosMndlê Controleur Walter, Resident Quast, gewestelijk secretaris Noll en de divisie-commandant Soetbrook Pic- cardt, wijden in het Tijdschrift voor Binnen- landsch Bestuur het volgende „In memori- am" aan den vermoorden controleur Walter Alweer is een der onzen, terwijl hij op zijn post was en zijn plicht deed, het slachtoffer ge worden van opgezweept fanatisme. Van Tondano, residentie Menado, naar het ge west Djambi overgeplaatst, werd den controleur T. Walter de afdeeling Sorolangoen met gelijk namige standplaats als ressort aangewezen. Hij trad daar begin April T9J6 op, toonde veel be langstelling en toewijding voor zijne taak en hield zijn streven steeds gericht op het aanbren gen van doeltreffende verbeteringen. Van Walters werk werd dan ook veel ver wacht. Zoon van een welbekend, thans rustend, geneesheer te Blitar, was Walter in Indië ge boren cn genoot hij er grootcndeels zijne op voeding hij deed het groot-ambtenaarsexamen in Holland was daarna eenige jaren op het departement van B. B. werkzaam om daarop over te gaan in den actieven bestuursdienst. Hij was een vriend van den inlander; steeds was hij er op bedacht, de belangen van de aan hem toevertrouwde bevolking te behartigen, hij ging in zijn streven zelfs zoo ver, dat hij soms te goed van vertrouwen was. In Tondano is hem dit duur te staan gekomen en Walters doel was het in Sarolangoen om dit alles goed te maken en te toonen, dat, mocht hij ook door te groot vertrouwen eene fout begaan hebben, hij de kracht, de eigenschappen en de geschiktheid be zat, welke voor een bestuursambtenaar vereischt worden. AI drukte het gebeurde in Tondano hem zwaar, hij ging zoodanig in zijn werk op, dat hij goed op weg was, zijn leed te vergeten. He laas, het mocht hem niet gegeven zijn, zijn doel, namelijk benoeming tot assistent-resident, te be reiken. Op den Ten September j.l., terwijl hij moedig op zijn© standplaats de opstandelingen tegemoet ging, werd hij door het staal van twee leiders der verzetspartij doodelijk getroffen, doch niet dan nadat hij twee anderen met zijn revolver had neergelegd; zoo luiden althans de voor- loopige berichten. Hij laat een weduwe cn twee kinderen na, door hem te Soerabaja achtergelaten, daar hij dacht, slechts korten tijd in Djambi geplaatst te zullen blijven. Met Walter is heengegaan een liefhebbend en zorgvol echtgenoot cn vader, hoogstaand mensch, een bij zijne collega's bemind kameraad en goed bestuursambtenaar. Laat het zijno weduwe en zijnen kinderen, z<f> nen vader en overigen nagelaten betrekkingen een troost zijn, dat naar onze overtuiging het ge* heele corps B. B. diep begaan is met hetgeen hem overkomen is en dnt bij hem, die Woltel gekend hebben, steeds de herinnering aan de< braven makker zal levendig blijven. Moge de Regeering van Hare zijde toonen Walters werk en zijn gedrag te waardeeren, dooi olthons een gedeelte van den op hem gerust hebi benden last met betrekking tot zijn gezin op zie1 te nemen. Zijn nssche ruf m vrcai Slafen-Generaal. TWEEDE KAMER. Leening van ƒ125,000,000. Blijkens het voorloopig verslag van de Twee* de Kamer over het wetsontwerp zal het aarv» gaan von eene geldleening of lecningen van 125,000,000, betuigde men algemeen er zijns instemming mede, dat opnieuw tot consolidutii van vlottende schuld wordt overgegaan. De vraag of met een bedrag va* 125,000,000 kan worden volstaan, nu bli]^ kens het voorstel der Regeering op gunstige») voorwaarden don te voren zal kunnen wordeil geleend, werd door verscheidene leden ontken-* nend beantwoord. In de Memorie van Toelich ting merkt de minister op, dat, indien de bui tengewone belastingen ruim vloeien cn het to leenen bedrag niet noodig blijkt voor dekking van crisis-uitgaven of tekorten op den norma len dienst, do beschikbare gelden nuttig zullen kunnen worden besteed voor de aflossing van vorige, onder ongunstiger voorwaarden gesloten leeningen. Waarom, zoo vroeg men, hiertoe niet bij to dragen door een hooger bedrag in do wet to vermelden of, naar enkele leden wenschtcn, do gelegenheid to geven meer to aanvaarden don het in het wetsontwerp voorgestelde bedrag, Vond dit laatsto denkbeeld tegenspraak, omda( eene ongelimiteerde leening de inschrijvingert zal drukken, verhooging van het bedrag vond steun bij leden, die berekenden, dat na dit voor stel spoedig een nieuw voorstel van gelijke strekking zal zijn te wachten. Zij meenden, dat de crisis-uitgaven tot 1 Mei T9I7 op meer dan 25,000,000 per maand moesten worden ge steld. Vóór dien datum zal uit de nieuwe be lastingen slechts een gering© opbrengst worden verkregen. De vlottende schuld zal, bij t-ene leening van 125 millioen, niet onder 200 millioen dalen. Ook in het geval dat de vr-.de eerder tot stand mocht komen, is de beschikking over een grooter bedrag onvermijdelijk noodig. Vele za ken zullen, volgens deze leden, hooge cischen. aan de schatkist stellen en het zal nog lang du ren, voordat het evenwicht in 's lands financiën is hersteld. Hiertegenover merkten andere leden op, dnt het huns inziens geen overwegend bezwaor op levert, binnen betrekkelijk korten tijd eene nieu we leening te sluiten en het daarentegen geen aanbeveling verdient thans meer te leenen dan ITlrecIilscliesJ r::nl 40. Telefoon OO. De vruchten van den boom der kennis «ouden niet zoo gevaarlijk zijn als zij niet meestal onrijp genuttigd werden. Roman van ANNA WAHLENBERG. Geautoriseerde vertaling dooi G. B. NORTAKKER. 39 Hier zit ik en oordeel en veroordeel hem too koud, dat ik innerlijk bevries, 't Is of een ander uit mijn mond sprak. Maar Sig- fried luistert zoo ingespannen of er louter wijsheid van mijn lippen vloeide. Zijn ge zicht is niet meer hard en onderzoekend. Vreugde en tevredenheid stralen uit zijn irekken, hoewel hij niet lacht aS' nu hem verteld wat zoo moei lijk te zeggen was en mijn hart behoorde licht te zijn, maar toch is het dat niet. Heb Ik niet de volle waarheid gezegd? Be heb precies zulk een gevoel. Zou ik misschien hebben moeten vertellen dat ik op het punt Wond Frederik binnen te laten, dat ik me ■an den rand van de sofa moest vasthouden nfat op te springen en het te doen Maar dat te vertellen. Onmogelijk I En daar komt immers vader om ons te zoeken. Nu is het te laat XXIX. „Als 't u blieft, mevrouw. Weer bloemen. Maar ook bij deze is weer geen kaartje." Zij behoefde mij dat niet te zeggen. Ik weet wel dat er nooit een kaartje bij is. En dat is ook niet noodig. Ik weet toch even goed welke naam er op dat kaartje gestaan zou hebben, indien er een bij was geweest, even goed als ik weet welke bloemen in het vloeipapier verborgen zijn. Theerozen. De rozen met hun milde, warme wijngeur. De lieflijkste van alle ro zen I Dc ruik den geur door het papier heen I Ja, ze zijn het. Zacht geel, glinsterend als zijde, aan de buigzame stengels hangend met de slanke, elegante bladeren. Een vaas I Een kristallen vaas, het pen dant van de vaas op mijn schrijftafel, even eens gevuld met theerozen, ook nog zoo frisch. Moest ik ze niet aannemen Ze terugzenden naar den winkel, waar men ook den afzender niet kent en waar deze ook niet terugkomt, want elke zending komt van een ander bloemenmagazijn. Nee, hij weet wel, dat ik ze moet aannemen, dat ik niet anders kan doen. Hij weet, dat ofschoon hij zelf tevergeefs aan mijn deur klopt, en hij buiten blijft, sijn bloemen binnenkomen en voor hem spreken. En wat zeggen ze? Dat hij self niet mag zeggen, dat hij me liefheeft evenals vroeger. Én hier sta ik en luister naar de boodschap, die zo me bren gen en kus ze. Beminde, liefli'ke v'oeir^n, ik kan jelui niet weerstaan. En hij merkt het toch niet. En ik denk immers ook niet aan hem, die jelui zendt, maar aan hem die je zusters lange jaren geleden zond. Die beide zijn niet dezelfde. Ik mag jelui kussen en denken aan dengeen, die mij eens toebehoorde. Arme Frederik, denkt hij ook aan het ver leden en wenscht hij het terug? Soms schijnt hij mij een onzalige, dolende geest. Waarom doet hij zijn werk niet, maar zwerft zoo den geheelen dag op straat? Laten zijn gedachten hem gec -—blik met rust Altijd is hij achter mij of aan den anderen kant van de straat, zooals dien keer, toen ik Sigfried ontmoette en wij samen den heuvel afliepen. Toen kwam hij van den anderen kant en week niet op zijde. Keek ons den geheelen tijd aan met zijn brandende oogen, wonderlijk licht tegen de grauwbleeke huidskleur. Sigfried vroeg of hij ziek was. Hij zag er uit alsof hij uit het graf was opgestaan. O, mijn mooie, lieflijke bloemen, wat zijn jullie bladeren, koel en zacht. Wat is jelui geur liefkozend en doordringend. P-»"~en jelui mij een groet van een onzalige, dolende ziel XXX. Zoo veel menschen I Zoo vele gezichten f Men kan zien dat de tentoonstelling zeer interessant is. Maar waarom komt Sigfried toch niet Heeft hij het druk als altijd Als hij de kaarten had gezonden zou ik naar binnen kunnen gaan in plaats van hier in de vestibule te wachten. Maar het doet er niets toe. 't Is wel aardig een tijdje naar het publiek te zien, en dat kan men het best buiten. Daar binnen zijn immers de schilderijen. Wie is dat Die houding van het hoofd f Kan het Frederik zijn? O, wat een massa menschen, nu zie ik hem niet meer, 't was zeker maar .el- ding. Ik meen hem overal te zien opduiken. God, wat wind ik me op, een hartklop ping voor de geringste gelijkenis f Ik ga een eindje naar den anderen kant van de vestibule, dan zijn de menschen zeker weg als ik terugkom. Ja, hij is het f En hij zag mij, maar wendde zich af. Wacht hij, evenals ik, op een kennis met een kaart om naar binnen te gaan? Nu, wat beteekent het nog als we in de zelfde zaal loopen en kijken naar de kunst werken Ik ga toch alleen naar de schilde rijen zien en me daarmee 'en. Trouwens, misschien komt hij niet eens bin nen, en treft geen kennis die hem mee naar binnen kan nemen. Daar is Sigfried f Goddank, nu kan fk hier vandaan I Wij gaan de trappen op, zoo vele men schen komen achter ons. Is hij er ook bij Ik durf niet omzien. Als hij er is en merkte wat ik deed, -nu hij den ken dat mijn gedachten voortdurend met hem bezig zijn. De zaal ligt voor ons met zijn kalm licnf over al de bijeengehoopte schatten, ik voel mij bijan alsof ik een gevaar ontloopen t-eiu 't Geeft een gevoel van veiligheid langa de wanden te loopen. Niet door de zaal te moeten loopen, geen gezicht te -:"n, alleen schilderijen, alsof men geïso' 'rd an de menigte rondom. Nu moet ik eens aandachtig luisteren naar hetgeen Sigfried zegt, om op t:'"it- woord te geven en opmerkingen o, zoodat hij niet merkt d-f -rtrooid jen. Heeft hij Frederik beneden gezien? West hij, dat ik hem ook gezien heb Ik moet hem toonen, dat ik uitsluitend aandacht schenk aan de schilderijen, ik moet ze be wonderen, critiseeren. Zoo veel menschen zijn achter ons. 's Frederik er ook bij Waagt hij het zoo dicht bij me te komen, ofschoon hij weet, dat ik niets met hem te maken wil hev^cn? >Ms ik hem op straat zag, was het altijd op een afstand, behalve dien keer toen ik met Sig fried liep. Maar nu ben ik immers ook met Sigfried. Is het misschien juist don dat hij het waagt Zou hij nu Is hij daar misschien vlak achter mij» O, deze verleiding I Precies alsof iemand mij trok, mij wil dwingen me om te keeren. Spoedig kan ik er niet langer tegen strijden. Slechts een blik over den schouder terzelf der tijd dat ik rrijn boa optrek, die is immer» naar beneden gegleden. ("Wordt vervolg (Li

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1916 | | pagina 5