„DE EEMLANDER". Maandag 11 December 1916. Valkhoff's Hofboekhandel, De Koningin. N* 139. 15d' Jaargang. BUITENLAND. C en SciisiLrjkaléfriilevs FEUILLETON. AMERSFOORTSC M M MAR,E VAN VERSENDAAL. Hoofdredactie» Mf Q j VaN SCHAARDENBURG. Uitgevers: - VALKHOFP C( ABONNEMENTSPRIJS: te 8 maanden voor Amersfoort 1.30» PRIJS DEK 4 D V ERT EN TI N Van 1—6 regel»M ».S0. Par week (met grati» verzekering tegen ongelukken)» 0.18». Afzonderlek, nummer»0-05. Wekeljjksoh bijvoegsel ,0» Hollands/*. Huinrouu" (onder redaeti» v»n Thérèa. Horen) per 8 mnd, 50 cis. ■Wekeijikeeh bijvoegsel „ftk m. m«" per 8 mnd. 58 cis. Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 46. Intercomm. Telefoonnummer 66. Groote lettors naai plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan /.eer voordoolige hep t on tot het herhaald •idvortearon in dit Blad, bij abonno lont. Eene circulaire, bovatlonde de voorwaardoo, wordt op aanvraag toegezonden. Politiek Overzicht Ruslands oorlogsdoel. Toen Napoleon na zijne terugkomst van Elba voor enkele maanden zijne macht deed herleven, kenschetste hij de Bourbons, die bij zijne nadering de wijk hadden genomen over de grens, met een kort en kernachtig voord, door te zeggen, dat zij in de jaren van hunne ballingschap niets geleerd en niets vergeten hadden. Aan dat woord wor den wij herinnerd door de rede, die de nieu we Russische minister-president Trepow bij zijn eerste optreden in de rijksdoema heeft gehouden. In de dagen van spanning, die aan het uit breken van den wereldstrijd zijn voorafge gaan, Is Rusland opgetreden in de rol van beschermer van het kleine Servië, dat in zijne rechten werd aangetast door zijn groo- ten nabuur Oostenrijk-Hongarije. Sedert is gaandeweg steeds meer gebleken, dat de ware drijfveer, waardoor Rusland werd be wogen, een geheel andere was. In de zit ting der rijksdoema van 9 Februari 1915 sprak de toenmalige minister-president Go- remykin van de schitterende toekomst van Rusland aan de Zwarte zee. Miljoekow, de leider van de kadettenpartij, wees het ver krijgen van de zeestraten en van Konstan- tinopel aan als de voornaamste taak van Rusland en van de regeeringstafel werd door den minister van buitenlandsche zaken Sazonow als het oorlogsdoel van Rusland genoemd de vernietiging van Turkije. Thans heeft men het oogenblik gekomen geacht om het masker af te leggen en open kaart te spelen. Het hoofd van de Russische regeering heeft in zijne rede van 3 Decem ber j.l. gewaagd van het-eeuwenoude stre ven van Rusland naar het zuiden, naar dén .vrijen uitgang in de open zéé. ïny zeiïs, dat dit streven meer dan duizend jaren oud .is, en zinspeelt daarbij op Oleg, den vorst die de beide toenmaals bestaande Russische staten tot één rijk vereenigde met Kiew als hoofdstad, en die in 907 tegen Konstan- tinopel een veldtocht ondernam, die geluk kig verliep en waardoor hij zich een voor- deelig handelsverdrag afdwong. De sleutels tot den Bosporus en de Dardanellen, het schild van Oleg boven de poorten van Kon- stantinopel, dat zijn de eeuwenoude droo- men, waarmee het Russische volk door alle tijden heen van zijn bestaan vertrouwd was. Die wenschen zijn, zoo zegt de Russische imnister-president, sedert de oorlog is be gonnen de vervulling nabij. „Ruslands le vensbelangen worden door onze trouwe bondgenooten even goed verstaan als door ons zelf. Daarom stelde de overeenkomst, die wij in 1915 met Groot-Brittannië en Frankrijk gesloten hebben en waartoe Italië is toegetreden, voor goed Ruslands recht op de zeestraten en op Konstantinopel vast. In overeenstemming met onze bondgenoo ten wordt heden de verklaring over de vol komen overeenstemming van deze tribune uit afgelegd. Ik herhaal de volledige over eenstemming omtrent dit punt is vast verze kerd." Het blijkt dus, dat de Duitsche rijkskan selier juist was ingelicht, toen hij in October in den rijksdag verzekerde, dat in het vorige jaar een verdrag gesloten was, waarbij de leden van de Entente aan Rusland als winst uit dezen oorlog hadden toegekend Kon stantinopel, de beide oevers van den Bos porus" en een gedeelte van het Aziatische achterland. Dat is nu bevestigd van de meest gezaghebbende zijde en er is nog bij gevoegd, dat Rusland, als het den vrijen toegang tot de Middellandsche zee souve- rein in bezit zal hebben genomen, aan Ru- menië vrije scheepvaart zal verleenen. Dit geeft ons de verklaring voor veel wat ons tot dusver wel wat duister voorkwam. Men heeft in het vorige jaar zich verwonderd over de volharding, waarmee Frankrijk en Engeland verleden jaar, ondanks tegensla gen zonder tal, maanden achtereen zich aan de Dardanellen het hoofd te pletter-zijn blij ven loopen. Men vindt hier de verklaring daarvan: zij hadden zich contractueel daar toe verbonden. Daarmee wordt ook verklaard de nadruk waarmee Rusland verzekerd, dat het geen af zonderlijken vrede zal sluiten. Dat is nu vol komen duidelijk, want als Rusland Frankrijk en Engeland in den steek laat, dan zijn de westersche mogendheden ontslagen van de verplichting om aan Rusland Konstantinopel te bezorgen. Het hoofd van de Russische regeering verzekert nog eens met allen na- druK, G«t niets het besluit kan te niet doen, dat door Rusland geen vrede zal worden ge sloten zonder de bondgenooten. „De ge- heele wereld mag het nog eens hooren, dat, hoe groot ook de moeielijkheden, hoe groot de tijdelijke tegenslagen mogen zijn, Rus land, het groote Rusland en zijne dappere bondgenooten, den laatsten soldaat zullen opbrengen, alle middelen van den staat be schikbaar zullen stellen, opdat de oorlog tot een beslissend einde gebracht en de aansla gen en de gewelddadigheid van de Duit- schers voor alle tijden verijdeld worden. De macht van den vijand is»niet meer ongebro ken en hef uur der vergelding, waarnaar wordt verlangd, nadert meer en meer; maar er is nog een reusachtige inspanning noo- dig om den tegenstander, die al zijne krach ten inspant, voor goed te verslaan. De hulp middelen van Rusland zijn onuitputtelijk, maar de eendrachtige en innige samenwer king van het geheele land en het geheele volk zijn noodig om deze hulpmiddelen dienstbaar te maken voor het bereiken van het begeerde doel, de vernietiging van onze vijanden." Om dit doel te bereiken, is alles in orde, voor zoover het op het papier in orde is te maken. De werkelijkheid echter stoort zich niet altijd aan papieren regelingen. Ook hier niet. De ocrlog. B e r 1 ij n, 1 0 D e c. Bericht uit het groote hoofdkwartier van heden voormiddag. In het Somme-gebied nam het artillerie vuur des avonds in hevigheid toe. Sterke Engelsche patrouilles, die in den nacht ten oosten van Gueudecourt oprukten, werden teruggedreven. In Champagne, ten noorden van Ripont, wierpen onze aanvalsgroepen de Franschen uit een door ons ontruimd en daarna door hen bezet 'veldwerk. In de Vogeezen ten westen van Mar- kirch haalden de Nqs«au?che landweerman nen, zonder eigen verliezen, verscheidene jagers en een mijnwerper uit de Fransche loopgraven. Avondbericht uit het groote hoofdkwar tier. Ten noorden van de Somme tijdelijk een krachtige artillerie-strijd. P a r ij s, 1 0 Dec. (Havas). Namiddag communiqué. Een onverhoédsche aanval der "Duitschers tegen een Fransche loopgraaf ten zuiden van den pas van Saint-Marie (Vogeezen) werd afgeslagen. Overigens is van het front niets te berich ten. In den nacht van 9 Dec. wierp een eska der Fransche liegluif/en talrijke projectie len op stations en militaire inrichtingen te Matigny, Ham en Nions-en-Chausse. Avond-communiqué. De Duitschers hebben twee mijnen bij de hoogte van Mesnil doen springen; wij heb ben de trechters bezet. Londen, 10 Dec. (R.) Avond-bericht van generaal Haig. Als vergelding voor de beschieting van d.e streken achter ons front benoorden de Ancre door den vijand, bombardeerden wij hevig verscheidene punten achter zijne lijn. Ten zuiden van de Ancre vijandelijk artille rievuur. Gedurende de laatste 24 uren was er veel loopgraafmortier- en artilleriewerk aan bei de kanten in alle deeten in de sectoren Vperen ,Loos en Hulluch. Berlijn, 10 Dec. (W. B.) Bericht uit het groote hoofdkwartier van heden middag. Op het front van prins Leopold van Beie ren zijn geene bijzondere gebeurtenissen voorgekomen. Wederom vielen de Russen tusschen Kir- libaba en Dorna Watra aan zonder eenig succes te behalen. Ten zuiden van het Trotosul-dal konden zij een hoogte nemen, maar het gelukte hun, ondanks het aanwenden van groote strijd krachten, niet aan weerszijden van dit punt terrein te winnen. Petersburg, 10 Dep. (Tel.-agent- schap). Communiqué van den grooten gene- ralen staf. In de streek ten nooiden van Dwinsk le verden wij een luchtgevecht. Ons vliegtuig kwam bij het meer Koloeb, 25 werst ten noorden van Dwinsk, op den grond en werd vernield; de vliegers bleven ongedeerd. Een ander gevecht werd geleverd in de streek van Illoekst, waar een Duitsche Fok ker door ons werd neergeveld. Ons vliegtuig keerde behouden terug, na zijne verkenning te hebben verricht. Rome, 10 Dec. (Stefani). Officieel communiqué. De artillerie-actie werd in de bergstreken door overvloedigen sneeuwval belemmerd. Zij bleef'oök gisteren aanhouden in de streek ten oosten van Görz en op het Karstplateau. Berlijn, 10 Dec. (W. B.) Bericht uit het groote hoofdkwartier van heden voor middag. - In oostelijk Walachije dringen onze legers vooruit. Tusschen Czernawoda en Silistria zijn Bulgaarsche troepen over den Donau gezet. In de Dobroedsja is geringe gevechtsar- beid. Avondbericht uit het groote hoofdkwar tier. In Groot-Walachlje wc.den, ondanks het regenachtige weder, op nieuw snelle vor deringen gemaakt. Weenen, 10 D e c. (W. B.) Officieel bericht van heden middag. Tusschen Silistria en Cernawoda bereik ten de Bulgaren den linker Donau oever. Ten oosten van Bukerest en Ploesti win nen wij bij onze. vervolging terrein. De troepen vnn generaal von Arz sloegen in de grensstreek ten Westen en Noord- Westen van Ocna hevige aanvallen der Russen af; alleen ten Zuid-Westen van Sul- ta gelukte het den vijand ons een hoogte te ontnemen. In het gebied van het leger van von Kö- vess richtte de vijand verscheidene hevige aanvallen tegen de stellingen ten Westen van Fundul en Moldovi, waarom sinds we ken verwoed wordt gestreden. De bc o.idi veidedigers sloegen alle aanvallen af Verder Noordelijk is niets van bchnf voorgevallen. Petersburg, 10 Dec. (Tel. Ag.) Com muniqué van den grooten genenden staf Ten Noorden van Dorna Watra du: en dt gevechten voort; onze oprukkende trc >cn wisten 's vijands tegenstand te bre!c;i In het dal van de Trotus en da Suite Czeboniasz duurt onze opmarsch voort Langs den weg BuseuPlösti nam-n de Rumeniërs het offensief en wierpen den vijand over de Grikovul terug. B e r 1 ij n 10 Dec. (W. B.) Bericht uil het groote hojfdkwartier van heden vcor- middag. Ten noorden van Monastir en in den Czerna-boog voerden de Entente-troepen gisteren weder een krachtigen ontlasth.gs. aanval uit. Deze aanval mislukte. De Duit sche en Bulgaarsche troepen hebben alle- aanvallen van de Franschen en Sei vK *s met verliezen voor dezen afgeslagen. Avondbericht uit het groote hooi :k\v;ir- lier. Een hernieuwe krachtigen aanvd van dc Entente-troepen in den Czernaboog werd bloedig afgeslagen. Sofia, 10 Dec. (Buig. Agent nap.) Bericht van het hoofdkwartier. Na krachtige artillerievoorbeiv .ding trachtte de vijand Tarnova en hoogte 1249 ten noord-westen van Monastir aan te val» len; hij werd afgeslagen. In den Czerna-boog viel hij eveiv is te vergeefs aan over het lange front van Do- bromir tot Makovo. De Engelschen deden driemaal een aan val op Tsjiflik Tavfik, maar deze aanval'en werden door ons geschutvuur gebroken. P a r ij s, 1 0 Dec. (R.) Avond-communi qué. Tusschen Monastir en het Doirsn-meei hevige artillerie-gevechten. Ten reiden van Serres hebben de Engelschen Turksche pos len gevangengenomen: Athene, 10 Dec. (R.) Het Grieksche bron wordt bericht, dat de koning aanbood drie regimenten uit Thessalië te verwijde ren en de bewaking van het Cormit-kannal en van de Chalcisbruggen aan Fransche torpedojagers toe te vertrouwen. Londen, lODec. (R.) Llóy Is Now be richt uit Piraeus, via Syra, van den 8 n: Ko ning Konstantin heeft een zeker gezantschap te Athene laten weten, dat hij, als de Entente de diplomatieke betrekkingen met hem af breekt, zich bij de Duitschers zal aansluiten. B e r 1 ij n, 9 Dec. (W. B.) Officieel be richt. Utrechtscltoslraaf 10. Xèlcfoou 00. Er zijn dingen, die men met beleid en zachtzinnigheid moet aanvatten, en één van deze dingen iseen ander te wijzen op zijn gebreken. Roman van ANNA WAHLENBERG. Geautoriseerde vertaling door G. B. NORTAKKER. 40 Nee, hij was er niet. En niet in de geheele zaal, zoover ik zien kan. 't Is hem zeker niet gelukt een kaart te krijgen. Zoo, nu krijg ik weer lucht, nu kan ik de schilderijen bekijken en ze werkelijk zien. ,t Is of ik nu eerst de tentoonstellingszaal binnen kom. JtëffifSitefek rifc&jfc*. weg was öoö: in zoo lang geen nieuwe. Ik dacht dat I ik er niet meer zou krijgen, ik dacht dat het hem begon te vervelen en hij verstandig was geworden. En nu komt hij zelf. „Ik ben wat moe, Brita, ik mag zeker wel gaan zitten." Hij wacht niet op mijn toestemming. Hij fit daar al in den hoek van de sofa en lacht en recht door de zaal kan loopen, zoo dik wijls ik wil, is dit gemakkelijk te doen. „Sigfried, ik wil graag nog eens kijken naar „Het meisje in den storm." „Goed." 't Is moeilijk om vooruit te komen. Maar nu gaat het och. Ze wijken voor ons uit I God, daar is hij toch I Zag hij, dat ik bang werd, dat ik aarzelde Die brandende, wonderlijke oogen I Ze gloeien als in koorts. Nu zag Sigfried hem ook. We moeten groeten. En dan gauw verder naar „Het meisje in den Storm." Dat bekijken en be- studeeren, daarover praten. Maar ik zie immers niets anders dan een bonten muur, alles smelt samen. Nu staat hij achter onze ruggen en kijkt naar ons. Ik voel het, ik weet het. En hij wil dat ik zal weten dat hij daar staat en ons volgt, ons bespionneert. Dat is om Sigfried, nu weet ik het. Als ik alleen ben, vliegt hij altijd als een schaduw voorbiij en is dadelijk weer verdwenen. Maar nu blijft hij staan. Nee, ik kan niet langer kijken naar de bonte schilderijen, waarvan ik de eene kleur niet van de andere kan onderscheiden. Ik rrJe moet toch wel een thuis hebben, Fre- derik. Als men een vrouw heeft en een aller liefst klein meisje „Mijn klein meisje, ja, zij is lief. Als ik haar op mijn knieën heb met haar armen om roirn hnis en Kaai we.-m, zuvht wangetje tegen m:jn wang, dan Is het goed en heb ik moed om te leven. Zij is mijn seïtet en 't Is verkeerd van me Sigfried lastig te vallen. Ik behoef toch niet bang te zijn. Ik zou zeker met rust gelaten worden, nu even goed als anders wanneer ik alleen loop. Maar toch ben ik bang. Ik ben bangEn bovendien is het om een andere reden goed. Als Sigfried bij me is moet het toch duide lijk zijn, dat ik niets te maken wil hebben met iemand anders, dat wij beiden gaan om hem te ontwijken 't Zou mogelijk zijn dat we gevolgd wer den, op een afstand of dicht bij, dat'doet er niet toe. Ik kijk niet om. Maar als er iemand is die me volgt dan moet hij zien dat ik om niemand anders geef dan om Sigfried. Ik lach tegen hem en praat zoo levendig en vroolijk alsof we ons uitnemend met elkaar vermaken. Dat moet nu eens gedaan zijn met dat eeuwige volgen van mij door een derde. Hij zal zien, dat ik niet naar hem vraag, niet aan hem dénk, niet In het minst onder den in druk ben in de tentoonstellingszaal. Alleen om Sigfried geef ik. Hij moet met me naar huis gaan, mee naar boven, en een poos 'blijven. Ik zal hem vruchten en wijn presen teeren. €n als dan iemand buiten staat en naai^boy^uikt.i d#t mt^r zien. iets anders zegt, spreek je een onwaarheid." Waarom kan ik niets zeggen, zwijg ik en geef ik hem gelijk Maar hij mag geen gelijk hebben f God help me, geef me woorden, woorden f „Naar de handelingen moet men een mensch beoordeelen Frederik, Men heeft geen ander richtsnoer." j Maar hij doet het niet als ik het hem niet vraag. Hij doet nco:t moeite om mij naar zich toe te trekken. Ik moet van zelf komen. Kan ik Wil ik Als ik kon, zou er een einde komen aan alle onrust en strijd. Ik behoef slechts mijn blik op te heffen en hem te vragen „Help mij" en zijn arm ligt steunend om mij heen, en mijn leven vloeit in een nieuwe basn. Nee, nog niet. Vandaag niet. Ik wil naar huis, och was ik toch maar spoedig thuis I Zoo, nu zijn we thuis. Zal ik hem vragen mee naar boven te gaan „Dank je, Sigfried, wat was het vriendelijk van je me naar huis te brengen. Nu moet je je haasten door mijn schuld." „Dat is niet zoo erg. Ik kan de rest van de schilderijen nog wel zien vóór het gesloten wordt. Er is nog meer dan genoegd tijd." Hij zou tijd hebben om mee naar boven te gaan als ik het hem vroeg, rekent hij er misschien op? „Nogmaals dank voor je geleide, Sig fried." ^er^^aoddrulcijV-haast. Dc.Lan henv piel cfercSe Bosr.h e en nieuwe ,».w van het faLwaxer vn.ook vrienden, die mb'wur.Mi^ iiT ga. XXXI. Met wie spreekt juffrouw Hall daar toch in het atelier? Een mannenstem. Een klant? Zoo vroeg op den morgen, dat is onge woon. Ze komen dichter bij en praten voort durend. 't Klinkt of ze hem wil afwijzen. Maar nu komt ze hier om hem aan te mel den. Nee, ze moet middenin zijn blijven staan. Wat een lang gesprek I En zulke zachte stemmen. Nu komt ze toch hier. Daar staat ze in de deur, waarom kijkt ze om Ze houdt de deur vast alsof ze bang is dat iemand zich een weg zal banen voorhij haar. „Bezoek. Ik wist niet goed of ik „Ik ben het, Brita." „Frederik." Dat hij op deze wijze binnendringt, rr.'jn eigen kamer binnendringt I „Ik moet enkele oogenblikkcn met j spre- ken, Brita." Hij schuift juffrouw Hall bijna op zijde, en sluit de deur achter haar. En ik Iaat hei toe. Nu staat hij voor me. „Je weet immers dat ik je niet wil ontvan- gen '-Ja. dat weet ik. Mam dat dqet. er; nietl/i ten. En dan het spel, het kaartspel. Dat is een uitstekende medicijn, dat weet je niet. Maar toen jij terugkwam van je reis, en ik je zag en sprak, was het of iemand mij had omgetooverd. De verdooving was weg. Ik voelde mijn ziekte. Dc ben ziek, Brita, heel Ziek.'" eet Ik. Mam- ammers^. WfvJ itr' jVj einde kan maken. Als ik daar vri] van kom, kriijg ik misschien zooveel rust, dat ik aat» iets anders kan denken, aan mijn gezond, heid bijvoorbeeld. 'Wordt vervolg!)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1916 | | pagina 1