OmoJan- en Scheurkalenders 1917
15" Jaargang,
„DE EEMLANDER".
Dinsdag 12 December 1916.
_B UIXEMLAN
De Koningin.
N* 140.
Uitgevers: VALKHOFP ft Co.
Bureaus UTRECHTSCH EST RAAT 46.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
Va S khoH's Hofboekhandel,
FEUILLETON.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
,A A marie van versendaal.
HooTdredactlai Mf< q van schaardenbura
ABONNEMENTSPRIJS:
Jjr 8 maanden met Ajnarataort
Idam franco par poetA
Per week (met gratia varaakermg tegen ongelukken)» 0.18'.
AbonderlÜke nummer»0.05.
Wekeliikech bHroegeel ,Dt Hollanitehe BuierrW (oader
redactie ran Thérèee Boren) per 8 mnd. 50 ete.
WekelHkseh btiroegeel „ft* mi miT per 8 mnd. 58 cte.
PRIJS DER 4.0 VERTEN TIEN
ÏJLa 1-5, rei!',uo.so.
Elke regel meer.. «.15.
Dienstaanbiedingen 1—5 regelsO.HO.
Groote lettere naar plaatsiuimte.
Voor handel en bedrijl bestaan neer roordooiige bepalingen
tot het In haald adrerteeren in dit Blad, 'e(j abonnomeuU
Eeno circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op
nanvraag toegezonden.
Politiek Overzicht
Het kabinet-Lloyd George.
Heden doet het nieuwe kabinet, dat door
Lloyd George is samengesteld, zijne intrede
In het parlement. Het nieuwe hoofd der re
geering heeft, toen hij de opdracht aan
vaardde, laten verkondigen, dat hij zou
trachten een ministerie op nationalen grond
slag in het leven te roepen. Een ken
merk van dit kabinet is, dat de coa-
Htie van de beide hoofdpartijen in het
parlement, waarvan het vorige kabinet de
uitdrukking was, is verdwenen. De hoofden
van de liberalen en de conservatieven zit
ten niet broederlijk bijeen zooals in het vo
rige kabinet; maar de mannen met een
parlementair verleden, die in het kabinet
fitting hebben, zijn allen conservatieven, be
halve Lloyd George zelf en drie leden van
de arbeidspartij. De leiders van de conser
vatieven hebben in het nieuwe ministerie
ritting. Verder heeft Lloyd George den
Steun verkregen van de arbeidspartij, althans
van de meerderheid van die groep, want er
rijn in de groep overtuigde voorstanders
van den vrede, zooals Ramsay Macdonald
en Snowden, en die doen natuurlijk niet
mee. Overigens zijn de nieuwe ministers
geene mannen, die in de politiek eene plaats
van beteekenis innemen. Zulken zitten er
verscheidenen in het kabinet, en daarin zal
misschien het nationale element zitten, dat
de nieuwe premier beloofde in zijn kabinet
te zullen opnemen.
De Daily Chronicle heeft eene bereke
ning gemaakt van den aanhang, dien het
kf binet-Lloyd George in het lagerhuis zal
hebben. De sterkte van de nieuwe regee-
ringspartij wordt daarin aldus opgegeven:
268 unionisten, 25 leden van de arbeids
partij en 50 liberalen. Er zijn echter 60
unionisten ln dienst bij het leger; als men
die aftrekt, dan blijven er over 303 regee-
ringsgezinden. De rest van het huis is aldus
verdeeld: 211 liberalen, 12 leden van de ar
beidspartij, die als tegenstanders van den
oorlog bekend zijn, en 64 nationalisten.
Wanneer men 30 liberalen aftrekt, die in
legerdienst zijn, dan komt men tot een cijfer
van 277 leden van de oppositie. De vorige
premier Asquith en. de afgetreden minister
van buitenlandsche zaken Grey hebben in-
tusschen in de liberale partijvergadering te
kennen gegeven, dat wat het voeren van den
oorlog betreft, de nieuwe regeering moest
worden gesteund. Dat kon moeielijk anders
worden verwacht; nog pas eene groote week
geleden heeft Asquith den koning geraden
tot eene reconstructie van het kabinet om
den oorlog met de uiterste krachtsinspan
ning te kunnen voortzetten.
Dat is voor Lloyd George nog niet genoeg;
hij wil gaan tot de alleruiterste krachtsin
spanning. In zijn ministerie is het denk
beeld verwezenlijkt, dat de leiding van den
oorlog wordt opgedragen aan een klein col
lege van vijf mannen, het oorlogskabinet,
waarvan de eerste minister voorzitter is en
dat verder bestaat uit lord Curzon en Bonar
Law, die de leiding hebben van het kooger
huis en het lagerhuis, en uit de ministers
zondei portefeuille Henderson en lord Mil-
ner De opneming van Henderson in dit
oo'logskabinet is een nieuw bewijs hoeveel
den kabinetsformeerder aan den steun van
de arbeidspartij gelegen is.
Van het programma, waarmee de nieuwe
regeering optreedt, kennen wij de hoofd
punten reeds uit de mededeelingen, die de
Weekly Dispatch daarvan heeft gedaan. Men
vindt er in opgenomenbewapening van
handelsschepen, voorbereiding tot het offen
sief in het aanstaande voorjaar, mobilisatie
van de burgers tusschen 16 en 60 jaar.
maatregelen om de blokkade effectief te ma
ken, uitgifte van voedselkaarten, vermeerde
ring van de levensmiddelenproductie in het
eigen land, verbod van werk zonder belang
voor den oorlog, doorvoering van een ver
bod van weelde, instelling van vleeschlooze
dagen.
Men ziet uit dit programma, dat het voor
beeld, door Duitschland gegeven met de in
stelling van den vaderlandschen hulpdienst,
tot model is genomen. Men is in sommige
opzichten zelfs nog verder gegaanmen
eischt de diensten van alle burgers op, die
nier tot het leger behooren, van het 16e
levensjaar af tot aan de grens van den ou
derdom. In Duitschland is rnen beschei
dener; men begint daar eerst met het 17e
jaar. Wie in Engeland kan zich vóór 28
maanden hebben voorgesteld, dat de oor
log zulke ontzettende offers zou vergen
Ais mer daarvan ook maar een flauw ver
moeden had gehad, dan zou men het zeker
niet tot den oorlog hebben laten komen.
Maer het kwaad is geschied, en de vloek
van de booze daad drijft Engeland steeds
verder op den weg, die nooit had moeten
betieden worden. Misschien echter kan ook
hiervan worden gezegd„Het moet erger
worden, opdat het beter kunne worden." Het
optTeden van het kabinet-George schijnt de
laatste troef, die de oorlogspartij in Enge
land kan uitspelen.
De oorlog.
B e r 1 ij n, 1 1 D e c. (W. B.) Bericht uit het
hoofdkwartier van heden voormiddag.
Op de beide oevers van de Somme nam
gisterende strijdactie van de artillerie be
langrijk toe. Ook aan het front ten noord
westen van Reims vermeerderde van den
middag af het vijandelijke vuur.
Door omvangrijke opblazingen aan de
Butte des Mesnil (Champagne) en bij Vau-
quois (Argonne) vernielden wij belangrijke
deelen van de Fransche stellingen.
Op den oostelijken oever van de Maas
werkten onze zware kanonnen tegen de
loopgraven en batterijen van den vijand.
Aan het front van Verdun werden door-
afweervuur en in den luchtstrijd zeven vijan
delijke vliegtuigen neergeschoten.
P a r ij s, 11 Dec. (Havas.) Namiddag
communiqué.
Kanonnade bij tusschenpoozen ten zui
den van de Somme. Overal elders was de
nacht rustig.
Den lOen werden twee Duitsche vliegtui
gen neergeveld op het front van Verdun;
het eene viel brandend neer bij Brabant-sur-
Meuse, het andere viel te pletter bij Herme-
ville. Denzelfden dar leverden Fransche
vliegers op het front van Champagne ver
scheidene gevechten, waarin een Duitsche
machine werd neergeveld en in vlammen
gehuld terecht kwam ten zuiden van Mont-
thois. Eene tweede machine kwam neer aan
den noordelijken zoom van het bosch van
Autry.
In den nacht van 10 op 11 December
wierpen Fransche bombardement-vliegtui
gen talrijke bommen neer op Duitsche mu
nitiebergplaatsen in de streek van Verdun.
Er werden verscheidene branden en sterke
ontploffingen geconstateerd in de kantonne-
menten.
Avond-communiqué.
Er was hevige artilerie-actie in de streek
van Ville-au-Bois, ten noorden van Reims en
bij Douaumont.
Londen, 11 Dec. (R.) Avond-commu
niqué.
In den afgeloopen nacht hebben wij ten
oosten van Armentiè met goed gevolg
raids ondernomen, machinegeweer-stellin
gen vernield en gevangenen gemaakt.
Een aanval van den vijand ten Oosten
van Boutillerie hebben wij afgeslagen.
Petersburg, 11 Dec. (Tel.-agent-
schap). Communiqué van den grooten gene-
ralen staf.
De streek van het Goekalovcebosch werd
hevig gebombardeerd door de vijandelijke
artillerie zonder ophouden van den middag
tot vier uur. Ten zuidoosten van Pomorjany,
in de buurt van het dorp Juzeffovka, trachtte
de vijand zijne formatie vooruit te brengen,
maar hij werd teruggeslagen door het vuur
van onze verkenners. In de streek zes werst
ten westen van Dzembrowy, waar de vijand
het offensief nam, drong hij eerst eene com
pagnie terug, maar werd daarna door de
zelfde compagnie met steun van een andere
teruggeslagen; onze stelling werd dus her
steld. Een herhaalde aanval van den vijand
op dezelfde elementen had geen succes.
In de streek van Kirlibaba nam de vijand,
ongeveer een compagnie sterk, het offensief,
maar werd door ons vuur in zijne loopgraven
teruggedreven. In de streek van het dorp
Valepoetny en in het Trotusdal biedt de
vijand een krachtig verzet; hij beantwoordt
ons vuur met een intens vuur en met tegen
aanvallen, die intusschen geen succes had
den.
In de bergen valt op het geheele front een
dichte sneeuw, vergezeld van strenge vorst,
hetgeen de bewegingen van onze troepen
zeer belemmert.
Rome, 11 Dec. (Stefani). Officieel
communiqué.
Aan het Trentinofront beperkte ook giste
ren het aanhoudende slechte weder het
werk van de wederzijdsche artillerie.
Op het Karstplaleau viel in den nacht van
den lOen een vijandelijk detachement een
van onze versterkingen aan in den sector
Boscomalo (Hudilog); het werd prompt terug
geslagen.
Gisteren overdag was de vijandelijke ar
tillerie werkzamer van hoogte 144 tot aan
zee. Gedurende den nacht beproefden vijan
delijke afdeelingen afleidingsactiën tegen
hoogte 208 en hoogte 144. Andere afdee
lingen vielen onze werken aan in den
Adria-sector; zij werden met gevoelige ver
liezen teruggeworpen en lieten eenige ge
vangenen in onze handen.
B e r 1 ij n, 11 Dec. (W. B.) Bericht uit
het groote hoofdkwartier van heden voor
middag.
Ten noorden van den Tatorenpas (in de
Woud-Karpathen), in den Bistritza-sector
ten noorden van Jacobeny), aan de Munce-
lul (in het Gyergiugebergte en aan beide
zijden van het Trotosuldal) viel ook gisteren
weer de Rus aan met sterke krachten, maar
zonder eenig succes. Een aanval van Duit
sche patrouilles ten noorden van Smotrec
bracht 14 gevangenen en 1 mijnwerper in.
Het vervolgende leger vindt op sommige
plaatsen tegenstand, die gebroken werd. De
bewegingen werden, ondanks den door
stroomenden regen doorweekten grond,
overeenkomstig de bedoeling. Wij maakten
opnieuw verscheidene duizenden gevange
nen.
W e e n e n, 11 Dec. (W. B.) Officieel
bericht van heden middag.
De verbonden strijdkrachten dringen, on
danks de ongunst van het weder, de slechte
wegen en het hier en daar weer oplevende
verzet van den vijand, verder vooruit. De
O.-H. en Duitsche troepen hebben bij Re-
ceanu, ten noordoosten van Bukarest, den
overgang over de Jalomitza bevochten.
In de Korpathen bestormen dc Russen,
ondanks zware bloedige verliezen, die in do
laatste dagen volgens matige schatting min*
stens 30.000 man hebben bedragen, tel»
kens weer onze stellingen. Het leger van
generaal von Arz sloeg in den grenssectoi
ten westen en noordwesten van Ocna we*
derom verscheidene aanvallen nf. Bij hel
leger van generaal von Koevess werd non
beide zijden van den weg Valeputa—Jaco
beny, waar de vijand sedert het begin van
zijn ontlastingsoffensief tegen de troepen
van de generaals von Habermann en von
Scheuchenstull met bijzondere hardnekkig*
heid storm loopt, en in de streek ten noor
den van den Tartarenpns verbitterd gestre
den. Alle offers van de Russen waren vruch
teloos.
Petersburg, 11 Dec. (Tel.-agent-
schap). Communiqué van den grooten gene-
ralen staf.
In der avond van den 9en drong een vij
andelijke aanval de Rumeniërs terug langs
den weg PloestiTizet Mizilon. Door een in
den morgen van den lOen ondernomen
tegenaanval herstelden de Rumeniërs den
toestand. De strijd duurt daar voort.
Op de Donau en in de Dobroedsjo de ge
wone wisseling van schoten.
Wilna, 1 1 D e c. (W. B.) Luitenant»
kolonel baron Von Stolzenberg, chef von
den generalen staf van het gouvernement
Wilna, is tot chef van het gouvernement
Bukarest benoemd.
B e r 1 ij n, 11 Nov. (W. B.) Bericht uit
het groote hoofdkwartier van heden voor
middag.
Alle aanvallen van de Franschcn en
Serviërs tusschen Dobromir en Makovo
mislukten op het taaie verzet van de Duit
sche en Bulgaarsche troepen. Inzonderheid
onderscheidde zich in de gevechten om de
hoogten ten. oosten van Paralovo het Oost-
Pruisische infanterieregiment no. 45.
Parijs, 11 Dec. (R.) Avond-communi
qué.
Het slechte weder belemmert de operatiën
op den Balkan, maar er was ernistige stnjd
ten noorden van Monastir, waar de Fran-
schen 800 Meters vooruitkwamen.
Londen, 11 Dec, (R.) Wij vernemeit
dat de nota van de geallieerden aan Grie
kenland, dae nog eenige geringe wijzigingen
heeft ondergaan, heden of morgen zal wor
den aangeboden. Zij zal gevolgd worden
door eene tweede nota, waarin de eerstert
meer in bijzonderheden zijn opgenomen.
Waarschijnlijk zullen de geallieerden et-
schen: volledige demobilisatie, herstel van
hun gezag over posterijen, telegrafie en
spoorwegen en vrijlating van de gevangen
genomen Venizelisten.
ITtrechtschesf raaf 40. Telefn»»
Zonder u niet te veel van de wereld en
de menschen af. Alleenzijn leidt tot zei?
overschatting.
Roman van
ANNA WAHLENBERG.
Geautoriseerde vertaling door
G. B. NORTAKKER.
41
Iets heel gewichtigs. Maar als het dan zoo
gewichtig is, waarom haast hij zich dan niet
om het te vertellen? Hij staat daar en kijkt
om zich heen, precies zooals hij altijd doet.
Heeft hij het gewichtige vergelen om zich
hier binnen bij mij te orienteeren
Nu zag hij de rozen. Een glans in zijn
oogen, een lach op zijn lippen. Waarom heb
Ik die bloemen ook niet weggeworpen, ze
zijn immers niet frisch meer, bijna een weck
oud. In zoo lang geen nieuwe. Ik dacht dat
Ik er niet meer zou krijgen, ik dacht dat het
hem begon te vervelen en hij verstandig
was geworden. En nu komt hij zelf.
„Ik ben wat moe, Brita, ik mag zeker wel
gaan zitten."
Hij wacht niet op mijn toestemming. Hij
rit daar al in den hoek van de sofa en lacht
tegen de rozen. Die lach is vol vreugde en
voldoening, maar toch mat. En moe is hij
zeker ook. Zijn borst hijgt.
„Wat is het goed hier te zitten. Alles ron
dom is zoo warm en zacht en vriendelijk als
in een goed thuis
„Wat hadt je mij te zeggen, Frederik?"
Heeft hij vergeten wat er was Hij staart
mij zoo verwonderd aan, alsof hij niet wist
wat ik bedoel.
Ja, nu komt zijn herinnering terug, de
verwondering verdwijnt van zijn gezicht.
„Dadelijk, dadelijk. Laat mij nog even zit
ten. Hier is zulk een rust en kalmte."
Hij wil het niet zeggen, want dan moet
hij immers gaan. Hij wil zoo lang mogelijk
blijven zitten.
Nee, ik kan zijn lachen niet aanzien. Zoo
iets bedroefds, zoo iets zieks heb ik nog
nooit gezien. Ik moet me afwenden en me
met iets anders bezig houden, het tafelkleed
recht trekkenmaar laat ik niet gaan zitten,
want dan meent hij eerst met recht op zijn
gemak te kunnen gaan zitten.
,,'t Is zoo lang geleden, dat ik een thuis
had."
Zegt hij het zelf Maar hij moet zich niet
verdiepen in die gedachte, niet sentimen
teel worden.
„Je moet toch wel een thuis hebben, Fre
derik. Als men een vrouw heeft en een aller-
i liefst klein meisje
i „Mijn klein meisje, ja, rij Is lief. Als ik
haar op mijn knieën, heb met haar armen
om mijn hnis en haat warm, sc-.ht wangetje
tegen mijn wang, dan is het goed en heb ik
moed om te leven. Zij is mijn scïtet en
houdt van mij. En ook van den anderen
kant ondervind ik vriendelijkheid en zorg.
Niets ontbreekt in mijn huis. Ik heb niets
te wenschen. Maar een thuis is het niet."
Dat hij toch niet kan laten mij en zich
zelf te plagen. Hoe komt hij er nu toe om
dit alles te zeggen. Hoe zal ik zijn gedachten
op iets anders richten?
„Maar Frederik, je hadt mij immers wat
te zeggen
Hij hoort mij niet, hij zit slechts te staren
naar de bloemen.
„Maar eens had ik een thuis, een plaats
waarheen ik terugverlangde, waar ik ook
was. 't Middelpunt van mijn bestaan, waar
zij was, met wie ik alles deelde, arbeidslust,
arbeidsrust en toekomstplannen, waar alles
wat lieflijk en heerlijk was, zich concen
treerde. En te denken dat ik zelf de deur
achter me dicht geslagen heb van dit thuis.
Dat ik dit zelf gedaan heb.
„En waarom? Ik weet het niet. Weet jij
het, Brita
„Ja, zeker weet ik het. Je hield immers
niet meer van mij."
Hij staat op met gloeiende oogen T Wat
wil hij van mij, hij komt zoo dichtbij.
„Zeg dat niet. Nooit, nooit heb ik opge
houden je lief te hebben, dat weet je. Als je
iets anders zegt, spreek je een onwaarheid."
Waarom kan ik niets zeggen, zwijg ik en
geef ik hem gelijk Maar hij mag geen gelijk
hebben f God help me, geef me woorden,
woorden f
„Naar de handelingen moet men een
mensch beoordeelen Frederik. Meh heelt
geen ander richtsnoer."
„Ja, zeker, naar de handelingen."
Daar zit hij weer in elkaar gedoken en
vernietigd voor zich uit te staren. Is het de
schuld van zijn stemming, dat hij er zoo
slecht uitziet, of is hij werkelijk zoo veran
derd? 't Is beangstigend, ondragelijk! Wat
zal ik toch met hem doen
„Ja, er zijn handelingen, die onbegrijpe
lijk zijn. Vooral voor een vrouw als jij, maar
ook voor mij zelf. Men heeft een vaste
richting, plotseling wordt men afgeleid door
iets, in of buiten je zelf, kleinigheden, een
verdriet, tobberij of zoo iets. De blik dwaalt
af, en de hand aan het stuur is niet zeker
meer. Men voelt niet, dat men in een
dwaalstroom is geraakt, die je meesleept,
weet van niets vóór dat deze je reeds ver
weggevoerd heeft en het onmogelijk is om
te wenden. Het is vreeselijk, Brita, je thuis
te zien verdwijnen. Het is vreeselijk altijd
met heimwee in het hart te loopen."
Die lange stilte tusschen ons beiden
wordt pijnlijk. Wat zal ik zeggen om die te
verbrekenWat zal ik doen? Wat zal er van
ons worden
„Het eerste waar ik aan dacht, was na
tuurlijk mij te verstrooien. En dat gelukte
tamelijk. Ik verschafte me nieuwen arbeid,
die al mijn gedachten en arbeidskracht vor
derde en nieuwe vrienden, die me vermaak
ten. En dan het spel, het kaartspel. Dat is
een uitstekende medicijn, dat weet je niet.
Maar toen jij terugkwam van je reis, en ik
je zag en sprak, was het of iemand mij had
omgetooverd. De verdooving was weg. Ik
voelde mijn riekte. Dc ben ziek, Brita, heel
riek."
Hij is ziek. Ik zie het. Waarom mag ik niet
op de sofa naast hem gaan zitten en zijn
hoofd aan mijn borst trekken O waarom
niet? Maar naar hem toe gaan moet ik. Het
tafeltje staat tusschen ons beiden en scheidt
ons, en ik kan me er over heen buigen.
„Ja, Frederik, ik begrijp dat je ziek bent.
Maar denk niet dat het alleen een geestelijk
lijden is, 't is eerder lichamelijk. Ik ken je
immers. Je bent nerveus, misschien nu nog
erger dan vroeger. Maar dat kan genezen,
Frederik, en dan wordt je geest ook weer
gezond. Je moest hulp zoeken."
„Jij bent niet de eerste, die dat zegt. En
ik heb al hulp gezocht, dokters hulp, men
wil mij hier weg hebben, naar de bergen."
„Zoo, goddank, dan ben je gauw weer
beter. Wanneer ga je?"
„Dat hangt van jou af, Brita."
Van mij. En welk een toon, alsof zijn
leven in mijn hand lag.
„Van mij
„Ja, en daarom ben ik hier. Ivlaar kijk niet
zoo verschrikt, Brita. 't Is niet mijn bedoe
ling mij bij je in te dringen. Ik wil je geen
kwaad doen, integendeel, al het goeds van
de wereld, als ik slechts kon. 't Betreft niets
anders dan een antwoord op een vraag. Als
je dat niet wil, weet ik niet wanneer en of
ik ga. 't Is een idee fixe, waarom jij een
einde kan maken. Als ik daar vnj van kom,
kriijg ik misschien zooveel rust, dat ik aan
iets anders kan denken, aan mijn gezond
heid bijvoorbeeld.
'Wordt vervolgd^