r
„DE EEMLANDER".
15" Jaargang.
Maandag 18 December 1916.
~BtJITF.NI.AND.-"
FEUfLLFTOn.
De Koningin
W 145.
Uitgevers: VALKHOFP ft Co.
Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT 46.
Kennisgevingen.
u MARIE van versendaal.
Hoofdredactie! Mf Q VAN SCHAARDENBURa
ABONNEMENTSPRIJS:
?j* t muodu root Amantooti t J.JJN
Idem Hmneo par port..
Pa» waak (met *ntn »a«ekarlog tagao oogalukkao) - O.ljl».
Afaondarltika
Wakelijkiab bljToa*ial .0» HoUmduhê BtU-rowtf (ondar
radactia ami Thdrkea Hoven) par 8 mnd. 50 els.
Wek.lhkeeh kflTUKSil ,W mtT par 8 mnd. 50 eta.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
ee ee
PRLJS DER 4.DVERTENTIEN
Van 1—B reset*
Elke regel meor
Dienstaanbiedingen 1—5 regels
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedriji bostaan /eer voordeelige bepuliugon
tot het horhaald adverteeron ui dit Blad, bij abonnemout.
Eeno circulaire, bevattende de voorwaardoQ, wordt
.'lanvraag toegozonden.
f o.»o.
0.19*
- Q.50.
op
Burgemeester en \Vethensders van Aiwr-
feort,
Gelet op art 264 <kr Gemeentewet,
Doen te weten, dat het primitief kohier der
ichoolgelden voor het Gymnasium, de Hooge-
re Burgerschool en do O. L. Scholen No. D,
over het dienstjaar 1916/7, goedgekeurd door
Gedeputeerde Staten van Utrecht in afschrift
gedurende vijf mannden op het Bureau der Ge-*
xncentebelostingen. Koestraat 9, voor een ieder
ter lezing liggen.
Amersfoort, den 16den December 1910.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Do Secretaris, De Burgemeester,
A. R. VEENSTRA. v. RANDWUCK
Burgemeester en Wethouder» van Amers
foort
Gelet op art. 264 der Gemeentewet,
Doen te weteiv dat het derde suppleloire ko
hier der schoolgelden voor de O. L. School D,
over het dienstjaar 1915/16, goedgekeurd door
Gedeputeerde Staten van Utrecht, in afschrift
gedurende vijf maanden op het Bureau der Ge
meente-belastingen, Koestroa 9, voor een leder
ter lezing ligt.
Amersfoort, den 16den December 1916.
Burgemeester en Wethoudens voornoemd^
De Secretaris, De Burgemeester,
A. R. VEENSTRA. v. RANDWUCK.
Burgemeester en Wethouders van Amers
foort
Gelet op art 264 der Gemeentewet,
Doen te weten, dat het 5de gedeelte van het
kohier der hondenbelasting, goedgekeurd door
Gedisputeerde Staten van Utrecht, in afschrift
gedurende vijf maanden op het Bureau der Ge
meente-belastingen, Koestraat 9, voor een ieder
ter lezing ligt.
Amersfoort, den löden December 1916.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
De Secretaris, De Burgemeester,
A. R. VEENSTRA. v. RANDWUCK.
Gemeentel ij ke woningplannep-.*
Gegadigden, die, bij uitvoering van bovenbe
doelde plannen, in aanmerking zouden willen
komen voor eene woning (maximum-huur 300
pei jaar) kunnen daarvan opgave doen aan het
bureau van den dienst Bouw- en Woningtoezicht,
Achter Davidshof 2.
liet Bureau is eiken dag geopend des voor-
i 'iud»?» van 9—12, des namiddags van 1 lA5,
op uttrdag alléén van 9—T uur.
De Inspecteur van het Bouw- en
W oningtoezicht,
J. SCHUTTE NOHDHOLT.
Washington, 16 Dec. (R.) De Duit
sche, Oo sten rijks che en Turksche vredes
nota's ziin naar de hoofdsteden der Enten-
te-mogendheden doorgeseind.
H«t vr«d«9aanbod.
Washington, 15 Dec. (R.) Wilson
en zijn kabinet hebben fn eene sitting, die
drie uren duurde, de Duitsche vredesaan-
biedlngen besproken en de houding, die
door de Vereenigde Staten zal worden aan
genomen bij hunne overbrenging aan de
oorlogvoerenden der Entente.
N e w-Y ork, 17 Dec. (R.) De corres
pondent van de Tribune seint, dat Wilson's
weigering om officieelen steun aan Duitsch-
land's vredesvoorstel te geven in de Duit
sche kringen veel teleurstelling heeft ge
wekt, vooral omdat het bekend is, dat de
andere onzijdigen geneigd zijn zich naar
het voorbeeld van Wilson te richten.
In een hoofdartikel roemt de Tribune
Wilson's handelwijze en zegt: Het staat niet
aan ons om te waarschuwen. Wij kunnen
slechts in het uiterste geval helpen. Dat
uiterste geval Is nog niet aanwezig. Boven
dien zal het nuttig zijn geduld te oefenen,
want het is minder belangrijk voor Europa
en de wereld dat de groote strijd wordt op
gelost, dan wel dat hij voorgoed en naar
bebooren wordt opgelost.
B e r 1 ij n, 1 6 D e c. (K. N.) Uit Ghristiania
wordt aan de Voss. Ztg. geseind, dat de mee
ning, die door den minister van binnenland-
sche zaken van Noorwegen Loevland in
zijne hoedanigheid van voorzitter van het
Nobel-vTedescomité is uitgedrukt en die is
opgenomen in Morgenbladet, de aandacht
waard is. Hij beschrijft het vredesaanbod als
een inleiding van onderhandelingen, die
reeds hebben plaats gehad, en hoopt, dat ge
tracht zal worden om tot overeenstemming
te komen. Van de Duitsohe voorwaarden
hangt ten slotte alles af. Men moet ernstig
wenschen, dat er een uitweg zal worden ge
vonden om aan den gruwelijken en vernie
tigenden oorlog een einde te maken. Daar
na is het de tijd voor onderhandelingen om
den vrede voor de toekomst te vérzekeren,
gelijk Bethmann-Hollweg en Grey dit be
reids aangeduid hebben.
De oorlog.
B e r 1 ij n, 17 Dec. (W. B.) Bericht uit
het groote hoofdkwartier van heden voor
middag.
Legergroep van prins Rupprecht. Bij Hon-
nescamps ten noorden van de Ancre be
proefden Engelsche afdeelingen onder dek
king van krachtig vuur In onze loopgraven
door te dringen. Zij zijn onder verliezen
teruggeslagen.
Legergroep van den kroonprins. Op den
oostelijken oever van de Maas hebben de
Pranschen gisteren hun aanval voortgezet.
Na verwoeden strijd is Bézonvaux en het
bosch ten westen van hun dorp in hun han
den gebleven. Hunne in noordelijke richting
voortgezette aanvallen zijn voor onze stel
lingen op den heuvelkam ten noorden van
het dorp Bézonvaux ineengevallen.
Avondberir.ht.
Aan het geheele westfront slechts matige
gevechtsarbeid.
Par ij s, 17 Dec, (Havas). Namiddag
communiqué.
In Champagne werd een Duitsche verken-
ningsafdeeling, die een der kleine Fransche
posten ten westen van den weg naar Nava-
rin trachtte te veroveren, met gemak terug
geslagen.
Op den rechter Maasoever valt niets te
melden, afgeziein van eenige ontmoetingen
tusschen patrouilles in de streek van Bézon
vaux.
In den sector van St.-Mihiel is een poging
der Duitschers tegen de Fransche loopgra
ven bij Chevoncoirrt door het vuur der Pran
schen mislukt.
Aan het verdere front was de nacht rustig.
Avond-communiqué.
Aan den rechter Maasoever bombardeer
de de vijandelijke artillerie onze nieuwe
liniën; van Vacherauville tot Bézonvaux,
vooral den sector van de hoeve Chambret-
tes. De onze antwoordde hierop.
Londen, 17 Dec. (R.) Bericht van
generaal Haig.
In den afge'.oopen nacht deden onze troe
pen een geslaagden inval in vijandelijke
loopgraven bij Rensart. Ook drongen wij in
vandelijke loopgraven ten zuidwesten van
Wytschaete en vernielden een machinege
weer-emplacement. De vijand liet ten oos
ten van Yperen een floddermijn springen.
B e r 1 ij n, 17 Dec. (W. B.) Bericht uit
hst groote hoofdkwartier van heden voor
middag.
Front van prins Leopold. Een na hevige
artillerie-voorbereiding uitgevoerde aanval
der Russen bij Dluxt (ten noordwesten van
Dunaburg) werd afgeslagen.
Ten noorden van Hen spoorweg Kowel
Luzk deden afdeelingen van het 52e Bran-
denburgsche reserve-regiment infanterie
een aanval op de Russische stellingen over
een breedte van ongeveer 600 meter. Vijf
officieren en 300 man konden als gevan
genen en verscheidene machinegeweren en
mijnwerpers als buit worden meegevoerd.
Weenen, 17 Dec. (W. B.) Officieel
bericht van heden middag.
Op het front van prins Leopold bestorm
de eene Duitsche compagnie ten zuiden van
het bosch van Bol eene vijandelijke stelling
en veroverde deze op eene breedte van 600
Meters. 5 officieren, 300 man, 3 machine
geweren, drie mijnwerpers bleven in han
den van de aanvallers.
Petersburg, 17 Dec. (Tel.-agent-
schap.) Communiqué van den grooten gene-
ralen staf.
In de streek van Kowel bij Bolchoi en
Porsk ging de vijand tegen drie uur na een
artillerie-voorbereiding tot den aanval over,
die door ons vuur gestuit werd. Anderhalf
uur later herhaalde hij zijn poging met aan
merkelijk sterken troepenmassa's, echter
eveneens tevergeefs.
Toen het donker werd, nam de strijd in
hevigheid af. De vijand rukte opnieuw met
vier bataljons op in de richting van Malyi
en Porsk en slaagde er in een deel der loop
graven van één onzer compagnieën te be
zetten.
In den nacht van den 17den vertrok twee
maal een vijandelijke gepantserde auto van
het dorp Karabovec, die onze loopgraven
beschoot.
Een poging van vijandelijke verkenners,
om de rivier de Bystritza over te trekken in
de streek van Jesupol mislukte door ons
vuur.
In de streek van Staryr Lisetz slaagden
onze verkenners er in krijgsgevangenen te
maken.
Ten Zuid-Oosten van Valeputna werden
onze verkenners door een hevig vijandelijk
vuur ontvangen; wij zonden hun twee batal
jons te hulp, die den vijand terugdreven.
Ook een hernieuwde aanval werd afgesla
gen, waarbij wij 50 man gevangen namen;
wij vermeesterden hierop een hoogte, waar
vrij ons versterkten.
Rome, 1 7 D e c. (Stefani). Officieel com
muniqué.
Aan het Trentinofront heerschte groote
artillerie-bedrijvigheid. Ons geschut bracht
verwarring in de bewegingen van den vijand
bij de Astico en op het Asiago-plateau. Aan
het Giulia-front artillerie- en patrouille-be
drijvigheid.
Het vijandelijk vuur op de huizen van
Monfalcone brachten wij tot zwijgen door
een welgemikt vuur van onze zware kanon
nen op de vijandelijke kantonnementen te
Cuneno.
B e r 1 ij n, 17 Dec. (W. B.) Bericht uit
het groote hoofdkwartier van heden voormid
dag.
Pront aartshertog Jozef. Aan de Cimhros-
lana (Woud-Karpathen) en in het Uz-dal de
den de Duitsche troepen een aanval over en
kele liniën. Zij maakten eenige dozijnen ge
vangenen en verdreven den zich te weer stel
lenden vijand.
Ook ten zuiden van Mestecanesci (aan de
Bistritza) hadden voorpostgevechten plaats.
Legergroep Mackensen. De Buzeu-sector
is in een breed front overschreden. Behalve
1150 gevangenen vielen IQ lokomotieven en
omstreeks 400 spoorwegwagens, meeren-
deels beladen, en een aantal voertuigen in
onze handen.
In de Dobroedsja heeft de snelle vervol
ging van den slechts hier en daar tegen
stand biedenden vijand onze fToepen tot
dicht bij het boschgebied in het noordelijke
gedeelte van het land gebracht, waar tegen»»
weer verwacht wordt.
Avond-bericht uit het gTOOtc hoofdkwar
tier.
Onze legers zijn met hunne hooldmassa
de Buzeu en de beneden Colmafuiul over»
gegaan.
Het Dobroedsja-leger won veld naar het
noorden toe.
Weenen, 17 Dec. (W. B.) Officieel
bericht van heden middag.
In oostelijk Walechije overschreden d#
troepen van generaal Falkenhayn den Bu
zeu-sector op verscheidene plaatsen. Gister
werden in den loop van den dag 1150 marw
gevangen genomen en 18 lokomotieven en
■100 beladen spoorwegwagens buit ge
maakt.
Ten zuiden van Valeputna werd een aan
val van Russische bataillons door een
krachtigen tegenstoot van O.-H. troepen af
gewezen. Hierbij werden een vaandrig en
65 man als gevangenen ingeleverd. In het
Uzdal en ten westen van het Cibodal vielen
Duitsche afdeelingen over hunne eigen linie
heen; zij namen eenige dozijnen manschap
pen gevangen.
Petersburg, 17 Dec. (Tel.-ag.). Conv
muniqué van den grooten generalen staf.
In de Dobroedsja hebben aanzienlijke vij
andelijke strijdkrachten onze troepen bij
Testemele aangevallen en het dorp bezet.
Berlijn, 17 Dec. (W. B.) Bericht utt
het groote hoofdkwartier van heden voor
middag.
Aan het Macedonische front geene groo-
tere strijdhandelingcn.
Avond-bericht.
In Macedonië rust.
Konstantinopel, 16 Dec. (MUli^
Bericht van het hoofdkwartier.
Aan het Knukasische front neemt het aan»
tal der Rus? ~rhe soldaten, dat naar onze
linie deserteert, eiken dag toe.
Petersburg, 1 7 D e c. (Tel.-ag.). Com
muniqué van den grooten generalen staf.
Aan het Kaukasische front heeft een com
pagnie in de streek van den berg Karakay,
15 werst ten westen van Kalkit, een Turk-
schen veldpost van ongeveer 60 man aan
gevallen en een gedeelte er van met de ba
jonet gedood, terwijl de rest op de vlucht
ging. Andere troepen, uie uit de streek
Ovlia naar het Salpantchayadal optrokken,
werden door een sterke vijandelijke strijd
macht tot staan gebracht.
Konstantinopel, 17 Dec. (Milli^
Bericht van het hoofdkwartier.
Aan het Tigris-front, ten zuiden van onz«
stelling bij Fellahie, hebben wij het vuur,
dat de vijand telkenmale bij verrassing
CtreElilMjIicNtrHat 48. Telefioon 86.
Wv
Nood is een romp, maar er is geen enkele
noodzakelijkheid in nood te leven.
Roman van
ANNA WAHLENBERG.
Geautoriseerde vertaling door
G. B. NORTAKKER.
44
Wat wil ze loch van mij? Ik heb toch be
loofd haar geen kwaad te doen?
Ik heb loch gezegd dat ik niet weet waar
hij is. En toch gaat ze maar door en waar
schuwt me, niet te denken dat het mij geluk
ken zal.
Ik kan niet langer hier naast haar staan,
ik moet tegen den muur leunen om rechtop
te kunnen blijven.
Zoo, nu kan ze nog een tijdje doorgaan.
Dat geeft haar misschien verlichting, nu zij
ontwaakt is uit haar zekerheid, en niet meer
too volkomen gelooft aan haar gelukkig
huwelijk, als zij mij wil doen gelooven.
Werd daar geklopt? Op de buitendeur?
Ik meende
Maar dan zou juffrouw Hall toch wel open-
nocn. 'Hoe laat is het?
O, al kwart over vier. Dan h ie al lang
heengegaan. Haar misschien werd er niet ge-
klont. Men kan immers verkeerd hooren
onder dezen vreeselijken woordenvloed.
Maar als ik eens goed heb gehoord? Als hij
niet vertrokken is, als hij het wasl En Dagny
hier!
Nee, het was toch een vergissing. Alles is
immers stil buiten. Ik ben duizelig, goed dat
ik tegen den wand leunen kan. Nu kan ik den
zin van dien woordenvloed niet langer be
grijpen.
Geklop heel duidelijk.
't Beste is dat ik niet opendoe, als hij het
eens mocht zijn. Na een poosje verveelt het
hem wel, dan denkt hij dat niemand thuis
is. Dan gaat Dagny toch zeker ook wel eens
eindelijk heen. En dan is het gedaan. Ik be
hoef geen van hen beiden ooit meer te tref
fen, ik schrijf hem alleen wat ik Dagny be
loofd heb, hij zal zijn kind niet verliezen.
Ja, klop maar, Frederik. Ik hoor het wel,
maar ik doe niet open, ik doe je nooit meer
open.
En Dagny spreekt maar door, altijd door.
Z'j heeft geen vermoeden wie daar buiten
staat en binnen wil. Ja, spreek maar, Dagny,
spreek maar over mijn listen en jou rechten,
ik hoor toch wel dat er geklopt wordt. Ik her
inner me nog dien keer, toen er zooals nu ge
klopt werd en Ik op de sofa in het atelier lag
en mij vasthield aan den rand om niet op te
springen cn te openen. Zal ik dan niet even
sterk kunnen zijn, nu ik weet dat er een on
geluk gebeurt als ik ga, een onherstelbaar^.
Weer 't geklop!
0, waarom hoort Dagny nietsI Als zij het
hoorde en het legen me zei, moest ik immers
gaan. Dan was het mijn schuld niet. O, ik wil
gaan. Hij vertrekt. Misschien zie ik hem nooit
Jtfctr. Ik moet gaan» ik kan het niet latcu.
Geklop l
Zag ze dat ik schrikte?
„Pardon, Dagny, er werd geklopt. Ik moet
openen, want juffrouw Hall is naar huis ge
gaan."
Ze behoeft niet te weten wie er is. Ik laat
hem niet binnen komen. Ik kijk maar even om
de deur en zeg hem dat Dagny hier is, dan
moet hij wel dadelijk gaan.
„Frederik, je bent niet vertrokken?"
„Zooals je ziet nog niet. Ik had zoo veel om
aan te denken."
Dezelfde stralende oogen als gisteren, toen
hij heenging. O. nu staat hij toch al weer bin
nen. Ik vergat de deur vast te houden. Ik moet
voor hem gaan staan opdat hij niet verder
naar binnen gaat. Heeft Dagny al wat ge
hoord? O nee, van hier kan ze zijn stem
niet hooren, ze is immers ver weg, in mijn
kamer.
„Zie mij aan, Brita, zie je geen verandering
aan mij?"
Een verandering? Wat bedoelt hij?
„Ik voel het zelf zoo sterk, dat ik meen dat
ook anderen het moeten zien. Zie je niet, dat
er een groote rust over me is gekomen?"
Ja, werkelijk er is een nieuwe uitdrukking
op zijn gezicht.
„Ja ik geloof ik zie.
,,'t Lijkt me of ik nooit vroeger geweten
heb wat kalmte beteekent."
Hij heeft gelijk. Er is een verandering. Ik
heb nooit zulk een kalmte, zulk een klaarheid
op zijn gezicht gezien. En toch is er smart
achter de stralende vreugde van zijn oogen.
Maar zoo stil. Wonderlijk! Is zijn oude,
eeuwige onrust weg?
„Ik heb in mijn hotelkamer gelegen en na
gedacht Ik ben ver. Ungs Undvregen en door
bosschen geloopen, steeds met dc gedachte:
Wat moet er gedaan worden, wat is het
beste voor ons allen? Ik heb geen oog dicht
gedaan vannacht, 't Is vrecselijk, Brita, ver
antwoordelijkheid voor anderen tc hebben,
schuld te voelen, te weten dat, wat men ook
doet, men gedwongen is anderen pijn te doen,
zijn naasten smart te veroorzaken."
Ik moet hem hier op de sofa laten zitten.
Zijn gezicht is vol leven, maar zijn lichaam
wankelt. Hoe vele mijlen heeft hij geloopen
langs de landwegen, door de bosschen?
Ik moet zelf gaan zitten, anders gaat hij niet
zitten.
„Je begrijpt, Brita. ik kan niet langer wonen
op de plaats waar het thuis is van mijn klein
meisje. Dat werd me gisteren duidelijk, toen
ik hier was. Vroeger was er veel verward in
mijn hoofd, maar nu werd veel me duidelijk
't Hart trilt me in de boni. 't Is vreeselijk
te vragen. Maar toch moet ik het doen.
„Duidelijk. En waarom juist toen?"
„Omdat ik toen mocht inzien dat ik in elk
geval iets voor je beteeken. Je wilt niets van
me weten, wilt mij niet in je nabijheid dulden,
toch is er geen andere man, die iets meer
voor je beteekent dan ik."
„Hoe durf je beweren. Dat heb ik nooit..."
„Nee, dat heb je nooit gezegd, je hebt niet
op mijn vraag geantwoord, en toch kreeg ik
een antwoord. Ontken het zoo veel je wilt,
het geeft je toch niets. Ook al weet je het zelf
niet, toch gaf je mij een antwoord, dat mij
bewees dat wij beiden samen hooren, hoe veel
ons ook scheidt en hoe ver we ook van elkaar
mogen zijn. Dat is het antwoord, Brita, dat
mij mijn kalmte geeft. En die kalmte wil je
me toch niet ontnemen?"
Kan lk hem die ontnemen, ook indien ik
het wilde? Zijn oogen smeeken mc hel niet
te doen. Maar er is oen diepe overtuiging en
zekerheid in zijn bede. Hij gelooft dat ik het
niet kan doen. Wal zal ik zeggen? Met elko
seconde dat ik zwijg groeit zijn overtuiging en
zekerheid. Maar toch zwijg ik. Wat moet ik
dan zeggen.
Wat moet ik toch doen?
En nu lacht hij. Warm, gelukkig en stiL
Nee, het dient nergens voor, wat ik ook zeg.
„Ten slotte rijpte er een besluit bij mij."
Hij zoekt in zijn borstzak. Wil hij mij iet*
toonen? Zijn portefeuille, hij zoekt naar
iels reikt hel mij...
O, een rondreisbiljet. een gecombineerde
reis door Frankrijk en Duitschland...
„Je hebt jc reis veranderd de bergen uit
je hoofd gezet?"
„Ja."
„En je gezondheid?"
Dit is gezondheid voor me, indien die voor
mij mogelijk is. 't Is een reis in* het belang van
mijn vak, die men mij vroeger had voorge
steld, maar die ik toen afgeslagen heb. Nu if
ze mijn eenige uitweg.
„En hoe lang zal je afwezig zijn, ecniga
weken, maanden?"
„O, Brita, misschien vele jaren."
Enkele dagen geleden kon hij nog geen
paar dagen afwezig zijn om rust te nemen en
nu wil hij voor jaren lang in het buitenland
reizen. Is hij dan een ander mensch gewor-
den?
(Wordt vervolgdj