15d* .Ntffiqng.
„DE EEMLANDER".
Dinsdag 19 December 1916.
BIJ 1TF.N LAND.
rsc^:
N- 146.
Valkhoff's Hofboekhandel,
FEUILLETON.
JUHERSFOO
MARIE VAN VERSENDAAL.
Hectare clactiet Mf D VAN SCHAARDENBURa
Uitgevers. VALKHOFP ft C<
A BONN EM ENTSPBIJS:
'j* 8 ma&nden too* Amersfoort M f 1.50»
Idem franco por pott..1*60.
P#r wttk (met gratis verzekering tegen ongelukken)» 0.12».
Afzonderlijke numotfi 0.05.
WekeHikteb bijvoegsel nD$ BolUmdêch* BuUvrouw femdsr
redactie tad Thérène Hoven) per 3 mnd. 0O eta.
Wtkellikteh btJvoedsel m$ m*T per 8 mnd. 09 cts.
Bureaus UTRECHTSCHESTRAAT 46.
Intercomm. Telefoonnummer 60.
PRIJS DEB ADVERX ENTIÊN
t-5 rozeisf •.SO.
Elko rsgelmoer O.I 5.
iJienstaanbiodingen 1—5 regels.. O.0O»
Qroote letters nAAr plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan reet voordoellp» b.paliin-01»
tot bet herhftAld adverteeron in dit Blad, ou abonnomont.
Eeno oiroulairo, bevattende de voorwaarden, wordt op
aanvraag toegezonden.
Kennisgeving.
De Burgemeester der gemeente Amersfoort
■makt bekend, dat de Minister van Lahdbouw,
Nijverheid en Handel,
Genen tut 8 van de Distributiewet 1916;
Heeft goedgevonden
onder intrekking van zijne beschikkingen van
21 en 22 November j.l. respectievelijk No.
•7500 en 90501 afd. Handel, vast te stellen de
navolgende maximumprijzen voor handelsma-
tcrinlen in ijzer en staal
per 100 K.G.
Vloeüjzer, plat, rond en vierkant en
balk en U-ijzer beneden 80 m.M.
hoogte 20.—
Vloeiijzer, L~ en I 2T.—
Hoef-ijzer en wielbeslag 21.—
Wcl-ijzer, Duitsch 21.—
Wei-ijzer, Duitsch, Hoef, W. U. Nach-
jodt en P. L. H. Kroon „22.50
Wei-ijzer, Zweedsch P. P. S. 32.—
Wei-ijzer, Zweedsch S. P. 40.—
Band-ijzer, halfrond en ovaal-ijzer, 22.—
Duitsche platen onder 3 m.M. dikte 24.—
Staalplaten 3 tot onder 5 m.M.
dikte 25.—
Staalplaten vlak en geruit 5 m.M. en
dikker 22.50
Strippen 150 m.M. en breeder, 8—
30 m.M. dik 20.—
Gegalvaniseerde staalplaten No. 10
en dikker 36.—
Gegalvaniseerde staalplaten, gegolfd,
No. 20 44.-
Gcgalveniseerde staalplaten, gegolfd,
No. 22 48.-
Gegalvaniseerde staalplaten, gegolfd,
No. 24 50.-
Gegalvaniseerd band-ijzer 27.—
Gepoliiste staalplaten Nos. 14—16 30.50
Gepolijste staalplaten Nos. 17—20 43.—
Gepolijste staalplaten Nos. 2126 50.
Gepoliiste staalplaten (houtskool) 53.—
Veerenstaal, Duitsch, le kwaliteit 31.—
Veerenstaal, Duitsch, 2e kwaliteit 25.
Veerenstaal, Engelsch, le kwaliteit 44.
Veerenstaal, Engelsch, 2e kwaliteit 34.—
Balk- en U-ijzer 80 m.M. en hcoger 18.
De hierboven voor de verschillende moterialen
gestelde prijzen zijn grondprijzen, geldende voor
de normale afmetingen, kwaliteit en hoeveel
heden.
Prijsverhoogingen voor afwijkende maat,
lengte, kwaliteit en geringe hoeveelheid mogen
niet hooger worden berekend dan in de lijst van
pri is verhoogingen No. 1 is aangegeven.
Vorengenoemde prijzen en prijsverhoogingen
gelden voor levering uit den voorraad, bij beta
ling op 3 maanden netto, franco vervoermiddel
voor bet leverend magazijnbij afwijkende voor
waarden met bij- of afrekening van rente, als
in den handel gebruikelijk is, en eventueel voor
de transportkosten naar billijken maatstaf.
Voor den tusschen- en kleinhandel vermin
derd met de gebruikelijke reducties, die door
den groothandel worden gegeven.
Amersfoort, 18 December 1916.
De Burgemeester van Amersfoort,
VAN RANDWIJCK.
>-et vredesaanbod.
Lyon, 1 7 D e c. (W. B.) Uit Havre wordt
aan het Journal bericht, dat Donderdagna
middag de leden van de Belgische regeering
onder voorzitterschap van de Broqueville
vergaderd zijn geweest. Hoewel van de voor
stellen van den vijand slechts kennis dra
gende door de Duitsche radiografische me-
dedeelingen, hebben zij eenstemmig de mee
ning uitgedrukte dat de vrede slechts moge
lijk zal zijn, wanneer de geallieerden hem
aan Duitschland opleggen.
Rome, 18 Dec. (Stefani). De Kamer
beraadslaagt sedert 14 Dec. over de voor-
loopige begTOOting. Nadat verscheidene
sprekers vraagstukken van buitenlandsche
politiek hadden aangeraakt, verklaart Son-
nino in zijn antwoord, dat verscheidene aan
de hand gedane oplosisngen betrek
kelijk den vTede en de stap, door de vij
andelijke mogendheden gedaan om de on
derhandelingen te openen, schijnen uit te
gaan van de veronderstelling, dat de re
geering kennis heeft of kennis zal krijgen
van eventueele voorstellen en van min of
meer met name aangeduide onderwerpen,
welke een basis zouden kunnen vormen
voor de vredesonderhandelingen. Maar zoo
als ik reeds eergisteren aan de Kamer heb
medegedeeld, beantwoordt deze voorstelling
niet aan de werkeliike feiten en in de nota
der vier vijandelijke mogendheden ont
breekt elke aanduiding van voorwaarden of
basis voor onderhandeling. Van verschillen
de zijden hoort men, het is waar, met ge
heimzinnig gebaar herhalen dat iemand, die
betrekkingen onderhoudt met diplomatieke
kringen, of een andere, die een neef kent
van een persoon, die het Vaticaan bezoekt,
of wel een politiek man, zeer goed inge
licht, maai die het stilzwijgen bewaart over
de bronnen, waaruit hij zijn berichten put,
dat deze allen bevestigen, dat de voor
waarden, die een grondslag moeten vormen
voor de onderhandelingen, reeds lang be
kend zijn en vastgesteld en men maakt met
fluisterenden stem zinsp'elingen op Tren-
te, op een onafhankelijk en zelfstandig Bel
gië, ten derde op Elzas-Lotharingen, ten
vierde op Triest of Polen en Lithauen, of op
een confederatie van Balkan-staten enz.
Ik herhaal nogmaals, dat niets van dit alles
aan de regeering gebleken is, evenmin als
van één andere bepaalde voorwaarde. Ik ken
geen andere aanduiding, betrekking tot de
hoog opgehemelde eventueele voorwaarden
buiten de bewoordingen in de vijandelijke
nota, welke ik de eer had woordelijk aan de
Kamer voor te lezen, toen ik op de eerste
interpellatie van Baslini antwoordde.
Dat alles zou weinig of niets beteekenen,
als het niet op treffende wijze herinnerde aan
wat hier, te Rome zelf, in April en Mei 1915
geschiedde, n.l. in de periode vóór onze op
zegging van den Driebond en onze deelne
ming aan den oorlog.
Ook toen deden kleine autografische
blaadjes de ronde, die direct of indirect door
de vertegenwoordigers van de thans vijande
lijke landen of langs anderen geheimzinni-
gen weg verspreid werden. Er werd melding
in gemaakt van r.g. aangeboden concessies
van Oostenrijk-Hongarije in ruil voor onze
neutraliteit, waarvan het meerendeel de
consulta volmaakt onbekend was. Nu eens
waren ze op merkwaardige wijze veranderd,
dan weer waren ze lijnrecht in strijd met de
waarheid.
Tisza heeft ons in zijn redevoeringen in
de Hongaarsche Kamer het doel uiteengezet,
waarvoor al die geheimzinnige onthullingen
in clandestine blaadjes destijds dienden.
Na de rede van Sonnino nam Boselli het
woord en vroeg de Kamer een motie van
orde aan te nemen, waarin eenvoudig maar
met grooten nadruk het meest volkomen ver
trouwen werd uitgesproken. De motie werd
met 352 tegen 41 bij appel nominaal aange
nomen.
De oorlog.
B e r 1 ij n, 18 Dec. (W. B.) Bericht uit
het- groote hoofdkwartier van heden voor
middag.
Er waren geene gebeurtenissen van be
lang. Ook in het Somme- en het Maasge
bied was slechts eene geringe gevechts
actie.
P a r Ij s, 18 Dec. (Havas). Namiddag-
communioué.
Eene Duitsche afdeeling, die trachtte de
Fransche liniën ten zuidoosten van Berny
te benaderen, werd met granaatvuur terug
gedreven.
Aan den rechter Maasoecer deden de
Duitschers na ulster vermelde bombar
dement tegenaanvallen op de nieuwe Fran
sche stellingen; zij konden slechts voet krij
gen op een punt bij de hoeve Chambrettes,
waarvan de Franschen de onmiddellijke
omgeving bezet blijven houden.
Het cijfer van de door de Franschen se
dert 15 December op het front van Verdun
gemaakte gevangenen is 11.887, waaron
der 284 officieren. Onder het buitgemaakte
materieel zijn 115 kanonnen, 44 mijnwer-
pers en 107 machinegeweren.
Overal elders was de nacht rustig.
Avondcommuniqué.
Een onverhoedsche aanval, door de Duit
schers ten zuiden van Fresnes beproefd ten
4 uur 's morgens, is door middel van grana
ten teruggeslagen.
Aan den rechter Maasoever wierpen de
troepen na een scherp gevecht den vijand
uit de hoeve Chambrettes, die zij geheel be
zetten.
Londen, 18 D c. (R.). Officieel Britsch
legerbericht.
Vijandelijke loopgraven ten zuiden van
Armentières werden vannacht overrompeld.
Er werden verscheidene gevangenen ge
maakt en een aantal vijanden gedood.
Behalve artilleriegevecht ln de omgeving
van Morval, in het Ancredal en Lorz niets
van belang te vermelden.
B e r lij n, 18 Dec. (W. B.) Bericht uit
het groote hoofdkwartier van heden voor
middag.
Front prins Leopold. Ten noordwesten van
Luzk beproefden de Russen de door ons den
16en bij Bol. Porsk gewonnen stellingen te
heroveren. Hunne ook in den nacht herhaal
de aanvallen werden afgewezen. Ook mis
lukten Russische aanvallen bij Augustowka,
ten zuiden van Sborow, in ons afweervuur.
Ber 1 ijn, 18 Dec. (W. B.) Avondbe-
richt uit het groote hoofdkwartier.
In Walachije waren kleine gevechten, die
gunstig voor ons verliepen. In het noordelijk
deel van de Dobroedsja ln de linie Babo-
dag—Pecineaga overschreden.
Weenen, 18 Dec. (W. B.) Officieel
bericht van heden middag.
Bij de legergroep Mackensen is de toe
stand onveranderd.
Op het front van aartshertog Jozef vielen
de Russen na eene hevige artillerievoorbe
reiding onze stellingen aan. Deze gevech
ten zijn nog niet ten einde gebracht.
Petersburg, 18 Dec. (Tel.-agent-
schap.) Commimiqué van den grooten gene-
ralen staf.
In de streek ten westen en zuidwesten van
Rymnikon, Tiret en Serat ondernemingen
van onze verkenningstroepen. In de streek
van het station Filipesti en van het dorp
Botoyon trad de vijand aanvallend op, maar
werd door ons vuur tegen gehouden.
Athene, 17 Dec. (R.) De insuvw:..
tegen de Venizelisten, die wegens samen
zwering vervolgd worden, wordt met koorts
achtige haast voortgezet. Onder de laatste
arrestatiën is die van twee hoofdambtenaren
aan het ministerie van binnenlandsche za
ken, van Embirikos, een scheepsreeder en
broeder van een lid van de voorloopige re
geering, van den hoogleeraar aan de uni
versiteit Sotiriades en van vele anderen.
Londen, 18 Dec. (R.) Bericht van
Lloyds.
Het Deensche stoomschip Michael Ont-
sjoekow en de Britsche schoener Constance
Mary zijn tot zinken gebracht; de beman
ning is gered.
Londen, 18 Dec. (R.). Bericht van
Lloyds.
Het Engelsche stoomschip Westminster en
het Portugesohe stoomschip Cascais zijn in
den grond geboord.
Budapest, 18 Dec. (W. B.) Minister
president Tisza deelde heden in het Huis
van Afgevaardigden mede, dat de kroning
den 30sten December plaats zal vinden. Hij
stelde voor, dot het Huis van Afgevaardigd
clen hiertoe zekere maatregelen zou treilen
en over zou gaan tot het kiezen van een des
plaats vervang enden paladijn, die gemeen
schappelijk met den primaat den koning de
kroon op het hoofd zet. Verder moet er een
deputatie gekozen worden, die na den plech-
tigen intocht den koning begroet, en hem
verzoekt tot de kroning over te gaan en toe
stemming tot het kronen van den koningin
te verleenen.
Budapest, 18 Dec. (\V. B.) lu hel
Huis van Afgevaardigden ontspon zich over
de voorbereidingen tot de kroning naar aan
leiding van de rede van den minister-presi
dent een levendig debat. Voornamelijk werd
van de zijde der oppositie het voorstel be
streden om graaf Tisza tot waarnemenden
paladijn te kiezen. Graaf Androssy ver
klaarde dat de minister-president in den
partijstrijd te zeer gewikkeld was don dot hij
de geheele natie in haar eenheid zou kun
nen vertegenwoordigen. Veel meer voor dit
ambt geschikt ware aartshertog Jozef. Bij
het noemen van dezen naam brak de oppo
sitie in luide bijvalsbetuigingen uit. Aan hef
slot zijner rede zeide Andrassy, dat zich de
door en door vaische voorstelling verspreid
had als zoude de tegenstelling tusschen de
oppositie en de meerderheid niet zonder in
vloed blijven op het gevoel der Hongaar
sche oppositie voor de dynastie. Alleen
reeds van dit standpunt uit ware de keuze
van een algemeen geachte en geliefde per
soonlijkheid uit de dynastie als aartshertog
Jozef tot waarnemend paladijn zeer aanbe
velenswaard. De debatten worden morgen
vervolgd.
Loncen, 10 uec. ik.j. ner ruiden
Office heeft op het herhaalde verzoek van
de Vereenigde Staten toegestemd in het
verleenen van een vrijgeleide aan graal
Tarnowski, den nieuwen ambassadeur vari
Oostenrijk-Hongarije te Washington.
Madrid, 1 6 D e c. (Radiogram van den
vertegenwoordiger van het corc.-bureau t«
Weenen).
In Portugal zijn revolutionaire onlusleni
uitgebroken, waaraan ook verschillende troe»
penafdeelingen deelnamen. De beweging is
te beschouwen als een protest tegen het zen»
den van troepen naar het Europeesche oon-
logstooneel. Tengevolge van het tijdelijks
verbreken der verbindingen is voorloopig
niet vast te stellen welken omvang deze orv
lusten hebben gekregen.
rircohlsclie9trnat 46. Telefoon 66.
Bij de meeste menschen is de kalmte ver
stijving, de opgewektheid razernij.
"De Koning in.
Roman van
ANNA WAHLENBERG.
Geautoriseerde vertaling door
G. B. NORTAKKER.
45
„Je zegt dat ik nooit tevreden ben met het
geen ik heb, doch altijd verlang naar hetgeen
ik niet heb. Ik geloof dat je gelijk hebt, Brita.
Ik had eens een goed, dierbaar thuis en ver
woestte het. En van het thuis dat ik daarvoor
ln de plaats kreeg, wist ik voor me zelf geen
thuis te maken. Daarom is het billijk dat ik een
man zonder eenig ihuis word. Dat is een
straf, maar misschien een verzoenende straf,
en ik wil lijden zooals ik anderen om mijnent
wil heb laten lijden. Dat is zuivere rechtvaar
digheid I"
Ja. hij heeft den eenigen uitweg gevonden,
die helder en klaar is, de ccnige mogelijke van
die krachten, die hem naar verschillende rich
tingen trekken.
,.'t Doel mij goed hem zoo te hooren spreken,
maar toch ook pijn. Te scheiden. Tc sc Irleii
juist nu ai het doode weer opstaat. Dal is
onnatuurlijk, wreed! Bedrog van het lotl Laat
ik hem niets laten merken laten mijn oogen
niet vochtig worden. Ilij zou kunnen denken
dat ik lijd als hij, dat ilc hem vergeven heb. dat
ik me een nieuw leven met,hem samen kan
voorstellen. En waar zou dan zijn kalmte blij
ven? Hoe zou hij de eenzaamheid kunnen dra
gen. als hij wist...
Plotseling wordt het duister. Een schaduw
Dagny
Dagny in de deur. Ik had haar vergeten.
Hoe lang h^eft ze daar geslaan? Hoeveel heeft
/e gehoord?
Wat denkt Frederik, dat zij hier is? Hij is
niet opgesprongen zooals ik. Hij richt zich
heel langzaam op, alsof het gezicht van haar
j bem in 't geheel niet verrast.
„Zoo, Dagny, ben jij hier?"
„Ja, ik ben hier I"
Zij spreekt zoo werktuigelijk, alsof ze niet
wist dat ze sprak. Ze ziet hem zoo vorschend
aan, alsof heel haar wezen één angstige
vraag is.
Maar Frederik moet een verklaring heb
ben. Als zij die niet wil geven, moet ik wel.
„Dagny kwam hier om te hooren of ik
wist waar je was. Haar brief öan je kreeg
ze ongeopend terug van Duved."
„Ja, kom, Dagny, we gaan samen weg,
dan zal je hooren
Ze verroert zich niet Waarom keert ze
zioh nu tot mij? Wil ze mij ter verantwoor
ding roepen
„!k begin me af te vragen of het toch
Frederik niet geweest kan zijn, die dat van
de koningin bedacht heeft."
Is ze dwaas? Als ze dat vertelt, gelooft
hij dat ik me nog als zijn vrouw beschouw,
dat ik bereid ben mijn vroegere plaats weer
in te nemen.
„Ik verzeker je, Dagny, dat ik het was, die
het alleen verzonnen heb. En het was maar
een domme vergelijking die je verkeerd be
grepen schijnt te hebben."
„O, ik begrijp die beter dan jij meent."
Zij gaat naar hem toe.
„Zeg, Frederik
„Stil.. Dagny, ik verbied je. Je hebt geen
recht over te vertellen wat ik in opwinding
gezegd heb."
„Zoo, je bent bangl Je wilt niet dat hij
zal weten dat jij vertelt, wat jelui beiden
onder elkaar verhandelt. Maar nu wil ik ook
meespreken. Zeg mij, Frederik, was jij het
niet, die dat verzon van den koning van het
schaakspel, die zijn koningin verloor en
daarvoor in de plaats een klosje kreeg met
het opschrift „koningin."
Waarom antwoordt hij niet, en ziet hij
mij voortdurend aan inplaats van Dagny?
„Maar toen kwam de eerste koningin te
rug, en toen was het de vraag wie de echte
was, die van dezelfde soort was als de
koning of die met het opschrift. Brita vroeg
wat ik dacht. Zeg, Frederik, heeft ze dat van
jou
Niet eens antwoordt Wj haar, hij ziet mij
slechts aan.
O, deze uitdrukking deze verheerlijkte
uitdrukking op zijn gezicht I Zoo gelukkig
alsof hij in mijn ziel heeft gelezen en ge
zien wat ik getracht heb te verbergen.
Arme Dagny, nu ziet zij het ook. Maar
waarom moest ze zelf alles bloot leggen
voor hem? Dat 2ij haar eigen welzijn niet
begrijpt. Maar nu weet ze, nu vraagt ze niet
meer.
't Is vreeselijk, ondragelijk.
/.Heb jelui je kleine meisje vergeten
Waarom sta jelui hier en gaat niet naar huis,
naar haar? Zoo even beweerde je, Dagny,
dat het eenige echte huwelijk dat was, waar
kinderen zijn. Denkt daar beiden aan, en
laat mij met rust. Ga nu, go dan toch."
Ja, Dagny gaat.
Geen groet, geen blik, zelfs geen woord
tegen Frederik. Zal hij dan niet met haar
gaan Hij staat daar nog met dezelfde uit
drukking als zoo even. Ook hij zegt geen
woord.
Nu gaat hij ook weg.
Maar de glans van die wonderbaarlijke
uitdrukking van zijn gezicht blijft nog achter.
Als een licht, een vreugde omzweeft het
mij. Ik voel dat het mij zal volgen waarheen
ik ga, evenals zijn gedachten mij zullen
volgen hoe ver en hoe lang wij ook geschei
den zullen zijn.
O, Frederik, welke verandering Is er met
je gebeurd Weet je nu wat je verlangt, wat
je wilt? Heeft je ziel opgehouden te dwalen
langs de duizenden dwaalwegen?
xxxm
Een brief een met stad sport.
Van wie? Ik ken dat handschrift niet. Ja
misschien, die groote, steile letters, o ja, 't
is Immers van Dagny I
Waarom schrijft ze mij? Wat kan ze mij
te zeggen hebben. En „dringend" op hel
couvert.
Brita.
Na hetgeen tusschen ons drieën gisteren
gebeurd is, moet er noodzakelijk een be
sluit genomen worden. Kom dadelijk hier,
Wacht vooral niet.
Dagny.
Re ga niet. Waarvoor zou dat dienen 1
't Is het beste dat ze die zaak zelf regelen,
't Is Immers iet9 tusschen hun beiden. JH
ben niet tusschen beiden gekomen, en ben
daarom niet verplicht er heen te gaan. Hoe
kan ze denken dat ik zal komen? En waf
een bevelende toonl „Kom dadelijk...,
wacht vooral niet."
Als ik telefoneer, tref ik de assistent, dan
behoef ik niets anders te zeggen dan kort
en bondig dat ik verhinderd ben te komen,
Maar wat kan haar er toe bewegen aan
mij te schrijven En waarom heeft Frede
rik het niet gedaan. Weet hij dat zij bef
geschreven heeft? Zou hij niet thuis zijn?
Misschien is Frederik uit. Misschien is ze
wanhopig en heeft ze me noodig. Maar
waarom komt ze dan niet bij me, waarom
moet ik bij haar komen En dan die beve
lende toon?
GV-ud'
4d.|