„DE EEMLANDER". Donderdag 4 Januari 1917. ZONNEWEELDE N' 157 15d* Jaarpang. Uitgevers: VALKHOFF ft Co. Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 46. Ontwerp van den Architect K. P. C. De Bazel voor de Internationale School voor Wijsbegeerte. FEUILLETON. Hoofdredactie! MARIE VAN VERSENDAAL. Mr. D. J. VAN SCHAARDENBURO. ABONNEMENTSPRIJS: 'h 8 maanden too? Amersfoort 9a f 1.90» Idem franc© per post.1.80* Per week (met gratia verzekering: tegen ongelukken)* 0.18*» Afzonderlijke nummera0.08. Wekeljjkwb bijvoegsel nD« RoUandscJw HuUvroutf' (onder redactie van Tbérèse Boven) per 8 mnd. 5© cis. Wekoliikseh bijvoegsel „Pak me nttf per 3 mnd. 58 Cis. Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER ADVERXENTIÊN Van 1—5 regels Elke regel meer Dienstaanbiedingen 1—5 regels Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrjjl bestaan tot het herhaald adverteeren in dit T Eene circulaire, bevattende de voorwaardon. wordt op aanvraag toegezonden. Ö.80. O.IS. i. 0.50» voordeelige bepalingen Blad. oh abonnomont. roorwaardo De Internationale School voor Wijsbegeerte. Het nieuwe jaar zal ons de gebouwen ge ven voor de Internationale school voor Wijs begeerte. Een „centrum ter verdieping van levens- en wereldbeschouwing zal verrijzen aan den Doodenweg bij Oud-Leusden. Curatorium, Bestuur en Bewindvoerders smeden groote plannen met den architect de Bazel om de Stichting, clje het vorige jaar :n 't leven werd geroepen in een haar waardig uiterlijk te hullen. Wij zijn zoo gelukkig, dank zij de welwil lendheid van den voorzitter der School, on zer» lezers reeds nu een blik te gunnen op de ontwerpen van hoofdgebouw en inter naten, die wij hiernevens afdrukken. - 'l Hoofdgebouw zal bestaan uit een ge hoorzaal met bijbehoorende bibliotheek en leeszaal. De internaten, een voor heeren en een voor dames, die aan weerszijden van het hoofdgebouw hun plaats zullen vinden, wor den opgetrokken in swastika-vorm, zoodat ze steeds uitgebreid kunnen worden. Of deze plannen in hun geheel reeds dit jeor tot uitvoering kunnen komen, is nog niet beslist. Wel Is een belangrijk bedrag door de naast bij de Stichting betrokkenen bijeengebracht, maar nog verre van vol doende. In elk geval zal een gedeelte van het hoofdgebouw, waar dezen zomer de cursus sen zullen worden gegeven, vóór den aan vang dier cursussen gereed zijn. Het Bestuur en Curatorium van de School lijn voornemens dit jaar meer en gedeelte lijk andere leergangen te doen geven, dan in den afgeloopen zomer. Er zullen leergangen zijn voor onge schoolden en voor min of meer gevorder de^ eenige zonder andere in verband met elkander. Op een circulaire van het Bestuur hebben or. geve er 35 leeraren zich aangemeld, die bereid zijn een leercursus te geven. Wij noemen de namen van prof. Schou ten te Delft, prof. Van Rees te Amsterdam, dr. Clay te Delft, ds. Thomson te Hoogland, dr. van Mourik Broekman te Breda, dr. Prinsen te Nijmegen en dr. Hallo te 's-Gra- venhage, behalve de leeraren, die het vorige jaar de vacantiecursussen gaven en ook nu weer leergangen zullen houden. Ook rijn talrijke aanmeldingen uit het buitenland in gekomen, maar 't zal van den oorlogstoe stand afhangen of aan deze aanbiedingen gevolg kan worden gegeven. De bibliotheek der Stichting, die voorloopig is onderge bracht in het tegenwoordige secretariaat in de Paulus Buyslaan, breidt zich allengskens uit. Door de goede zorgen van mevrouw Van LelyveldVan der Wyck is zij op moderne wijze ingericht, waardoor een eenvoudig doeltreffend uitleenings-systeem kan worden toegepast. We treffen er mooie uitgaven, zooals de volledige werken van Plato, Nietzsche en Fiohte; de Upanishaden van Max Müller; Rig-Veda-Sanhrta; Benedictl Spinoza Opera: Dr. Fedaro Susuki: Awaking of faith in the Mahayanadr. Mead Simon MagasJ. v. Ruisbroeck, MystiekBergson, Involution créatrice; E. Au Wallis Budge; The book of the dead (met papyrus-afdrukken). De drie vacantiecursussen waarmee in Juli 1.1. de werkzaamheden der School oan- vingen, slaagden uitnemend. Voldoende tijd van voorbereiding en daarmede in verband ook de noodige gelden ontbraken om in 1916 meer te doen. De tijdsomstandigheJen lieten niet toe het internationaal karakter dei school naar voren te brengen. De middagbesprekingen die in 1916 in zoo belangrijke mate hebben bijgedragen tot het welslagen van de vacantiecursussen, zullen in het vervolg ook een voornaam deel van den arbeid der School vormen. Bij de deelnemers wordt hierdoor zelfstandig den ken, zelfbezinning, eigen inzicht opgewekt en de verdere ontwikkeling daarvan bevor derd. De cursussen van 1917, waaronder drie z.g. vacantiecursussen, zullen van Juni tot October elke 14 dagen plaats vinden, zoodat velen in den lande in hun vacantie tijd daarvan gebruik kunnen maken. Wanneer de gebouwen der Stichting ge heel voltooid zijn, zal ook met permanente leergangen begonnen kunnen worden, zoo dat aan gelegenheid zal bestaan om behal ve de korte cursussen, die Bestuur en Cura torium zich voorstellen in de toekomst ge regeld te doen geven, ook langere leergan gen te volgen. Rustig denken zal dan onder systematische leiding nog beter kunnen wor den beoefend. Dan zullen nóg üveer jongeren en ouderen uit allerlei maatschappelijke kringen daar antwoord kunnen ontvangen op wijsgeetige, religieuse en praktische levensvragen naar de beantwoording waarvan thans zoo menig maal vergeefs wordt gestreefd, en zullen ook zij door verdieping van eigen levensinzicht op hunne beurt mede arbeiden aan het ver beteren der maatschappij. Ons werd ook inzage verleend van een geschrift, dat uitgaat van de Vereeniging tot Instandhouding der School voor Wijsbe geerte en binnenkort zal verschijnen. Behalve enkele reeds genoemde gege vens nemen we er nog het volgende uit over, dat het karakter van de School duidelijk doet uitkomen „De opvoeding van den mensch is een- zijdig. Deze klacht wordt meermalen en van ver schillende kanten vernomen. Opvoeding is langzamerhand uitsluitend onderwijs geworden en dit onderwijs is zoo overladen, de leerling heeft al zijn beschik baren tijd zoo hard noodig voor zijn vak studie, dat er van de ontwikkeling van een persoonlijk denkleven en daardoor ook van een eigen religieus leven geen sprake kan zijn. Gedurende den leertijd bepaalt net derken zich tot een veelal oppervlakkig ken nen en mechanisch onthouden van veel leerstof. Aldus toegerust treedt de mensch in het practische leven, dat door de groote uitbrei ding van het economische verkeer en door de talrijke uitvindingen op technisch en wetenschappelijk gebied buitengemeen in gewikkeld is geworden en reeds vóór den oorlog in vele opzichten ontaard was in een strijd van allen tegen allen. Uit dezen, alle energie in beslag nemen- den strijd, gepaard aan de gebrekkige voor opleiding, vloeit voort, dat» de mensch ook op lateien leeftijd veelal nog niet tot een eigen denkleven is gekomen en niet heeft keren inzien de groote waarde van het diepe doordenken, dat leidt tot het besef fen van de eenheid dié aan alles ten grond slag ligt, van den onderlingen samenhang vin alle levensverschijnselen en tot kennis van zichzelf en eigen verhouding tot de maatschappij. De Internationale School voor Wijsbe geerte te Amersfoort is opgericht om in Ne- dprland een middelpunt te vormen van waar uit op den duur, onder meer, verbetering in het stelsel der opvoeding van jongeren en ouderen kan uitgaan." Onze stad moest het voorrecht van deze grootsche stichting in haar onmiddellijke na bijheid te zien niet genoeg op prijs kunnen stellen en toch is haar waardeering tot nu toe vrij koel. Men waardeert niet, wat zoo direct onder zijn bereik ligt of zou 't zijn, dat men niet waardeert, omdat men niet begrijpt? En toch is t zoo eenvoudig! 't Is zeker te betreuren, dat van de Amers- foortsche burgerij betrekkelijk zoo weinig steun uitging, waor het toch ook gold en zeker niet in de laatste plaats een belang- voor de stad zelve. Gedeeltelijk moeten wij de oorzaak hiem van misschien zoeken in den druk der «j. den, maar wij kunnen onze oogen toch niet alleen op 't zuiver materieele richten en moeten juist nii, ln den tijd van grof ego* isme, zij het don voorloopig nog een be scheiden deel, van den muterieelen wel stand, die hier zeer zeker nog bij zoovelen» in ruime mate gevonden wordt afzonderen voor ons geestelijk heil, zonder hetwelk# vrij geen volledige menschen zijn kunnen en he* doel van het leven niet bevatten kunnen. Van uit Amersfoort zal een nieuw Üchl uitstralen over het intellectueele en religi euse leven van ons land, dat in de toekomst» als de vrede in de oude wereld zal weerge- vonden zijn, een band zal vormen niet hei geestesleven, der ons omringende cultuuiw volkeren. De menschen vertellen elkander te weinig waarheden vóór het huwelijk en. te veel er •na. ROMAN VAN OLGA WOHLBRÜCK met autorisatie vertaald door Mevr. I. P. WESSELINK—VAN ROSSUM. 7 Vader en zoon bleven in de vestibule Staan, vergezelden haar naar boven met hun oogen, totdat zij voor hun blik verdween Zij hoorden de luide hijgende ademhaling, het ruischen van de zwaar zijden japon. Daarna wendden zij zich bijna gelijktijdig om en bleven een poos besluiteloos staan. Beiden gevoelden een zeer pijnlijke gewaar wording En zij verbaasden er zich over hoe ver zij van elkaar verwijderd waren, zoodat sij geen woord konden vinden om dit pijn lijke te overbruggen. Als brij kleefde de tong van den graaf tegen het gehemelte. „Wat doe je vandaag, GeihardT' bracht hij er eindelijk eenigszins haperend uit. „Ik weet het nog niet Papa ik zal eens tien En u V ,Jk Dat komt in orde ik weet het nog niet precies Zij knikten elkaar toe, zonder elkaar aan te zien, met een verlegen lachje daarna liepen zij langzaam naar de deuren, die te genover elkaar aan beide kanten van de ves tibule lagen, en naar hun door groote ont vangkamers gescheiden woningen leidden. Bij de Hörselkamps was weer eens een scène geweest. De vorstin nog altijd mooi, zeer blo zend, een pikant Poolsch kopje op de breede schouders van een Juno veegde met de korte sleep van haar geel zijden kimono tus- schen de beeldjes en vazen van leem en gips, die gedeeltelijk op den grond, gedeel telijk op voetstukken en tabouretten in het atelier stonden. „Ik zou wel eens willen weten ik zou wel eens willen weten herhaalde zij steeds weer, met een lichten zingzang in de stem, die aan haar. spreken een groote be koring gaf en zelfs de hardheid van h8er woorden buitengewoon verzachtte, er een verzoenenden exotischen glans aan gaf. „Mijn toiletten kosten niet half zooveel als een dom leelijk marmerblok. Al het geld, mijn waarde, steekt tussehen deze afschu welijke kale muren, niet in die paar kleer kasten van mij. En als jij, mijn waarde, niet zoo dwaas bekrompen waart, dan hadt je je krankzinnnige Heksensabbatlv al lang voor dertigduizend mark naar Amerika verkocht, in plaats van er op te wachten, totdat het koninklijk museum je met de helft afscheept. Eorcucht mag men na zijn dood hebben." „Daarvan heb jij verstand wees toch eindelijk stil." Ruw, haast schor klonk de stem van den beeldhouwer. Met een heftigen ruk deed Hörselkamp den '.vitten kiel af, wierp hem driftig over de leuning van een vervallen Doge zetel, dien hij indertijd voor de „Doga- ressa", welke hem op een groote tentoon stelling de go "den medaille had bezorgd, in marmer had nagemaakt. Dat was nu drie jaar geleden. Deze gou den medaille waarop hij nooit had durven hopen, omdat hij met zijn twee en vijftig jaren maar al te lang had gevegeteerd als „de bekende beeldhouwer Hörselkamp" hoogstens nog als „de ech genoot van vor stin Sukewitsch' deze gouden medaille had een onbedwingbare eerzucht in hem doen ontvlammen, het geheele kaartenhuis zijner op al te gemakkelijke behaalde suc cessen en maatschappelijke genietingen ge grondveste kunstenaarsbestaan omverge- stort. Eenmaal had het hem toegeschenen de kroon op zijn bestaan te drilleken, toen hij de wonderschoone, rijke vorstin Sukewitsch als zijn tweede vrouw zijn huis mocht bin nenleiden Als jonge weduwe, na een nauwelijks tweejarig huwelijk, was zij uit Warschau naar Berlijn gekomen, voorzien van een aantal aanbiedingen als een Prima Donna op haar gastreizen. Hij had haar het eerst ontmoet in een vorstelijke woning in de Hardenbergstrasse. En zij was op haar hartstochtelijke manier verliefd op hem ge worden, na de eerste zitting, die zij hem in zijn coquet atelier in de Derfflingerstrasse had toegestaan. Het ontnuchterde haar vol strekt niet, toen hij haar van zijn dertienja rigen Lou sprak. „Ik houd zooveel van kinderen!" zei zij en zond het dochtertje van den „vereerden meester" den volgenden morgen een won dermooie bonbonnière. Daarna lunchte zij eens bij den „vereerden meester" en zij ver baasde er zich over, dat een klein meisje al zoo groot kon zijn en zulke ernstige oogen had. Hörselkamp lachte. „Ja, zoo'n kleine huisvrouw heeft haar zorgen". De vorstin gekscheerde. „Huisvrouw op haar dertien-de jaar toen speelde ik nog met de pop Maar dienzelfden avond zat Lou Hörsel kamp bij de oude huishoudster, die eens haar kindermeid was- geweest en zei „Als de vorstin met Papa trouwt, dan kun nen wij alle menschen betalen." Sedert haar oogen voor het leven waren opengegaan, hoopte zij er op dat „Papa goed zou trouwen", want „Papa had vreese- lijk veel geld noodig" en als hij er niet was, kwamen er dikwijls heed onaangename men schen, die heel luid in het huis spraken en heel ongegeneerd de meubels bekeken. Maar de huishoudster zei, dat Papa zooveel geld kon hebben als hooidaar alle mooie, rijke vrouwen met elkaar om hem vochten en een van haar behoefde hij slechts te kiezen om een rijk man te zijn. Lou Hörselkamp wist het van haar rijke vriendinnen uit de school, hoe goed rijke menschen het hebben. Zij zelf dorst er nau» welijks een bij zioh uitnoodigen, sedert men haar eens had gevraagd, waarom bij haar olie meubelen met zulke grappige po stee» gels beplakt waren En toen haar vader eens in den winter tegen zijn gewoonte versoheidene maanden» op reis was gegaan, ging het in de Derfflin gerstrasse vaak heel krap toe zoo krap, dat de oude huishoudster zioh zuchtend go- noodzaakt zag wat geld van haar spaarbank boekje af te nemen. Lou had er een flauw vermoeden van, wal dat voor de oude vrouw wilde zeggen en een zacht sohaamtegevoel daarover maakt# haar onzeker en zenuwachtig. Maar de oud# vrouw zei troostend „Waoht maar, mijn Muisje, totdat Papa de vorstin trouwt, dan komt alle# weer in t reine." Want dat Papa nu in Nizza was, waar ocm vorstin Sukewitsch verblijf hield, was voof haar een bewijs, dat mijnheer eindelijk red# verstond. En zoo zaten dan het kind en de oud# vrouw menigen avond bij de zuinige petro» leumlamp aan de met zeil overtrokken eet» tafel en stelden het zich voor hoe het zijf zou als Papa

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1917 | | pagina 1