„D E E EM LAN DER". IS-* Jaargang. Maandag 8 Januari 1917. BUITENLAND. ZONNEWEELDE N* 160 FEUILLETON. AMERSFOORTSC MARIE VAN VERSENDAAU IMOTctreaacriet Mf Q VAN SCHAARDENBURa Ullgeversr VALKHOF!* Co ABONNEMENTSPBU& '*m maanden root Amersfoort »t f 1.80. idom franco per poet Par vroek (met grabs verzekering togen oafelukkeo) 0.18». Aftonderlflke nummers0.O5. Wekelykeeb biiToegeel nD* HollandBMimtromtT tender redactie van Thérèee Hoven) per 8 mod. 50 ela. "Wekelrkseh biivoegsel *Pak rt%$ mef per 3 mod. 08 Bureaut UTRECHTSCH ESTRAAT 46. Intercomm. Telefoonnummer 66. PB US DEK ADVEKXENTIÊN Van 1—5 regelaf o.St». Elke regel moer Dionstaanbiedingoa 15 regels Groote lettors naar plaatsruimte. Voor handel en bodrü! bostaan zeer voordeelige bepalingorr tot het herhaald advorteeren iu dit Blad, by abonnement. Tlene ciroulaire, bevattende de voorwoardoa. wordt op aanvraag toegozondon. ti i. II O.IS. - 0.50. e vredesactie B e r 1 ij n, 7 Jan. (W. B.) De Nordd. Allg. Zeltung schrijft onder den titel: „De werke lijke toestand": Uit eene verklaring van graat Andrassy, waarvan wij den tekst niet onder de oogen hebben, wordt In de pers veelal de conclusie getrokken, dat van de Duitsche vredesvoorwaarden aan president Wilson kennis is gegeven. De Kölnische Volkszeitung geeft een bericht weer, dat de mededeeling van onze vredesvoorwaarden aan président Wilson werkelijk is geschied. Het blad is verkeerd ingelicht. De werkelijke toestand is op te maken uit onze antwoord nota op de Amerikaansche opwekking. De oorlog. B e r 1 ij n, 7 Jan. (W. B.) Bericht uit het groote hoofdkwartier van heden voormid dag. Legergroep van prins Rupprecht. Na een langdurige artillerievoorbereiding hebben Engelsche bataljons aangevallen. De aan val werd onder zware verliezen voor den vijand door ons geschut- en machinege weervuur gebroken. Het ongunstige weder heeft overal de gevechtsactie beperkt. Avondbericht. De dag was over 't geheel rustig. P a r ij 7 Jan. (Havas). Namiddagcom muniqué. Ten westen van de M„as granaat-scher mutselingen in de sectoren van Pille Morte en hoogte 304. De Fransche artillerie bom bardeerde bij herhaling de noordelijke hel lingen van hoogte 285 (Haute Chevauchée) en de Duitsche versterkingen In de streek van den Mort-Homme. De laatste verrassende aanval der Dult- Ichers aan de Maas, ten westen van Vaux, ondernomen, welke door een hevig, artil lerie-actie gesteund werd, mislukte volko men. In de Vogeezen, ten Westen van den Col de Sainie Marie, werd een aanval der Dult- •chers door ons vuur gestuit. Elders verliep de nacht rustig. Avondcommuniqué. In België levendige artilleriestrijd ln den sector Nieuwpoort-les-Bains. In Champagne werd in de streek van Tahure een vijande lijke verkenning onder vuur genomen en met verliezen verstrooid. Verder niets te be richten. Londen, 2Jan. (R.) Bericht van maar schalk Halg. Bij de verovering van twee vijandelijke posten bij Beaumont-Hamel maakten wij 56 gevangenen. De vijand viel deze posten he den morgen weer aan: hij werd volkomen teruggeslagen. Wij deden in den namiddag een welgeslaagden raid ten zuiden van Ar- mentières en brachten 19 gevangenen te rug. De vijand trachtte vroeg in den morgen ln onze loopgraven te dringen ten zuidwes ten van Wytschaete na een kort maar hevig bombardement. De aanvallers werden terv"- De zonde zit In den wil. Indien er geen wil was, was er ook geen zonde. geslagen. Een aanvalspoging tegen onze voorste posten ten noorden van '/peren werd door ons vuur verijdeld. Berlijn,7 Jan. (W.-B.). Bericht uit het groote hoofdkwartier van heden voormiddag. Front prins Leopold van Beieren. Ook gisteren hebben de Russen In den sector van Mitau hevige aanvallen ondernomen, die echter onder zware verliezen voor hen mis lukt zijn. Het aantal gevangenen is tot 1 rOO gestegen. Bij Kisielin, ten westen van Luzk, heeft een Duitsche patrouille een Russische velnwacht verrast en gevangengenomen. Een poging van Russische compagnieën, om ten zuidwesten van Stanislau een onzer posten te overvallen, is mislukt. Avondbericht. Ten zuidwesten van Riga werden ook Rome, 7 Jan. (Stefani). Officieel com muniqué. Hier en daar was de artillerie werkzaam. Op den Karst, in de buurt van hoogte 208, maakten wij bij verrassing vorderingen en verbeterden ons front over een uitge strektheid van ongeveer een halven kilome ter. Ber 1 ij n, 7 Jan. (W. B.) Bericht uit het groote hoofdkwartier van heden voormiddag. Front van aartshertog Jozef: In de met sneeuw bedekte Woud-Karpathen bij stren ge koude slechts patrouille-actie en hier en daar geschutvuur. Tusschen de Oitoz- en Poetnadalen zijn de Russen en Rumeniërs, na het verlies van verschillende steunpun ten, naar de vlakte teruggedrongen. De he vige tegenaanvallen van versche troepen konden ons het veroverde terrein niet ont nemen. Legergroep Mackensen. De top van den berg Odobestl is gisteren door een Infante- rie-regiment uit München stormenderhand genomen. Tusschen Evcsani en Fundenl hebben de Russen over een front van 25 kilometer een ontlastingsaanval ondernomen. Slechts in de richting van Deilesti wonnen zij een wei nig terrein. Door den hardnekkigen tegen stand der Duitsche troepen is de stormloop der Russen overal elders onder zware ver liezen voor hen mislukt. Verscheidene honderden gevangenen zijn in onze handen gebleven. Sofia, 7 Jan. (Buig. ag.) Bericht van het hoofdkwartier van den 6en. In de Dobroedsja staken de Germano- Bulgaarsche troepen, die den vijand volg den, ten westen van Macin de Donau over in het gezicht van Braila en bezette deze stad. Ook sterke cavallerie, behoorende tot het Donauleger, trokken Braila binnen. Onze tegen Vacareni opereerende troe pen versloegen den Russischen linkervleu gel; zij bezetten in den meest noordelijken hoek van de Dobroedsja de geheele strook vasten grond, met Inbegrip van de hoogte Boijak (hoogte 86) en wierpen de Russen terug op den linker Donau-oever naar Ga- i latz. Wij maakten opnieuw 21 officieren en 200 manschappen tot gevangenen en na men zeven machinegeweren. Heden is dus de geheele Dobroedsja, tot aan de Donaudelta voor goed schoonge veegd en geheel bevrijd van het Rumeen- sche juk. De wanhopige pogingen van de Russen in de tweede helft van December om de noordelijke Dobroedsja te behouden, leden schipbreuk onder den machtigen drang van de Gennano-Bulgaarsche troepen. Den 15en December begon het offensief in de Dobroedsja te? en de Russen in de linie Tsjavlu—Topalu aan de Donau. Den 18en December kwam ons regiment rto. 53 in Ba badag. Den 19en bereikten de verbonden troepen den vijand, die gevestigd was in de zwaar versterkte stelling aan het n\eer Tuskvatza. Aan de Donau viel de bereden derde kozakken-divisie onze linkervleugel aan; maar zij werd bloedig teruggeslagen door onze cavalleriedivisie, versterkt door infanterie en artillerie. Den 20en werd de tegenstander op het geheele front aange vallen. De vierde divisie Preslav drukte het vijandelijke front ln in den sector Balaban- cea—hoogte 283—Tsjera. Eene poging ven den vijand om met zijn rechtervleugel langs de Donau vooruit te trekken werd gebroken. Den 21en December deed de tegenstander een tegenaanval op de divisie Preslav, maar werd bloedig teruggeslagen. Twee Russi sche aanvallen tegen onze door infanterie en cavallerie versterkte divisie cavallerie werden bloedig teruggeslagen; de Russen moesten op het geheele front terugwijken. Den 23en bezetten onze eenheden Tulcea en trokken de Russen zich terug op de stelling van het brughoofd van Macin; zij bezetten de linie hoogte 90—hoogte 161—hoogte 476—Tailerkam ten zuiden van de stad Isaccea. Den 24en wierpen onze troepen het centrum en den linkervleugel van den vij and terug en bezetten de stad Isaccea. De tegenstander, die zijn linkervleugel naar het westen van Isaccea terugbracht, biedt een wanhopigen tegenstand. Onze vooruitgong ontmoet groote moeielijkheden in de bosch- rijke, zeer heuvelachtige en van wegen ver stoken streek. De verplaatsing van de artil lerie is zeer moeielijk. De vijand onder neemt hardnekkige tegenaanvallen tegen onze colonnes, die in de bosschen niet met elkaar in verbinding zijn, maar hij wordt overal bloedig teruggeslagen. Den 30en De cember brak de vierde divisie het midden van de vijandelijke stelling door; zij debou- cheerde uit den noordelijken hoek van de woudstreek en richtte zich naar hoogte 197 en Lukawitza. Den 31 en December bezetten onze eenheden hoogte 161 en Duitsche af- deelingen hoogte 90. De Russen deden te genaanvallen, maar werden teruggeslagen. Den len Januari bezetten onze troepen hoogte 197 en trok de vijand zich terug op zijne laatste goed versterkte stelling Ma cinJijilahoogte 108. Den 2en Januari bezette het infanterie-regiment no. 35 hoogte 108. Den 3en Januari brak de 4 e divisie Preslaw door de vijandelijke stelling j bij Jijila en veroverde dit dorp na een he- vigen strijd met de bajonet in de straten. Onze troepen en de verbonden Duitsche en jTurksche troepen bezetten Macin. Den 4en Januari trok de Russische rechtervleugel zich terug naar Braila; hun linkervleugel trachtte tegenstand te bieden bij Vacareni, maar werd door onze infanterieregimenten 35 en 36 teruggeworpen. Den 4en Januari was de vijand over de grenzen van de Dobroedsja gejaagd. Van den 14en December tot heden werden in de Do broedsja gevangen gemaakt 37 officieren en omstreeks 6000 manschappen en genomen 16 kanonnen. 35 machinegeweren en ander oorlogsmaterieel. B e r 1 ij n, 7 Jan. (W. B.) Bericht uit het groote hoofd', artier van heden voormiddag. Pogingen van de Engelschen om zich ten Noord-Westen van het Doirnn-meer van een Bulgaarsche voorpostenstelling meester te maken, zijn mislukt. Londen, 6 Jsn. (H.) Officieel bericht. Bij de voortzetting der vervolging van den naar het Rufijt-dnl ten jgaanden vijand be zetten wij den 4en een Duitsch kamp aan de Tshogowali. Wij bereikten in den morgen van den 5en Hibambnwe, aan den noorde lijken oever van de Rufiji; de vijand houdt den zuidelijken oever bezet. In den loop van de op 1 Januari ln het Mgetadal begonnen operatie is de vijand zwaar bestookt. Onze te Mkalenso staande strijdmacht viel kleine vijandelijke afdeelin- gen aan, maakte gevangenen en nam aan zienlijke voorraden weg. In de westelijke zflne is eene vijandelijke colonne, die van Leipembre in oostelijke richting teiugging naar Mahenge, slaags ge weest met onze op vervolging uitgerukte troepen ten oosten van Mfirika. Berlijn, 6 Jan. (W. B.) Niet-o"ic:eeL Een van onze duikbooten heeft den 28<-n December in de Middellandsche zee de En gelsche stoomschepen Cronsay, Apabeyhall en Bayeraig, beladen respectievelijk met 5110 ton jute, 6500 ton graan en 5800 ton suiker, in den grond geboord. De kapiteins van deze drie schepen zijn gevangen geno men. Parijs,6Jan. (Havas). Bij gelegenheid van de jaarswisseling heeft de opperbevel hebber van het noorderleger, generaal Nl- velle, de soldaten geluk gewenscht met het verrichte werk en de in Verdun en aan de Somme behaalde successen. Hij gaf de ver zekering, dat het taktische overwicht zich steeds meer vestigt, voegde daaraan toe, dat het leger nooit beter geoefend, dapperder en in het bezit van machtiger middelen is geweest en eindigde met de woorden: „Het jaar 1917 opent onder schitterende vooruit zichten. Gij zult er het overwinningsjaar van maken." Rome, 7 Jan. (Stefani). De besprekin gen tusschen de ministers en gezanten der vier verbonden mogendheden werden he denmorgen op de Consulta voortgezet. Met deze tweede bijeenkomst werd de conferentie gesloten. Aan het einde hunner werkzaamheden hebben de geallieerden nogmaals hun eensgezindheid betreffende de verschillende aan de orde zijnde vraagt stukken kunnen constateeren Er werd besloten steeds meer verband te leggen tusschen hun gezamenlijke pogin gen. Er werden twee zittingen gehouden door den raad vnn de Entente-afgeva»; digdent j s morgens om 10 uur en 's namiddags om half vier. De Ilaliaansche minister-president l Boselli nam het voorzitterschap waar. Ook generaal Sarroil vertoeft te Rome, - nar hij besprekingen houdt met den Franschen mi nister-president Brinnd. De Italiaansche minister-president Boselli gaf een déjeuner ter eere van de buitenland- sche missiën, dat om 1 uur namiddags be gon en om 3 uur eindigde. Hij bracht hun een groet in een feestdronk, waarin hij ver zekerde, dat het niet ontbreken zal aan da gezamenlijke krachtsinspanning om de eind overwinning te behalen. De Fransche minis ter-president Brinnd antwoordde hierop in denzelfden geest. De minlgte bracht Briand en Lloyd George, toen zij naar buiten kwamen, een indrukwekkende manifestatie. Men hoorde kreten: Leve Frankrijk! Leve Engeland! De manifestatie werd herhaald ter eere van Bo selli, toen deze aan den ingang van hel hotel verscheen. Toen ook Cadorna het ge bouw verliet, kende de geestdrift van hel publiek geen grenzen. De hulde-betuigingen duurden voort langs den geheelen weg, dien de auto moest afleggen. „Leve Cadornaf Leve de oorlogl Leve de geallieerden!" werd er geroepen. De auto van Cadorna motst langzaam rijden, te midden van de geestdrif tig juichende menigte. Uit de vensters wuif de men met zakdoeken en de vlaggen van Italië en de gea'licc-d Londen, 6 Jan. (R.) Minister Hender son, lid van den Oorlogsraad, heeft in een interview aan een correspondent van de New York Tribune gezegd, dat naar zijne me®- ning het militarisme, of althans de oorzaak er van, hierin was te zoeken, dat h»t leger niet gehouden wordt op ziine passend® plaats. Het Duitsche militarisme moei onder het strenge toezicht gesteld worden van eene regeering, die voelt voor zedelijk zelf bedwang, t>f zijne macht moet zoodanig ver zwakt worden, dat het ophoudt gevaarlijk t® zijn. Het Pruisische militarisme is, volgen» Henderson, een geoignniseerd middel, om door onwettige toepassing van een geim- moraliseerde militaire macht de wereldheer schappij te veroveren. Wie daaraan mocht twijfelen, moet lezen wat in Duitschland in Augustus 1914 geschreven werd ove< het oorlogsdoel in tegenstelling lot wal daarover thans gezegd wordt. Het is waar, dat wl| niet langer te hooren krijgen, dal Duitschland zich den weg baant naar zijn» „plaats onder de zon". Dit was eohter d® overheerschende gedachte in den tijd, waar in de oorlog verklaard werd. Daarom hield noch gebruikte Duitschland zijn groote mili taire macht op eene wijze, die haar onder wierp aan zedelijk zelfbedwang. Tenzij d totdat een radicale ommel in het Dull- ROMAN VAN OLGA WOHLBROCK met autorisatie vertaald door Mevr. I. P. WESSELINK-VAN ROSSUM. 10 „Dat weet zij zelf nog niet. Maar zij moet toch trouwen. Het is zelfs hoog tijd, sedert twee jaar kijk ik naar een passenden man voor haar uit." De kleine leugen kwam heel ongedwon gen over haar lippen. Tot kort geleden had zij zich niet in het minst om Lou's toekomst bekommerd. Want zij hinderde haar niet. Pas sedert zij den „verschrikkelijken invloed" Van Lou op haar man had waargenomen, bad het ldée fixe bij haar post gevat, dat zij moest trachten haar op een behoorlijke ma nier kwijt te raken. Dat Lou onbemiddeld was, legde haar taak nog grooter moeielijkheid in den weg dan bet verlegen terughoudende karakter van Lou, Een» had zij vluchtig aan «en kelijk rijken neef" gedacht, die ergens ln Podolië grondbezitter was, en haar had ge schreven, dat zij bij gelegenheid toch eens een vrouw voor hem moest opzoeken." Maar toen zij daarop met een enkel woord gezin speeld had, zag Lou haar aan op een wijze, die haar pijnlijk had getroffen en ook in de op schertsenden toon gedane vraag„wilt u mij dan zoo ver weg hebben,, had iets geklonken, wat de luchthartige, maar in den grond goedige vorstin eens en voor goed den lust benam, een toekomstigen echtge noot in het buitenland te zoeken. Bovendien was Lou Hörselkamp voor den rijken neef, die naar aanleiding van de landbouwkundige tentoonstelling voor een dag naar Berlijn kwam te zeer „raak mij niet aan". „Maar Sinenka wat moet ik met een bloemstengel beginnen Bij den derden ma zurka valt zij flauw en als ik op den huwe lijksavond een glas te veel zou drinken, zou zij mij de deur voor den neus dichtslaan. Ik moet zoo'n mooi flink vrouwtje als jij bent hebben." Het speet mevrouw Sina werkelijk, dat Lou haar dochter niet was en zoo in 't ge heel niets van haar aard had. Wat zou 't dan alles niet gemakkelijk gegaan zijn!" In de laatste weken had zij eenige kennis sen ln vertrouwen genomen. Men nam haar wenschen heel koel op, ofschoon zij nooit verzuimde er terloops bij op te merken „Ik houd van de kleine alsof het mijn eigen kind was. Zij zal ook mijn erfgename zijn." Op de erfenis moest men te lang wachten I Dat was geen lokmiddel. De jonge liedea xvineden ostentatief de woning van Hörselkamp, waar men hun een vrouw „wilde aanpraten". Alleen Bruno von Tay- sen en Gerhard Oberwall verscheenen gere geld op de intieme kleine theeavonden, die mevrouw Sina elke week arrangeerde. Maar von Taysen kwam met zijn luite- nants-tractement en de kleine toelage van zijn vader in het geheel niet in aanmerking. Mevrouw Sina duldde hem bij zich,omdat die verrukkelijke graaf André Oberwall, de vriend uit de jongelingsjaren van zijn zoon, had aanbevolen. Bleef alleen over Gerhard Oberwall! Maar achter hem stond zijn vader, die ongetwijfeld grootsche dingen met hem voorhad en bovendien die schrikkelijke grootmoeder, die als een Chineesche keize rin in haar zetel troonde, haar edelsteenen Het fonkelen en allen, die haar hun opwach ting maakten, dwaasheden zei „Neen, mijn beste, je moet aan de toe komst van Lou denken," zei mevrouw Sina nogmaals en drukte daarbij als om kracht bij te zetten aan haar bewering de knie van haar man. We moeten haar toch een bruidschat meegeven." Dat beteekende voor Hörselkamp alles op geven, waaraan hij met geheel zijn hart hing, zich alles ontzeggen, waarnaar zijn ont waakte eerzucht verlangde. En daarbij wist hij, dat al zijn offers toch vergeefsch zouden zijn. Ze zouden niet zijn kind ten goede komen, maar alleen aan de genotzucht van vorstin Sukewltsch, die wel zoo goed was geweest zijn vrouw te worden. Hij duwde haar hand weg.die 200 ontzenu wend zacht en warm zijn knie omsloot en glipte met een heftige beweging van zijn beide armen weer in zijn werkkiel. „Er is geen haast bij", zei hij somber „bovendien zullen de dertig duizend Mark van je Amerikaan, Lou nog niet tot een be- geeringswaardige partij maken Mevrouw Sina sprong op en stiet met den voet tegen een bankje. Het beeldje dat het als voetstuk diende, wankelde, een kleine kop rolde in den hoek, de romp lag ln stuk ken op den grond. Mevrouw Sina schreeuwde het uit. Haar man greep haar om beide polsen en schudde haar, zoodat een paar lichte schildpadden spelden uit haar donker haar vielen. „Ik verbied je in mijn atelier te komen, versta je I Ik verbied het je 1 Jij zuigt mij het merg uit mijn beenderen, jij met je woorden, Je blikken. Alles maak je in mij kapot, wat boven je kleine verstand gaat. Ga naar je salons, maak je mooi, dans, koppel, maar laat mij met rust." Zoo had zij hem nooit gezien. Haar ver schrikte, zwarte oogen vulden zich met tra nen, maar haar mond trilde van een met moeite weerhouden lach. Het was buitenge woon gTappig dezen grooten, knappen man woedend te zien, dat had zij liever, dan dat hij slechts ruw tegen haar uitvoer, om haar daarna onbewogen gelaat te negeeren, uren en dagen lang. Als een lastig kind riep zij „Ik heb het beeld niet met opzet gebroken wees toch niet zoo Ik ken in Parijs iemand, die zooiets prachtig repareert. Geen honderd francs, geen honderd francs kost dat. Ik bezweer Je, dat men het niet ziet Haar naïveteit ontwapende hem, zette zijn woede om iu .slechtigheid. Hij wa» werkelijk krankzinnig. Mi'at verlangde hij van de vrouw. Die Het eenvoudig aan elkaa» lijmen, wat zij vernield had. Het was voo» haar niets meer dan een geldvraag. Zij bukte zich en zamelde de stukken ln haar gele kimono bijeen, zij steunde er bij, omdat zij het bukken in het lange corset, dal zij zelfs onder de peignoir droeg, niet woon was. „Laat dat toch," zei hij mat. Daar ging de deur open, de groote gobelht werd even terzijde geschoven en Lou gleed in een van haar eenvoudige lichtgrijze japon netjes over den drempel. Met een oogop slag begreep zij, wat er was gebeurd en haar fijne, zeer slanke band tastte naar het goud galon langs de ronde uitsnijding van haar kleedje Daar lag hij nu, de kleine kolenjongen, waarvoor zij als model voor haar vader had gediend, en die mede tot zijn beste werken behoorde I Verleden week nog had een be zoeker naar het beeldje gedongen, ma® Hörselkamp had het hooïd geschud en ge zegd, dat hij den kolenjongen aan zijn doch ter had geschonken. En zij was er zoo geluk kig over geweest; alleen had zij nog niet den moed gehad hem uit het atelier van ha® vader te nemen en tn haar kamer een plaat» te gevenomdat zij wist, hoe moeilijk haar vader den laatsten tijd van zijn werk kont scheiden. ("Wordt wvolgd-J

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1917 | | pagina 1