15-* Jaaraang.
DE EEMLANDER".
BUITENLAND.
ZONNEWEELDE
FEUILLETON.
tr i6s
AMERSFOORTSC
MARIE VAN VERSENDAAL.
»«oTdreaacti«i Mr Q VAN SCHAARDENBURO.
Uitgevers: VALKHOFP 6 Co.
A BONN EM ENTSPRÜ3:
8 (ound«Q vco» Amersfoort f I»3®»
lisn traoco p«r poet1»®JJ»
P«r wook (met gratie verzekering teffen onfceIukk©nl* ©«l®*»
Afzonderlijk© nummers
W«k«H)kMb buToejrêBi mDt RoUondscH* Uuuvroum' (onder
redactie van ihérèAi Hoveni per mncL ftO eta.
Wekeliikseh bijvoegsel ,Pak m# mif per 3 mnd ft®
Bureaus UTRECHTSCH ESTRAAT 46.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRLJ6 DEH ADV ERT EN Tl EN
Van 1-5 regeltf
Elke regel meer0.15.
Dienstaanbiedingen 15 regels.. 0.5D.
Groole letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedr$l boataan zeor vooideelige bep.ili.i jii
tol het herhaald idvertoeren m dit Blad, oh abonnement.
Kent» circulaire, bovattendo de vo.trwaardou. wordt op
aanvraag tocgozondon.
Oe oorlog.
B e r 1 ij n 17 Jan. (W. B.) Bericht uit
liet groote hoofdkwartier van heden voor-
Biddag
Op verscheidene plaatsen van het front
j»am de artilleriestrijd in hevigheid toe. In
den yperenboog werd een vijandelijke on
derneming door onze batterijen in de kiem
verstikt. Geslaagde eigen patrouille-onder
nemingen bij Le Sars, Gueudecourt en ten
westen van Péronne bracht 27 gevangenen
en een machinegeweer binnen.
Na eene opblazing op de Combres-hoog-
ien, die eene goede uitwerking had, dron
gen onze infanteristen en pioniers in de
vijar^vke stelling; zij keerden, na de loop-
graofbezetting te hebben overmand, met
verscheidene gevangenen in de eigen liniën
terug.
B e r 1 ij n, 17 Jan. (W. B.) Avondbericht-
uit het groote hoofdkwartier.
Behalve eene levendige gevechtsactie bij
Beaumont zijn van het westelijke front gee-
ne bijzondere gebeurtenissen te berichten.
Par ij s, 17 Jan. (Havas). Namiddag
communiqué.
Aan de Somme sloegen de Franschen
Duitsche afdeelingen terug, die trachtten in
de Fransche liniën te dringen te Clery ten
zuiden van Biaches, als gevolg van het gis-
tëren vermelde bombardement. In Eparges
eene mijnontploffing, waarop de Duitschers
een kleinen aanval deden, die teruggewor
pen werd na een levendig handgemeen. Op
de Maashoogten en in het bosch van Apre-
mont drongen Fransche patrouilles op ver
scheidene punten in de Duitsche liniën.
Od de rest van het front was de nacht
lustig.
Berlijn, 17 Jan. (W. B.). Bericht uit
Bet groote hoofdkwartier van heden voor
middag.
Front prins Leopold. Op een hevig ar
tillerievuur volgden des namiddags Russi
sche aanvallen tegen onze stellingen ten
zuiden van Smorgon, die afgeslagen werden.
De in een smal front binnengedrongen
vijand werd teruggeworpen. De stelling is
volledig in onze hand. Talrijke doode Rus
sen bedekken het slagveld. Gedurende den
nacht werden op verscheidene plaatsen vèr-
kenningsafdeelingen en jachtcommando's,
die tegen onze liniën ODrukten, afgewezen.
Be r 1 ij n, 17 Jan. (W. B.) Avondbericht
uit het groote hoofdkwartier.
In "•n bleef de artillerieactie ten
zuiden van Smorgon levendig. Aanvallen j
zijn tot dusver niet geschied.
Weenen,17 Jan. (W. B.) Officieel be
richt van heden middag.
Op het iegerfront van prins Leopold van
Be;eren is bij de O.-H. troepen niets ge
beurd.
Petersburg, 17 J a n. (Tel.-ag.) Com
muniqué van den grooten generalen staf.
Aan het Oostelijke front onderhield de
vijand een hevig vuur in de streek van den
spoorweg Odorow—Zolotsiow en ten Zuiden
von Angustowka. Ten Zuiden van Swistelni-
ki werkte de vijand met een machine-ge
weer, dai niet verdekt was opgesteld; het
werd, naar men kon waarnemen, door een
onzer granaten vernietigd.
T*en Zuiden van het dorp Jamnitza van de
Bystritza werden onze compagnieën, die aan
de verdedigingswerken bezig waren, door
den vijand met granaten bestookt, welke
echter achter onze liniën neerkwamen en
geen schade veroorzaakten. Het vijandelijke
vuur werd spoedig tot zwijgen gebracht door
ons geschut.
Weenen, 17 Jan. (W. B.) Officieel be
richt van heden middag.
Op het Karslplateau en in het Wippach-
del leefde de artillerie-actie weer op.
Rome, 17 Jan. (Stefani.) Communi
qué van der. grooten generalen staf.
Het slechte weer belemmerde ook giste-
I ren de .vcrking van het geschut aan het ge-
heele front. Cp den Karst waren onze pa
trouilles werkzaam; zij bestookten de vijan
delijke liniën met bommenwerpers en maak
ten eenige gevangenen.
B e r 1 ij n, 17 Jan. (W. B.) Bericht uit
het groote hoofdkwartier- van heden voor
middag.
Front aartshertog Jazef. In de oostelijke
Karpathen haalden aanvalstroepen van de
Duitsche jagers aan de Comar (ten noor
den van den gouden Bistritz) verscheidene
Russen en een machinegeweer uit de vijan
delijke loopgraven. Tusschen Cusino en
het Susitadaï zetten de Russo-Rumenen
hunne aanvallen tegen de hun in den laat-
sten strijd ontnomen hoogtenstellingen met
sterke massa's verbitterd voort. Op een top
kregen zij voet; op alle andere plaatsen
werden zij onder groote verliezen bloedig
afgewezen.
Legergroep Mackensen. In de moeras
vlakte tusschen Braila en Galatz zijn de
vooruitgebrachte Turksche posten bij Va-
deni op bekomen bevel voor de overmach
tige vijandelijke krachten op de hoofddek-
kingsliniën teruggenomen. Russische afdee
lingen, die rechts vaan Labustea oprukten,
zijn door ons artillerievuur gedwongen halt
te houden.
Weenen, 17 Jen. (W. B.) Officieel
bericht van heden middag.
Legergroep Mackensen. De bij Vadeni
vooruitgebrachte Turksche posten zijn voor
de overmachtige vijandelijke krachten op de
hoofddekkingslinie terug genomen. Een
vijandelijke aanval op de omstreeks 2 Kilo
meters ten westen van Vadeni gelegen stel
lingen kwam door ons spervuur tot staan.
Tusschen Casinu en het Susitadol gingen de
Russo-Rumenen n\et sterke krachten tot den
aanval over. Het gelukte den vijand zich op
eene hoogte te vestigen, terwijl hij op de
overige frontdeelei> volledig werd afgewe
zen.
Sofia, 17 Jan. (Buig. ag.) Bericht van
het hoofdkwartier.
Vier vijandelijke vliegtuigen vlogen over
Tulcea. Wij verjoegen ze door ons artille
rievuur
Petersburg, 17 Jan. (Tel.-ag.) Com
muniqué van den grooten generalen staf.
In de streek van den spoorweg Bistritza
Kimpolung, ging de vijand tot een aanval
over op onze stellingen ten noorden van
hoogte 4285, doch deze werd door ons vuur
gestuit. Hij viel de Rumeniërs aan ten zuid
westen van Pralea, 18 werst ten zuiden van
de samenvloeiing van de rivieren Kassina
en Trotus, maar werd in een tegenaanval in
wanorde teruggedreven. In een nachtelijken
aanval slaa/den onze troepen er in den
I vijand te verjagen uit Gerlesci, ten zuidwes-
I ten van den mond van de Rymnik, en twee
machinegeweren buit te maken. Een tegen-
i aanval, die de vijand met een numeriek
i sterkere troepenmacht ondernam, noodzaek-
te ons het dorp weder te ontruimen.
Een aanval der Duitschers ten zuidoosten
van Gerlesci werd door ons vuur tot staan
gebracht.
Onze troepen er,verder», na artillerie-
voorbereiding, het dorp Vadeni (10 werst
ten zuidwesten van Galatz) stormenderhand.
I De vijand, die versterkingen gekregen had,
j ondernam een aanval om Vadeni te herwin-
i nrn. Zijne dichte troepenmassa's, die door
ons onder vuur werden genomen, leden zwa
re verliezen en werden gestuit, voordat zij
onze loopgraven bereikten.
Sofia, 17 Jan. (Bulg.-ag.) Bericht van
het hoofdkwartier.
Zwak artillerievuur op het geheele front.
Op sommige plaatsen, met name aan de
Stroema, patrouillegevechlen. Twee vijande-
lijke kruisers bombardeerden zonder posi
tief resultaat stellingen bij den mond van de
StToema.
Londen, 17 Jan. (R.) Wij vernemen,
dat Griekenland de eischen van de geal
lieerden volledig heeft aangenomen.
De Britsche geren-. EHiot is op zijn post
teruggekeerd.
B e r 1 ii rw 17 Jan. (W. B.) Naar aanlei
ding van het bericht van Reuter over den
militeiren toestand in Oost-Afrika, dat aan
de Duitschers slechts een betrekkelijk klein,
onbeduidend gedeelte gebied in het zuiden
en zuidoosten is gebleven, wordt van wel
ingelichte zijde opgemerkt: Het is aan Smuts,
ondanks zijn tienvoudige overmacht, niet ge
lukt Oost-Afrika in elf maanden in zijn be
zit te krijgen. Het gebied, dat door onzen
dapperen kleinen troep nog bezet wordt ge
houden, omvat eene oppervlakte van om
streeks 140.000 KM5, en heeft dus onge
veer den vlakte-inhoud van Beieren, Wurtem-
berg, Baden, Elzas-Lotharingen en Saksen.
Het wordt begrensd in het noorden door de
rivier Rufidji, in 't westen door de Ruhudje,
de Kilambero en het Nyassameer, in het
zuiden door de rivier Rowuna. In het oos
ten is alleen het kustgebied in de hand van
den vijand. Hieruit blijkt, dat het „betrek
kelijk kleine en onbeduidende" gebied toch
nog tamelijk omvangrijk is. In hoever de be
wegingsvrijheid van de Duitsche troepen be
perkt is, ziet men het best uit de offensieve
beweging tegen de in het Duitsche gebied
gedrongen Portugeezen. Deze actie wierp
niet alleen in weinige dagen de Portugeezen
uit Duitsch Oost-Afrika, maar bracht den
troep zelfs over de Rowuna naar Portugeesch
Mozambique.
B e r 1 ij n, 17 Jan. (W. B.) Bericht uit
het groote hoofdkwartier van heden voor
middag.
Ondanks de ongunstige weersomstandig
heden, die de vliegersactie omstreeks half
December belangrijk inkrompen, gelukte het
onze vliegers en vliegerafweerformatiën den
vijand aanzienlijke verliezen te berokkenen.
Onze tegenstanders verloren 66 vliegma
chines, waaronder 48 in den luchtstrijd, 16
door neerschieten van den grond en 2 door
onvrijwillige landing. Hiervan zijn 22 in ons
bezit gekomen. Van 44 vliegtuigen is waar
genomen, dat zij aan de andere zijden van
de linie zijn neergestort.
Kopenhagen, 17 Jan. (W. B.) De
torpedoboot Dobrowolcz, groot 660 ton, is,
gelijk thans vastgesteld is, 21 Aug. 1916
bij den ingang van de Golf van Riga op een
mijn geloopen en gezonken.
Stavanger, 17 Jan. (W. B.) Een vdól
Stavanger kruisend Engelsch eskader ver»
volgde een Duitsch stoomschip, dat met erts
geleden was, welk schip er echter in slaag
de, behouden binnen de territoriale wete»
ren te komen en bij E«ersund voor anker
te gaan. Toen een Noorsche torpedoboot
naderde trokken de vreemde oorlogsschep
pen af.
Rome, 17 Jan. (Stefani). Het ministe
rie van marinne deelt mede, dat in den mor
gen van den Hen bij de Dalmatischc eilan
den een Oostenviiksch schip getorpedeerd
en in den «rond ehoord werd door een
Fransche duikboot, die bij onze zeemacht
geattacheerd is. De duikboot werd zonder
resnl'nat door een Oosten: iiksch vliegtuig
aangevollen.
Londen, 17 Jan. (R.) Bericht van
Lloyds.
De bemanning van het Noorweegsche
stoomschip Vesttold, waarvan vroeger be
richt is, dat het in den grond was geboord,
is gered. Het stoomrdïip Onhir is aungeko-
men met de bemanning van het Noorweeg-
sche stoomschip Soivang, dat den 13en Ja
nuari door een duikboot tot zinken werd ge
bracht. Het stoomschip Olto is in den grond
geboord.
Berlijn, 17 Jan. (W. B.) Dc kapitein-
luitenant Wuensche, die onlangs met zijne
U-boot in de haven is terug gekeerd, heeft
op zijne onderneming 16 schepen met in 't
geheel 26.000 bruto-rogistertonngn in den
grond geboord. Daarvan waren 2 met mais,
3 met kolen, 3 met vruchten, 2 met zwavel-
kies, 2 met visschen, 1 met salpeter, 1 met
ijzererts, 1 met miinhout en 1 met haver be
laden.
Londen, 17 Jan. (R.) De admiraliteit
bericht dat eenigen tijd geleden werd aan
genomen, dat de volgende handelsschep en*
die lang over den tijd waren, in den grond
zijn geboord door een Duitsche duikbootc
Dramatist, Radnorshire, Minieh, Nciherfey
Hell, Mount Temple, King George en Geor
gië, allen Engelsche schepen, en voorts nog
de Fransche schepen Nantes en Asnière*
Er is nu uit Pernambuco bericht ontvangerw
bericht ontvangen, strekkende tot bevesti»
ging ven deze onderstelling. In den avond
van 15 Januari is het Japansche stoomschip
Hudson Maru in Pernambuco aangekomen
met de gezagvoerders en de bemanning aan
boord van eenigen der verloren schepen, diw
op verschillende datums tusschen 12 Decem
ber 1916 en 12 Januari 1917 lot zink> n
bracht zijn. Verder werd nog het Sioonv»
schip Saint Theodor^ eromen en een*
Van de zelfgenoegzaamheid is de zoet
ste vrucht de onafhankelijkheid.
ROMAN VAN
OLGA WOHLBRÜCK
met autorisatie vertaald
door
Mevr. I. P. WESSELINK—VAN ROSSUM.
19
Op een lezenaar lag de catalogus een
kunstwerk van Gerhard's vroegeren leeraar
in het schoonschrijven, die een tijdlang de
betrekking van secretaris bij den graaf had
vervuld.
Zware, artistieke en zeer schitterende
bronzen vulden de hoeken van het vertrek
en verbraken de stijve geometrie der inrich
ting.
Het rook als altijd naar Russische eau de
cologne en Turksche sigaretten in deze
prachtige, koele kamer, waarin het zwavel
gele ochtendlicht zijn glansloos vlak schijn
sel naar binnen wierp.
Leelijk zagen de menschen er in dit licht
uit, beklagenswaardig en ziek. W-el is waar
Jöt graai Obenvall altijd in de schaduw, al
tijd in een onzekere schemering, die hem
als een doorzichtig gordijn beschutte tegen
al te vrijmoedige en onderzoekende blikken.
„Je ziet er slecht uit, mijn jongen" begon
hij, toen Gerhard dien morgen voor hem
stond, huiverend, met het hem zoo goed be
kende gedrukte gelaat van een smeekeling.
Zijn zoon als smeekeling dat was iets
nieuws voor hem. Bijna iets onbehaaglijks.
Zijn gezag en de nooit hinderlijke onder
worpenheid van zijn zoon hadden zich tot nu
toe slechts in de omlijsting van maatschap
pelijke conventie bewogen. Maar kleine af
dwalingen van zijn zoon had hij nooit met
pathetische verontwaardiging ontvangen; hij
had er zich toe bepaald met een lichte geste
van dégout hooghartig een afwerende hou
ding aan le nemen.
En deze geste hoe bijna onmerkbaar,
die ook mocht zijn was als een onteeren-
de zweepslag voor den overgevoeligen jon
gen man. Het stond Gerhard nog- levendig
voor oogen, hoe zijn vader na dat voorval in
de schermzaal, vier weken lang hem nooit
anders dan met koel beleefden groet was
voorbijgegaan, de armen zeer strak tegen het
bovenlijf gedrukt, alsof hij het wilde vermij
den hem ook maar bij toeval aan te raken.
Zoo had zijn vader ook eens met hem tus
schen negers doorgeloopen, die zij bekeken
hadden in een negerdorp op een tentoon
stelling.
„Waar kan ik je mee helpen, mijn jon
gen?"
Graaf Oberwall zette zijn joghurtglas neer,
stak een sigorette aan het blauwe vlammetje
der eeuwige lamp aan, die aan een kunstig
gesmeden ketting van de zoldering neerhing
bo en zijn groot malachieten sohrijfgerei.
„Rook je?"
„Dank u."
„Ga dan zitten. Nu?
Lou Hörselkamp kwam den voormaligen
diplomaat in de gedachte. Zijn lippen klem
den zich afwerend op elkaar. Zeer pijnlijk
en zeer overbodig leek hem, wat hij nu ge
noodzaakt zou zijn te moeten aanhooren.
Hij had zich voorgesteld, dat zijn zoon meer
takt bezat, fijngevoeliger was. Bij het hope-
looze van zijn „kinderachtige" wenschen
zou hij beter gedaan hebben de jonge dame
niet tot onderwerp van een gesprek te ma
ken zooveel „opvoeding" moest hij toch
toonen f
„Nu, ik ben geheel oor, mijn beste."
Dat placht hij ook in vroegere tijden te
zeggen, als hij wist dat iets geheel onmoge
lijks van hem zou worden verlangd.
Het was Gerhard alsof iemand hem met
koude vingers de keel toekneep. Hij streek,
als moest hij zich bedenken, met duim en
wijsvinger over de donker blonde wenk
brauwen, die als een donzig smal borsteltje
het karakteristiek gewelfde Oberwallsche
voorhoofdsbeen boven de diepe oogholten
omzoomden.
„Bruno Taysen neemt zijn ontslag," zei
hij plotseling.
De oude diplomaat onderdrukte een Iro
nisch lachje. Om hem dat te zeggen was
Gerhard toch niet gekomen.
„Ontslag och kom I"
Het klonk bijna alsof het hem belang in
boezemde. De i.nge maa moest eerst warm
worden de schuwheid voor zijn eigen stem
overwinnenbekentenissen mochten nooit
afgedwongen worden. Graaf Oberwall kende
de schitterende resultaten van het aflei
dingssysteem.
Gerhard herademde. Hij beproefde zelfs
te glimlachen een beetje hoogmoedig
zooals hij dat vroeger wel deed als hij
trachtte meer op zijn vader te gelijken.
„Tja stel u voor een petroleumkoop-
man heeft er zich mee belast zijn leven wat
gemakkelijker te maken. Lievehemel te
genwoordig riekt petroleum ook nauwe
lijks meer."
Graaf Oberwall sloeg de beenen gemoed-
lijk over elkaar, tikte met zijn wijsvinger de
asch van de cigarette en schudde meewarig
het hoofd.
„De drang naar een gemakkelijk leven
bederft onze beste soldaten. Jammer. Taysen
was een flink officier voor wien iksteeds
graag in de bres gesprongen zou zijn. rk
veronderstel natuurlijk, dat slechts geldver
legenheid de oorzaak is, niet iets ernstigs
een verbintenis beneden zijn stand of een
dergelijke jeugdige domheid
Graaf Oberwall sprak zeer vriendelijk,
bijna goedig. Gerhard die slechts van een
gedachte, eën vrees was vervuld, hoorde in
de woorden van zijn vader niet meer dan de
bereidwilligheid bij te springen. Hij her
ademde.
Dat zei ik hem ook. Papa. Maar u kent
hem trotsch was hij altijd gewoon
onaangenaam als men hem een dienst
wilde opdringen, Neen, dezen *wer moet u
uw edelmoedigen bijstand niet Bruno maar
mij schenken."
„Jou, mijn jongen I"
Graaf Oberwall glimlachte voorkomend^
boog zich voorover en sloeg met zijn vin*
gertoppen op Gerhard's schouder.
„Heb je alles uitgegeven Mijn jongen 1
Een paar honderd mark noodig, he?"
Gerhard's handen werden vochtig. Hi)
boog het hoofd diep en zijn armen hingen
slap neer tusschen zijn knieën.
Ja om kort te gaan Papa
Graaf Oberwall stond op. Op zijn voor»
naam gezicht legden zich ernstige, hard»
rimpels.
„Ik veronderstel, dal het toch alleen geld
betreft
Gerhard stond ook op. Het veranderde
gelaat van zijn vader en zijn plotseling ban»
sche toon, wekten een vreemd gevoel van
weerstand bij hemhet was of hij er eens
klaps genoegen in vond hem de monster
achtigheid te bekennen, hem een onaange
naamheid te bezorgen, hem ook zoo klein
en hulpeloos voor zich te zien, even klein
en hulpeloos al9 hij zich zelf tegenover hem
had gevoeld.
(Wordt vervolgd.jj