W löt 15-* Jaaroang. „DE EEMLANDER". Donderdag 1 Februari 1917. BIJ IT FNAN D. J ZONNEWEELDE Uitgever»: VALKHOFP Co. Bureaui UTREC HTSCH EST RAAT 46. Nabetrachting over den Gemeenteraad. FEUILLETON. AMERSFOORTSCH DAGRLAD. MARIE VAN VERSENDAAU Hoofdrcdacfle) Mf D j yAN SCHAARDENBURG» ABONNEMENTSPRIJS: fi toot Amersfoort f Jd-. INI» p.r port. 1.80. I [WW per uee. •-- - - - - Pel week (met gratu verzekering legen ongelukken)» O. IJl». A/ionderUjk» nummers >Yekeliikieh bijvoegsel .B» BoU«<si>*t HmjwW' «eode» redsclie een Tbdrèse Horen) per 8 mnd. 80 el*. ■Wekelijkeeh bijvoegsel per 8 mnd. 8* et Intercomm. Telefoonnummer 66. PRUS IVER AL) V ERTEN TIEN T*n 1-5, regel.O.SI». Like regel meer Dienstaanbiedingen 1—5 regels Groote letters naar plaatsruimte. Voor han«lel en bo lrijt bestaan /.eer voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteeron in dit Blad, bij sbonnomeut. Eeno ciroulatre, bevattende de voarwaardeu. wordt op aanvraag toegezonden. 0.15, 0.5U, Het belangrijkste In de Raadsvergadering van Dinsdagavond was zeker de rede van den Burgemeester, die een terugblik wierp op het jaar 1916, en n]£t interessante cijfers en gegevens in 't kort oe geschiedenis onzer gemeente in 't afgeloopen jaar weergaf. De rede zelf, geheel in ons blad van gisteren op genomen, geeft ons geen aanleiding tot eenige bespreking. Alleen willen we ieder ten sterkste aanraden de lezing er van niet over te slaan, daar, 2lj het dan oc>^ 'n ke- knopten vorm, deze rede een duidelijk b^eld gaf van hetgeen op het gebied der gemeen tehuishouding is voorgevallen, terwijl een kijkje wordt gegeven in den stand der ver schillende bedrijven. Voor de zooveelste maal werd geboomd over de boomen van 't Laantje en voor de «ooveelste maal werd een voórstel om tot rooiïng ervan over te gaan, verworpen. Hét voorstel inzake den prijs voor gas, ge bruikt voor industrieele doeleinden ging er glad door. Nu werd daarvoor een percentage vastgesteld, iets wat bij de gaslevering voor verlichting geen genade kon vinden bij den Raad. Niet onaardig is het, thans nog even te herinneren aan de woorden van den heer Hofland, gesproken in de vergadering van 4 Dec. bij het voorstel der lichtbeperking. „De toelichting, aldus de heer Hofland, be rust m.i. op de zeer juiste en goede sociale gedachte, dat Iedereen, rijk en arm, groot en klein, en vooTal onder de tegenwoordige omstandigheden, wat haar bestaanszekerheid en bestaansmogelijkheid betreft, over éen kam moet worden geschoren d. w. z. dat noch aan den eenen kant, noch aan den anderen kant zekere bevoorrechting wordt toege kend. In deze toelichting is zoowel door de Commissie als door B. en W. uitgeschakeld elk particulier belang, elk groepsbelang en elk klassébelang en hebben de leden op het oog gehad het zuiver gemeenschapsbelang en ook het zuivere Gemeentebelang. Het Gemeentebelang, omdat wij natuur-' lijk bij dë vaststelling van de hoeveelheid en den prijs rekening moesten huiden met de Gemeente-financiën, en met het gemeen schapsbelang, omdat men uitging van de •.stelling, dat het Gemeentebestuur en de Ge meenteraad er niet in mochten komen, zeker percentage van vroeger gasverbruik toe te staan, omdat dit neerkomt op bevoorrech ting". De hopelooze pogingen van den heer Hofland om in ons blad zijn houding goed te praten, zijn nu wel absoluut vruchteloos gebleken. Vooraf de laatste alinea, in ver band met het nu zonder stemming aangeno men voorstel, is kostelijk. De volgens B. en W. weinig beteekenende wijziging van de duurtetoeslagregeling, vond bij den heer Van Nynatten bestrijding, die in een zakelijk betoog op de onbillijkheden wees, die door deze wijziging worden ge schapen. Eigenaardig, dat B. en W. zich in competent moesten verklaren te oordeelen over het do6r den heer v. Nynatten aange voerde. Hadden zij de wijziging dan maar zonder meer aangebracht, zonder zelfs te overwegen, welke gevolgen deze kon hebben voor sommige personen, die eerst wel toe slag zouden krijgen en nu zonder meer zul len worden uitgeschakeld? Ook ons komt de plaatselijke inkomsten belasting betere maatstaf voor, dan het sa laris zelf, maar men dient dan toch, evenals in de rijks-regeling een zekere speling te nemen, om te "voorkomen, dat iemand niet wordt uitgesloten, die In een bijbetrekking veel minder verdient, dan hij anders aan toe slag zou krijgen. Een belangrijk besluit werd nog genomen door de instelling van een bureau voor maatschappelijk werk. Dank zij den heer v. Nynatten kregen verschillende ambtenaren 100 meer dan B. en W. hun hadden toe gedacht, zoodat deze menschen althans niet lager bezoldigd worden dan de man, die moet passen op steenen en wat nagels (de maga zijnmeester). Dan nog een begrafenisplechtigheid maar toch een blij eindend slot. De heer v. Nieuwendijk sprak aan de ge opende groeve van de Amersf. tram. En als 'bij elke roemlooze doode werden ook nu woorden gezocht, om de vaak geringe ver diensten wat op te blazen. Spreker ging zelfs zoo ver te verklaren, dat V*. der bevol king het verdwijnen der tram zou betreuren. De voorzitter drukte zich nog zeer euphe- mistisch uit, toen hij daartegenover stelde, dat de bevolking z. i. gematigd onverschil lig stond tegenover de tram. De heer Hofland weende met den heer Nieuwendijk nog eeni ge zilte tranen over het door hen zoo be treurde verscheiden van Amersf. leeglooper, maar de Raad toonde zich onaandoenlijk voor hun droefenis en ging met B. en W. mede, om met eigen exploitatie van een tram althans nog eenige jaren te wachten. Gelukkig waren de heeren niet al te zeer geschokt, zoodat zij allen mede genoten van ■het optreden van humoristen in het acht bare college. De heer Leinweber bracht er de stemming in met zijn betoog om subsi die te verleenen aan de Geitenfokvereeni- ging. Deze vereeniging bezit 46 leden en die hebben 99 geiten en maar één bok. Nu dat moei spaak loopen, dat voelt ieder. Daar moet nog een bok bij en daarom moet de gemeente subsidie geven, zei de heer Lein weber, die er een gemeentebelang inzag, niet in den bok, maar in de geitenfokkerij. De heer Nieuwendijjc overtrof 'hem en be sprak het verband tusschen huisvlijt en gei- tenfokken. De eer van ons blad gedoogt niet, dat we verder uitweiden over dit pikante on derwerp, Jaten we volstaan met mee te dee- len, dat er braai gelachen is in onzen ge meenteraad. Maar den bok, althans de sub sidie, krijgt de vereeniging niet. Bij de rondvraag deed de wethouder Veis Heyn eenige belangrijke mededeelingen over de brandstoffenvoorziening, terwijl de heer v. Nynatten eigenaardige praktijken van sommige handelaars naar voren bracht. En de heer Leinweber gaf nog een humo ristische schildering van de distributie der eierkolen. En daarmee kwam ook voor ons gelukkig het einde. De oorlog. B e r 1 ij n, 31 Jan. (W. B.) Aan de -regee ring der Vereenigde Statren \fon Noord- Amerika is heden de volgende nota toege zonden: Berlijn, 31 Jan. 1917. Uwe Excellentie heeft de goedheid gehad, mij den 22sten dezer mededeeling (e doen van de boodschap, welke de president der Vereenigde Staten van Amerika denzelfden dag tot den Amerikaanschen Senaat had ge richt. De Keizerlijke regeering heeft van den in houd dezer bpodschap met bijzondere aandacht kennisgenomen, die de door het hooge verantwoordelijkheidsbesef geïnspi reerde uiteenzetting van den president toe komt. Het is haar een reden tot groote vol doening te kunnen constaleeren, dot de lichtlijnen van dit belangrijke manifest irt hooge mate met de principes en wenschen van Duitschland overeenstemmen. Hiertoe behoort iir'de eerste plaats om het eiTen lot te bepalen, het recht van vrije beschikking en de gelijkgerechtigdheid voor alle natiën. Dit beginsel erkennende, zou Duitschland het oprecht begroeien, wanneer volken als die van Ierland en van Indië, die zich niet verheugen in de zegeningen van de onaf hankelijkheid als staat, thans hun vrijheid zouden verkrijgen. Bondgenootschappen, die de volkeren in den strijd om macht mee slepen en in het net van baatzuchtige in triges verstrikken, verwerpt ook het Duitsche volk. Daarentegen ïs zijne bereidwillige me dewerking verzekerd voor alle pogingen, die het voorkomen van toekomstige oorlogen ten doel hebben. De vrijheid der zeeën als voorwaarde voor het vrije bestaan en het vriendschappelijk verkeer van de volken, heeft, evenals de open deur voor den handel van alle natiën steeds tot de leidende principes van de Duit sche politiek behoord. Des te dieper betreurt de Keizerlijke re geering het, dat de aan de vijandige houding ven haar tegenstanders het voor de wereld onmogelijk maakt reeds thans de verwezen- king van dit verheven doel ter hand te ne men. Duitschland en zijne bondgenooten waren bereid spoedig vredesonderhandelin gen te beginnep en hadden a^s basis daar voor de waarborging van het bestaan, de eer en de vrijheid van ontwikkeling hunner volken genoemd. Hunne planhen waren, zooals zij in de nota van 12 December 1916 uitdrukkelijk op den voorgrond stelden, niet op verplettering of vernietiging "van den vijand gericht en, naar hunne overtuiging, wel vereenigboar met de rechten van de an dere natiën. Wat in het bijzonder België betreft, dat een voorwerp van warmhartige sympathie in de Vereenigde Staten vormt, had de rijks- 1 - -elier enkele weken te voren verklaard clat inlijving van België nooit In Duilsch- lar^'s -^oèüngen heeft gelegen. Duitschland wilde, in den met België te sluiten vrede, uitsluitend voorzorgen treffen, dat dit land, waarmee de keizerlijke regee ring in goede, betrekking als nabuur wenscht te leven, door den tegenstander niet tot het in de hand werken van zijn aan slagen worden gebruikt. Zulk een voorzorg is des te dringender geboden, omdat de vijandelijke machtheb bers herhaaldelijk in redevoeringen-en voor al in de besluiten van de Parijsche econo mische conferentie onverholen hun doel hebben uitgesproken, Duitschland ook na het herstel van den vrede niet als gelijk gerechtigde te erkennen, maar veeleer sys tematisch verder te bestrijden. Op de veroveringszucht onzer tegenstan ders. die den vrede willen dicteeren, heeft de poging van- den vierbond om den vrede tot stand te brengen, schipbreuk geleden. Onder het uithangbord van het nationali teitsbeginsel hebben zij als hun oorlogsdoel onthuld Duitschland, Oostenrijk-Hongarije, Turkije en Bulgarije te verbrokkelen en te onteeren. Tegenover den wensch tot verzoe ning stellen zij den wil tot vernietiging. Zij willen den strijd tot het uiterste. Zoo ontstond een nieuwe toestand, die ook Duitschland tot nieuwe besluiten noopt. Sedert 2H jaar misbruikt Engeland da macht van zijne vloot tot eene misdadige poging om Duitschland door den hon^e? tot onderwerping te brengen. Met brutale miskenning van het volkenrecht onderbindt de door Engeland geleide groep van mo gendheden niet slechts den wettigen handel van hare tegenstanders, maar door een mee- doogenloozen druk noodzaakt zij ook de neutrale staten elke haar niet passende han delstransactie op te geven, of den handel naar hare willekeurige voorschriften te be perken. Het Amerikaansche volk kent de slappen, die gedaan zijn, om Engeland en zijne bondgenooten er toe te brengen tot het volkenrecht terug te keeren en de vrij heid der zeeën te eerbiedigen. De Engelsche regeering volhardt bij den uithongeringsoorlog ,die weliswaar de weer- 'kracht van zijn vijand niet raakt, maar vrou wen, kinderen, zieken en grijsaards nood zaakt ter wille van het vaderland smartelijke ontberingen, die de volkskracht met" gevaar dreigen, te verdragen. Zoo vermeerdert de Britsche heerschzucht In koelen bloede het lijden der wereld, zich niet storende onn de beginselen der menschelijkheid of om het protest der sterk benadeelde neutralen* zelfs zich niet bekommerende om het la tente verlongen naar den vrede bij de vol ken der eigen bondgenooten. Elke dag, dien de vreeselijke worsteling voortduurt, brennt nieuwe verwoestingen, nieuwen nood en kost opnieuw menschen- levens. Met eiken dov, dien de oorlog ver kort wordt, wordt aan beide zijden het fjpven van duizenden dappere strijders gespaard en aan de gepijnigde menschheld een weldaad bewezen. De keizerlijke regeering zou het voor haar eigen geweten, voor het Duitsche volk en voor de geschiedenis niet kunnen verant woorden, wanneer zij eervlg middel onbe proefd liet om het einde van den oorlog te bespoedigèn. Met den president der Vereenigde Stoten had hij gehoopt dit doel door onderhande lingen te bereiken. Nadat de poging om zich met elkaar te verstaan, door de vijanden beantwoord was met de aankondiging van een verscherpten strijd, moet de keizerlijk» Men is nooit meer internationaal, dan wan neer men volkomen zichzelf is. ROMAN VAN OLGA WOHLBROCK met autorisatie vertaald dcor Mevr. I. P. WESSELINK—VAN ROSSUM. 30 De kamenl.er klopte aan de deur. „Wil mevrouw zich niet kleeden. U heeft geen uur tijd meer voor het diner." Zij •chrok. „Ja natuurlijk ik kom." „Het woa verrukkelijk, beste. Morgen ral k heel stipt zijn! Een snelle handdruk, een laatste knikje. Hij merkte het in het geheel niet, hoe hij voor den gek was gehouden, zoo na was zij fcem weer gekomen - too geheel een voelde hi| zich met haar. Maar denzelfden avond werden In enkele Atuzen van het aanzienlijkste deel van Ber lijn ijzingwekkende verhalen uit den huize Morsailaaq» gecaiporteerd. Heel zacht. Achter waaiers. Onder ge heimhouding. Met alle voorbehoud en voor zichtig twijfelend schouderophalen. Maar in elk geval mevrouw Siebeï moest het zelf gezien hebben. Met haar „eigen oogen". „Geen dienstboden gepraat". Hörselkamp v/as toch niet anders dan een proleet, en vorstin Sukewitsch zoo'n Poolsche vors tin, men wist eigenlijk nooit recht of zij een avonturierster was. Daar kwam het toch bin nen korten of langer tijd tot een éclat. Zeer stijf en met een. zeer vormelijk gelaat zat graaf Oberwall eenige dagen later in de kamer zijner moeder. Mendel was weer eens in ongenade gevallen, die moest weer eens garen mitaines zoeken. Als zij haar ge breide, roode wollen doek om den hals droeg, mocht zij blij zijn als haar niets langs het hoofd vloog. En vanda'ag was de gravin geladen. Roode plekken brandden op haar wang beenderen, toornig bliksemden haar zwarte oogen door de rose-roode kamer. Haar zoon veroorloofde zich opmerkingen te maken over haar lectuur. Juffrouw Hörselkamp stond hem niet zoo erg aap werkelijk? Stond zij hem niet aan „Het dient nergens toe, Mama, dat Ger hard zich dingen in het hoofd haalt, die on uitvoerbaar zijn. Mijn plannen vo<~ Ger hard staan vast; reeds lang." Zij lachte smalend, draaide hoar zachte sjaal als een smalle mouw langs haar arm. „Zoo je hebt plannen, mijn zoon Laat eens hoor en. Ik ken Berlijn* on de men- schen." Daar was zij trotsch op. Heel zakelijk, terwijl hij de tien vingertop pen tegen elkaar tikte, zette graaf Oberwall het plan uiteen. De familie van den vrijheer von Rock- witz. Goede Pruisische adel. Een zoon, twee dochters. Oude Diritsche traditie in het huis. Zuiver Duhsch bloed. Ver vertakt, geparen teerd met alle Pruisische hoogadelijke ge slachten. Niet zeer vermogend, maar bui tengewoon in aanzien. Van de geheele fa milie het armst aan kinderen, arm aan kinderen uit raison, praktische overwe- glngen^Dat was voor een gravin Oberwall niet noodig. Integendeel. Het vermogen der Oberwall's en productiviteit der Rockwitz. Graaf Oberwall vertoonde zijn mat, haast Ironisch lachje. „Wij, Oberwall's, zijn allen een beetje vergeestelijkt en het bloed onzer vrouwen is of te traag of te levendig voor het vlijtige en voortdurende werk der voortplanting." De gravin hield haar hoofd scheef en rolde langzaam de sjaal van haar arm af De wrokkende teleurstelling van zijn eigen mislukt familieleven leidde hem, de verbitterde eigenzinnigheid van den man, die zich in zijn zoon schadeloos wilde stel len voor zijn eigen ongeluk. „Ik vond het zeer pijnlijk, dat deze afschu welijke speelgeschiedenis juist met Rock witz moest gebeuren. Buitengewoon fataal." De gravin kneep de oogen toe, spitste haar nog steeds goedgevormde ooren, als luisterde, xij naar iets naar een flauwen bijklank in de sear ariitocratlsch* met veel nadruk en vertoon van gewicht uitgespro ken woorden. Neen. Er was geen bijklank. Hij was eer lijk heel eerlijk, haar verstandige, voor name zooif. Eerlijk, tot op de grens der naï viteit deze vroegere diplomaat. Bijna iets als ontroering gleed over haar wit, opgezet gezicht, alsof de jongeman nog naast haar zat, de jonge man met hooge begrippen van eer en de ideale éischen en de bereidwil ligheid om zich te buigen voor alles wat groot en edel was. Heel vluchtig raakte zij met de glinste rende vingers de zilverig glanzende punten van zijn kort hear. „De goede Rockwitz heeft het hem toe komende deel van het geld zeer welvoege- lijk, maar ook met zeer groote voldoening opgestreken bereidwillig heeft hij zich over denmarken, die hem zoo onverwacht toevloeiden, ontfermd, lieve André. De dochters bezoeken altijd maar om de beurt de hofbals, omdat er voor twee hofslepen niet voldoende in huis is." „Dat gaat ons niet aan. Tegenwoordig wordt het in elk geval als een eer be schouwd met de Rockwitzen geparenteerd te- zijn. „Het kan ook een eer zijn de dochter van een groot kunstenaar te trouwen." „Ah zoo I Graaf Oberwall werd een en al ijzige te genzin, ternauwernood gaf hij zich de moeite een woord tegen de gril van de j oude dame in te brengen. Hij zei slechts I J>e meer den désolot# verhoudingen in dat huis besparen ons elke discussie daar over." Zeer geïnteresseerd glimlachte de gravin ondér haar wit masker. Zij glimlachte, of schoon zij alles wist. Heet van den rooster kwam alle gebabbel der uitgaande vvereld haar „oude vrouwenvertrekje" binnen. En de voormalige diplomaat zette, goed geluimd, zijn wijd uitgespreide handen onder het korte buis uit donker kamgaren om het middel, en glimlachte beminnelijk, omdat hij immérs de troeven in de hortd had. „Het huwelijk van Hörselkamp het ge heele huis een zeepbel, lieve Mama. Dat is geen familie. Dan kan men ook wel een Mademoiselle Chérie van de opera bouffe, de een of andere danseres of een ander# mooie Bohémienne trouwen.' „Zoo zoo. Nu, daarvoor kunnen wij dan onze familie ten voorbeeld stellerv becfr» Toon, niet waar? Hij poetste vol aandacht het ronde kon- kaaf geslepen glas van zijn monocle en klemde het irr zijn oog. „Ik moe*, u verzoeken, Mama (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1917 | | pagina 1