IS"* Jaargang,
„DE EEMLAN DER".
Zaterdag 10 Maart 1917.
BIJITFNIAND._
BINNENLAND.
ZONNEWEELDE
N* 213 Tweede Blad.
Uitgevers: VALKHOFF Coi
FEUILLETON.
Hoofdredactie:
MARIE VAN VERSENDAAl.
Mr. D. J. VAN SCHAARDENBURO.
III
Idei
ABONNEMENTSPRIJS:
idea rooi Atnersloori a. f 1.30.
ico pel post.. «t 1
"er week (met gratis verzekering togen ongelukken) 0*1 2**
Jtfzunderlr.ke nummer» wOÖ.
Wekelykaoh byvoegsel „DHollawtscht Euisvrou(onder
redactie ran Ihérèae Hoven) per 8 mad. SO ets»
Wekel^ksoh bijvoegsel Wtreldrttiis" per 8 mod. 52
Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT 46.
intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER ADVEBTJSNTIJSN.
t o.s«.
- n.n.i,
- «.no.
Van 1—5 regels.. 9
£ll:o ro^el moor
Dionstaanbiodingon 1—5 regols
Qrooto lettors naar plaatsruimte.
Voor luiadol on bodryl boston» zoor voordeoUge bepalingen
tot hot herhaald ndvortooren in dit Blad, by abonnement.
Eoao oiroulftito. bovuttoudo do voorwaardon, wordt o»
aanvraag toogezondon.
De oorlog.
B e r 1 ij n, 9 Maart. (K. N.) De Basler
Nachrichten schrijft: Wilson heeft geen re
den den oorlog met de centrale mogendhe
den te forceeren, zoo lang de kans bestaat,
dat de Entente door den verscherpten duik-
boo.oorlog verpletterd zal worden. Wilson
heelt ook na ontvangst van de Oostenrijk-
»che nota geen aanleiding gevonden om de
betrekkingen met Weenen af te breken.
Met betrekking tot deze nota maakt het
Tageblatt van St. Gallen de opmerking, dat
in elk opzicht een meesterstuk van di
plomatie is, voornamelijk ook wat den ver
zoenenden toon en de duidelijkheid van de
Iteatsrechtelijke definitie betreft.
B c r 1 ij n, 9 M a a r t. (K. N.) Naar de
Lokal-onzeiger verneemt, heeft het Chinee-
sche gezantschap te Berlijn ter opheldering
van den waren stand van zaken onlangs aan
zijne regeering een zeer uitvoerig verslag
gezonden over den militairen, maritiemen
en economischen toestand in Duitschland.
Wen mag van deze voorstelling van zaken,
die gebaseerd is op de nauwkeurigste in
lichtingen van bevoegde zijde, verwachten
dat die zelfs tegenover de steeds grooter
v/ordende pressie van c!e Entente, niet zon
der invloed te Peking blijven en in verband
met de pogingen van het Duitsche gezant
schap te Peking belangrijk zal bijdragen tot
de handhaving van China's neutraliteit.
Wanneer overigens de Entente-mogendhe-
den in China trachten indruk te maken door
aan de regeering te Peking kwijtschelding
van schadeloosstellingen uit den bokserop
stand en een verhooging van tolrechten aan
Ie bieden, dan is het reeds lang geen ge
heim meer dat wis; reeds in den herfst van
1975 .n China uitstel van de vervallen be-
G,«*yeii der schadeloosstellingen in den
\Oiin van een schuldbekentenis hebben
verleend en dat Duitschland en Oostenrijk-
Hongarije reeds in 1914 accoord zijn ge
gaan met de verhooging van de Chtneesche
tolrechten. De westersche mogendheden
zijn derhalve ditmaal te laat gekomen.
B e r 1 ij n, 8 Maart. (W. B.) Officieel
bericht.
In de Middellandsche Zee 2ijn 9 stoom-
iboctcn en 3 zeilschepen in den grond ge
boord met gezamenüjken inhoud van
32000 ton. Dit waren de Itolaansche stoom
boot Torino van 4159 ton, de Engelsche
stoombooten Rosalie van 4237 ton, Wath-
Held van 3012 ton, Trojan Prince van 3191
3on en Birrnbey van 3665 ton. een Fransch
stoomschip van 1000 ton, het transport
schip Minos van 5000 ton en het Griek-
•chc schip Victoria van 1388 ton, voorts
bet Engelsche stoomschip Graygendorwn
van 2789 ton.
Naar de chef van den marinestaf bericht
bevonden zich od het transportschip Minos
1 generaal, 3 kolonels, 2 majoors en 1000,
man, die allen zijn omgekomen.
Kopenhagen, 9 Maart. (W. B.) Van
het Noorweegsche schip Storskag, dat den
7en Februari aan de Iersche kust in den
grond is geboord, werd de bemanning aan
boord van de duikboot genomen, waar zij
drie weken heeft vertoefd. Vijf Denen en
tien Noorwegers, die deel van de beman
ning hebben uitgemaakt, zijn gisteren hier
uit Duitschland aangekomen. Zij spreken
met lof over hun verblijf aan boord, waar
zij als kameraden met de duikbootbeman
ning leefden, die alles met hen deelden wat
de provisiekamer opleverde.
Vóór de Storskag werden vier groote
stoomschepen in den grond geboord, waar
onder een Engelsch munitieschip. Tijdens
het verhlijf van de vreemde zeelieden aan
boord bracht de U-boot tot zinken een met
tarwe geladen schip van 6000 ton, een ko
lenschop van 6000 ton, een ander stoom
schip van 3000 ton en een zeilschip. De
U-boot werd dikwijls door Engelsche torpe
dojagers vervolgd. Bij eene andere gelegen
heid werd een bewapend Engelsch stoom
schip door een goed gericht torpedoschot
tot zinken gebracht, voordat de kanonnen
op het stoomschip voor het schieten gereed
emaakt konden worden.
Londen, 9 Maart. (R.) De Financial
Times zegt over de duikboot-oorlogvoering:
Eene vergelijking met de eerste periode
van den cluikbootvelrltocht toont aan, dat de
nieuwe Duitsche poging, die als zoo geducht
is aangekondigd, in werkelijkheid veel min
der effectief is. Dit is waarschijnlijk te wij
ten aan het feit, dat onze voorbehoedmaat-
regelen nu vollediger zijn.
De opgave van de invoeren van voedings
middelen in d-e week, die op 3 Maart is ge
ëindigd, toont aan, dat de invoer van vleesch
rneer dan het dubbele is van de correspon-
deerende week van verleden jaar. De ver
schepingen van zuivelprodurten zijn over
't algemeen gTooter met een grooten voor
uitgang in gecondenseerd-en melk. Dit
duidt niet aan, dat de natie groote ontbe
ring lijdt. De toestand zal nog veel beter
woTden, als de onzijdig en meer vertrouwen
krijgen of toelaten, dat hunne schepen ge
charterd worden door onze regeering.
B e r 1 ij n, 9 Maart. (W. B.) Den 7en
liep de termijn af van de quarantaine, die
tengevolge van een besmettelijk ziektegeval
opgelegd was aan de in Brandenburg ge
ïnterneerde mannen van de Yarrowdale, zon
der dat een nieuw ziektegeval zich heeft
voorgedaan. Dientengevolge zijn de geïn
terneerden, die Spaansche, Amerikaansche
of Braziliaansche staatsburgers zijn, in den
namiddag van Brandenburg via Lindau naar
Zwitserland getransporteerd. De overige le
den der bemanning, die thuis behooren in
neutrale staten, zullen over de verschillende
grensplaatsen naar hun land terug gebracht
worden.
Berlijn, 8 Maart. (W.-B.). De Fran-
sche propagand-adienst laat tot afwisseling
de Grieksche troepen in Görlitz muiten. Den
21 en Februari is dit bericht uit Saloniki ge-
zins gewijzigden vorm van Lausanne uit ge
lanceerd. In werkelijkheid is er niets van
waar. De kolonel Chatzopoelos, die gezegd
wordt naar Weenen te zijn gevlucht, is iede-
ren dag in Görlitz op straat te zien.
Kameroverzicht.
Tweede Kanier
Vergadering op 9 Maart 1917.
Beschikbaarstelling van Levens
middelen.
Voortgezet worden de beraadslagingen
over het wetsontwerp tot vervulling en ver
traging van hoofdstuk X (Landbouw, Nijver
heid en Handel) der Staatsbegrooting voor
1917, waarbij de replieken worden ver
volgd.
Allereerst repliceert de heer v. Doorn
die zich heeft gericht tegen de geheele uit-
voerpolitiek en zijn bezwaren allerminst
weerlegd.
De heer S a n n e s (S. D.) protesteert er
tegen dat slechts 10 minuten voor repliek
wordt gegeven bij een zoo belangrijk vraag
stuk. Voorts vraagt hij welke maatregelen
de minister nu eigenlijk denkt te nemen
met 't oog op de toekomst, en ook in ver
band met de komende oogst.
De heer Van B er e n s t e in (V. D.)
brengt dank voor de uitvoerige inlichtingen
van den minister, welke weer eens doen zien
voor welke moeilijkheden men staat. Dat de
80 millioen worden uitgegeven, acht hij geen
bezwaar, maar de Kamer moet in de uitga
ven worden gekend.
De heer De W ij k e r s l o o t h (R. K.)
meent, dat de minister heeft gedaan wat hij
kon om een noodtoestand te voorkomen.
Ook de heer Van Vuuren (R. K.) repli
ceert, had art. 4 der Distributiewet gaarde
gewijzigd gezien. Spr. vraagt nadere inlich
tingen omtrent het verschil van inzichten
ten opzichte van het 80 millioen-ontwerp
tusschen mr. Van Gijn en den ministerraad.
Dit is z. i. nog steeds niet duidelijk.
De heer v. d. Tempel (S. D.) vraagt
naar de prijzenpolitiek en toont zich niet vol
daan over 's ministers rede.
De heer Schaper (S. D.) wijst op het
oppervlakkig succes, dat de minister met zijn
rede wel bereikte en hij hem niet misgunt,
maar waarmee de toestand niet verbetert.
De Kamer is er om critiek te oefenen. De
minister is verplicht geregelder en uitvoeri
ger inlichtingen te geven. Hetgeen de mi
nister tegen Spr. aanvoerde, naar aanleiding
van de biuinbroodregeling was een aardig
heid van slecht allooi. Ook critiseert Spr.
's ministers beleid tegenover de boeren.
De heer Visser van Uzendoorn
(U. L.) wijst nog eens op de onvolkomen
heden in de distributieregeiing.
De heer P a t ij n (U. L.) constateert, dat
de rede van den minister het vertrouwen in
dezen bewindsman in hooge mate versterkt.
Spr. erkent de noodzakelijkheid van een cri-
daleerd, den len Maart werd het in eenigs- tiek, maar hij komt op tegen „die vervloekte j
verdachtmakingen". Inzake de Distributiewet
dient Spr. ten slotte een motie in, luidende:
De Kamer van oordeel dat indien de ge
meentebesturen in belangrijke mate moch
ten afwijken van den verkoopprijs der goe
deren, bedoeld in art. 1 der Distributiewet,
door den Minister krachtens art. 2 der Dis
tributiewet vastgesteld, de vrijheid van de
gemeentebesturen ten aanzien van de prijs
bepaling moet worden ingeperkt door de
wet.
Gaat over tot de orde van den dag.
De voorzitter stelt voor de motie bij de
beraadslaging te behandelen.
De heer Du ijs vraagt behandeling op
een nader te bepalen dag. 't Gaat niet aan
in een repliektijd van 10 minuten deze mo
tie gelijktijdig te behandelen.
Na de pauze zal over het voorstel-Duijs
worden gestemd.
Hierna wordt gepauzeerd.
Regeling van Werkzaamheden.
De Voorzitter stelt voor verschillende
wetsontwerpen aan de agenda toe te voe
gen.
Omtrent de behandeling van dc motie-
Ru tgers i. z. een nieuwe regeling voor de
subsidieering van het bijzonder middelbaar
onderwijs kan spr. nog geen mededeeling
doen.
De heer Rutgers wenscht voor de
agenda toe te voegen de wetsontwerpen i.z.
het verband tusschen ouderdomswet en in
validiteitswet en betreffende de kosten van
de Raden van Arbeid.
De heer Limburg bestrijdt dit voor
stel, bedoelde ontwerpen komen te zijner
tijd wel aan de orde.
Het voorstel-Rutgers wordt met 3618
stemmen verworpen.
Het voorstel van den voorzitter wordt z.
h. s. aangenomen.
In stemming komt hierna het voorstel <lc
motie-Patijn op een nader te bepalen dog te
behandelen, welk voorstel met 36 tegen 17
stemmen wordt aangenomen.
Bij de voortgezette beraadslagingen over
het IevensmiddeleiwraagsUik (80 millioen-
ontwerp) komt de heer T o e 1 s t r a (S. D.)
aan het woord. Spr. meent, dat de minister
in het slot van zijn rede ontactisch optrad.
Het is waar, dc minister stuit wel eens meer
op onbillijke critiek, dat gaf hem voor een
deel mogelijk dan ook aanleiding tot een
slot van z rede gelijk hij dat uit
sprak. Onjuist is het echter, dat de minis
ter zich meende zoo zeer tot de soc.-demo-
craten te moeten wenden. De sociaal-demo
craten wenschen in Kun critiek niet belem
merd te worden, dat is het goed recht der
Kamer. De vraag wat billijk of onbillijk is,
is een ie subjectieve kwestie. Niels zou ge
vaarlijker zijn voor de verder te voeren
levensmiddelenpolitiek dan te meenen dat,
door 's ministers rede de bezwaren zouden
zijn weerlegd of opgelost. Sterk critiseert
Spr. hierna de houding van het dagblad de
Telegraaf, welke hij kwalificeert als een
systematisch streven om het vertrouwen in
de regeering te ondermijnen. (Stemmen:
Juist). Zoo te handelen is niet het streven'
van de sociaal-democraten, al willen zij te
rechter tijd hun kritiek ook doen hoorem
Wat de uitvoering van dc Distributiewet
•betreft, er blijft nogal een en ander tc wen
schen over. De distributie van kolen bijvoor*
beeld is totaal onvoldoende geregeld. Er
diemie volgens Spr. meer georganiseerd tet
worden. Voor zoover de Regeering het bud
getrecht der Kamer zal eerbiedigen, heeft
Spr. ,'s Ministers Cort v. d. Linden ver-
Klaring met genoegen vernomen, inzake hel
80 millioen-ontwerp. Voorts vraagt Spr.
waar wij in Holland voor zulke groote moeio
liikheden staan, of het doenlijk is aan de
Belgen pootaardappelen te le. ren als zij er
om vragen zullen. Als het eenigszins mo
gelijk is, zullen wij hen moeten helpen,
meent Spr. Met is makkelijk \an overvloed
te geven, maar schooner om te geven vnn
eigen noodstand. 't Is begrijpelijk dat dé
Minister zelf de verantwoordelijkheid niet
durft dragen. Mogelijk zal Ivij wel genegen
zijn, indien daartoe r-tcrviv :v ook uit de
Kamer opgaan.
De heer S ch e ue r (A.-R.) komt op voor
de ambtenaren die den Minister steunen en
tegen wie hier een beschuldiging is geuit.
De heer Du(js repliceert en hesp;:ekt
dc gestie van het Graanburcau.
Onder protest eindigt Spr. zijn r !e, na
en molie to hebben voorgesteld waarin de
wenschelijkheid wordt uitgesproken dat het
Rijks-graanbureau zoodanig wordt samen
gesteld, dat daarin ook zitting hebben een
oi meer vertegenwoordigers der Ned. Ver*
eeniging van handelaren in buitenlandsch
meel. Spr. stelt voor, de motie te behan
delen op een nader te bepalen dag. Aldus
wordt besloten.
De heeren Teenstra en Eer cl mans
repHceeren kort.
De Minister van bandbouw zegt,
dol de meeste sprekers hebben erkend dat
hij gister uitvoerig geantwoord heeft en hif
zou dan ook slechts in herhalingen vervol
len. Wat de motie-Duijs betreft, het Rijks-
graanbureau is een afdeeling van het depar
tement. De post er voor is reeds goedge
keurd bij de begrooting en er is geen*sproka
van een wijziging als de motie-Duys bedoelt.
Spr. heeft geen bohoefte aan wijzigingen
der Distributiewet. Wijzigen zich de om
standigheden, dan zal Spr. echter mogelijk
met voorstellen dienaangaande komen. Wal
België betreft, Spr. heeft steds voor België'
gedaan wat hij kon. Ook zijn hart klopt
worm voor dit naburige land, maar voor
zichtigheid is in deze omstandigheden al
leszins geboden.
De Min. van Binnen I. Zaken-
kan op de vragen van den heer Van Vuu
ren inzake de aftreding van mr. van Gijn
niet nader ingaan. Indiij de kortheid vaa
spr.'s verklaringen een fout is, dan meent
hij dat het te laat is voor hem om zich ta
verbeteren. De bedoeling is natuurlijk niet
dat het crediet met geen cent mag worden
overtreden als het toegestane bedrog
maar redelijkerwijze wordt in acht geno-
Dwaas is het van de Goden ie vragen,
wat men in staat is, zich zelf te verschaf-
ROMAN VAN
OLGA WOHLBRÜCK
met autorisatie '/ertaald
door
Mevr. I. P. WESSELINK- VAN ROSSUM.
C2
Zijn woord, zeker, hij nam het niet terug.
Maar het leek liem, alsof hij wat al te haastig
was geweest alsof hij iets niet goed had
verslaan alsof dit woord niet beslist noodig
yras geweest...
Op bet onderste portaal wachtte MendeL
„Mevrouw laat vragen, of de jonge
Haevrouw zich boven bij haar wil ultklceden."
„Goeden nach4, Suzanne, slaap wel," zei
graaf Oberwall.
„Goeden nacht, God zegene je," fluisterde
fazanne.
Slechts een kort oogenblik raakten hun
Aanden eikaar. Maar hun blikken ontweken
•Ska ar.
Gravin Marie Antoinette Oberwall zat In
èaar bed geleund tegen hoog opgestapelde
Zij kneep 4% donkere oogea dicht,
alsof zij tot op den bodem der ziel van haar
schoondochter wilde dringen.
„Je bent al heel vroeg terugl Nu hoe was
het?"
Mendel ontdeed Suzanne van haar mantel.
„Er uit Mendel," zei de oude gravin, „breng
mij een glas suikerwater met extract van
pepermunt. Tien druppels, precies aftellen.'
En toen Mendel de kamer had verlaten, zei
zij, het hoofd naar haar toegewend:
„Het is In orde, niet waar?"
Suzanne ging op den stoel bij het bed zitten
en zei opgewonden:
„Denk eens aan, Mama, bij heeft toege
stemd!"
,,Dat zie ük," eel de oude gravin droog. „Ik
zou alleen graag weten, hoe het gegaan is."
Suzanne greep naar haar slapen en dacht
na.
„Zoo heel precies weet ik het niet. Het
kwam heel plotseling. Ik voelde mij namelijk
den gcheelen avond zoo ontzettend onaange
naam; na tafel werd hel nog erger. De nauwe
japon het corset ik dacht steeds, nu
nu verlies ik mijn bewustzijn. Ik wiel In het
geheel niet, wat ik doen zou ik geloof, dat
ik in de auto werkelijk even mijn bewustzijn
verloren heb. André was heel goed voor
mij Zij haperde, vervolgde toen haastig:
„Ik geloof, dat het André veel verdriet deed,
dat ik zoo moest lijden. Ik behoefde niet eens
zoo erg te smeeken ik wee>t zelfs niet, of ik
gesmeekt heb. Maar opeens was alles goed.
Hij zei, dat Gerhard Lou Hörselkamp mocht
trouwen
De oude gravin lachte met haar oud, sar
castisch lnchje.
.Wees die domme gans van eea naaister
dankbaar voor je nauwe japon."
Ileel ernstig antwoordde Suzanne:
„Ik geloof eerder, Mama, dat het 't corset
was; daarna voelde ik mij ook nog heel ziek.
Maar de heilige Jonkvrouw liceft mij bijge
staan, zoodat ik ondanks mijn rampzaligen
toestand in staat was André's hort te treffen."
„Ondanks", is niet het juiste woord, kind
lief." zei de oude gravin heel zaoht.
Maar daar op dat oogenbLik Mendel terug
kwam met het suikerwater, onderdrukte de
oude dame haar verdere opmerkingen.
„Hoe lang duurt het vhndaag?" vroeg zij
haar trouwe dienstmaagd. Mijn schoondochter
heeft zich haast 3lleen uitgekleed."
Daarna gaf zij haar hoog opgestapelde kus
sens eenige duwen, strekte zich behagelijk uit,
en stelde zich met groot genoegen voor. hoe
verstandig en wijs de heilige Maagd deed,
toen zij zich een nauw corset aLs werktuig
koos om den halsstarrigen zin van graaf
André Oberwall te vermurwen. En zij dacht
verder hoe liet zelfs verstandige cn slimme
diplomaten kon overkomen, dat zij door zeer
eenvoudige en zeer goede vrouwen werden
gedupeerd als de heilige Maagd een beetje
meehielp. Dat stemde haar bijna een beetje
weemoedig. En daarbij sliep zij in.
Toer. zij den volgenden morgen later dan
gewoonlijk ontwaakte, meldde Mendel haar,
dat in alle vroegte een dominee Taysen was
gekomen en dat de jonge gravin na tafel voor
een paar dagen met den dominee zou ver
trekken.
De oude gravin knikte heel tevreden, en
moest alleen nog glimlachen, toen zij zich af
vroeg, wat de heilige Maagd wel van dit ket-
tersch reisgezelschap van de vrome Proven-
£aalsche zou zeggen.
Lou Hörsclkamp stond voor het raam van
de lichte, luchtige kamer, die eens als slaap
kamer had gediend van twee jongens, en die
Bruno Taysen nog altijd bewoonde, als hij met
verlof naar zijn ouders kwam.
Toen hij in den nacht, waarin de familie
HÖrselkamp uiteen ging, Lou onder zijn be
scherming had genomen, was zijn eerste ge
dachte geweest haar Berlijn te doen verlaten
en haar bij zijn ouders te brengen. Bijna zwij
gend hadden zij tot het vertrek van den eerst-
volgenden trein in do wachtkamer van het
Potedammer station doorgebracht, cn zoo
legden zij het korte eind door hel bosch naar
de pastorie af. Hij zette den ouderweïschen,
grooten klö oer in beweging, welks doffe sla
gen hem telkens zijn kinderjaren in zijn herin
nering terug riepen, wanneer hij vaak 'ot ont
zetting van de meid en tot verontwaardiging
zijner moeder oorverdoovend tegen dc deur
had getrommeld.
Ook nu klopte hij heftig. Want liet was nl
diep in den nacht, en men sliep vast in het
kleine liuis van den dominee Taysen waar
veel gewerkt werd.
Zijn moeder kwam liet eerst naar beneden,
in een haastig o verge worpen grr -c kamer
japon, met stijf gevlochten, dunne >lccht, die
in iden hals tot een knoedel was gedraaid. Zij
hield een petroleumlicht hoog boven haar
hoofd en werd bleek toen zij haar zoon zag
en naast hem het vreemd toegetakelde, doodc-
lijk afgematte, jonge schepseltje, dat van
zwakte bijna door de open deur binnenviel.
Zij dacht misschien aan den dag, toen haar
zoon ook zoo onverwacht was gekomen met
de moeilijke biecht. Zouden angst en zorg
voor den tweeden keer de geopende deur bin-
ner. dringen —1
Dominee Taysen verscheen op dc trap, boog
zijn gladgeschoren, smal gezicht, met dc zil
verwitte haren en de jonge oogen, over de
leuning meer nieuwsgierig dan verschrikt
met vredig-vriendclijkcn welkomstlach op
de lippen. En daarna werd dc bonte ro>k van
de jonge, ruwe dienstbode zichtbaar hove®
haar grove, bruinachtige roode bccncn.
Lou zelf kon van dien eersten nacht niet
veel meer navertellen. Zij voelde bedrijvige
handen: als van verren afstand klonken be
kende en vreemde stemmen aan haar oor.
Daarna werd liaar iels ingegoten: eerst iet®
kouds, daarna wat warms. Honden trokken
aan haar toen werd zij opgetild en neeigo-
legd. Iets zwaars en warms daalde op hna*
neer cn toen zij als uit een diepe bewuste
loosheid ontwaakte, was het helder zonnig in
de frissche kamer, met de eenvoudige, vee
stelen meubelen; een raam stond wijd open
en een warme wind woel bteeke seringen?»
bloesems op haar" handen.
Mevrouw Taysen klopte aan cn streek met
haar grove werkhand over het krullende baan
„Nu opstaan, kind, als ge kunt. Over een
half uur staat dc soepterrine op tafel."
Dominee Taysen kwam haar op den drenir-
pel van dc kleine eetkamer tegemoet, een
beetje verlegen cn met een stille hartelijkheid,
diie haar ontroerde. Niemand scheen er :«ch|
op te slaan, dat zij haast niet ot. Nadat het
korte tafelgebed uitgesproken was, zrf
mevrouw Taysen:
„Misschien ga je met een book in ons klein*
tuintje zitten, legen koffietijd zal Bruno wel
komen cn Je veel te vertellen hebben."
-Wordt vervolgd.))