IS"* Jaargang, „DE EEMLAN DER". Zaterdag 10 Maart 1917. BIJITFNIAND._ BINNENLAND. ZONNEWEELDE N* 213 Tweede Blad. Uitgevers: VALKHOFF Coi FEUILLETON. Hoofdredactie: MARIE VAN VERSENDAAl. Mr. D. J. VAN SCHAARDENBURO. III Idei ABONNEMENTSPRIJS: idea rooi Atnersloori a. f 1.30. ico pel post.. «t 1 "er week (met gratis verzekering togen ongelukken) 0*1 2** Jtfzunderlr.ke nummer» wOÖ. Wekelykaoh byvoegsel „DHollawtscht Euisvrou(onder redactie ran Ihérèae Hoven) per 8 mad. SO ets» Wekel^ksoh bijvoegsel Wtreldrttiis" per 8 mod. 52 Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT 46. intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER ADVEBTJSNTIJSN. t o.s«. - n.n.i, - «.no. Van 1—5 regels.. 9 £ll:o ro^el moor Dionstaanbiodingon 1—5 regols Qrooto lettors naar plaatsruimte. Voor luiadol on bodryl boston» zoor voordeoUge bepalingen tot hot herhaald ndvortooren in dit Blad, by abonnement. Eoao oiroulftito. bovuttoudo do voorwaardon, wordt o» aanvraag toogezondon. De oorlog. B e r 1 ij n, 9 Maart. (K. N.) De Basler Nachrichten schrijft: Wilson heeft geen re den den oorlog met de centrale mogendhe den te forceeren, zoo lang de kans bestaat, dat de Entente door den verscherpten duik- boo.oorlog verpletterd zal worden. Wilson heelt ook na ontvangst van de Oostenrijk- »che nota geen aanleiding gevonden om de betrekkingen met Weenen af te breken. Met betrekking tot deze nota maakt het Tageblatt van St. Gallen de opmerking, dat in elk opzicht een meesterstuk van di plomatie is, voornamelijk ook wat den ver zoenenden toon en de duidelijkheid van de Iteatsrechtelijke definitie betreft. B c r 1 ij n, 9 M a a r t. (K. N.) Naar de Lokal-onzeiger verneemt, heeft het Chinee- sche gezantschap te Berlijn ter opheldering van den waren stand van zaken onlangs aan zijne regeering een zeer uitvoerig verslag gezonden over den militairen, maritiemen en economischen toestand in Duitschland. Wen mag van deze voorstelling van zaken, die gebaseerd is op de nauwkeurigste in lichtingen van bevoegde zijde, verwachten dat die zelfs tegenover de steeds grooter v/ordende pressie van c!e Entente, niet zon der invloed te Peking blijven en in verband met de pogingen van het Duitsche gezant schap te Peking belangrijk zal bijdragen tot de handhaving van China's neutraliteit. Wanneer overigens de Entente-mogendhe- den in China trachten indruk te maken door aan de regeering te Peking kwijtschelding van schadeloosstellingen uit den bokserop stand en een verhooging van tolrechten aan Ie bieden, dan is het reeds lang geen ge heim meer dat wis; reeds in den herfst van 1975 .n China uitstel van de vervallen be- G,«*yeii der schadeloosstellingen in den \Oiin van een schuldbekentenis hebben verleend en dat Duitschland en Oostenrijk- Hongarije reeds in 1914 accoord zijn ge gaan met de verhooging van de Chtneesche tolrechten. De westersche mogendheden zijn derhalve ditmaal te laat gekomen. B e r 1 ij n, 8 Maart. (W. B.) Officieel bericht. In de Middellandsche Zee 2ijn 9 stoom- iboctcn en 3 zeilschepen in den grond ge boord met gezamenüjken inhoud van 32000 ton. Dit waren de Itolaansche stoom boot Torino van 4159 ton, de Engelsche stoombooten Rosalie van 4237 ton, Wath- Held van 3012 ton, Trojan Prince van 3191 3on en Birrnbey van 3665 ton. een Fransch stoomschip van 1000 ton, het transport schip Minos van 5000 ton en het Griek- •chc schip Victoria van 1388 ton, voorts bet Engelsche stoomschip Graygendorwn van 2789 ton. Naar de chef van den marinestaf bericht bevonden zich od het transportschip Minos 1 generaal, 3 kolonels, 2 majoors en 1000, man, die allen zijn omgekomen. Kopenhagen, 9 Maart. (W. B.) Van het Noorweegsche schip Storskag, dat den 7en Februari aan de Iersche kust in den grond is geboord, werd de bemanning aan boord van de duikboot genomen, waar zij drie weken heeft vertoefd. Vijf Denen en tien Noorwegers, die deel van de beman ning hebben uitgemaakt, zijn gisteren hier uit Duitschland aangekomen. Zij spreken met lof over hun verblijf aan boord, waar zij als kameraden met de duikbootbeman ning leefden, die alles met hen deelden wat de provisiekamer opleverde. Vóór de Storskag werden vier groote stoomschepen in den grond geboord, waar onder een Engelsch munitieschip. Tijdens het verhlijf van de vreemde zeelieden aan boord bracht de U-boot tot zinken een met tarwe geladen schip van 6000 ton, een ko lenschop van 6000 ton, een ander stoom schip van 3000 ton en een zeilschip. De U-boot werd dikwijls door Engelsche torpe dojagers vervolgd. Bij eene andere gelegen heid werd een bewapend Engelsch stoom schip door een goed gericht torpedoschot tot zinken gebracht, voordat de kanonnen op het stoomschip voor het schieten gereed emaakt konden worden. Londen, 9 Maart. (R.) De Financial Times zegt over de duikboot-oorlogvoering: Eene vergelijking met de eerste periode van den cluikbootvelrltocht toont aan, dat de nieuwe Duitsche poging, die als zoo geducht is aangekondigd, in werkelijkheid veel min der effectief is. Dit is waarschijnlijk te wij ten aan het feit, dat onze voorbehoedmaat- regelen nu vollediger zijn. De opgave van de invoeren van voedings middelen in d-e week, die op 3 Maart is ge ëindigd, toont aan, dat de invoer van vleesch rneer dan het dubbele is van de correspon- deerende week van verleden jaar. De ver schepingen van zuivelprodurten zijn over 't algemeen gTooter met een grooten voor uitgang in gecondenseerd-en melk. Dit duidt niet aan, dat de natie groote ontbe ring lijdt. De toestand zal nog veel beter woTden, als de onzijdig en meer vertrouwen krijgen of toelaten, dat hunne schepen ge charterd worden door onze regeering. B e r 1 ij n, 9 Maart. (W. B.) Den 7en liep de termijn af van de quarantaine, die tengevolge van een besmettelijk ziektegeval opgelegd was aan de in Brandenburg ge ïnterneerde mannen van de Yarrowdale, zon der dat een nieuw ziektegeval zich heeft voorgedaan. Dientengevolge zijn de geïn terneerden, die Spaansche, Amerikaansche of Braziliaansche staatsburgers zijn, in den namiddag van Brandenburg via Lindau naar Zwitserland getransporteerd. De overige le den der bemanning, die thuis behooren in neutrale staten, zullen over de verschillende grensplaatsen naar hun land terug gebracht worden. Berlijn, 8 Maart. (W.-B.). De Fran- sche propagand-adienst laat tot afwisseling de Grieksche troepen in Görlitz muiten. Den 21 en Februari is dit bericht uit Saloniki ge- zins gewijzigden vorm van Lausanne uit ge lanceerd. In werkelijkheid is er niets van waar. De kolonel Chatzopoelos, die gezegd wordt naar Weenen te zijn gevlucht, is iede- ren dag in Görlitz op straat te zien. Kameroverzicht. Tweede Kanier Vergadering op 9 Maart 1917. Beschikbaarstelling van Levens middelen. Voortgezet worden de beraadslagingen over het wetsontwerp tot vervulling en ver traging van hoofdstuk X (Landbouw, Nijver heid en Handel) der Staatsbegrooting voor 1917, waarbij de replieken worden ver volgd. Allereerst repliceert de heer v. Doorn die zich heeft gericht tegen de geheele uit- voerpolitiek en zijn bezwaren allerminst weerlegd. De heer S a n n e s (S. D.) protesteert er tegen dat slechts 10 minuten voor repliek wordt gegeven bij een zoo belangrijk vraag stuk. Voorts vraagt hij welke maatregelen de minister nu eigenlijk denkt te nemen met 't oog op de toekomst, en ook in ver band met de komende oogst. De heer Van B er e n s t e in (V. D.) brengt dank voor de uitvoerige inlichtingen van den minister, welke weer eens doen zien voor welke moeilijkheden men staat. Dat de 80 millioen worden uitgegeven, acht hij geen bezwaar, maar de Kamer moet in de uitga ven worden gekend. De heer De W ij k e r s l o o t h (R. K.) meent, dat de minister heeft gedaan wat hij kon om een noodtoestand te voorkomen. Ook de heer Van Vuuren (R. K.) repli ceert, had art. 4 der Distributiewet gaarde gewijzigd gezien. Spr. vraagt nadere inlich tingen omtrent het verschil van inzichten ten opzichte van het 80 millioen-ontwerp tusschen mr. Van Gijn en den ministerraad. Dit is z. i. nog steeds niet duidelijk. De heer v. d. Tempel (S. D.) vraagt naar de prijzenpolitiek en toont zich niet vol daan over 's ministers rede. De heer Schaper (S. D.) wijst op het oppervlakkig succes, dat de minister met zijn rede wel bereikte en hij hem niet misgunt, maar waarmee de toestand niet verbetert. De Kamer is er om critiek te oefenen. De minister is verplicht geregelder en uitvoeri ger inlichtingen te geven. Hetgeen de mi nister tegen Spr. aanvoerde, naar aanleiding van de biuinbroodregeling was een aardig heid van slecht allooi. Ook critiseert Spr. 's ministers beleid tegenover de boeren. De heer Visser van Uzendoorn (U. L.) wijst nog eens op de onvolkomen heden in de distributieregeiing. De heer P a t ij n (U. L.) constateert, dat de rede van den minister het vertrouwen in dezen bewindsman in hooge mate versterkt. Spr. erkent de noodzakelijkheid van een cri- daleerd, den len Maart werd het in eenigs- tiek, maar hij komt op tegen „die vervloekte j verdachtmakingen". Inzake de Distributiewet dient Spr. ten slotte een motie in, luidende: De Kamer van oordeel dat indien de ge meentebesturen in belangrijke mate moch ten afwijken van den verkoopprijs der goe deren, bedoeld in art. 1 der Distributiewet, door den Minister krachtens art. 2 der Dis tributiewet vastgesteld, de vrijheid van de gemeentebesturen ten aanzien van de prijs bepaling moet worden ingeperkt door de wet. Gaat over tot de orde van den dag. De voorzitter stelt voor de motie bij de beraadslaging te behandelen. De heer Du ijs vraagt behandeling op een nader te bepalen dag. 't Gaat niet aan in een repliektijd van 10 minuten deze mo tie gelijktijdig te behandelen. Na de pauze zal over het voorstel-Duijs worden gestemd. Hierna wordt gepauzeerd. Regeling van Werkzaamheden. De Voorzitter stelt voor verschillende wetsontwerpen aan de agenda toe te voe gen. Omtrent de behandeling van dc motie- Ru tgers i. z. een nieuwe regeling voor de subsidieering van het bijzonder middelbaar onderwijs kan spr. nog geen mededeeling doen. De heer Rutgers wenscht voor de agenda toe te voegen de wetsontwerpen i.z. het verband tusschen ouderdomswet en in validiteitswet en betreffende de kosten van de Raden van Arbeid. De heer Limburg bestrijdt dit voor stel, bedoelde ontwerpen komen te zijner tijd wel aan de orde. Het voorstel-Rutgers wordt met 3618 stemmen verworpen. Het voorstel van den voorzitter wordt z. h. s. aangenomen. In stemming komt hierna het voorstel <lc motie-Patijn op een nader te bepalen dog te behandelen, welk voorstel met 36 tegen 17 stemmen wordt aangenomen. Bij de voortgezette beraadslagingen over het IevensmiddeleiwraagsUik (80 millioen- ontwerp) komt de heer T o e 1 s t r a (S. D.) aan het woord. Spr. meent, dat de minister in het slot van zijn rede ontactisch optrad. Het is waar, dc minister stuit wel eens meer op onbillijke critiek, dat gaf hem voor een deel mogelijk dan ook aanleiding tot een slot van z rede gelijk hij dat uit sprak. Onjuist is het echter, dat de minis ter zich meende zoo zeer tot de soc.-demo- craten te moeten wenden. De sociaal-demo craten wenschen in Kun critiek niet belem merd te worden, dat is het goed recht der Kamer. De vraag wat billijk of onbillijk is, is een ie subjectieve kwestie. Niels zou ge vaarlijker zijn voor de verder te voeren levensmiddelenpolitiek dan te meenen dat, door 's ministers rede de bezwaren zouden zijn weerlegd of opgelost. Sterk critiseert Spr. hierna de houding van het dagblad de Telegraaf, welke hij kwalificeert als een systematisch streven om het vertrouwen in de regeering te ondermijnen. (Stemmen: Juist). Zoo te handelen is niet het streven' van de sociaal-democraten, al willen zij te rechter tijd hun kritiek ook doen hoorem Wat de uitvoering van dc Distributiewet •betreft, er blijft nogal een en ander tc wen schen over. De distributie van kolen bijvoor* beeld is totaal onvoldoende geregeld. Er diemie volgens Spr. meer georganiseerd tet worden. Voor zoover de Regeering het bud getrecht der Kamer zal eerbiedigen, heeft Spr. ,'s Ministers Cort v. d. Linden ver- Klaring met genoegen vernomen, inzake hel 80 millioen-ontwerp. Voorts vraagt Spr. waar wij in Holland voor zulke groote moeio liikheden staan, of het doenlijk is aan de Belgen pootaardappelen te le. ren als zij er om vragen zullen. Als het eenigszins mo gelijk is, zullen wij hen moeten helpen, meent Spr. Met is makkelijk \an overvloed te geven, maar schooner om te geven vnn eigen noodstand. 't Is begrijpelijk dat dé Minister zelf de verantwoordelijkheid niet durft dragen. Mogelijk zal Ivij wel genegen zijn, indien daartoe r-tcrviv :v ook uit de Kamer opgaan. De heer S ch e ue r (A.-R.) komt op voor de ambtenaren die den Minister steunen en tegen wie hier een beschuldiging is geuit. De heer Du(js repliceert en hesp;:ekt dc gestie van het Graanburcau. Onder protest eindigt Spr. zijn r !e, na en molie to hebben voorgesteld waarin de wenschelijkheid wordt uitgesproken dat het Rijks-graanbureau zoodanig wordt samen gesteld, dat daarin ook zitting hebben een oi meer vertegenwoordigers der Ned. Ver* eeniging van handelaren in buitenlandsch meel. Spr. stelt voor, de motie te behan delen op een nader te bepalen dag. Aldus wordt besloten. De heeren Teenstra en Eer cl mans repHceeren kort. De Minister van bandbouw zegt, dol de meeste sprekers hebben erkend dat hij gister uitvoerig geantwoord heeft en hif zou dan ook slechts in herhalingen vervol len. Wat de motie-Duijs betreft, het Rijks- graanbureau is een afdeeling van het depar tement. De post er voor is reeds goedge keurd bij de begrooting en er is geen*sproka van een wijziging als de motie-Duys bedoelt. Spr. heeft geen bohoefte aan wijzigingen der Distributiewet. Wijzigen zich de om standigheden, dan zal Spr. echter mogelijk met voorstellen dienaangaande komen. Wal België betreft, Spr. heeft steds voor België' gedaan wat hij kon. Ook zijn hart klopt worm voor dit naburige land, maar voor zichtigheid is in deze omstandigheden al leszins geboden. De Min. van Binnen I. Zaken- kan op de vragen van den heer Van Vuu ren inzake de aftreding van mr. van Gijn niet nader ingaan. Indiij de kortheid vaa spr.'s verklaringen een fout is, dan meent hij dat het te laat is voor hem om zich ta verbeteren. De bedoeling is natuurlijk niet dat het crediet met geen cent mag worden overtreden als het toegestane bedrog maar redelijkerwijze wordt in acht geno- Dwaas is het van de Goden ie vragen, wat men in staat is, zich zelf te verschaf- ROMAN VAN OLGA WOHLBRÜCK met autorisatie '/ertaald door Mevr. I. P. WESSELINK- VAN ROSSUM. C2 Zijn woord, zeker, hij nam het niet terug. Maar het leek liem, alsof hij wat al te haastig was geweest alsof hij iets niet goed had verslaan alsof dit woord niet beslist noodig yras geweest... Op bet onderste portaal wachtte MendeL „Mevrouw laat vragen, of de jonge Haevrouw zich boven bij haar wil ultklceden." „Goeden nach4, Suzanne, slaap wel," zei graaf Oberwall. „Goeden nacht, God zegene je," fluisterde fazanne. Slechts een kort oogenblik raakten hun Aanden eikaar. Maar hun blikken ontweken •Ska ar. Gravin Marie Antoinette Oberwall zat In èaar bed geleund tegen hoog opgestapelde Zij kneep 4% donkere oogea dicht, alsof zij tot op den bodem der ziel van haar schoondochter wilde dringen. „Je bent al heel vroeg terugl Nu hoe was het?" Mendel ontdeed Suzanne van haar mantel. „Er uit Mendel," zei de oude gravin, „breng mij een glas suikerwater met extract van pepermunt. Tien druppels, precies aftellen.' En toen Mendel de kamer had verlaten, zei zij, het hoofd naar haar toegewend: „Het is In orde, niet waar?" Suzanne ging op den stoel bij het bed zitten en zei opgewonden: „Denk eens aan, Mama, bij heeft toege stemd!" ,,Dat zie ük," eel de oude gravin droog. „Ik zou alleen graag weten, hoe het gegaan is." Suzanne greep naar haar slapen en dacht na. „Zoo heel precies weet ik het niet. Het kwam heel plotseling. Ik voelde mij namelijk den gcheelen avond zoo ontzettend onaange naam; na tafel werd hel nog erger. De nauwe japon het corset ik dacht steeds, nu nu verlies ik mijn bewustzijn. Ik wiel In het geheel niet, wat ik doen zou ik geloof, dat ik in de auto werkelijk even mijn bewustzijn verloren heb. André was heel goed voor mij Zij haperde, vervolgde toen haastig: „Ik geloof, dat het André veel verdriet deed, dat ik zoo moest lijden. Ik behoefde niet eens zoo erg te smeeken ik wee>t zelfs niet, of ik gesmeekt heb. Maar opeens was alles goed. Hij zei, dat Gerhard Lou Hörselkamp mocht trouwen De oude gravin lachte met haar oud, sar castisch lnchje. .Wees die domme gans van eea naaister dankbaar voor je nauwe japon." Ileel ernstig antwoordde Suzanne: „Ik geloof eerder, Mama, dat het 't corset was; daarna voelde ik mij ook nog heel ziek. Maar de heilige Jonkvrouw liceft mij bijge staan, zoodat ik ondanks mijn rampzaligen toestand in staat was André's hort te treffen." „Ondanks", is niet het juiste woord, kind lief." zei de oude gravin heel zaoht. Maar daar op dat oogenbLik Mendel terug kwam met het suikerwater, onderdrukte de oude dame haar verdere opmerkingen. „Hoe lang duurt het vhndaag?" vroeg zij haar trouwe dienstmaagd. Mijn schoondochter heeft zich haast 3lleen uitgekleed." Daarna gaf zij haar hoog opgestapelde kus sens eenige duwen, strekte zich behagelijk uit, en stelde zich met groot genoegen voor. hoe verstandig en wijs de heilige Maagd deed, toen zij zich een nauw corset aLs werktuig koos om den halsstarrigen zin van graaf André Oberwall te vermurwen. En zij dacht verder hoe liet zelfs verstandige cn slimme diplomaten kon overkomen, dat zij door zeer eenvoudige en zeer goede vrouwen werden gedupeerd als de heilige Maagd een beetje meehielp. Dat stemde haar bijna een beetje weemoedig. En daarbij sliep zij in. Toer. zij den volgenden morgen later dan gewoonlijk ontwaakte, meldde Mendel haar, dat in alle vroegte een dominee Taysen was gekomen en dat de jonge gravin na tafel voor een paar dagen met den dominee zou ver trekken. De oude gravin knikte heel tevreden, en moest alleen nog glimlachen, toen zij zich af vroeg, wat de heilige Maagd wel van dit ket- tersch reisgezelschap van de vrome Proven- £aalsche zou zeggen. Lou Hörsclkamp stond voor het raam van de lichte, luchtige kamer, die eens als slaap kamer had gediend van twee jongens, en die Bruno Taysen nog altijd bewoonde, als hij met verlof naar zijn ouders kwam. Toen hij in den nacht, waarin de familie HÖrselkamp uiteen ging, Lou onder zijn be scherming had genomen, was zijn eerste ge dachte geweest haar Berlijn te doen verlaten en haar bij zijn ouders te brengen. Bijna zwij gend hadden zij tot het vertrek van den eerst- volgenden trein in do wachtkamer van het Potedammer station doorgebracht, cn zoo legden zij het korte eind door hel bosch naar de pastorie af. Hij zette den ouderweïschen, grooten klö oer in beweging, welks doffe sla gen hem telkens zijn kinderjaren in zijn herin nering terug riepen, wanneer hij vaak 'ot ont zetting van de meid en tot verontwaardiging zijner moeder oorverdoovend tegen dc deur had getrommeld. Ook nu klopte hij heftig. Want liet was nl diep in den nacht, en men sliep vast in het kleine liuis van den dominee Taysen waar veel gewerkt werd. Zijn moeder kwam liet eerst naar beneden, in een haastig o verge worpen grr -c kamer japon, met stijf gevlochten, dunne >lccht, die in iden hals tot een knoedel was gedraaid. Zij hield een petroleumlicht hoog boven haar hoofd en werd bleek toen zij haar zoon zag en naast hem het vreemd toegetakelde, doodc- lijk afgematte, jonge schepseltje, dat van zwakte bijna door de open deur binnenviel. Zij dacht misschien aan den dag, toen haar zoon ook zoo onverwacht was gekomen met de moeilijke biecht. Zouden angst en zorg voor den tweeden keer de geopende deur bin- ner. dringen —1 Dominee Taysen verscheen op dc trap, boog zijn gladgeschoren, smal gezicht, met dc zil verwitte haren en de jonge oogen, over de leuning meer nieuwsgierig dan verschrikt met vredig-vriendclijkcn welkomstlach op de lippen. En daarna werd dc bonte ro>k van de jonge, ruwe dienstbode zichtbaar hove® haar grove, bruinachtige roode bccncn. Lou zelf kon van dien eersten nacht niet veel meer navertellen. Zij voelde bedrijvige handen: als van verren afstand klonken be kende en vreemde stemmen aan haar oor. Daarna werd liaar iels ingegoten: eerst iet® kouds, daarna wat warms. Honden trokken aan haar toen werd zij opgetild en neeigo- legd. Iets zwaars en warms daalde op hna* neer cn toen zij als uit een diepe bewuste loosheid ontwaakte, was het helder zonnig in de frissche kamer, met de eenvoudige, vee stelen meubelen; een raam stond wijd open en een warme wind woel bteeke seringen?» bloesems op haar" handen. Mevrouw Taysen klopte aan cn streek met haar grove werkhand over het krullende baan „Nu opstaan, kind, als ge kunt. Over een half uur staat dc soepterrine op tafel." Dominee Taysen kwam haar op den drenir- pel van dc kleine eetkamer tegemoet, een beetje verlegen cn met een stille hartelijkheid, diie haar ontroerde. Niemand scheen er :«ch| op te slaan, dat zij haast niet ot. Nadat het korte tafelgebed uitgesproken was, zrf mevrouw Taysen: „Misschien ga je met een book in ons klein* tuintje zitten, legen koffietijd zal Bruno wel komen cn Je veel te vertellen hebben." -Wordt vervolgd.))

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1917 | | pagina 5