„DE EEMLANDER".
Maandag 19 Maart 1917.
BIJITFNI.AND.
FEUILLETON.
ZONNEWEELDE
AMERSFOO
1 'rte J^aroang.
Hoofdredactie!
MARIE VAN VERSENDAAl.
Mr. D. VAN SCHAARDENBURG.
Uitgevers: VALKHOFF Co,
ABONNEMENISPKUS:
^•r maanden vooi Amersioort f 1.30.
Idem franco per po9t 1.80,
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) 0.1£*«
Afzonderlijke nummers Ö.05.
Wekelijkaoh bijvoegsel „D* Bolland ach* Huisvrouw' (onder
redactie van Thérèae Hoven) per 8 mnd. ÖO eis»
"Wekelfiksoh bijvoegsel JTsreldrccue" per 8 mrtfi? 52 Cts.
Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 46.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER ADVEKTENTIE.V
ï»n l-S reeel»
iiilko regel meer t| -Oil
Dioootaanbiodingen 1—6 regela
Grooto lutters nuur plaaUruimto.
Voor handel en bedrijl bestaan teer voordooline bepalnnc..»
lot het herhaald adrertooren üa dit Blad, bu abonnement,
heno oiroulaire, bevattende de voorwaarden, wordt oa
aanvraag toogezonden.
Politiek Overzicht
De revolutie in Rusland.
Czaar Ni colaas II van Rusland heeft af
stand gedaan van den troon voor zich en
roor zijn minderjarigen zoon en het
erfdeel zijner vaderen, waarvan hij af"
«iet, overgedragen aan zijn broeder, groot
vorst Michaël Alexandrowitsch. En deze ver
klaart dat sleohts te zullen aanvaarden, wan
neer dit de wil blijkt te zijn van het volk,
dat „door eene volksstemming door het or
gaan van zijne vertegenwoordigers in eene
constitueerende vergadering den regeerings
vorm en de nieuwe fundamenteele wetten
van den Rirssischen staat moet vaststellen."
Totdat die vergadering, die binnen het kortst
mogelijke tijdsbestek moet worden bijeenge
roepen op den grondslag van het alge-
meene, directe en geheime stemreoht, door
(haar besluit betreffende den regeeringsvorm
den wil des volks zal uitdrukken, wekt hij
alle burgers van Rusland op zich te onder
werpen aan de voorloopige regeering, die is
gevormd op het initiatief van de rijksdoema
en tot zoo lang met de volle macht is be
kleed.
Men voelt uit deze korte woorden, dat in
Rusland eene- verandering 'heeft plaats ge
grepen, die aan het wonderbaarlijke grenst.
Wat ook 't besluit moge zijn, dat zal worden
genomen over den toeloomstigen regeerings
vorm van Rusland, met hef Rusland, dat wij
tot heden hebben gekend en welks karakter
as' uitgedrukt in den titel „keizer en auto
craat (zelfheerscher) van'alle Russische lan
den", dien het hoofd van den staat ^iroeg,
is het nu gedaan. Dat Rusland heeft uitge
leefd.
Het is nu nog niet de tijd om de geschie
denis te schrijven van deze merkwaardige
omwenteling, die zonder noemenswaaraigen
strijd het oude regeeringsstelsel in Rusland
heeft doen ineenvallen. Weinige jaren ge
leden scheen het reeds, dat dit stelsel ten
doode was opgeschreven. In den winter van
1905/06, aan het einde van den roemloo-
zen oorlog met Japan, had het allen schijn
alsof dit stelsel aan den rand stond van zijn
ondergang. Uit die dagen dagteekent de
rijksdoema, die in het leven is getreden als
eerste bewijs der erkenning door den czaar
van het reöht van het volk om mede zijne
stem te doen hooren in het bestuur van het
land. Maar toen het gevaar geweken was,
bleek al spoedig, dat de oude geest nog
leefde in de elementen, die namens den
czaar de macht in Rusland uitoefenden.
De rechten van de doema werden besnoeid,
hare samenstelling gewijzigd. Uit alles bleek,
dat slechts noodgedrongen enkele conces
sion waren gedaan met de bijgedachte, die
weer ongedaan te maken, zoodra de omstan
digheden daarvoor eene gunstige kans
schenen te bieden.
Nu is, te midden van den wereldstrijd,
waartoe het roekeloos drijven van de toon
gevers in de omgeving van den czaar naar
verdere uitzetting van de Russische maoht
mee den stoot heeft gegeven, plotseling het
wrakke gebouw van de oude Russische
staatsinrichting, als een kaartenhuis ineen
gestort. De czaar heeft afstand van de regee
ring gedaan voor zich en voor zijn zoon, en
zijn broeder, op wien hij zijne rechten had
overgedrage\ heeft aan de aanvaarding van
de nalatensohap eene voorwaarde verbon-"
den, die de beslissing legt in handen van
het Russische volk. De mannen, die in naam
van den czaar de regeering uitoefenden, zijn
gevangen gezet na een korten strijd, waarin
het leger zich met het volk verbroederde en
zich met de opgestane bevolking keerde
tegen de politie, die alleen de partij opnam
van het oude, ten doode gedoemde gezag.
Het gezag is overgegaan in handen van de
doAna, die, zij 't ook in gebrekkigen vorm,
de vertegenwoordiging is van het volk. De
ministers hadden van den czaar een besluit
verkregen, dat de zittingen van doema en
rijksraad verdaagde, voorloopig tot half
April, maar met de bedoeling de beide ver
gaderingen voor goed naar huis te zenden.
Maar de doema heeft zich aan dit besluit
niet onderworpen. En thans oefent een co
mité van 12 doemaleden als voorloopige
regeering de regeeringsmacht uit en
nieuwe mannen zijn aan het hoofd van de
ministerieele departementen getreden om de
zaken des lands te behartigen.
Plotseling is deze verandering gekomen,
maar niet onverwacht. Vele factoren heb
ben er ongetwijfeld toe meegewerkt. Maar
de hoofdfactor, die de omwenteling heeft
teweeggebracht, is de honger. De 'groote
schaarschte aan levensmiddelen, die in de
meeste groote steden van Rusland en in het
grootste gedeelte van Midden- en Noord-
Rusland heerscht^ heeft onder de bevolking
eene stemming verwekt, die haar voor de
revolutie ontvankelijk maakte. Dat die hon
gersnood is ontstoun, is een der droevigste,
maar ook een der merkwaardigste verschijn
selen van dezen wereldstrijd. Nog in het
laatste vredesjaar heeft Rusland voor om
streeks 600 millioen roebels graan naar het
buitenland verzonden. Hoe is in een zoo
bij uittstek graan produce erend land zulk
een nood ontstaandat zelfs de beide
hoofdsteden, die het best met midde
len van gemeenschap zijn uitgeruster
niet van konden worden voorzien Om
die vraag te beantwoorden, zou veel zijn
te zeggen. Maar het komt aan op het feit,
dat in Petersburg en Moskau, in de steden
en op het platteland, gebrek heerscht, nij
pend gebrek aan het allernoodigste voor het
levensonderhoud.
Een der nieuw opgetreden ministers, de
leider van de constitioneele democraten Mil-
joekow, heeft in ëen interview deze omwen
teling genoemd de kortste en minst bloe
dige van alle revolutiën, waarvan in de ge
schiedenis wordt gewaagd. Die uitspraak is
wel wat voorbarig. De oude regeering is
weggejaagd en de nieuwe mannen zijn bij
hunne komst an het bewind met gejuich be
groet, omdat het volk van hen verwacht, dat
zij zullen doen datgene waarin hunne voor
gangers te kort zijn geschoten, en het brood
zullen verschaffen. Men verheuge zich echter
niet te vroeg. Wanneer zij daarmee in ge
breke blijven, dan zullen zij op hunne beurt
de volkswoede ondervinden.
Hoe dit intusschen zij, door de omwente
ling, die in'Rusland heeft plaats gehad, is de
kracht van het hongerzwaard op afdoende
wijze gebleken. Nu blijft de vraag of niet
de tijd rijp is om nog andere krachtproeven
van dit zwaard te kunnen verwachten.
De abdicatie van dén czaar.
Peters burg, 16 Maart., II uur nam.
(Tel.-ag.) Een keizerlijk manifest is uitge
vaardigd, waarin de czaar o.a. zegt:
Wij Nicolaas II, bij de gratie Gods keizer
aller Russen, czaar van Polen, grootvorst
van Finland, enz., doen te weten aan al onze
trouwe onderdanen. In de dagen van den
grooten strijd tegen den buitenlandschen
vijand, die sedert 3 jaren poogt ons
land aan zijn wil te onderwerpen, wilde
God aan Rusland een nieuwe beproe*
ving opleggen. Binnenlandsche tToedelen
dreigen een noodlottigen terugslag te
hebben op den loop van den oorlog.
Doch de bestemming van Rusland, de
eer van ons leger, het geluk des volks, de
toekomst van ons vaderland willen, dat de
oorlog tot een zegevierend einde wordt ge
voerd. De wreede vijand doet zijn laatste po
gingen en het oogenblik is nabij, dat ons
leger -te zamen met onze geallieerden den
vijand voor goed za! verslaan.
In deze beslissende dagen achten wij het
den plioht van ons volk, zich nauw aaneetf
te sluiten en al zijne krachten in te 6pannen
voor eene spoedig overwinning. Daarom
achten wij het in overleg mt de Rijksdoema
goed, afstand te doen van den Russischen
troon en de oppermadvt neer te leggen. Daar
wij niet wenschen ie scheiden van onzen
beminden zoon, vermaken wij ons erfdeel
aan onzen broeder grootvorst Michaël
Alexandrowitsch. Hem zegenende bij zijne
komst op den Russischen troon, dragen wij
onzen broeder de zorg op te regeeven in
volle overeenstemming met de volksverte
genwoordigers, zitting houdende in de wet
gevende instellingen, en daar den onschend-
baren eed af te leggen in naam van het
geliefde vaderland. Wij roepen alle trouwe
zonen van het vaderland op hun heiligen
plicht te vervullen door den nieuwen czaar
te gehoorzamen en hem te helpen om, ge
steund door de vertegenwoordigers der natie,
Rusland te leiden op den weg van welvaart
en glorie. God helpe Rusland!
Petersburg, 17 Maart. (Tel.-ag.) De
keizer heeft aan grootvorst Nicolaas Nicola-
jewitsch het opperbevel over de legers te
velde opgedragen.
Grootvorst Michaël Alexandrowitsth
heeft afstand gedaan van zijne rechten op
den troon.
Tweede telegram. De verklaring
van grootvorst Michaël Alexandrowitsch
luidt aldus:
Een zware .taak werd mij toevertrouwd
door den wil van mijn broeder, die mij den
keizerlijken troon opdroeg ten tijde van een
oorlog, waarvoor geen precedent bestaat.
Bezield döt>r dezelfde gedachte met het ge-
heele volk, dat het welzijn van het vader
land boven alles gaat, nam ik het vaste be
sluit het hoogste gezag slechts aan te ne
men, wanneer dat de wil z?l zijn van ons
groot volk, dat door eene vplksstemming
door het orgaan van zijne vertegenwoordi
gers in de constitueerende vergadering den
regeeringsvorm en de nieuwe fundamenteele
wetten van den Russischen staat moet
vaststellen.
Den zegen des Heeren inroepende, ver
zoek ik daarom alle burgers van Rusland
zich te onderwerpen aan de voorloopige xe-
geering, die Is gevormd op het Initiatief vai\
de doema en met de volle macht is bekleed
totdat binnen een zoo kort mogelijk tijds-
b^tek en op den grondslag van het alge-
meene, directe en geheime stemrecht de
constitueerende vergadering door haar be
sluit betreffende* den regeeringsvorm den
wil des volks zal uitdrukken.
De revolutie In flnslaixl.
Petersburg, 18 Maart. (Tel.-ag.)
De Russische regeering heeft aan de verte
genwoordigers van Rusland een telegram
gezonden, met verzoek om daarvan mede-
deeÜng'te doer> aan de regeeringen, waarbij
zij geaccrediteerd zijn. Daarin worden de
gebeurtenissen der laatste dagen vermeld;
er wordt nadruk gelegd op de vlugheid
waaimee de nieuwe .toestand in het leven
is geroepen, waardoor het mogelijk Is ge
weest het aantal slachtoffers te verminderen
in eene mate, die ongehoord is in de ge-
schiedboeken van zulk een omvang van be-
teekenis. De akte van troonsafstand van
czaar Nicolaas II is gedagteekend: Pskow 15
Maart. Ten slotte wordt gezegd:
„De regeering, die het bewind op zich
neemt op het oogenblik van de grootste
binnenlandsche en buitenlandsche krisis,
die Rusland in den loop van zijne geschie
denis heeft doorgemaakt, is zich ten volle
bewust van de groote verantwoordelijkheid,
•die haar ten deel valt. Zij zal zich in de
eerste plaats er op toelegagen de overstel
pende misslagen te herstellen, die het ver
leden haar heeft nagelaten, de orde en de
rust in het land te verzekeren en eindelijk
de noodige voorwaarden voor te bereiden,
opdat de souvereine wil van de natie zich
vrij over haar lot zal kunnen uitspreken. In
het domein der buitenlandsche politiek zal
het kabinet eerbied blijven toonen voor de
internationale verbintenissen, die zi^n aan
gegaan door de vervallen regeering en het
wooid van Rusland honoreeren. Wij zullen
met zorg de betrekkingen in stand houden,
die ons met de andere bevriende en ver
bonden natiën vereenigen, en wij koeste
ren het vertrouwen, dat die betrekkingen
nog inniger en sfeviger zullen worden on
der het nieuwe in Rusland gevestigde regee
ringsstelsel, dat besloten is zich te laten
leiden door de democratische beginselc-u» en
door den eerbied, verschuldigd aan de 'klein*
en groote volken, aan de vrijheid van hunn<
ontwikkeling en aan de goede verstondhou.
ding tusschen de natiën."
Petersburg, 18 Maart. (R.) Ondei
de arrestatiën, die zijn verricht, is nog die
van generaal Rennenkampf. Het ministerie
van verkeer bericht, dat de passagiersdiensl
op alle spoorwegen normaal wordt uiige*
oefend op ééne uitzondering na.
Behalve dat eenige gehate ambtenaren
zijn gedood, waaronder de reactionaire
gouverneur von Twer, wordt uit de provin
cie geen bloedvergieten bericht. Het hoofd
van de politie in Moskou is gevan genomen.
Het hoofdkwartier van de geheime politie
is verbrand.
Par ij s, 18 Maart. (Havas). De Temps
bericht uit Petersburg, dat de gemeenteraad
zijn functiën heeft hervat en zich onder de
bevelen van de voorloopige regeering heeft
geplaatst. Er zijn eene reeks maatregelen
genomen om de verzorging van de hoofd
stad met levensmiddelen te verzekeren. Do
voorloopige regeering heeft commissarissen
aangesteld, die toezicht houden op de aan
komst en de goede verdeeling van de voe
dingsmiddelen.
De oorlog.
Peking, 17 Maart. (R.) Nederland
heeft de zorg voor de Duitsche belangen in
Rusland op zich genomen. Nederlandscho
soldaten hebben de Duitsdhe gezantschaps-
wacht ontwapend en de kazerne bezet.
In Sjanghai waait de Nederlandsche vlag
boven het Duitsdhe consulaat.
S j a >n g lh a i, 1 8 M a a r t. (R.) Ghineesche
troepen hebben Donderdag kalm de Duit-
sobe concessie te Henkow bezet.
Peking, 18 Maart. (R.) Met toestem
ming van het oonsu'.arire korps bezette een
fcroep gewapende CM-neesche politie de Duit
sche concessie te Tientsin.
B e r 1 ij n 18 Maart. (W.-B.). De uit
komst van den onbeperkten U-<boot-oorlog
door middel van U-booten en mijnen, voer
zoover tot dusver kan worden vastgesteld, is
dat 780,000 bruto-registertonnen vracht-
ruimte in den grond geboord zijn. Daarvan
komen minstens een half millioen tonnen
voor rekening van Engelsche schepen: Met
volledige nauwkeurigheid is dit cijfer niet
vast te stellen, omdat niet bij alle in den
grond geboorde schepen kon worden uitge
maakt, welke vlag zij voerden.
Deze uitkomst overtreft de vóór 1 Febru
ari gekoesterde verwachtingen ver. Men
rekende er is geen aanleiding meer om
dat te verzwijgen op 600,000 ton per
maand op grond van het toenmalige zeever-
keer, na aftrek van een zeker aandeel van de
neutrale scheepsririmte, die, zooals werd
aangenomen, het spergebied zou mijden.
Inderdaad bleef verreweg het grootste ge
deelte van de neutrale schepen, die op
Engeland varen, thuis.
Rekening houdende met de daardoor te-
De ware kunstenaar vreest de hevigheid
der emotie niet. Liever wil hij branden dan
versmeulen.
ROMAN VAN
OLGA WOHLBRÜCK
met autorisatie uertaald
door
Mevr. I. P. WESSELLNK- VAN ROSSUM.
,*Wat kijk je mij aan Lou? Ben ik je zoo
vreemd geworden, in deze lirtige weken? Her
ken je mijn stem niet meer?"
Zij schudde baar hoofd met bet krullende
baar en werd rood, omdat hij haar overmoe-
idig naar zich toetrok.
Hij stormde naar boven, naar de luchtige,
jttchte kamer.
„Waar slaap je nu, zeg?"
Zij wees naar het bed tegen den linkermuur.
„Daar heeft Bruno vroeger geslapen, als hij
pet de vacantie thuis kwam .Als kinderen
ponden wij het nooit heel best samen vinden.
En nu zie eens nu strooi ik parelen op het
bod zie eens en ringen. Dat heb Ik alle-
liiaal voor je verzameld. Sedert jaren. En
Hezen ring stuurt Grootmama je geef je
Vinger eens hier zoo en de armband is
van Mama en nu je hals om er het kruis
van robijnen om te hangen. Zes groote bloed
druppels zijn het. Mijn hartebloed. Lou van
hoven naar beneden gelezen, en Lou van links
naar rechts. Mijn hartebloed is gestold tot de
letters van je naam. Dal is de uitlegging. Je
moet het kruis steeds dragen, hoor je, Lou,
altijd
Hij ging op den rand van het bed zitten en
trok Lou op zijn knie.
„Jij lieve, eenige
Zij sprong op met een vlammende blos op
iel gelaat en lachte gedwongen.
„Maar, Gerhard...''
Hij stond op, pakte al de sieraden bij elkaar
en wierp ze achteloos op de tafel. Een lichte
verlegenheid teekende zich op iijn trekken. De
situatie was hem te machtig geweest, de ver
liefdheid.
„Ik mag je toch wel een kus geven, be
lachelijk
Vrijmoedig liep zij op hem toe en stak hem
haar lippen toe met een bede om vergiffenis
in den blik harer oogen.
„Dat mag je...''
Wat stijf boog hij zich over haar vriende
lijk gelaat. Het was weer de jonge graaf Ober-
wall zooals zij hem van vroeger kende, met
zijn terughoudendheid ook ln oogenblikken
van de heftigste opwinding.
„Mama verwacht, dat je een paar dagen bij
ons blijft. Je zult eerst wel wat in moeten pak
ken. Ik ga intusschen naar dominee Taysen:
ik móet hem mijn papieren nog laten zien."
„Doe dat, lieveling..."
Zij keek hem vriendelijk glimlachend aan.
Een langen, haast verbaasden blik wierp hij
om zich in de kamer.
„Wat een afgrijselijke kamer is dit toch,"
zei hij langzaam, haast op vijandigen toon.
Zij zag hem verwonderd aan.
„Vind je?"
Zijn Ingezonken slapen klopten zichtbaar;
hij streek zich met de hand over de oogen.
„Is het niet treurig, dat men zijn jeugd in
zulke leelijke kamers doorbrengt. Wanneer ik
als kind de oogen opsloeg, zag ik het allereerst
de krullen en takken van een leelijk behang
sel, dan een lompe tafel met afgesleten boe
ken, afgebeten potlooden en bevlekt vloei
papier. Daaraan moet ik steeds denken, als ik
aan mijn jeugd terug denk...
Hij ging langzaam, zonder om te kijken
de kamer uit, de trap af, die zacht kraakte,
gelijk ze ook vroeger had gedaan.
En ook met denzelfden geur was het huis
nog altijd doortrokken, de lucht van sterk
gekruide koeken. Een dienstmeisje glipte
met opgestroopte mouwen de deur van de
eetkamer uit. Zij was roodblond en had
bolle, roode wangen. Dat was een eigen
aardigheid, die de dienstboden in de pasto
rie van Dominee Taysen altijd gekenmerkt
had. En zij heeften allen Martha, óf Anna,
óf Augusta, alsof er geen andere namen op
de wereld waren.
Hij klopte op de studeerkamer van den
ouden heer aan en voelde daarbij dezelfde
schuwe onzekerheid, die hij ook als gym
nasiast gevoeld had, wanneer hij bij den
dominee moest komen. En even als des
tijds veranderde ook nu het onbehaaglijke
gevoel van schuwheid in een vredige inner
lijke rust.
„Mijn lieve Gerhard
De oude man drukte hem de beide han
den en wees op een boêk, dat hij naast'
zich had liggen boven op een berg oude
folianten en wetenschappelijke tijdschriften.
„Heel mooi, mijn jonge vriend, zeer nauw
gezet. Ik heb u trouwens al geschreven over
uw proefschrift/Het heeft mij met trots ver
vuld. En hoe staat het met het nieuwe werk:
de grammatikale vormen van het Proven-
paalsche dialect? Ik moet u, mijn jonge
vriend, nog op een brochure opmerkzaam
maken, die in Avignon verschenen Is
heetwacht eens
Hij doorzocht vol ijver zijn lade.
^Gerhard Oberwall legde zijn hand op zijn
arm.
„Doe geen moeite, dominee. Dat dring
komt toch niet klaar tenminste niet zoo
gauw. Ik ben er door de ziekte heelemaal
uitgeraakt. En dan ik weet niet
Hij wreef met zijn duim langs zijn kin, en
klopte zijn mouwen af, waarop nog wat stof
van den korten rit met den trein lag.
„Ziet u, dominee, ik geloof, dat dat een
vergissing van mij was."
„Hoe zoo een vergissing dat begrijp ik
niet, mijn jonge vriend. Gij hebt mij toch
het heele plan toegezonden. Daar was geen
enkele aanmerking op te makenduidelijk,
uitvoerig. Een goed doordacht werk hadt ge
daarmee opgezet."
Gerhard boog het hoofd en fronste het
voorhoofd.
„U begrijpt mij niet, dominee. Zoo bedoel
de ik het niet. Het werk dat is bijzaak. Een
ander zal het schrijven en er zeker nog meer
van ze-gen en beter dan ik. Neen, neen
ik bedoel in het beroep heb ik mij ver
gist. Het was een dwaling, of misschien
slechts een voorwendsel. De weet het niet»
In elk geval stel ik geen belang meer in daf
alles
„Hoe zoo hoe dan
Met open mond staarde dominee Taysen
zijn vroegeren leerling aan. Hij begreep hem
werkelijk niet, trok aan de papieren, ven*
schoof de boeken.
„Maar, wat dan ge geeft de pogingen
toch niet op een geleerde te worden
Het ging hem aan het hart. Veel meer daa
het geval geweest was, toen zijn zoon der*
militairen dienst verliet. Een beroep kon
men opgeven en verwisselen tegen wat an
ders. Men kon heden officier, koopman, ja
zelfs dominee zijn en morgen niet. Maar
dichter, geleerde dat werd men niet.
Dat was men. Dat was als de eigen huid.
Men kon ze verzorgen of verwaarloozen,
maar zich er van ontdoen, dat kon men niet»
Ze kwam met iemand in de wereld en zq
legde zich met iemand in het graf.
f ja maar dat is toch verschrikkelijk
hoe Jcunt u wat zult ge dan doen?**
Gerhard Oberwall sloeg zijn vingers om
zon teekende schitterende kringen op zijn
beide handen, die voor hem op zijn knieën
lagen. Hij sprong op, sloeg zich tegen^ de
borst en haalde diep adem.
„Leven wil ik, dominee eindelijk een#
leven H
(Wordt vervolgd.}