P Ui ÜJ 4. DE E EM LAN DER". geconcentreerde ZONNEWEELDE N° 223 1S"e Jaargang. Donderdag 22 Maart 1917. FEUILLETON. Bp?* !t jj Hoofdredactie: MARIE VAN VERSENDAAu Mr. D. J. VAN SCHAARDENBURG. 15 Uitgevers: VALKHOFF Co. A BONN EM ENTSPRIJ8: £cr maanden voor Amersfoort.. f 1.30. Idem franco per post1.8*>« Per week (met gratis verzokering tegen ongelukken) - Afzonderlijke nummersO.Ö5. Wekelykscli bijvoegsel nD< tlottandsche Huisvrouw' (onder redactie van Tliérèfia Hoven) por 3 mnd. 50 cis. Wekeliiksch bijvoegsel „Wereldreette" por 3 mnd. #2 ets» Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT 46. Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER ADVEETENTIËN Van 15 regelsf O.SO. Elko regol moer0.15. Dienstaanbiedingen 1—5 regels.,0.30. Groote lettors naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zoor voordoelige bepalingen tot hel herhaald advorteeron in dit Blad, b\i abonnomont. Eono circulaire, bovattonde do voorwaarden, wordt op aanvraag toogo/.ondou. Kennisgevingen. De Burgemeester der Gemeente Amersfoort fnaakt bekend, dat de Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel heeft goedgevonden: met ingang van heden in te trekken zijne be schikking d.d. I Februari j.l. No. 0866, Afdee- ling Handel, houdende verbod om melk, melk- bestanddeelen of melkproducten te bezigen bij do bereiding van brood. Amersfoort 2T Maart 1017. De Burgemeester voornoemd, VAN RANDWIJCK. Ingevolge dc bepalingen van art. O, j°, art. T sub b, der verordening op de winkelsluiting', maken Burgemeester cn Wethouders van Amersfoort bekend, dat op 4, 5 cn 8 April a.s. het sluitingsuur der winkels zal zijn 10^ uur S avonds. Amersfoort 21 Maart 1017. Burgemeester en Wethouders voornoemd. De Secretaris,' De Burgemeester, A. R. VEENSTRA. VAN RANDWIJCK. De Burgemeester der Gemeente Amersfoort maakt bekend, dat de Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel Gelet op artikel 8, le lid, der Distributie wet 1916 Heeft goedgevonden te bepalen dat met ingang van 20 dezer, rijst van welke soort ook, aan den verbruiker niet mag worden geleverd, dan tegen afgifte van bons, geldig voor Rcgeeringsrijst, of in gemeenten waar geen bon stelsel is ingevoerd, met inachtneming van het voor rijst,vastgestelde rantsoen. Amersfoort 20 Maart 1017. De Burgemeester voornoemd, VAN RANDWIJCK. De Burgemeester der Gemeente Amersfoort maakt bekend, dat de Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel, Gezien de artikelen 2 en 8, derde lid, der Dis- tributiewet 1016 heeft goedgevonden, met ingang van heden vast te stellen een maximumprijs in den klein handel van versche kipeieren van 8 ct. p. stuk. Amersfoort 21 Maart 1017. De Burgemeester voornoemd, VAN RANDWIJCK. Amersfoort's Industris. i. Nu Amersfoort meer en meer begint ook Industrieplaats te worden en van gemeente wege die nieuwe ontwikkeling krachtig ge steund wordt, kwam het ons aanlokkelijk voor, om van de hier bestaande industrieën 'n beschrijving te geven. De ervaringen bij onze bezoeken opgedaan en hjer gepubli ceerd, kunnen dan misschien eenerzij ds die nen om meer de aandacht op Amersfoort als industrieplaats te vestigen, anderzijds om mogelijke hinderpalen daartegen te leeren kenhen of op te ruimen. Ten slotte wilden wij ook den invloed van den oorlogstoestand op de Amersfoortsche industrieën nagaan. Wij zijn dan begonnen bij een der oudste van onze grootere fabrieken. 1. Eysink's Rijwiel- en Automobiel fabriek. Een der oudste, zeiden wij, maar zoo heel oud is zij toch nog niet. De geschiedenis van dit bedrijf gaht niet verder terug dan tot 1836. Toch mogen wij van een der oudste spreken, want ouder zijn er niet vele. In die dagen bestonden hier de Amersf. Stoom- I weverij, de tapijtfabrieken van Hamers en Gorjeonne, de Verffabriek, die vroeger n Lucifersfabriek was, de Sigarenfabriek van Hubers, de Brouwerij en misschien nog 'n enkele. Groot was het bedrijf, dal in 1886 door den ouden heer D. H. Eysink aan den Heili- genbergenveg opgezet werd, allerminst, 'n Huurhuis, waarachter twee houten werk plaatsen van misschien 60 M\ oppervlakte,- waarin 6 man werkten. Ziedaar het begin van de zaak, welke met zooveel energie in slechts 30 jaren tijd opgewerkt is tot het groote bedrijf van thans, 'n fabriek met 1600 M% oppervlakte en 130 man personeel! Natuurlijk werden in die eerste jaren ^uit sluitend rijwielen gemaakt, waarvan vrijwel alle onderdeelen gefabriceerd aangevoerd werden. En het waren nog de primitieve rijwielen, de hooge vélocipèdes, welke in den handel gebracht werden. Maar de jonge industrie bleek alras toe komst te hebben, de fiets werd populair, j Was reeds spoedig uitbreiding van da werk plaats ncodig 'geweest, vóór dat 10 jaar ver- streken waren, moest het bedrijf overge plaatst worden naar den Arnhem scnèn weg naast het oude Tolhuis, ter plaatse waar nu nog het oude gedeelte van de fabriek is. De oppervlakte besloeg toen nog slechts, 250 M-. en het personeel 'bestond uit 15 men sehen. Achter de fabriek was de „rijschool" voor de beoefenaren van de nieuwe sport. Die rijscholen waren destijds in trek, men vond ze in alle steden en de heer Eysink had toen 10 leerlingen per dag. Er zullen zonder twijfel nog oude Amersfoorters zijn, die daar het eerst de voeten op de trappers of misschien juister gezegd n a a s t 4e trappers gezet hebben. Nu zijn die rij scholen uit de mode, iedereen kan fietsen, j leert het al spelende als kind, en de enkele j achterkomers zoeken het geheim op stille j wegen. Tweemaal weer moest de fabriek vergroot worden, met 200 en 250 M-. Het bedrijf werd omvangrijker, toen de heer Eysink zich op de fabricage van motorrijwielen en auto mobielen begon toe te leggen, eerst, in 1901, op bescheiden schaal bij wijze van proefneming slechtsmaar in 1903 kwam men ook met deze industrie voor den dag en de uitbreiding van het bedrijf was van dien aard, dat alras de fabriek tc klein bleek. Toen is het groote gebouw gekomen, dat thans zoo prnctisch en sierlijk het Juliana- plein afsluit. Dat heeft echter nog heel wat voeten in de aarde gehad. Wij lazen er nog eens het raadsverslag van 27 Sept. 1910 op na en verwonderden ons over de oppositie van de raadsleden Jorissen, v. Kalken en Hamers tegen het voorstel om het plant soentje, dat in de plants gekomen was van het vroegere onooglijke driepuntje met de beruchte mesthoop, te verkoopen aan de N. V. A.mersf. Rijwiel- en Automobielfabriek v/h. D. H. Eysink (in 1905 was de zaak om- gezel in 'n N. V., waarin de 3 zoons, die thans het bedrijf leiden, als vennoolen opge nomen werden). Zelfs was 'n adres van bur gers ingediend om dien verkoop te ontraden. Maar gelukkig was de Rood wijzer, de 3 ge noemde leden waren de eenige tegenstem mers en zoo bleef deze bloeiende industri- eele onderneming voor Amersfoort gespaard. In den zomer van 1911 werd het nieuwe gebouw in gebruik genomensinds dien steeg het personeel van 90 tot 130 man en waren nog kleine uitbreidingen noodjg in verband met-het plaatsen van verbeterde machinerieën van de nieuwste constructie voor metaalbewerking. Op dit punt wordt steeds meer gestreefd naar perfectionnee- ring van het bedrijf. Alle onderdeelen behoudens speciale onderdeelen als zadels, fasschen, kogels, spaken, kettingen wor den hier thans gefabriceerd. Niet alleen de rijwielen, ook de motorfietsen zijn compleet eigen v.erk. Nederland telt 3 motorrijwiel- fabrieken, maar Eysir.k is de eenige die ook de motorfietsen geheel zelf maakt, de andere koopen do motoren uit het buitenland en monteeren de fiets. Eysink maakt ook de motor, naar eigen ontwerp en eigen systeem., dal.geheel afwijkt van andere modellen; er is dan ook 'n eigen modelmakerij voor giet- modellen en 'n speciale teekenkamer met eigen teekenaars, die voortdurend bezig zijn met het op papier in beeld brengen van nieuwe vindingen, soms de kleinste onder* deelen betreffende. Vooral de moeielijkheden voorden aanvoer tengevolge van den oorlog heeft er toe ge- 'leid om zichzelf toe te leggen op de ver vaardiging van allerlei onderdeelen, ook van die waaraan men vroeger niet gedacht zou hebben om ze zelf te maken. De allerlaatste toepassingen op technisch gebied worden dan ook in de fabriek benut, gelijk ons op onze rondwandeling uitgelegd werd, voor zoover zulks althans mogelijk was tusschen de denderende en snerpende sidderge- luiden van zaagbankensneldraaibanken, boor- en freesbankentandwiel-freesma chines hardingsovens met electrische controle en -hoe dat alles heeten mag. Heel interessant bijv. is. de zandbloasinrich- ting, waarin alle bewerkte stukken met zand onder hooge druk ofgespoten worden om de onderdeelen, welke geëmailleerd of vernik keld worden, roestvrij te krijgen. Sinds het begin van dit jaar wordt de fabriek door electrische beweegkracht ge dreven. Ook in dit opzicht toont zich de ontwikkeling van het bedrijf. De eerste gas motor was van 2,'.> paarclekracht, de volgen de van 6, toen een van 25, daarna een zuig gasmotor van 45, en nu electrische aandrij ving van 58 paardekracht. Wij kregen zoo den indruk, dat de ruimte wel spoedig weer te klein zou blijken; eigen lijk is het bedrijf er reeds uitgegroeid, immers 'n speciale ofdeeling ter grootte van 140 M- bevindt zich reeds verderop op den Am- hemsohen weg, n.l. de schildersafdeeling met stoffeerinrichting voor den bovenbouw, cle carosserie der automobielen. Thans wordt speciaal gewerkt aan motor rijwielen voor het leger, vooral mitrailleurs- motorrijwielen, 'n eigen vinding van de hee- ren Eysink, waarvoor juist kort voor den oorlog patent gevraagd was. Natuurlijk wordt de oorlogstoestand ook in het bedrijf duchtig gevoeld. Niet alleen door de fabelachtige prijzen der grondstof fen om 'n voorbeeld te noemenvoor zacht staaldraaad, dat vroeger 16 cent per kilo gold, wordt nu reeds 2.35 gevraagd; maar aan den anderen kant krijgt men voor 'n hoeveelheid nikkelafval, welke vroeger 2 kwartjes deed, thans wel 8 a 9 gulden maar de grootste moeielijkheid is natuurlijk het uitblijven van aanvoer. Voor 'halffabri katen was men nu eenmaal aangewezen op het buitenland tijdenlang bijv. kwamen geen vellingen. Het gevolg is, dat men zelf zich ging toeleggen op de vervaardiging en nu ook allerlei hülpgereedschap maakt, zelfs spaken en spatborden. Alweer 'n voorbeeld dus, dat de oorlog 'n krachtigen stoot gegeven heeft aan de Ne- derlandsche industrie. Op onze vraag waarom niet geëxposeerd was op de Jaarbeurs kregen wij ten antwoord, dat de groote drukte in verband met de leger- Jeveranties daarvan een der voornaamste be letselen geweest was. Daarbij kwam, dat de export thans vrijwel onmogelijk is. De bin- nenlandsche afnemers kennen de fabriek wel. Zoodra echter de buitenlanders in groo teren getale ter Jaarbeurs komen, zal Eysink daar stellig niet afwezig blijven. Het gevaar voor stop zetten wegens ge brek aan grondstoffen was wel zeer gering, daar er nog voldoende voorraden zijn. Ook' onder.de gedwongen beweegkrachtbesparing lijdt de fabriek niet. Door de omzetting in electrisch -bedrijf was er meer kracht verkre gen tegen minder verbruik. Bovendien spot ten legerleveronties met all? besparingsmaat regelen; niet ondenkbaar zou zelfs zijn dat ook nachtarbeid ingevoerd moest worden. Ook bij event, ophouden van de orders voor het leger behoefde de toekomst niet donker ingezien te worden. Wel zal de con currentie met het buitenland scherp worden, maar de behoeften zullen in cle oorlogvoe rende landen zoo groot zijn, de voorraden zoo uitgeput, dat' cle Nederlandsche indus trie, welke nu immers in kracht zeer gewon nen heeft, althans de eerste jaren 'n ruim afzetgebied zal vinden. Wat ten slotte Amersfoort nis industrie plaats aangaat het was niet de w e l h o u- d e r Eysinkdien wij daarover raadpleeg den voor deze fabriek bestond niet do minste aanleiding om verplaatsing naar el ders te overwegen; integendeel, onze ge meente in 'het centrum des lands met z'n praohtige verbindingen leek voor industrieels ondernemingen 'n geknipte plaats. Wel laat de goedkoopere waterweg hier te wenschen over, maar voor vele bedrijven zijn de spoor wegen toch van veel meer belang. Voor "Eysink's fabriek is dit bezwaar dan ook zei- detv of nooit gevoeld. Voordeel van centrale ligging is eveneens dat gemakkelijker ar beidskrachten uit alle deelen des lands te krijgen zijn; tegen meer afgelegen of klei nere plaatsen is 'n bezwaar dal sommigen er niet wonen willen. Er is veel te zien, veel te hooren en vee! te leeren in Eysink's fabriek; en nog veel meer zou er over te schrijven zijn. Maar wij willen het hieibij laten. Met haar drie ener gieke leiders en haar gesohoold personeel gelooven wij, dat de fabriek 'n goede toe komst voor zidh heeft en dat Amersfoort op deze bloeiende indusfrieele onderneming trotsch mag zijn. Voor wie het voldoende weinig is, voor hem is niets voldoende. ROMAN VAN OLGA WOHLBRÜCK met autorisatie frertaald door Mevr. I. P. WESSELINK- VAN ROSSUM. 72 Uit de andere kamer klonk een zacht ge ween. Daar was de oude Seraphine heel stil binnen gegaan in haar beste kleeren. Heel stil en bescheiden zij, die zoo vaak vader fin moeder had moeten vervangen. In de flienstbodenkamer mocht zij van den zoeten wijn drinken en van den koek eten, die daar voor de dienstboden was neergezet. Maar Üe heer in rok zat tegenover het bruidspaar aan de tafel, en moest zich stilhouden, toen de dominee van de vaderlijke liefde sprak. Hij had zijn meisje zelfs geen huwelijks geschenk kunnen geven. Als een arme schooier stond hij daar met zijn grooten naam, dien men liefst niet noemde in de irotsche, aanzienlijke huizen, waar de be* roemdheid, hoe groot ook, nooit de onbe rispelijkheid kon vervangen, Roeckwitz, die zich bij zulke gelegenhe den altijd een beetje als ceremoniemeester, voelde, nam de binnenkomende telegram men in ontvangst, las ze overluid en pathe tisch voor. Taysen telegrafeerde uit Near- York. De dames Roeckwitz zonden uit Wild- bad de „hartelijkste wenschen voor het lieve, jonge paar". De naaste vrienden van graaf André Oberwall telegrafeerden en eenige kennissen van Gerhard uit den laat- sten tijd, kameraden van zijn roeipartijen en schermlessen. Tot de uitgaande wereld was het bericht nog niet doorgedrongen. Suzanne Oberwall zei telkens 1 „O, hoe beminnelijk!" en drukte stilletjes de hand van haar zoon. „Ben je gelukkig, lieveling?" De oude gravin trommelde met de vin gers op de tafel, hield haar hoofd scheef, vroeg naar den naam van den afzender. Meestal zei zij „Ken ik niet", trok een ronden rug en keek haar zoon met fonkelende oo^en gif tig aan. Dat was toch geen bruiloft. Al - ah men niet pronken met de stiefdochter van vor stin Sukewitsch zoo ongemerkt kon men de gebeurtenis toch ook niet voorbij laten gaan. Ten slotte zat zij zelfs aan het einde der tafel. Zij Marie Antoinette, öravm Oberwall. En zij was toch iemand gT3af André Oberwall neeg echter maar steeds dankend het hoofd met het koude lachje, dat hem als een pantser beschermde, 't Leek wel, of het bijzondere van dezen avond hem geheel voorbij ging. Hem doormaken meer wilde hij niet. Meer wilde ook Hörselkamp niet. En deze beide vaders in onberispelijken rok, met de smalle, witte, correct gestrikte das óver het blauwachtig witte overhemd die slechts door de breedte van de feesttafel, innerlijk door werelden gescheiden waren, deze bei de mannen, die door uiterlijke omstandighe den aan elkaar waren opgedrongen en bei den leden onder de tegenwoordigheid van den ander voelden het drukkende van dit tafeluur als denzelfden looden last. Zij spraken beleefd, oppervlakkig over dingen, die in geen verband stonden met da gebeurtenis, die hen hier vereenigdehun woorden hadden geen ander doel dan te doen vergeten, wat hen hier samengebracht had. - Gerhard, dien de vurige wijn uit den kel der van zijn vader en de onafgebroken ge lukzaligheid van zijn moeder het bloed had den verhit, zoodat hij de ijzige koelheid niet opmerkte, die uitging van de beide vaders, trok den arm van Lou door den zijnen, duisterde haar verliefde, vurige woorden in het oor, als een jong student, die den eer sten kus van zijn meisje wacht; hij ging zich zelfs in lachenden overmoed te buiten wa»en zij het dan ook niet eens in de keus hunner kinderen, zoo waren zij bet toen in hun bewondering voor Rodin. Het verdriette hem, dat zij zoo terughou dend bleef, en,verlegen zijn blik ontweek. En hij trok haar als. een ongemanierde jon gen aan haar sluier. „Zeg eens, kleine Pruis, zeg jij koude Mémère, die de zacht gesproken woorden had opgevangen, lachte zij lachte heel zacht en goedhartig, met eertig verwijt in de mooie, donkere oogen. Zij fluisterde haat- schoonmoeder de woorden in het óor, waar op de oude gravin behaaglijk achterover leunde in haar stoel cn luider dan beslist noodig was, zei „De jongen gaat vooruit." „Wat zegt u, Mama?" vroeg graaf André argeloos. De oude gravin had Mendel tweemaal op haar hand geslagen, omdat zij haar wijn wilde wegnemen, en zoodoende had de oude dame misschien van het goede te veel genoten, want de koelheid van haar zoon prikkelde haar heden meer dan anders. „Het is met het bloed als met den wijn. Wie wijn vermengt of bloed die weet niet, wat daaruit ontstaat." Zij wees naar haar kleinzoon en lachte haar zoon boosaardig toe. Het verheugde haar, dat het vreemde vurige bloed, haar'bloed, zich begon te roe ren bij haar kleinzoon. „Je bent mijn jongen I" zei zij ostentatief en groette haar kleinzoon met de hand. Ernstig keken de grijze oogen van den voormaligen diplomaat op de, als het ware kunstmatig in elkaar gezette, van' steenen flonkerende vrouw in den rooden leunstoel, met wie hij pas op lateren leeftijd tot een dragelijke verhouding was gekomen. Moe der, vrouw en zoon zaten aan deze tafel, levend, grijpbaar, volgens alle wetten der natuur de zijnen en toch vreemd aan het geslacht, waaruit hij was ontsproten. Zoo vreemd, dat zij er zich nooit geheel één mee gevoeld hadden; hunne levens kwa» men er mee samen en weken weer af, ge hoorzamend aan onverklaarbare wetten, dt« hij niet beheerschen kon. Deze vreemdelingen had zijn geslacht t» zich opgenomen, vele, vele jaren lang reedsal in den tijd van zijn vader, wiens grootste geluk zijn vroegere, roem rijke dood was. Het werkte als een ont bindend vergiP, dit vreemde bloedhet was sterker dan de eeuwen, diie aan het geslacht der Oberwalls aanzien en beteekenis hacL den geschonken, sterker zelfs dan alle tra ditie Weer werd een telegram binnengebracht De heer von Roeckwitz stond op, zooals hij telkens gedaan 'had en las luid en pathe tisch, zonder eerst naar de onderteekenir^ te zien Verneem zooeven je huwelijk. Hartelijk ste gelukwenschen. Als je kunt bezoeÉ mij aan het Gardameer. Atelier voor Pap» gereed. Wacht hem hier. Vorstin Sukewitsch." Roeckwitz schraapte zijn keel, lcuchlte, zo« den naam graag weer ingeslikt hebben ea zette een zeer verbluft gezicht. De stilte a at tafel werd drukkend. Hörselkamp werd bleek tot aan zijn lippe® en strekte zijn hand uit: „Waar Gardameer Toer\ hield hij het telegram in de hand c< staarde op de woorden. Lou was opgesprongen. „Wat scheelt er aan, Lou?" vroeg Gerhard, (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1917 | | pagina 1