N° 227
15de Jaargang.
FEUILLETON.
'*1
'i
f/J J
1
kJ
1191 m m%
53 j£| .3 ;;4 I
- -.'i 1 in 'M
Hoofdredactie:
MARIE VAN VERSENDAAu
Mr. D. J. VAN SCHAARDENBURa
DE EEMLANDER'
Uitgevers: VALKHOFF Co
ABONNEMENTSPRIJS:
maanden vooi Amersloort f 1.30.
Idem trantso per post.. 1-80.
Per weok (met gratis verzekering tegen ongelukken) 0.I2&.
^fionderlijke nummer» 0.05.
Wekelijbsoli byvoegsei „D* Hollandschs Huisvrouw' (onder
redactie van Thérèae Hoven) per mnd.-ÖO ets.
Wekeluk8ch bijvoegsel mW*r*1drevtis" per 8 mnd. 52 Ct8-
Dinsdag 27 Maart 1917.
Bureau: «UTRECHTSCHESTRAAT 46.
Intercomm. Telefoonnummer 65.
PRIJS DEK AOVEHTENTÏEN
Van 1—-o regels.. tt f O..SO,
Elke regel meer 0.15,
Dienstaanbiedingen 15 regels.. 0.50.
Groote letters naar plaatsruimte.
Yoor handel en bedr\jl bestaan zeer voordeolige bepalin «n
tot hot herhaald adverteeren in dit Blad, b\i abonnement,
Eeuo circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op
aanvraag toegezonden.
Evenredige vertegenwoordiging
en Amersfoort's gemeentebelang.
De invoering van Evenredige Vertegen
woordiging levert voor vele vrijzinnigen
eigenaardige moeielijkheden op.
Zij zullen nu immers te kiezen krijgen tus-
schen de drie vrijzinnige fracties. Dat zal me
nigeen lastig genoeg vallen, want de nuan
ceeringen van vrijzinnig-democraat, unie-li
beraal en vrij-liberaal loopen onmerkbaar in
ejkaar over en slechts de in de politiek meer
doorkneden zullen terstond welen tot welke
{Factie zij behooren of zich 't meest aange
trokken gevoelen. Te zijner tijd zullen wij
trachteni nd it blad 'n objectief overzicht van
de drie partij-programma's Je geven. Daar
ook stemplicht ingevoerd wordt, is het im
mers noodzakelijk dat de kiezers, die tot dus
ver meenden zich met de politiek niet te
moeten inlaten en slechts op den naam van
den candidaat afgaande hun kiesrecht uit
oefenden of wel van de stembus wegbleven,
zich althans eenig denkbeeld leeren vormen
van de hun vreemde materie, waarin zij zich
toch eenmaal zullen moeten inwerken.
Juist terwille van die kleurlooze kiezers is
*n balletje opgeworpen om ook onder het
nieuwe kiesstelsel de concentratie voort te
«etten en bij de verkiezingen van 1918 met
gemeenschappelijke lijsten van de 3 vrijzin
nige groepen uit te komen. Men spreekt van
„eendracht maakt_ macht" en van vrees dat
afzonderlijk optrekken onder de nog vrij on
wetende kiezers verwarring zou stichten.
Wij gelooven ^at men die kiezers aldus te
veel eer zou bewijzen. Stfellig, het zou hun
veel gemakkelijker gemaakt worden zoo zij
niet voor de keus gesteld werden, maar te
genover dit voordeel, dat niet één stem winst
oplevert thuisblijven is niet meer mogelijk
en het gevaar om rood of zwart te stemmen
bij zulke kiezers al heel gering staat een
veel grooter nadeel.
Het wordt nu eenmaal meer dan ooit 'n
neuzentellerij en het komt er dus op aan 'n
zoo hoog mogelijk cijfer te behalen. Welnu,
wij gelpoven dat men met 3 verschillende
lijsten het breedste jachtterrein beslaat. Er
zijn immers tallooze grenskiezers: gTijze, die
door de aanwezigheid van vriiz.-dem. namen
op de vrijzinnige lijst, er de voorkeur aan
zouden geven zwart te stemmen, en rose, die
juist uit afschuw voor de vrii-lib., de soc.-
dem. lijst zouden verkiezen. Zijn er 3 vrijz.
lijsten, dan zullen deze groepen zich het
meest verwant gevoelen met resp. de vrij-
lib. en de vrijz.-dem.
Als dit afzonderlijk optrekken nu geschiedt
met de bedoeling zooveel mogelijk stemmen
voor de vrijzinnige lijsten te behalen, is elkV
gedachte aan onderlinge bestrijding uitge
sloten. n Politiek- accoord wordt geenszins
onmogelijk gemaakt; en zelfs niet 'n stem-
buaaccoord in dien zin dat de drie lijsten
onderling verbonden verklaard worden, op
dat er niet te veel stemmen aan nuttelooze
resten verloren gaan. Dan wordt het met
recht „getrennt marschieren, vereint schla-
gen".
De kans op gemeenschappelijke lijsten is
niet groot. De vrijz. dem. schijnen er afkee-
rig van te zijn, de vrij-lib. voelen er ook niet
zoo heel veel voor, alleen onder de unie-lib.
is er 'n kraohtige strooming in die richting.
Maar één alleen kan geen rondedans ma
ken, of het moest 'n hond zijn die springt
om z'n staart, zooals onze voorouders zeiden.
Zoo zullen dus niet alleen de kiezers, dooh
ook de kiesvereenigingen zich voor de keuze
gesteld zien. Er zijn nog zooveel niet-aange-
sloten, algemeen vrijzinnige organisaties, die
zich nu aan den nieuwen toestand zullen
moeten aanpassen en partij kiezen, althans
zoo zij niet willen riskeeren veel van hun
politieken invloed te verliezen.
Wij denken hier allereerst aan de kiesver.
„Amersfoort's Gemeentebelang", voor welke
het tot dusver de aangewezen weg was om
zich boven de fracties te stellen.
Zal zij zich nu moeten uitspreken
En voor welke groep
Er bestaan hier afdeelingen van de vrijz.-
dem. en.van de vrij-lib. Het zou dus voor de
hand liggen dat Amersf. Gemb. zich bij
de Liberale Unie aansloot. Maar gezien het
program en de geschiedenis der kiesvereeni-
ging zou er minstens evenveel reden zijn om
voor den Vrijz. Dem. Bond partij te kiézen.
Wij maken ons sterk dat in beide gevallen
bij 'n coup d'état de groote meerderheid der
leden rustig meeging.
Het zuiverst ware het misschien, zoo de
kiesvereenigïng zich splitste, 'n deel der
leden zich bij de afd. der Vrijz. Dem., 'n
ander bij die der Vrij-lib. aansloot en net
derde deel bij 'n inmiddels op te richten
afdeeling van de Liberale Unie.
Maar er is nog 'n andere mogelijkheid, n.l.
dat Amf. Gem.b. blijft bestaan als plaatselijke
concentralie-kiesvereeniging haar rol zöu
zich dan slechts tot de plaatselijke raadsver
kiezingen moeten beperken, waarbij dan 'n
zoo bjllijk mogelijke verdeeling van de voor
de vrijz. bestemde zetels, tusschen de 3
fracties in acht genomen moest worden
Hiertegen rijst echter weer hetzelfde .be
zwaar, dat wij boven reeds noemdenvan 'n
lijst waarop namen van vrij-lib., unie-lib. en
vrijz.-dem. voorkomen, worden vele kiezers
der uiterste vleugels afgeschrikt.
Practisch en tactisch schijnt ons het ver-
kieslijkst 'n oplossing van Amf. Gem.b., ge
lijk wij aanduidden. Het groote bezwaar hier
tegen versnippering van de toch al niet
overtalrijke krachten over 3 organisaties,
ware mogelijk te ondervangen door bij ver
kiezingsstrijd, welke met onderling verbon
den lijsten moest geschieden, 'n gemeen
schappelijk comité, juist van die „werkers",
te vormen om propaganda te maken voor de
gezamenlijke vrijz. lijsten en te waken tegen
onderlinge bestrijding van al te heetgeba-
kende ijveraars.
Hoe het zij, wij ontveinzen ons niet, dat
Amersfoort's Gemeentebelang zich voor 'n
moeielijke keuze geplaatst ziet. Het belang
van' de vrijzinnige zaak boven fractiever-
schil beziele haar bii het nemen van de be
slissing.
B I J ITEN LAN D."~
Politiek Overzicht
De revolutie in Rusland.
v u
Bij de eerste mededeeling, die in het En-
gelsche lagerhuis over de in Rusland uit
gebroken revolutie werd gedaan, drukte
woordvoerder 'van de regeering zijne b! !-
schap uit; hij verklaarde, dat de regeering
die tijding met een gevoel van werkelijke
verlichting had ontvangen. Latere verklarin
gen klonken minder opgewekt; het hoofd
der regeering, eerste minister Lloyd George,
heeft aan zijne aankondiging van het regee-
ringsvoorstel om een adres van gelukwen-
sching aan dé Russische doema te zenden
toegevoegd, dat men nog niet kon zeggen,
dat in Rusland alle gevaar voorbij was.
Die uitspraak, in dezen mond zeer opmer
kelijk, wordt door t geen wij nader hebben
vernomen over den aard der regeering, die
nu in Rusland het bewind voert, ten voilé
bevestigd. Het zijn eigenlijk twee regeerin
gen, die naast elkaar bestaan. Het oude ré
gime is voor 't oogenblik verdwenen. De ge
wezen czaar houdt in Tsarskoje Selo verblijf
als een gevangen man in een afzonderlijken
vleugel van het nu tot nationaal eigendom
verklaarde paleis; de omgang met zijn gezin
is hem verboden. De heilige synode heeft
den keizerlijken troonzetel uit hare vergader
zaal verwijderd en den naam van den czaar
uil de openbare gebeden geschrapt. De leden
van het huis Romanow zijn ontzet uit de
openbare ambten, die zij bekleedden. In Pe
tersburg heeft de volksmenigte van het win
terpaleis de keizerlijke vlaggen en wapenen
afgescheurd en in hunne plaats niet de Rus
sische nationale vlag, maar de roode vlag
geheschen.
Dit is kenschetsend voor den geest, die
de elementen bezielt, die naast de door de
doema ingestelde voorloopige regeering zich
doen gelden en trachten haar te overheer-
schen. Gisteren haalden wij eene opmerking
van den .correspondent van de Times te Pe
tersburg aan, die sprak van het bestaan vah
eene dubËele regeering, de eene van prins
Lwow, de andere van den afgevaardigde
Tsjeidse, de eerste voor de orde, de tweede
voor de verwarring. Dezelfde correspondent
vergelijkt de taktiek van de doemo-regeering
met die van den Amerikaanschen comboy,
di^te stellen heeft met een op den loop zijn
de kudde. Hij moet trachten nog sneller te rij
den, om aan de kudde den weg af te snijden.
Dit schijnt dc eenige manier te zijn, waar
door men eene catastrophe in Petersburg
kan vermijden. In denzelfden geest laat ook
de correspondent van de Daily Chronicle
zich uit, die zegt, dat een wolk aan den he
mel is het verwarde fanatisme van de extre
misten. Het comité van afgevaardigden der
werklied en soldaten is tot een onhan
delbaar lichaam van meer dan 1000 leden
uitgegroeid en wordt beheerscht door de
socialisten, die voor een deel gematigd zijn,
voor een ander deel tot de uiterste richting
behooren en hunne theorie aanstonds in dé
praktijk zouden willen omzetten. Het gevolg
daarvan is, dat het comité,tot overijlde en
met elkaar strijdige besluiten komt, die den
arbeid van de nieuwe regeering bemoeielij-
ken.
De ondervinding, die hiermee wordt opge
daan, is niet nieuw. Ook% tijdens de eerste
revolutie-periode in Rusland, nu twaalf jaren
geleden, heeft men dien strijd tusschen de
gematigde en de uiterste élementen gehad.
Een man van gezag, de hoogleeraar voor
de geschiedenis van Oost-Europa aan de
universiteit te Weenen, prof. Uebersberg,
herinnert er aan, dat Vin de eerste doema,
waar de constitutioneele democraten (kadet-
ten) 179 van de 478 leden telden, hunne
houding de naar links staande partijen, voor
al de sociaal-democratie, teleurstelde. Hij
laat daarop volgen
„Zoo kwam het, dat de sociaal-democratie
na het verjagen Van de eerste doema met
duidelijke aanvallen op de taktiek van de
kadetten, met grooten nadruk den eisch
stelde van eene Constituante. De verkiezin
gen in de tweede doema hadden van dezi
zijde plaats met duidelijke strijdstelling te*
gen de kadetten. Vandaar, dat dezen ondei
de 505 afgevaardigden van de tweede doema
nog slechts 91 partijgenooten telden.
In de derde doema speelden de kadetten
nog slechts, dank zij hun geestelijk, over
wicht, eene rol; de staatsgreep van 30/1C
Juni 1907 met zijn nieuw kiesrecht heef!
ook nog door de inkrimping van het kies
recht hunne kans om te worden gekozen
verminderd. In den loop van de derde doe
ma werd overigens reeds de bekeer! og van
de kadetten tot eene staatspartij voltrokken,
eene gedaanteverandering, die zich tij
dens de vierde doema, vooral met het uit
breken van den oorlog, zelfs zeer snel ont
wikkelde. Zij werden naast de nationalisten
de voornaamste dragers van de imperialis-
tisch-panslovistische oorlogspolitiek. Onder
prijsgave van gewichtige par'ii eisch i, re*
lukte hun de vorming vnn een meer 1 ;ds*
blok, dat den 8en September 1915 tot sux\ó
kwam op een betrekkelijk gematigd pro
gramma.
Wie dit programma nu met dat ven' de
voorloopige regeering vergelijkt, zal daaruit
gemakkelijk zien, dat deze onder den druk
van de links staande partijen zich het pro
gramma van deze partijen eigen moest ma
ken. Reeds eenmqal door hunne bondge-
nooten om den tuin geleid taan deze par
tijen van de uiterste linkerzijde vooral op
de bijeenroeping van eene constitut :rendo
vergadering. Dat deze constitueerende ver
gadering alle partijen die verder naar rechts
staan dan de kadetten, .zal wegvagen, is na
de ervaringen van <'e Beide eerste doema's
buiten twijfel. Of de kadetten zich in de
macht zullen handhaven is eene vraag mel
ker beantwoording hiervan zal afhangen hoe
ver zij zich zullen vereenzelvigen met de
eischen .van hunne linksche bondgepooten.
Daar zij in de eerste en tv. ede doema ree-da
eenmaal deze teleurgesteld hebben, is hei
waarschijnlijk, dat zij op de vingers zullen
worden gekeken. Wel is waar zou c-r een
middel zijn, dezen druk te ontgaan, door de
leiders van de uiterste linkerzijde gevangen
te zetten en mét geweld iedere vol! bewe
ging te onderdrukken. Wanneer zij deze
kracht hebben, dan hebben zij voor hunite
oorlogstaktiek, voor zoover de burg€ orlog
dit toelaat, cle vrije hand. Gelukt dit hun
echter niet, dan zullen zij tusschen Jiunne
oorlogspolitiek en de eist hen van de uiter
ste linkerzijde en de achter deze staande
volksmassa's moeten laveeren, hetgeen ech
ter vroeger of later ook weer tot een open
lijk conflict moet leiden."
Is ons herinnering niet daarom zoo lief,
omdat zij is doorleefde werkelijkheid, door
weven met den droom.
ZONNEWEELDE
ROMAN VAN
OLGA WOHLBRÜCK
met autorisatie rertaald
door
Mevr. I. P. WESSELLNK- VAN ROSSUM.
76
Dikwijls bracht de avond een nauwelijks
merkbare afkoeling. Dan raakte zachte wind
de takken der ahornboomen en de bladeren
ritselden als papier.
Men 2at in de groote huiskamer rondom de
lamp en de nachtvlinders en sprinkhanen
raakten klappend tegen de horren. Soms joeg
de wind de kamer binnen en de pit walmde
(dan en maakte het breede lampenglas zwart.
Mevrouw Vidal zei:
„Nu krijgen wij gauw onweer."
En Mémère maakte angstig een kruis.
„Sluit jelui ramen goed, kinderen
"Want alleen 's nachts, als elk licht in huis
lit was, openden zich de oogen van het huis
joor den stillen, warmen nacht.
Lou verlangde vurig naar het onweer. Maar
ofschoon mevrouw Vidal het eiken avond
voor .pelde, als de vlam van de lamp hoog op
sloeg kwam het toch niet. En dan\zei zij
den volgenden morgen:
„De mistral heeft het verjaagd..."
De mistral de wind van de Provence...
Zaterdags kwamen de herders uit de Car-
margue om hun weekloon te halen.
Het groote erf bood dan een onbeschrijfelijk
tafereel. Er waren oude mannen onder met
lange, grijze linnen mantels; jonge mannen met
puntige stroohoeden met breede randen, op
kleine, langharige paardjes gezeten: zij had
den stokken in de hand met punten als ijzeren
lansen. Dat waren de herders der stierenkud
den.
Mémère zat op de bovenste witte trede en
riep de namen op volgens een klein, versle
ten, vuil boekje. De professor zat tegenover
haar had een beschadigd bruin houten
kistje op de knieën, waaruit hij geld nam.
Heel onderaan op de onderste trede zat de
oude schaapherder Ka sper. Ieder, die zijn gckL
wilde hebben, moest langs hem heen. Hij be
tastte met zijn bevende oude hand, ieder die
hem voorbijging en noemde zijn naam.
„Dat zijn jelui jonge mijnheer en mevrouw",
zei Suzanna Oberwall den eersten keer na de
komst van het jonge paar.
Toen had men met de hoeden gezwaaid en
veel zoeten huiswijn gedronken op het welzijn
van het pas getrouwde paar. Eenige oude lie
den hadden van de gelegenheid gebruik ge
maakt om de jonge vrouw te omhelzen. Zij
hadden bijna allen rauwe knoflook bij hun
ontbijt gegeten Lou werd door Gerhard eft
den professor half bewusteloos naar haar
kamer gedragen. En sindsdien was Lou voor
niets meer zoo bevreesd als voor den Zaler-
iag.
In den versten hoek van den tuin rook ze
hem, den verschrikkelijkcn geur van knoflook
en warm menschenzweet. De walging deed
haar haast stikken. Op dien dag kon zij niet
eten. Hel was haar, of die lucht zich in alle
reten van het huis had vast gezet, ze proefde
ze in alle gerechten.
Gerhard was er ongevoelig voor. Hij beant
woordde den dronk der „oudsten" zelfs uit
hun bekers, liet zich door hen vertellen, hoe
hij als kleine jongen met hen in de Carmargue
had rondgedoold, hoe hij de melk uit de uiers
der geiten had gedronken en bij een van de
stierenhoeders een half uur voor op het zadel
had gezeten.
Eiken Zaterdag werd Gerhards geheugen
met nieuwe herinneringen opgefrischt; hij
wierp zich op een der kleine paardjes, liet
zich den met ijzer beslagen herderstaf geven
en galoppeerde als waanzinnig weg. Mémère
ging op haar teencn.staan en rekte haar hals
naar hem dit. Zij. die altijd angstig was. kende
nu geen vrees. Zij lachte en klapte in de han
den en men kon haar den trots, die haar ver
vulde, aanzien.
En mémère sloeg haar arm om haar schoon
dochter cn kuste haar op de niet verbrande,
bleeke wangen.
„Ziet hij er niet goed uit, hartje? Ik wist
het wel hier wordt hij gezond
•Op een dier Zaterdagen verklaarde Gerhard,
dat hij voor acht dagen mee wilde trekken
naar de Camargue.
„Ga je mee, Lou?"
Hij lachte, kuste haar luchtig op het blonde,
krullende haar.
„liet is maar een grapje. Wat zou je daar
als damef Voor mij is het 't zelfde als een I
jachtuitstapje. Ik mis hier de schermzaal en
het roeien."
„Zouden wij dan niet liever naar huls terug
keeren,?" vroeg Lou aarzelend.
Hij keek haar boos aan.
„En waarom? Wat is er hier niet naar je
zin? Het is toch zoo buitengewoon mooi. Zou
je Mama zoo willen beleedigen? Draagt ze je
niet op de handen?"
Zij zweeg.
Ze zag hem wegrijden op het witte, lang
harige paard; zij zag hem lachen en steeds
weer den grijzen breedgeranden slroohoed
zwaaien. Mémère liet haar groote, witte lin
nen zakdoek in de lucht wapperen. Mevrouw
Vidal knikte en zei:
„Het oog van den meester maakt de kudde
vet.''
's Avonds moest de blinde herder in dé
woonkamer komen en dc oude vrouw een
droom verklaren, die zij had gehad. Mémère
legde patience en dronk af en toe een slok
van haar zoeten huiswijn. Lou borduurde aan
een mooi kussenovertrek, waarmede zij de
kale hardheid van haar kamer wilde opsieren
voor Gerhard's thuiskomst De professor zat
bij den hrecden open haard en trok aan zijn
koude pijp.
Eensklaps zei Mémère:
„U moest eens wat spelen, professor.''
Hij schudde het hoofd en streek over zijn
lange haren.
„Wat zou ik moeten spelen met mijn stijve
vingers?"
Lou zei zacht in het Duitsch:
„Wat u wilt!"
Zijn kamer grensde aan de woonkamer en
de iano stond tegen den muur.
„U behoeft de deur alleen maar open te
laten, professor", zei Suzanna Obci v all, ter
wijl zij dc kaarten afnam.
„Maak toch geen) complimenten,ri me
vrouw Vidal ongeduldig en schoof dichter
naar den herder toe, die bijna zonder ophou
den iets bij zich zelf prevelde in een voor Lou
volkomen onverstaanbaar dialect. In betzelfde
dialect antwoordden hem de twee vrouwen.
Plotseling wierp mémère haar kaarten op
elkaar, ging aan den anderen kant naast den
blinde zitten, steunde haar kin op haar ge
vouwen handen, zette groote, ernstige oogen
op, wierp af en toe tersluiks een blik op Lou,
en droogde met haar zakdoek haar voorhoofd
af, waartegen in de avondzwoelte de vochtige
haren vastgeplakt zaten.
Maar Lou voelde een onaangename huive
ring, het werk viel uit haar handen en zij
stond op.
Nu klonken uit de aangrenzende kamer
glasachtige klanken, als van heel ver en alsol
ze moeite hadden door de drukkend zwoel»
avonduebt te dringen.
Lou slak haar hoofd door de geopende deun
Twee walmende kaarsen droppelden af op d«
eenvoudige, zwaar zilveren kandelaars, dia
boven op de piano stonden; ze verlichtten da
kleine, eenvoudige kamer met het smalle»
hooge bed tegen den muur, die geheel behan
gen was met gekleurde bijbladen van coo»
ranlen en uitgeknipte afbeeldingen van be«
roemde musicL
(Wordt vervolgd.)