"buitenrand."* 235 15"' Jaargang. „D E E EM LAN DER". Donderdag 5 April 1917. FEUILLETON. ZONNEWEELDE. Amersfoort's Industrie. Hoofdredactie: MARIE VAN VERSENDAAu Mr. D. J. VAN SCHAARDENBURO. Uitgevers: VALKHOFF Co. ABONNEMENTSPRIJS: $er if maanden voor Amorsloortf 1.30. Idem franco per post.. *>- Per week (motgratis verzekeriog tegon ongelukken) O.lll'» Afzonderlijke nummors Wekelijkaoh bfjvoegse! nIk Holland sch* Huiivrouw'' (onder redactie van Thérèao Hoven) per 3 mud. 30 els. Wekelijksoh bijvoegsel WereJdrevUe per 3 mnd. 63 cl8» Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT 46. intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DE li ADVEUTENTIËN: Van 1—5 roKotsf O.SO. lïlke rogel moortt.lö* ■Dienstaanbiedingen 1—0 ro|ols.. O.rHT. Groote letters naar plaateruimte. Voor bandol on bear\jt bestaan zooY voordeeligo bepalingen tot het herlmald advertooron in dit Blad, bij abonnement. Eono circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toogezonden. II. De Phoenix Brouwerij. Zouden er wel veel AmersFoorters zijn die .weten waarom de brouwerij den naam draagt van „Phoenix"? Phoenix P.h.oenix of Foenix zegt de volksmond in plaats van Feunix) is de naam van den mythologischen vogel, die eens in de 500 jaren van Indië naar Egypte kwam om zich te verjongen; hij maakte 'n brand'- stapel van welriekend bout, verbrandde zich daarop en stond dan weer op uit z'n asch. Men zoeke niet naar het verband tusschen deze mythe en bier. De verklaring van den naam ligt op historisch terrein. Amersfoort telde in de middeleeuwen zeer vele brouwerijen, het Amersfoortsche bier was beroemd. Reeds in 1323 werd "het naar wijd en zijd verzonden. Het geschilderde raam, dat het Brouwersgild' an 1614 aan de St. Joriskerk -op den Hof schonk, vermeldt zelfs dat weleer „in 't Amersfoortsche dal" 350 brouwers leefden. In de 17e eeuw waren er nog 40 over, in de 18e eeuw slechts 3. En in de 19e eeuw scheen het geheele brou- wersbedrijf hier ten onder te gaan. Toen is in 1872 de tegenwoordige -brouwerij uit de asch opgestaan en de oprichters, de heeren v. d. Wall Bake en Huet, doopten haar met den toepasselijken naam „Phoenixbrouwerij". Deze heeren waren de eerste directeuren, na hen kwam de heer Coets de Bosson, in 1894 opgevolgd door de heeren Meursing, vader en zoon; deze laatste <is thans nog directeur, sinds eenige jaren ter zijde gestaan door z'n neef dr. Korthals Altes. De eerste heeft de commercieele leiding voor z'n rekening, ter wijl laatstgenoemde meer met het technische gedeelte belast is. Amersfoort mag ook op deze onderneming met haar grooten exporthandel en wereld- reputatie trotsch zijn. Voor het oogenblik heeft die exporthandel ontzaglijk geleden, maar wie de energie der directie kont, zal ons wel gelooven dat deze thans reeds druk in de weer is om zoodra de verkeersmoeilijk heden 'n einde nemen, hare vleugels wijd uit te slaan. Succes schijnt daarbij niet twijfel achtig, als men bedenkt dat in de oorlogvoe rende landen het brouwersbedrijf vrijwel ge heel stilligt, dg voorraden ras geheel uitgeput zullen zijn. Zoo in Bohemen bijv., centrum van deze industrie. In het gunstigste geval zal daar nog VA pet. van de gerstproductie voor de bierbrouwerijen beschikbaar ziin; de volks voeding eischt de gerst voor zich zelve. Nu reeds hebben daar 150 van de 530 brouwe rijen de productie gestaakt, de overige zullen eveneens moeten stop zetten en verwacht wordt dat in de zomermaanden het Boheem- sche bier, waarvan de jaarproductie vóór den oorlog 100.000.000 Liter bedroeg, geheel uit den handel verdwenen zal zijn. In .Rus land en Engeland staat deze productie reeds stil. De voorraden van dé Nederlandsche brou werijen zulten dus na den oorlog hun weg wel vinden. Althans zoo de tegenwoordige moefelijkheden doorstaan worden en.. de oorlog niet te lang duurt. Want langer dan 'n jaar kan het bier niet bewaard blijven. Intusschen laten de zorgen van het oogen blik niet veel tijd voor toekomstdroomen. Die zorgen zijn vele. Daar is allereerst de onzekerheid van den aanvoer van grondsroffen. Hop is er genoeg- Die komt uit Duitschland en Oostenrijk; zelfs de prijs daarvan is niet hooger geworden, want dit artikel is voor weinig anders bruik baar. Ook Nederland produceert nog hop, doch deze cultuur gaat niet vooruit, daar het Nederlandsche gewas inferieur is en slechts op kleine brouwerijen gebruikt wordt. Moeielijker is het met de andere voor naamste grondstof: mout. Mout is gekiemde gerst en wordt uit Amerika aangevoerd. Vandaar dus die tranen. De prijs is reeds gestegen van 14 tot 100 per 100 KG. en wat nog erger is, de aanvoer is -vrijwel nihil. En de inlandsche gerst is natuurlijk thans te noodig dan dat de brouwerijen ze zouden mogen mouten. De Phoenixbrouwerij is echter zoo geluk kig nog geruimen voorraad te hebben, zoodat het bedrijf wel den geheelen zomer zal kun nen voortgezet worden. Er zijn echter reeds brouwerijen in ons land, welke de productie moeten staken. Het bedrijf is- dus nog in vollen gang, het 70 man sterke personeel is slechts met enke len verminderd' in verband met het gedeelte lijk stilleggen van den exporthandel. Naar Duitschland mag niet uitgevoerd worden, omdat de grondstof mout onder N.O.T. ver band ontvangen wordt (in andere tijden is er evenmin export naar dit „bierland", maar thans zou er wel tijdelijk groot afzetgebied ziin); en de export over zee ondervindt weer andere moeielijkheden. Naar onze koloniën gaat niets meer, wel naar de Engelsche kolo niën, via Londen, waar de Phoenixbrouwerij 'n filiaal heeft. Groote moeielijkheden ondervindt het be drijf ook door d.en kolennood. De werktijd moest reeds met 2A uur dagelijks verkort worden. Werden in normale tijden 3 wagons steenkool per dag ontvangen, thans komen er slechts 4 in de week. 'n Andere klap voor de bierindustrie is de accijnsverhooging van bijna 1 per H.L. tot niet minder dan AA. Dat heeft natuurlijk z'n invloed op het bierverbruik niet gemist. Ten bate waarschijnlijk van het jeneverver- bruik, want de jeneveraccijns is niet ver hoogd (is trouwens reeds zeer hoog). Juist in de laatste jaren was de verhouding tus schen het bier- en jenevergebruik gunstiger geworden. Dat was 'n gelukkig verschijnsel in den strijd tegen het alcoholisme; immers bier heeft 'n zeer gering alcoholgehalte, 2 a 4 pet., vele alcoholvrije dranken bevatten voor het conserveeren 'n hooger percentage alcohol. Over de inrichting van de brouwerij be hoeven wij niet uit te weiden. Toen 'n paar jaar geleden de inrichting geheel gemoder niseerd werd en letterlijk 'n nieuw Phoenix- proces onderging, gaven wij 'n beschrijving daarvan in het Dagblad. Maar sindsdien heeft de directie niet stilgezeten, 'n Modelbedrijf moet om modelbedrijf te blijven, voortdurend nieuwe verbeteringen aanbrengen. Voorbij gangers zullen trouwens rèeds opgemerkt hebben dat er weer 'n vrij groote verbouwing plaats vindt. Deze geschiedt ter wille van de ijsïabricagede nieuwbouw moet dienen vooi 'n ijsgenerator en zoetwaterkoeler en ijscompressor van 200.000 calorieën. Reeds binnenkort hoopt de directie de nieuwe in stallatie te ontvangen en dan zal de ijspro- ductie 10.000 K.g. per dag kunnen be dragen. De vraag naar ijs door hospitalen, ziekenhuizen, slagers e. a. tot ver uit den omtrek wordt steeds greoter. De brouwerij zelve is nu van de meest moderne machinerieën voorzien. In de ma chinekamer ontwikkelt de groote stoom machine van 150 paardekracht de kracht, welke door 2 groote dynamo's elk van 260 ampère wordt omgezet in electriciteit voor de electromotoren, waardoor alle andere machines gedreven worden, en de water pomp met een capaciteit van 45000 -L. per uur opgezogen uit 10, tot 104 M. diepe, artesische bronnen. De directeur Korthals Altcs, heeft hier gelegenheid gehad allerlei eigen vindingen in toepassing te brengen. Het ontging ons niet, dat deze machine kamer, het brouwhuis en het up to date in gerichte laboratorium tereoht de trots van de directie vormen. Wij vreezen dat de meeste onzer lezers wel even weinig van het bereiden van bier weten als wij, vóórdat wij ons bezoek aan de brouwerij gebracht hadden. In het kort willen wij dus het proces volgen. Heel ingewikkeld is het recept niet. De grondstoffen zijn weinig in getal mout (of in 'n vroeger stadiumgerst), hop, gist en water. Er bestaan twee methodes van brouwen de ouderwts.che boven gistingsmethode, waarbij het product zó* gebrouwen zóó ge dronken wordt, en de onder gi stings methode, bij welke het bi ei* eerst na 5 maanden „la- geren" voor de consumptie geschikt is Reeds spoedig na 1872 is de Phoenix tot de laatste, Beiersche methode overgegaan. Bij deze methode heeft men mout noodig dat gemaakt wordt van de beste sóórten Chevaliergerst, bij de andere voldoet de zoog. wintergerst. De gerst wordt na iru de trieur gereinigd te zijn van vuil en stof, in groote ijzeren bakken gevuld met zuiver water gedaan om zooveel vodht op te .nemen dat de korrels geheel verzadigd zijn. Dan wordt de gerst uitgespreid op d-e moutvloer, waar de korrels beginnen te kiemen. Zijn de kiemen genoeg gegroeid, dan gaat de gekiemde gerst om voor te drogen naar de groenmoutzolder, daarna op de eest waar zij onder betrekke lijk hooge temperatuur vlug gedroogd wordt door middel van heete lucht. Na in de poets en polijstmachine van de kiemen te zijn ont daan, moet het mout eenige weken lageren op den moutzokler. De kiemen worden als veevoeder verkocht. Het mout wordt ver volgens door een automatisch weegtoestel gewogen en in den zes-walzenmolen geplet en fijngemalen, het meel en de doppen val len le zomen in een ijzeren schrootkast, om vandaar in het brouwhuis te belanden. De groote bierketel in het brouwhuis heeft 'n inhoud van 20.000 Liter. Hier wordt het vocht gekookt en de hop toegevoegddaar na komt het bier in de zoog. hopmontejus, waai het door 'n electromotor steeds rond- geroerd wordtde hopblaadjes blijven voor een koperen zeef achter en het bier wordt opgepompt in dc koelkuip boven in het ge bouw vandaar loopt het bier door 'n leiding naai de twee groote koperen koelapparaten. Het bier sijpelt in fijne slraalljes langs do gegolfde apparaten, waarbinnen ijs water doorstroomt. Dit vertrek met groene ruiten en muuregels blijft tijdens het koelen, her metisch gesloten. Van hier vloeit liet bier naai' den gis ik elder in de gistkuipen en gist- tanks. waarvan enkelen een inhoud hebben van èo.OOO L. Is hei bier uitgegist, dan vloeit het naar de lagerkelders in de lagcr- vaten van 2500 tot 12500 Liter inhoud. Na geruimen lijd gelagerd te hebben, wordt het door gesteriliseerde perslucht naar den afvulkelder gevoerd en door de isoboro- metrische afvulvaten automatisch in de zorg vuldig gereinigde trans porti'aten. gespoten. Dit is voor binnenlandsch gebruik. Voor der» export deugen vaten niet, daar het bier daarin slechts enkele maanden goed l/lijft. In de exportbottelarij wordt het bier in fles- schen gebotteld, welke met kurken afge sloten worden. En dan kan het kostelijk nat de reis naar alle werelddeelen aanvaarden om in Oost en West de roem van de Amers foortsche Phoenixbrouwerij te verbreiden. Politiek Overzicht. Het hongerelement in den v/ere!dstr:jd. Duitschland gelooft in de kracht van het duikbootvvapen met onwrikbaar vertrouwen. Van het meedogenlooze, niets en niemand ontziende gebruik, dat sints twee maanden van dit wapen wordt gemaakt, verwacht het de afsnijding van eiken toevoer naar de Ententelanden en dientengevolge het ont staan van een hongei snood in die landen, die hun weerstandsvermogen' zal breken en hen tot den vrede geneigd zal maken. Wanneer men echter naar Engeland ziet, dan vindt men daar een vertrouwen in de uitwerking van de hongerblokkade tegen Duitschland, dat daarbij weinig of niet ach terstaat. Wij hebben van den" Duitschen staatssecretaris Helfferich een beloog aan gehaald, dat werd geleverd om le bewijzen in hoe slechte conditie de Entente-landen door den duikbootoorlog zijn gekomen wat hunne voedselvoorziening betreft. Een te genhanger daarvan heeft de Engelsche blok kademinister lord Robert Cecil geleverd, die in het lagerhuis den lof van de zeeblokkade tegen Duitschland aldus heeft verkondigd: „Ik heb nooit beweerd, dat de uitoefening van de zeeblokkade wonderen zou verricK- ten. Maar ik zou de vergadering en het lon<( bedriegen als ik verzweeg, dat ten gevolge van de zeeblokkade thans in Duitschland eer^ groot gebrek aan levensmiddelen en andere zaken hcerscht, zooals katoen, wol en smeerolie. Ik mag de veelvuldige berichten van hongeroproeren niet onopgemerkt loten, omdat daaruit blijkt hoe groot de ontevre denheid onder de Duitschers ovër den te- genwoordigen toestand is. Of de zceblok- kudc aan den oorlog een einde 20I maken; is eene andere vraag. Moor ik kon zeggen; dal, als het tot den laatsten slag komt, de gevolgen van de zeeblokkade duidelijk zul len meewerken." Aan beide zijden dus dezelfde verwachting, dot de afbreuk, dien uien berokkent aan den tegenstander, dezen in de stemming zal bren gen, die hem lot den vrede geneigd maakt. Ach, als men toch eeivs ophield met naar de tegenpartij te kijken en in dc eerste plaats aandacht ging schenken aan datgene wat toch het naast lig!: de uitwerking, die men zelf ondervindt. Het is reeds een maand geleden, dat de Amerikaansche Kamer vair koophandel te Berlijn een rapport heeft uit gebracht over de vraag, of dc voorraad le vensmiddelen, die in Duitschland aanwezig is, voldoende zal zijn lot aan den volgen den oogst. De slotsom van dat rapport is, dat de voorraad, die van den vorigen oogst nog over is, toereikend zal zijn totdat de volgende oogst binnen komt. Maar er wordt aan toegevoegd: „Dit heeft natuurlijk be trekking op de belangrijkste levensmidde len, zooals brood, suiker en vleesch, waar mee in bepaalde rantsoenen een gezonde volwassen mensch kan rondkomen, zooals de ondervinding heeft geleerd. Kinderen en ouden van dagen daarentegen, en 00V zwakke personen, lijden onder de schaarsclv te van melk, vet, eieren en groenten." Het zijn dus niet <io mensch en van ge zond gestel en in de kracht van het leven, die door den heerschenden nood worden getroffen. Die 'hebben tot dusver de ontbe ringen, die hun zijn opgelegd, verdragen en zullen nog meer kunnen verdrogen, bi zoo ver hebben de stemmen die hier en daar opgaan, dat de honger een ondeugdelijk strijdmiddel is, zeer zeker gelijk. Die stem men doen zich hoeren aan beide zijden'. Zoo schrijft de Weekly Dispatch, dat men beter doet op Duitschlands uitputting niet te rekenen. Nu Duitschland den strengen winter, is doorgekomen, zal liet waarschijn lijk 't kunnen volhouden tot aan den volgen den oogst, vooral omdat van do verovéMe Ruméensche korenvelden een groot c-rc aan voer is te verwachten. Daarmee klopt ge heel wat de Vorwarts schrijft, dat geen tijd stip is te bepalen, waarop Engeland door honger zich gedwongen zal zien het op te geven, hetgeen wordt toegelicht met deze woorden: „De toestand zal worden als bij ons. D Engleschen zullen den dag niet af wachten, waarop zij niet meer te eten zul len hebben, doch hunne voeding zal van maand tot maand slechter worden. En welk Wij verzetten ons tegen het lijden; maar Wie onzer zou niet geleden willen hebben. ROMAN VAN OLGA WOHLBRÜCK met autorisatie vertaald door Mevr. I. P. WESSELINK- VAN ROSSUM. 83 Wie deze Garcto ook mocht zijn, liij had zeker veel schoonheid en bevalligheid gezien; Zijn naam was zelfs genoemd voor de volgen- jfle Corrida voor den koning van Spanje. Misschien slagers. Maar dan toch de eerslcn jyan het beroep. Gerhard had zich bereid verklaard den iwensch zijner grootmoeder le volgen en naar !Arles le rijden om hem af te lialcn. „Gij zijt hier de meester. Dat is zoo gewoon te bij ons.'' Het leek Gerhard een dwaze vastenavond grap. En Lou moest met hem lachen, zoo jgrappig als hij haar de ontvangst schilderde zooals hij zich die voorstelde. Daarna zag zij hem wegrijden in de groote tamiliekoets niet de met bloemen getooide paarden. Zij wenkte hem uit het raam met tiaar zakdoek toe en daar zij nog lijd had, •chreef zij dea brief aan haai' vader ai. „...Wij verwachten een Spaanschen matador, ITet huis is onderste boven gehaald. Gerhard is in de beste stemming en het zal zeker een grappige herinnering voor het leven zijn." Toen ging zij zich aankleeden. Zij riep Madlon om haar te helpen. Maar in haar plaats kwam Mémcre. Madlon had opjiet oogenblik te veel te doen. Mémère had haar bruinrooden, broèatcn japon aangetrokken, het cocur echter met zware, zwarte kanten bedekt. Zij zou het pret tiger gevonden hebben als Lou niet beneden was gekomen. Maar nu was er* niets aan le doen. En het stemde haar eigenlijk gelukkig, dat Lou er zoo „buitengewoon lief" uitzag. Zij hoorde toch bij het huis. Niets kon mooi ge noeg zijn voor den gevierden gast. Wij hebben nog een telegram gekregen. Hij brengt behalve zijn fokker ook zijn secretaris mee. Lou lachte hartelijk. „Hij kan stellig niet schrijven?"'- Mémyrc werd ernstig boos. „E11 al kon hij niet schrijven, dan is hij nog, wat hij is.'/ Mevrouw Vidal had cenv japon aan van zware, zwarte zijde, <lc klqine Arlcr muts op het hoog opgemaakte haar, een boezelaar van brocaat en een halsdoek met een vierdubbelen rand echte Valencienner kant. De professor droeg een wit linnen broek en een donkergrijze lange jas, die hij ondanks dc warmte plechtig had toegeknoopl. Daarbij een gekleurde,' onweslagen boord en een zwarte, smalle das. In <le groote huiskamer was de tafel gedekt met een pracht, die Lou zelfs in de Raucli- slrasse nooit had gezien. Dc koude spijzen waren op zilvcrverguldc schotcis opgedaan. De borden van prachtig Sèvresporcelein, met zware vergulde randen. Het groote witte land- brood lag dun gesneden in een met snijwerk versierde broodbak, die aan beide uileinden het wapen van het huis Vidal vertoonde. I11 oud tinnen vaatwerk was ijs water gereed ge maakt, zoele gele landwijn en robijn roode Bordeaux fonkelde in schitterend geslepen en met zilver versierde karaffen. Tot verbooging van den feeslelijken indruk en omdat op dezen tijd de luiken gesloten waren, brandden dikke witte kaarsen, versierd met heilige beelden in de uitgesneden kande laars tegen dc muren. In plaats van bloemen, die zeldzaam waren in deze dorre cn verzen gende hitte, wisselden lange, groene selleric- stangen in slanke baccara], glazen af met ronde zilveren schalen, waarin roode en witte r'odijs- jes op bevallige wijze tot dichte ruikertjes wa ren samen gebonden. Brecde en wazig zachte kant lag over het zijdeachtige damast. „Zoo was de tafel op mijn huwelijksdag ge dekt,'* zei Suzanna Oberwall. Toen en' nu had het huis alles uitgestald, wat het aan rijkdom en" oude pracht bezat. Toen om de verbintenis van de dochter met den drager van een der eerste adellijke ge slachten van Duitschland, heden om het-be zoek van ccn der eerste stierenvechters te vieren. „En ik geloof, dat ze er vandaag nog prach tiger uitziet dan toen," voegde Suzanna cr nadenkend aan toe. Maar de grootste weelde spreidde het huis Vidal ten toon, toen twee knechts in eiken hoek van het vertrek een kleine ton met stuk ken ijs plaatsten om koelte in het vertrek aan te brengen. De dikke kaarsen waren tot ccn derde neer- gebrand, toen vroolijk zweepgeklap en gerin kel vanibcllen lid naderen van het rijtuig aan kondigden. Lou had zich in plotselinge verlegenheid teruggetrokken in de kamer van den profes sor. Zij keek door de luiken, zag hoe Mémère en grootje waardig, maar met stralende oogen naar buiten kwamen op de witte treden van de stoep. Een man bijna een hoofd gróóter dan de anderen, stond voor mevrouw Vidal, groette kort en links, en boog voor Mémère zijn reus achtig hoofd, dot op ccn door den zon ver branden stierennek rustte. Lou zag alleen dezen vrccselijken nek. het dikke bruinroodc gezicht, met dc opgetrokken roode lippen en dc als mei brecden penseel aangehechte wenkbrauwen boven de koor- zwarte, .fonkelende oogen. Zij liep terug van het raam. Opwinding en ontgoocheling hadden haar hel bloed naar dc wangen gedreven. Dat was nu de held, dien „haar familie" vierde; daar was dc afgod, aan wicu hel huis offerde. Het liefst zou zij zijn weggeloopcn. Maar nu kwam liet geheele gezelschap de eet zaal binnen en Gerhard riep overmoedig: „Waar is mijn vrouw nu Lou kom toch!'' Hij snelde op baar toe, trok haar bijna bij haar hand naar binnen. „Daar is hij, de groote Garelo! Senor, dit is mijn vrouw...'' Een slanke man, met regelmatige, sclierp gesneden trekken, heel elegant, in ccn niet in het oogvallend reiscostlium, een kleine parel iu de. zwarte das,teen Dccnsclic handschoen in de linkerhand, een slappen, zwarten hoed mot smallcn rand in de rechterhand, boog voor haar: „Ik ben verrukt over hel geluk aan u voor gesteld tc worden/' Hij sprak Fran§cli met een wal lispelend Spaansch accent. Daarna stelde hij voor: „Senor Bazadoz, dc heer Olivier, mijn Secretaris/' Mevrouw Vidal noodigde uil aan tafel plaats le nemen. Suzanna hing aan de oogen harcr moeder, voldeed aan al de leekens, die zij ga! met ongewone bedrijvigheid cn in 't oog val lende onderworpenheid, die Lou nooit bij haar waargenomen had. 't Leek wel,-of zij bang was door .zelfstandige handelingen iet* anti liet ceremonieel tc bederven, waarvan alleen haar moeder de oude traditie kende. Gareto zat tusschen moeder en dochter. Mémère bad Lou ccn plaats aan haar andere zijde gegeven, als om tc beletten, dat de oogen van den gevierden gast te vaak en te lang op de vróuw van haar zoon zouden rusten* Gerhard sprak met Garelo als met een ouder* bekende. Het kwam misschien daardoor, dal Garelo mevrouw Vidal als een oude cn vereerde bloedverwant behandelde. Nog in het rijtuig onder den rit van Aries had hij het huis deA ouders van *nc vrouw Vidal te Montpellier gvt scbilderd. l (Wordt vervolgd.J

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1917 | | pagina 1