"buitenrand."*
235 15"' Jaargang.
„D E E EM LAN DER".
Donderdag 5 April 1917.
FEUILLETON.
ZONNEWEELDE.
Amersfoort's Industrie.
Hoofdredactie:
MARIE VAN VERSENDAAu
Mr. D. J. VAN SCHAARDENBURO.
Uitgevers: VALKHOFF Co.
ABONNEMENTSPRIJS:
$er if maanden voor Amorsloortf 1.30.
Idem franco per post.. *>-
Per week (motgratis verzekeriog tegon ongelukken) O.lll'»
Afzonderlijke nummors
Wekelijkaoh bfjvoegse! nIk Holland sch* Huiivrouw'' (onder
redactie van Thérèao Hoven) per 3 mud. 30 els.
Wekelijksoh bijvoegsel WereJdrevUe per 3 mnd. 63 cl8»
Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT 46.
intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DE li ADVEUTENTIËN:
Van 1—5 roKotsf O.SO.
lïlke rogel moortt.lö*
■Dienstaanbiedingen 1—0 ro|ols.. O.rHT.
Groote letters naar plaateruimte.
Voor bandol on bear\jt bestaan zooY voordeeligo bepalingen
tot het herlmald advertooron in dit Blad, bij abonnement.
Eono circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op
aanvraag toogezonden.
II. De Phoenix Brouwerij.
Zouden er wel veel AmersFoorters zijn die
.weten waarom de brouwerij den naam draagt
van „Phoenix"?
Phoenix P.h.oenix of Foenix zegt de
volksmond in plaats van Feunix) is de naam
van den mythologischen vogel, die eens in
de 500 jaren van Indië naar Egypte kwam
om zich te verjongen; hij maakte 'n brand'-
stapel van welriekend bout, verbrandde zich
daarop en stond dan weer op uit z'n asch.
Men zoeke niet naar het verband tusschen
deze mythe en bier. De verklaring van den
naam ligt op historisch terrein.
Amersfoort telde in de middeleeuwen zeer
vele brouwerijen, het Amersfoortsche bier
was beroemd. Reeds in 1323 werd "het naar
wijd en zijd verzonden. Het geschilderde
raam, dat het Brouwersgild' an 1614 aan de
St. Joriskerk -op den Hof schonk, vermeldt
zelfs dat weleer „in 't Amersfoortsche dal"
350 brouwers leefden. In de 17e eeuw waren
er nog 40 over, in de 18e eeuw slechts 3.
En in de 19e eeuw scheen het geheele brou-
wersbedrijf hier ten onder te gaan. Toen is in
1872 de tegenwoordige -brouwerij uit de asch
opgestaan en de oprichters, de heeren v. d.
Wall Bake en Huet, doopten haar met den
toepasselijken naam „Phoenixbrouwerij".
Deze heeren waren de eerste directeuren, na
hen kwam de heer Coets de Bosson, in 1894
opgevolgd door de heeren Meursing, vader
en zoon; deze laatste <is thans nog directeur,
sinds eenige jaren ter zijde gestaan door z'n
neef dr. Korthals Altes. De eerste heeft de
commercieele leiding voor z'n rekening, ter
wijl laatstgenoemde meer met het technische
gedeelte belast is.
Amersfoort mag ook op deze onderneming
met haar grooten exporthandel en wereld-
reputatie trotsch zijn. Voor het oogenblik
heeft die exporthandel ontzaglijk geleden,
maar wie de energie der directie kont, zal
ons wel gelooven dat deze thans reeds druk
in de weer is om zoodra de verkeersmoeilijk
heden 'n einde nemen, hare vleugels wijd uit
te slaan. Succes schijnt daarbij niet twijfel
achtig, als men bedenkt dat in de oorlogvoe
rende landen het brouwersbedrijf vrijwel ge
heel stilligt, dg voorraden ras geheel uitgeput
zullen zijn.
Zoo in Bohemen bijv., centrum van deze
industrie. In het gunstigste geval zal daar
nog VA pet. van de gerstproductie voor de
bierbrouwerijen beschikbaar ziin; de volks
voeding eischt de gerst voor zich zelve. Nu
reeds hebben daar 150 van de 530 brouwe
rijen de productie gestaakt, de overige zullen
eveneens moeten stop zetten en verwacht
wordt dat in de zomermaanden het Boheem-
sche bier, waarvan de jaarproductie vóór den
oorlog 100.000.000 Liter bedroeg, geheel
uit den handel verdwenen zal zijn. In .Rus
land en Engeland staat deze productie reeds
stil.
De voorraden van dé Nederlandsche brou
werijen zulten dus na den oorlog hun weg
wel vinden. Althans zoo de tegenwoordige
moefelijkheden doorstaan worden en.. de
oorlog niet te lang duurt. Want langer dan
'n jaar kan het bier niet bewaard blijven.
Intusschen laten de zorgen van het oogen
blik niet veel tijd voor toekomstdroomen. Die
zorgen zijn vele.
Daar is allereerst de onzekerheid van den
aanvoer van grondsroffen. Hop is er genoeg-
Die komt uit Duitschland en Oostenrijk; zelfs
de prijs daarvan is niet hooger geworden,
want dit artikel is voor weinig anders bruik
baar. Ook Nederland produceert nog hop,
doch deze cultuur gaat niet vooruit, daar het
Nederlandsche gewas inferieur is en slechts
op kleine brouwerijen gebruikt wordt.
Moeielijker is het met de andere voor
naamste grondstof: mout. Mout is gekiemde
gerst en wordt uit Amerika aangevoerd.
Vandaar dus die tranen. De prijs is reeds
gestegen van 14 tot 100 per 100 KG.
en wat nog erger is, de aanvoer is -vrijwel
nihil. En de inlandsche gerst is natuurlijk
thans te noodig dan dat de brouwerijen ze
zouden mogen mouten.
De Phoenixbrouwerij is echter zoo geluk
kig nog geruimen voorraad te hebben, zoodat
het bedrijf wel den geheelen zomer zal kun
nen voortgezet worden. Er zijn echter reeds
brouwerijen in ons land, welke de productie
moeten staken.
Het bedrijf is- dus nog in vollen gang, het
70 man sterke personeel is slechts met enke
len verminderd' in verband met het gedeelte
lijk stilleggen van den exporthandel. Naar
Duitschland mag niet uitgevoerd worden,
omdat de grondstof mout onder N.O.T. ver
band ontvangen wordt (in andere tijden is
er evenmin export naar dit „bierland", maar
thans zou er wel tijdelijk groot afzetgebied
ziin); en de export over zee ondervindt weer
andere moeielijkheden. Naar onze koloniën
gaat niets meer, wel naar de Engelsche kolo
niën, via Londen, waar de Phoenixbrouwerij
'n filiaal heeft.
Groote moeielijkheden ondervindt het be
drijf ook door d.en kolennood. De werktijd
moest reeds met 2A uur dagelijks verkort
worden. Werden in normale tijden 3 wagons
steenkool per dag ontvangen, thans komen
er slechts 4 in de week.
'n Andere klap voor de bierindustrie is de
accijnsverhooging van bijna 1 per H.L. tot
niet minder dan AA. Dat heeft natuurlijk
z'n invloed op het bierverbruik niet gemist.
Ten bate waarschijnlijk van het jeneverver-
bruik, want de jeneveraccijns is niet ver
hoogd (is trouwens reeds zeer hoog). Juist
in de laatste jaren was de verhouding tus
schen het bier- en jenevergebruik gunstiger
geworden. Dat was 'n gelukkig verschijnsel
in den strijd tegen het alcoholisme; immers
bier heeft 'n zeer gering alcoholgehalte, 2 a
4 pet., vele alcoholvrije dranken bevatten
voor het conserveeren 'n hooger percentage
alcohol.
Over de inrichting van de brouwerij be
hoeven wij niet uit te weiden. Toen 'n paar
jaar geleden de inrichting geheel gemoder
niseerd werd en letterlijk 'n nieuw Phoenix-
proces onderging, gaven wij 'n beschrijving
daarvan in het Dagblad. Maar sindsdien heeft
de directie niet stilgezeten, 'n Modelbedrijf
moet om modelbedrijf te blijven, voortdurend
nieuwe verbeteringen aanbrengen. Voorbij
gangers zullen trouwens rèeds opgemerkt
hebben dat er weer 'n vrij groote verbouwing
plaats vindt. Deze geschiedt ter wille van de
ijsïabricagede nieuwbouw moet dienen
vooi 'n ijsgenerator en zoetwaterkoeler en
ijscompressor van 200.000 calorieën. Reeds
binnenkort hoopt de directie de nieuwe in
stallatie te ontvangen en dan zal de ijspro-
ductie 10.000 K.g. per dag kunnen be
dragen. De vraag naar ijs door hospitalen,
ziekenhuizen, slagers e. a. tot ver uit den
omtrek wordt steeds greoter.
De brouwerij zelve is nu van de meest
moderne machinerieën voorzien. In de ma
chinekamer ontwikkelt de groote stoom
machine van 150 paardekracht de kracht,
welke door 2 groote dynamo's elk van 260
ampère wordt omgezet in electriciteit voor
de electromotoren, waardoor alle andere
machines gedreven worden, en de water
pomp met een capaciteit van 45000 -L. per
uur opgezogen uit 10, tot 104 M. diepe,
artesische bronnen. De directeur Korthals
Altcs, heeft hier gelegenheid gehad allerlei
eigen vindingen in toepassing te brengen.
Het ontging ons niet, dat deze machine
kamer, het brouwhuis en het up to date in
gerichte laboratorium tereoht de trots
van de directie vormen.
Wij vreezen dat de meeste onzer lezers
wel even weinig van het bereiden van bier
weten als wij, vóórdat wij ons bezoek aan
de brouwerij gebracht hadden. In het kort
willen wij dus het proces volgen.
Heel ingewikkeld is het recept niet. De
grondstoffen zijn weinig in getal mout (of
in 'n vroeger stadiumgerst), hop, gist en
water.
Er bestaan twee methodes van brouwen
de ouderwts.che boven gistingsmethode,
waarbij het product zó* gebrouwen zóó ge
dronken wordt, en de onder gi stings methode,
bij welke het bi ei* eerst na 5 maanden „la-
geren" voor de consumptie geschikt is
Reeds spoedig na 1872 is de Phoenix tot de
laatste, Beiersche methode overgegaan.
Bij deze methode heeft men mout noodig
dat gemaakt wordt van de beste sóórten
Chevaliergerst, bij de andere voldoet de
zoog. wintergerst.
De gerst wordt na iru de trieur gereinigd
te zijn van vuil en stof, in groote ijzeren
bakken gevuld met zuiver water gedaan om
zooveel vodht op te .nemen dat de korrels
geheel verzadigd zijn. Dan wordt de gerst
uitgespreid op d-e moutvloer, waar de korrels
beginnen te kiemen. Zijn de kiemen genoeg
gegroeid, dan gaat de gekiemde gerst om
voor te drogen naar de groenmoutzolder,
daarna op de eest waar zij onder betrekke
lijk hooge temperatuur vlug gedroogd wordt
door middel van heete lucht. Na in de poets
en polijstmachine van de kiemen te zijn ont
daan, moet het mout eenige weken lageren
op den moutzokler. De kiemen worden als
veevoeder verkocht. Het mout wordt ver
volgens door een automatisch weegtoestel
gewogen en in den zes-walzenmolen geplet
en fijngemalen, het meel en de doppen val
len le zomen in een ijzeren schrootkast, om
vandaar in het brouwhuis te belanden.
De groote bierketel in het brouwhuis heeft
'n inhoud van 20.000 Liter. Hier wordt het
vocht gekookt en de hop toegevoegddaar
na komt het bier in de zoog. hopmontejus,
waai het door 'n electromotor steeds rond-
geroerd wordtde hopblaadjes blijven voor
een koperen zeef achter en het bier wordt
opgepompt in dc koelkuip boven in het ge
bouw vandaar loopt het bier door 'n leiding
naai de twee groote koperen koelapparaten.
Het bier sijpelt in fijne slraalljes langs do
gegolfde apparaten, waarbinnen ijs water
doorstroomt. Dit vertrek met groene ruiten
en muuregels blijft tijdens het koelen, her
metisch gesloten. Van hier vloeit liet bier
naai' den gis ik elder in de gistkuipen en gist-
tanks. waarvan enkelen een inhoud hebben
van èo.OOO L. Is hei bier uitgegist, dan
vloeit het naar de lagerkelders in de lagcr-
vaten van 2500 tot 12500 Liter inhoud.
Na geruimen lijd gelagerd te hebben,
wordt het door gesteriliseerde perslucht naar
den afvulkelder gevoerd en door de isoboro-
metrische afvulvaten automatisch in de zorg
vuldig gereinigde trans porti'aten. gespoten.
Dit is voor binnenlandsch gebruik. Voor
der» export deugen vaten niet, daar het bier
daarin slechts enkele maanden goed l/lijft.
In de exportbottelarij wordt het bier in fles-
schen gebotteld, welke met kurken afge
sloten worden. En dan kan het kostelijk nat
de reis naar alle werelddeelen aanvaarden
om in Oost en West de roem van de Amers
foortsche Phoenixbrouwerij te verbreiden.
Politiek Overzicht.
Het hongerelement in den
v/ere!dstr:jd.
Duitschland gelooft in de kracht van het
duikbootvvapen met onwrikbaar vertrouwen.
Van het meedogenlooze, niets en niemand
ontziende gebruik, dat sints twee maanden
van dit wapen wordt gemaakt, verwacht het
de afsnijding van eiken toevoer naar de
Ententelanden en dientengevolge het ont
staan van een hongei snood in die landen,
die hun weerstandsvermogen' zal breken en
hen tot den vrede geneigd zal maken.
Wanneer men echter naar Engeland ziet,
dan vindt men daar een vertrouwen in de
uitwerking van de hongerblokkade tegen
Duitschland, dat daarbij weinig of niet ach
terstaat. Wij hebben van den" Duitschen
staatssecretaris Helfferich een beloog aan
gehaald, dat werd geleverd om le bewijzen
in hoe slechte conditie de Entente-landen
door den duikbootoorlog zijn gekomen wat
hunne voedselvoorziening betreft. Een te
genhanger daarvan heeft de Engelsche blok
kademinister lord Robert Cecil geleverd, die
in het lagerhuis den lof van de zeeblokkade
tegen Duitschland aldus heeft verkondigd:
„Ik heb nooit beweerd, dat de uitoefening
van de zeeblokkade wonderen zou verricK-
ten. Maar ik zou de vergadering en het lon<(
bedriegen als ik verzweeg, dat ten gevolge
van de zeeblokkade thans in Duitschland eer^
groot gebrek aan levensmiddelen en andere
zaken hcerscht, zooals katoen, wol en
smeerolie. Ik mag de veelvuldige berichten
van hongeroproeren niet onopgemerkt loten,
omdat daaruit blijkt hoe groot de ontevre
denheid onder de Duitschers ovër den te-
genwoordigen toestand is. Of de zceblok-
kudc aan den oorlog een einde 20I maken;
is eene andere vraag. Moor ik kon zeggen;
dal, als het tot den laatsten slag komt, de
gevolgen van de zeeblokkade duidelijk zul
len meewerken."
Aan beide zijden dus dezelfde verwachting,
dot de afbreuk, dien uien berokkent aan den
tegenstander, dezen in de stemming zal bren
gen, die hem lot den vrede geneigd maakt.
Ach, als men toch eeivs ophield met naar
de tegenpartij te kijken en in dc eerste
plaats aandacht ging schenken aan datgene
wat toch het naast lig!: de uitwerking, die
men zelf ondervindt. Het is reeds een maand
geleden, dat de Amerikaansche Kamer vair
koophandel te Berlijn een rapport heeft uit
gebracht over de vraag, of dc voorraad le
vensmiddelen, die in Duitschland aanwezig
is, voldoende zal zijn lot aan den volgen
den oogst. De slotsom van dat rapport is,
dat de voorraad, die van den vorigen oogst
nog over is, toereikend zal zijn totdat de
volgende oogst binnen komt. Maar er wordt
aan toegevoegd: „Dit heeft natuurlijk be
trekking op de belangrijkste levensmidde
len, zooals brood, suiker en vleesch, waar
mee in bepaalde rantsoenen een gezonde
volwassen mensch kan rondkomen, zooals
de ondervinding heeft geleerd. Kinderen en
ouden van dagen daarentegen, en 00V
zwakke personen, lijden onder de schaarsclv
te van melk, vet, eieren en groenten."
Het zijn dus niet <io mensch en van ge
zond gestel en in de kracht van het leven,
die door den heerschenden nood worden
getroffen. Die 'hebben tot dusver de ontbe
ringen, die hun zijn opgelegd, verdragen en
zullen nog meer kunnen verdrogen, bi zoo
ver hebben de stemmen die hier en daar
opgaan, dat de honger een ondeugdelijk
strijdmiddel is, zeer zeker gelijk. Die stem
men doen zich hoeren aan beide zijden'.
Zoo schrijft de Weekly Dispatch, dat men
beter doet op Duitschlands uitputting niet
te rekenen. Nu Duitschland den strengen
winter, is doorgekomen, zal liet waarschijn
lijk 't kunnen volhouden tot aan den volgen
den oogst, vooral omdat van do verovéMe
Ruméensche korenvelden een groot c-rc aan
voer is te verwachten. Daarmee klopt ge
heel wat de Vorwarts schrijft, dat geen tijd
stip is te bepalen, waarop Engeland door
honger zich gedwongen zal zien het op te
geven, hetgeen wordt toegelicht met deze
woorden: „De toestand zal worden als bij
ons. D Engleschen zullen den dag niet af
wachten, waarop zij niet meer te eten zul
len hebben, doch hunne voeding zal van
maand tot maand slechter worden. En welk
Wij verzetten ons tegen het lijden; maar
Wie onzer zou niet geleden willen hebben.
ROMAN VAN
OLGA WOHLBRÜCK
met autorisatie vertaald
door
Mevr. I. P. WESSELINK- VAN ROSSUM.
83
Wie deze Garcto ook mocht zijn, liij had
zeker veel schoonheid en bevalligheid gezien;
Zijn naam was zelfs genoemd voor de volgen-
jfle Corrida voor den koning van Spanje.
Misschien slagers. Maar dan toch de eerslcn
jyan het beroep.
Gerhard had zich bereid verklaard den
iwensch zijner grootmoeder le volgen en naar
!Arles le rijden om hem af te lialcn.
„Gij zijt hier de meester. Dat is zoo gewoon
te bij ons.''
Het leek Gerhard een dwaze vastenavond
grap. En Lou moest met hem lachen, zoo
jgrappig als hij haar de ontvangst schilderde
zooals hij zich die voorstelde.
Daarna zag zij hem wegrijden in de groote
tamiliekoets niet de met bloemen getooide
paarden. Zij wenkte hem uit het raam met
tiaar zakdoek toe en daar zij nog lijd had,
•chreef zij dea brief aan haai' vader ai.
„...Wij verwachten een Spaanschen matador,
ITet huis is onderste boven gehaald. Gerhard
is in de beste stemming en het zal zeker een
grappige herinnering voor het leven zijn."
Toen ging zij zich aankleeden. Zij riep
Madlon om haar te helpen. Maar in haar
plaats kwam Mémcre.
Madlon had opjiet oogenblik te veel te doen.
Mémère had haar bruinrooden, broèatcn
japon aangetrokken, het cocur echter met
zware, zwarte kanten bedekt. Zij zou het pret
tiger gevonden hebben als Lou niet beneden
was gekomen. Maar nu was er* niets aan le
doen. En het stemde haar eigenlijk gelukkig,
dat Lou er zoo „buitengewoon lief" uitzag. Zij
hoorde toch bij het huis. Niets kon mooi ge
noeg zijn voor den gevierden gast.
Wij hebben nog een telegram gekregen. Hij
brengt behalve zijn fokker ook zijn secretaris
mee.
Lou lachte hartelijk.
„Hij kan stellig niet schrijven?"'-
Mémyrc werd ernstig boos.
„E11 al kon hij niet schrijven, dan is hij nog,
wat hij is.'/
Mevrouw Vidal had cenv japon aan van
zware, zwarte zijde, <lc klqine Arlcr muts op
het hoog opgemaakte haar, een boezelaar van
brocaat en een halsdoek met een vierdubbelen
rand echte Valencienner kant.
De professor droeg een wit linnen broek en
een donkergrijze lange jas, die hij ondanks dc
warmte plechtig had toegeknoopl. Daarbij een
gekleurde,' onweslagen boord en een zwarte,
smalle das.
In <le groote huiskamer was de tafel gedekt
met een pracht, die Lou zelfs in de Raucli-
slrasse nooit had gezien. Dc koude spijzen
waren op zilvcrverguldc schotcis opgedaan.
De borden van prachtig Sèvresporcelein, met
zware vergulde randen. Het groote witte land-
brood lag dun gesneden in een met snijwerk
versierde broodbak, die aan beide uileinden
het wapen van het huis Vidal vertoonde. I11
oud tinnen vaatwerk was ijs water gereed ge
maakt, zoele gele landwijn en robijn roode
Bordeaux fonkelde in schitterend geslepen en
met zilver versierde karaffen.
Tot verbooging van den feeslelijken indruk
en omdat op dezen tijd de luiken gesloten
waren, brandden dikke witte kaarsen, versierd
met heilige beelden in de uitgesneden kande
laars tegen dc muren. In plaats van bloemen,
die zeldzaam waren in deze dorre cn verzen
gende hitte, wisselden lange, groene selleric-
stangen in slanke baccara], glazen af met ronde
zilveren schalen, waarin roode en witte r'odijs-
jes op bevallige wijze tot dichte ruikertjes wa
ren samen gebonden.
Brecde en wazig zachte kant lag over het
zijdeachtige damast.
„Zoo was de tafel op mijn huwelijksdag ge
dekt,'* zei Suzanna Oberwall.
Toen en' nu had het huis alles uitgestald,
wat het aan rijkdom en" oude pracht bezat.
Toen om de verbintenis van de dochter met
den drager van een der eerste adellijke ge
slachten van Duitschland, heden om het-be
zoek van ccn der eerste stierenvechters te
vieren.
„En ik geloof, dat ze er vandaag nog prach
tiger uitziet dan toen," voegde Suzanna cr
nadenkend aan toe.
Maar de grootste weelde spreidde het huis
Vidal ten toon, toen twee knechts in eiken
hoek van het vertrek een kleine ton met stuk
ken ijs plaatsten om koelte in het vertrek aan
te brengen.
De dikke kaarsen waren tot ccn derde neer-
gebrand, toen vroolijk zweepgeklap en gerin
kel vanibcllen lid naderen van het rijtuig aan
kondigden.
Lou had zich in plotselinge verlegenheid
teruggetrokken in de kamer van den profes
sor. Zij keek door de luiken, zag hoe Mémère
en grootje waardig, maar met stralende oogen
naar buiten kwamen op de witte treden van
de stoep.
Een man bijna een hoofd gróóter dan de
anderen, stond voor mevrouw Vidal, groette
kort en links, en boog voor Mémère zijn reus
achtig hoofd, dot op ccn door den zon ver
branden stierennek rustte.
Lou zag alleen dezen vrccselijken nek. het
dikke bruinroodc gezicht, met dc opgetrokken
roode lippen en dc als mei brecden penseel
aangehechte wenkbrauwen boven de koor-
zwarte, .fonkelende oogen.
Zij liep terug van het raam. Opwinding en
ontgoocheling hadden haar hel bloed naar dc
wangen gedreven.
Dat was nu de held, dien „haar familie"
vierde; daar was dc afgod, aan wicu hel huis
offerde. Het liefst zou zij zijn weggeloopcn.
Maar nu kwam liet geheele gezelschap de eet
zaal binnen en Gerhard riep overmoedig:
„Waar is mijn vrouw nu Lou kom
toch!''
Hij snelde op baar toe, trok haar bijna bij
haar hand naar binnen.
„Daar is hij, de groote Garelo! Senor, dit is
mijn vrouw...''
Een slanke man, met regelmatige, sclierp
gesneden trekken, heel elegant, in ccn niet in
het oogvallend reiscostlium, een kleine parel
iu de. zwarte das,teen Dccnsclic handschoen
in de linkerhand, een slappen, zwarten hoed
mot smallcn rand in de rechterhand, boog
voor haar:
„Ik ben verrukt over hel geluk aan u voor
gesteld tc worden/'
Hij sprak Fran§cli met een wal lispelend
Spaansch accent. Daarna stelde hij voor:
„Senor Bazadoz, dc heer Olivier, mijn
Secretaris/'
Mevrouw Vidal noodigde uil aan tafel plaats
le nemen. Suzanna hing aan de oogen harcr
moeder, voldeed aan al de leekens, die zij ga!
met ongewone bedrijvigheid cn in 't oog val
lende onderworpenheid, die Lou nooit bij
haar waargenomen had. 't Leek wel,-of zij
bang was door .zelfstandige handelingen iet*
anti liet ceremonieel tc bederven, waarvan
alleen haar moeder de oude traditie kende.
Gareto zat tusschen moeder en dochter.
Mémère bad Lou ccn plaats aan haar andere
zijde gegeven, als om tc beletten, dat de oogen
van den gevierden gast te vaak en te lang
op de vróuw van haar zoon zouden rusten*
Gerhard sprak met Garelo als met een ouder*
bekende.
Het kwam misschien daardoor, dal Garelo
mevrouw Vidal als een oude cn vereerde
bloedverwant behandelde. Nog in het rijtuig
onder den rit van Aries had hij het huis deA
ouders van *nc vrouw Vidal te Montpellier gvt
scbilderd.
l
(Wordt vervolgd.J