!h
ZÓNNEWEELDE.
N° 239
„DE E EM LAN D E R".
Donderdag 12 April 1917
"BUITEN LANDT
FEUILLETON.
Hoofdredactie:
MARIE VAN VERSENDAAu
Mr. D. J. VAN SCHAARDENBURO.
IS'1' Jaargang.
Uilgevers: VALKHOFF Co.
ABONNEMENTSPRIJS;
maanden vooi Amersloort f 1*30»
Idem tranco por post1*80#
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) O. I
ILfaonderlijke nummers r. <M>5.
Wokelijkach bijvoegsel nD* Hollandses Huisvrouw (onder
redactie van Thérèae Hoven) per 3 mnd. 50 «Cs.
"Wekeliiksch bijvoegsel Wsreldmuti' per 3 mnd. cl«.
Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT 46.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERT EN TIEN
Van 1—5 regels.» f O.80.
Elke ro^l meer.. 0.13.
Dienstaanbiedingen 1—5 regels.» 0.50.
Qrooto lottoi's naar plaatsruimte.
Voor handel on bodrijl bostaan zoor voordoelige bepalingen
tot hot herhaald advertoeron in dit Blad, bij abonuomont.
Eene ciroulaire, bevattende do voorwaard on, wordt op
aanvraag toegezonden.
'g Kieuw Staatsbedrijf.
Jn 'n late, slecht bezóchte vergadering van
de Tweede Kamer heeft Minister Treub on
langs de verrassende mededeeling gedaan,
dat hij rondliep met plannen om voor te stel
len het verzekeringswezen tot 'n staatsbedrijf
te maken.
Veel liet hij niet los, maar tooh genoeg
om voor- en tegenstanders uit hun tenteivte
Sokken, hen 'het pro en contra tegen elkaar
te doen opwegen en het vraagstuk onder de
publieke aandacht te brengen.
Minister Treub's plan heeft terstond veel
aanlokkelijks, schijnt trouwens geheel te lig
gen in de lijn van de economische ontwik
keling. Maar nauwelijks was het woord ge
sproken of uit de praktijk verhieven zich
stemmen om te waarschuwen tegen 'n der
gelijke onderneming.
Voor zoover de crjtiek zich er toe bepaal
de het plan voor staatssocialisme uit te krij
ten, mag.men dezelve veilig op zij schui
ven. Het woord staatssocialisme heeft z'n
efschrikwekkende kracht verloren, nu In de
praktijk het staatssocialisme reeds lang z'n
intrede heeft gedaan. Wie dat nog niet be
merkt had, trekke daaruit de leering dat het
woord erger was dan de daad.
Voor het overige, zijn de stemmen uit het
verzekeringswezen zelve stellig het aanhoo-
ren waard. Althans voor zoover zij niet lou
ter tolk zijn van het eigenbelang, doch in
derdaad wijzen op de schaduwzijden welke
•ook dit vraagstuk natuurlijk niet missen zal.
Mogen wij de mannen van de praktijk ge-
ïooven dan zijn de gevaren bij monopolisee
ring van het verzekeringswezen vele en zul
len de baten in onafzienbaren tijd uitblijven.
v,Bij elke staatsexploitatie immers ontbreekt
de prikkel, welke juist bij arbeid vo^r eigen
aaak de meeste vruchten te tooveren weet.
Min.^Treub heeft thans den heer Simons
'n interview voor de Telegraaf toegestaan
en daarbij z'n plannen nader ontvouwd en
gerechtvaardigd. Wij gaven dit interview
weer in ons blad van Woensdag, rubriek
Binnenland. En zelfs zij die van den gehee
len opzet niets weten willen, zullen toch toe
geven dat het min. Treub niet ontbreekt aan
koenen durf tot grootsohe daden. Wij heb
ben in dezen eminenten staatsman 'n regeer
der die niet schroomt zich te stellen op het
standpunt van -het „aux grandx maux les
grands remèdes".
Het spreekt wel van zelf dat „de Verzeke
ringsbode", officieel orgaan van de Vereen,
voor Levensverzekering, hare jongste- afle
vering voor 'n groot gedeelte wijdt aan deze
quoestie. Toch bepaalt de redactioneele
critiek zich nog slechts tot enkele.
Korte opmerkingen over Treub's plannen.
Als de Staat de volle waarde van het he-
drijf vergoedt, om nog niet te spreken van
de schadeloosstelling aan agenten, make
laars, directeuren en beambten, is het duide
lijk dat er geen winst te maken is zonder
verhoaging der premiën (hetgeen neerkomt
op 'n belasting dier. premiën, welke ook zon
der naasting van het bedrijf mogelijk zou
zijn). En als het waar is dat de min. de maat
schappijen voor de keuze wilde stellen
overdoen aan den Staat of liquidatie, dan
zou dit hiermee te vergelijken zijn dat men
'n winkelier dwongf z'n bedrijf te staken en
hem als schadevergoeding voor de keus
stelde öf den voorraad zelf te verkoopen öf
dien aan den Staat over te doen.
Zoo deed Italië, maar daar werkten vooral
buitenlandsdve maatschappijen.
Politiek Overzicht
De steun van Amerika
in den wereldstrijd.
Met de verklaring, dat tusschen het Duit-
sche rijk en de Vereenigde Staten van
Noord-Arherika de oorlogstoestand bestaat,
is het aantal oorlogsverklaringen tot 34 aan=
gegroeid. Sedert hebben Cuba en Panama,
die beiden van de groote republiek afhan
kelijk zijn, haar voorbeeld gevolgd. Wat de
andere staten van Midden- en Zuid-Amerika
zullen doen, is voor de meesten *op
dit oogenblik nog onzeker, maar laat
zich toch wel vermoeden. Het Duitsche
duikbootschot, dat het Braziliaansche stoom
schip Parana in den grond heeft geboord,
heeft de regeering van Brazilië bewogen tot
het afbreken van de betrekkingen met
Duitschlond. Het schijnt, dat dit ééne duik
bootschot geheel Latünsch Amerika in gis
ting heeft gebracht. Men voelt behoefte er
uiting aan te geven, dat men met een oor
logvoerende, die het duikbootwap^n op dus
danige wijze gebruikt als Duitsehland dit
doet sedert 7 Februari van dit jaar, niet te
maken wil hebben. Het is mogelijk, en zelfs
waarschijnlijk, dat men het niet tot eene oor
logsverklaring zal laten komen; maar ook
zonder dat ligt er in het besluit om de be
trekkingen met Duitsehland te verbreken,
eene moreele veroordeeling, waarvan het ge
wicht niet is te onderschatten.
Voorshands zijn het van de staten der
r.ieuwe wereld alleen de Vereenigde Staten
van Noord-Amerika, die besloten hebben in
den oorlog te gaan en van wie de Entente-
mogendheden daadwerkelijke hulp kunnen
verwachten. Er doen zich in Duitsehland
stemmen hooren, die zich over den aard van
de hulp, die de Vereenigde Staten in staat
zijn te verleenen, geringschattend uitlaten.
Zoo zegt een schrijver in de Vossische Ztg.,
dat zuiver militair het doorslaande moment
in den oorlog tusschen Duitsehland en Ame
rika de geografische ligging van de beide
landen is. „Ons beschermt de oceaan, en
dezelfde oceaan verhindert Amerika een
meer actief deel aan den oorlog te nemen."
De Köln. Ztg. merkt sohamper op: „Militair
zijn de Vereenigde Staten een dwerg; hunrie
vloot is ter nauwernood strijdvaardig en bij
den" tegenwoordigen oorlogstoestand niet
van beslissende beteekenis; hun leger heeft
zich niet eens in staat getoond, aan de in
vallen van Mexicaansche benden een einde
te maken."
Daartegenover merkt de militaire Wede-
werker van de Frankf. Ztg. op, dat men be
ter doet een tegenstander niet te bespotten
of ook maar tè laag te schatten, voordat
men de kling met hem gekruist heeft. Ame
rika, dat nu zich aangordt zijne militaire
krachten in de schaal van de wereldoorlogs
balans te werpen, heeft tot voor k.yien t«jd
zelfs niet gedacht aar, de mogeiijkhe:d, dat
dit zou kunnen gebeuren. Eerst in den loop
van den wereldstrijd is daar de wensch ont
staan en met nadruk bepleit naar eene
sterke oorlogsvloot, die niet alleen vooi de
fensieve doeleinden zou kunnen dienen,
maar ook gedacht was als een werktuig om
offensieve stappen van de Vereenigde Sta
ten mogelijk te maken. Het programma van
vlootuitbreiding, dat tijdens den wereld
strijd is ontstaan, omvat voor den tijd van
19171921 een aanbouw van 10 linie
schepen, 6 slagkruisers, 10 kruisers voor
den verkenningsdienst, 50 torpedobooten en
-jagers, 15 volzee-duikbooten, 85 kust-duik-
bocten. Gebouwd is van de in dit program
ma opgenomen groote schepen nog geen
enkel.
Linieschepen telt de Amerikaansche vloot
thans in 't geheel 32, waarvan drie nog in
aanbouw zijn. Verder behooren tot de vloot
13 pantserkruisers, die echter nog geene
eigenlijke slagkruisers zijn, en 13 bescherm
de kruisers. diet aantal torpedobooten
en -jagers wordt opgegeven als 65 70,
dat van de voor oorlogsgebruik beschikbare
duikbooten als 44. Er moeten echter nog 17
duikbooten op stapel staan, welker aanbouw
ver gevorderd is en cue betrekkelijk spoedig
gereed zullen komen.
Zwak is de Amerikaansche marine voo 1
in snelvarende kruisers en eigenlijke slsg-v
kruisers bezit zij nog in 't geheel niet. Toch
zouden de Amerikaansche kruisers, die be
schikbaar zijn, ree£*s eene aanmerkelijke
versterking brengen aan de Britsche vloot,
wanneer de Ameri'anen hunne strijdkrach
ten met die van Engeland vereenigen. Of
de zeeoorlog door de deelneming van Ame
rika aan den strijd in eene nieuwe phase zal
treden, waarin aan de slagvloot eene werk
zamer rol is toebedeeld dan zij tot dusver
vervulde, is eene vraag, waarop de toekomst
hér antwoord zal brengen. Het gebruik, dat
de Duitschers van het duikbootwapen ma
ken, heeft Amerika bewogen in den oorlog
te treden. Het ligt dus voor'de. hand, dat
Amerika er inzonderheid op bedacht zal zijn,
maatregelen te nemen tegen het gevaar,
waarmee de Duitsche U-booten hunne koop
vaarders bedreigen.
De oorlog.
Washington, 11 April. (R.) De fi-
nancieele commissie van het huis van ver
tegenwoordigers heeft eenstemmig gunstig
gerapporteerd over het wetsontwerp tot uit
gifte van vijf milliard dollars obligatiën en
twee milliard schatkistbiljetten voor oorlogs
doeleinden.
Berlijn, 11 April. (W. B.) De Nordd.
Allg. Zeitung schrijft: De gezant van Cuba
heeft aan den staatssecretaris van buiten-
landsche zaken eene nota overhandigd,
waarin hij overeenkomstig de hem gegeven
opdracht mededeelt, dat zijne regeering de
diplomatieke betrekkingen met het Duitsche
rijk afbreekt en zich beschouwt els zijnde
niet het rijk in oorlogstoestand.
Buenos Aires, 11 April. (R.) In
een gisteravond uitgevaardigde officieele
verklaring wordt o.a. gezegd: De Argentyn-
sche regëering steunt de positie dei- Veree
nigde Staten met betrekking tot Duitseh
land.
Londen, II April. (R.) Volgens tele
grafisch bericht uit Buenos Aires, heeft de
Argentijnsche regewing, terwijl zij momen
teel van plan is de neutraliteit te handha
ven, totdat de rechten van Argentinië zelf
worden aangerand, een verklaring afgelegd,
waarin zij de solidariteit uitdrukt met de
politiek der Vereenigde Staten. In de ver
klaring wordt gezegd, dat met het oog op
de oorzaken die de Vereenigde Staten noop
ten Duitsehland den oorlog te verklaren, de
Argentijnsche regeering de rechtvaardigheid
van dezen stap erkent, op grond, dat de be
ginselen der neutraliteit, die door het 'vol
kenrecht zijn geheiligd en als de zegenin
gen der beschaving werden beschouwd,
door Duitsehland zijn geschonden.
Wash in g ton, 11 April. (R.) Het
bericht, dat president Cabrera in Guatemala
den staat van beleg heeft afgekondigd,
geeft voedsel aan het geloof dot door de
autoriteiten in de Vereendigde Statea ge
koesterd wordt, dat Guatemala spoedig me
de zal doen aan den oorlog tegen Duitseh
land.
B e r 1 ij n, 11 April. (W. B.) Behalve de
reeds in April bekend gemaakte U-bootsuc
cessen zijn wederom in het Kanaal, den At-
lantischen oceaan en de Noordzee ïn den
grond geboord 16 stoomsohepen, 7 zeilsche
pen en 2 visschersvaartuigen met een totale
tonnage van 53.000 Ion.
In deze opgave zijn begrepen het Neder-
landsche tankstoomschip Hestia, drie Noor-
weegsche stoomschepen, een Noorwèegsch
zeilschip, een Zweedsch en een Grieksch
stoomschip, verder o.a. een lazaretsohip, dat
in den grond geboord werd midden in het
Engelsche kanaal tusschen Havre en Ports
mouth.
P a r ij s, 1 1 A p f y. (Havas). De geredden
van de Parana zijn in ^Cherbourg aangeko
men aan boord van een Fransche torpedo
boot, die hem hulp verleende na de torpe
deering.
Berlijn, II April. (W. B.) Voormid-
dagbericht uit het groote hoofdkwartier.
Front prins Rupprecht. Plaatselijk begrens
de strijdhandelingen ten noorden van de
Scarpe, bij Givenchy-en-Gohelle, Tarbus en
Tampaux brachten geene verandering in den
toestand.
Aan beide zijden "van den straatweg
Atrecht—Kamerijk zetten gisternamiddag de
Engelschen, na eea hevig vuur, sterke krach
ten in een breed front in tot nieuwe aan
vallen, die met verlies werden afgewezen.
Sedert heden morgen ontbrandden daar en
tusschen Bullecourt en Quant verdere ge
vechten. Tusschen den straatweg Bapaume—
Kamerijk cn de Oise speelden zich slechts
kleine gevechten af voor onze tlniën.
Saint-Qucntin werd, evenals de vorige
dagen, met granaten en shrapneils bescho
ten, La Fère eveneens.
Front Duitsche kroonprins. Van Vailly lot
Reims neemt de artillerieslag dagelijks in
hevigheid toe. Een Fransche overval tegen
onze loopgraven ten zuidoosten van Berry-
au-Bac werd door een snellen tegenstoot
verijdeld.
Aan het front van prins Albrecht is niets
van belang gebeurd.
B e r 1 ij n, 11 April. (\V. B.)*Avondbc-
richt uit het groote hoofdkwartier.
Bij Tampoux, ten noorden van de Scarpe,
zijn Engelsche infantAieaanvolIen, bij Raux
verscheidene cavalleric-aanvailen mei ver
lies mislukt. Bij Monchy en Wancourt wa
ren in den loop van den dag gevechten, die
voor ons gunstig verloopen zijn.
Ten oosten van Bullescourt en le Hargi-
courl, ten noordwesten van Saint-Quentin,
werden 1000 Engelschcn met 25 machine
geweren gevangen genomen.
Van Solssons tol Reims zeer §terke artil-
leriestrijd.
P a r ij s, 11 April. (Havas.) Namiddag-
communiqué.
De artillerie-werkzaamheid houdt aan in
de streek van Sonime en Oise. Er waren
pntrouillegevechten op verschillende pun
ten; wij maakten daarbij gevangenen. Ten
zuiden van de Oise mislukte een aanval op
kleine Fransche posten ten oosten van
Councy onder ons vuur. ïn de buurt van
Maisons de Champagne was de granaat-
strijd levendig gedurende den nacht. In 'het
Bois le PrètTe was de artilleriéstrijd tame
lijk hevig. Ten noorden van Avrecouri
brachten onze patrouilles gevangenen thuis.
In de streek van Ban de Sopt brachten "wij
den Duitschers verliezen toe bij een inval
in hunne liniën ten noorden van La Fonte-
nelle.
Londen, II April. (Ri) Avondbericht
van maarschalk Haig.
De zware sneeuw, die heden gedurende
den geheelen dag aanhoudend viel, maakte
het doen van waarnemingen onmogelijk en
belemmerde de operatiën van onze troepen
zeer. Heden morgen werden twee Duitschi
tegenaanvallen op onze nieuwe stellingen in
de buurt van Monchy-le-Preux met succefi
afgeslagen.
De in Monchy genomen gevangenen ven»
klaren, dat zij bevel hadden het dorp tol~
ellcen prijs vast te houden. Verder naar he4
zuiden slaagden afdeelingen van onze troe»
pen et in te dringen in de Duitsche steHüv
gen in de buurt van Bullecourt en maakte®
een aantal gevangenen. Omstreeks den rrvldx
dag werden zij tegenaangevallen door groo
te vijandelijke strijdkrachten en werden naarf
•hunne eigen liniën teruggedreven- De aan*
valstroepen van den vijand werden krachfr
Een ware vriend wijst ons op onze fou
ten, 'n valsche vriend wijst anderen er op.
ROMAN VAN
OLGA WOHLBRÜCK
met autorisatie vertaald
door
Mevr. I. P. WESSELINK- VAN ROSSUM.
87
L'ou snelde naar het raam. Waar was Ger
hard? Waarom bleef hij builen'? De onweers
buien waren ontzettend in deze streek! Me
vrouw Vidal vertelde graag van de knechts,
die onder den een of anderen boom door den
bliksem getroffen waren.
„Gerhard 1" wilde zij roepen. „Gerliard!?!"
Het geluid bleef in de keel steken. Een
tweede bliksemstraal vloog over den tuin, en
daarbij zag zij liaar man, en aan zijn voelen
©en vrouwelijke gedaante. Zij zag nog dc be
weging, die hij maakte; het leek of hij zich
losrukte, zij herkende nog de silhouet van de
jeugdige dienstbode Madlon, zag nog, hoe zij
in wanhoop haar armen om zijn knieën sloeg.
„.Ta wat was dat dan wat beteekende
.öat alles vandaag?'1
Zij tastte naar de lucifers; een gevoel alsof
geworgd werd beklemde haar keel; zij wist
niet goed, wat zij deed. Zij had wel vier, vijf
lucifers tegelijk aangestreken een doordrin
gende zwavellucht drong in haar mond cn
neus. Zij hoestte, kon ternauwernood meer
adem halen en wierp de lucifers van zich.
De lichte zijden sjaal vatte vuur; zij wierp er
zich op om de vlammen le dooyen. Zij be
merkte een zengende hitte aan haar hoofd,
greep met beide handen naar haar haren
riep gillend, wanhopig als door een vuur
schoof werd de kamer verlicht zij snelde
naar het raam.
„Gerhard
Niets menschelijks was meer in haar stem.
Zij zag hem niet meer. Iemand bonsde op
dc deur. v
„Doe toch open... Lou, doe toch open."
Zij hoorde het niet. Zij hoorde de stemmen
niet, die-steeds aanzwollen, aan de deur van
haar woonkamer, noch het verdoovende ge
raas van den donder; zij hoorde niet het plot
seling neerkletteren van den regen, noch het
inslaan van haar zware eikendeur. Zij lag be
graven in het groote brcede bed der Vidals
onder dekens cn kussens en het was haar,
alsof het vuur zich een weg naar haor zocht,
om liet werk le voltooien, dat de groote, gloei
ende zon was begonnen.
Lou lag beneden in de groote huiskamer op
een rustbed en keek er naar, hoe dc profes
sor met bier vochtigj^emaakt vloeipapier tus
schen de verdroogde, fijngesneden tabak leg
de om die vochtig le maken.
Zij waren beiden geheel alleen. Hel huis
Vidal was mei zijn gasten in twee rijtuigen
naar de Camargue gereden en met groote
nxmdcn, 'dié dranken cn proviand bevatten. In
de vroegte was er nog groot spektakel ge
weest. Bajadoz had gevloekt als een wilde,
want Gareto had gisterennacht bij het inslaan
van de zwaren eikenhouten deur zijn rechter
hand eênigszins verstuikt, en nu liad hij zich
niet kunnen oefenen.
Den geheelen morgen had monsieur Olivier
comprossen gerqaakt en ten slotte had Gareto
cr Zich in moeten schikken om zijn hand in
een coquette zwarte sjerp te dragen.
Mevrouw Vidal had hel hoofd geschud cn
met donkeren blik naar do nauwelijks gezeng
de pnnlen van Lou's haar gekeken-,
Lou had zich den geheelen morgen als een
misdadigster gevoeld Zelfs mémère verdub
belde haar opmerkzaamheden voor Gareto en
zei:
„Zooveel zijn toch een paar vlokjes haar
van het voorhoofd cn een geschroeide sjaal
niet waard."
Alleen Gerhard zweeg en keek Lou soms
van terzijde aan. Eigenlijk waron allen blij,
dat Lou thuis bleef en Gareto zei:
„Als u zich heden rustig houdt, dan kan ik
morgen misschien het genoegen hebben u in
Nimes te zien."
En toen hij haar angstig gezicht zag, voegde
hij er aan toe:
„Niet in aè arena dat is niets voor u.
Bloed en zon, dat is een menging, die niet
ieder verdraagt. Daartoe behoort een bijzon
der temperaineiH."
Aan die woorden moest zij nu denken, ter
wijl zij. op de rustbank lag en de professor dc
tabak vochtig maakte. En zij moest aan Mad
lon denken en hoe het mogelijk was geweest,
dat zij zelf gisteren zoo volkomen alle zelf-
beheersching verloren had. Daar was de zon
ook zeker mee schuld aan, die alle instincten
uitbroedde, alle instincten, ook die van haar
rechtschapen natuur, die niets verdroeg van
datgene, wat aan gene zijde der burgerlijke
levenslijn lag en zonder te begrijpen tegenover
de groote raadselachtige uitbarstingen der
menschclijke ziel sloijd. Zij was eenvoudig de
'dochter van haar moeder, de dochter van de
zorgzame, stille vrouw met de heldere ziel,
die het leven ontving uit dc hand van hem,
dien zij liefhad. En misschien was haar moe
der ook niet geschikt geweest om dc liefde le
dragen van den groolen kunstenaar, die toen
reeds in haar vader stak en maar niet had
kunnen doordringen in de weekc, lauwe
atmosplieer van aanbiddende overgave. Het
was eerst aan een vorstin Sukcwitsch bescho-^
ren geweest, óm alles te maken, wat onbewust
op den bodem van zijn ziel had gesluimerd. In
de zwoelte van dezen vurigen, dollen harts
tocht had hij zich zelf gevonden, was hij ge
rijpt lot zijn kunst.
Zoo had Gerhard ook pas hier zich zelf ge
vonden. Zoo had de zengende zon van de Pro
vence alles in hem doen ontbranden, wat de
opvopding ompantserd had meegegeven. En
hier, cvenajs in de Rauchslrassc, stond zij, de
kleine Lou Hörsclkamp, met angstig opgehe
ven armen en wist niet, hoe zij den gloed zou
weren, die alles, wat zij liefhad, veranderde
en aan haar ontrukte.
Heel vroolijk en opgeruimd, kwant Gerhard
met moeder en grootmoeder terug. Dc gasten
waren met liet rijtuig naar Arles gereden en
van daar naar Nimes vertrokken.
„Gareto bestelt voor ons kamers in het hotel
Luxemburg", zei Mémère, „wel zal het moei
lijk zijn een plaats te krijgen maar als
Gareto wil, dan laat de hotelhouder al zijn
andere gasten gaan."
Zij tikte Lou op de wangen.
„Nu, hartje, ben je weer opgeruimd, ja?"- i
Mevrouw Vidal was buitengewoon tevredeafc
Zij had een zeer voordeelig contract geslolci*
Senor had zich mei groote geestdrift over dd
sticrenfokkerij uitgelaten en monsieur Olivicft
had vier prachtige fokstieren voor gekocht t»
zijn boekje genoteerd.
Gerhard kustte Lou op belde oogen en vroeg
lieel zacht:
„Boos?*'
En daar zij nog oen beetje treurig het Hoofd
schudde, kuste hij haar beide handen cil
fluisterde:
„Daar denkt men toch geen oogenblik aaö
dat is toch alles onzin? Een vacantlegrap
niet waar —V'
Wat het huis nog aan voorraad bezat, werd
gauw opgedaan. Het was niet veel meer. En
het werd ouder gewoonte opgediend op een
wit zeil; Lou hielp mee bij het dekken van dc
tafel, daar hel nieuwe kamermeisje nog niet'
goed op de hoogte was. Zij werd cr vroolijk
onder, neuriede een liedje en weerde Gerhard
lachend af, toen bij haar telkens plagend ia
haar hals kuste.
Zij wilde hem niet door dwaze klein©
jalocrschheidjes dc slcmming bederven. ZQ
was zoo blij, dal zij weer wat in hem terug
vond uit den eersten tijd harer liefde.
Daarna ging nutfi vertellen. Het was ceni
heerlijke dag geweest, afgekoeld door het
onweer, zoodat men iil liet geheel niet te lijdeni
had van de warmte. De herders "hadden ter
cere van den beroemden gast een van hun
gebruikelijke stiercnspelen uitgevoerd.
(Wordt vervolgd.^ J