!h ZÓNNEWEELDE. N° 239 „DE E EM LAN D E R". Donderdag 12 April 1917 "BUITEN LANDT FEUILLETON. Hoofdredactie: MARIE VAN VERSENDAAu Mr. D. J. VAN SCHAARDENBURO. IS'1' Jaargang. Uilgevers: VALKHOFF Co. ABONNEMENTSPRIJS; maanden vooi Amersloort f 1*30» Idem tranco por post1*80# Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) O. I ILfaonderlijke nummers r. <M>5. Wokelijkach bijvoegsel nD* Hollandses Huisvrouw (onder redactie van Thérèae Hoven) per 3 mnd. 50 «Cs. "Wekeliiksch bijvoegsel Wsreldmuti' per 3 mnd. cl«. Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT 46. Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER ADVERT EN TIEN Van 1—5 regels.» f O.80. Elke ro^l meer.. 0.13. Dienstaanbiedingen 1—5 regels.» 0.50. Qrooto lottoi's naar plaatsruimte. Voor handel on bodrijl bostaan zoor voordoelige bepalingen tot hot herhaald advertoeron in dit Blad, bij abonuomont. Eene ciroulaire, bevattende do voorwaard on, wordt op aanvraag toegezonden. 'g Kieuw Staatsbedrijf. Jn 'n late, slecht bezóchte vergadering van de Tweede Kamer heeft Minister Treub on langs de verrassende mededeeling gedaan, dat hij rondliep met plannen om voor te stel len het verzekeringswezen tot 'n staatsbedrijf te maken. Veel liet hij niet los, maar tooh genoeg om voor- en tegenstanders uit hun tenteivte Sokken, hen 'het pro en contra tegen elkaar te doen opwegen en het vraagstuk onder de publieke aandacht te brengen. Minister Treub's plan heeft terstond veel aanlokkelijks, schijnt trouwens geheel te lig gen in de lijn van de economische ontwik keling. Maar nauwelijks was het woord ge sproken of uit de praktijk verhieven zich stemmen om te waarschuwen tegen 'n der gelijke onderneming. Voor zoover de crjtiek zich er toe bepaal de het plan voor staatssocialisme uit te krij ten, mag.men dezelve veilig op zij schui ven. Het woord staatssocialisme heeft z'n efschrikwekkende kracht verloren, nu In de praktijk het staatssocialisme reeds lang z'n intrede heeft gedaan. Wie dat nog niet be merkt had, trekke daaruit de leering dat het woord erger was dan de daad. Voor het overige, zijn de stemmen uit het verzekeringswezen zelve stellig het aanhoo- ren waard. Althans voor zoover zij niet lou ter tolk zijn van het eigenbelang, doch in derdaad wijzen op de schaduwzijden welke •ook dit vraagstuk natuurlijk niet missen zal. Mogen wij de mannen van de praktijk ge- ïooven dan zijn de gevaren bij monopolisee ring van het verzekeringswezen vele en zul len de baten in onafzienbaren tijd uitblijven. v,Bij elke staatsexploitatie immers ontbreekt de prikkel, welke juist bij arbeid vo^r eigen aaak de meeste vruchten te tooveren weet. Min.^Treub heeft thans den heer Simons 'n interview voor de Telegraaf toegestaan en daarbij z'n plannen nader ontvouwd en gerechtvaardigd. Wij gaven dit interview weer in ons blad van Woensdag, rubriek Binnenland. En zelfs zij die van den gehee len opzet niets weten willen, zullen toch toe geven dat het min. Treub niet ontbreekt aan koenen durf tot grootsohe daden. Wij heb ben in dezen eminenten staatsman 'n regeer der die niet schroomt zich te stellen op het standpunt van -het „aux grandx maux les grands remèdes". Het spreekt wel van zelf dat „de Verzeke ringsbode", officieel orgaan van de Vereen, voor Levensverzekering, hare jongste- afle vering voor 'n groot gedeelte wijdt aan deze quoestie. Toch bepaalt de redactioneele critiek zich nog slechts tot enkele. Korte opmerkingen over Treub's plannen. Als de Staat de volle waarde van het he- drijf vergoedt, om nog niet te spreken van de schadeloosstelling aan agenten, make laars, directeuren en beambten, is het duide lijk dat er geen winst te maken is zonder verhoaging der premiën (hetgeen neerkomt op 'n belasting dier. premiën, welke ook zon der naasting van het bedrijf mogelijk zou zijn). En als het waar is dat de min. de maat schappijen voor de keuze wilde stellen overdoen aan den Staat of liquidatie, dan zou dit hiermee te vergelijken zijn dat men 'n winkelier dwongf z'n bedrijf te staken en hem als schadevergoeding voor de keus stelde öf den voorraad zelf te verkoopen öf dien aan den Staat over te doen. Zoo deed Italië, maar daar werkten vooral buitenlandsdve maatschappijen. Politiek Overzicht De steun van Amerika in den wereldstrijd. Met de verklaring, dat tusschen het Duit- sche rijk en de Vereenigde Staten van Noord-Arherika de oorlogstoestand bestaat, is het aantal oorlogsverklaringen tot 34 aan= gegroeid. Sedert hebben Cuba en Panama, die beiden van de groote republiek afhan kelijk zijn, haar voorbeeld gevolgd. Wat de andere staten van Midden- en Zuid-Amerika zullen doen, is voor de meesten *op dit oogenblik nog onzeker, maar laat zich toch wel vermoeden. Het Duitsche duikbootschot, dat het Braziliaansche stoom schip Parana in den grond heeft geboord, heeft de regeering van Brazilië bewogen tot het afbreken van de betrekkingen met Duitschlond. Het schijnt, dat dit ééne duik bootschot geheel Latünsch Amerika in gis ting heeft gebracht. Men voelt behoefte er uiting aan te geven, dat men met een oor logvoerende, die het duikbootwap^n op dus danige wijze gebruikt als Duitsehland dit doet sedert 7 Februari van dit jaar, niet te maken wil hebben. Het is mogelijk, en zelfs waarschijnlijk, dat men het niet tot eene oor logsverklaring zal laten komen; maar ook zonder dat ligt er in het besluit om de be trekkingen met Duitsehland te verbreken, eene moreele veroordeeling, waarvan het ge wicht niet is te onderschatten. Voorshands zijn het van de staten der r.ieuwe wereld alleen de Vereenigde Staten van Noord-Amerika, die besloten hebben in den oorlog te gaan en van wie de Entente- mogendheden daadwerkelijke hulp kunnen verwachten. Er doen zich in Duitsehland stemmen hooren, die zich over den aard van de hulp, die de Vereenigde Staten in staat zijn te verleenen, geringschattend uitlaten. Zoo zegt een schrijver in de Vossische Ztg., dat zuiver militair het doorslaande moment in den oorlog tusschen Duitsehland en Ame rika de geografische ligging van de beide landen is. „Ons beschermt de oceaan, en dezelfde oceaan verhindert Amerika een meer actief deel aan den oorlog te nemen." De Köln. Ztg. merkt sohamper op: „Militair zijn de Vereenigde Staten een dwerg; hunrie vloot is ter nauwernood strijdvaardig en bij den" tegenwoordigen oorlogstoestand niet van beslissende beteekenis; hun leger heeft zich niet eens in staat getoond, aan de in vallen van Mexicaansche benden een einde te maken." Daartegenover merkt de militaire Wede- werker van de Frankf. Ztg. op, dat men be ter doet een tegenstander niet te bespotten of ook maar tè laag te schatten, voordat men de kling met hem gekruist heeft. Ame rika, dat nu zich aangordt zijne militaire krachten in de schaal van de wereldoorlogs balans te werpen, heeft tot voor k.yien t«jd zelfs niet gedacht aar, de mogeiijkhe:d, dat dit zou kunnen gebeuren. Eerst in den loop van den wereldstrijd is daar de wensch ont staan en met nadruk bepleit naar eene sterke oorlogsvloot, die niet alleen vooi de fensieve doeleinden zou kunnen dienen, maar ook gedacht was als een werktuig om offensieve stappen van de Vereenigde Sta ten mogelijk te maken. Het programma van vlootuitbreiding, dat tijdens den wereld strijd is ontstaan, omvat voor den tijd van 19171921 een aanbouw van 10 linie schepen, 6 slagkruisers, 10 kruisers voor den verkenningsdienst, 50 torpedobooten en -jagers, 15 volzee-duikbooten, 85 kust-duik- bocten. Gebouwd is van de in dit program ma opgenomen groote schepen nog geen enkel. Linieschepen telt de Amerikaansche vloot thans in 't geheel 32, waarvan drie nog in aanbouw zijn. Verder behooren tot de vloot 13 pantserkruisers, die echter nog geene eigenlijke slagkruisers zijn, en 13 bescherm de kruisers. diet aantal torpedobooten en -jagers wordt opgegeven als 65 70, dat van de voor oorlogsgebruik beschikbare duikbooten als 44. Er moeten echter nog 17 duikbooten op stapel staan, welker aanbouw ver gevorderd is en cue betrekkelijk spoedig gereed zullen komen. Zwak is de Amerikaansche marine voo 1 in snelvarende kruisers en eigenlijke slsg-v kruisers bezit zij nog in 't geheel niet. Toch zouden de Amerikaansche kruisers, die be schikbaar zijn, ree£*s eene aanmerkelijke versterking brengen aan de Britsche vloot, wanneer de Ameri'anen hunne strijdkrach ten met die van Engeland vereenigen. Of de zeeoorlog door de deelneming van Ame rika aan den strijd in eene nieuwe phase zal treden, waarin aan de slagvloot eene werk zamer rol is toebedeeld dan zij tot dusver vervulde, is eene vraag, waarop de toekomst hér antwoord zal brengen. Het gebruik, dat de Duitschers van het duikbootwapen ma ken, heeft Amerika bewogen in den oorlog te treden. Het ligt dus voor'de. hand, dat Amerika er inzonderheid op bedacht zal zijn, maatregelen te nemen tegen het gevaar, waarmee de Duitsche U-booten hunne koop vaarders bedreigen. De oorlog. Washington, 11 April. (R.) De fi- nancieele commissie van het huis van ver tegenwoordigers heeft eenstemmig gunstig gerapporteerd over het wetsontwerp tot uit gifte van vijf milliard dollars obligatiën en twee milliard schatkistbiljetten voor oorlogs doeleinden. Berlijn, 11 April. (W. B.) De Nordd. Allg. Zeitung schrijft: De gezant van Cuba heeft aan den staatssecretaris van buiten- landsche zaken eene nota overhandigd, waarin hij overeenkomstig de hem gegeven opdracht mededeelt, dat zijne regeering de diplomatieke betrekkingen met het Duitsche rijk afbreekt en zich beschouwt els zijnde niet het rijk in oorlogstoestand. Buenos Aires, 11 April. (R.) In een gisteravond uitgevaardigde officieele verklaring wordt o.a. gezegd: De Argentyn- sche regëering steunt de positie dei- Veree nigde Staten met betrekking tot Duitseh land. Londen, II April. (R.) Volgens tele grafisch bericht uit Buenos Aires, heeft de Argentijnsche regewing, terwijl zij momen teel van plan is de neutraliteit te handha ven, totdat de rechten van Argentinië zelf worden aangerand, een verklaring afgelegd, waarin zij de solidariteit uitdrukt met de politiek der Vereenigde Staten. In de ver klaring wordt gezegd, dat met het oog op de oorzaken die de Vereenigde Staten noop ten Duitsehland den oorlog te verklaren, de Argentijnsche regeering de rechtvaardigheid van dezen stap erkent, op grond, dat de be ginselen der neutraliteit, die door het 'vol kenrecht zijn geheiligd en als de zegenin gen der beschaving werden beschouwd, door Duitsehland zijn geschonden. Wash in g ton, 11 April. (R.) Het bericht, dat president Cabrera in Guatemala den staat van beleg heeft afgekondigd, geeft voedsel aan het geloof dot door de autoriteiten in de Vereendigde Statea ge koesterd wordt, dat Guatemala spoedig me de zal doen aan den oorlog tegen Duitseh land. B e r 1 ij n, 11 April. (W. B.) Behalve de reeds in April bekend gemaakte U-bootsuc cessen zijn wederom in het Kanaal, den At- lantischen oceaan en de Noordzee ïn den grond geboord 16 stoomsohepen, 7 zeilsche pen en 2 visschersvaartuigen met een totale tonnage van 53.000 Ion. In deze opgave zijn begrepen het Neder- landsche tankstoomschip Hestia, drie Noor- weegsche stoomschepen, een Noorwèegsch zeilschip, een Zweedsch en een Grieksch stoomschip, verder o.a. een lazaretsohip, dat in den grond geboord werd midden in het Engelsche kanaal tusschen Havre en Ports mouth. P a r ij s, 1 1 A p f y. (Havas). De geredden van de Parana zijn in ^Cherbourg aangeko men aan boord van een Fransche torpedo boot, die hem hulp verleende na de torpe deering. Berlijn, II April. (W. B.) Voormid- dagbericht uit het groote hoofdkwartier. Front prins Rupprecht. Plaatselijk begrens de strijdhandelingen ten noorden van de Scarpe, bij Givenchy-en-Gohelle, Tarbus en Tampaux brachten geene verandering in den toestand. Aan beide zijden "van den straatweg Atrecht—Kamerijk zetten gisternamiddag de Engelschen, na eea hevig vuur, sterke krach ten in een breed front in tot nieuwe aan vallen, die met verlies werden afgewezen. Sedert heden morgen ontbrandden daar en tusschen Bullecourt en Quant verdere ge vechten. Tusschen den straatweg Bapaume— Kamerijk cn de Oise speelden zich slechts kleine gevechten af voor onze tlniën. Saint-Qucntin werd, evenals de vorige dagen, met granaten en shrapneils bescho ten, La Fère eveneens. Front Duitsche kroonprins. Van Vailly lot Reims neemt de artillerieslag dagelijks in hevigheid toe. Een Fransche overval tegen onze loopgraven ten zuidoosten van Berry- au-Bac werd door een snellen tegenstoot verijdeld. Aan het front van prins Albrecht is niets van belang gebeurd. B e r 1 ij n, 11 April. (\V. B.)*Avondbc- richt uit het groote hoofdkwartier. Bij Tampoux, ten noorden van de Scarpe, zijn Engelsche infantAieaanvolIen, bij Raux verscheidene cavalleric-aanvailen mei ver lies mislukt. Bij Monchy en Wancourt wa ren in den loop van den dag gevechten, die voor ons gunstig verloopen zijn. Ten oosten van Bullescourt en le Hargi- courl, ten noordwesten van Saint-Quentin, werden 1000 Engelschcn met 25 machine geweren gevangen genomen. Van Solssons tol Reims zeer §terke artil- leriestrijd. P a r ij s, 11 April. (Havas.) Namiddag- communiqué. De artillerie-werkzaamheid houdt aan in de streek van Sonime en Oise. Er waren pntrouillegevechten op verschillende pun ten; wij maakten daarbij gevangenen. Ten zuiden van de Oise mislukte een aanval op kleine Fransche posten ten oosten van Councy onder ons vuur. ïn de buurt van Maisons de Champagne was de granaat- strijd levendig gedurende den nacht. In 'het Bois le PrètTe was de artilleriéstrijd tame lijk hevig. Ten noorden van Avrecouri brachten onze patrouilles gevangenen thuis. In de streek van Ban de Sopt brachten "wij den Duitschers verliezen toe bij een inval in hunne liniën ten noorden van La Fonte- nelle. Londen, II April. (Ri) Avondbericht van maarschalk Haig. De zware sneeuw, die heden gedurende den geheelen dag aanhoudend viel, maakte het doen van waarnemingen onmogelijk en belemmerde de operatiën van onze troepen zeer. Heden morgen werden twee Duitschi tegenaanvallen op onze nieuwe stellingen in de buurt van Monchy-le-Preux met succefi afgeslagen. De in Monchy genomen gevangenen ven» klaren, dat zij bevel hadden het dorp tol~ ellcen prijs vast te houden. Verder naar he4 zuiden slaagden afdeelingen van onze troe» pen et in te dringen in de Duitsche steHüv gen in de buurt van Bullecourt en maakte® een aantal gevangenen. Omstreeks den rrvldx dag werden zij tegenaangevallen door groo te vijandelijke strijdkrachten en werden naarf •hunne eigen liniën teruggedreven- De aan* valstroepen van den vijand werden krachfr Een ware vriend wijst ons op onze fou ten, 'n valsche vriend wijst anderen er op. ROMAN VAN OLGA WOHLBRÜCK met autorisatie vertaald door Mevr. I. P. WESSELINK- VAN ROSSUM. 87 L'ou snelde naar het raam. Waar was Ger hard? Waarom bleef hij builen'? De onweers buien waren ontzettend in deze streek! Me vrouw Vidal vertelde graag van de knechts, die onder den een of anderen boom door den bliksem getroffen waren. „Gerhard 1" wilde zij roepen. „Gerliard!?!" Het geluid bleef in de keel steken. Een tweede bliksemstraal vloog over den tuin, en daarbij zag zij liaar man, en aan zijn voelen ©en vrouwelijke gedaante. Zij zag nog dc be weging, die hij maakte; het leek of hij zich losrukte, zij herkende nog de silhouet van de jeugdige dienstbode Madlon, zag nog, hoe zij in wanhoop haar armen om zijn knieën sloeg. „.Ta wat was dat dan wat beteekende .öat alles vandaag?'1 Zij tastte naar de lucifers; een gevoel alsof geworgd werd beklemde haar keel; zij wist niet goed, wat zij deed. Zij had wel vier, vijf lucifers tegelijk aangestreken een doordrin gende zwavellucht drong in haar mond cn neus. Zij hoestte, kon ternauwernood meer adem halen en wierp de lucifers van zich. De lichte zijden sjaal vatte vuur; zij wierp er zich op om de vlammen le dooyen. Zij be merkte een zengende hitte aan haar hoofd, greep met beide handen naar haar haren riep gillend, wanhopig als door een vuur schoof werd de kamer verlicht zij snelde naar het raam. „Gerhard Niets menschelijks was meer in haar stem. Zij zag hem niet meer. Iemand bonsde op dc deur. v „Doe toch open... Lou, doe toch open." Zij hoorde het niet. Zij hoorde de stemmen niet, die-steeds aanzwollen, aan de deur van haar woonkamer, noch het verdoovende ge raas van den donder; zij hoorde niet het plot seling neerkletteren van den regen, noch het inslaan van haar zware eikendeur. Zij lag be graven in het groote brcede bed der Vidals onder dekens cn kussens en het was haar, alsof het vuur zich een weg naar haor zocht, om liet werk le voltooien, dat de groote, gloei ende zon was begonnen. Lou lag beneden in de groote huiskamer op een rustbed en keek er naar, hoe dc profes sor met bier vochtigj^emaakt vloeipapier tus schen de verdroogde, fijngesneden tabak leg de om die vochtig le maken. Zij waren beiden geheel alleen. Hel huis Vidal was mei zijn gasten in twee rijtuigen naar de Camargue gereden en met groote nxmdcn, 'dié dranken cn proviand bevatten. In de vroegte was er nog groot spektakel ge weest. Bajadoz had gevloekt als een wilde, want Gareto had gisterennacht bij het inslaan van de zwaren eikenhouten deur zijn rechter hand eênigszins verstuikt, en nu liad hij zich niet kunnen oefenen. Den geheelen morgen had monsieur Olivier comprossen gerqaakt en ten slotte had Gareto cr Zich in moeten schikken om zijn hand in een coquette zwarte sjerp te dragen. Mevrouw Vidal had hel hoofd geschud cn met donkeren blik naar do nauwelijks gezeng de pnnlen van Lou's haar gekeken-, Lou had zich den geheelen morgen als een misdadigster gevoeld Zelfs mémère verdub belde haar opmerkzaamheden voor Gareto en zei: „Zooveel zijn toch een paar vlokjes haar van het voorhoofd cn een geschroeide sjaal niet waard." Alleen Gerhard zweeg en keek Lou soms van terzijde aan. Eigenlijk waron allen blij, dat Lou thuis bleef en Gareto zei: „Als u zich heden rustig houdt, dan kan ik morgen misschien het genoegen hebben u in Nimes te zien." En toen hij haar angstig gezicht zag, voegde hij er aan toe: „Niet in aè arena dat is niets voor u. Bloed en zon, dat is een menging, die niet ieder verdraagt. Daartoe behoort een bijzon der temperaineiH." Aan die woorden moest zij nu denken, ter wijl zij. op de rustbank lag en de professor dc tabak vochtig maakte. En zij moest aan Mad lon denken en hoe het mogelijk was geweest, dat zij zelf gisteren zoo volkomen alle zelf- beheersching verloren had. Daar was de zon ook zeker mee schuld aan, die alle instincten uitbroedde, alle instincten, ook die van haar rechtschapen natuur, die niets verdroeg van datgene, wat aan gene zijde der burgerlijke levenslijn lag en zonder te begrijpen tegenover de groote raadselachtige uitbarstingen der menschclijke ziel sloijd. Zij was eenvoudig de 'dochter van haar moeder, de dochter van de zorgzame, stille vrouw met de heldere ziel, die het leven ontving uit dc hand van hem, dien zij liefhad. En misschien was haar moe der ook niet geschikt geweest om dc liefde le dragen van den groolen kunstenaar, die toen reeds in haar vader stak en maar niet had kunnen doordringen in de weekc, lauwe atmosplieer van aanbiddende overgave. Het was eerst aan een vorstin Sukcwitsch bescho-^ ren geweest, óm alles te maken, wat onbewust op den bodem van zijn ziel had gesluimerd. In de zwoelte van dezen vurigen, dollen harts tocht had hij zich zelf gevonden, was hij ge rijpt lot zijn kunst. Zoo had Gerhard ook pas hier zich zelf ge vonden. Zoo had de zengende zon van de Pro vence alles in hem doen ontbranden, wat de opvopding ompantserd had meegegeven. En hier, cvenajs in de Rauchslrassc, stond zij, de kleine Lou Hörsclkamp, met angstig opgehe ven armen en wist niet, hoe zij den gloed zou weren, die alles, wat zij liefhad, veranderde en aan haar ontrukte. Heel vroolijk en opgeruimd, kwant Gerhard met moeder en grootmoeder terug. Dc gasten waren met liet rijtuig naar Arles gereden en van daar naar Nimes vertrokken. „Gareto bestelt voor ons kamers in het hotel Luxemburg", zei Mémère, „wel zal het moei lijk zijn een plaats te krijgen maar als Gareto wil, dan laat de hotelhouder al zijn andere gasten gaan." Zij tikte Lou op de wangen. „Nu, hartje, ben je weer opgeruimd, ja?"- i Mevrouw Vidal was buitengewoon tevredeafc Zij had een zeer voordeelig contract geslolci* Senor had zich mei groote geestdrift over dd sticrenfokkerij uitgelaten en monsieur Olivicft had vier prachtige fokstieren voor gekocht t» zijn boekje genoteerd. Gerhard kustte Lou op belde oogen en vroeg lieel zacht: „Boos?*' En daar zij nog oen beetje treurig het Hoofd schudde, kuste hij haar beide handen cil fluisterde: „Daar denkt men toch geen oogenblik aaö dat is toch alles onzin? Een vacantlegrap niet waar —V' Wat het huis nog aan voorraad bezat, werd gauw opgedaan. Het was niet veel meer. En het werd ouder gewoonte opgediend op een wit zeil; Lou hielp mee bij het dekken van dc tafel, daar hel nieuwe kamermeisje nog niet' goed op de hoogte was. Zij werd cr vroolijk onder, neuriede een liedje en weerde Gerhard lachend af, toen bij haar telkens plagend ia haar hals kuste. Zij wilde hem niet door dwaze klein© jalocrschheidjes dc slcmming bederven. ZQ was zoo blij, dal zij weer wat in hem terug vond uit den eersten tijd harer liefde. Daarna ging nutfi vertellen. Het was ceni heerlijke dag geweest, afgekoeld door het onweer, zoodat men iil liet geheel niet te lijdeni had van de warmte. De herders "hadden ter cere van den beroemden gast een van hun gebruikelijke stiercnspelen uitgevoerd. (Wordt vervolgd.^ J

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1917 | | pagina 1