DE EEMLANDER"..
Vrijdag 13 April 1917
ZONNEWEELDE.
N° 240
E UITF.NI.AND.
FEUILLETON.
Hoofdredactie:
MARIE VAN VERSENDAAL.
Mr. D. VAN SCHAARDENBURG.
Uitgevers: VALKHOFF Co.
ABONNEMENTSPRIJS
•per maanden voor Amersloort f l«SO.
Idem franco per post...
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - O. I
Afzonderlijke nummers 0«05«
Wekelijksch bijvoegsel „Dt UolUmusciu huitvrotitc' (onder
redactie van Thérèse Hoven) per H mnd. ÖO cis.
WekeJiiksoh bijvoegsel „Wereldrecue" per X mnd. 52 cis.
Bureau: ÜTRECHTSCHESTRAAT
Intercomm. Telefoonnummer 66.
46.
PRIJS DER AD VERTEN II EN;
Van 1-5 rojol»f 0.80.
Like regel meer,t o.lö.
Dienstaanbiedingen 15 regels., 0.50.
Groote lettors naar plaatsruimte.
Yoor handel on bodrijl bestaan zeer voordeelige bopulmgen
tot het horlmald advortooron in dit Blad, bi| abonnement.
Eenu circulaire, bevuttondo do voorwaarden, wordt op
aanvraag toegezonden.
Politiek Overzicht
L 3 steun van Amerika
in den wereldstrijd.
Het belang, dat de Vereenigde Staten van
Noord-Amerika hebben bij de oorlogvoering,
komt neer op de bescherming van hunne
handelsvloot tegen de gevaren, waarmee de
Duitsche U-booten haar bedreigen. In dit
opzicht gaan de.belangen van Amerika en
de Entente-mogendheden samen, en het ligt
dus voor_de hand^, dat de wensch wordt uit
gedrukt naar eene concentratie van alle
krachten, om het U-bootgevaar af te weren.
In Engeland worden stemmen vernomen, die
den wensch uitdrukken, dat aan de groote
slagschepen, die in.Amerika op stapel staan,
niet verder zal worden doorgewerkt, opdat
alle krachten kunnen worden aangewend
voor het bouwen van eene groote vloot U-
bootjagers. Volgens eene raming van En-
gelsche deskundigen, zouden 2000 van
zulke schepen, die eene groote vaartsnelheid
moeten hebben en eene uitrusting met ka
nonnen van middelbaar kaliber, noodig zijn
om het U-bootgevaar meester te worden.
Intusschen is er sprake van, dat Amerika
ook in den landoorlog steunend en helpend
zal optreden aan de zijde van de Entente.
Wat daarover wordt verteld, moet voors
hands met omzichtigheid opgenomen wor
den. Volgens een uit New-York afkomstig
bericht ligt voor een expedifieleger van
500.000 man de velduitrusting gereed. Dit
zou den indruk kunnen wekken alsof de uit
zending van een groot leger uit Amerika,
voor beslissend ingrijpen in den strijd be
stemd, sooedig te verwachten zou zijn. Niets
kan echter minder juist zijn. De uitzending
van een leger van die sterkte is vooreerst
nog slechts een denkbeeld, waarvan de uit
voering heel wat tijd zal vorderen. Wel
schiffif het plan tè bestaan een groot leger
te mobiliseeren, en voor de sterkte, die dit
leger zal krijgen, is het getal van 500.000
genoemd. Maar strikt genomen is mobili
satie hier niet het passende woord, want
gemobiliseerd kan slechts datgene worden,
wat in den wapenhandel geoefend is en
wacht op de oproeping onder de wapenen.
Juister is Ret, in dit geval te zeggen, dat
500.000 man op de been gebracht en tot
soldaten gedrild zullen worden. Dat i^een
werk, waarmee een geruime tijd gemoeid
zal zijn.
Tot dusver was het Amerikaansche leger
zoo klein, dat de uitrusting van de kleinste
militaire expeditie de regeering in groote
ongelegenheid moest brengen. In T898 nog
slechts 25.000 man sterk, is het vredesleger
langzamerhand gegroeid. Ingevolge de wet
van 1916 bedraagt het staande leger 111.505
soldaten en 4847 officieren, althans op het
papier. Van dit getal doen in de Vereenigde
Staten zelf 68.000 dienst. Daarin zijn ech
ter 20.000 man kustartillerie begrepen en
19.000, die in administratieve functiën
werkzaam zijn.Er blijven dus slechts
29.000 over aan beschikbare troepen. Naast
ditV staande leger heeft Amerika nog eene
militie, waarvan de nominale sterkte
150.0000 bedraagt, maar die in werkelijk
heid ver daar beneden blijft.
De samenstelling van het Amerikaansche
leger op den dag, toen de Vereenigde Staten
besloten in den oorlog te gaan, was aldus:
1. Vredessterkte van het door werving
verkregen staande leger: 50 regimenten in
fanterie, verdeeld in 5 bataillons elk van 4
oompagnieën (de compagnie telt 5 officieren
en 65 manschappen), 16 regimenten caval
lerie (bereden infanterie) van 12 escadrons,
6 regimenten veld-artillerie elk#van 6 bat
terijen van vier kanonnen, 170 compagnieën
kustartillerie, 5 bataillons pioniers van vier
compagnieën en verdere speciale troepen,
2. Militie-landweer, bij het uitbreken van
den oorlog 120.800 man sterk, ingedeeld in
140 regimenten en 9 zelfstandige bataillons,
62 escadrons cavallerie, 51 batterijen 'artil
lerie, 122 compagnieën kustartillerie.
5. Ongeoefende militie, waartoe behooren
de 10 15 millioen Amerikanen van het
18e tot het 45e levensjaar, die in staat zijn
de wapenen te dragen.
Uit deze opgave kan zonder vrees voor
tegenspraak de conclusie getrokken worden,
dat een werkdadig optreden van het Ameri
kaansche leger op een of meer der oorlogs-
tooneelen van het vasteland vooreerst niet is
te verwachten. Het Amerikaansche expeditie-
leger moet van meet af opgebouwd worden.
De kern daarvoor is aanwezig in hel staande
leger, waarvan echter slechts een betrekke
lijk klein gedeelte in het land zelf aanwezig
en dus dadelijk beschikbaar is; de rest is
verspreid aan de Mexicaansche grens, in
Hawaii en de Philippijnen. Dat uit de burgef-
lijke elementen, die het materiaal voor deze
strijdmacht moeten leveren, een bruikbaar
leger is tè maken, bewijst het voorbeeld van
Engeland,' dat in dezen wereldstrijd zijn
volksleger tot een geduchten factor in den
strijd aan het front heeft ontwikkeld, en ook
de ondervinding van den Amerikaanschen
burgeroorlog in de zestiger jaren van de vo
rige eeuw. Maar daarvoor is tijd noodig en
die kan niet te krap worden toegemeten.
De oorlog.
Washington, 12 April. (R.) De re
geering van Costarica heeft door haren di-
plomatieken vertegenwoordiger het staats-
departement kennis gegeven, dat de repu
bliek de oorlogsverklaring van Wilson tegen
Duitschland aanvaardt en bereid is dat, zoo
noodig, te bewijzen.
P a r ij s, 12 April. (Havas.) De oorlogs
verklaringen van de Vereenigde Staten en
Cuba, het afbreken van de diplomatieke be-
vreeselijken strijd. Latijnsch Amerika blijft
in de pers aan de orde. Alle dagbladen le
veren beschouwingen over de telegrammen
van Havas uit Buenos-Aires en zijn een
stemmig van oordeel, dat Argentinië partij
kiest tegen de zeeschuimers.
Weenen, 12 April. (Corr.-bur.) De
Politische Korresponder z bericht, dat ten
gevolge van het afbreken der betrekkingen
tot de staten van de Unie de noodzakelijk
heid is gebleken om in de wederzijdsche ver
tegenwoordigingen van belangen de volgen
de veranderingen te laten intreden: De zorg
voor de belangen van de Vereenigde Sta
ten, Engeland en Japan in Oóstenrijk-Hon-
garije heeFt de Spaansche amba9j^de te
Weenen op zich genomen, die voor de be
langen van Frankrijk en Itajië het Zwitser-
sche gezantschap te Weenen. Dc Oosten-
rijksche belangen in de staten der Unie en
Groot-Brittannië en zijne koloniën worden
door Zweden waargenomen, in "Frankrijk
door Zwitserland, in Marokko (Fransche en
internationale zone) door Nederland, in Ja
pan door Spanje. Ten aanzien van de ove
rige landen zijn onderhandelingen aan den
gang, waarvan de uitkomst ten spoedigste
bekend zal worden gemaakt.
Madrid, 12 April. (R.) Hat Spaan
sche stoomschip San Fulgencio is zonder
waarschuwing getorpedeerd.
P a r ij s 12 A p r i J. (Havas). De Ma-
dridsche bladen berichten, dat het kabinet
politieke personen geraadpleegd heeft over
de houding, die moet worden aangenomen
ten gevolge van de torpedeering van de
San Fulgencio en den toestand, die voor
Spanje is ontslaan door het vonnis, dof ge
heel Amerika tegen Duitschland heeft ge
veld.
Londen, 12 April. (R.) De admira
liteit bericht, dat in de week, die den 8en
April is geëiitdigd, 24CS koopvaardijschepen
zij'n aangekomen in de Britsche havens en
2567 er uit zijn vertrokken. 17 schepen bo
ven 1600 ton inhoud en 2 met een inhoud
beneden 1600 ton zijn door duikbooten or
mijnen in de»n grond geboord, 14 werden
zonder succes aangevallen. 6 visschersvaar-
tuigen zijn tot zinken gebracht.
Washington, 12 A p r i 1. (R.) Presi
dent Wilson heeft Goethals, den aanlegger
van het Panamakanaal, verzocht de zorg op
zich 'te nemen van den aanbouw van 1000
houten schepen voor den buitenlandschen
handel.
De Engelsche eersfe minister Lloyd
George heeft gisteren in een rede aan
een door de Amc-rtcan Lunceon Club,
waar hij als gast was aangezeten, ge-
trekkingen door Brazilië, de houding var. geven maaltijd verkondigd, dat de strijd,
Argentinië, Bolivia, Guatemala en Uruguay,
de in Spanje door het torpedeeren van de
Fulgencio verwekte ontroering en de op
stand van de gansche nieuwe wereld tegen
Duitschland zijn bewijzen van een sympto-
matischen nieuwen geest bij de onzijdigen,
die tot dusver toeschouwers waren van den
die nu wordt gevoerd, eene groote wor
steling is voor de menschelijke vrijheid.
Als bewijzen daarvan voerde hij de twee
gewichtige feiten van den laatsten tijd aan:
het*treden van Amerika in den oorlog en de
revolutie in Rusland. De weg naar de over
winning, de waarborg voor en de zekerheid
van de overwinning ligt in het woord sche
pen, schepen en^iogmaojs schepen.
De strijd bij Atrecht duurt in onvermin
derde hevigheid voort, ondanks de belem
meringen, die het slechte weder teweeg
brengt, maar als men de berichten van de
Engelsche en Duitsche hoofdkwartieren met
elkaar vergelijkt, dpn blijkt, dat na de in de
kracht van dén eersten aanval verrichte-ver
overing van den heuvelkam van Vimy dc
strijd vrijwel tot staan gekomen is. De reden
wordt door Reuter's correspondent in het
Engelsche hoofdkwartier vermeld, waar hij
zegt: „De Duitschers werden eenigszins ver
rast, maar schijnen zich nu versterkt te heb
ben in de stellingen, waarin zij door onze
troepen waren teruggedreven, en bieden
thans een hardnekklgen tegenstand."
Op het verdere gedeelte van het front is
in hoofdzaak artilleriestrijd van afwisselen
de hevigheid; soms wordt gesproken van „de
uiterste hevigheid", maar het avond-bericht
uit Parijs gewaagt slechts van „eenige artil
lerie-actie."
Londen, 12 April. (R.). Onze corres
pondent in Frankrijk seint d.d. heden
De laatste 24 uren hebben zich geken
merkt door een algemeene toeneming van
de gevechtsbedrijvigheid aan het front, waar
het Engelsche offensief plaats heeft. Uit ver
klaringen vaa gevangenen blijkt duidelijk,
dat, ofschoon de Duitschers onzen aanval
verwachtten, zij niet daohten, dat deze zoo
spoedig zou plaats hebben en evenmin dat hij
zulke groote afmetingen zou aannemen. De
Duitschers werden eenigszins verrast, maar
schijnen zich nu versterkt te hebben in de
stellingen, waarin zij door onze troepen wa
ren teruggedreven, en bieden thans een hard-
nekkigen tegenstand. Verschillende tegen
aanvallen werden door hen ondernomen, die
echter, met uitzondering van een te Bullc-
court* geen succes opleverden. Het gevecht
tot vermeestering van den sleutel der stel
ling bij Monchy-le-Pretix was zeer verwoed,
maar volgens de laatste berichten hebben wij
alles wat gewonnen werd op dit belangrijke
punt, behouden en bevestigd. De cavallerie
heeft uitmuntende diensten bewezen bij den
eind-canval, waarbij zij afsteeg en Hottkiss-
kanonnen aanvoerde, ter versterking van de
infanterie.
De vernietigende uitwerking van ons wel
gericht vuur viel het best waar te nemen in
den spoorwegdriehoek, die gevormd wordt
door de verbinding van Atrecht, Kamerijk
en Rijsel, even boven Blancy. De Duitscheris
hadden daar een uitgebreid loopgravennet
aangelegd, dat ondoordringbaar leek. Door
*ons vuur werd dit echter zoo geteisterd, dat
het er als een omgeploegd veld uitzag. De
loopgraven lagen vol lijken van gesneuvelde
Duitschers. Volgens het laatste bericht van
hedenmorgen hebben wij ongeveer 1000
yards bezet van de loopgraven, die loopen
van ten Zuiden van het commandantshuis tot
ten Noorden van h^t Farbus-bosch. Wij zui
verden den grond tot aan den rivieroever
van de Cojeul. Ook hebben wij de Duitsche
loopgraaf genomen, die loopt zuidoostelijk
van Neuville Vitasse, en hoogte no. 90 ten
zuidoosten van Wancourt.
Tusschen Croisilles en de Scarpe hebbeiv
onze troepen nog 11 kanonnen buitgemaakt
in den loop van den strijd van gisteren. Dc
viiond bombardeert onze nieuwe stellingen
voorbij den heuvelkom van Vimy.
1. jy 1> a c h, 12 April. (Corn-bureau)1,
Kejzer Karei heeft gisteren een tocht ge
maakt langs het Isonzo-front en Triest be
zocht. Overal is hij door de dappere strij
ders etgen Italië en door de bevolking geest
driftig toegejuicht.
Konstantino p c12 April. (Milli.)
Bericht van het hoofdkwartier van den llen.
Aan het Irakfront noodzaakten onze be
reden troepen twee Engelsche compagnieën
van den rechter Euphraat-oever over te
gaan op den linkeroever. Aan de beide zij
den van de Tigris was gecne gevechtsacu
Dc voorwaartsche beweging van onze
troepen ten noorden van de Diala blijft vor
deren. Eene vijandelijke cavallerie-divisie,
die zich tegenover Deiles bevond, werd tot
drie malen toe uit hare stelling verjaagd.
B e r lij n, 12 A p r i 1. (K. N.) Gelijk de
correspondent van dc Voss. Ztg. te Stock
holm van belanghebbende zijde verneemt,
zal aanstaanden Zondag (15 April) tc Pe
tersburg een vergadering pluarf hebben van
gedelegeerden -\jer Joodsche bonden voor
Rusland, Polen efr Lithauen. De sociaal-de
mocratische Joden, de zoogenaamde bonds
leden, hebben, zooals bekend is, reeds in
de Russische revolutie van 1905 eengroote
rol gespeeld. De aanstaande conferentie zal
zich met de volgende drie vragen bezig hou
den: de houding tegenover den oorlog; de
houding van den bond tegenover den bond
van arbeiders en soldaten en de houding
tegenover de nationale autonomie. De ver
gadering der gedelegeerden zal voorts de
vraag van het bijeenroepen van een alge
meen congres van Russische Joden tot op
lossing brengen. De aanstaande vergack-ring
zal in zooverre van belang zijn, daar de bond
van den aanvang af de besliste tegenstan
der is geweest van de cadettenportij en in
de tweede plaats zich naar alle waarschijn
lijkheid zal uitspreken legen een voortzet
ting van den oorlog. Hoe groot het tegen
woordige aantal der bondsleden is kan nu
nog niet worden vastgesteld. In 1905 weed
dit aantal op belangrijk meer dan twee mil
lioen geschat.
Uit Malmö wordt aan de Kriegs Ztg. ge
seind/dat generaal Alexejew tegenover een
redacteur verklaard heeft, dat hij niet zon
der bezorgdheid de ontwikkeling der poli
tieke organisation aan het front tegemoet
ziet. Door de oprichting van zoo vele orga-
oisatiën lijdt het leger. Wanneer men niet
spoedig de reserve-liniën in orde brengt,
zou Rusland in de naaste toekomst nog me
nige onaangename verrassing ondervinden.
De generaal betreurt het ook, dat tegen
woordig in den boezem van het leger ern
stige oneenigheden over den vorm van het
toekomstige regeeringsstelsel bestaan.
Vrouwen minnen reeds lang vóórdat zij
het bekennen; mannen allang niet meer als
zij het nog duur verzekeren.
ROMAN VAN
OLGA WOHLBRÜCK
met autorisatie vertaald
door
Mevr. I. P. WESSELLNK—VAN ROSSUM.
SS
„En denk eens aan, hartje, hoe verrukkelijk
Gareto zelf heeft aan het spel deelgenomen."
Lou was reeds voldoende doordrongen van
öe beteekenis van Senor Gareto, om zulle een
minzaamheid naar waarde, te schallen.
„Jammer, dat ik er niet bij was," zei zij op
gewekt.
„Zeer jammer," bevestigde mevrouw Vidal,
a want dan had je je man ook kunnen bcwon-
eren/'
Lou schrok.
„Gerhard hoe zoo?"
Allen spraken door elkaar. Mémère klapte
in de handen en lachte als een klein meisje,
idat iets verrassends uitgedacht heeft. Eindc-
Bfk was het Gerhard mogelijk ?ich verstaan
baar te maken. Gareto had hem een paar
kunstgrepen geloond; in de eerste plaats den
sprong over de barrière en de snelle verande
ring van richting onder het loopen. Als men
een beetje vlug en handig was, dan was het
waarlijk geen kunststuk bij eenige oefening
deze brave, makke stieren uit de Camarguc
bij de horens te grijpen.
„Schennen is in sommige gevallen moei
lijker," besloot hij lachend.
Lou werd; weer stil. Dc schitterende, don
kere oogen der vrouwen hadden iets onaange
naams voor haar. Dc uitgelaten stemming van
Gerhard sloeg weer in boosheid over. Als een
koude waterstraal op vuur was de uitwerking
van Lou's blik op hem. Wat zou dat, d,at hij
zich#amuseerde zooals andere jongelieden het
ook deden. Wie deed hij daar kwaad mede?
Hij stond van tafel op en gaf den stoel, een
duw met zijn voet.
„Zie, daar hebben wc het nu waarom
heeft u het haar verteld? Ik heb liet u wel ge
zegd!''
Mevrouw ^:idal legde de olijf, die zij juist
tusschen twee vingers hield, weer omzichtig
op het bord. Mélnèrc zuchtte liyd cn,trillend..
„Ik begrijp jc niet, hartje. Wij zijn Jrotsch
op hem."
„Mijn man liecft in zijn jeugd op zijn minst
twintigmaal deelgenomen aan dé slierenspc-
len in dc arena vau. Arlcs."
„Wees maar niet bezorgd, groolje, dat doe
ik ook nog.*'
Ilij stak zijn hand in den zak van zijn rood
zijden saklco cn leunde tegen den boogèn
schoorsteen onder het beeld van dc Moeder
Gods.
„Ik zie volstrekt niet in, waarom ik niet aan
de hier gebruikelijke sport zou meedoen.
Want het is ten sloile een sport evenals elk
andere, als tennis, als golf, als boksen, wan
neer je dal liever hebt. Of ik mij nif door een
partner mijn maa£ laat inslaan, of dat ik mij
handig over een 1>. ricrc of op den nek van
een stier werp dal schijnt mij tamelijk wel
op hetzelfde neer te komen." En of ik mij op
dc mensuur mijn gezicht laat kapot hakken of
mij bij een stierengevecht den arm laat afruk
ken wat is daar voor onderscheid? Ik bid
je, zeg mij wat is het onderscheid?"
Radeloos keek Lou om zich heen.
•Bijna vijandig waren de oogen der vrouwen
op haar gericht. De professor krabbelde met
zijn vork op zijn bord.
Lou stamelde:
„Ik dacht-, een graal Obcrwall voor een
graaf Oberwall
Hij lachte bijna spottend:
„Een graaf Obcrwall tróuwt eenvoudig geen
Vidal. En. als hij het doet, moei hij de gevol
gen dragen. Een graaf Oberwall trouwt ook
geen Rev, of hij moet de gevolgen dragen.
Waarom zouden wij altijd den aard van onzen
vader hebben? Is het bloed van onze moeder
niet even. sterk? II; beweer zelfs, dut het ster
ker is, want het is jonger!"
Mcmère stond op.
„Wij zullen gaan k.pcn. Morgen is het een
groote dag."
Mevrouw schudde de broodkruimels van
haar schoot in haar holle hand'.
„Zij behoeft toch niet mee tc gaan, als /ij
niet wil.".zei zij hard.
Lou kromp ineen. Zij kende dc beteekenis
van dit ..zij zij keilde het nog van de Rauch-
strassc.
„Zij", dat was 'dc vreemde indringster, de
vijand
„Zooals je wil,.Lou..."
Gerhard had weer het zenuwachtige gelaat,
dat Lou zoo goed van Berlijn kende. Hij leed
nu, gelijk hij in Berlijn had geleden als hij
den druk niet van zich kon schudden, die op
hem lag, nis hij de tegenstelling niet kon uil-
wisschen, die tusschen hem en zijn omgeving
was.
Meer nog misschien dan*Lou vocldt>4rTj~dc
vijandigheid, die er in het huis tegen haar
groeide; slechts uit het gevoel van diepe,
innerlijke tegenstrijdigheid. En hij ving den
blik op van den ouden Duilsèhcn man, die het
genadebrood at aan dc tafel en het leven van
de Proven?aalsche familie' deelde als een
oude bloedverwant, maar die toch ook inner
lijk alleen stond, aan gene zijde van dc
onzichtbare, maar toch breedc grenslijn, dien
deze,menschen tusschen zich en allen trokken,
welke vreemd aan hun aard waren. En Ger
hard Obcrwall las in dezen blik, dat ook zijn
vrouw aan gene zijde van dien grenslijn stond.
Niet alleen voor moeder en grootmoeder
ook voor hem zelf; hij schrok, toen hij plotse
ling bemerkte, hoe ver zij van hem afgeraakt
was; de blonde, teerc Lou Hörselkamp, aan
wie eens zijn beste gevoelens gew ijd waren.
Plotseling zag bij de jonge dienstbode in
zijn verbeelding voor zich. Het bloed schoot
hem naar liet hoofd en kleurde zijn slapen.
Maar neen Madlon had daar geen schuld
aan; hij had ternauwernood meer aan haar
gedacht, sinds dat nachtelijk uur in den tuin.
Boos had hij haar van zich geduwd, toen
y.ij zijn knieën omklemde cn hem bezwoer
haar voorspraak bij zijn grootmoeder tc wil
len zijn, opdat zij zou mogen blijven.Daar
dacht hij in hel geheel niet aan. Wat daclil zij
wel? Haar plaats was niet langer hier. Wel
wilde hij haar geld geven maar nu moest
zij licm met rust laten. Ilij had, toen zij einde
lijk wegliep, naar boven willen gaan, naar
Lou liaar alles willen biechlcn zooals
een brave, goede jongen bekent, dat hij een
appel uit dqn tuin van den buurman heeft ge
stolen. Alles was onzin. Heel luchthartig en
vroolijk was hij geworden, toen bij dit besluit
genomen liad, dat liet als liet ware toegewaaid
scheen te worden door dc plotseling afgekoel
de onwccrslucht. Toen wras de gestalte van
Lou aan het raam verschenen toen had hif
haar gil gehoord, baar waanzinnigen hulp*
kreet. En toen later allen om haar lieert
stonden, wachtende tot zij uit haar bewuste*
loosheid zou ontwaken om haar gerust tc stel*
len en haar te zeggen, dat de verbeelding haaxi
slechts een poets had gespeeld, dat zij zich'
alleen maar wat geschroeid had aan een paar
lucifers toen had zij haar oogen opgeslagen
en zonder .nog goed te weten, wat zij zcidc,
geroepen: -
„Madlon in den tuin Madlon
En toen wist hij, dat zijn biecht le laat
kwam, dat zij alles wist en daardoor had: hi>
het niet meer over zich kunnen verkrijgen op
die „zeer onschuldige" geschiedenis terug te
komen.
(Wordt vervolgd.!